9 minute read

Etienne Vermeersch

Next Article
xanthippe

xanthippe

De eeuwige zoektocht naar de waarheid...

Een vrijdagochtend midden juni. Urenlang regent het al oude wijven. Op zo een dag moet je een verduiveld goede reden hebben om je de straat op te begeven en kijk… ik bevind mij in de wagen richting Wetteren. Door een dicht gordijn van hardnekkig neerstriemende regendruppels volg ik de kronkels van de landelijke baantjes om dan plots in een tunnel van loofbomen aan het huis van mijn gastheer toe te komen. De dikte van het bladerdak hult de woning van Etienne Vermeersch in een schemerlicht en ik zie dan ook een lampje aangaan, enkele seconden nadat ik de deurbel aan het gongen heb geslagen.

Advertisement

E. Vermeersch: “Goedemorgen, welkom. Volg mij maar naar mijn bureau. Let op, er is niet zo veel plaats, ik heb de neiging mijn boeken en documenten een beetje overal in het huis te zaaien. Wat van mijn bureau waarschijnlijk het slordigste van heel West-Europa moet maken.”

Wat ik zie is vrij indrukwekkend. We wandelen inderdaad langsheen ware muren van op de grond gestapelde boeken. Decennia, nee, eeuwen filosofisch en litterair gedachtengoed moeten hier de muren tapisseren. Veel eigen werk ook van professor Vermeersch zie ik. En torens van documenten die bijna tot aan het plafond reiken. Hoewel ook ik regelmatig het epitheton ‘eeuwige’ verzamelaar wordt toegeslingerd, voel ik mij in deze omgeving naslagwerk een koorknaapje, nog maagdelijk groen achter de oren.

CMm: Het minste wat men kan zeggen is dat u al een boeiend leven hebt gehad. Een eerlijk leven ook omdat u de moed had afstand te doen van een, normaal gesproken, levensbepalende gelofte...

E. Vermeersch: “Drie geloftes! Van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid!”

CMm: Juist. Vele anderen die uw overtuiging deelden, zullen waarschijnlijk nooit gedurfd hebben de stap te zetten om het Instituut Kerk te verlaten. Wat gaf bij u de doorslag?

E. Vermeersch: “Over anderen kan en wil ik niet oordelen. Ieder individu moet voor zichzelf uitmaken wat hij denkt en hoe consequent hij omgaat met zijn eigen denken. Zo’n belangrijke beslissing kan je trouwens ook niet zo maar over één nacht ijs nemen. Het is een proces waar argumenten je beslissing moeten staven. Niet iedereen is bereid zo’n oefening te doen. Sommigen onder ons zijn denkers, anderen niet. Ik denk dat ik van kindsbeen af constant met vragen heb gezeten. Ik was bijzonder geïnteresseerd in tal van onderwerpen, om niet te zeggen in alle onderwerpen. Ik verslond werkelijk boeken met hopen en mijn honger naar kennis was onverzadigbaar. Het brede interesseveld was tegelijkertijd een zegen en een gesel. Omdat op de duur het aantal vragen groter werd dan de oplos- singen die mij werden geboden. Of omdat het inzicht dat ik kreeg er voor zorgde dat ik geen vrede meer kon nemen met de antwoorden die mij werden toegereikt. Wat van mijn leven een permanente zoektocht heeft gemaakt, een queeste naar de waarheid. U kunt gerust zeggen dat ik altijd een zoekende geest ben geweest.”

CMm: En die kennis heeft dus ook uw exit uit de Kerk ingeluid? E. Vermeersch: “Het één zal ongetwijfeld wel bijgedragen hebben tot het ander. Maar ik denk dat het vooral de tweestrijd is geweest tussen mijn ‘gelovig’ denken en mijn groeiend rationeel benaderen van ons bestaan, dat er in geresulteerd heeft dat mijn denken is geëvolueerd naar een visie van totaal atheisme. De Kerk heeft enkel als verdienste dat haar falen in het geven van antwoorden op mijn vragen, mij steeds meer in de richting van de rationaliteit heeft geduwd. Als jonge misdienaar al worstelde ik met bepaalde problemen die het geloof mij ingaf. Toen ik aan de priester vroeg waarom ik, die niemand ooit iets misdaan had, de erfzonde, ons opgezadeld door Adam en Eva, mee moest dragen, kreeg ik een verhaal te horen over een man aan, wie wegens een fout, een gunst ontnomen wordt, met het gevolg dat ook zijn kinderen daarvan niet meer kunnen genieten. Ik vond dit maar een bleek antwoord op een toch wel existentiële vraag. En toch... Toch ben ik later volledig in het geloof gedoken. Wilde ik zelfs kloosterling worden! Met volle overgave, zoals in mijn karakter ligt. Alsof ik eerst zeker wilde zijn dat dit niet de weg voor mij was en ik dit pas zou kunnen weten als ik er mij volledig in had ondergedompeld. Het was een boeiende geestesoefening die mijn honger naar het achterhalen van de waarheid zeker niet heeft gestild.

“Als ik een boodschap mag meegeven aan de jongeren geef ik hen graag volgende boodschap van Kant mee. Durf voor jezelf te denken. Heb de moed de belangrijke zaken in je leven zelfstandig te beslissen. Spiegel je niet aan anderen, maar weeg zelf af wat goed en niet goed voor je is.”

De vragen bleven komen, sneller en talrijker. De antwoorden voldeden steeds minder.”

CMm: Wat waren dan zo die vragen die u bezig hielden?

E. Vermeersch: “Ik verstond bv. de positie van de Kerk totaal niet op het vlak van geboortebeperking. Toen ik daar de novicemeester over interpelleerde, dat de wereld op een dag zou ontploffen als iedereen 8-9 kinderen zou blijven krijgen, toen zei die mij: “Er zijn nog woestijnen genoeg in de wereld die kunnen ontgonnen worden.” Hoe mager kan een antwoord zijn? In het begin was de motivering om mij toe te wijden aan God sterk genoeg om mij te sussen maar gaandeweg werd dit voor mij onhoudbaar. Het ontbrak aan juistheid en vooral soms ook aan echte ethiek. Bovendien voelde ik mij alsmaar meer beknot in mijn vrijheid. Ik, die van nature een heel grote vrijheidsdrang had. Na 5 jaar stopte het verhaal logischerwijze en hield ik het geloof voor bekeken. Eerst het geloof in de Kerk en na veel denken ook in God. Ik ben er tot op heden nooit meer op teruggekomen. Jarenlange studie heeft, althans wat mij betreft, die stelling alleen maar bevestigd.”

CMm: Verlies aan geloof in de Kerk is nu ook niet zo verwonderlijk. Het gedrag van haar dienaren blijkt niet echt een voorbeeld?

E. Vermeersch: “Het is duidelijk dat de Kerk een niet zo goede beurt heeft gemaakt. Het Instituut heeft veelal gefaald, ook al komen ze er altijd wel mooi mee weg...”

Toen ik was uitgetreden heb ik het werk van Alfred Kinsey gelezen. “Sexual Behavior in the Human Male”. Ik wist niet wat ik las. Maar stilaan drong het tot mij door dat ik “abnormaal”was. Door mijn geloof en de wereld van kuisheid en preutsheid waarin ik was grootgebracht. Ik heb dit, gelukkig maar, allemaal nog kunnen herstellen.

CMm: Wat bedoelt u?

E. Vermeersch: “Het systeem van de Kerk zit wel knap in elkaar. Omdat zij openlijk prediken dat de mens als zondaar wordt geboren en enkel maar gered kan worden door genade verleend door de dood en verrijzenis van Christus. Dus mag niemand er over verwonderd zijn dat er zich ook grote anomalieën voordoen binnen de Kerk zelf. Onder het motto van “Ook wij zijn maar mensen en dus niet vrij van zonden” is er gebeurd wat iedereen ondertussen weet. In die optiek hoeft dit voor de Kerk geen ondergang te betekenen. Er zijn immers vluchtwegen voorzien voor zondig gedrag. Er is de biecht, het oprecht bidden en vragen om vergiffenis... Maar wat mij betreft, kan dit geloof uiteindelijk geen houvast meer bieden. Die mechanismen bestaan echter niet alleen in het katholieke geloof. Alle openbaringsgodsdiensten, bvb. ook de Islam doen een beroep op het ‘Woord Gods’ en dat wordt natuurlijk gezien als de absolute waarheid. Naargelang van de omstandigheden slaagt men erin bepaalde thema’s meer te beklemtonen en andere te verdonkeremanen. Het is bvb. merkwaardig dat moslimmeisjes anno 2012, die hier geboren zijn, er zelf bij zouden komen om een prioriteit te maken een hoofddoek te dragen. Iets wat zelfs 30 jaar geleden door veel vrouwen in moslimlanden niet meer werd gedaan. Hier speelt uiteraard indoctrinatie. Maar degenen die deze indoctrinatie uitoefenen, zijn zelf geïndoctrineerd. Dergelijke openbaringsgodsdiensten vormen een machtssysteem. Maar die macht is iets diffuus. Zij die manipuleren, zijn aan de oorspong zelf ook gemanipuleerd. Het is een ononderbroken cyclus. Maar onbewust, oorspronkelijk zelfs ongewild, zijn de armsten, de onmondigsten, hiervan meestal het grootste slachtoffer.”

CMm: Als ik u zo hoor is er weinig reden voor optimisme?

E. Vermeersch: “Men moet altijd optimistisch blijven, ook al is daar soms niet veel reden toe. Willem De Zwijger indachtig moeten we gewoon voortdoen en altijd proberen het beste er van te maken. Maar dat het niet zo goed gaat met deze wereld, daar vertel ik u toch niets revolutionairs mee? Toen ik geboren werd bedroeg de wereldpopulatie twee miljard mensen. Weldra zijn we met maar liefst zeven miljard. In de laatste anderhalve eeuw is het aantal mensen waanzinnig toegenomen en in de komende 25 jaar zal daar aan het huidige tempo normaliter nog eens gewoon twee miljard bijkomen. Ieder verstandig mens weet dat dit zo niet verder kan. Toch kost het de grootste moeite om de noodzaak van geboortebeperking bij de mensen te laten doordringen. In Europa gaat het eindelijk de goede weg op. In Rusland krijgen we een lichte daling van het bevolkingscijfer. Te veel mensen impliceert immers automatisch te weinig voedsel. We zien ook hoe dit probleem het gehele Midden-Oosten op zijn kop zet. Toen vorig jaar Poetin besloot om na mindere graanoogsten in Rusland, de graanopbrengsten in eigen land te houden en dus niets uit te voeren, toen wist ik al dat er in Egypte een opstand zou volgen. Het land met zijn 80 miljoen te voeden monden is immers volkomen afhankelijk voor haar voedselvoorziening: van de invoer. En in grote mate dus ook van de Russische graanexport. De graanstop, de daaropvolgende prijsstijging en de speculatie op de markt hebben zowel in Egypte als in Tunesië de revolutie leven ingeblazen. Deze verbanden worden veelal niet gelegd in de media. Maar als er hongersnood is, is een revolutie nooit ver af. Dat is de ware aanleiding tot de Arabische Lente...”

CMm: Als u dit allemaal weet, dan moeten anderen daar toch ook van op de hoogte zijn?

E. Vermeersch: “Uiteraard! Maar er moet natuurlijk ook een wil zijn om er iets aan te doen. En dan komt het aspect eigenbelang naar boven. Iedereen weet dat wij met onze huidige manier van leven anderhalf keer de capaciteit van onze planeet opgebruiken. Elk zinnig mens weet dat onze grondstoffen stilaan opgebruikt geraken. Dat onze zeeën weldra visloos zullen zijn. Dat we onze resterende wouden niet verder ongestraft kunnen blijven wegkappen. Dat het meer dan hoog tijd is iets aan het algemene milieuprobleem te doen. De mens leert echter maar met mondjesmaat. Het gat in onze ozonlaag heeft men, na het afsluiten van een paar goede akkoorden, nu redelijk onder controle gekregen. Maar wat met het smelten van de ijskap? Er beweegt maar heel weinig omdat niemand bereid is om zijn voordelen op te geven. Af en toe wordt er wat goodwill getoond. Dan zeggen een paar leiders eens voor de camera hoe erg ze het vinden dat er plasticmassa’s, zo groot als Luxemburg, ronddobberen op onze oceanen. Dat het moet stoppen! Maar we weten allemaal wel beter. Het egocentrisme, eigen aan de mens, zal altijd de bovenhand halen. De conclusie is dus eenvoudig. De wereld lijkt gedoemd ten onder te gaan.”

CMm: Denkt u niet dat de mens wel altijd een oplossing zal vinden om het tij te keren?

E. Vermeersch: “Dat is er eentje die mij altijd aan het lachen brengt. De hedendaagse technologie zal wel voor een mirakel zorgen. Ik geloof het niet! Want waarom heeft die technologie er dan nog niet kunnen voor zorgen dat één miljard mensen op aarde niet meer in erbarmelijke omstandigheden moeten leven, veelal zonder voldoende voedsel en nog meer zonder zuiver water?

De enige manier volgens mij om tot besef te komen is het zich voordoen van grote catastrofes, een opeenvolging van gigantische rampen. Ik geef graag een vb. om mijn toch radicale stelling toe te lichten. Ik herinner mij de eerste kernramp in Harrisburg, Pennsylvania, die bijna leidde tot het volledige stilleggen van de bouw van nieuwe kerncentrales in de V.S. en zelfs in West-Europa. Tchernobyl heeft de twijfel enkel maar doen toenemen en Fukushima heeft er

“Als men het gevolg van het consumptiegedrag, de ecologische voetdruk zoals we dit vandaag noemen, neemt van de gemiddelde Amerikaan en men gaat er van uit dat iedereen dit als norm beschouwt, dan is het over 50 jaar afgelopen. Gaan we allen vis eten zoals de Japanner, dan is dat verhaal, wat de oceanen betreft, over minder dan 20 jaar verteld.” nog een duw aan gegeven. Nu probeert men te speculeren op de zogezegde veilige vierde generatie kernreactoren. Probleem is dat die nog niet bestaan!”

CMm: U hebt op vele terreinen onderzoek verricht. Zo hebt u ook de multiculturele samenleving onder de loep genomen. Uw conclusie is dat die niet bestaat?

E. Vermeersch: “Inderdaad. De multiculturele samenleving is tot op zekere hoogte een fictie. De mensen die hier leven, die hier school hebben gevolgd en later een beroepsopleiding, leven zoals wij allen in het moderne comfort van ons land. Ze hebben een modern huis, met alles wat erbij hoort: auto’s, TV, gsm, PC, laptop, noem maar op. Hun cultuur is dus voor 90% gewoon dezelfde, omdat cultuur alles inhoudt wat door de mens is voortgebracht en vorm heeft gekregen. Het grootste gedeelte van wat je in je omgeving waarneemt, vooral in een stad, is culturele productie. En die is in België grotendeels dezelfde of je nu bij een moslim thuiskomt of bij een christen. Ok, een Turk zal misschien meer naar de Turkse zender kijken of luisteren naar andere muziek, of een ander eetgedrag vertonen, maar dat zijn slechts subculturen. Ik garandeer je dat veel kinderen van allochtonen in het thuisland van hun ouders niet meer zouden kunnen leven. Wij leven dus eerder in een monocultuur, met daarin bepaalde deelsegmenten. Maar dat is heus niet nieuw. Wij noemen

This article is from: