11 minute read

Jacky Ickx verdient een boek zoals dit...

Next Article
xanthippe

xanthippe

Pierre Van Vliet had al een deeltje van de verrassing prijsgegeven: “We zullen afspreken op een plaats in Ukkel die perfect de sfeer zal scheppen voor het verhaal van Jacky. En zo geschiedde. Niet vermoedend om wat het juist ging, parkeer ik mijn wagen ter hoogte van huisnummer 19, Rue du Ham. Aan de achterkant van een korte oprit zie ik een vrij grote ingangspoort die wijdopen staat. Ik laat mezelf binnen en bevind me plots middenin een museumruimte waar vele foto’s van helden uit de Formule 1 de muren sieren. Een Porsche, waar duidelijk nog mee geraced is, staat iets verderop. De tijd dat ik de ruimte even in mij opneem, komt een breedlachende Pierre me al toegewandeld.

Advertisement

Pierrre Van Vliet: “Ik had je gezegd dat het passend zou zijn. Kom, voor ons gesprek heb ik zelfs nog een betere setting.”

Pierre leidt me naar een hoek in de expositieruimte waar ik meteen een levensgroot portret van Jacky Ickx, genomen door de onmiskenbare hand van Stephan Vanfleteren, in het oog krijg. Daarnaast staat een vitrinekast vol helmen. Achter mij een foto van de jonge Ickx, in volle ornaat, een mooie jonge held in de heroische en boeiende wereld van de automobiel. En daarnaast weer een kast...

Pierre Van Vliet: “Dit zijn al de wagens, in miniatuurversie, waar Jacky Ickx mee gereden heeft. Toen we dit kleine museum openden, vonden we het logisch dat de kampioen Ickx een “special corner” zou krijgen. Want een kampioen van dit kaliber heeft de autosport zelden voortgebracht.”

CMm: Wil je daar mee zeggen dat Ickx een groter kampioen is dan bv. Lauda, Senna, Schumacher of vandaag iemand als Hamilton?

Pierre Van Vliet: “Ik ga zelfs geen poging ondernemen om deze piloten met elkaar te vergelijken. Ik volg de Formule 1 al veel te lang om te weten dat zoiets geen steek houdt. Laten we het hier bij houden dat elk van deze kampioenen iconen zijn die hun sport in hun tijd hebben gekleurd. De F1 heeft gedurende al deze periodes en vooral de voorbije 20 jaar, sinds het ongeluk van Ayrton Senna, een gigantische metamorphose ondergaan. Het Formule 1 circuit uit de tijd van Jacky is hoegenaamd niet meer te associëren met de sport zoals di, Ronnie Peterson, de beginnende Niki Lauda was Formule 1 een sport voor gentlemen die graag en goed met een racewagen konden rijden. Het waren allemaal goedogende jonge helden omdat het heldenschap nu eenmaal inhoudt dat het noodlot af en toe hard toeslaat.

In de tijd dat Jacky racete zijn veel van die jonge virtuosen omgekomen. Wat een heroische dimensie gaf aan de sport. Piloten waren als gladiatoren die de arena binnenkwamen. Jacky reed dan nog lange tijd in een Ferrari, de legendarische wagen bij uitstek, in dat tot de verbeelding sprekende rood! Als ik vandaag de beide Jacky’s (Ickx en Stewart) op één foto zie, doen ze mij denken aan oudstrijders die de “battle” hebben overleefd...” we die vandaag kennen. De wagens zijn van een ander tijdperk, het is een quasi veilige sport geworden, de technische evolutie is hallucinant, ingenieurs kunnen en moeten, veel meer nog dan vroeger, de laatste tiende seconde verschil mogelijk maken, de omkadering van de sport is veel grootser geworden. Dus automatisch vertaalt zich dat in een steeds groeiende prestatiedruk voor de piloten. In de tijd van Jacky Ickx, Jacky Stewart, Jochen Rindt, Emerson Fitipal-

In de tijd dat Jacky racete zijn veel van die jonge virtuosen omgekomen. Wat een heroische dimensie gaf aan de sport. Piloten waren als gladiatoren die de arena binnenkwamen.

CMm: Als ik je zo hoor, dan voel ik dat je van al deze kampioenen houdt. Maar waarom schat je Ickx nu toch iets hoger in? Is dat de vriendschap die spreekt?

Pierre Van Vliet: “Oh nee, helemaal niet. Vriendschap mag daar geen rol in spelen. Kijk, als ik daarnet zei dat piloten graag racen, dan was dit voor Jacky Ickx zelfs niet 100% het geval. Hij was niet, wat je kunt noemen, bezeten door de autosport. Hij was gewoon ongelooflijk getalenteerd en is in de wereld van de automobielraces gerold zonder zelf ooit ergens gepostuleerd te hebben. Je mocht Ickx in gelijk welke wagen zetten, hij zou heel snel resultaten boeken. In de tijd dat Jacky reed, wisselden de piloten makkelijk de ene discipline voor de andere. Je kon ze bij manier van spreken het ene weekend in de cockpit van een F1 zien en de week erop achter het stuur van een endurance bolide in Le Mans.”

CMm: Is het dan niet spijtig dat op dat rijke palmares geen wereldtitel F1 prijkt?

Pierre Van Vliet: “Het was natuurlijk mooi geweest voor Jacky, maar het verandert helemaal niets aan het indrukwekkende parcours dat hij heeft afgelegd. In 1969 en 1970 was hij tweemaal vice-wereldkampioen. Vooral in 1970 was het een heel bijzonder kampioenschap. Jochen Rindt, die een paar races voor het einde omkwam in een crash, had met een schitterend functionerende wagen in het begin van het seizoen zoveel punten voorsprong genomen dat Jacky hem net niet meer kon inhalen. Hij is de enige postume wereldkampioen uit de geschiedenis. Al denk ik, maar dat is persoonlijk, dat Jacky daar bewust geen wereldkampioen wilde worden... De gentleman in hem? Ik weet het niet, maar als zijn mening gevraagd wordt zegt hij: “ Wereldkampioen worden door iemand te kloppen die er niet meer is, dat kan niet....”

Wat Jacky zo bijzonder maakt is dat de lijst overwinningen, ook buiten de Formule 1 (8 overwinningen), fenomenaal is. Al vernoem ik graag de onofficiële “Rindt Memorial” (1971), de “Race of the Champions” (1974). Ik zie 5 overwinningen in Formule 2, 6 overwinningen in de “24 uur van Le Mans”, tal van overwinningen in andere endurance races, zowel over 24 als over 12 uur. Parijs-Dakar 1983. Het is een hele lange lijst die de polyvalentie van de piloot Jacky Ickx perfect illustreert.

Vandaag is de automobielsport zo gespecialiseerd dat niemand nog tot zoiets in staat kan zijn. Geloof me, de meeste wereldkampioenen Formule 1 zouden graag hun titels inruilen voor het palmares van Jacky...”

CMm: Je zei daarnet dat je de F1 wagens van vandaag niet meer kan vergelijken met de bolides uit de tijd van Jacky. Wie zou zich het best kunnen aanpassen? Jacky in een hedendaagse wagen of een kampioen anno 2012 omgekeerd?

Pierre Van Vliet: Ik ben er van overtuigd dat de piloten uit beide generaties vrij snel met de wagen overweg zouden kunnen. En dat ze het leuk zouden vinden er in te rijden. Er zijn natuurlijk gigantische verschillen. In de tijd van Jacky werd er van de piloot vrij veel arm- en beenwerk vereist. Een piloot moest dus fysisch in orde zijn. Vandaag heeft de wetenschap een beetje overgenomen. Fysisch is het iets makkelijker. Piloten sturen enkel nog met de handen. Maar lichamelijk is het veeleisender geworden. De continue opeenvolging van krachtige acceleraties en abrupt afremmen voor elke bocht, is niet echt ideaal te noemen voor het menselijk lichaam. Weet je, de topsnelheid tussen beide wagens zal niet veel schelen. Toch rijdt een F1 wagen vandaag 30 seconden sneller per ronde dan in de tijd dat Jacky aan competitie deed. Jacky heeft die oefening ooit in omgekeerde richting geprobeerd. Hij reed met racewagens uit 1935. ‘Een bolide zonder remmen en op fietsbanden’, noemde hij het. Hij stak zijn bewondering voor de piloten van toen niet onder stoelen of banken. Hij vond ze moedig en heldhaftig.

Jacky blonk uit in alle disciplines. Hij was bovendien een seigneur, iemand die door zijn klasse en uitstraling door het publiek en collega’s op handen werd gedragen.

CMm: Welke overwinningen of koersfeiten zijn jou uit de carrière van Jacky bijgebleven?

Pierre Van Vliet: “Oh, dat is niet makkelijk.Spontaan denk ik aan de 1000 kilometer van Spa 1968. Het regent oude wijven en zoals je weet kon Jacky schitterend om met regen. Ze noemden hem de ‘Rainmaster’. Na een tour, jawel één enkele tour, heeft hij al een voorsprong van 38 seconden op de tweede! Vandaag is zoiets ondenkbaar.

Ik herinner me ook een heroisch gevecht tussen hem en Jacky Stewart, in 1969, GP F1 op de Nürburgring. Stewart had dat jaar duidelijk de betere wagen, maar toch wist Jacky hem daar magistraal te verslaan. Een prachtig stukje stuurkunst en behendigheid.

Ik herinner me zijn ongeval in 1970, GP van Spanje. Een vuurzee waar Jacky meer dan 30 seconden in gevangen zat. Verbrand aan handen en benen, maar gelukkig had hij de reflex het vizier van zijn helm niet te openen. De helm is een symbool van overleven geworden. In een wereld waar toen jammer genoeg bijna elke week iemand verongelukte in de autosport. Jacky is gespaard geweest van al te ernstige crashes. Wel verloor hij veel vrienden. De ‘Spaanse helm’ staat op de cover van het boek dat we nu hebben uitgebracht. Althans op de ‘nietcollector item’ versie.”

CMm: Hoe is het idee om een boek over Jacky te maken tot stand gekomen?

Pierre Van Vliet: “Tijdens zijn glorietijd waren er al een paar boeken over hem verschenen. Maar nooit had iemand achteraf retrospectief op die hele bijzondere carrière teruggekeken. Het idee om een passende hommage te maken aan Jacky Ickx spookte al lang door mijn hoofd. Ik had het er al meermaals met hem over gehad en telkens had hij de boot afgehouden.

‘Dat is het verleden’, zei hij me altijd. Jacky had geen nood aan al die aandacht. Het hoofdstuk van het racen was voor hem afgesloten en hij stond dus niet te wachten dat iemand daar nu een boek zou over maken.

Jacky is met zijn vrouw Khadja Nin regelmatig in Afrika. Hij voelt zich daar thuis, woont daar een deel van het jaar en maakt voor het plezier tochtjes in zijn geliefde woestijn. Hij ondersteunt er ook een paar lokale humanitaire projecten, in alle anonimiteit. Jacky kickt niet meer op aandacht. Afrika heeft dat ego, zo nodig in de autosport als je een kampioen wilt worden, afgebot. Jacky is rustiger, hij heeft afstand genomen en is meer filisofisch geworden.

Op een dag komt hij bij mij aankloppen. Hij had net het boek gekregen van zijn goede en trouwe vriend Eddy Merckx, bij de uitgeverij Kannibaal uitgebracht. ‘Als je een boek wilt maken over mij, ok, maar dan moet het van dit niveau zijn’, zei hij vol enthousiasme. Ik nam contact op met de uitgeverij, die ik niet kende, we gingen aan de tafel zitten en vrij snel begonnen we aan de uitvoering van “Jacky’s” boek.”

Tijdens het bekijken van die vele foto’s uit het leven van Jacky hebben we veel gelachen. Maar er waren ook ontroerende momenten. Dergelijke oefening moet je zien als een reflectie op een heel leven, sportief zowel als persoonlijk. Het brengt herinneringen naar boven en maakt tal van emoties in je los. Vreugde en verdriet zijn dan nooit ver van elkaar.

CMm: Was het moeilijk om dit boek te maken?

Pierre Van Vliet: “Ik heb de carrière van Jacky vanop de eerste rij gevolgd. Ik beschikte dus over veel informatie die mooi in het boek kon ingepland worden. Maar uiteraard was er daarnaast nog veel opzoekwerk te verrichten. Gelukkig had ik toegang tot tal van archieven. Bij al die research sta je versteld van sommige zaken die je vergeten bent. Meestal gaat het over details, maar soms zeg je toch van: ‘Ja, juist, dat is toen gebeurd, zo is het precies gegaan’.

Een boek geeft ook de gelegenheid om aan de lezer belangrijke details in herinnering te brengen. Zoals die memorabele overwinning in Le Mans in 1969. Veel mensen herinneren zich de overwinning van Ickx misschien maar niet meer het feit dat hij toen ook nog een ander stukje automobielgeschiedenis heeft geschreven. Jacky was een enorme voorstander van veiligheidsprocedures. Hij had al genoeg vrienden verloren om te weten dat deze voorschriften niet overbodig waren, zeker niet in een sport die zowieso al gevaarlijk was. In Le Mans was de startprocedure zo dat de piloten naar hun wagen moesten lopen, dat ze zo vlug mogelijk moesten starten om er dan als een hazewind vandoor te scheuren. Het gebeurde veelal dat ze, om geen tijd te verliezen, nalieten hun gordels aan te gespen. Jacky vond dat dit niet kon en verzette zich tegen deze startprocedure, die volgens hem alleen maar diende om het spektakel op te voeren, maar die in se vrij nutteloos was. ‘Lopen helpt niet en heeft geen enkele invloed op het eindresultaat’, zei hij. Maar hij kreeg geen gehoor. Dus bij de start schrok iedereen zich een hoedje, toen Jacky als enige piloot doodkalm naar zijn wagen wandelde, alle tijd nam om zijn gordel vast te maken en als allerlaatste vertrok. Om 24 uur later als overwinnaar over de eindstreep te komen. Nu moet u weten dat in het eerste uur een piloot omkwam bij een crash omdat hij... zijn gordel niet aanhad... Het jaar erop werd het lopen bij de start in Le Mans afgeschaft!”

Ik herinner me zijn ongeval in 1970, GP van Spanje. Een vuurzee waar Jacky meer dan 30 seconden in gevangen zat. Verbrand aan handen en benen, maar gelukkig had hij de reflex het vizier van zijn helm niet te openen. De helm is een symbool van overleven geworden.

CMm: Ik mag er niet aan denken dat jullie een selectie hebben moeten maken tussen al die foto’s die zo’n rijke carrière in beeld hebben gebracht.

Pierre Van Vliet: “Er staan 150 foto’s in het boek. Met Stephan Vanfleteren zijn we initieel vertrokken van maar liefst 6000 beelden. Wij hebben de selectie gemaakt, maar Jacky was degene die de eindbeslissing nam. Tijdens het bekijken van die vele foto’s uit het leven van Jacky hebben we veel gelachen. Maar er waren ook ontroerende momenten. Dergelijke oefening moet je zien als een reflectie op een heel leven, sportief zowel als persoonlijk. Het brengt herinneringen naar boven en maakt tal van emoties in je los. Vreugde en verdriet zijn dan nooit ver van elkaar. Je ziet als het ware in een spiegel al de races die je hebt gelopen, ervaart de vreugde van een overwinning, de deceptie bij verlies. Je herinnert je hoe het voelt in het holst van de nacht aan een moordend tempo door de bochten van Le Mans te vliegen. Hoe de pijn steekt als je wederom een vriend verliest. Je proeft het zout op je lippen in de woestijn, de regen die tegen je helm kletst wanneer je toont hoe superieur je bent op een nat wegdek... Ik denk dat Jacky duizenden emoties heeft voelen opborrelen.”

CMm: Er bestaan twee versies van het boek. Pierre Van Vliet: “Er is inderdaad het kunstboek, een ‘collectors item’ op duizend exemplaren. Het is voor 995 euro, uiteraard niet goedkoop, enkel te verkrijgen via bestelling op www.jackyickxbook.com. Het is een sublieme, fantastische realisatie. Het formaat, de box, het papier, de manier waarop dit boek is geconcipieerd, getuigt van een uitzonderlijk vakmanschap. Zoals ook bij Eddy Merckx is gebeurd, hebben we onderaan in de box flesjes, opgevuld met bijzondere aan Jacky gerelateerde items, toegevoegd. Er is een stukje trottoir uit Monaco, zand uit ‘zijn’ woestijn, maar ook de schors van een boom in La Rochelle, waar Jacky tijdens zijn allereerste race onzacht mee in contact kwam...

En dan is er natuurlijk ook de gewone versie van het boek. Met dezelfde 24 hoofdstukken in verwerkt. Het kleine formaat verschilt inhoudelijk quasi niet van de luxe-uitvoering. 24 hoofdstukken. Verwijzend naar zijn geliefde 24 uur. 24 hoogtepunten vooral van een heel groot kampioen.”

CMm: Hoe vind jij dat de piloot Jacky Ickx moet herinnerd worden?

Pierre Van Vliet: “Hij moet herinnerd worden als iemand voor wie de tweede plaats niet telde. Maar die bij verlies geen excuses zocht en zich altijd als een fair kampioen opstelde. Hij was een piloot die op magistrale manier, intuitief zijn carrière heeft gepland. Jacky wist als geen ander wanneer het vuur was uitgedoofd en hij afscheid moest nemen. Als hij in de F1 aanvoelde dat hij niet meer bij machte was voor dat laatste tiende van een seconde te gaan, dan was hij heel eerlijk met zichzelf. Hij trok zijn conclusie en concentreerde zich op een nieuw doel. In endurance, woestijnraces,... Altijd met het objectief voor ogen nummer 1 te zijn. En het succes, ja, dat volgde hem in zijn spoor. Met Porsche een decennium lang, later ook met Peugeot... Als hij ook daar besefte niet meer met de besten te kunnen wedijveren, had hij er geen moeite mee om afstand te nemen. Jacky is nooit iemand geweest die zich wanhopig vastklampte aan zijn staus, zijn carrière. Ik zou graag als afsluiter ook de mens Jacky Ickx willen omschrijven. Velen zagen in hem, toen hij nog racete, een verwend, hautain persoon, niet toegankelijk voor de medemens. Dit heeft mij altijd gestoord, omdat het totaal niet klopte met het echte beeld, dat van de vriendelijke man die Jacky altijd is geweest. Ik heb hem meegemaakt in de bivaks van ParijsDakar, toen ook bij hem het zand hem in de ogen stond en hij hetzelfde in zijn gamel kreeg als zijn lotgenoten in koers. Jacky is een heel fijn man, een monument uit onze nationale en internationale sportgeschiedenis. Een man die absoluut zo’n prachtige hommage, zo een mooi boek verdient...”  www.jackyickxbook.com

This article is from: