5 minute read

Geerdt Magiels

De parkeermeter in de straat heeft er geen zin in vandaag. Mijn kaart kan niet gelezen worden. Ik bel bij mijn gastheer aan en ben meteen verplicht hem enkele geldmuntjes lichter te maken. Even later zit ik in de bibliotheek in het huis ik rustig de tijd om de rekken, uitpuilend van de boeken, te overschouwen. Ik zie veel boeken over bomen en planten, ook, een mooie collectie over Japan, boeken over China en India. Uit deze rekken kun je opmaken dat Geerdt een man met een breed interesseveld moet zijn. Daar gaat de deur binnen.

CMm: Mag ik stellen dat ik uit de inhoud van je boekenkast moeilijk kan bepalen waar je precies mee bezig bent? Geerdt Magiels: “Dat is inderdaad ook niet zo eenvoudig. Ik en maakte een doctoraat over de geschiedenis van de ontdekking van de fotosynthese. Verder schrijf ik boeken en artikels over een brede waaier van onderwerpen, veelal met een wetenschappelijke inslag.

Advertisement

Ook het onderwerp van de recyclage, onderwerp van mijn laatste boek, komt niet uit de lucht gevallen. Toen ik in de jaren ‘70 biologie ging studeren, was dit een bewuste keuze. We hadden, als aspirant biologen, immers zo het gevoel dat ze ons later zouden nodig hebben. Het probleem van de milieuvervuiling begon immers zichtbaar te worden en de biologen zouden kunnen helpen voor een oplossing te zorgen. Toen al schreef ik stukken over hoe spaarzaam we moesten zijn met drinkbaar water en dat energie in de nabije toekomst een probleem zou kunnen worden...”

CMm: Je boek ‘Recycle! Als Afval Grondstof wordt’ heb je - menwerking tot stand gekomen?

Geerdt Magiels: “Het was een samenloop van omstandigheden. De directie van het bedrijf wilde graag, naar aanleiding van hun 75ste verjaardag, een boek uitbrengen, en via Uitgeverij Lannoo kwamen ze bij mij terecht. Toen ik met de directie van Galloo samenzat, maakten ze mij meteen duidelijk dat ze geen boek over hun bedrijf wilden, maar dat ze een boek over recyclage, duurzaam ondernemen en de kringloopeconomie van de toekomst voor ogen hadden.”

CMm: Je hebt waarschijnlijk lang aan het boek gewerkt?

Geerdt Magiels: “Ik heb me twee maanden intensief over het onderwerp gebogen. Ik had het voordeel dat het onderwerp mij niet vreemd was. Ongeveer tien jaar geleden interviewde ik Michael Braungart die, samen met William McDonough, auteur is van het baanbrekend werk ‘Cradle to Cradle, Remaking the Way We Make Things’. Braungart is iemand die vanuit een technische achtergrond gezocht heeft hoe kringlopen te sluiten. Hoe we afval als grondstof konden herwerken. Hij besefte dat, als we iets wilden veranderen, we moesten zoeken naar andere ontwikkelings- en productieprocessen. Met dat interview kwam Braungart ook in België in de belangstelling en het resultaat was dat hij in het Vlaamse Parlement een forum kreeg. Sindsdien is het concept van ‘cradle-to-cradle’, de ‘wiegtot-wieg’-gedachte, niet meer weg te denken.”

CMm: Bedoel je hiermee dat Braungart de grondlegger is van de hele kringloopgedachte?

Geerdt Magiels: “Hij is heel belangrijk in de hedendaagse ontwikkeling, maar de grondgedachte dateert, verrassend genoeg, van veel vroeger. Mijn doctoraatsthesis beschrijft hoe de ontdekker van de fotosynthese al beschreef hoe de natuur uit één grote kringloop bestaat. In 1779 toonde Jan IngenHousz, een arts uit Breda, via briljante, maar eenvoudige experimenten aan hoe de groene delen van planten een uniek chemisch proces beheersen. Aangedreven door zonne-energie, nemen ze koolstofdioxide (CO2) uit de lucht en water uit de bodem op en produceren daarmee uit koolstof (C) lange moleculaire koolstofketens (suikers). Zo bouwen ze de vezels en de cellen van hun stengels, bloemen en zaden. Als afvalstof van dat fotosyntheseproces produceren ze zuurstof (O2), die ze uitwasemen. Die zuurstof wordt op zijn beurt door mensen en dieren ingeademd. Wat hen in staat stelt te lopen, te denken, te eten, te leven. IngenHousz formuleerde het inzicht dat alles samenhangt, levende en dode wezens, begin en einde, de mens is maar een onderdeel van een veel groter deel. Met de zon als motor van dit hele circulaire systeem.”

95% van een in België regulier afgedankte auto wordt vandaag gerecycleerd. Een blikje dat we in de correcte vuilnisbak gooien staat 100% gerecycleerd twee maanden later weer in de rekken.

CMm: Dat is natuurlijk allemaal heel mooi, zolang het systeem genoeg tijd krijgt om voorraden aan te leggen. En als we meer verbruiken dan we kunnen genereren?

Geerdt Magiels: “Een fundamenteel probleem is dat we massaal gebruik zijn gaan maken van ‘fossiele zonne-energie’, fotosynthetische energie van miljoenen jaren geleden opgeslagen onder de vorm steenkool of aardolie. Zij dreven de motor aan van de enorme economische en bevolkingsgroei van de laatste eeuw. De aarde is echter maar zo groot als ze is en deze brandstofvoorraden, net als die van een aantal grondstoffen zijn dus eindig. Vroeg of laat zijn ze op en wordt hergebruik dus onvermijdelijk. Er zijn gelukkig ook hernieuwbare natuurlijke grondstoffen, zoals hout. De duurzaamheid wordt hier bepaald door de manier waarop we er mee omspringen. Doen we aan ‘wildkap’ zonder te herplanten of de bomen de kans te geven te groeien, dan eindig je met een kale vlakte. Het is een probleem dat al zo oud is als de mensheid. De Grieken en de Romeinen kapten, om hun enorme vloten te kunnen bouwen, zowat alle bossen. De Spanjaarden deden later hetzelfde en zo komt het dat het hele Middellandse zeegebied vandaag grotendeels ontbost is. Ook Engeland verloor om die reden heel wat van haar bossen. Mijn zoektocht naar het begrip duurzaamheid bracht mij weer naar de 18de eeuw. Hans Von Carlovitz keek met een kritische maar economische blik naar de werking van de zilvermijnen in het Duitse Ertsgebergte. Hij benadrukte dat de zilverontginning enkel kon volgehouden worden als men voor de enorme hoeveelheid hout, de energiebron nodig voor de zilverproductie, afdoende bomen zou blijven aanplanten. Zijn redenering was heel eenvoudig: ‘Geen bomen, geen zilver’. En het idee om de bomen dan maar ergens anders te gaan halen, was geen optie, maar gewoon een verleggen van het probleem. Duurzaamheid is niet het afwentelen van het probleem op andere streken of toekomstige generaties.”

CMm: De tabel in je boek laat anders niet veel aan de verbeelding over. Zelfs ik zal het misschien nog meemaken dat sommige producten, zoals lood en gas zullen uitgeput raken. In hoeverre zijn we bewust van de urgentie dat we aan alternatieven moeten denken?

Geerdt Magiels: “Iedereen weet dat de voorraden op een dag zullen uitgeput geraken. Je kan niet meer uit de aarde halen dan er in zit. Wanneer dit einde nu precies zal komen, dat is gissen. In die zin mag je de cijfers uit het boek als een simulatie beschouwen, maar wel een doordachte. Dus moet er gezocht worden naar alternatieven. Dat is altijd zo geweest. Het Stenen Tijdperk is niet ten einde gekomen omdat er geen stenen meer waren, maar omdat er wat beters was dan stenen. De mens is een inventief wezen. Ook de technologieën gaan er dagelijks op vooruit. Dit geeft een zekere rekbaarheid aan het begrip ‘uitputting’ van grondstoffen zoals aardolie of gas. Tegelijk biedt de vooruitgang ook ruimte om nieuwe mogelijkheden te onderzoeken. Daar waar het vroeger misschien ondenkbaar was bepaalde grondstoffen waardig te vervangen, is dat vandaag in steeds meer gevallen heus wel realistisch. Dat is zeer goed nieuws, want de nieuwe grondstoffen zijn steeds meer zelf gerecycleerd en verlagen meteen ook onze afvalberg.”

CMm: Kan je daar voorbeelden van geven?

Geerdt Magiels: “Vervangers voor aardolie zijn er vandaag al velerlei. Wel is er een probleem dat geen van de alternatieven past in een eeuwigdurende sluitende kringloop. Zonnepanelen, wagens op elektriciteit of waterstof, kernenergie, geen van deze opties is een ideaal scenario. Maar er wordt hard gewerkt aan betere oplossingen. Ondertussen kan niemand ontkennen dat de situatie sinds de jaren ‘70 langzaam verbetert. Een deel van de inhoud van onze brandstoftank bestaat vandaag al uit biobrandstoffen. Jarenlang hebben we gehoord hoe de ozonlaag door schadelijke gassen werd aangetast. Ook daar zijn we de laatste decennia aan een omkeerscenario begonnen. De koelgassen van airco-systemen en koelkasten worden vandaag gerecycleerd en komen niet meer in de atmosfeer terecht. Het gaat de laatste jaren beter met de ozonlaag. Ook in de recyclage zijn er mooie voorbeelden. 95% van een in België regulier afgedankte auto wordt vandaag gerecycleerd. Een blikje dat we in de correcte vuilnisbak gooien staat 100% gerecycleerd twee maanden later weer in de rekken. We moeten ook niet

This article is from: