KIND, magazine over kinderrechten

Page 1

MABEL VAN ORANJE

‘ Als je jezelf geen optimistische doelen stelt, gaat het niet lukken’

JAAR KINDERRECHTEN

WETENSCHAP

oe je jeugd sporen H achterlaat in je brein THERAPIE NA ROBERT M

‘We hebben ons kind weer terug’

HET RECHT OM KIND TE ZIJN (is ook in Nederland niet altijd vanzelfsprekend)


INHOUD

08

10

54

14

38

4

beeldreportage Kinderrechten in beeld Drie kinderen in Nederland met hun recht op onderwijs, gezondheid en toegang tot informatie.

10

feiten het Kinderrechtenverdrag Wat staat er eigenlijk in?

14

interview mabel van oranje Over haar werk, over kinderrechten en over Friso. ‘Als kind wilde ik missionaris worden.’

20

teKening de KinderKamer van jaYden (7) Jan Rothuizen tekent het huis waar Jayden opgroeit. Een onder toezicht gesteld gezin waar weleens een wapens en drugs rondslingerden.

22

mijn jeugd #1 ahmed marcouch De politicus die officieel de leeftijd van zijn overleden broer had, waardoor hij zich altijd te oud moest gedragen.

02

24

interviewserie Zeven verhalen waarin Kinderrechten heel dichtbij Komen Igor zat in de gevangenis 26 Natasja volgt haar kinderen met gps 28 Karin & Rene ontfermden zich over een wees 30 Sameer vluchtte met zijn gezin uit Syrië 32 Femke werd op haar twaalfde verkracht 36 Marco & Ad adopteerden Bo 38 Karin was bang haar kinderen iets aan te doen 40

42

achtergrond iK help je wel Ken je een kind dat wat extra steun kan gebruiken? Doe het!

32 36

44

mijn jeugd #2 franca treur De schrijfster die niet zelf mocht kiezen of ze zich wel of niet wilde houden aan de strenge gereformeerde gewoontes van haar ouders.

46

wetenschap stress in de hersenen Verwaarlozing of mishandeling laten sporen achter in de hersenen, herstel is moeilijk maar mogelijk.

HOERA! Het VN-Kinderrechtenverdrag bestaat 25 jaar. Om dit te vieren vindt er van 17 tot en met 21 november een speciale Kinderrechtenweek plaats, georganiseerd door UNICEF Nederland, de Universiteit Leiden en de gemeente Leiden samen met het Kinderrechtencollectief. Aan de hand van lezingen, congressen en tentoonstellingen wordt stilgestaan bij wat er in 25 jaar is bereikt, maar vooral ook bij wat er nog moet gebeuren zodat alle kinderen krijgen waar ze recht op hebben. Een overzicht van alle activiteiten is te vinden op www.kinderrechtenweek.nl


VOORWOORD

art. 6

Recht op leven en ontwikkeling Ieder kind heeft het recht op leven. De overheid waarborgt zoveel mogelijk het overleven en de ontwikkeling van het kind.

62

50

reportage de vechtscheiding Kinderen over de moeilijke scheiding van hun ouders.

54

mijn jeugd #3 john van lottum De tennisser die als kind van zijn vader zo hard moest oefenen dat hij een deel van zijn jeugd heeft overgeslagen.

56

reconstructie na robert m. Ouders van een door Robert M. misbruikte peuter vertellen over de therapie van hun kind.

fotgr afie cover daphne van der voorde

62

interview ‘armoede is meer dan honger’ Hoe is het echt om op te groeien in armoede? Marbi Frans-Piar vertelt over haar jeugd op Bonaire.

66

colofon AFZENDER Dit is een uitgave van Augeo en valt niet onder de reactionele verantwoordelijkheid van de Volkskrant.

W

EI EISEN IJS”, schreef Floddertje van Annie M.G. Schmidt op de kaalgeknipte achterhoofden van haar vriendjes. Nederlandse kinderen zijn zo ongeveer de gelukkigste kinderen van deze aardbol, dus bij kinderrechten denken we al snel dat het gaat om verwende prinsjes die ijsjes eisen. Met dit KIND magazine wil Augeo Foundation u laten zien dat het Kinderrechtenverdrag, dat deze week 25 jaar bestaat, méér om het lijf heeft. De ontplooiingsmogelijkheden van Nederlandse kinderen zijn inderdaad ongekend. Toch worden deze ontwikkelingskansen bij honderdduizenden Nederlandse kinderen beknot. Omdat zij opgroeien in stressvolle omstandigheden als armoede, illegaliteit, verwaarlozing, (v)echtscheiding of mishandeling. Een uitdaging voor hun veerkracht, want kinderen zijn uiteindelijk allemaal gemaakt van ‘kwetsbaar spul’: een lijf, een brein en een persoonlijkheid volop in ontwikkeling. IEDEREEN Het Kinderrechtenverdrag speelt een cruciale rol in de bescherming van deze extra kwetsbare kinderen. KENT WEL Het legt de lat hoog, bijvoorbeeld door te stellen dat EEN KIND IN iedere vorm van geweld tegen kinderen onacceptabel DE KNEL is en voorkomen moet worden. En het formuleert verantwoordelijkheden, rechten en plichten voor aller­lei kinderrechtenissues die u in dit blad zult tegenkomen. Al met al een enorme stapel papier. Papier dat alleen maar werkelijkheid wordt met de inzet van mensen. Want iedereen kent wel een kind in de knel. Voor deze kinderen is een ander mens vaak de sleutel tot een mooier leven. Tijdens het maken van het blad viel ons dat steeds weer op: bijna alle geïnterviewden noemden spontaan die ene buurman, tante, leraar of sporttrainer die voor hen het verschil heeft gemaakt. Die mensen zullen vast weleens dat ijsje waar Floddertje zin in had, hebben gegeven. Maar veel vaker nog gaven zij een kind het gevoel dat het altijd bij hen kon aankloppen. Als Augeo zetten we ons voor deze mensen in: professionals en burgers die het verschil willen maken in het leven van kinderen. We zijn uiteindelijk allemaal ter wereld gekomen als kinderen die liefde willen, maar dat moeilijk kunnen opeisen, zelfs niet met een 25jarig Kinderrechtenverdrag in de hand. 

Mariëlle Dekker, hoofdredacteur Directeur Augeo Meer over Augeo vindt u op pagina 35

03


BEELDREPORTAGE

van de Nederlandse kinderen is ingeënt. In sommige gemeentes is dat percentage veel lager, met als dieptepunt Neder-Betuwe: slechts 40% van de kinderen is daar ingeënt. Tijdens de mazelenepidemie van 2013 overleed één minderjarige van zeventien aan mazelen. bron rijksvaccinatieprogramma fotografie marieke van der velden

04


art. 24

Gezondheidszorg Ieder kind heeft recht op de best mogelijke gezondheidszorg足. De overheid waarborgt dat geen enkel kind de toegang tot deze voorzieningen wordt onthouden.

05


art. 17

Recht op informatie Ieder kind heeft recht op toegang tot informatie en materialen van verschillende bronnen en in het bijzonder op informatie en materialen die zijn of haar welzijn en gezondheid bevorderen.

06


BEELDREPORTAGE

kinderen in Nederland heeft als gevolg van armoede onvoldoende toegang tot een computer om huiswerk te kunnen maken. Dit geldt ook voor circa 5000 kinderen in asielzoekerscentra. bron unicef, verwey -jonker instituut fotografie marieke van der velden

07


art. 28 Onderwijs

Ieder kind heeft recht op onderwijs. De overheid zorgt ervoor dat het onderwijs toegankelijk is voor ieder kind, in overeenstemming met zijn of haar leerniveau.

08


BEELDREPORTAGE

593

kinderen met Down maken naar schatting op 13-jarige leeftijd nog gebruik van regulier onderwijs, terwijl 2590 van die kinderen op een gewone school is begonnen. Ouders van kinderen met Down geven aan dat deze leerlingen vaak het beste af zijn in regulier onderwijs. Met betere training in sociale vaardigheden zou het aantal afvallers omlaag kunnen, maar veel scholen hebben niet de middelen om dit te realiseren. bron tno fotografie marieke van der velden

09


art. 4

HET KINDERRECHTENVERDRAG

Realiseren van kinderrechten De overheid neemt maatregelen om de rechten van kinderen te realiseren en moet via samenwerking armere landen hierbij steunen.

ONDERWIJS Kinderen hebben het recht om te leren. Basisonderwijs moet volgens het Kinderrechtenverdrag gratis en voor iedereen beschikbaar zijn. In Nederland is ook het voortgezet onderwijs gratis.

ETEN EN GEZOND OPGROEIEN Kinderen hebben het recht om op te groeien tot gezonde volwassenen. Voldoende en gezond eten hoort daarbij.

GELIJKE BEHANDELING Alle kinderen hebben dezelfde rechten. Jongen of meisje, gelovig of juist niet, met of zonder een verblijfsvergunning: discriminatie is verboden, elk kind heeft recht op alle rechten uit het Kinderrechtenverdrag.

EEN EIGEN MENING Kinderen hebben het recht om te zeggen wat ze ergens van vinden. En er moet naar hun mening worden geluisterd. Door een rechter die beslist waar het kind na de scheiding gaat wonen, door de wetgever die een nieuwe wet maakt over jongeren, maar ook door ouders bij de opvoeding. Hoe ouder kinderen worden, hoe meer hun mening meetelt.

GEHANDICAPTEN Kinderen met een beperking hebben het recht op speciale hulp, zodat ze zo volledig mogelijk kunnen meedoen in de samenleving. Dit gaat bijvoorbeeld over bijdragen voor therapie of voor een huis zonder drempels, en om een goed toegankelijke school.

10

GEZONDHEID Kinderen hebben het recht op een dokter als ze ziek zijn, een ziekenhuis in de buurt en goede voorlichting door de overheid over gezond blijven. Dit recht geldt voor iedereen, ook voor kinderen zonder papieren.

MISHANDELING Niemand mag een kind mishandelen, ongeacht of dat geestelijk of lichamelijk is. Al het mogelijke moet gedaan worden om kindermishandeling te voorkomen. Als het een kind toch overkomt, heeft het recht op goede hulp. Een corrigerende tik is in Nederland verboden, hoe hard of zacht ook.


SPORTEN EN SPELEN Ieder kind heeft het recht om te spelen, te sporten, op culturele en artistieke activiteiten, en op vrije tijd en rust.

NAAM EN NATIONALITEIT Kinderen hebben het recht om een naam te hebben en tot een land te behoren. Die naam krijgt een kind vanaf de geboorte, de nationaliteit hangt af van de ouders.

Kinder rechten verdrag Deze maand bestaat Het Verdrag voor de Rechten van het Kind 25 jaar. Een verdrag met 54 artikelen. Maar wat staat er eigenlijk in? Een overzicht van de thema’s in het verdrag en de wereldwijde rechten van kinderen.

VLUCHTELINGEN Alle kinderen hebben dezelfde rechten, maar vluchtelingenkinderen hebben recht op extra bescherming. Vluchten uit een ander land maakt je kwetsbaar, de onzekerheid over de toekomst verergert dat vaak nog eens.

illustraties ted struwer

LIEFDE EN ZORG Kinderen hebben het recht op ouders die goed voor hen zorgen en ze liefde en aandacht geven. Als ouders dat niet doen of niet goed kunnen, moeten kinderen beschermd worden. Bijvoorbeeld door een gezinsvoogd die een extra oogje in het zeil houdt, of, als het echt niet anders gaat, door plaatsing in een pleeggezin.

11


(Advertentie)

ZOVEEL BEGINT BIJ EEN KIND ALS HET TENMINSTE KIND KAN ZIJN

Wat zal hij later worden? Wie zal hij later zijn? Krijgt hij de aandacht die hij nodig heeft? Wordt hij beschermd als hem onrecht wordt aangedaan? In het Kinderrechtenverdrag staat dat álle kinderen rechten hebben. UNICEF zet zich voor hen in. We willen élk kind de kans geven om kind te zijn, om te overleven en zich te ontwikkelen. Ook Troy in Nederland.

HOEVEEL BEGINT BIJ U? KIJK OP UNICEF.NL WAT U KUNT DOEN

Advertentie.indd 1

21-10-14 11:26


HET KINDERRECHTENVERDRAG

Kinderrechten in Nederland

2011 Sinds

Het begon allemaal met de Universele

verklaring van de rechten van de mens, die in 1948 door de Verenigde Naties werd aan-

genomen. Na de Tweede Wereldoorlog wilde de VN de basisrechten van de mens in een

verdrag vastleggen. Vele jaren later kwam er een speciaal verdrag voor kinderen: het

VN-verdrag inzake de rechten van het kind.

JAAR BESTAAT HET KINDERRECHTENVERDRAG OP 20 NOVEMBER 2014.

heeft Nederland een kinderombudsman die controleert of de overheid het kinderrechtenverdrag naleeft.

Op 20 november 1989 is het Kinderrechtenverdrag aangenomen door de VN.

Nederland is sinds 1995 lid van het verdrag en moet sindsdien elke 5 jaar een rapportage

maken voor het VN-comité voor de rechten

van het kind. De laatste keer dat dit gebeurde was in september 2014.

In Genève stelde het Kinderrechtencollectief

waarin organisaties als UNICEF, Defence for Children, Augeo, Stichting Kinderpostzegels

en de Nationale Jeugdraad zitting hebben, dat Nederland op veel punten nog niet voldoet aan het VN-kinderrechtenverdrag. De

voorzitter van het collectief Aloys van Rest:

“Het Kinderrechtencollectief vraagt Neder-

land duidelijke verbeteringen door te voeren, onder meer in het armoedebeleid, de aanpak van kindermishandeling en in migratieprocedures.”

BRON: KINDERRECHTENCOLLECTIEF, TROUW

193

LANDEN ZIJN LID van het kinderrechtenverdrag. Daarmee is het het mensenrechtenverdrag waarvan de meeste landen lid zijn.

Alle 3.500.000 kinderen die in ons land verblijven vallen onder het verdrag, ook asielzoekerskinderen en de ongeveer

30.000 ongedocumenteerde kinderen die Nederland telt.

3

LANDEN HEBBEN HET VERDRAG NIET GERATIFICEERD: DE VERENIGDE STATEN, ZUID-SOEDAN EN SOMALIË.

13


INTERVIEW

‘Als je iets aan de wereld wilt veranderen moet je beginnen bij kinderen’

14


art. 1

Definitie van het kind Ieder mens jonger dan achttien jaar is een kind.

Kindhuwelijken zijn een enorm probleem, maar kregen tot voor kort bijna geen aandacht. Daarom richtte Mabel van Oranje Girls Not Brides op, een beweging tegen kindhuwelijken die nu haar eerste successen kan oogsten. “De verhalen van die meisjes gaan als een mes door je hart.” interview renate van der Zee , mariËlle dekker fotografie graham crouch , tom pietrasik

15


INTERVIEW

Het kantoor van Girls Not Brides is gevestigd in hartje Londen. In een kantoortuin zijn jonge medewerkers hard aan het werk, aan de muur hangen foto’s van werkbezoeken, in de hoek staat een stapel stoelen die vervangen moeten worden. Stipt op tijd loopt Mabel van Oranje het vergaderzaaltje binnen. Ze draagt een elegant jurkje, met ballerina’s eronder. Ze is goedlachs, ontspannen en heeft steeds haar cijfers paraat. Maar ze oogt vooral energiek wanneer ze praat over haar passie: de ambitie om kindhuwelijken in één generatie de wereld uit te helpen. Haar interesse in kindhuwelijken werd gewekt in 2010, toen ze directeur was van The Elders, een raad van voormalige wereldleiders opgericht door Nelson Mandela. The Elders zagen dat traditie en religie te vaak worden misbruikt om discriminatie van vrouwen te rechtvaardigen, met het uithuwelijken van miljoenen jonge meisjes als meest in het oog springende probleem. Kindhuwelijken zijn in principe altijd gedwongen huwelijken en een kinderrechtenschending. De lijst van landen waar kindhuwelijken op regelmatige basis plaatsvinden, is schrikbarend lang. Bovenaan staat Niger. Daar trouwen vier van de vijf meisjes ver voordat ze achttien zijn. Er zijn tientallen landen waar

16

meer dan een derde van de meisjes getrouwd is ruim voor hun achttiende. In India is het de helft van alle meisjes. In Bangladesh zelfs twee derde. Daarom besloten The Elders een samenwerkingsverband op te richten voor organisaties die met dit onderwerp bezig zijn. Na drie jaar heeft Girls Not Brides vierhonderd leden uit meer dan zestig landen. En er wordt resultaat geboekt, legt voorzitter Van Oranje uit. “Toen ik met Girls Not Brides begon, werden kindhuwelijken in rapporten van de Verenigde Naties alleen zijdelings genoemd. Nu worden er aparte rapporten over geschreven, is er heel veel pers over het onderwerp en komt er waarschijnlijk zelfs een VN-resolutie.” Waarom maakt u zich juist zo sterk voor kinderen? “Ik heb nooit gedacht: ik wil iets voor kinderen doen. Ik heb ook dingen gedaan die helemaal niets met kinderen te maken hebben. Ik word gedreven door mijn visie van een meer rechtvaardige en vreedzame wereld en geloof dat iedereen, en dus ook ik, daaraan kan bijdragen. Ik realiseer me dat als je iets in de wereld wilt veranderen, je vaak moet beginnen bij kinderen. Ieder meisje dat niet gedwongen is te trouwen voor haar achttiende, zal ervoor zorgen dat het haar dochter ook niet overkomt. ” Wilde u als kind ook de wereld verbeteren? “Het heeft er altijd al ingezeten. Als kind wilde ik missionaris worden en mensen die het minder goed hadden een beter leven geven. Ik denk dat ik nu een soort eenentwintigste-eeuwse ‘missionaris’ ben geworden. Ik had ook al heel jong het idee dat je door samen te werken resultaten kunt bereiken die onmogelijk lijken. Toen ik tien was, bijvoorbeeld, organiseerde ik met een vriendinnetje straatfeesten, waar iedereen uit de buurt iets aan bijdroeg. Ik heb toen ontdekt hoeveel je gedaan kunt krijgen als je samenwerkt. Maar een straatfeest organiseren is natuurlijk iets heel anders dan een wereldprobleem als kindhuwelijken aanpakken.” U hebt met veel meisjes gesproken die gedwongen werden te trouwen toen ze nog kind waren. Wat vertelden ze u? “Hun verhalen gaan als een mes door je hart. In Zambia ontmoette ik een meisje genaamd Chichi, dat uit een arme familie kwam en op haar vijftiende werd gedwongen te trouwen. Dat betekende dat ze van school moest en dat ze op heel jonge leeftijd een kind kreeg. Ze vertelde me hoe ze emotioneel,

30%

VAN DE VROUWEN WERELDWIJD IS VOOR HAAR ACHTTIENDE GETROUWD. BRON: ICRW

seksueel en fysiek mishandeld werd door haar man. In Ethiopië vroeg ik aan een meisje hoe haar huwelijksdag was geweest. Haar gezicht betrok. Ze zei: ‘Dat was de dag dat ik niet meer naar school kon’. Op zo’n moment voel je haar pijn. Aan een ander Ethiopisch meisje vroeg ik op welke leeftijd ze was uitgehuwelijkt. Ze wist niet precies hoe oud ze was, want geboortes worden daar vaak niet geregistreerd, maar ze dacht dat ze tussen de vijf en zeven jaar oud was. Ik zag meteen mijn dochters voor me die toen in dezelfde leeftijdsgroep zaten en dacht: stel je voor dat die nu zouden moeten trouwen. Het is onvoorstelbaar.” Wat bezielt ouders om hun doch­ ters zo jong uit te huwelijken? “Het heeft te maken met armoede. Ouders denken: als we onze dochter van twaalf uithuwelijken, hebben we een mond minder te voeden. Het heeft ook te maken met zorgen over de veiligheid van de meisjes. Ouders denken: stel je voor dat ze verkracht wordt, dan kan ze nooit meer trouwen, dus we laten we haar maar snel uithuwelijken. Maar het heeft bovenal te maken met de ongelijkheid tussen vrouwen en mannen. Als ik op reis ben, hoor ik mensen zo vaak zeggen dat meisjes een last zijn waar je vanaf moet. In zoveel landen leeft het idee dat meisjes


Hij begreep hoe kindhuwelijken talloze ontwikkelingsproblemen veroorzaken, zoals ongeletterdheid, kindersterfte en armoede. Hij moedigde me aan om dit onderwerp groots aan te pakken en was er ontzettend trots op dat ik Girls Not Brides geïnitieerd had.”

minder waard zijn dan jongens en minder kunnen bijdragen.” Wat ziet u voor gevolgen? “Zo’n huwelijk is voor die meisjes het einde van elke kans op een welvarende toekomst. Ze worden van school gehaald, als ze al naar school mochten. Ze trouwen met mannen die ze niet zelf hebben gekozen en die vaak veel ouder zijn. Die mannen zijn vaak al seksueel actief geweest en kunnen die meisjes besmetten met hiv of andere seksueel overdraagbare ziektes. Ze worden vaak gedwongen op heel jonge leeftijd kinderen te krijgen en dan is de kans dat ze in het kraambed sterven vijf keer groter. De kinderen van deze pubers, want dat zijn deze moeders uiteindelijk, hebben vijftig procent meer kans het eerste levensjaar niet te overleven.” Wat wist u voor u met Girls Not Brides begon over kindhuwelijken? “Ik had geen idee van de omvang en impact

van kindhuwelijken. Ik schrok toen ik de cijfers zag: tien miljoen meisjes per jaar. We weten nu trouwens dat het er waarschijnlijk vijftien miljoen zijn. Dat betekent dat iedere twee seconden een meisje van onder de achttien wordt uitgehuwelijkt. Ik was enorm verbaasd toen ik dit ontdekte. We leven in de eenentwintigste eeuw, de eeuw van de informatietechnologie, hoe kan het dat bijna niemand het hier over heeft? We besloten toen: dit moet en kan beëindigd worden. Want het is een schending van kinderrechten. Ik heb er met Friso veel over gesproken.

‘STEL JE VOOR DAT MIJN DOCHTERS NU ZOUDEN MOETEN TROUWEN’

Waarom was er zo weinig aandacht voor? “Dat heeft te maken met het feit dat kindhuwelijken gedreven worden door een combinatie van complexe en gevoelige factoren zoals armoede, tradities en sociale normen, ongelijkheid tussen man en vrouw. Als westerlingen zich daartegen uitspreken worden ze gezien als mensen die hun neus in andermans zaken steken. Daarom was het zo goed dat The Elders dit thema omarmden: als aartsbisschop Desmond Tutu, Kofi Annan, en Graça Machel, de weduwe van Nelson Mandela, zich uitspreken over wat er in hun eigen maatschappij gebeurt, dan kun je zo’n onderwerp wél op de agenda krijgen.” Met haar gedrevenheid wist Mabel van Oranje in de afgelopen twintig jaar al meerdere grote wereldproblemen onder de aandacht te brengen en ertoe bij te dragen dat deze ook werden verbeterd. Terwijl ze nog studeerde richtte ze de European Action Council for Peace in the Balkans op. Ze is medeoprichter van de European Council on Foreign Relations en War Child Nederland. Ze werkte voor de Open Society Foundations van filantroop George Soros als directeur van het Brusselse kantoor en daarna als global advocacy director. Het Wereld Economisch Forum noemde haar als een van de Global Leaders for Tomorrow. Ze is actief in de strijd tegen hiv/aids en was betrokken bij de wereldwijde campagne die leidde tot de oprichting van het Internationale Strafhof. In juli 2008 werd ze de eerste directeur van The Elders, de raad van onafhankelijke wereldleiders opgericht door Nelson Mandela

17


INTERVIEW

ter bevordering van vrede, rechtvaardigheid en mensenrechten. Onder haar leiding ontwikkelde deze raad in 2010 een strategie om kindhuwelijken op de agenda te zetten en een eind te maken aan de praktijken. In 2012, na het ongeluk van haar man Friso, zag Van Oranje zich genoodzaakt haar baan bij The Elders op te zeggen. Ze is nog steeds als adviseur verbonden aan deze organisatie. Het grootste deel van haar werktijd besteedt ze nu aan Girls Not Brides. Bent u veel op reis? “Ik zou non-stop kunnen reizen, want er zijn zoveel landen waar meer zou moeten gebeuren. En er zijn lokale organisaties die enorm interessant en effectief werk doen en waarvan ik zoveel kan leren. Maar ik heb ook twee prachtige dochters met wie ik veel tijd wil doorbrengen.” Hoe kun je zo’n diep gewortelde traditie als kindhuwelijken bestrijden? “Dit is geen probleem waar je even een oplossing voor kunt kopen. Twee dingen zijn essentieel. Kindhuwelijken moeten hoger op de internationale agenda komen als een groot ontwikkelingsprobleem. En tegelijkertijd moet de verandering plaatsvinden in de lokale gemeenschappen zelf – in het leven van de meisjes en hun families. Een sociale norm verander je niet alleen met VN-resoluties of grote conferenties. Uit mijn eerdere werk heb ik geleerd dat als je dit soort grote veranderingen teweeg wilt brengen, je een beweging moet creëren, een coalitie van iedereen die wil bijdragen: daarom hebben we Girls Not Brides opgericht in de vorm van een partnerorganisatie. In drie jaar tijd doen er meer dan 400 organisaties uit 60 landen mee. Omdat we nu met zoveel zijn, worden we gehoord en kunnen we op de deur kloppen van regeringen. Met The Elders als ‘ijsbrekers’. Ook kunnen we van

18

elkaar leren wat er wel en wat er niet werkt.” Wat werkt er wel? “Ik heb allerlei kleinschalige projecten in dorpen gezien die werkelijk veranderingen bewerkstelligen. Projecten waarbij mensen die vertrouwen genieten gaan praten met dorpsleiders, religieuze leiders en leraren over de schadelijke gevolgen van kindhuwelijken. Ik vertelde eerder al over dat meisje in Zambia, Chichi, dat door haar man werd mishandeld. Op een gegeven moment kwam ze terecht bij een lokaal project voor meisjes, waar ze leerde over haar rechten en inzag dat het niet normaal was dat haar man haar mishandelde. Ze werd geholpen om wat geld te verdienen en ging daarmee terug naar school. Het project gaf haar de mentale kracht en de argumenten om tegen haar man op te staan. Ze is uiteindelijk van hem gescheiden, wat bijna nooit voorkomt, en heeft haar school afgemaakt. Door dat project is het meisje bevrijd uit een hel en maakt ze nu meer kans op een gelukkige toekomst.” En de regeringen waar u mee spreekt, luisteren die ook? “Gelukkig steeds vaker. De regering van

‘MEN ZEGT VAAK DAT MEISJES EEN LAST ZIJN WAAR JE VANAF MOET’

Zambia, bijvoorbeeld, is als een van de eerste overheden een nationale campagne begonnen om kindhuwelijken te stoppen. Toen ik eind deze zomer met Tutu in Zambia was, ontmoetten we een lokale chief die probeert te voorkomen dat meisjes in zijn gemeenschap jong trouwen. Als zo’n man zich daar sterk voor maakt, heeft dat heel veel invloed. Het verhaal van Chichi en van dit stamhoofd zijn voorbeelden van de vier interventies die uiteindelijk kindhuwelijken kunnen beëindigen. Empowering the girl, werken met de traditionele en religieuze leiders, betere voorzieningen in het onderwijs en de gezondheidszorg en zorgen dat wetten worden aangenomen en uitgevoerd. Als je dat allemaal doet, liefst gevat in een nationaal plan, dan heb je wel degelijk een kans dat dit de laatste generatie kinderen is die in Zambia wordt uithuwelijkt. ” U klinkt erg optimistisch. “Als je jezelf geen grote, optimistische doelen stelt, gaat het natuurlijk niet lukken. Laten we niet vergeten: het inbinden van meisjesvoeten in China was honderden jaren lang een gebruik en toch is het in twintig jaar verdwenen. Alleen omdat het op een goed moment niet meer acceptabel was. Ik geloof écht dat we kindhuwelijken kunnen beëindigen.” Op welk moment voelde u: nu zijn we écht iets aan het bereiken? “In september was ik gevraagd het allereerste officiële debat over kindhuwelijken van de Algemene Vergadering van de VN voor


te zitten. Voor we de discussie begonnen moest ik echt even een brok in mijn keel wegslikken. Ik dacht: wauw, dit is opeens mogelijk. Maar met al die aandacht begint het echte werk nu pas. We moeten zorgen dat dit vertaald wordt naar concrete resultaten. Ik hoop dat er over een jaar tien landen zijn die een vrij serieuze strategie hebben ontwikkeld om kindhuwelijken aan te pakken.” Mabel van Oranje is iemand die opveert als ze over concrete resultaten praat. Ze vertelt heel graag over kleine projecten die lokaal een enorme impact hebben. Dat is het terrein waar nu concrete veranderingen plaatsvinden, soms klein maar altijd interessant en hoopgevend. “Vlak voor Friso zijn ongeluk kreeg, was ik met The Elders in India. Een derde van alle kindhuwelijken in de wereld heeft daar plaats, dus het zou geweldig zijn als we daar iets zouden kunnen bereiken. In de staat Bihar kwam ik jongetjes tegen die met hulp van een plaatselijke organisatie handtekeningen van mannen verzamelden tegen kindhuwelijken. Dat

PER DAG TROUWEN ER ZO’N

41.000 MEISJES ONDER DE ACHTTIEN. BRON: UNICEF

‘HEEL LANGZAAMAAN MERK IK DAT DE DAGEN AFNEMEN WAARIN HET VERDRIET OVERWELDIGEND IS’ was uitgegroeid tot een enorme actie: ze hadden duizenden handtekeningen verzameld, keurig opgeschreven in boeken. En vervolgens waren ze uitgenodigd bij de gouverneur van Bihar. Je ziet hoe zo’n probleem gaat leven. Het heeft een enorme impact. Het is belangrijk om de meisjes in de regio ook de mogelijkheid en moed te geven om te zeggen: ja, inderdaad, ik wil niet uitgehuwelijkt worden.” Praat u weleens met uw dochters over deze zware onderwerpen? “Ja, ik praat er met hen over, want ze zijn geïnteresseerd in mijn werk. En ik vertel ze over wat ik meemaak op mijn reizen. Luana en Zaria zijn hier erg mee begaan. Ze vinden het een afschuwelijke gedachte dat er meisjes in de wereld zijn die niet naar school kunnen omdat ze met een oude meneer moeten trouwen en baby’s moeten krijgen. Luana heeft laatst zelfs haar zakgeld via de crowdfundingsite Catapult.org gedoneerd aan een tastbaar, klein project dat kindhuwelijken aanpakt. Dat raakt me.” Van Oranje geeft niet vaak interviews, maar de verjaardag van het Kinderrechtenverdrag op 20 november dit jaar was voor haar een goede aanleiding om te praten over haar visie van een wereld zonder kindhuwelijken. Het verdrag loopt al jaren als een rode draad door haar werk. “Het Kinderrechtenverdrag is op een heleboel manieren behulpzaam in onze strijd. Als activisten in een land proberen kindhuwelijken aan te pakken, hebben ze met het verdrag weer een extra middel om te beargumenteren: kindhuwelijken zijn niet goed, dit moeten we veranderen. Verdragen alleen kunnen geen veranderingen in het leven van mensen bewerkstellingen, maar het helpt wel om het probleem aan te pakken.” Welk artikel uit het verdrag spreekt u het meest aan? “Artikel 1. Omdat daarin heel duidelijk wordt gesteld wat een kind is. Een kind is iemand onder de achttien, klaar. Er zijn veel te veel landen die graag zelf willen definiëren wanneer een meisje oud genoeg is om te trouwen, maar het

verdrag is er stellig in. Hoe kan het nou dat meisjes in sommige landen wel mogen trouwen voor hun achttiende, maar pas mogen stemmen of autorijden als ze achttien zijn? Dan klopt er toch iets niet? Maar er zijn natuurlijk veel meer artikelen die helpen in mijn werk. Die over onderwijs, schadelijke praktijken en toegang tot gezondheidszorg raken allemaal aan het probleem van de kindhuwelijken.” Het is opvallend met hoeveel energie u over uw strijd tegen dit probleem praat. “Ik ben dankbaar dat ik, ondanks de enorme pijn en het verdriet waar ik doorheen ben gegaan en die ik nog steeds voel, toch de energie vind om me te blijven inzetten voor alles waar ik in geloof. Dat is mede dankzij de steun van vele dierbaren, vrienden en familieleden. En ik zie de resultaten die we boeken in de strijd tegen kindhuwelijken: dat geeft mij moed.” Hoe gaat het nu met u? “Heel langzaamaan merk ik dat de dagen afnemen waarin het verdriet overweldigend is. Er zijn weer kleine geluksmomenten. Dat maakt het voor mij mogelijk om weer meer te geven aan dit onderwerp dat zo belangrijk is. Ik geloof er echt in dat als we een eind kunnen maken aan kindhuwelijken, de mensheid beter opgeleid, gezonder, welvarender en gelijkwaardiger zal zijn.”  Volg Mabel van Oranje op twitter: @MabelvanOranje Wil je weten wat jij kan doen om het gevecht tegen kindhuwelijken te ondersteunen? Kijk dan op www.girlsnotbrides.org/take-action

19


art. 5

Rol van de ouders De ouders en voogden moeten het kind (bege)leiden in de uitoefening van zijn of haar rechten op een manier die past bij de leeftijd en ontwikkeling van het kind.

20


JAN ROTHUIZEN TEKENT EEN INTERIEUR

21


‘BIOLOGISCH WAS IK TIEN, MAAR IN MIJN PASPOORT STOND DAT IK DERTIEN WAS’ 22


art. 7

INTERVIEWSERIE #1

Naam en nationaliteit Ieder kind heeft bij de geboorte recht op een naam en een nationaliteit en om geregistreerd te worden.

AHMED MARCOUCH Tweede Kamerlid Ahmed Marcouch (45) werd in een Marokkaans bergdorp geboren op een dag dat de oogst net was mislukt. Zijn geboorte werd niet aan­ gemeld bij de burgerlijke stand. Hij kreeg de identiteit van zijn overleden broer. tekst deborah ligtenberg fotografie anne timmer

‘I

n mijn paspoort staat dat ik ben geboren op 2 mei geboren. Mijn vader wist het ook niet. Toen ik op de 1966. Dat klopt niet. Ik ben drie jaar jonger. Het is wereld kwam, hing er geen klok in ons armoedige huisde geboorte­datum van mijn oudere broer die vlak voor je. Mensen leefden niet met de tijd. Ze keken naar de mijn geboorte overleed. Hij was een heel mooi en bij- stand van de zon als ze wilden weten hoe laat het was. zonder jongetje. Mijn moeder was zó kapot van verdriet Aan de hand van die oogst die was mislukt en welke koe er was overleden, konden ze achterhalen om zijn dood, dat ik uit liefde voor hem naar hem ben vernoemd. We woonden in ‘IK KON NIET wanneer ik moest zijn geboren. Ongeveer. Beni Boughafer, een dorpje in het noorden BEWIJZEN van Marokko. Veel mensen konden niet leet doet wat met je als je identiteit niet DAT IK NIET zen en schrijven, laat staan dat er een loket compleet is. Ik moest op mijn tenen was voor de burgerlijke stand. Mijn ouders DERTIEN WAS’ lopen. Ik heb heel, heel hard gewerkt om hadden een Ahmed verloren en een zoon op school mee te komen met de rest. Het met dezelfde naam gekregen. Ik kreeg zijn identiteit, lukte, wat me trots maakte, maar het ging ten koste van net zo makkelijk. mijn kind-zijn. Buiten spelen, wat ik in Marokko volop deed, kon niet meer. Ik was te druk met serieuze zaken. ijn moeder overleed toen ik drie was. Mijn vader Als je een deel van je jeugd overslaat, ga je daar naar bleef achter met negen kinderen en hertrouwde leven. Ik was een jongen, maar gedroeg me als een met een vrouw met wie hij nog zes kinderen kreeg. Hij man. Op mijn vijftiende begon ik met rijlessen, op mijn vertrok naar Nederland om te gaan werken, mijn oudere zestiende had ik een eigen woning en een baan en ik broers volgden hem. Toen ik negen was, vertrok de trouwde te jong, wat later resulteerde in een scheiding. rest van het gezin naar Amsterdam, waar ik verder op- Mijn incomplete identiteit heeft me in mijn ontwikkegroeide. Hier werd mijn identiteit, die van een ander ling als kind geremd. Dat is niet goed, elk kind heeft was, ineens een item. Ik kwam hier terecht in de recht op zijn persoonlijke geschiedenis. brugklas. Biologisch was ik tien, maar in mijn vaders Mijn verhaal heeft me gemaakt tot wie ik nu ben: vastpaspoort stond dat ik dertien was. Het viel niet aan houdend, een vechter, kort door de bocht soms. Dat te tonen dat dat niet klopte. Er waren geen officië- is niet alleen maar negatief. Een harde jeugd maakt je le docu­menten waarop stond wanneer ik dan wél was sterker. Ik ben er een krachtig mens door geworden.' 

H

M

23


art. 2

Non-discriminatie Alle rechten gelden voor alle kinderen, ongeacht hun ras, geslacht, godsdienst, etnische of maatschappelijke afkomst, handicap of andere omstandigheden.

Het Kinderrechtenverdrag gaat over alles waar kinderen en jongeren mee te maken kunnen krijgen. Ook in Nederland. Zeven verhalen waarin het verdrag dichterbij komt dan je dacht. “Ieder kind heeft het recht om op te groeien in een liefdevol gezin. Dat wij daar een beetje aan kunnen bijdragen, maakt mij heel gelukkig.� interviews deborah ligentenberg fotografie inga powileit st yling & productie renske van der ploeg

24


INTERVIEWSERIE

‘ Dit is wat elk kind verdient' 25


INTERVIEWSERIE

IGOR

‘In de gevangenis heb je niks te willen’ Igor (18) werd op zijn vijftiende veroordeeld tot tachtig dagen in de jeugdgevangenis. “De leiding heeft weinig tijd voor je.” “Het was gewoon drama, mijn cel. Een stoel, een klein bureau, een plastic matras op het bed, een wc en een televisie aan de muur die om elf uur uit gaat. Verder niets. Toen voor het eerst de zware celdeur op slot werd gedraaid, voelde ik me helemaal kut. Ik was boos op de politie die me met drie auto’s was komen halen, op mijn moeder die steeds de politie waarschuwde als ze dacht dat ik wat had gedaan en boos op mezelf. Dat vooral. In een emotioneel moment had ik tijdens het verhoor op het politiebureau alles opgebiecht: de fietsen, scooters en auto’s die ik had gestolen en de woninginbraken. Ik had nooit moeten bekennen. Dat is namelijk vragen om straf. Vragen om tachtig dagen in de cel. Het begon toen ik klein was, dertien of zo. Thuis had ik niet zo veel. Toen ik vijf was verbrak mijn vader het contact met ons en met mijn stiefvader heb ik weinig. De enige bij wie ik me echt fijn voel is Hennie, onze buurvrouw van vroeger. Ze is al 77, maar we klikken gewoon. Bij haar mag ik zijn wie ik ben. Ik voelde me best alleen. Ik had echte vrienden die ik al heel lang ken en neppe. Dat waren jongens met wie ik rotzooi uithaalde. We keken welke schuurtjes open waren en namen wel eens

26

een leeg bierkratje mee. Had je mooi drie euro negentig aan statiegeld. Op een gegeven moment nam ik ook wel eens een fiets mee. Er zijn heel veel mensen die goedkope gestolen spullen willen kopen. Het ging gewoon allemaal veel te makkelijk.”

LEKKER GEVOEL “Ik sloop ’s nachts vaak uit huis. Hierdoor werd het drama met mijn moeder. Toen ik een jaar of veertien was, sloot ze me op een avond op in huis. Ik ben ontsnapt toen ik in de tuin een sigaretje ging roken. Die nacht ben ik een drempel overgegaan door voor het eerst een scooter te stelen. Overdag ging ik een beetje rondrijden op die scooter en ik merkte dat het me aanzien gaf. Dat mensen zeiden: wauw, wat een mooie scooter heeft die gast. Dat was een lekker gevoel. Toen ik vorig jaar april werd opgepakt be-

9380

MINDERJARIGEN ZIJN IN 2011 DOOR EEN JEUGDRECHTERBERECHT VOLGENS HET JEUGDSTRAFRECHT. BRON: KINDERRECHTENMONITOR 2013

sloot ik er maar het beste van te maken. Dat is het enige wat je kunt doen, toch? In het begin was dat moeilijk. Ik was de enige blanke in mijn groep in de gevangenis. Kuthollander, noemden ze me. Ze dreigden me in elkaar te slaan als ik mijn merkkleding niet gaf. Als ik naar de leiding ging, zouden ze me ook in elkaar trappen. Beide opties waren waardeloos.”

NIET DOEN, NIET DOEN “In de gevangenis heb je niks te willen. De leiding heeft weinig tijd voor je. Die zit de hele dag in hun kantoor verslagen te maken. En maar typen. Omdat je van andere jongens die vastzitten leert hoe je dingen moet doen, stelen en zo, word je er alleen maar erger van. Het is het slechtste wat je voor een kind kan doen. Ze hadden me beter helemaal in het begin kunnen oppakken, toen ik begon met die bierkratjes. Gewoon BATS! Toen was ik er misschien nog van geschrokken. Nu kon het me allemaal niet zoveel meer schelen. Eigenlijk was het al te laat. Ik ben nu een jaar vrij en probeer opnieuw te beginnen. Ik vind het heel moeilijk om op het goede pad te blijven. Ik leer voor metselaar en verdien 250 euro per maand. Vroeger maakte ik dat op een avond. Elke dag voer ik die strijd met mezelf: niet doen, niet doen. Ik wil gewoon graag een rustig leven en gelukkig worden. ” 

Om privacyredenen zijn de namen in dit verhaal verzonnen.


art. 40

Jeugdstrafrecht Een kind dat een strafbaar feit begaat, moet worden berecht volgens speciaal jeugdstrafrecht. Doel van het jeugdstrafrecht is een volledige herintegratie in de samenleving.

k leding hoody sprmrk t

‘IK VIND HET HEEL MOELIJK OM OP HET GOEDE PAD TE BLIJVEN’

27


art. 16 Privacy

Geen enkel kind mag worden onderworpen aan onrechtmatige inmenging in zijn privéleven, noch aan enige onrechtmatige aantasting van zijn eer en goede naam.

‘IK VIND DAT JE ALS OUDER PRECIES MAG WETEN WAT JE KIND UITSPOOKT’ 28


INTERVIEWSERIE

NATASJA GEYTEMAN-BOS

‘Door een app weet ik altijd waar ze zijn’

k leding nata s ja we

Natasja Geyteman-Bos (41) is zo bang dat haar kinderen wat overkomt, dat ze hen via een gps-horloge volgt. Hierdoor weet ze altijd waar ze zijn. “Als Noah twaalf is, kan dat niet meer. Dan zal ik zijn privacy moeten respecteren.” “Ik ben een overbezorgde moeder, maar ik kan niet anders. Zeven jaar geleden overleed ons dochtertje Jolie in mijn buik, vier dagen nadat ik was uitgerekend. In mijn verwerking ging ik wanhopig op zoek naar mijn oude ik, maar die was ver­dwenen. Gelukkig vond ik een nieuwe, die weer kan genieten. Die dolblij is met Noah en Isa, die godzijdank levend en gezond werden geboren. Bij mijn nieuwe ik hoort helaas veel angst. De kans is heel klein dat je kindje sterft en toch overkwam het mij. Wie zegt dat er niets met Noah en Isa gebeurt? Dat zij niet nèt dat ene kind zijn dat door een of andere gek uit de speeltuin wordt geplukt? Mijn man en ik vinden het allebei een veilig idee dat onze kinderen een kids­ watcher dragen, een horloge met gps. Via een app op mijn telefoon weet ik precies waar ze zich bevinden. Als ze buiten spelen, check ik af en toe of ze nog in de buurt zijn. Zij vinden dat fijn. Laatst wist

mijn zoon Noah de weg naar huis niet meer. Hij hoefde alleen maar op een knopje te drukken en ik kreeg een melding en kon hem opzoeken. Hij was erg opgelucht. Hij is nu vijf, een leeftijd waarvan ik vind dat je als ouder precies mag weten wat je kind uitspookt. Maar dat is mijn persoonlijke mening. Als hij twaalf is, vind ik dat niet meer gelden. Dan zal ik zijn privacy moeten respecteren. Ik hoop dat ik hem tegen die tijd beter kan loslaten.” 

9000

NEDERLANDSE OUDERS ZIJN GEÏNTERESSEERD IN HET VOLGEN VAN HUN KIND VIA GPS. BRON: KIDSWATCHER

29


art. 20

Kinderen zonder ouderlijke zorg Een kind dat niet in het eigen gezin kan opgroeien heeft recht op bescherming. De overheid zorgt voor alternatieve opvang.

KARIN EN RENÉ TIELKEMEIJER

‘Eline gaf heel sterk aan dat ze bij ons wilde wonen’ Karin (44) en René (47) Tielkemeijer vormden met hun drie zoons een hecht gezin. Toen de zevenjarige Eline wees werd, stelden zij hun huis en hart voor haar open. Karin: “Het was een oktobernacht in 2012 en ik kon niet slapen. Het verhaal dat een vriendin me had verteld over de toen vijfjarige Eline die haar moeder Mirjam zou verliezen, liet me niet los. Haar vader was al overleden en nu was haar moeder zo ernstig ziek door leukemie, dat ze alleen achter dreigde te blijven. De ouders van Mirjam hadden sinds het voorjaar van 2011, toen ze ziek werd, de zorg voor Eline.” René: “Karin had gehoord dat de moeder op zoek was naar een pleeggezin om haar ouders te ontlasten. Hier hebben we samen uitgebreid over gesproken. Kort daarna hoorden we dat Elines moeder Mirjam dankzij chemo en een beenmergtransplantatie was opgeknapt. Gelukkig!” Karin: “Het jaar 2013 verliep heel rustig, totdat Mirjam in december een pneumokokkeninfectie opliep. Het ging erg slecht met haar. De zorg voor Eline lag wéér bij

30

RUIM

21.000 KINDEREN EN JONGEREN WOONDEN VORIG JAAR IN PLEEGGEZINNEN. BRON: PLEEGZORG NEDERLAND

330

KINDEREN VERLOREN IN 2011 HUN BEIDE OUDERS. JAARLIJKS WORDEN ER RUIM 6.000 KINDEREN (HALF)WEES. BRON: CBS

haar opa en oma, die hun aandacht en tijd moesten verdelen tussen hun dochter in het ziekenhuis en hun kleindochter thuis. Via school hebben we contact met ze gelegd, om aan te geven dat Eline best eens bij ons mocht komen spelen om hen te ontlasten.” René: “De eerste afspraak met de grootouders was spannend. Het is toch of je een soort van sollicitatiegesprek voert. Maar dan spannender. Je praat over iemands kind, kleinkind. Het dierbaarste wat ze hebben.” Karin: “We spraken af dat Eline bij ons zou komen spelen. Dat was heel gezellig. Ik vond het leuk, een meisje over de vloer. Zo anders dan onze jongens. Ik vond het aandoenlijk hoe ze haar best deed.” René: “Tijdens deze eerste speelafspraak wilde ze blijven eten en de keer daarna vroeg ze of ze mocht komen logeren. Ze kwam steeds vaker.” Karin: “We hebben Mirjam helaas maar één keer kort kunnen ontmoeten. Ze was toen al heel ziek. Ik hoop dat ze een goed gevoel bij ons had.” René: “Eline logeerde bij ons toen Mirjam begin maart overleed. Wij hielden ons op


k leding eline unicef voor h & m

‘ELINE LOGEERDE BIJ ONS TOEN MIRJAM OVERLEED. HET WAS HARTVERSCHEUREND’ de achtergrond toen haar opa en oma het haar vertelden. Het was iets van hen, maar het was hartverscheurend.” Karin: “Ik zag hoe Eline met ogen vol wanhoop naar mij zocht. Dan kun je haar alleen maar heel goed vasthouden en zeggen dat het goed komt.” René: “Eline gaf heel sterk aan dat ze bij ons wilde wonen. Toch onderzocht de Raad van de Kinderbescherming of wij haar een goed thuis konden bieden, tekende ze ons huis in vrolijke kleuren en met vijf poppetjes. Eline aarzelde, keek me aan, en tekende zichzelf erbij. In de lucht tekende ze een vlinder, symbool voor haar moeder. Ik was blij met dit duidelijke sig-

naal, maar vond het pijnlijk voor haar opa en oma.” Karin: “Ze begrepen dat Eline liever in een gezin wilde opgroeien. Ze kozen voor haar toekomst. Daar hebben wij heel veel bewondering voor.” René: “Op verzoek van hun is ze op 1 juni bij ons komen wonen.” Karin: “Ik vind het heel fijn om te zien dat zij de oude rol van opa en oma weer op zich kunnen nemen. Gewoon lekker je kleinkind vertroetelen en verwennen.” René: “We voeden haar net zo op als onze jongens. Met veel liefde, maar ook duidelijkheid.” Karin: “Het is belangrijk om haar grenzen

te geven. En vooral heel veel liefde.” René: “Het gaat heel goed met Eline. Ze heeft haar plek snel gevonden. Ik maak me er soms wel zorgen over dat ze haar verdriet nauwelijks toont. Dat moet er toch zitten. Ik hoop dat het eruit komt en dan zijn wij er voor haar. Samen met haar opa’s en oma’s.” Karin: “Ik ben er trots op dat het ons met z’n allen lukt en dat we elkaar steunen bij de dingen die we doen en de keuzes die we maken.” René: “Ieder kind heeft er recht op om op te groeien in een liefdevol gezin. Dat wij daar een beetje aan kunnen bijdragen, maakt mij heel gelukkig.” 

31


art. 22

Vluchtelingenkinderen Ieder kind dat asiel zoekt of erkend is als vluchteling, heeft recht op bijzondere bescherming en bijstand, ongeacht of hij of zij alleenstaand of bij zijn ouders is.

‘HET LIJKT EROP DAT DANIËL ZICH NU VEILIG VOELT’ 32


INTERVIEWSERIE

SAMEER HANNAN

‘Dit wil je niet voor je kind’ De Syrische Sameer Hannan (32) vluchtte samen met zijn vrouw en hun nu zevenjarige zoon Daniël naar Neder­land. “We zeiden tegen Daniël dat we in een hotel zaten. Hij vond het een heel slecht hotel.” “Als ik mijn ogen sluit, zie ik de verwoeste dorpen. Ik ruik het vuur en voel de paniek. Ik zie de doden in de huizen liggen. Op mijn netvlies staat het kind dat door het leger van al-Assad aan zijn been is opgehangen. Deden ze dat voor- of nadat ze zijn keel doorsneden? En dan denk ik aan mijn eigen kind, mijn zoon Daniël van zeven. Ik kon hem en zijn moeder naar een veilige plek sturen voordat hun wat werd aangedaan. Hij heeft al die afschuwelijke dingen niet gezien, maar opgroeien als een normaal kind kon hij ook niet. Hij heeft onze angst gevoeld, moest zijn vader twee jaar missen en uiteindelijk in een totaal ander land zijn draai vinden. Dat wil je niet voor je kind. Dat wil je niet. Ik ben trots op mijn land, dat prachtig, vruchtbaar en welvarend is. Ik groeide op in Aleppo, de langst bewoonde stad ter wereld. Mijn voorouders hebben hard gewerkt om het op te bouwen. Ik wilde ook mijn steentje bijdragen. Daarom moest ik apotheker worden, dan kun je mensen beter maken, van betekenis zijn. Syrië heeft een goed onderwijssysteem. De toelatingseisen voor de universiteiten zijn gigantisch. Ik scoorde net niet hoog

genoeg, dus ging ik in Armenië studeren. Daar leerde ik Hayarpi kennen, die mijn vrouw werd. Samen kregen we Daniël en we waren volmaakt gelukkig. In 2010 keerden we terug naar Syrië. Ik was inmiddels apotheker en wilde helpen bouwen aan mijn vaderland. In de zeven jaar dat ik was weggeweest, bleek er veel te zijn veranderd. Onder de dictatuur leken de mensen wel robots geworden. Het deed me pijn, maar ik wilde blijven. Ik vond een baan als onderzoeker bij het farmaceutisch bedrijf GlaxoSmithKline. We woonden in een mooie flat, ons leven was perfect.”

EEN ‘LIKE’ OP FACEBOOK “In maart 2011 begon de revolutie. Ik geloof in vrijheid. Toen ik op Facebook een pagina tegenkwam waarop werd gevraagd of je de revolutie steunde, klikte ik op 'like’. Alle Syriërs verdienen vrijheid. Ruim een maand later moest ik naar een overheidsinstantie in Damascus. Men vroeg mij even te wachten. Opeens zag ik een auto stoppen. Er sprongen mannen uit die me blinddoekten en meenamen. Het was de nationale veiligheidsdienst die achterdochtig was geworden door mijn like op Facebook. Ik werd zeven uur lang gefolterd, maar het leek wel zevenhonderd jaar. Ik dacht aan Hayarpi en Daniël, mijn kleine jongen van drie jaar oud. Ik móést dit overleven, ik moest hen redden. Na die zeven uur werd ik op straat gegooid. Het was moelijk om mijn vrouw

33


INTERVIEWS

ervan te overtuigen dat ze met Daniël de veiligheid van Armenië moest opzoeken. Het afscheid was verschrikkelijk. We wisten niet of we elkaar ooit weer zouden zien. Toch kon ik niet met ze mee. Ik ben een zoon van Syrië. Ik kon mijn land niet in de steek laten.”

VROLIJKE VADER UITHANGEN “Samen met andere apothekers en artsen in Aleppo begon ik de Free Medical Association. We verleenden medische hulp aan iedereen die het nodig had. In de twee jaar dat ik dit heb gedaan, heeft God mijn leven zeker vier keer gered. Ik was doodsbang dat ik mijn vrouw en zoon niet meer zou zien. Maar ik móést dit doen. Ik kon mijn land niet verlaten. Ik voelde me alleen. De muren hadden oren en ik wist niet wie ik kon vertrouwen. Ik voelde me in de steek gelaten door de internationale gemeenschap. Ik heb te veel kinderen gezien die op beestachtige wijze zijn vermoord. Wat mij er doorheen hielp, was mijn liefde voor mijn zoon. Dat steunde me. Elke nacht bad ik voor hem, ik droomde van hem en huilde om hem. Ik kon af en toe met hem bellen. Ik hing dan de vrolijke vader uit. Ik wilde hem niet ongerust maken. Als hij wist wat ik meemaakte, zou hij gek worden van angst. Om goede sier te maken voor het buitenland liet al-Assad in 2012 meer dan tweeduizend rebellen vrij. Het waren zombies, gevechtsmachines zonder moraal die vochten voor hun eigen denkbeelden en niet voor vrijheid van iedereen. Dat maakte ze net zo slecht als het regeringsleger. Het waren de mannen die zich later bij het huidige IS aansloten. Ze wilden dat ik aan hen medische hulp ging verlenen. Ik weigerde, wat me op nóg een doodvonnis kwam te staan. Het werd te gevaarlijk. In mei 2013 vertrok ik naar Turkije, waar ik

34

mijn vrouw en kind weer zag. Woorden kunnen niet uitdrukken hoe bijzonder dit was. We huilden, knuffelden en snoven elkaars vertrouwde geur op. We wilden elkaar niet meer loslaten. Mijn Armeense vrouw kreeg geen visum om in Turkije te blijven. Ik klopte aan bij elke ambassade en de Russische was de enige die ons een visum wilde geven. In Moskou zat ik meteen in de problemen. Hayarpi en Daniël mochten het land in, maar ik niet. Na veel gedoe gaven ze me toegang, maar ik vertrouwde het niet. De Russen hebben nauwe banden met het regime van al-Assad en ik was bang dat ze me zouden uitleveren. Ik vond het zó erg voor Daniël. Nog waren we niet veilig."

EEN GEK HOTEL "De Cubaanse ambassade was bereid om ons een visum te geven, dus stapten we op het vliegtuig naar Havana, met een overstap in Amsterdam. Ik had gehoord dat Nederland een vrij land is en besloot op Schiphol asiel aan te vragen. We hadden onze paspoorten, onze papieren en ons verhaal - en toch werden we op Schiphol in het detentiecentrum gezet. Dertien dagen lang zaten we in de cel, mét Daniël. Het was te erg. Dit verdient een kind dat zo veel heeft meegemaakt niet. We zeiden tegen hem dat we in een hotel zaten, een

120

KINDEREN WERDEN IN 2013 IN GRENSDETENTIE GEZET NADAT ZE MET HUN OUDERS OP SCHIPHOL ASIEL HADDEN AANGEVRAAGD. VANAF 1 SEPTEMBER 2014 MAG DIT NIET MEER. BRON: JAARBERICHT KINDERRECHTEN 2014, COALITIE GEEN KIND IN DE CEL

beetje een gek hotel. Hij vond het vooral een heel slecht hotel. Waarom is de deur op slot? Waarom mogen we niet naar buiten? Waarom kijken die mensen op de gang de hele tijd door het raampje? Waarom worden jullie steeds gefouilleerd en ondervraagd? Hij bleef maar vragen. Toen we vervolgens in het AZC in Schalkhaar terechtkwamen, tekende hij alleen maar grote, zware celdeuren.”

SCHONE WITTE BLADZIJDE “Mensen noemen ons vluchtelingen, maar we zijn niet gevlucht, ons land heeft ons weggestuurd. We zijn hardwerkende mensen, die het beste willen voor hun kind. Net als iedereen. Sinds februari wonen we in ons eigen huis in Zwolle. Ik heb een B-status gekregen, wat betekent dat mijn gezin hier in elk geval vijf jaar mag blijven. Ik moet er niet aan denken wat er na die vijf jaar gaat gebeuren. Vanwege Daniël kunnen we niet meer terug naar Syrië. Hij zit in groep vier en spreekt al beter Nederlands dan Arabisch. Hij heeft hier zijn vriendjes, zijn thuis. Ik maak me wel eens zorgen over wat er in hem omgaat, hij heeft zo veel meegemaakt. Gelukkig maakt hij steeds minder tekeningen van vechtende mensen. Het lijkt erop dat hij zich veilig voelt. Dat is wat elk kind verdient. Hayarpi en ik studeren heel hard Nederlands, zodat we straks ons apothekersdiploma kunnen omzetten en hier ons werk mogen doen. Ik kan niet wachten. Ik wil zo graag iets terugdoen voor het land dat mijn zoon een thuis gaf. De dertien lange en nare dagen in het detentiecentrum zijn een kleine stip op de schone witte bladzijde die Nederland is. Op de school van Daniël en in de buurt zijn we gastvrij ontvangen. Een grotere steun kun je ons nu niet geven.” 


(Advertentie)

Kinderen beschermen, gezinnen versterken U krijgt dit magazine van Augeo, een particuliere stichting die zich inzet voor de veiligheid en het welzijn van kinderen. Iedereen kent wel kinderen die in de knel zitten. Want in Nederland groeien zeker 300.000 kinderen op onder zeer stressvolle om­ standigheden. Bijvoorbeeld omdat hun ouders in armoede leven, ernstige psychische problemen hebben, in een vecht scheiding verwikkeld zijn, partner geweld plegen of verslaafd zijn. De gevolgen zijn vaak ver strekkend. In dit magazine leest u hier meer over.

Steun bieden Augeo wil bereiken dat iedereen die met ouders en kinderen werkt, vaardigheden heeft om stressvolle en schadelijk opvoedsituaties te signaleren en aan te pakken. Ook willen we er voor zorgen dat mensen zoals u, steun kunnen bieden aan ouders en kinderen in uw eigen leef­ en werkomgeving. Dat is vaak van onschatbare waarde!

hebben zich geabonneerd op ons gratis online vakblad ‘Tijdschrift over kinder mishandeling en huiselijk geweld’. Jongeren van onze Jongerentaskforce Kinder­ mishandeling laten de stem van kinderen horen over dit thema. Met elkaar dragen we bij aan het veilig en gezond opgroeien in Nederland.

Onze initiatieven Via Augeo academy volgen inmiddels 100.000 mensen online cursussen over onveilige opvoed­ situaties. Bijna 40.000 mensen

AUGEO VERSTERKT STEUNT SCHRIJFT VERNIEUWT VERBINDT ONTWIKKELT LEERT www.augeo.nl • info@augeo.nl • Hoofdstraat 67 • 3971 KD Driebergen-Rijsenburg • Tel. 0343 - 536040

adv Augeo 10.indd 1

16-10-14 16:28


INTERVIEWSERIE

FEMKE EKELHOF

‘Ze vonden het beter om geen aangifte te doen’ Femke Ekelhof (32) werd op twaalf­ jarige leeftijd verkracht en durfde daar niet over te praten. Dit had een verwoestende invloed op haar leven. “Op de dag dat het gebeurde, fietste ik door mijn geboortedorp. Mijn lange blonde haren wapperden in de wind. Een man met een muts over zijn hoofd trok me van de fiets, sleurde me de bosjes in en verkrachtte me. Het is twintig jaar geleden, maar ik denk er nog elke dag aan. Het heeft een gigantische invloed gehad op mijn leven. Als ik goede hulp had gehad, was dat niet nodig geweest. Ik voelde me vies en ging naar huis om te douchen. Mijn kleren gooide ik in de was en daar liet ik het bij. Ik zou het later wel aan mijn ouders vertellen, maar hoe langer ik wachtte, hoe moeilijker het werd. Totdat mijn mentor op school zich zorgen over me maakte omdat ik zo somber en stil was. Na een aantal gesprekken wist hij het uiteindelijk uit me te trekken. Hij lichtte mijn ouders in. Zij – lieve mensen, maar net als ik binnenvetters – reageerden precies zoals ik had verwacht. Geschokt en verdrietig. Ze vonden het beter om geen aangifte te doen. Het ging al niet goed met mij, ik kon het verleden beter laten rusten. Dat lukte niet. Vanuit ons huis kon ik de

36

plek zien waar het was gebeurd. Ik durfde niet meer naar buiten.”

SCHRIJVEN WAS FIJN “Een jaar na de verkrachting ben ik opgenomen geweest in een kliniek. Praten bleef moeilijk, maar ik ontdekte dat schrijven fijn was. Op een dag was ik er klaar voor: ik wilde aangifte doen. Helaas besloot mijn psychiater samen met mijn ouders dat het niet goed voor me was om mijn verhaal aan de politie te vertellen. Ik kon me maar beter op de toekomst richten. Dit was funest voor me. Toen ik op mijn vijftiende werd ontslagen uit de kliniek, voelde ik me thuis zo onveilig, dat ik uit huis wilde. Ik leerde een elf jaar oudere man kennen, bij wie ik op mijn achttiende mocht gaan wonen. Zo aardig als hij in het

50%

VAN DE MEISJES DIE VERKRACHT ZIJN, VERTELT BINNEN EEN WEEK WAT HEN IS OVERKOMEN. DE ANDERE HELFT ZWIJGT. BRON: PROMOTIEONDERZOEK I. BICANIC

begin was, zo verschrikkelijk werd hij naar een paar maanden. Hij heeft me zo vaak op zo’n beestachtige wijze verkracht, dat ik er nog steeds fysieke klachten van heb.”

MAILS VAN MEISJES “Na twee jaar durfde ik te vluchten en probeerde ik mijn leven op de rit te krijgen. Na jaren van depressies, een posttraumatische stressstoornis en niet praten over wat er was gebeurd, werd het me te veel. Ik besloot te gaan schrijven. Ik wilde een eind maken aan alle geheimen. Vlak voordat mijn boek Gegrepen dit voorjaar verscheen, ben ik naar de politie gegaan om alsnog melding te maken van wat mij is overkomen. Ik heb geen aangifte gedaan. Ik was te bang dat de man bij wie ik op mijn achttiende ging wonen verhaal zou komen halen. Daar hoorde ik dat een kind ook naar de politie kan gaan, je hebt geen volwassene nodig. Had ik het maar geweten, dan was ik wellicht niet depressief geworden en was het niet nodig geweest zo jong uit huis te gaan. Omdat ik de mensen die niet mogen of kunnen spreken over hun trauma wil stimuleren hun verhaal te delen, heb ik de website doorbreekdestilte.nl bedacht. Ik krijg soms mails van meisjes die zijn verkracht. Zoek hulp en deel je verhaal. Het is de enige manier om jezelf te redden.” 


art. 34

Bescherming tegen seksueel misbruik

kleding h & m | r a ak ams terdam

Ieder kind heeft recht op bescherming tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik.

‘HET IS TWINTIG JAAR GELEDEN, MAAR IK DENK ER NOG ELKE DAG AAN’ 37


art. 9

Scheiding kind en ouders Ieder kind heeft het recht om in persoonlijk contact te blijven met de ouder(s) wanneer het van één of beide gescheiden leeft.

‘BO GROEIT BIJ ONS OP, MAAR HAAR MOEDER IS OOK ONDERDEEL VAN HAAR LEVEN’

401

ADOPTIEKINDEREN ZIJN IN 2013 IN EEN NEDERLANDS GEZIN GEPLAATST. DE MEESTE ADOPTIEKINDEREN KOMEN UIT CHINA EN HEBBEN NAUWELIJKS INFORMATIE OVER HUN HERKOMST. BRON: ADOPTIE.NL

38


INTERVIEWSERIE

MARCO OUDE MOLEMAN EN AD VAN MIERLO

‘Ik voelde me meteen haar vader’

kleding h & m | unicef voor h & m

De moeder van Bo deed afstand van haar dochter. Marco en Ad adopteerden haar. “Ooit komt Bo op het punt dat ze meer wil weten over haar moeder. Gelukkig weten wij wie ze is en waar ze woont.” Ad: “Ik was op mijn werk toen Marco belde. Hij zei: 'Ik geloof dat we een dochter hebben’. Ik heb me opgesloten in mijn kantoor om de mail te openen die het Amerikaanse adoptiebureau had gestuurd. Er zaten foto’s bij van Bo, die zes weken oud was. Ik kreeg iets leeuwachtigs over me. Ik voelde me meteen haar vader.” Marco: “Dat had ik ook. Helaas konden we niet meteen naar haar toe. Pas een maand later vertrokken we naar Amerika. We zagen haar voor het eerst bij het adoptie­ bureau. Ze was tien weken, zo’n klein meisje nog. Ik voelde me heel gelukkig.” Ad: “We bleven een maand in Amerika. Ook om Bo’s moeder te ontmoeten. Daar waren we zenuwachtiger voor dan voor de ontmoeting met Bo. We wilden Bo later heel graag over haar moeder kunnen vertellen. Door de adoptie zijn Bo, haar moeder en wij met elkaar verbonden.” Marco: “Gelukkig vond zij het ook heel

leuk om ons te zien. We hebben nog foto’s gemaakt met z’n vieren. Het was fijn dat de vrouw van het adoptiebureau er ook even bij was. Zij stelde vragen aan de moeder als: wat is je lievelingseten? Door alle­maal van dit soort vragen werd ze meer dan een dossier, ze werd moeder. Bo groeit bij ons op, maar haar moeder is ook onderdeel van haar leven.” Ad: “Bo is nu drie. Het is niet zo dat we al een gesprek met haar hebben gehad in de trant van ‘Ga eens even zitten, we moeten je wat vertellen.’ Laatst zei ze dat ze uit de buik van papa komt en toen heb ik gezegd dat ze uit de buik van haar mama komt. Ze stelde verder geen vragen, dus is het op dit moment genoeg voor haar.” Marco: “Ooit komt ze op het punt dat ze meer wil weten over haar moeder. We kunnen haar opzoeken. Elk jaar sturen we haar een brief en foto’s. Ze stuurt nooit iets terug, maar dat geeft niet. Via het adoptie­ bureau horen we dat het goed met haar gaat. Ze was een tienermoeder, had een slechte band met haar familie en heeft haar kind afgestaan. Dat is heel heftig voor haar. Ik vind het onze plicht om te laten zien hoe goed het met Bo gaat.” 

39


INTERVIEWSERIE

KARIN DEN OUDSTEN

Karin den Oudsten (45) raakte vijf jaar geleden na de geboorte van haar jong­ste zoon in een kraambedpsychose. Een opname in het Rotterdamse Erasmus Medisch Centrum voorkwam dat ze haar kind iets aandeed. “Ondanks de hallucinaties en bizarre waan-­ ideeën die ik tijdens de psychose meemaakte, heb ik mijn kinderen gelukkig niets aangedaan. Voordat ik wegzakte in de zware psychiatrische aandoening, kreeg mijn moederlijke intuïtie een laatste opleving: om te zorgen dat ze veilig waren, maakte ik mijn man duidelijk dat mijn kinderen het huis uit moesten. Dankzij hun vader waren mijn kinderen veilig. Het gebeurde op een maandagavond, vijf dagen na de geboorte van mijn zoon Jeroen. Ik zat achter de computer mijn mail te lezen en opeens kreeg ik een raar gevoel in mijn hoofd. Het leek alsof er een koude vloeistof door mijn hersenen stroomde. Mijn gedachten gingen acuut met me aan de haal. Ik ben helemaal niet zo’n perfectionist, maar alles wat ik die avond nog wilde doen, maalde door mijn hoofd: een stukje tekst in het kraamboek schrijven, de gymkleren voor mijn zoon Mark klaarleggen, een was draaien en de vuilnis buiten zetten. Het gíng maar door. Ik voelde direct aan dat de kinderen niet meer veilig waren, dat er iets aan de hand was wat niet met een paracetamol te ver-

40

helpen was. Daarom zei ik tegen mijn man Rick dat hij ze onmiddellijk naar de buren moest brengen. En toen gebeurde het: van het een op het andere moment voelde ik me almachtig. Ineens was ik via draadjes verbonden met alle mensen in de wereld. Een heel vreemde gewaarwording.”

EEN FLESJE IN DE BABYKAMER “Er kwam een ambulance die me naar het Erasmus MC bracht. Ik verzette me niet, want ik was allang blij dat ik weg kon. Achteraf ben ik zó blij dat ik meteen op de goede plek terechtkwam. Het Erasmus MC is gespecialiseerd in de behandeling van moeders met een kraambedpsychose. Ik wil er liever niet aan denken hoe anders het had kunnen verlopen. Eenmaal opgenomen ging het van kwaad tot erger: ik kreeg zware hallucinaties. Bij sommige mensen zag ik duivelse trekken,

118.000 KINDEREN WORDEN PER JAAR IN NEDERLAND MISHANDELD. 1 OP DE 5 SLACHTOFFERS IS JONGER DAN 3. VAAK ZIJN ONMACHT EN OVERBELASTING VAN OUDERS DE OORZAAK. BRON: TNO

allerlei vreemde gedachten raasden door mijn hoofd, mijn lichaam voelde anders aan en ik was het besef van tijd volledig kwijt. Ik had echt geen idee dat er iets ongewoons met me aan de hand was. Jeroen werd tegelijk met mij opgenomen. Een paar keer per dag mocht ik hem onder begeleiding van een verpleegkundige verzorgen in de babykamer. Op een dag had ik hem de fles gegeven, toen hij een harde boer liet en met zijn ogen draaide. De afschuwelijke gedachte kwam bij me op dat hij weleens bezeten zou kunnen zijn door de duivel. Ik liet aan Rick weten dat ik het idee had dat er iets mis was met ons kind. Met een snijdende beweging dwars op mijn keel gaf ik aan wat ik wilde doen.”

KROELEN EN LACHEN “Zo acuut als ik in de psychose beland was, zo abrupt kwam er na twee weken ook weer een einde aan. Als ik terugkijk, zie ik dat het mijn jongens heeft geraakt. Tijdens het bezoekuur liet ik Rick weten dat ik hem niet vertrouwde, waarop Mark begon te huilen. Door die reactie werd ik teruggebracht in de realiteit: het drong tot me door dat kinderen altijd de waarheid spreken. Dit was het begin van een lange weg terug. Door naast Jeroen in de woonkamer op het speelkleed te gaan liggen, leerden we elkaar steeds beter kennen. Ik heb altijd moederliefde voor hem gevoeld, maar nu kon ik het ook laten stromen. ” 

meer informatie over een kr a ambedp s ychose vindt u op w w w . kr a ambedp s ychose . nl

‘Ik zie dat het mijn jongens heeft geraakt’


‘MET EEN SNIJDENDE BEWEGING DWARS OP MIJN KEEL GAF IK AAN WAT IK WILDE DOEN’

a s sis tente da antje bons | s t yling en produc tie rensk e vd ploeg

@ hoo | ha ar en makeup fabienne jansen h & m | w w w . hm . com

| we w w w . wefa shion . nl | r a ak ams terdam w w w w . r a ak ams terdam . nl | sprmrk t w w w . sprmrk t . nl

Verantwoordelijkheid ouders

art. 18

Ouders zijn primair verantwoordelijk voor de opvoeding. De overheid ondersteunt ouders met voorzieningen voor zorg en opvang.

41


art. 3

Belang van het kind Het belang van het kind moet altijd voorop staan.

"De dertien lange en nare dagen in het detentiecentrum zijn een kleine stip op de schone witte bladzijde die Nederland is. Op de school van Daniël en in de buurt zijn we gastvrij ontvangen. Een grotere steun kun je ons nu niet geven."

“Het is nergens meer gezellig, ik heb altijd een vervelend gevoel in mijn buik. Op school kan ik me niet concentreren en ik haal slechte cijfers. (...) Gelukkig kan ik goed praten met mijn oma en onze buurvrouw, Mirthe. Zij kunnen er ook niet voor zorgen dat mijn ouders weer normaal doen, maar het is fijn dat ze luisteren.”

IK HELP JE WEL JESSICA

pagina

SAMEER

pagina

32

Wil je iets betekenen voor een kind in je omgeving dat het moeilijk heeft? Doen! Want wetenschappelijk onderzoek toont aan dat kinderen in de knel beter herstellen van wat ze meemaken met steun uit hun omgeving. Luister naar wat de kinderen of hun ouders in dit magazine hierover zeggen.

42

50

illustratie deborah van der schaaf

“Dankzij de steun van school – ik had een geweldige mentor die in mij geloofde, wat een boost aan mijn zelfvertrouwen gaf – lukte het me om mijn opleiding af te maken. (...) Ik kon bij een oom en zijn vriendin wonen, rustige mensen die mij begrepen. In hun huis werd naar mij geluisterd. Dat heeft mij ontzettend veel goed gedaan. Van al dat praten knapte ik op.” MARBI FRANS-PIAR pagina

62


EEN HELPENDE HAND

"Ik werd tijdelijk overgenomen door mijn verwarde gedachten, ik kon er niets aan doen. Ik ben in ieder geval blij dat Mark en Jeroen een vader hebben die er voor hen was. Dat ze uiteindelijk veilig waren bij hem."

"De enige bij wie ik me echt fijn voelde is Hennie, onze buurvrouw van vroeger. Ze is al 77, maar we klikken gewoon. Bij haar mag ik zijn wie ik ben."

MOEDER KARIN, pagina

40

IGOR pagina

36

"Een meisje was chronisch seksueel misbruikt, maar vertoonde toch geen traumaklachten. Zij deelde alles met een vriendin. Samen hadden ze besloten dat die vent gewoon gek was.” “Ik moet er niet aan denken om ooit te gaan trouwen. Laatst zei ik dat tegen mijn voetbalcoach, hij is een soort vertrouwenspersoon voor mij, en hij beweerde dat ik dat nu nog niet kan zeggen. Maar ik denk het echt.”

THOMAS RINNE pagina

46

BART (17) pagina

50

SOCIALE STEUN Veel jonge mensen die in hun jeugd mishandeld

school en meer eigenwaarde op te bouwen.

geboden steun het gevoel ontwikkelt dat het

of verwaarloosd zijn, worden zelf prachtige

Die steun kan door familieleden en vrienden

altijd op iemand kan rekenen, ook al maakt het

ouders. Zij doorbreken een patroon waarin

worden geboden, maar ook door de leerkracht,

in de praktijk soms weinig gebruik van de

traumatiserende opvoedsituaties van generatie

de overblijfmoeder, de buren, de voetbaltrainer

aangeboden steun. Marga Haagmans, hoofd

op generatie worden doorgegeven. Volgens

of de ouders van vriendjes. Zij kunnen voor

innovatie bij Augeo: ‘Continuïteit en betrouw-

onderzoek speelt sociale steun daarbij een

kinderen die in moeilijke omstandigheden

baarheid zijn voor een getraumatiseerd kind

belangrijke rol. Als een kind dat thuis in de knel

opgroeien hét verschil maken, soms nog meer

extreem belangrijk. Je kunt beter een beschei-

zit een ondersteunende relatie heeft met een

dan een hulpverlener of therapeut, die maar

den rol aannemen die je lang kunt volhouden,

andere volwassene, heeft het meer kansen zich

kort deel uitmaakt van het leven een kind.

dan hulp bieden die je niet kunt volhouden.’

goed te ontwikkelen, beter te presteren op

Het belangrijkst is dat het kind door de

43


art. 14

INTERVIEWSERIE #2

Vrijheid van godsdienst Ieder kind heeft het recht op vrijheid van gedachten, geweten of godsdienst. Ouders mogen kinderen stimuleren maar niet dwingen of verplichten om een bepaald geloof te hebben.

FRANCA TREUR

Schrijfster Franca Treur groeide op in een besloten reformatorische gemeenschap. Door die beschermde jeugd, waarin haar de vrijheid werd ontnomen om anders te denken, vindt ze dat bijzonder onderwijs moet worden afgeschaft. tekst deborah ligtenberg fotografie anne timmer

‘E

T

I

M

ind jaren zestig, tien jaar voordat ik geboren werd, oen ik in Leiden zou gaan studeren aan een hadden veel Nederlanders massaal de kerk verlaniet-christelijke universiteit, meende ik me te ten. De bevindelijk gereformeerde kerken, waar mijn moeten voorbereiden op heidenen die me van mijn ouders lid van waren, hadden nog relatief weinig last geloof zouden afbrengen. Daarom nam ik een baantje van leegloop, maar men was er wel enorm bang voor. als serveerster in het ‘goddeloze Zoutelande’. Daar had Ze besloten een muur op te trekken om de jongeren te men aanvankelijk inderdaad de pik op me, maar vooral beschermen tegen de boze buitenwereld: omdat ik als enige elke zondag vrij kreeg. de refozuil. Er werden reformatorische In Leiden had niemand problemen met ‘EEN KIND scholen opgericht waar uit reformatorimijn geloof. De buitenwereld bleek veel IS TE JONG OM sche schoolboeken werd geleerd. Jongeren minder eng dan ik dacht. Waar was ik al EEN GELOOF die tijd voor gewaarschuwd? Ik begaf me als ik werden er met reformatorische busTE KIEZEN’ sen naartoe gebracht. Zo hoefden we niet steeds meer buiten de paden en ontdekmet onkerkelijken in contact te komen. te dat er aantrekkelijkere manieren waren We hadden reformatorische kranten en tijdschriften, om tegen het leven aan te kijken, dat daar meer steeken geen televisie. We wisten weinig van de buiten­ houdende argumenten voor waren dan voor het idee wereld, behalve dat die boos en gevaarlijk was, en dat de van een toornige Schepper die geen zonde door de vrouwen er broeken en oorbellen droegen. vingers ziet. k heb een goede tijd gehad op mijn refoschool. Toch ben ik ervoor dat hij wordt opgeheven. Je kunt het vrijheid noemen dat ouders volledig mogen bepalen wat een kind leert, maar ik kan een besloten school toch moeilijk als een uiting van vrijheid zien. Een kind is te jong om zelf voor een geloof te kiezen, en moet die keuze niet ook nog via school opgedrongen krijgen. Het moet de vrijheid hebben om kennis te maken met wat er nog meer is.

44

ijn ouders neem ik niets kwalijk. Ze hadden volgens mij voor een deel ook niet door wat ons op school allemaal werd verteld. Dat ik zo voor pop­ muziek ben gewaarschuwd, bijvoorbeeld, terwijl ze daar zelf in hun jeugd ook naar luisterden. We waren thuis niet zo praterig, maar door mijn boek Dorsvloer vol confetti, is dat ten goede veranderd. Mijn ouders vinden het heel erg dat ik niet meer geloof, maar er is wel een zekere mate van respect.'


‘WE WISTEN WEINIG VAN DE BOZE BUITENWERELD’

45


WETENSCHAP

HOOG SPANNING

46


art. 19

Bescherming tegen kindermishandeling De overheid neemt alle mogelijke maatregelen om kinderen te beschermen tegen geweld, misbruik en verwaarlozing.

Als een kind opgroeit in zeer stressvolle omstandigheden, dan heeft dat invloed op de ontwikkeling van de hersenen. Maar het brein is flexibel. Therapie, leuke ervaringen en lieve mensen om je heen kunnen die schade weer terugdraaien. tekst jop de vrieze beeld corbis

T

oen Josette werd geboren, was er nog niets aan de hand. Haar ouders leken gelukkig samen en haar twee jaar oudere zus Anika functioneerde prima. Maar onder de oppervlakte broeide er iets. Het huwelijk stond onder druk. De komst van Josette moest daar verandering in brengen, maar het tegen­ overgestelde gebeurde: de moeder raakte in een depressie na de bevalling. Ze voelde niets als ze haar pasgeboren dochter in haar armen nam. Het huwelijk liep spaak. Vier jaar later was er ineens een nieuwe man in huis. De buurman. Niet alleen bleek die erg gemotiveerd om zijn kersverse stiefdochters te vertellen wat ze moesten doen en laten, hij bleek ook nog eens een alcoholist, met losse handjes bovendien. De twee zusjes groeiden op in een omgeving die niet bepaald veilig was en die hun ontwikkeling zou gaan verstoren. Schending van kinderrechten kan voor het slachtoffer levenslange geestelijke en lichamelijke gevolgen hebben. Bij kinderrechten denken we al snel aan de Gazastrook of Irak, en inderdaad, daar is het merendeel van de kinderen getraumatiseerd. Maar ook in ogenschijnlijk veilige, Nederlandse gezinssituaties worden kinderrechten ge-

schonden. Iedere vorm van kindermishandeling levert stress op, en die stress laat sporen na in de hersenen. Dat zit zo. De hersenen bestaan aan het begin van ons leven nog uit een klein klompje cellen, die zich in de baarmoeder en in de eerste levensjaren razendsnel vermenig­ vuldigen en zo structuren vormen. Er worden zowel nieuwe verbindingen gelegd als oude weg­gesnoeid, om het brein zo efficiënt mogelijk te maken. De vorming van deze structuren vindt plaats op basis van ervaringen. Iedere cel, ook onze hersencellen dus, bevat DNA, dat genetische informatie bevat voor het verwerken van ervaringen in de hersenen. Deze genen kunnen worden aanen uit­geschakeld, vertelt Marcel Mannens, geneticus in het AMC in Amsterdam. Signaalstoffen regisseren dat aan- en uitschakelen. “Op die manier laten mishandeling en verwaarlozing sporen na in de hersenen,” zegt Mannens. “Centraal hierbij staat het stresssysteem in onze hersenen.” Dit stressysteem verzorgt de afgifte van het stresshormoon cortisol, maar ook de afvoer daarvan, wanneer het niet meer nodig is. Bij kinderen die veel stress ervaren, wordt juist het gen dat voor deze afvoer zorgt in dat deel van de hersenen uitgeschakeld.Ver­ bonden aan dit stresssysteem zijn de delen

47


WETENSCHAP

van onze hersenen waarmee we emoties ervaren en verwerken. Bij mensen die in hun jeugd verwaarloosd of mishandeld zijn is het emotiecentrum vergroot en het deel waar onze ratio huist juist verkleind. SCHONE LEI Op zich is er met die beïnvloeding van onze hersenontwikkeling niets mis. Je wordt zo afgesteld op de omgeving waarin je opgroeit. Daarmee verhoog je je overlevingskansen. Bovendien kunnen de hersenen zich ook resetten, en zo de sporen van het trauma uitwissen. Iedereen, ook een minder gelukkig kind, zou met een schone lei kunnen beginnen. Maar er zijn ook nadelen: je brein is constant alert. Je reageert heftiger op stressprikkels en raakt sneller overmand door emoties. Een beetje stress is niet schadelijk, maar een hoge en langdurige blootstelling aan stress is dat wel. Het lichaam raakt ontregeld. Kinderen zoals Josette en Anika, die veel zogeheten ‘schadelijke jeugdervaringen’ hebben opgedaan, lopen een verhoogde kans op psychische en lichamelijke kwalen (zie kader). De kans op een angststoornis en depressies neemt bijvoorbeeld toe. Mishandelde of verwaarloosde kinderen ontwikkelen vaker een borderline persoon-

48

lijkheidsstoornis. Gelukkig is niet iedere mishandeling of verwaarlozing even desastreus. Timing speelt een grote rol, net als de aanleg om met de stress om te kunnen gaan. Anika en Josette kwamen beide anders uit hun jeugd. Bij Josette werd al op jonge leeftijd ADHD geconstateerd. Jaren later kwam daar de diagnose borderline bij. Ze begon op jonge leeftijd te experimenteren met seks, alcohol en drugs, had suïcidale gedachten en ontwikkelde een eetstoornis: allemaal tekenen van een verstoorde stressrespons. Van de hyperactiviteit is het maar de vraag of het écht ADHD is. “Kinderen met stress gaan zich anders gedragen,” zegt Mirjam Rinne-Albers, kinder- en jeugdpsychiater bij Curium-LUMC in Oegstgeest. “Ze krijgen nachtmerries, gaan plassen in bed en worden druk. Als er onrust is, moet je niet meteen pillen geven, maar eerst onderzoeken hoe de situatie is thuis, of er iets naars is gebeurd.” Anika kwam in een gewelddadige relatie terecht – dit komt vaker voor bij mensen die zelf zijn mishandeld – en raakte daarna in een depressie. Toch kampt ze niet met chronische problemen, zoals haar zusje. Anika ondervond de stress dan ook op latere leeftijd dan Josette, en hoe jonger, hoe groter de invloed op het brein, dat zich dan nog helemaal moet ontwikkelen. Ook trad er bij Josette tijdens de geboorte een klein zuurstoftekort op, waardoor ze een hersenbeschadiging opliep die haar later leerproblemen bezorgde. Wie in zo’n geval goed kan relativeren, en over zijn problemen kan praten, kan de stress beter aan. Josette kwam in een vicieuze cirkel terecht. Ze was een druk en grillig kind, en trok dop een negatieve manier de aandacht van haar moeder en stiefvader. De autoritaire opvoeding van haar stiefvader werkte averechts, net als haar reactie op hem. “Je mag van alles over hem denken,” zei Anika als kind

VEILIG OF ONVEILIG? 10 procent van de Nederlanders heeft vier of meer traumatische jeugd­ervaringen opgedaan, zoals geweld, verwaar­lozing en misbruik of overlijden van ouders. Deze relatief kleine groep is oververtegenwoordigd bij diverse gezondheidsklachten. Zo heeft naar schatting 28 procent van alle depressieve volwassenen 4 of meer trauma­tische jeugdervaringen meegemaakt.

TRAUMATISCHE JEUGDERVARINGEN

56% 33% 1 1%

DEPRESSIE

34% 38% 28%

CHRONISCHE LONGAANDOENINGEN

36% 37% 27%

geen schadelijke jeugdervaringen 1-3 verschillende schadelijke jeugdervaringen 4 of meer schadelijke jeugdervaringen

bron a first hypothe tic al estimate of the dutch burden of dise ase in rel ation to n egative e xperiences during childhood , 2010 , tno qualit y of life in opdr acht van augeo

‘ALS ER ONRUST IS, GEEF DAN NIET METEEN PILLEN. ONDERZOEK EERST OF ER IETS NAARS IS GEBEURD’


vaak tegen haar, “maar je mag het nooit hardop zeggen.” Dat lukte Josette niet, waardoor zij altijd de meeste klappen kreeg. Daardoor kreeg ze vermoedelijk later een persoonlijkheidsstoornis; een adequate opvoeding had dat kunnen voorkomen. PRATEN HELPT De zusjes ontworstelden zich op hun eigen manier aan hun verleden. Josettes leven wordt nog altijd gedomineerd door haar verleden, al heeft ze het beter voor elkaar dan werd verwacht. Ze woont samen. Ze heeft geen volledige baan, maar doet vrijwilligerswerk met kinderen. Haar zus werd journalist en schrijft veel over heftige onderwerpen. Zij kan juist goed dealen met zaken die voor mensen met een zorgeloze jeugd te zwaar zijn. Een onveilige jeugd kan ook positief uitpakken. Het helpt om iemand te hebben bij wie je terecht kunt met je zorgen en problemen. Door een traumatische ervaring met iemand te delen, kan de schade in de hersenen worden beperkt, wat de verwerking van het trauma makkelijker maakt. Thomas Rinne is forensisch psychiater en directielid bij het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie. Hij heeft de neurobiologische

gevolgen van chronische traumatisering onderzocht. “Ik sprak eens met een meisje dat chronisch seksueel misbruikt was, maar geen traumagerelateerde klachten vertoonde. Zij deelde alles met een vriendin. Samen hadden ze besloten dat die vent gewoon gek was.” De kunst is dus om te leren gaan met de stress, om die zo goed mogelijk te kunnen verwerken. Daarbij geldt: hoe sneller hoe beter – maar ook als de hersenontwikkeling al is verstoord, valt er nog wat te doen. De veranderingen zijn hardnekkig, maar niet onomkeerbaar. In de toekomst wordt het wellicht mogelijk met medicatie die genen die door stress zijn uitgeschakeld weer aan te zetten – of juist andersom. De huidige medicijnen, vooral antidepressiva, werken goed maar tijdelijk. Toch kunnen antidepressiva ook structurele effecten op de hersenen hebben, maar waarschijnlijk alleen in combinatie met psycho­ therapie. Van psychotherapie worden de epigenetische effecten nog volop bestudeerd. Het is bekend dat traumabehandelingen wonderbaarlijke effecten kunnen opleveren. Soms is de ex-getraumatiseerde ineens verlost van andere klachten, die achter­ af een gevolg van een verstoorde stressregulatie blijken. Zo kunnen kinderen door trauma­ behandeling van hun ogen-

‘SAMEN HADDEN ZE BESLOTEN DAT DIE VENT GEWOON GEK WAS’

56%

VAN DE NEDERLANDERS ZEGT GEEN ENKELE TRAUMATISCHE JEUGDERVARING TE HEBBEN MEEGEMAAKT. BRON: TNO

schijnlijke ADHD – of zelfs autisme – afkomen, omdat ze door een trauma ‘druk’ zijn geworden of naar binnen zijn gekeerd. SCHADE HERSTELLEN Maar hoe zit het met langdurig misbruikte of mishandelde kinderen? Kan bij hen de schade ook hersteld worden? Dat is een vraag die jeugdpsychiater Mirjam RinneAalbers (vrouw van) in haar onderzoek probeert te beantwoorden. “De hersenen ontwikkelen zich nog zeker tot in het derde decennium van ons leven. Als je in die fase corrigerende ervaringen weet toe te dienen, bijvoorbeeld via cognitieve therapie, hoop je structurele veranderingen aan te brengen.” Uit onderzoek blijk dat seksueel misbruikte meisjes vaker tienermoeder worden en dat hun kinderen later ook meer kans hebben om seksueel misbruikt te worden. Hoe deze vicieuze cirkel te doorbreken? Je kunt jonge misbruikte vrouwen begeleiden zodat ze geen tienermoeder worden, en als het toch gebeurd is, kun je de gevaren van dreigend misbruik van hun kinderen erkennen en proberen te voorkomen. Thomas Rinne: “Dit kan veel individueel leed en hoge kosten voor de maatschappij schelen. Uit­ eindelijk geldt in de psychiatrie nog altijd: voorkomen is beter dan genezen.” 

49


art. 12

Participatie en hoorrecht Ieder kind heeft het recht zijn of haar mening te vormen en te uiten in alle aangelegenheden die het kind betreffen.

50


REPORTAGE

Kinderen lijden schade als hun ouders als vijanden uit elkaar gaan. Hun wensen en belangen worden dan ondergeschikt, terwijl echt luisteren naar kinderen nou juist een groot verschil kan maken. “Het liefst zou ik papa elke week zien, maar het heeft geen zin om dat te zeggen.� tekst femke sterken

51


REPORTAGE

eder jaar maken zo’n zeventigduizend kinderen een scheiding van de ouders mee. Maar liefst een derde van de kinderen en ouders beleeft dit als een vechtscheiding. Zij belanden in een hardnekkig, soms jarenlang gevecht, een situatie waarin kinderen klem zitten tussen hun strijdende ouders. Gevolgen voor hun ontwikkeling blijven vaak niet uit. Tijdens de ruzies, maar ook in de jaren erna. Deskundigen zijn het er daarom steeds meer over eens dat een vechtscheiding eigenlijk kindermishandeling is. Volgens het Kinderrechtenverdrag heeft de overheid de plicht dit zoveel mogelijk te voorkomen en passende hulp te bieden. Maar dat valt nog niet mee. Zo berekenden onderzoekers Ed Spruijt en Inge van der Valk (Universiteit van Utrecht) dat het aantal vechtscheidingen sinds 2009 met 15 procent is toegenomen – juist omdat de wet in dat jaar ouders de plicht oplegde om bij hun scheiding een ouderschapsplan op te stellen. Ook zijn er volgens dit onderzoek meer kinderen van scheidende ouders die zich ongelukkig voelen. Het streven naar gelijkwaardig ouderschap in het ouderschapsplan kan ook tegen de belangen van het kind in gaan. Mensen gaan de strijd met elkaar aan om hun helft van de opvoeding op zich te nemen, ook al deden ze dat voor scheiding niet. Soms is het voor het kind dan beter dat een van de ouders uit het ouderlijk gezag gezet wordt, zegt gezinsvoogd Wikje Kooijman van bureau jeugdzorg Friesland. “Dat is treurig, maar als er zelfs naar de rechter gestapt moet worden voor een handtekening voor een ID-kaart of toestemming voor het gebruik van medicijnen, dan houdt het een keer op. Dan is het in het belang van het kind dat er rust komt.”

52

‘BIJ ALLE BESLISSINGEN DIE OVER MIJ MOESTEN WORDEN GENOMEN ONTSTOND ER GEDOE’ LUISTER NAAR ME Het belang van het kind zou volgens het kinderrechtenverdrag bij alle soorten beslissingen die ouders, rechters of overheden nemen prioriteit moeten hebben. Maar dan moet er wel echt geluisterd worden naar kinderen. De moeder van Bart (17) kreeg vier jaar geleden het gezag over hem, na een lange periode van ruzies tussen haar en zijn vader. Bart: “Tijdens hun huwelijk lagen mijn ouders altijd met elkaar in de clinch en na hun huwelijk is dat gewoon doorgegaan. Bij alle beslissingen die over mij moesten worden genomen ontstond er gedoe. Als mijn vader ja zei, zei mijn moeder nee, het maakte niet uit waar het om ging. In het begin probeerden ze nog wel samen op mijn verjaardag te zijn, maar dan stonden ze de hele middag in de keuken tegen elkaar te schreeuwen. Ik kan mij niet voorstellen dat ze ooit lief tegen elkaar hebben gedaan.” Samen een ouderschapsplan opstellen werkte niet, mediation – waar de kinderombudsman zo hard voor strijdt – helaas ook niet. Uiteindelijk stonden de ouders van Bart voor de rechter. Hij mocht tijdens de rechtszaak, waarin zijn moeder het ouderlijk gezag eiste, ook zijn mening geven. “Ik heb de rechter verteld dat ik het liefst wilde dat mijn ouders normaal met elkaar omgingen, maar dat het mij ook het beste leek als één iemand de beslissingen over mij nam. Want van hoe het ging, werd ik helemaal gek.” Sinds zijn moeder het gezag kreeg, heeft Bart zijn vader niet meer gezien. “Ze zat op dat moment heel slecht in haar vel en was

overspannen; ik wilde haar niet overstuur maken door bij mijn vader te gaan zitten. Ik heb hem dus al zeker vier jaar niet gezien. Dat wil ik wel graag, maar eigenlijk heb ik hem in de steek gelaten door in de rechtszaal te zeggen dat het me beter leek om bij mijn moeder te zijn.” Als Bart vrijuit zou kunnen praten, zou hij zeggen hoe hij er écht over denkt – maar dat durft hij nog steeds niet. “Het liefst zou ik aan mijn vader vragen of ik nog één jaar bij hem zou mogen wonen. Daarna mag ik eindelijk het huis uit.” IK WIL MAMA ÉN PAPA Noodgedwongen kiezen tussen mama en papa. Terwijl ze dat niet willen. Zo voelt het voor kinderen. Maar vechtende ouders stellen het belang van hun kind vaak niet meer voorop en vullen dat in met hun eigen belang. Ouders weten zelf wel wat goed voor het kind is – en dat is bijvoorbeeld niet: op bezoek bij papa en zijn nieuwe vriendin, voor wie papa het gezin verlaten heeft. Mediator Inge Bosveld ziet dat kinderen vaak ingezet worden als machtsmiddel: “Ik heb wel eens een mevrouw aan tafel gehad die tegen haar ex-man zei: ‘Als jij een paar honderd euro meer alimentatie betaalt, mag je de kinderen vaker zien.'”

SINDS 2009 IS HET AANTAL VECHTSCHEIDINGEN MET

15% TOEGENOMEN.

BRON: UNIVERSITEIT UTRECHT


Ook Jessica (13) kan hierover meepraten. Ze geeft tijdens het opstellen van het ouderschapsplan aan dat ze af en toe bij haar vader wil zijn, die bij haar moeder is weggegaan omdat hij verliefd was op een andere vrouw. Ze spreken af dat Jessica om het weekend en op woensdag bij hem zal zijn. Maar wanneer haar vader voor het eerst voor de deur staat, weigert haar moeder om Jessica met hem mee te laten gaan. “Ik hoorde mijn moeder zeggen dat ik ziek was. Mijn vader begon te schreeuwen en riep mijn naam. Ik werd er bang van en bleef op mijn kamer. Ik was boos, maar aan mij werd niks gevraagd. Door mijn beide ouders niet.” Als ze een paar maanden later toch een keer van haar moeder mee mag naar haar vader ontmoet ze zijn nieuwe vriendin. “Ik vond haar eigenlijk best aardig. Helemaal niet zo’n trut als mijn moeder zei. Ik mocht haar make-up gebruiken. Toen ik thuiskwam vroeg mijn moeder hoe het was. Ik wilde haar niet kwetsen dus ik zei: wel leuk. Ze wilde weten wat ik van mijn vaders vriendin vond en weer antwoordde ik: wel leuk… Toen draaide ze helemaal door en gilde dat ik naar mijn kamer moest. Daarna hoorde ik haar huilen en ben ik heel lang niet bij papa geweest.” Inmiddels zijn de ouders van Jessica al tweeënhalf jaar in een strijd verwikkeld: ze bevechten elkaar in de rechtszaal vanwege geld en bezoektijden, de Raad voor de Kinderbescherming is eraan te pas gekomen, er is een gezinsvoogd bij betrokken, maar er komt maar geen oplossing. “Mijn ouders zien elkaar alleen in rechtszalen. Ik mag nu wel iets vaker naar mijn vader. Dan rijdt mijn moeder met me naar een parkeerplaats en moet ik daar van haar auto in zijn auto stappen. Ze wil niet dat papa in onze straat komt. Het liefst zou ik hem elke week zien, maar het heeft geen zin om dat te zeggen. Het gaat niet om mij, maar om haar.”

489.000 KINDEREN GROEIEN OP BIJ EEN VAN DE OUDERS, MEESTAL DE MOEDER. BRON: CBS, 2012

NERGENS MEER GEZELLIG Vechtscheidingen bedreigen de ontwikkeling van kinderen. Wikje Kooijmans, gezinsvoogd van Bureau Jeugdzorg Friesland, komt veel bij gezinnen waarvan de ouders in een jarenlange strijd zijn verwikkeld. “Aan sommige kinderen merk je niks,” vertelt ze. “Anderen krijgen last van buikpijn, hoofdpijn, concentratieproblemen of woede-uitbarstingen. Ik heb oudere kinderen gezien die zichzelf verwonden. Als gezinsvoogd strijd je voor dat kind. Ieder kind heeft recht op een veilige thuisbasis, op contact met beide ouders, maar óók op rust – en vooral dat laatste is in het geval van vechtscheidingen ver te zoeken.” Jessica voelt zich na tweeënhalf jaar strijd tussen haar ouders vooral alleen. “Het is nergens meer gezellig, ik heb altijd een vervelend gevoel in mijn buik. Op school kan ik me niet concentreren en ik haal slechte cijfers. Mijn moeder zegt dat ik beter mijn best moet doen. Maar ik dóé mijn best. Ik wil later dierenarts worden en weet dat ik daarvoor hard moet leren. Gelukkig kan ik goed praten met mijn oma en onze buurvrouw, Mirthe. Zij kunnen er ook niet voor zorgen dat mijn ouders weer normaal doen, maar het is fijn dat ze luisteren.” LAAT ME MET RUST De effecten van een vechtscheiding kunnen ook op lange termijn verwoestend zijn. Kinderpsycholoog Justine van Lawick, verbonden aan het Lorentzhuis: “Als ouders

gaan bekvechten raakt een kind in de war. Het weet niet hoe het nu precies zit met liefde en verbinding. Ouders zijn helden in de ogen van kleine kinderen, maar als die helden elkaar zwartmaken raakt het kind verscheurd en eenzaam. Iedere ouder heeft een eigen waarheid, maar die waarheden kloppen ten tijde van een vechtscheiding niet met elkaar. Als een kind kiest voor één kant, om niet meer zo in de war te zijn, leeft het vervolgens in een zwart-wit wereld met één goede ouder en één slechte ouder. Zo’n kind leert niet dat je ook van iemand mag houden die onvolmaakt is. Daardoor kunnen kinderen van ouders die elkaar voor en na de scheiding bestrijden zelf moeite krijgen met het aangaan of behouden van relaties. Als ik zie hoe kinderen in de knel zitten en hoe groot de gevolgen zijn vind ik dat een vechtscheiding een vorm van kindermishandeling is.” De zeventienjarige Bart heeft weinig geloof in de liefde overgehouden aan de scheiding van zijn ouders. “Als je allebei een sterke mening hebt, zoals mijn ouders, is het misschien beter om alleen te blijven. Ik moet er in ieder geval niet aan denken om ooit te gaan trouwen. Het lijkt me niks dat je alles wat je wilt, moet overleggen met je vrouw. Laatst zei ik dat tegen mijn voetbalcoach, hij is een soort vertrouwenspersoon voor mij, en hij beweerde dat ik dat nu nog niet kan zeggen. Maar ik denk het echt: als ik zie wat een huwelijk kapot kan maken, dan wil ik mijn energie liever in iets anders steken.” Bart is kwaad op de situatie die zijn ouders creëerden. “Het heeft de helft van mijn jeugd bepaald. Mijn ouders hebben me lichamelijk niks aangedaan, maar geestelijk wel. Misschien kan ik me wel nooit aan iemand binden, omdat zij mijn geloof in liefde hebben verpest.”  De namen Jessica en Bart zijn gefingeerd.

53


INTERVIEWSERIE #3

‘WE GINGEN NAAR HET STRAND MAAR IK MOCHT VAN MIJN VADER DE ZEE NIET IN’ 54


art. 31 Recreatie

Ieder kind heeft recht op rust en vrije tijd, om te spelen en op recreatie, en om deel te nemen aan kunst en cultuur.

JOHN VAN LOTTUM Al heel jong was duidelijk dat John van Lottum (38) een groot tennistalent was. Onder het strenge regime van zijn vader bereikte hij de top. Maar wel ten koste van veel – vooral van zijn kind-zijn. tekst deborah ligtenberg fotografie anne timmer

‘A

fgelopen zomer reed ik met mijn vrouw heel erg de nadruk op de prestatie legde, door Zuid-Frankrijk en zag ik een bilwas ik niet vrij. Ik ging me ernaar gedragen. lboard met een aankondiging voor een tenIk ging punten stelen en vals spelen. Het niswedstrijd. Opeens was ik enige wat ik wilde was winnen, weer tien. Ik voelde het zware zodat ik kon voldoen aan de ‘HET ENIGE gevoel van toen, het gevoel van eisen van mijn vader. Ik werd WAT IK WILDE, moeten, altijd maar moeten. Ik heel nerveus voor wedstrijden. WAS herinnerde me dat ik met mijn De lol ging eraf. Ik werd moeiWINNEN’ ouders en zus op vakantie was lijk in de omgang. Gelukkig in Frankrijk. Mijn vader had kwam ik mensen tegen, trainers gezien dat er een wedstrijd was en me opbij­ voorbeeld, die me de waarheid zeiden. gegeven. Ik wilde helemaal niet, maar dat Daar­door werd ik weer een beetje te pruimen. was niet aan de orde. We gingen naar het strand, maar ik mocht de zee niet in omet heeft onze vader/zoon-relatie gedat ik mijn krachten moest sparen voor het schaad en we hebben jaren geen contoernooi. Mijn plezier in het spel brokkelde tact gehad. Pas toen ik zelf een gezin er alleen maar door af. Als je talent hebt, kreeg, kon ik mijn verleden een plek geven. komt het vanzelf wel bovendrijven. Daar is We bellen elkaar zo af en toe. Ik ben zelf als geen harde hand voor nodig. vader heel anders. Het kan mij niet schelen hoe goed mijn dochter en zoon het doen op hockey en voetbal. Als ze hun best maar ijn ouders hebben me alle ruimte gegeven om me sportief te ontwikkelen. doen. Laat ze maar rennen, laat ze maar fouten maken, laat ze maar gaan. Als ik Zo hoort het ook. Elk kind zou die ruimlangs de lijn sta, roep ik alleen maar: ‘Goed te moeten krijgen. Het helpt je om jezelf te ontdekken en je sociaal te ontwikkelen. zo! Goed zo!’ Oók als mijn zoon de bal ver­ liest. Er ging namelijk wel een mooie actie Het helpt je om kind te zijn. Daarbij heb aan vooraf. Als hij van het veld af komt en je het gevoel nodig dat je vrij bent in wat me met dat bezwete lijfje in de armen valt, je doet. Dat je fouten mag maken. Daar krijgt hij het grootste ijsje dat er is.'  ging het bij mij mis. Omdat mijn vader

H

M

55


RECONSTRUCTIE

Ze hoopten dat Tim zich niets zou herinneren, hij was nog zo klein. Maar die hoop bleek tevergeefs. Ouders van een door Robert M. misbruikt kind vertellen hun verhaal. Omdat ze vinden dat mensen moeten weten dat een goede behandeling heel belangrijk is. 56


art. 39

Bijzondere zorg voor slachtoffers Ieder kind dat slachtoffer is van uitbuiting, misbruik of foltering heeft recht op bijzondere zorg die past bij wat het kind heeft meegemaakt.

Na

Robert

M

tekst marie -josĂŠ linders beeld nationale beeldbank

57


RECONSTRUCTIE

je op het eerste gezicht wellicht vermoedt,” zegt Thom. Van friemelen tot verkrachten: alles heeft Robert M. met Tim gedaan. In hun eigen huis, als Robert M. op Tim paste – zo’n vijftien keer. “En iedere keer misbruikte hij Tim,” vertelt Louisa. In de buurt waar ze nu wonen, weet niemand er iets van: “Toen we hoorden hoe erg en hoe vaak Tim was misbruikt in ons eigen huis, besloten we binnen één dag om te verhuizen. Niet zonder aarzeling, want gaven we daarmee niet toe? Maar het is fijn dat we dat hebben gedaan. We willen niet dat hij een stempel krijgt. Als het echt nodig is, kunnen we onze nieuwe omgeving altijd nog inlichten.”

“Robert is een pestvogel,” zei Tim laatst tijdens het avondeten, toen zijn moeder Louisa had ge- GEEN VRAGEN STELLEN vraagd hoe het die dag op school Zondagmiddag 10 december 2010. Vader Thom, op bewas geweest. Ze hadden het op zoek bij familie buiten Amsterdam, krijgt een telefoonschool over pesten gehad. Robert tje van een politieagent, die hem namens de burgemeester is Robert M., de man die Tim een een brief wil geven. Louisa, opnieuw zwanger, is met Tim in het buitenland. Omdat Thom niet snel jaar lang seksueel misbruikte. Het misbruik ‘IK WERD NAAR naar Amsterdam kan komen, vraagt de agent hem te gaan zitten, zodat hij de brief voor begon toen Tim anEEN ANDERE kan lezen. Thom: “Ik werd naar een andere derhalf jaar oud was. “We hoopten dat Tim WERKELIJKHEID werkelijkheid gezogen. Ons kind, misbruikt. Misbruikt door de man die hem verzorgde op GEZOGEN’ zich niets zou herinde crèche – misbruikt door de man die bij ons neren, hij was nog zo jong,” zegt Louisa. Maar gaan- thuis op hem paste.” deweg merkten ze dat Tim toch Diezelfde avond gaat Thom naar de informatiebijeenherinneringen had. Dankzij de komst voor ouders in het Amsterdamse hotel The Grand. behandeling die ze volgden bij het “Het meest staan me de schrikachtige blikken van andere kinder- en jeugdtraumacentrum ouders bij, de schok van de mededeling over het misbruik, (KJTC) in Haarlem verlammen ze niet meer als Tim erover begint. Toch is het zwaar om erover te praten, ook een paar jaar na dato. Maar ze doen graag hun verhaal zodat ook andere ouders die een kind hebben dat misbruikt is, lezen wat hulp voor je kan doen. Daarnaast hopen ze dat leerkrachten zich realiseren dat ook in hun klas een kind kan zitten als Tim. Een klein kind met een groot verleden. “Achter opvallend of opstandig gedrag kan meer zitten dan

de foto van Robert en de omvang van de operatie. Ik keek naar die grote foto en probeerde in de ogen van Robert iets te lezen wat me zou helpen te verklaren waarom hij zich aan onze zoon vergrepen had. We kregen een lijstje met do's en don'ts mee, wat we in dit stadium vooral wel of niet moesten doen. Niet meteen met je kind bespreken, lees je dan. Geen vragen stellen.”

L

ater hoort Thom dat zijn zoon verkracht is. “Tót dat moment giste ik naar wat er met Tim gebeurd was. Hoopte ik dat het mee zou vallen... Zonder dat wij hem konden beschermen is onze zoon geschonden, bezoedeld, bevlekt. Wij waren er niet voor hem.” Diezelfde week moeten alle kinderen naar het AMC om te onderzoeken of ze geslachtsziekten, AIDS of andere gezondheidsklachten hebben. Thom: “Dat was een paniekmoment. Bij 90 procent van de jonge kinderen wordt fysiek niets teruggevonden van het misbruik, maar toch. Tim kreeg ook

‘Ons kind, misbruikt. Misbruikt door de man die hem verzorgde op de crèche’

58


‘Toen we hoorden hoe erg en hoe vaak Tim was misbruikt in ons eigen huis, besloten we binnen één dag om te verhuizen’

tekeningen te zien, van kinderen die in bed lagen met een volwassene, van lichaamsdelen. Ze zochten naar een reactie. Die gaf hij op dat moment niet en toch is Tim zó ernstig mishandeld.” Niet alle kinderen die zijn misbruikt, zijn gevolgd door therapeuten. Daar zijn ze achteraf wel verbaasd over. Louisa: “Bij het AMC zochten ze alleen naar acute signalen bij kinderen, maar die waren er niet altijd. Sommige kinderen waren al langer geleden misbruikt, daar merkte je niets aan. Ook aan Tim merkten we eerst niets.” DIT IS FOUT Tim is een van de kinderen die het meest is misbruikt, blijkt als familierechercheurs komen vertellen welke beelden ze op Robert M.’s computer hebben gevonden. “Het ging om vierhonderd beelden,” zegt Thom. “Opgenomen in ons eigen huis en rondgestrooid op internet. Die beelden... Te weten hoe en hoe vaak Tim misbruikt was, dat was voor ons een alarmsignaal.” Als Tim zo systematisch misbruikt was, móést de ervaring wel zijn achtergebleven, concludeerden ze. Ze besluiten toch

in therapie te gaan. Via hun advocaat Richard Korver komen ze terecht bij het kinder- en jeugdtraumacentrum (KJTC). “We wilden sterker worden, zodat we er voor Tim konden zijn,” legt Thom uit. “En een plek hebben waar we terecht konden als we dat nodig hadden. Ook voor later.” Als de kindertherapeuten van het KJTC Tim via speltherapie hebben geobser-

veerd, wordt opgemerkt dat Tim erg makkelijk met vreemden meegaat. Thom: “Wij dachten altijd: wat leuk, wat hebben we toch een sociaal kind.” Maar het KJTC ziet dat anders: het gaat té gemakkelijk. “Hij vertrouwde ons niet, legden ze uit. Daardoor ging hij andere volwassenen alleen tegemoet.” De therapeuten constateren dat de ouder-kindrelatie is verstoord. “Dat is nogal wat om te horen,” zegt Thom. “Dan besef je dat het helemaal mis is. Het heeft me veel tijd gekost om dat te aanvaarden.”

N

20%

VAN DE MEISJES HEEFT SEKSUEEL MISBRUIK MEEGEMAAKT VOOR HAAR ZESTIENDE. BRON: RUTGERS NISSO GROEP

a een reeks van sessies lijkt de situatie stabieler te zijn. Ondertussen wordt hun tweede kind geboren. Langzaam bouwen ze de behandeling af. “Tim sprak niet over het misbruik,” vertelt Louisa. Tot die ene avond dat ze hem in bad doet. Zijn billetjes zijn wat rood. “Heb je hard geveegd?” vraagt ze. “Nee,' zegt Tim. “Er was een man op de crèche, die heeft met de fietspomp in mijn billen lopen vechten.” Louisa: “Ik begreep het eerst niet, tot ik me realiseerde: je praat over het misbruik! Mijn god.” Thom: “We probeerden rustig te blijven en zeiden tegen Tim: ‘Als pa-

59


RECONSTRUCTIE

15% BIJNA

pa en mama dit hadden geweten, hadden we het gestopt. Want dit mag niet. Dit is fout.’”

VAN DE VROUWEN HEEFT VOOR HUN ZESTIENDE LEVENSJAAR EEN OF MEER NEGATIEVE SEKSUELE ERVARINGEN MET EEN FAMILIELID

BOZE OGEN De behandeling bij het KJTC wordt geBRON: MINISTERE VWS ïntensiveerd. De therapeuten adviseren om Tim toch te vertellen wat hem is overkomen door een boek over het misbruik te maken. Louisa: “De therapeute liet ons haar boek lezen, over het eendje Sonnie. Een eendje dat op een plas speelt met zijn vriendjes. Er komt een grote eend en die raakt Sonnie overal aan en dat doet hem pijn. Sonnie durft niets te vertellen aan zijn aan ons kind komen!’” Thom: “Hij heeft ouders en raakt zijn gevoel kwijt. Een an- het gezicht zelf fanatiek uitgeveegd. Ik vroeg nog: ‘Zal ik je helpen?’ der eendje ziet wat er gebeurt ‘Nee, papa, ik kan het alleen.’ en vertelt het aan de moeder ‘WIJ Daarna tekende hij ons vievan Sonnie. Zijn moeder aait WAREN ER ren, de hele familie. Lachend, hem en Sonnie kreeg zijn geNIET met hartjes om ons heen... voel en glans weer terug.” VOOR HEM’ Vervolgens hebben we hem, Louisa en Thom schrijven tussen ons in, gewiegd in een hun eigen verhaal, Louisa maakt er tekeningen bij. Met het KJTC dekentje. Jezus, daar heb ik me toch een bereiden ze voor hoe ze het boekje gaan partij staan janken. Over de rand van het voorlezen. In de behandelruimte bouwen ze een huisje van grote, vrolijk gekleurde blokken. Daar gaan ze met z'n drietjes in zitten. Tim tussen hen in. Thom: “Ik heb het verhaal rustig voorgelezen. Vertelde hem dat hij werd geboren en dat we zoveel van hem hielden. Maar dat er ook een meneer was geweest die hem pijn gedaan had.” Louisa: “Toen het verhaal uit was, liep Tim weg uit het huisje. Hij schopte, was boos. Daniëlle vroeg of hij wilde tekenen, op grote krijtmatten op de grond. Hij pakte het krijt, begon te tekenen, snel, met zó veel boosheid... Ik zag niet wat hij tekende. Tot hij klaar was. Enorme boze ogen. Het was Robert.” Samen gooien ze zandzakjes op Robert. Louisa: “En wij maar roepen: ‘Je mag niet

dekentje, keek hij me met zijn grote ogen aan. Voor mij was dat een heel belangrijk moment – hij zag hoe verdrietig ik was. Later zei hij: ‘Papa is er nu wel.’” Dat alles in nog geen uur tijd. “In één sessie kan een kind stappen zetten waar je als volwassene jaren voor nodig hebt,” zegt Louisa. “Die ene sessie heeft me weer in contact gebracht met mijn kind. Niet dat ik het kwijt was, maar het geheim stond tussen ons in. De dag dat hij ging praten was verschrikkelijk, maar ook goed. Het is eruit. We zijn weer samen.” GEEN RISICO’S NEMEN “Wij hebben Tim in handen gegeven van iemand die we vertrouwden,” zegt Thom. Iemand, die nota bene in Duitsland in de gevangenis bleek te hebben gezeten wegens bezit van kinderporno. “Een Nederlandse moeder heeft jaren geleden al melding over hem gedaan bij de politie. Daar is niets mee gedaan. Met kinderen mág je geen risico’s nemen. Ouders en leerkrachten dienen zich bewust te zijn

‘We wilden sterker worden, zodat we er voor Tim konden zijn’

60


‘Ik zag niet wat hij tekende. Tot hij klaar was. Enorme boze ogen. Het was Robert’

van de gevaren die kinderen lopen. We leven in een samenleving met minder sociale controle dan vroeger. Misbruik komt voor, en er zijn signalen: die moet je onder ogen zien.” Niet dat het makkelijk is om die signalen op te pikken. Louisa herinnert zich dat Tim wel eens “Robert, nee!” zei, als hij kwam oppassen. “Maar in die periode had hij ook moeite met afscheid nemen. Dat hebben zoveel kinderen op die leeftijd, dachten we.” Veel ouders van kinderen die door juiste richting kon wijzen. Deze therapie geeft ons het geRobert M. zijn misbruikt, houden voel dat we meer invloed hebben op wat nog gaat komen.” Louisa: “En we hebben ons kind weer terug.” het misbruik voor zich. Tim is nu ontspannen en laat zich weer “Dat is een persoonlij‘LATER knuffelen door zijn vader en moeder. Hij ke keuze,” zegt Thom. ZEI HIJ: gaat graag naar school, heeft vriendjes en Maar in de spreekPAPA IS ER speelt veel buiten. Hij kan al fietsen. Louisa: rechtverklaringen NU WEL’ “Laatst vroeg Tim waarom hij niet alleen naar die advocaat Richard de speeltuin mag fietsen. Ik heb hem uitKorver optekende in zijn boek Recht van Spreken, lazen gelegd dat ik bang ben dat er iets met hem gebeurt. Ik ze hoeveel druk zo’n geheim op vertel hem dat als er iemand naar hem toekomt en het ouders legt. “Die druk wordt niet minder: je kind groeit op, gaat naar school, leert anderen kennen en gaat er misschien wel uit zichzelf over praten. Hoe ga je daarmee om?”

Z

elf zijn ze heel blij dat ze de hulp hebben gekregen van het KJTC, maar niet alle ouders zijn erop gewezen dat er dit soort gespecialiseerde plekken zijn. De meeste andere slachtoffers zijn niet gevolgd door therapeuten. “Jammer,” vinden ze, want zelf voelen ze zich er zoveel sterker door. Thom: “Wij hebben het geluk gehad dat we contact zochten met Korver en dat hij ons in de

3

NEDERLAND STAAT IN DE TOP

VAN LANDEN WAAR KINDERPORNO GEHOST WORDT.

niet goed voelt, hij moet gillen, mij moet roepen en niet stil moet blijven staan.” Thom: “Hij is ook voor de eerste keer alleen naar een verjaardagspartij geweest. Hm, dacht ik even, wordt er wel goed voor hem gezorgd? Maar de behandeling heeft ons vertrouwen gegeven. Tim is weerbaar. Het leven is zo sterk in hem.” Louisa: “Ja, het gaat goed met Tim. Met ons ook, meestal. Maar het gaat niet weg, ik moet ermee leven, alert blijven. Wat gebeurt er als Tim later écht beseft wat er gebeurd is? De ouders van de kinderen worden door de rechter niet als slachtoffer gezien. Geen slachtoffer, maar wat zijn we dan wel? Gelukkig kunnen we nog steeds terecht bij het kinder- en jeugdtraumacentrum en onze vaste therapeut Daniëlle. Dat is zo fijn. Tim vind het zelfs leuk om er naar toe te gaan. Bij het KJTC voelt alles veilig.” 

BRON: KLPD, 2011

De namen van Tim en zijn ouders zijn gefingeerd.

61


INTERVIEW

‘VEEL KINDEREN HANGEN HIER TOT LAAT OP STRAAT. DAAROM BEGON IK EEN DANSGROEP VOOR ZE’ 62


art. 27

Levensstandaard Ieder kind heeft recht op een levensstandaard die voldoende is voor zijn of haar lichamelijke, geestelijke, intellectuele, zedelijke en maatschappelijke ontwikkeling.

‘ ARMOEDE

IS MEER DAN HONGER’ Bonaire hoort bij Nederland. Dus of een kind nu op Vlieland of Bonaire woont, het heeft dezelfde rechten. Een huis, kleding en genoeg te eten. Is dat er niet, dan komt er vaak nog meer ellende op je pad. De jeugd van Marbi Frans-Piar (33) op Bonaire lijkt op die van veel jongeren van de eilandengroep, maar dan met een goede afloop. “Ze kijken hier niet verder dan: heb ik vandaag te eten?” interview renate van der zee illustratie mart yn f. overweel

HET HUIS VAN MIJN OMA art. 18 Verantwoordelijkheden van ouders Beide ouders zijn verantwoordelijk voor de opvoeding van hun kinderen. Het belang van het kind staat hierbij voorop.

“Ik ben geboren op Bonaire, in het dorpje Rincon. Het is een mooi dorp, het ligt midden tussen de heuvels en in de regentijd is het er heel groen. De mensen zijn er vriendelijk. Het zijn mensen van de kunuku, het platteland. Ze helpen elkaar als het nodig is. Ik bracht mijn jeugd door in het grote witte huis van mijn oma, een liefdevolle vrouw. Zij voedde mij en mijn twee kleine broertjes op, want mijn moeder was er meestal niet. Mijn moeder leefde haar eigen leven; soms woonde ze ergens anders, dan had ze werk gevonden op Curaçao of op Aruba. Ze had geen

tijd voor ons. Ook mijn vader zag ik weinig. Mijn moeder en hij hadden maar een korte relatie gehad. In het huis van mijn oma woonden we lange tijd met zijn dertienen: ooms, tantes, neefjes, nichtjes, mijn broertjes en ik. Die moest mijn oma allemaal zien te onderhouden van haar pensioen. Mijn ooms hadden soms werk en dan kochten ze brood, maar ze gaven hun geld vooral uit aan drank. Ze zaten de hele dag in de kroeg, gebruikten drugs en als ze thuiskwamen, maakten ze ruzie. Vaak aten we alleen maar funchi, een dikke brei van maïsmeel. Soms gingen mijn ooms vissen, of schoten ze een geit of een leguaan, daar maakte mijn oma dan een stoofpot van. Ja, we waren arm, maar we hadden elke dag te eten.”

63


INTERVIEW

KIJK, IK KAN HET! art. 28 Onderwijs Het kind heeft recht op onderwijs. De overheid pakt vroegtijdige schooluitval aan. De handhaving op school moet in overeenstemming zijn met de menselijke waardigheid en de kinderrechten.

“Als oudste meisje was ik verantwoordelijk voor mijn broertjes. Het was mijn taak om te zorgen dat ze naar school gingen in een schoon uniform. Het was best moeilijk mijn aandacht er bij te houden op school, want ik dacht voortdurend aan mijn broertjes: doen ze hun best wel op school, gedragen ze zich? En wat moet ik allemaal nog doen straks als ik weer thuis ben? Op school deed ik mijn best, meestal haalde ik zesjes of zevens. Ik wilde mijn broers laten zien: kijk, ik kan het, dus jullie kunnen het ook. Maar ik had geen toekomstdroom, ik had geen idee wat ik wilde worden. Thuis kregen we geen steun, en ik vond het niet makkelijk om op eigen kracht door te zetten op school. Met een beetje begeleiding had ik best een hogere opleiding kunnen doen. Ik zie het ook aan mijn ooms, ze zijn boven de veertig en nog weten ze niet wat ze van het leven willen. Ze kijken niet verder dan: heb ik vandaag te eten?

64

DE BES-EILANDEN:

BIJZONDERE GEMEENTEN VAN NEDERLAND Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat sinds 10 oktober 2010 uit vier landen: Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten. De eilanden Aruba, Curaçao en Sint Maarten zijn, net als Nederland, zelfstandige landen in het Koninkrijk der Nederlanden. De eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba zijn ‘bijzondere gemeenten’ van Nederland. Zij hebben een aparte status binnen Nederland en worden Caribisch Nederland genoemd. UNICEF Nederland deed uitgebreid onderzoek naar de leefsituatie van de ruim 90.000 kinderen die op de zes eilanden in het Caribisch deel van het

Mijn cijfers waren niet hoog genoeg voor mavo of havo, dus mijn keuzes waren beperkt. Ik kon een administratieve opleiding doen, of een opleiding in de bouw, of elektrotechniek. Administratief werk leek me saai en omdat ik graag met mijn handen werkte, koos ik voor elektrotechniek. Dat was bijzonder, een meisje dat elektrotechniek deed. Dankzij de steun van de school – ik had een geweldige mentor die in mij geloofde, wat een boost gaf aan mijn zelfvertrouwen – lukte het me om mijn opleiding af te maken. Hij zei altijd tegen mij: ‘Marbi, je bent het enige meisje op elektrotechniek, dus doe je best. Je kunt het!’ Hij vond echt dat ik meer kon dan ik zelf dacht. Ik zie dat aan veel jongeren op het eiland: ze krijgen nauwelijks steun van hun familie en dus gaan ze niet naar school. Niemand motiveert ze om te gaan. Iemand die met je meedenkt is heel belangrijk.”

Koninkrijk wonen. Daaruit bleek

ZO GRAAG SCHOONZWEMMEN

dat er nog veel moet gebeuren

art. 31

om kinderen te beschermen, vooral tegen geweld en armoede.

unicef.nl/koninkrijkskinderen

Recreatie Het kind heeft recht op rust en vrije tijd, op spelen en op recreatie, en deelname aan kunst en cultuur.

“Voor lekker spelen had ik eigenlijk geen tijd. Ik speelde wel met mijn broertjes en neefjes en nichtjes, maar ik moest ook voor het huishouden zorgen. Als je zeven bent, dan doe je dat zo goed en zo kwaad als het gaat. Ik had één hartenwens: ik wilde schoonzwemmen. Dat had ik een keer op de televisie gezien en dat vond ik zó mooi. Op Bonaire had je geen schoonzwemmen, er was zelfs geen ballet. Een neef die in België woonde, vertelde me dat je daar wel kon leren schoonzwemmen. Ik smeekte hem om me mee te nemen. Tevergeefs natuurlijk. Op mijn twintigste wist ik pas wat ik echt


wilde: ik wilde iets betekenen voor kinderen die het moeilijk hebben. Ik ben begonnen met vrijwilligerswerk; ik zette een dansgroep op voor jongeren. Ze vonden het heerlijk om met elkaar te dansen, maar het hogere doel van de dansgroep was ze opvangen, naar ze luisteren en ze de mogelijkheid geven zich met dans te uiten. Veel kinderen hier zijn altijd alleen thuis, ze hangen op straat tot ’s avonds laat. Ik wilde er zijn voor ze. Door mijn eigen jeugd weet ik hoe belangrijk het is om vrije tijd te hebben als kind. Wat een verschil dat kan maken. Mijn vader kwam uit een rijkere familie dan mijn moeder. Hij heeft later met een andere vrouw twee zoons gekregen, mijn halfbroers. Zij kregen speelgoed, gingen met vakantie, kregen steun en genoeg tijd om zich te ontwikkelen. Zij studeren nu architectuur en management in Nederland. Het heeft mij jaren gekost voordat ik zover was dat ik mijn talenten ging ontplooien.”

EEN ECHTE MOEDER? art. 34 Seksueel misbruik Het kind heeft recht op bescherming tegen seksuele uitbuiting en seksueel misbruik.

“Ik was heel jong toen er iets vreselijks gebeurde. Een oudoom vroeg me om even met hem mee te gaan. Ik herinner me alles nog, ik weet zelfs nog wat ik aanhad. Die

oudoom heeft me misbruikt. Ik mocht het aan niemand vertellen. Ik was bang en in de war, ik dacht dat het mijn fout was. Achteraf weet ik dat het kwam doordat gewoon niemand echt op mij lette. Mijn oma had het te druk met koken voor de hele familie. Ik was zeventien en zat in het laatste jaar van de LTS toen het weer gebeurde. Wéér werd ik misbruikt. Ik kon niet geloven dat het weer gebeurde – en ik vind het nog steeds moeilijk om erover te praten. Eigenlijk kan ik het nog steeds niet begrijpen. Ik probeerde het te verdringen en ging verder alsof er niets gebeurd was. Maar vier maanden later kwam ik erachter dat ik zwanger was. Mijn eerste reactie was: ik wil een abortus, wat moet ik met een kind? Voor een abortus bleek het te laat. Op een echo zag ik de kleine baby in mijn buik. Toen veranderde er iets in mij. Ik besloot dat ik voor mezelf ging vechten. Ik wilde anders zijn dan de rest van mijn familie. Ik kon in Kralendijk wonen (de hoofdstad van Bonaire, red.), bij een oom en zijn vriendin, rustige mensen die mij begrepen. In hun huis werd naar mij geluisterd. Dat heeft mij ontzettend goedgedaan. Van al dat praten knapte ik op. Toen mijn zoon werd geboren, had ik het even heel moeilijk: hij leek veel op de ver-

5295 KINDEREN WONEN ER OP BONAIRE, SABA EN SINT EUSTATIUS. BRON: CBS

‘NIEMAND MOTIVEERT DEZE JONGEREN OM NAAR SCHOOL TE GAAN’ krachter. Toen heb ik mezelf vermanend toegesproken: ga je net als je eigen moeder je kind in de steek laten? Kom op, wil je een echte moeder zijn? Ik heb voor mijn zoon gekozen. Ik zou hem anders opvoeden dan hoe ik zelf ben grootgebracht. Dat was nog best moeilijk, want ik wist helemaal niet hoe je een kind goed opvoedt! Klaarblijkelijk is het gelukt, want hij is opgegroeid tot een geweldige jongen die het prima doet op school.”

IK HEB ALLES ERUIT GEGOOID art. 39 Bijzondere zorg slachtoffers Een kind dat slachtoffer is van uitbuiting, misbruik, foltering of een andere wrede behandeling heeft recht op bijzondere zorg om te herstellen en te herintegreren in de samenleving.

“Opgroeien in armoede, geen luisterend oor, ook niet toen ik was misbruikt: het heeft me een tijd lang hard gemaakt. Onverschillig. I didn’t give a damn anymore. Dat zie ik nu ook bij jongeren: ze gaan aan de drugs, ze laten hun leven lopen, het kan ze niets schelen. Toen ik eenmaal wist dat ik met jongeren wilde werken, ben ik aan een MBOopleiding pedagogiek begonnen. En – heel belangrijk – ik ging zelf naar een psycholoog. Ik heb álles eruit gegooid. Dat was zo’n opluchting! Ik ontmoette mijn man. Ik ben tamelijk vervelend tegen hem geweest in het begin. Bleef maar zeuren: ‘Drink je? Gebruik

65


INTERVIEW

COLOFON

‘OP BONAIRE SCHAMEN MENSEN ZICH EN DURVEN ZE NIET OM HULP TE VRAGEN’

uitgever

Augeo Foundation Postbus 592 | 3700 AN Zeist | 0343-536040 www.augeo.nl | info@augeo.nl Deze uitgave is tot stand gekomen met advies van UNICEF Nederland | Postbus 67 | 2270 AB Voorburg www.unicef.nl | info@unicef.nl

concept, idee & uitwerKing

hij gebruikte geen drugs. Ik was veilig bij hem. En toen had ik weer een droom. Waarom zou ik de probleemjongeren niet in mijn eigen huis opvangen? Ik diende een plan in bij Jeugdzorg, en wat bleek? Ze waren net bezig met plannen om een gezinshuis op te richten, een huis waar jongeren worden opgevangen in een gezinssituatie. Ik heb veel gesprekken gevoerd met Jeugdzorg en uiteindelijk besloten ze met mij verder te gaan. In februari van dit jaar kwam het eerste kind bij mij wonen – en inmiddels heb ik er drie: een meisje van veertien, een jongen van elf, en een jongen van acht. Het is niet makkelijk om deze kinderen op te vangen. Ik moet veel corrigeren, alles uitleggen. Maar ik hou van ze. Armoede is meer dan honger hebben en geen geld voor schoenen. De armoede op Bonaire is vooral geestelijke armoede. De angst om voor jezelf op te komen. Armoede is geestelijke slavernij. Hier op Bonaire schamen mensen zich. Ze durven niet om hulp te vragen. Ze weten vaak ook niet waar ze naartoe moeten. Dus blijft alles bij het oude. Vooral kinderen zijn daar de dupe van. Er wordt niet op ze gelet, ze hangen maar op straat. Ze gaan aan de drank of aan de drugs. Soms belanden ze in de prostitutie. Daarom is het zo belangrijk dat er mensen zijn die zich om jongeren bekommeren. 

Barbara van Erp & Margreet Nanning Morris Publishing www.morrispublishing.nl | info@morrispublishing.nl

hoofdredactie

Mariëlle Dekker, Augeo Barbara van Erp, Morris Publishing

redactie

Martin de Beer (UNICEF Nederland) Marga Haagmans (Augeo) Sabine de Jong (UNICEF Nederland) Karin Kloosterboer (UNICEF Nederland) Gemma Kobessen (Founder Augeo) Marie-José Linders (Augeo)

artdirection & vormgeving Daphne van Langen Anke Revenberg (basisontwerp)

met medewerKing van

Lara Aerts, Gijsje van Bentum, Fabiënne Jansen, Rosa Koelemeijer, Deborah Ligtenberg, Sanne Mulder, Esther Ottens, Martyn F. Overweel, Renske van der Ploeg, Jan Rothuizen, Barbara Ruijgrok, Deborah van der Schaaf, Wybrand Scheffer, Femke Sterken, Ted Struwer, Anne Timmer, Marieke van der Velden, Daphne van der Voorde, Jop de Vrieze, Renate van der Zee

met danK aan de Volkskrant

druKKer

Roto Smeets

LIJFSTRAFFEN AAN KINDEREN ZIJN OP DE BES-EILANDEN NIET BIJ WET VERBODEN. DIT IS IN STRIJD MET HET KINDERRECHTENVERDRAG. BRON: UNICEF

KIND magazine is een uitgave van Augeo Foundation, tot stand gekomen met advies van UNICEF Nederland, ter ere van het 25-jarig jubileum van het Verdrag voor de Rechten van het Kind. Copyright Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/of verspreid zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. Niets uit deze uitgave mag worden gekopieerd en/-of verspreid zonder schriftelijke toestemming van de uitgever. KIND is een gratis bijlage bij de Volkskrant van zaterdag 15 november 2014. Deze uitgave valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van de Volkskrant.

66


(Advertentie)

Pathé vindt het welzijn van kinderen enorm belangrijk. Daarom ondersteunt Pathé het werk van UNICEF met een speciale actie in de Pathé bioscopen van eind oktober 2014 tot aan de kerstvakantie. Bezoekers kunnen bijdragen door aan de kassa van Pathé € 1,- of meer aan UNICEF te doneren.


Ieder kind heeft het recht om kind te zijn SAMEN KINDERRECHTEN TOT LEVEN BRENGEN

Dit tijdschrift wordt u aangeboden door Augeo Foundation en is met advies van kinderrechtenexperts van UNICEF Nederland tot stand gekomen. Deze uitgave valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid van de Volkskrant. www.augeo.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.