7 minute read
STEKELBAARS-IMITATIE
Blij met zijn eerste zeeforel!
Advertisement
DE ZWANGERE STEKELBAARS-IMITATIE
Vliegvissen doe je met een veerkrachtige, soepele hengel, variërend van twee tot drie meter, met daarop gemonteerd een lijn-opslagmechaniek, je molen. Die zit helemaal onderop, en op die molen zit een vliegenlijn gespoeld, een veelal drijvende lijn met aan de punt een meter of drie nylon lijn om je kunstvlieg aan te knopen. Noem het maar de basisuitrusting waarop veel variaties mogelijk zijn: zinkende lijnen, half zinkende lijnen, stalen onderlijntjes voor de snoekvisserij, dubbelhandige hengels van vier meter etc.
Die vliegenlijn, een dacron kern met een mantel van plastic, vormt het werpgewicht waarmee je de lichte kunstvlieg kunt transporteren naar de vis over afstanden van 5 tot 25 meter. Het gewicht, zeg maar de dikte van deze lijn, dient afgestemd te zijn op het werpvermogen van de hengel die je gebruikt. Er is een Amerikaanse maatvoering, AFTMA genaamd (vaak afgekort tot het symbool - #). Deze loopt van aftma 0 tot aftma 15, zeg maar van voornvisserij tot tonijn- en zwaardvisvisserij. De aftma-waarde van de hengel en de lijn dienen dus op elkaar afgestemd te zijn. Een aftma 5-6 uitrusting is een mooie basis voor de Nederlandse omstandigheden. Voor een kleine € 100 steek je al van wal. Wil je vooral grotere aassoorten als snoekstreamers werpen, dan kies je al gauw voor een # 8-10 uitrusting. Ook weersomstandigheden als wind kunnen je keuze voor een lichtere of zwaardere hengel bepalen.
INSTRUCTIE
Werpen met een vliegenhengel moet je leren, maar met goede instructie leer je de basis in een half uurtje aan en kun je al een vis gaan vangen. Handigheidjes en speciale werptechnieken krijg je al doende onder de knie, of door naar meer ervaren vliegvissers te kijken en vragen te stellen. Verder heb je eigenlijk niet veel nodig om een dag plezier te hebben langs het viswater: een tasje met daarin een doos met vliegen, enkele spoeltjes nylon (16/00 tot 20/00), wat spul om je kunstvlieg te drogen en weer te laten drijven en een onthaaktangetje. Of als je op de snoek gaat enkele streamers en staaldraadjes en een spoel 40/00 nylon en weer die onthaaktang. Maar nu een iets forsere vanwege die grote muil met tanden.
Hengel, molen en lijn…
OOSTVOORNSE MEER
Het Oostvoornse Meer is een van mijn favoriete locaties omdat de forellen in het voorjaar de diepe gaten van het meer verlaten en weer aan de oppervlakte komen om hun voedsel te zoeken. Dan kun je met een paar lieslaarzen voorzichtig langs de oever scharrelen en vissen in de binnenbakken belagen, of je trekt een waadpak aan en begeeft je op de stenen dammen die bijna om het hele meer een kleine 30 meter uit de oever liggen, dan kun je op dieper water vissen. Toen het Oostvoornse Meer nog krioelde van de driedoornige stekelbaarsjes, die de uitgezette regenboogforellen lieten groeien als kool, viste ik zeer regelmatig in dat brakwatermeer ten zuiden van de Maasvlakte. De stekelbaarzen en de grondeltjes vormen daar nog steeds het basisvoedsel. Het navolgende verhaal illustreert min of meer de ‘ontwikkeling’ die je als vliegvisser kunt doormaken. Het seizoen begint er echt goed in april met de eerste warme dagen, de topdagen vallen eind april als de Bibio marci, de grote zwarte haarmuggen, gedurende 2 weken volop
Tasje, hengel en doosje vliegen.
VLIEGENDOOS
De inhoud van een vliegendoos kan echter wel weer zeer variabel zijn, afhankelijk van de tijd van het jaar, het water dat je bezoekt, het formaat van de vissen en of deze vissen oppervlakte-azers zijn of juist bodembewoners die daar hun kostje bij elkaar scharrelen. Zo zijn er kunstvliegen die hoog op het water drijven, de zogenaamde droge vlieg; vliegen die dieper in de oppervlakte drijven, met een mooi woord emergers genoemd en die een imitatie van een net uitkomend insect vormen; natte kunstvliegen die enkele centimeters onder de wateroppervlakte zweven, als een verzopen insect, en er zijn kunstvliegen (nimfen) met verzwaring die zelfs in een snelstromende rivier heel snel de bodem opzoeken.
VOORKEUREN
Vliegvissen kan heel simpel zijn met een minimum aan materiaal, maar er is voor iedereen wat wils en elke vliegvisser ontwikkelt zich naar zijn eigen voorkeur. Voor mij is dat min of meer seizoensgebonden: de hele winter op snoek, eind april naar het Oostvoornse Meer, in de maand mei en juni een paar roofbleien zoeken en als ik ze kan vinden een paar grote ruisvoorns. In de zomermaanden ergens een weekje naar Denemarken en toch nog even op de karper met een penhengel. In september 2 weken Schotland voor de forel en zalm, eind oktober nog een keer Denemarken (weer op de zalm) en daarna weer op de snoek, want het is weer bijna winter.
VLIEGVISSEN? VVG THE LEADER!
Geïnteresseerd in vliegvissen? In de regio Utrecht is Traditional Hengelsport (Royaards van den Hamkade 95, Utrecht) een plaats waar ze je graag verder informeren. Of zoek contact met de vliegvisgroep van de AUHV!
Er worden regelmatig events en activiteiten georganiseerd. Zo organiseerde de vliegvisgroep van de AUHV, VVG The Leader, in samenwerking met Forelvijver De Ruigenhoek op zondag 3 april een workshop. Meer leren van vliegvissen en andere leden, neem dan contact op met de vliegvisgroep via:
bestuur@vliegvisgroeptheleader.nl
Snoek op de streamer.
Het Oostvoornse Meer. Ook bot kan er niet afblijven. Prachtige vissen!
vliegen. Ook de grote regenboogforellen wagen zich dan in de ondiepe binnenbakken tot vlak onder de oever, vooral onder bescherming van het duister. En wat is er mooier dan een 60-70 cm lange vis vangen op een droge vlieg! De locals staan in de avondschemering bijna schouder aan schouder te wachten tot de vis naar de oeverzone komt.
VIS-IMITATIE?
Maar na enkele weken gaan de vissen deze kunstvliegen wantrouwen, hoewel ze zich nog steeds in de oppervlakte laten zien. Soms schakelen ze over op hele kleine torretjes. Andere vissers gebruiken streamertjes en vlokreeft-imitaties, zinkend, om de regenbogen te verleiden maar één ding staat mij niet aan als ik hun verhalen hoor: vier tot vijf aanbeten krijgen en slechts één vis haken en vangen? Vaak nemen de vissen je vlieg zonder dat je iets voelt, ze zwemmen bijvoorbeeld naar je toe, pakken je vlieg, bespeuren onraad en spuwen de vlieg weer uit tegen de tijd dat jij iets bemerkt van een aanbeet. Een aanbeet op de droge vlieg is niet te missen (als je niet te vroeg aanslaat, tenminste) dus zocht ik naar een andere drijvende ‘kunstvlieg’. Waarom geen vis-imitatie, de stekelbaars? Of een drijvende vlokreeft-imitatie? Uit ervaring weet ik inmiddels dat beide zéér goed werken, mijn topdag was 5 grote regenbogen in enkele uurtjes tijd. Ook weet ik dat de grootste vissen van het meer de stekelbaars niet versmaden! En dan kan een forel zijn van 80 tot 90 cm! En zelfs de botten en de tarbotten halen hem van de oppervlakte af!
FLOATING FRY
Ik maak mijn floating fry, zoals je het ook wel mag noemen, uit polycelonschuimfolie, het beschermende folie rondom elektronische componenten. 2 dikten gebruik ik: 0,5 mm en 1,5 mm. Ik knip hiervan lange smalle strippen. Als haak gebruik ik een Gamakatsu F314 #8, een kortstelige haak, en een Tiemco haak TMC 5263BL #8, langstelig. Bindvolgorde: als eerste een staart opzetten van maraboe, craft fur of ander, echt, haar. Vervolgens boven de staart inbinden: 1e een brede strip uit een donkere ganzenveer (ander veer kan ook) 2e een strip 0,5 mm folie, 3e een strip 1,5 mm folie. Bovenop de haaksteel wordt eerst een lijfje gemaakt door de dikke foliestrip driemaal heen en weer in te binden, niet te strak want dan zit er geen lucht meer in. Beetje nagellak over het geheel. Daarna wordt de dunne foliestrip over de vorige heen gewikkeld naar voren en vastgezet. Zo werk je het lijfje glad af. En hier overheen komt de strip ganzenveer die ook achter het haakoog wordt vastgezet. Het geheel wordt afgewerkt met snel hardende kunsthars en ik plak er altijd enkele “spiegeltjes” in.
DE ZWANGERE STEKELBAARS
En zo kwam ik dus tot een drijvende vis-imitatie, bedacht voor het Oostvoornse, maar ook de windes en de roofbleien van het zoete water zijn er gek op, en de kleinere maatjes vangen zelfs ruisvoorn. Je mag het gerust een plugje noemen, en ik bouw ze zelfs met duiklip zodat ze nog meer actie krijgen, maar het grote voordeel van mijn zwangere stekelbaars is zijn lichte gewicht waardoor deze met een vliegenhengel zeer goed te vissen is. En vliegvissen? Ik doe niets liever!