6 minute read
VERRASSENDE VECHT VANGST
EEN BIJZONDERE VANGST
OP DE UTRECHTSE VECHT
Advertisement
De maand september staat meestal garant voor goede visvangsten. De vis moet er dan weer voor zorgen dat ze voldoende vetreserve opbouwen voor de wintermaanden. Een goede reden om met de hengel eropuit te gaan.
De afgelopen maand is er veel brasem en voorn gevangen op diverse wateren in de provincie Utrecht. De weersvooruitzichten voor het laatste weekend in september zagen er prima uit. Lichte regen, een verwachtte temperatuur van 20 graden en nauwelijks wind, kracht 2 of minder uit noordoostelijke richting. Hierop besloten Hans Altena en ik om met heel licht materiaal op de Utrechtse Vecht in de buurt van Nederhorst den Berg te gaan vissen op brasem en voorn.
De Vecht ligt erbij als een spiegel.
LIGHT FEEDER EN QUIVER
Het is zondag 26 september en het is een heerlijke windstille herfstochtend. De Vecht ligt er als een spiegel bij en er staat een hele lichte stroming richting Muiden. Het water heeft hier een diepte van circa 4 meter in het midden tot 1,5 meter langs de oevers en is ca 60 meter breed. Veel waterlelies zijn alweer verdwenen of sterven af. De witvis trekt daarom richting het midden van de Vecht waardoor ze verder uit de buurt van de snoeken kunnen blijven die langs de oevers op prooi liggen te wachten. Ik kies ervoor om mijn voerstek net vóór het midden aan te leggen op ca. 25 meter afstand, waarna ik de afstand achter de lijnclip veranker. Als richtpunt kies ik een vast punt (lantaarn) aan de overzijde. Met kant-en-klaar voer (Brasem Killer)
Het aasplateau.
waar ik wat casters, maïs en witte maden aan toevoeg, maak ik een aantrekkelijke voerstek. Na het werpen van een 6-tal voerkorven, zijn de eerste aanbeten te zien op de gevoelige hengeltop (0,5 OZ). Aanbeten genoeg, maar het haken van de vis blijkt toch iets lastiger te zijn. Na elke worp zijn er gelijk een paar tikken op de hengeltop waar te nemen, maar elke keer weer zijn de casters en/of witte made van de haak verdwenen. Kleine voorn, met een lengte van 10 tot 15 cm blijkt mij telkens te slim af te zijn. Na ruim 1,5 uur wissel ik naar een kleine haak nr. 14 en krijg ik eindelijk een mooie doorgaande aanbeet. Mijn lichte quiverhengel van 3 meter buigt helemaal krom en vangt de doffe dreunen van een gehaakte brasem prima op. Een mooie gezonde brasem van ruim 1300 gram komt aan het wateroppervlak tevoorschijn. Zelfs een dergelijke brasem geeft nog aardig wat weerstand op zo’n lichte quiverhengel en is daarmee een prima sportvis. Dat een brasem nooit alleen komt bleek inderdaad zo te zijn. Na deze eerste brasem volgden er nog negen.
EEN ONVERWACHTE VERRASSING
Bij Hans is er minder activiteit rondom zijn voerstek. Alleen de voorn is actief, maar laat zich moeilijk vangen. Hans gaat ook over naar
Adri heeft zijn eerste brasem gehaakt.
Adri toont een mooie gezonde brasem.
een kleinere haakje nr. 14, een juiste beslissing. Met twee witte maden en één caster op de haak vangt hij enkele mooie maatvoorns. Ook enkele kleine brasems weten de voerstek van Hans te vinden, maar de echte grote jongens laten het bij hem volledig afweten. Nadat er weer diverse voerkorven richting de voerstek zijn geworpen, registreert de hengeltop enkele kleine rukjes. Bij het aanslaan explodeert de boel. Meteen buigt de hengel richting het midden van de Vecht en Hans moet zorgen dat de hengel niet uit zijn handen, het water in wordt getrokken. Het lijkt of een zeilboot met zijn kiel de gevlochten hoofdlijn meetrekt, alleen is er geen boot te bekennen. Dit moet wel een grote vis zijn met heel veel kracht. Is het een karper? Een grote zeelt? Een snoek of snoekbaars? Is een grote brasem vals gehaakt of misschien een kleine meerval? Ik sta klaar met de camera om dit spektakel vast te leggen. Allerlei gedachten schieten door ons hoofd. We moeten er niet aan denken om deze vis te moeten lossen, zonder te weten wat het is. Het is al zo vaak voorgekomen dat we minutenlang aan het drillen waren en de vis toch van de haak schoot zonder de vis ooit te hebben gezien.
HEEL ANDERS
Deze vis voelt zo anders en we herkennen de manier van vechten niet. De Light feederhengel van Hans staat helemaal gebogen. De vis zwemt naar de kant, in de richting van het riet, rechts van de visplek. Met veel moeite weet Hans de vis uit het riet te houden waarna de vis weer lijn van de molenspoel trekt en het ratelen van de slip duidelijk hoorbaar is. Hans hoopt de vis tegen te kunnen houden omdat de hoofdlijn achter de lijnclip is bevestigd en daardoor zou kunnen breken. Gelukkig weet Hans de vis weer richting de kant te krijgen waarbij hij eerst naar links om vervolgens weer naar rechts richting riet zwemt. Al die tijd is nog steeds niet duidelijk wat er nu eigenlijk gehaakt is. Eindelijk zien we door het heldere water een glimp van de vis. Het is groot, tussen de 70 en 80 cm. Heeft een grote V-vormige staart, zilverkleurige flanken en een brede platte kop die aan de bovenzijde een donkere groene gloed laat zien. Weer verdwijnt de vis richting bodem waarbij hij het water laat kolken. Een karper of zeelt kan het dus niet zijn, evenals een meerval. Deze hebben allen geen scherpe V-vormige staartvin. Het mysterie wordt alleen maar groter. Weer komt de ranke sterke vis richting het wateroppervlak, komt met zijn lichaam half boven water waarbij het een duidelijk zilverkleurig
WAT EEN DRIL!
De harder is gehaakt en moet nog geschept worden. De harder is geland.
Hans kan het bijna niet geloven: een diklipharder in de Vecht! De harder wordt weer zorgvuldig teruggezet. Wat een vis, wat een verrassing!
gestreept patroon laat zien met grote ogen aan weerzijden van de kop. Het lijkt op een harder! Ik kan mij ogen niet geloven. Een harder hier in de Vecht? Langzaam lukt het om de vis richting het schepnet te sturen. Het schepnet is bijna te ondiep om deze vis te kunnen scheppen. Toch moet Hans het hiermee proberen en ik kan niet helpen omdat ik met de camera klaar sta. Eindelijk lukt het om de vis enigszins gedraaid in het schepnet te laten landen. Het is inderdaad een harder. Een diklipharder om precies te zijn met een lengte van 76 cm en een gewicht van 4000 gram. Deze bijzonder sterke zeevis hadden wij nog nooit eerder op de Vecht gevangen of gezien. Met moeite lukt het Hans om de diklipharder vast te houden voor de foto. Daarbij loopt hij enkele flinke steken van de stekels, van de rugvin, in zijn arm en vingers op.
CONCLUSIE
Deze sterke zeevis, die hoofdzakelijk in zee en brak water (zeehavens) voorkomt, is waarschijnlijk via de zeesluizen van IJmuiden, het Noordzeekanaal, het IJ, het Buiten-IJ en het IJmeer de Vecht opgezwommen en heeft daarbij een traject van ruim 58 kilometer afgelegd. Het voedsel van de harder bestaat naast plantaardig voedsel ook uit plankton, kreeftachtige en slakken. Heel bijzonder is het feit dat we deze alleseter met twee witte maden en één caster, als haakaas, konden vangen. Het vangen van een harder is een enorme belevenis die we nog niet eerder hebben meegemaakt en waar we in de toekomst zeker gerichter op gaan vissen.