uitleg_jhwh_aan_zakenrelatie

Geachte lezers, Een zakenrelatie vroeg eens of wij aan de hand van de Schrift konden be wijzen dat Jezus de Messias de Almachtige God is.

Met behulp van onderstaande Schriftgedeelten en voetnoten, hebben wij aan dit verzoek voldaan. Deze Schriftgedeelten kunnen ook voor u verduidelijkend zijn, omdat de Schrift u op dergelijke wijze misschien wel nooit is uitgelegd.

Wij wensen u Gods zegen en wijsheid toe in het bestuderen van Zijn Woord (ook) in relatie tot deze uitleg.

In het Oude Testament komen wij veelvuldig de aanduiding "Here HERE" tegen. In het Hebreeuws staat hier echter "Adonai JHWH", de "Ik ben Die Ik ben". Jezus de Messias wordt tegenwoordig door de meeste Christenen nog steeds gezien als de Zoon van God. Maar is dat ook zo? Als Jezus de Messias de Almachtige is, dus niet meer de Zoon, hoe is Hij dit dan geworden en wat zegt de Schrift hierover?

DE GEBRUIKTE SCHRIFTGEDEELTEN ZIJN ALLE GECITEERD U1T DE STATENVERTALING (oude vertaling) Jesaja 9:5 Want een kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven de heerschappij is op Zijn schouder en men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der Eeuwigheid (EEUWIGE VADER), Vredevorst.

Lukas 1:34:35 En Maria zeide tot de engel: Hoe zal dat wezen, dewijl ik geen man bekenne? En de engel, antwoordende, zeide tot haar: De Heilige Geest ( ) zal over u komen en de kracht des Allerhoogsten zal u overschaduwen; daarom ook, dat Heilige, Dat uit u geboren zal worden, zal Gods Zoon genoemd worden. : De HERE werd niet verwekt door een mens, naar aards begrip.

Het Kind in Bethlehem werd verwekt door de Heilige Geest. Deze was “de Vader Die in Mij blijft�.

1

Lukas 1:43 (Maria bezoekt Elizabeth) En van waar komt mij dit, dat de ( ) tot mij komt? : Het nog ongeboren Kind in de buik van Maria werd door Elizabeth, opmerkelijk genoeg “mijn Heer”, genoemd.

Johannes 1:1 In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Johannes 1:14 En het Woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.

Johannes 1:23 Hij (Johannes) zeide: Ik ben de stem des roependen in de woestijn Jesaja 40:3 Een stem des roependen in de woestijn: Bereidt de weg des HEREN ( ), maakt recht in de wildernis een baan voor onze God. Matthéüs 3:16 En Jezus gedoopt zijnde, is terstond opgeklommen uit het water en ziet, de hemelen werden Hem geopend en hij (Johannes) zag de Geest Gods nederdalen, gelijk een duif en op Hem komen.

Maleachi 3:1 . . . en snellijk zal tot Zijn tempel komen die Here, Dien gijlieden zoekt, te weten de Engel des verbonds, aan dewelken gij lust hebt; ziet Hij komt, zegt de HERE (JHWH) der heerscharen.

Johannes 8:23 En Hij (Jezus) zeide tot hen: Gijlieden zijt van beneden, Ik ben van boven; gij zijt uit deze wereld, Ik ben niet van deze wereld.

Alleen de Heilige Geest in Jezus kon zeggen dat Hij van boven was, want Zijn lichaam was immers op aarde geboren.

Johannes 8:24 Ik heb u dan gezegd, dat gij in uw zonden zult sterven; want indien gij niet gelooft dat Ik Die ben, gij zult in uw zonden sterven!

Deut. 32:39 Ziet nu dat Ik, Ik Die ben en geen God met Mij, Ik maak dood en maak levend en er is niemand die uit Mijn hand redt!

Johannes 12:44-45 En Jezus riep en zeide: Die in Mij gelooft, gelooft in Mij niet, maar in Degene Die mij gezonden heeft. En die Mij ziet, ziet Degene Die Mij gezonden heeft.

Johannes 14:8-10 Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg. Jezus zeide tot hem: Ben ik zo langen tijd met ulieden en hebt gij Mij niet gekend Filippus? Die Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien en hoe zegt gij: Toon ons de Vader? Gelooft gij niet dat Ik in de Vader ben en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot ul 2

ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken ( ) : De HERE werd niet verwekt door een mens, naar aards begrip.

Het Kind in Bethlehem werd verwerkt door de Heilige Geest. Deze was “de Vader Die in Mij blijft”.

Johannes 10:30 Ik en de Vader zijn ÉÉN! Johannes 17:25-26 (Hogepriesterlijk gebed) Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend, maar Ik heb U gekend; en dezen hebben bekend dat Gij Mij gezonden hebt. En Ik heb Uw Naam bekend gemaakt en zal hem bekend maken, opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij en Ik in hen.

Ezechiël 39:7 En Ik zal Mijn Heiligen Naam in het midden van Mijn volk Israël bekend maken en zal Mijn Heiligen Naam niet meer laten ontheiligen en de heidenen zullen weten dat Ik de HERE ( ) ben, de Heilige in Israël.

Johannes 19:19 En Pilatus schreef ook een opschrift en zette dat op het kruis en er was geschreven: Jezus de Nazarener en Koning der Joden. Vertaalt in het Hebreeuws: eshua anezer emelech ajehudim ( ).

Zacharia 12:10 . . . “en zij zullen Mij aanschouwen Die zij doorstoken hebben en zij zullen over Hem rouwklagen als met een rouwklage over een enige zoon en zij zullen over Hem bitterlijk kermen, gelijk men bitterlijk kermt over een eerstgeborene”.

Hebreeën 9:16-17 Want waar een testament is, daar is het noodzaak dat de dood van de testamentmakers tussenkome. Want een testament is vast in de doden, dewijl het nog geen kracht heeft, wanneer de testamentmaker leeft ( ). : In Hebreeën wordt gesproken over de dood van de testamentmaker, waardoor het testament bekrachtigd wordt. Als Jezus de Zoon van God was, dan was Hij eveneens de Zoon van de Testamentmaker. In deze hoedanigheid had Hij nimmer het Oude Testament kunnen wijzigen in het Nieuwe Testament.

Johannes 20:16-17 (Verschijning aan Maria na Zijn opstanding) Jezus zeide tot haar: Maria! Zij, zich omkerende zeide tot Hem: Rabbouni, hetwelk is gezegd: Meester. Jezus zeide tot haar: Raak Mij niet aan, want ik ben nog niet opgevaren tot Mijn Vader en uw Vader en tot mijn God en uw God. Daniël 7:13 Verder zag ik in de nachtgezichten en ziet, er kwam Eén met de wolken des hemels, als eens mensen zoon en Hij kwam tot de Oude van dagen en zij deden Hem voor Dezelve naderen.

3es

Hebreeën 1:8-11 Maar tot de Zoon zegt Hij: Uw troon, o God, is in alle eeuwigheid; de scepter Uws Koninkrijks is een rechte scepter. Gij hebt rechtvaardigheid liefgehad en onrechtvaardigheid gehaat; daarom heeft U, o God, Uw God gezalfd met olie der vreugde boven uw medegenoten. En: Gij Here! Hebt in den beginne de aarde gegrond en de hemelen zijn werken Uwer handen.

Uw troon, o God! is eeuwiglijk en altoos; de scepter Uws Koninkrijks is een scepter der rechtmatigheid. 8 Gij hebt gerechtigheid lief, en haat goddeloosheid; daarom heeft U, o God! Uw God gezalfd met vreugdeolie, boven Uw medegenoten.

Daniël 7:14 En Hem werd gegeven heerschappij en eer en het Koninkrijk, dat Hem alle natiën en tongen eren zouden; Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet vergaan zal en Zijn Koninkrijk zal niet verdorven worden.

Filippensen 2:5-7 Want dat gevoelen zij in u, hetwelk ook in Jezus Christus was; Die in de gestaltenis Gods zijnde, geen roof geacht heeft Gode even gelijk te zijn. Maar heeft Zichzelven vernietigd, de gestaltenis eens dienstknechts aangenomen hebbende en is de mensen gelijk geworden. : De vernietiging waar in deze verzen over gesproken wordt, betreft de Onsterfelijke Gestalte van God, naar welks voorbeeld Adam geformeerd was.

De aanduiding “Oude van Dagen” in Daniël, verwijst slechts naar de leeftijd van deze Gestalte en niet naar diens fysieke kenmerken. Van Deze Gestalte van God wordt immers gesproken dat Deze was: Zonder vader, zonder moeder, zonder geslachtsregister, noch beginsel der dagen, nog einde des levens hebbende. Dit betekent dat de Gestalte Die God in het Oude Testament had, naar welks voorbeeld Adam gemaakt is, niet sterfelijk was en qua uiterlijk niet kon verouderen.

Adam werd gemaakt als een man in de kracht van zijn leven. In Israël is dat ± 35 jaar. De Here Jezus was ± 33½ jaar toen Hij opstond uit de dood en de Almachtige werd. Uiterlijk verschilde Hij niets van de Oude van Dagen. En daarop reageerde Daniël (7:15): “Mij, Daniël, werd mijn geest doorstoken in het midden van het lichaam en de gezichten mijns hoofds verschrikten mij.” Hij zag namelijk twee identieke gestalten, terwijl Hij naar Joods geloof zich conformeerde aan Deuteronomium 6:4, alwaar geschreven staat: “Hoor, Israël! De HERE (JHWH) onze God is een Énig HERE!” In het Hebreeuws staat voor „ENIG‟ ECHAD”. Dit is het telwoord één en betekent niet „uniek‟ zoals wel geopperd wordt.

Jesaja 41:4 Ik, de HERE, Die de Eerste ben en met de Laatste ben Ik Dezelfde.

4

Lukas 24:36+39 En als zij van deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in het midden van hen en zeide tot hen: Vrede zij ulieden! Ziet Mijn handen en Mijn voeten, want Ik ben het Zelf, tast Mij aan en ziet, want een geest heeft geen vlees en benen gelijk gij ziet, dat Ik heb.

MattheĂźs 28:17-18Âą En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden. En Jezus bij hen komende sprak tot hen, zeggende: Mij is gegeven ALLE MACHT in hemel en op aarde.

Openbaring 1:8 Ik ben de Alfa en de Omega, het Begin en het Einde, zegt de Here, Die is en Die was en Die komen zal, de ALMACHTIGE! Openbaring 1:17-18 Ik ben de Eerste en de Laatste en Die Leef en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. AMEN. Judas vers 25 De ALLEEN WIJZE GOD, onze Zaligmaker, zij Heerlijkheid en Majesteit, Kracht en Macht, beide nu en in eeuwigheid. AMEN.

5