U wordt bedrogen! Er staan in Nederland nogal wat kerken. Kleine, maar ook heel grote. Ze geven de illusie een opstapje te zijn naar de hemel. Voor sommige van die bouwwerken had men honderd jaar of meer nodig om tot voltooiing te komen. Meestal tot meerdere glorie van de bouwmeester, wiens naam daaraan werd verbonden. Dat laatste gold ook voor de orgels. Het dienden meesterstukken te worden, vooral in grote kerken. Ze moesten imponeren en kunnen wedijveren met andere instrumenten van naam. Het geld werd door het misleide volk opgebracht en de kerken door datzelfde volk gebouwd. De lachende archi tect op de achtergrond was de duivel. Elke logica aan directe behoefte ontbrak als zo'n gebouw (pas na anderhalve eeuw) werd opgeleverd. De St. Bavo in Haarlem ( 1390-1538) is zo'n gebouw. Mensen worden meestal geen honderd jaar. De bouwers werkten dus voor een illusie of voor het zoveelste nageslacht. Wat dergeli jke hoeveelheden steen met het geloof hebben te maken, zal wel altijd duister blijven. De Bergrede werd op een andere plaats uitgesproken; althans de eerste keer. Het geloof is bovendien een vaste grond der dingen die men hoopt en een bewijs der zaken die men niet ziet. Daar draagt een stenen monument beslist niet toe bij. Was het niet op de deuren van zo'n gebouw te Wit tenberg dat Luther zijn 95 stellingen sloeg? En waarom? Omdat er van alles niet deugde. De St. Pieter in Rome bijv. werd gebouwd van het g eld dat door de aflaathandel van Tetzel werd opgebracht. Men kocht dan certificaten voor de vergeving van zonden. Het verhaal doet de ronde dat er werd geleurd met de slogan: „Zodra het geld in ’t kistje klinkt, het zieltje in de hemel springt". Men moet er maar op komen. Later zijn veel van die gebouwen in handen van protestan ten gekomen. Maar ze deugen nog steeds niet. Bij sommigen is een groot deel van de vloer bezaaid met grafstenen van prominente fi guren. Sommigen zullen nu misschien zeggen: „Hoor eens, wij ko-
men niet om de kerk, maar om wat er wordt gebracht". Maar dan komt men in feite van de regen in de drup. De boodschap die er wordt gepredikt deugt ook niet en houdt de mensen juist uit het Koninkrijk van God. Om maar eens wat te noemen: Kinderbesprenging bijvoorbeeld. Men was daarbij zo inventief om naar Ezechiël 36:25 te verwijzen, waar staat: „Dan zal Ik rein water op u sprengen, en gij zult rein worden van al uw onreinigheden en van al uw drekgoden". Ziet u het voor u? Ouders die de drekgoden dienen, komen met hun zuige lingen (in zonden ontvangen uiteraard) de kerk binnen om rein water op hen te laten sprengen en te verlossen van hun drekgo den. Dat 'rein water' kan gewoon leidingwater zijn of sneeuwwater van de Zwitserse Alpen; al naar gelang de kerk waar men de zuigeling naar toebrengt. Bij de 'bespreng plechtigheid' wordt ook nog iets uitgesproken, theatraal en met stemverheffing: „Ik doop u in de Naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes". Daarmee zijn het dan 'verbondskinderen' geworden. Voor wie het ge looft althans. Want hoe men zonder te verbleken, besprengen, doop kan noemen, is echt een groot raadsel. De doop geschiedt door onderdompeling (onder water en weer boven water komen) . Geen druppels water. Tevens deugt de doopformule Vader, Zoon en Heilige Geest niet. Sterker nog, voor het concilie van Nicéa - 325 na Chr. bestond deze formule niet eens. De tekst van Matthéus 28:19 , zoals Eusebius die aangeeft, was als volgt: „Ga dan heen en maak al le volken discipelen in Mijn Naam, lerende hen onderhouden al wat Ik u heb geboden". Een 'onbekende' auteur heeft daar later een langere versie van gemaakt en de bedoeling onderuit gehaald. Ook in Lukas 24:47 lezen we duidelijk dat bekering en vergeving van zonden gepredikt diende te worden in de Naam van Jezus. En voor wie het dán nog niet duidelijk is, kan terecht in Handelingen 2:38 , waar staat: Bekeert u en een ieder van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus tot vergeving der zonden en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen. En dergelijke voorbeelden vindt u ook in Hand. 8:16 , Hand. 10:48 , Hand. 19:5 en Hand. 22:16 . Volgens prof. dr. Flusser van de Hebreeuwse Universiteit in Jeruzalem zou een Jood nooit een opdracht geven in drie vers chillende namen of titels, maar altijd in zijn eigen naam. Dus een formule van Vader, Zoon en Heilige Geest kan gewoon niet en de voorbeelden in Handelingen spr
spreken voor zich. Daarmee kunt u de balans opmaken wat kinder besprenging of onderdompeling in die formule waard is. Bo vendien hebben de apostelen nimmer zuigelingen gedoopt. Zij doopten al leen mannen en vrouwen, zoals we lezen in Hand. 8:12 . Wat de zaak nog triester maakt, is dat predikanten dit weten. Ze weten méér dan ze op de kansel brengen. Ze weten dat er in de Bij bel is geknoeid. Ze weten dat het gedeelte dat in 1 Joh . 5:7-8 tussen haakjes staat, daar niet hoort, maar is ingevoegd. Ze weten ook dat het woord 'drie-eenheid' niet in de Bijbel voorkomt en dat er ner gens over een 'drie-enige' God wordt gesproken. Maar ze gaan stug door hun zienswijze te verkondigen. En als ze in het nauw worden gebracht met de vraag 'Wie God dan eigenlijk wel is ', hullen ze zich in vaagheden en zeggen dat God een mysterie is. D iezelfde 'geroepenen' ofwel verleiders (waar de Bijbel over spreekt) weet ook de 'Goede Vrijdag' te verdedigen. 'Drie dagen en drie nachten?'. Ach, kleine vergissing in Matthéus 12:40 . Slechts 'gedeelten' van Joodse dagen werden als hele dagen gerekend. Vandaar dus één dag en twee nachten. Een kniesoor die daaraan tornt. Het scheppingsverhaal wordt door duizenden predikan ten in twijfel getrokken. Dagen van 24 uur? Nee, het is allemaal heel geleidelijk gegaan, met een 'oerknal'. De meeste explosies doen wat anders, maar men moet toch ergens in geloven. Er is nog iets waar men in die stenen gebouwen mee heeft af gerekend, dankzij het briljante brein van Galileï. In Psalm 19:5-6 lezen we dat God in het universum een tent (blauwe lucht) heeft gesteld voor de zon en dat die uitgaat als een bruidegom om vrolijk als een held, het pad te lopen. Maar de heren predikanten weten het beter. Toen Jozua (10:12-14) in het heetst van de strijd zei: „Zon, sta stil te Gibeon en gij maan in het dal van Ajalon", lezen we: „En de zon stond stil en de maan bleef staan (. . .) De zon stond stil in het midden des hemels en haastte zich niet onder te gaan omstreeks een volle dag". Maar het was (volgens de predikanten) toch de aarde die abrupt tot stilstand kwam? Van 1667 km per uur tot nul? Dat moet toch kunnen? Als een vliegtuig met de helft van die snelheid tegen een berg aanvliegt, stappen alle passagiers dan ook netjes uit? Mensen, lees de Bijbel en onderzoek Gods Woord en laat u niet misleiden door valse leraars, maar bidt de Here om wijsheid en in zicht en u zult een schat ontvangen die eeuwig is.
We willen deze folder dan ook besluiten met waarmee we zijn begonnen: Wilt u zekerheid hebben voor de eeuwigheid, waar u soms maar ĂŠĂŠn stap van verwijderd bent? Bedenk dan dat zonder geboorte uit water en Geest, niemand het Koninkrijk van God zal zien; laat staan ingaan (Joh. 3:3-5) .
www.evangeliedeweg.nl