}<(l(tp$=adbcae<
Een échte Haagse krant Actueel Residentie Orkest van 100 naar 80 musici
3
Vrijdag 27 januari 2012
vrijdag 27 januar i 2012> uitgav e van Den Haag
Cultuur Grootste couturier van Den Haag? Koos of course!
14/15
jaargang 6 nummer 246
OndA rbijse&id erw em idsm O n deArrbsw iajrsakrktt
Extra
Centraal > Korte Poten
9A, 2511 EB Den Haag > tel.
(070) 364 40
Een échte Haagse
> Foto: Eveline
€ 1,75
40 > www. denhaagcen traal.net
krant
van Egdom
Den Haag Cen traal schetst het toekomstbeeld ● Onderwijs en arbeidsmarkt slaan voor een nieuwe handen ineen ● ● Staartstudenten generatie: Den Haag bunge
Nieuw plan garage Voorhout universiteitsstad len tussen werk ● Op zoek naar en studie ● Maris nieuwe vakmensen College krijgt techn ● Schouders onder ● asium ● Same de zorg ● Werks nwerking Delft chool van start en Den Haag ● ● Solliciteren kun je leren ●
>Foto: C&R
Door Casper Postmaa
Projectontwikkelaar Sense Real Estate, bouwer Dura Vermeer en ingenieursbureau Haskoning doen onderzoek naar een parkeergarage voor 250 tot 350 auto’s onder het Lange Voorhout. Als ontwerper is de bekende architect/stedenbouwkundige Joan Busquets uit Barcelona aangetrokken. Het onderzoek wordt geleid door voormalig rijksbouwmeester ir. Kees Rijnboutt, die van 1996 tot 1998 stadsstedenbouwer van Den Haag was. De betrokken bedrijven benadrukken dat het om een particulier initiatief gaat, maar er is tevoren overleg geweest met de wethouders Smit (verkeer, VVD) en De Jong (D66, binnenstad). Zij staan positief tegenover het onderzoek, maar willen niet vooruitlopen op de resultaten ervan. Plannen voor een garage onder het lange deel van het Voorhout werden in het begin van de jaren negentig ingetrokken uit vrees voor schade aan bebouwing en bomen. Volgens de huidige initiatiefnemers kan dat nu worden voorkomen dankzij nieuwe technieken.
Het plan richt zich op het korte deel van het Lange Voorhout dat is gelegen tussen De Posthoorn en de Amerikaanse ambassade. Bewoners, bedrijven en culturele instellingen uit de omgeving van het Lange Voorhout klagen al jaren over een gebrek aan parkeermogelijkheden, zeker nadat enkele jaren geleden 125 parkeerplaatsen zijn opgeheven in verband met de herinrichting van het Voorhout. Van de door de gemeente beloofde compensatie daarvoor – het openstellen van garages van de rijksoverheid – is weinig terechtgekomen. Workshops Bouwer en ontwikkelaar hebben instellingen en organisaties op en rond het Voorhout vooraf ingelicht, een aantal van hen krijgt ook een rol in het onderzoek. Het betreft onder meer het Buurtschap 2005, de Vrienden van Den Haag, de Vrienden van het Lange Voorhout, het Haags Monumenten Platform, de Koninklijke Schouwburg en het Haags Historisch Museum. Zij zullen worden uitgenodigd om deel te nemen aan twee workshops die de komende maanden plaatsvinden,
zodat er na de zomer een voorstel aan de gemeente kan worden gedaan. Het plan voor een garage ontstond toen een aantal van deze instellingen het bureau ‘Ondernemend Parkeeradvies’ onderzoek heeft laten doen naar de mogelijkheden van een garage in het Noord-Westelijk deel van het centrum. Het korte deel van het Lange Voorhout kwam daar als meest kansrijke oplossing uit. Een andere mogelijkheid, een garage onder de nog te realiseren nieuwbouw van de Hoge Raad aan het Korte Voorhout, kwam te vervallen omdat de Rijksgebouwendienst de veiligheidsrisico’s te hoog achtte. Dura Vermeer en Sense voegden zich later bij de initiatiefnemers nadat een eerder onderzoek van hen naar een garage onder het Plein 1813 niets had opgeleverd. Behalve de deelnemende bedrijven zijn projectleider Kees Rijnboutt en architect Joan Busquets de hoofdrolspelers. Busquets, die in 2011 de Erasmusprijs kreeg, was de man die leiding gaf aan de transformatie van Barcelona ter gelegenheid van de Olympische Spelen in 1992. Rijnboutt paste de formule van workshops eerder met succes toe tijdens de ontwikkeling van de wijk De Resident naast het station CS. >Zie voor reacties pagina 3
2>varia
© Teun Berserik
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 januari 2012
Verzet tegen kabelknooppunt onder strand van Kijkduin Wereldtoppers bij schaaksimultaan De Raad van State moet de aanleg van een kabelknooppunt van twee geplande windmolenparken in de Noordzee blokkeren. Dat eisten de stichting Bewonersbelangen Kijkduin en de gemeente Den Haag afgelopen week bij de Raad. Het knooppunt komt op een niet exact aangegeven plek drie meter onder het strand van Kijkduin.
rekende straling blijft ver onder de normen. Dat wordt door de stichting sterk betwijfeld. Het ministerie vindt dat de stichting geen belang heeft bij de aanleg van het knooppunt op zich. Dat ontstaat pas wanneer de gemeente Den Haag een vergunning afgeeft voor het tracé onder Kijkduin. Die procedure komt later.
Door Adrie van der Wel
Voldongen Maar de stichting vindt dat het ministerie letterlijk en figuurlijk de kop in het zand steekt. Want het knooppunt wordt er niet voor niets aangelegd. Mag dat er komen, dan is er sprake van een voldongen feit en valt ook de aanleg van de kabel onder Kijkduin moeilijk meer tegen te houden. Ook als de gemeente niet wil meewerken aan dat kabeltracé, dan kan het ministerie in theorie de gemeente daartoe dwingen. De Rotterdamse rechtbank wees vorig jaar de bezwaren van de stichting af, omdat het knooppunt op zich geen negatieve gevolgen heeft voor de bewoners van Kijkduin. De bezwaren van de gemeente werden buiten behandeling gelaten. Het windmolenproject
Volgens een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Milieu is het knooppunt te vergelijken met een grote kroonsteen waar energiekabels van de twee windmolenparken samenkomen. Vanaf dit knooppunt wordt de energie via een kabel onder Kijkduin door naar een hoogspanningsstation in Wateringen getransporteerd. De stichting maakt zich vooral druk om het kabeltracé op het land dat onder voet- en fietspaden komt te liggen. De kabels veroorzaken straling die de gezondheid kan aantasten. Het ministerie stelt wel dat de straling alleen bij langdurig verblijf in zo’n gebied negatieve effecten kan hebben, maar de be-
valt namelijk onder de Crisis- en Herstelwet. Die wet laat niet toe dat lagere overheden, zoals de gemeente, een rechtszaak starten tegen hogere overheden als het rijk. De Raad vroeg zich daarom af waarom de gemeente dan toch blijft doorprocederen. “Probeert de gemeente nu niet gewoon via een achterdeur toch bij de rechter binnen te komen na de voordeur te zijn uitgeschopt?”, vroeg een van de staatsraden. Maar de gemeente vindt van niet en heeft er een proefproces van gemaakt om te zien hoever de grenzen van die omstreden wet reiken. Het knooppunt zou aanvankelijk onder het strand van Hoek van Holland komen. Zonder overleg met Den Haag besliste het ministerie dat Kijkduin een betere plek is. Volgens een woordvoerder van de gemeente kan die onaanvaardbare handelwijze via een civiele procedure bij de rechtbank aan de kaak worden gesteld. Maar een procedure bij de Raad van State is veel sneller, aldus de gemeente. En dat is nu precies de bedoeling van de Crisisen Herstelwet: het versnellen van bezwarenprocedures. De uitspraak volgt over zes weken.
De Russische ambassade, de gemeente Den Haag en schaakclub DD houden dinsdag 31 januari een schaaksimultaan in het Atrium van het Haagse stadhuis. Honderdtwintig schakers uit de regio Den Haag mogen het dan opnemen tegen de wereldtoppers Sergej Karjakin, Sergej Tiviakov en Anish Giri. Leden van de Haagse Schaakbond kunnen zich aanmelden via hun club of via de website www.ambru-dd.nl. Alleen spelers met een elo-rating lager dan 2200 komen in aanmerking. Het evenement wordt georganiseerd ter promotie van het schaken in de Haagse regio en is tevens een eerste aanzet naar het jaar 2013, waarin de Nederlands-Russische betrekkingen centraal zullen staan en op tal van terreinen aan bod zullen komen. De drie simultaangevers hebben allen een link met Rusland: Tiviakov en Giri zijn er geboren en Karjakin, geboren in Oekraïne, heeft sinds kort een Russisch paspoort. Ze spelen momenteel in het Tata Steel Schaaktoernooi in Wijk aan Zee. Wethouder Marjolein de Jong en ambassadeur Roman Kolodkin verrichten om 16.30 uur de opening. De simultaan zal live te volgen zijn via de website: 12 partijen rechtstreeks, daarnaast zijn er camerabeelden, commentaar en interviews vanuit het stadhuis. De tech-
Anish Giri. >Foto: PR
niek is in handen van Lennart Ootes en Robert Oosting en de sfeerbeelden komen van Tex de Wit en Hicham Boulahfa. Toeschouwers zijn van harte welkom in het Atrium.
3
actueel<
Vrijdag 27 januari 2012 > Den Haag Centraal
Residentie Orkest van 100 naar 80 musici Het Residentie Orkest (RO) moet fors gaan snijden. Het gezelschap dient komende week bij het ministerie naast een subsidieaanvraag ook een tienjarenplan in dat de toekomst schetst van een kleiner maar vrijer Residentie Orkest. Door Theodore Pronk
Toen staatssecretaris Zijlstra afgelopen juni zijn cultuurplannen ontvouwde, leek de houdbaarheidsdatum van het RO bijzonder beperkt. Binnen het ‘verzorgingsgebied Den Haag - Rotterdam’ zag de VVD’er namelijk slechts mogelijkheid voor één door het rijk te subsidiëren volwaardig orkest. Een fusie tussen het Rotterdam Philharmonisch (RPhO) dat jaarlijks net als het RO 3,6 miljoen euro uit de staatskas krijgt, leek onvermijdelijk. Beide instellingen wensten echter hun autonomie te behouden en bleken bereid om de zes miljoen die voor de regio beschikbaar is te ‘delen’. “Helemaal precies door tweeën gaat het niet;
wij vragen iets minder dan 3 miljoen aan en Rotterdam iets meer. We hebben met elkaar afgesproken in elkaars steden te gaan spelen. Het RPho zal tien keer per seizoen in de Philipszaal spelen, wij acht tot tien keer in de Doelen. We geloven namelijk niet dat het publiek gaat reizen”, verklaart RO-directeur Niels Veenhuijzen. Het RO legt naast het symfonisch kernrepertoire het accent op de subgenres ‘hedendaags & 20ste eeuws’ en ‘klassiek & vroeg-romantisch’; de Rotterdammers verkiezen profilering met ‘laat-romantisch’. Marktverdeling Met deze marktverdeling is wat de orkesten betreft het fusie-scenario definitief van tafel. Dat neemt niet weg dat het RO een aantal grote veranderingen wacht. Het Haagse orkest krimpt behoorlijk in. Veenhuijzen: “Van 100 musici willen we naar 80. We willen naar een middelgrote orkestformatie die flexibeler is. We zetten in op natuurlijke
afvloeiing, misschien zijn er dan wel geen frictiekosten”. Een verkleind RO past volgens Veenhuijzen beter bij de markt waarin het ensemble met ‘filharmonisch ondernemerschap’ zijn positie wil bevechten. Zijn prioriteit ligt bij het ‘toekomstbestendig’ maken van zijn eigen gezelschap dat kampt met vergrijzend publiek en een ietwat stoffig imago. Het RO wil los komen van de overheid en ‘vrijer’ zijn. Veenhuijzen: “Het is een begin van een nieuw tijdperk, het is onze verantwoordelijkheid ervoor te zorgen dat het orkest rukwinden aankan. In 2017 moet veertig procent ‘eigen inkomsten’ zijn, we willen niet meer voor het grootste deel afhankelijk zijn van subsidieverstrekkers. We worden nu bijna gedwongen met een groot orkest voor een klein publiek te spelen. Als je als overheid zegt wat een instelling moet doen, raak je aan de artistieke vrijheid. We willen onze koers zelf bepalen. Wanneer je een artistiek profiel van de politiek laat afhangen, ben je verloren”.
In de ambitie zelfredzamer te worden, is het Residentie Orkest allesbehalve uniek. Vele andere instellingen hebben immers door alle bezuinigingsperikelen ‘het licht’ gezien en zouden het allerliefst volledig door rijke suikerooms en gul publiek worden gefinancierd om zo te ontkomen aan de grilligheid van de politiek. Echter, waar velen louter over ‘vrijheid’ kunnen dromen, heeft het RO in zijn business-strategie een concreet plan gemaakt voor de oprichting van een eigen productiehuis en mecenaat. Daarvoor moet typisch genoeg wel – bij wijze van afscheidsgeschenk – een bijdrage komen van de overheid. “We hebben een eenmalige investering nodig van zo’n twee miljoen”, zegt Veenhuijzen. Geen entertainment In plaats van subsidies uit te geven, wil de directeur – als een echte ondernemer – met de nieuwe bedrijfspoot geld verdienen. Veenhuijzen: “Het moet geen entertainment worden. We zijn
en blijven in eerste plaats een muziekinstelling en moeten een inhoudelijk profiel in stand houden. Daarnaast kunnen we experimenteren. Zo bieden we al kortere concerten, omdat ‘de markt’ klassieke muziek niet meer uitsluitend in een traditioneel concept consumeert. Het klinkt misschien wat arrogant, maar qua denken lopen we voor op veel orkesten in Nederland. Toen we afgelopen zomer naar Lowlands gingen om te spelen vroeg iedereen zich af met wie we zouden optreden. Wij hebben laten zien dat je ook zonder ‘een Metallica’ te begeleiden mensen op de banken kunt krijgen. We zullen vaker uit onze zwarte doos komen en naar buiten gaan”. Hoewel de RO-directeur bijzonder overtuigd is van zijn eigen verhaal, zijn het tot nu toe slechts ‘bemoedigende signalen’ die hem vanuit de politiek bereiken. Zekerheden zijn er nog niet. Veenhuijzen: “Het afgelopen jaar was enorm druk, dit is het jaar van de duidelijkheid. Voor iedereen”.
Welwillende reacties op parkeergarage Voorhout Vervolg van voorpagina
De meeste instellingen en organisaties die zijn geraadpleegd over de bouw van een parkeergarage onder het korte deel van het Lange Voorhout zijn welwillend tot enthousiast over het plan. Charles van Beuningen, voorzitter van de Vrienden van het Lange Voorhout, verwacht veel van de ontwikkeling. De Haagse advocaat vertrok zelf met zijn kantoor van het Voorhout naar de Nassaulaan toen de parkeerplekken bij hem voor de deur werden opgeheven. “Dit stemt mij erg hoopvol. Er is een brede basis die erachter staat. Inclusief de wethouders, heb ik begrepen. Ik hoop dat het iets chics wordt met een plee. Een mooie en veilige omgeving waar je met een gerust hart je vrouw of je vriendin naartoe kunt nemen”. Hoop Diezelfde hoop heeft ook Antoinette Visser, directeur van het Haags Historisch Museum. “Het Korte Voorhout is één van de belangrijkste toegangswegen naar het centrum. Daar verwacht je een warm welkom. Een aantrekkelijke parkeergarage met een chique Haagse uitstraling draagt daartoe bij. Het is vooral van belang voor de theaters. Daar komen ’s avonds mooi aangeklede bezoekers die liever voor de deur worden afgezet. Voor het Concertgebouw in Amsterdam is die garage op het Museumplein ongelooflijk belangrijk”. Makelaar Cees Kimmel is, samen met
onder anderen Theo Heere van Buurtschap 2005, één van de bedenkers van het plan. Volgens Kimmel is een garage in de omgeving van het Voorhout de ontbrekende schakel in de bereikbaarheid van de binnenstad. “Tussen de Laan Copes en het Tournooiveld is geen behoorlijke parkeervoorziening. Bedenk je ’s wat die garage kan betekenen voor het Mauritshuis dat uitbreidt, voor de Koninklijke Schouwburg en voor de winkeliers op de Paleispromenade en het Noordeinde. Dat is een mooie wandeling hoor, over de Lange Vijverberg naar de Plaats.” Kimmel vindt dat als de garage is gebouwd er opnieuw parkeerplaatsen kunnen verdwijnen. “Kwaliteit en nieuwe parkeerplaatsen in ruil voor auto’s die nu nog op straat staan”. Dezelfde mening is oud-wethouder van verkeer René Vlaanderen toegedaan. Hij is bestuurslid van de Vrienden van Den Haag. “Als het doorgaat moet er wel wat tegenover staan”. Volgens Vlaanderen wijzen de ‘Vrienden’ het bouwplan op Den Haags mooiste laan niet bij voorbaat af. “We doen mee aan de workshop, want we vinden zelf ook dat er in dit deel van de stad wat moet gebeuren. We stellen wel voorwaarden: de risico’s voor bebouwing en bomen moeten minimaal zijn. We moeten lering trekken uit het verleden. Maar het is vooral belangrijk hoe het er daarna uitziet. Dat betekent dat in- en uitritten zover mogelijk van het Voorhout moeten komen te liggen. Bij de Koninginnegracht, of aan het begin van het Korte Voorhout”.
Spoedig beslissing containers Conradkade De HTM weet binnen zes weken of het tractie-onderstation aan de Conradkade daar rechtmatig staan. Dan doet de Raad van State uitspraak in deze langslepende zaak. De bewoners van de Conradkade maken al jaren bezwaar tegen de twee containers die elektrisch vermogen leveren voor de bovenleiding van de trams. Deze staan op zo’n drie meter van hun huis. De bewoners klagen over overlast door de elektromagne-
tische straling uit de containers. De rechter was het eerder met hen eens dat de vergunning van de gemeente onvoldoende onderbouwd is. De HTM ging daartegen in beroep. Die zaak lag deze week voor bij de hoogste bestuursrechter, de Raad van State. De gemeente heeft inmiddels de onderbouwing van de vergunning aangeleverd bij de rechtbank en verwacht binnen drie weken een reactie.
Vereniging Yat Hong bereidt zich voor op het Chinees Nieuwjaar. >Foto: Jurriaan Brobbel
Jaar van de Draak
In Chinatown is het de hele week al een drukte van belang. De Chinese restaurants zitten bomvol met Chinese families. Aanstaande zaterdag barst de viering van het Chinese Nieuwjaar voor het grote publiek los. Traditiegetrouw wordt het jaar ingeluid met draken- en leeuwendansen en een hoop vuurwerk. Ditmaal is het ’t jaar van de draak. Dit is ook het teken van de keizer en is bij ouders die een kind willen bijzonder populair. Het feest begint om 11.30 uur met een optocht door Chinatown. Om 12.15 uur is de officiële landelijke openingsceremonie in het Stadhuis. Met het verven van de ogen van de leeuwen wordt het nieuwe jaar ingeluid. De dag wordt afgesloten met een verrassingsshow om 17.00 uur. Ook wordt er op de parkeerplaats achter de Bijenkorf een Chinese markt gehouden. De festiviteiten zijn gratis te bezoeken. www.chineesnieuwjaarfestival.nl
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>varia
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 januari 2012
stadsmens
Gijsbert Kok: ‘Beiaardier voor alle bewoners van de stad’ Gijsbert Kok: onze nieuwe stadsbeiaardier. Om precies te zijn de 21ste sinds het midden van de 16de eeuw en wel in een ononderbroken reeks! Dat moet voor hem toch een opmerkelijke wetenschap zijn? “Dat je in die traditie staat, vind ik bijzonder. Sommige van mijn voorgangers waren in vakkringen beroemdheden; zij hebben muziek nagelaten, deden van zich spreken”. De meeste beiaardiers hielden het lang vol. De net gepensioneerde drs. Heleen van der Weel bijvoorbeeld, die hij is opgevolgd, zat maar liefst veertig jaar achter het carillon in de Haagse Toren. Kok (48), die ook organist is, was al beiaardier in onder meer Voorschoten, Weesp en Zoetermeer, per 1 januari nu ook in Den Haag in de toren van de Grote Kerk. Dat besluit viel pas onlangs. Afgelopen 16 december moest hij met twee andere geselecteerden proefspelen op het carillon. Aan het eind van die middag hoorde hij dat de keuze unaniem op hem was gevallen. Hij was ‘best zenuwachtig tijdens het proefspelen’, bekent hij ruiterlijk. “Gek hè. Dan heb je toch al zo vaak gespeeld. Maar er hing veel van af”. Kok had geen specifieke opdracht van de
jury gekregen. Er was hem wel verteld dat hij gedurende een half uur muziek moest spelen ‘die op dit moment op deze toren past’. Kok bracht onder meer een stuk van Vivaldi, dat hij zelf voor een beiaard had bewerkt, improviseerde op een kerstliedje en speelde tot slot een snelle Weense wals. “Je kunt dan laten horen dat je ook een ingewikkeld stuk kunt spelen. De toren gaat dan als het ware even met de voetjes van de vloer”. Elke maandag-, woensdag- en vrijdagmiddag bespeelt hij van 12.00 tot 13.00 uur in de Grote Kerk het carillon. Deze middag klonken boven Den Haag onder meer een ragtime en een chanson van Edith Piaf. “Je kunt klassieke muziek uit alle eeuwen spelen, moderne stukken en bij wijze van spreken ook André Hazes. Je probeert zo breed mogelijk te zijn in je repertoire; in principe speel je voor iedereen”. Op woensdagmiddag van 14.30 tot 15.30 uur en op zaterdagmorgen van 11.00 tot 12.00 uur zit hij achter de beiaard van de Oude Kerk in Scheveningen. Daar brengt hij onder meer psalmen en gezangen. Banden met de Residentie bestonden
pen. Ik wil weten waarom die noten daar staan en wat de componist daarmee wil”. Als beiaardier treedt hij in binnen- en buitenland op. In de VS is hij geregeld te gast. Kok ging daar negen keer op tournee in steden als Chicago, Boston en Washington. “Ik wist dat daar andere instrumenten hangen en wilde weten hoe die klinken”. En: “Het is een groot verschil met Nederland. Hier is het carillon in de stad, daar altijd in een park of op een campus van een universiteit. Hier klinkt de muziek boven het verkeer en de mensen op straat, daar in een heel stil gebied”.
Gijsbert Kok is de 21ste stadsbeiaardier. > Foto: Mylène Siegers
al. Zo is hij in Den Haag organist van de American Protestant Church. Ook studeerde hij hier orgel en kerkmuziek aan het Koninklijk Conservatorium. Daarna volgde een opleiding tot beiaardier aan de Beiaardschool in Amersfoort, waar hij tegenwoordig docent is. Kok studeerde tevens the-
orie der muziek aan het Rotterdams Conservatorium. In 2010 slaagde hij cum laude voor de master degree muziektheorie en geeft nu muziektheorieles op onder meer het Rotterdams Conservatorium. De studie ‘was een late roeping’. “De muziek die ik speel, wil ik ook op allerlei manieren snap-
Wat er gaande is in Den Haag zal hij nauwlettend volgen en daar met zijn muziek op aansluiten, vertelt Gijsbert Kok. Zo zal hij voor de expositie in 2013 in de Grote Kerk over Constantijn Huygens ‘passende muziek zoeken’, evenals voor andere evenementen, zoals een jazzfestival. “En als er een reden toe is en ik denk dat het klinkt, speel ik bijvoorbeeld ook Turkse of Chinese muziek. De beiaard is er voor alle bewoners van de stad”. Joke Korving
Ingezonden mededeling
betaal de
nu
helft & 14% bijtelling
14% BIJTELLING
20% bijtelling
volgend jaar de
andere helft
AUTO HAAGSTAD
Mercuriusweg 15a • 2516 AW Den Haag • Tel. 070 - 30 40 110 • www.haagstad.nl Officieel Mazda-dealer voor groot Den Haag met ruim 35 jaar Mazda ervaring
14% bijtelling 20% bijtelling
Tijdelijk 50/50-deals op alle Mazda2 modellen. U rijdt al een Mazda2 vanaf ¤ 5.745,-.
Nu een hele nieuwe Mazda2 rijden voor de helft van de prijs. Dat kan met de 50/50-deals op alle Mazda2 modellen. U betaalt nu de helft van de prijs en volgend jaar de andere helft. Daarnaast biedt de Mazda2 u al veel voordeel, zeker als u kiest voor de BiFuel. Zoals een volle tank voor maar € 20 en een vrijstelling van de wegenbelasting tot 2014. Kom nu naar onze showroom voor 100% voordeel! Gemiddeld verbruik getoonde modellen: 100 km/km’s per liter/ CO2-uitstoot g/km: van 5,2 tot 6,4/ van 1: 19,2 tot 1: 15,6/ van 138 tot 152.
Prijs exclusief kosten rijklaar maken, leges en verwijderingsbijdrage. Actie loopt tot 31 maart 2012, zolang de voorraad strekt. Vraag ons naar de voorwaarden. Drie jaar algemene garantie tot maximaal 100.000 km. Drie jaar lakgarantie. Twaalf jaar garantie tegen doorroesten van binnenuit. Drie jaar Mazda Euro Service.
5
actueel<
Vrijdag 27 januari 2012 > Den Haag Centraal
Menselijk logo tegen geweld bij ADO-stadion Op het parkeerterrein bij het ADO-stadion moeten zondag 12 april 35.000 mensen met elkaar een enorm logo vormen: het Dasav-logo (Dance and Sport against Violence) wel te verstaan, om wereldwijd aandacht te vestigen op het fenomeen (zinloos) geweld. Het evenement dat de naam Message to the World draagt, moet meteen in het Guiness Book of Records komen. Het huidige record voor een menselijk logo staat op 34.309 mensen in het stadion van Lissabon, Portugal. Initiatiefnemer van het evenement is de stichting Dasav; in 2005 opgericht door mensen die een positieve levensstijl willen uitdragen met name via
het uitgaansleven, sportevenementen en op scholen, kortom plekken waar veel mensen samenkomen en feestelijke en sportieve emoties delen. Het evenement in Den Haag past ook in die aanpak. Mensen in het hele land worden opgeroepen naar Den Haag te komen (er zijn speciale busarrangementen) en plaats te nemen in het logo dat een open hand en een vuist in zich draagt. De open hand zegt
Stop tegen geweld, de vuist staat symbool voor de gedachte om eendrachtig een vuist tegen geweld te maken. Deelname aan Message to the World kost € 20,– per persoon. Het logo wordt gevormd tussen 10.30 en 13.30 uur. Daarna sluiten de ingangen. Indien het huidige record wordt gebroken, krijgt iedere deelnemer na afloop een certificaat van het Guiness Book of Records. Het evenement gaat daarna over in een muziekfestival dat tot circa 22.30 uur duurt en waar, aldus organisator Jeffrey Bloem, onder meer Jeroen van der Boom, René Froger, LA the Voices en Glennis Grace zullen optreden. Meer informatie: www.dasav.org
Voor Herman Tjeenk Willink (rechts), vice-president van de Raad van State, was het woensdag zijn laatste werkdag. De ‘onderkoning’ nam afscheid tijdens een buitengewone vergadering van de Raad van State, waar naast koningin Beatrix, ook prins Willem Alexander en zijn echtgenote, alsmede premier Mark Rutte aanwezig waren. Eerder die dag was een speciaal afscheidsboek met artikelen, lezingen en beschouwingen van Tjeenk Willink gepresenteerd onder de titel `Niet de beperking, maar de ruimte. > Foto: Bart Maat/WFA
Ingezonden mededeling
Blijf focussen Gertjan Freutel Directeur Vermogensmanagement Rabobank Den Haag en omgeving
Het jaar 2012 start met een overdosis aan onzekerheden. Op zoek naar houvast zullen beleggers de ene keer reageren op het ene bericht en de andere keer op het andere, met zowel koersuitschieters in negatieve als in positieve zin tot gevolg. In een dergelijke situatie doet u er goed aan om toch vooral te blijven focussen op uw eigen beleggingsdoelstelling. Reageren op ieder bericht is ondoenlijk. Neem de berichtgeving over onze naaste buren, de Duitsers. Op de melding dat ze het economisch gezien in 2011 aardig (3 procent groei) deden, volgden alarmerende teksten over enige krimp gedurende het laatste kwartaal. Daar staat dan weer tegenover dat de Duitse producenten er nog volop vertrouwen in hebben. De berichtgeving over de situatie overzee laat een even gevarieerd beeld zien. De opkrabbelende huizenmarkt aldaar, een op diverse plaatsen in de VS gerapporteerde economische groei, klinkende cijfers van autobedrijf General Motors en de groeiende vraag naar grondstoffen boezemen vertrouwen in. Maar daar staat zeer recent weer een tegenvallend werkloosheidscijfer tegenover. En winkeliers mopperen over teleurstellende omzetten tijdens de feestdagen. Over de afloop van de Griekse tragedie valt aan de hand van de berichtgeving ook weinig te zeggen. Wat je wel merkt, is dat er in zijn algemeenheid iets minder
waarde aan wordt gehecht. Beleggers volgen nu Spanje, Italië en ook Frankrijk veel nauwlettender. Komt er uit die hoek positief nieuws, dan reageren ze daar fanatiek op. Het bericht dat Spanje en Italië met enig gemak en tegen aantrekkelijke rentetarieven geld aantrokken, prikkelde de fantasie in positieve zin met aantrekkende koersen van banken en cyclische fondsen tot gevolg. Misschien dat dit hèt signaal is voor een kentering van het sentiment. Maar een nieuw negatief bericht zal toch wel snel tegengestelde gevoelens oproepen. Behoedzaamheid blijft daarom voorlopig geboden en het is zeker aan te raden om, alvorens tot actie over te gaan, eerst even te ‘sparren’ met uw contactpersoon bij onze bank opdat de eventuele gevolgen daarvan voor uw eigen beleggingsdoelstelling niet uit beeld raken. Aan deze column kunnen geen rechten worden ontleend..
Den Haag krijgt eerste ‘technasium’ Door Miranda Fieret
Maris College Belgisch Park wordt vanaf 2013 een ‘technasium’. De school richt zich op onderzoek en technologische ontwikkelingen. De klassieke talen die normaal op het gymnasium worden gegeven, zijn vervangen door bètavakken. De opleiding is nog in ontwikkeling, maar Cees de Groot, directeur van het
Maris College, hoopt dat dit speciale bètaprofiel in 2013 volledig draait. “De school richt zich op onderzoek en technologische ontwikkelingen”, aldus De Groot. Het technasium is een onderwijsvorm voor leerlingen met interesse in de praktische natuurwetenschappelijke richting. In plaats van hapklare brokken werken leerlingen zelfstandig in groepen aan een projectopdracht. Niet alleen op
de sociale vaardigheden wordt een beroep gedaan, ook de onderzoeks- en ontwerpvaardigheden komen aan bod. Vraagstukken komen met name van bedrijven in de omgeving. De onderwijsinstelling moet daarom zelf actief op zoek naar opdrachten voor hun leerlingen. Het Maris College is het eerste technasium van Den Haag. Omliggende gemeenten hebben er al wel één. Zo voert het
Onderzoek naar bouwstop Stationsweg Wethouder Marnix Norder (PvdA, Stadsontwikkeling) laat onderzoeken hoe de staat van een aantal panden aan de Stationsweg is. Het onderzoek wordt betaald door de Geste Groep, die plotseling met het project is gestopt, en uitgevoerd door een onafhankelijk bouwtechnisch bureau. Door Elske Koopman
Dat zei de wethouder in de commissievergadering over de Stationsweg. Aanleiding is de bouwstop van Geste, terwijl de oplevering van de nieuwbouw in mei gepland stond. In de raad is veel verontwaardiging over de ontstane situatie. Joris Wijsmuller van de Haagse Stadspartij: “Het is schandalig. Dit zijn ordinaire specu-
latiepraktijken. De ramen zijn eruit gesloopt zodat de tijd en het water z’n werk kunnen doen”. Bij GroenLinksraadslid Inge Vianen kwam ‘stoom uit de oren’, toen ze ervan hoorde. Norder zei dat hij afgelopen jaar door Geste-directeur Stevers op de hoogte was gesteld van het feit dat de staat van de panden veel slechter was dan in 2007 bij de koop uit het taxatierapport bleek. Norder heeft hem toen naar eigen zeggen succes gewenst bij het naleven van het contract. Stevers wil er nu niet verder mee en heeft daarom de bouw stilgelegd. Norder is ook verontwaardigd. “We zijn niet met de eerste de beste amateur in zee gegaan, Geste is eigenaar van duizenden panden. Hij weet echt wel wat hij doet”. De wethouder deelde mee dat de sloop volgens de vergunning is verlopen en dat
er wel enkele bouwactiviteiten zijn geweest: “Er is bijvoorbeeld een vloer gestort. Dat was ook nodig om te voorkomen dat het gebouw tijdens de werkzaamheden zou instorten”. Inmiddels heeft Geste schuttingen geplaatst om de lelijke vervallen panden aan het oog te onttrekken. “Ik heb gezegd het ziet er niet uit, doe er wat aan”. Martijn Bordewijk van D66 vindt het onvoldoende: “Het zijn mooie letters op een schutting. Een kunstuiting op een middenstukje van drie, vier schuttingen”. Norder wilde in de openbare vergadering niets over het vervolg kwijt. “De Geste groep kijkt misschien mee. Als zij de strategie weten is mijn onderhandelingspositie zo dun als een dubbeltje”. Over enkele weken verwacht hij de uitslag van 't onderzoek en praat hij verder met Geste.
Christelijk Lyceum Delft sinds dit schooljaar officieel het predicaat ‘technasium’. Sector-directeur Simon Belder: “Het is belangrijk om aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt. Dat kan vooral door tijdig kennis te laten maken met toepassingen van theorie”. Het onderwijsconcept is als eerste ingevoerd in Groningen. Inmiddels heeft ook Zuid-Holland een netwerk van technasia. “Dit was nog de laat-
Aanvulling In Den Haag Centraal van 13 januari zijn abusievelijk de aanhalingstekens weggevallen bij de kop ‘Zwolsman was wel degelijk nazi-spion’. Hierdoor kan ten
Ingezonden mededeling
ste blanco plek”, aldus Belder. De gemeente Den Haag is blij met het initiatief. Techniek is niet iets dat puur uit een boek valt te leren, vindt wethouder Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, D66): “Kinderen moet je iets laten voelen en ruiken. Ze moeten het ‘eureka-gevoel’ ervaren”. >Lees verder in de speciale bijlage ‘Onderwijs & Arbeidsmarkt’.
onrechte de indruk zijn ontstaan, dat dit een constatering is van deze krant. Het betreft echter de bewering van dr. Rudi Harthoorn in zijn boek ‘Vuile oorlog in Den Haag – Bestrijding van het communistisch verzet tijdens de Duitse bezetting’.
6>Varia terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 januari 2012
foto’s uit het haags gemeentearchief
Gebleven op zee Een vissersvrouw die uitkijkt over zee. Turend naar de horizon met alle hoop die er nog in haar is. Maar ook verstild, berustend. Diep van binnen weet ze het al: hij komt niet terug. Wanneer ik op Scheveningen langs het monument voor de omgekomen vissers loop, sta ik vaak even stil bij Leendert Ros, mijn verre voorvader die samen met zijn jongere broer Gijsbert Nicolaas en twee andere bemanningsleden in 1821 op zee bleef.
Diep van binnen weet ze het al: hij komt niet terug Het was donker weer, die avond van de vijfentwintigste oktober. Er stond veel wind en de zee was onstuimig. Op twee uur varen uit de kust van Scheveningen voeren zes mannen richting Goedereede om een partij rog aan land te brengen. Plotseling werd hun schip vol in de boeg geramd door een ander vissersschip. Het was meteen zwaar beschadigd. Water gutste naar binnen en stroomde naar het achterdeel van het schip, dat door de zware lading het diepst in het water lag. De boeg kwam omhoog, de achtersteven zakte verder weg, er was geen houden meer aan. Het aanvarende schip slaagde er nog
één keer in langszij te komen. De stuurman van het zinkende schip zag kans over te springen. Leendert Ros had hetzelfde kunnen doen, maar verkoos een poging te doen zijn jongere broer, nog maar vijftien jaar oud, te redden. Een heldhaftige poging, die hij met de dood moest bekopen. Ook zijn jongere broer en twee andere bemanningsleden overleefden het niet. Wonderbaarlijk was de redding van ene Maarten Swartewaal. Veertien lange uren had hij zich in het donker vastgeklemd aan de punt van de boot, die boven water was blijven uitsteken. De uitputting nabij, zag hij de volgende ochtend een vissersboot naderen. Zwaaiend met zijn halsdoek wist hij de aandacht te trekken en kreeg een touw toegeworpen. Meer dood dan levend werd hij aan boord getrokken. Vier dagen later stond het gebeurde in de ’s-Gravenhaagsche Courant. Waarschijnlijk geen ooggetuigenverslag uit de eerste hand want enkele dagen later verscheen er, op initiatief van de dominee van Scheveningen en de reder, een uitgebreider verslag in verschillende kranten, dat bovendien nauwkeuriger zou zijn. Opmerkelijk genoeg is ook die weergave slordig en onvolledig in het noemen van de betrokkenen. Terug naar Leendert Ros en het beeld van de vissersvrouw. De achtergebleven weduwe die zij symboliseert, was er in zijn geval niet. Zijn vrouw was al twee jaar eerder overleden. Maar de verstilde dramatiek die het beeld zo tref-
fend uitdrukt, was er wel degelijk: zijn enige kind bleef verweesd achter. Is het nodig Leendert Ros – en met hem alle omgekomen vissers – opnieuw een naam te geven, hem blijvend aan de vergetelheid te ontrukken? Zou hij dat zelf gewild hebben? Zoals zovele anderen deed hij gewoon zijn werk, en Godvrezend als hij ongetwijfeld was, zal hij God méér gevreesd hebben dan de zee. Heldhaftig zal hij zichzelf niet gevonden hebben. Het met naam en toenaam herdenken lijkt niet zo goed te passen bij zijn tijd, de vroege negentiende eeuw. Bij de eenentwintigste eeuw past het daarentegen des te beter. Herinneren en herdenken zijn belangrijke elementen geworden in onze omgang met het verleden, en een anonieme dood welhaast een onverteerbare gedachte. En anoniem wàs het: als er geen lijk aanspoelde was er geen graf, zelfs geen overlijdensakte. In 2013 zal op de nieuwe boulevard van Scheveningen, bij het beeld van de vissersvrouw, een monument onthuld worden met de namen van alle sinds 1813 op zee omgekomen Scheveningse vissers. Als uitdrukking van respect – en onbewust óók van de tijdgeest. De online versie van het monument - www. vissersnamenmonumentscheveningen.nl – is onlangs geopend. Hans Peter Ros >Foto: Paul Kempff
www.gemeentearchief.denhaag.nl
Ingezonden mededeling
10% ...hebben ruimte voor nieuwe patiënten bij zowel de tandarts en/of de mondhygiëniste! Het team op de Ieplaan en het Rijswijkseplein bieden tandheelkundige zorg variërend van reguliere tandheelkundige behandelingen tot prothetische behandelingen zoals het plaatsen van gebitsprothesen. Graag verwelkomen wij u op de Ieplaan 2 of het Rijswijkseplein 56 te Den Haag. Loopt u gerust eens binnen voor informatie of om u in te schrijven als patiënt. Voor afspraken kunt u contact opnemen met ons centrale afsprakenbureau op het gratis nummer 0800 633 46 28
Ieplaan ook op maandagavond geopend !
w w w . m e d i m o n d z o r g . n l
20% 30%
FINALE SALE
40% 10% EXTRA KORTING ook op afgeprijsde toonkamermodellen
50%
SINDS 1891
Den Haag, Spui • Gratis parkeren parkeergarage Stadhuis • Amsterdam • Den Haag: Spui • Leiderdorp • Rotterdam • www.hulshoffwonen.nl
7
regio<
Vrijdag 27 januari 2012 > Den Haag Centraal
Veiligheidsmaatregelen Koningin Julianaweg stellen teleur Al geruime tijd klagen bewoners in Leidschendam- Voorburg over de gevaarlijke verkeerssituatie bij het kruispunt van de Koningin Julianaweg met de Prins Hendriklaan. De gemeente heeft naar aanleiding van een burgerinitiatief aanvullende veiligheidsmaatregelen aangekondigd, maar initiatiefnemers spreken van een ‘lapmiddel’. “De Oude Trambaan moet open”.
verreck
De woordje ‘het’
Door Dominique Snip
LEIDSCHENDAM-VOORBURG – Nynke Steenbergen en Pauline Le Rutte, de drijvende krachten achter het burgerinitiatief, waren het zat. De ongelukken, de voorbij denderende tractoren en de onoverzichtelijke verkeerssituatie op het relatief drukke kruispunt Koningin Julianaweg en Prins Hendriklaan zijn hun al jaren een doorn in het oog. Ook het feit dat er al ruim vijf jaar geen tweerichtingsverkeer meer mogelijk is op de Oude Trambaan, die parallel loopt aan het genoemde kruispunt, heeft volgens Steenbergen en Le Rutte aan de problemen bijgedragen. Op de Oude Trambaan is in verband met bouwwerkzaamheden de verkeerssituatie tijdelijk gewijzigd. Via het burgerinitiatief dat de vrouwen in december vorig jaar presenteerden, verzochten zij de gemeente om actie te ondernemen. Zij wilden per direct maatregelen om de verkeersveiligheid op het beruchte kruispunt én op de Koningin Julianaweg zelf te vergroten. De gemeente kwam na een analyse tot de conclusie dat snelle actie was gewenst en beloofde verkeersborden om automobilisten te attenderen op overstekende fietsers en op de adviessnelheid van 30 km per uur. Verder komt er een stopbord en stopstreep bij het naderen van de Prins Hendriklaan vanuit de Veursestraatweg. Bovendien gaat de politie extra handhaven op de maximumsnelheid. Op de Oude Trambaan verandert er voorlopig niets. Deze weg gaat pas begin 2013 weer open in beide richtingen. “Het is frappant dat rond de dag waarop wij vorige week tot maatregelen besloten, er twee ongevallen plaatsvonden waarbij fietsers betrokken waren. Het is dan ook goed dat wij de maatregelen op dit kruispunt op
Bewoners zijn de onveilige situatie op het kruispunt Koningin Julianaweg en Prins Hendriklaan beu. De gemeente komt hen gedeeltelijk tegemoet met veiligheidsmaatregelen. >Foto: Gilles Boeuf
korte termijn uitvoeren”, reageert verkeerswethouder Peter van Ostaijen. Steenbergen en Le Rutte wilden aanvankelijk ook ‘verkeersontmoedigende’ maatregelen voor de Koningin Julianaweg, maar die zijn volgens de gemeente afhankelijk van de toekomstige functie van de weg. “Hierover moet nog een besluit worden genomen”, aldus de gemeente. Teleurgesteld De vrouwen zijn blij dat ze nu eindelijk serieus worden genomen, maar stellen
enigszins teleurgesteld te zijn. “Het gevaar schuilt in de verkeersintensiteit. Daardoor wordt het onoverzichtelijk. Voor ons is het onacceptabel dat de situatie met de afsluiting van de Oude Trambaan zo zinloos blijft bestaan. De veiligheidsmaatregelen die genomen worden, voelen voor ons als een lapmiddel en een druppel op de gloeiende plaat. Als er niets verandert aan de verkeersintensiteit zal de situatie even onveilig blijven”, aldus de vrouwen. Huns inziens moet de Oude Trambaan dit voorjaar nog terug naar de oorspron-
Randstadrail op lijn 2 tot voorjaar uitgesteld LEIDSCHENDAM-VOORBURG/DEN HAAG – Voorlopig zullen er geen voertuigen van Randstadrail rijden op het traject van lijn twee tussen Leidschendam-Noord in Leidschendam-Voorburg en Kraayenstein in Den Haag. Dit in verband met tegenvallende testresultaten met de nieuwe voertuigen. Reizigersorganisatie Rover reageert ontstemd. Omdat de Randstadrailvoertuigen meer personen kunnen vervoeren dan
Ingezonden mededeling
0 5 , 2 7 € r a a j r pe
>www.denhaagcentraal.net
Den Haag entraal
de gewone HTM- trams zouden ze de huidige trams op het vrij drukke traject tussen Leidschendam-Noord en Kraayenstein vervangen. In december vorig jaar had het allemaal in orde moeten zijn. Maar tegenvallende testresultaten zorgden voor een flinke kink in de kabel. Zo gaat het niet helemaal goed met het systeem van verkeerslichtbeïnvloeding. Zodra een tram nadert reageren de verkeerslichten om de tram goed door te laten rijden. Bij de huidige trams werkt het systeem prima, maar tijdens testen met Randstadrailvoertuigen op dezelfde route is gebleken dat op een aantal kruisingen in Leidschendam de voertuigen niet goed door dit systeem worden herkend. Dit kan vervolgens leiden tot problemen met de dienstregeling. Ook gaat het mis bij de remise, de garage van de trams. Bij aanvang en einde van de dienstregeling wordt er via inen uitruksporen naar en van de garage gereden. De bogen in deze sporen zijn niet voldoende afgestemd op de Randstadrailvoertuigen. Aanvankelijk was de gedachte dat met een aantal maatregelen de voertuigen toch zouden kunnen rijden. De testresultaten heb-
ben het tegendeel uitgewezen. De sporen worden in het voorjaar pas vervangen. Ontstemd Intussen wordt het beïnvloedingssysteem ook aangepast. Hierna volgen nieuwe testen, waarna definitief besloten kan worden om de nieuwe voertuigen in te zetten. Naar verwachting zullen de huidige trams hun laatste ritje pas in het voorjaar maken. Reizigersorganisatie Rover reageert ontstemd en zegt ontevreden te zijn. “De huidige dienstregeling is nu aangepast op de nieuwe voertuigen, maar er wordt nog steeds gereden met de oude trams die minder stoelen hebben. Het resultaat is dat het veel te druk is in de trams, vooral in de spits”, aldus een woordvoerder. Volgens hen is er een inschattingsfout gemaakt. “Voor ons maakt het even niet uit of de fout nu bij HTM of het Stadsgewest Haaglanden ligt, de reiziger is de dupe”. Ondertussen wordt er tijdens de spits extra gereden om toch alle reizigers mee te kunnen nemen. Maar Rover heeft er per brief op aangedrongen om, zolang de problemen niet zijn opgelost, de oude dienstregeling te herstellen.
kelijke situatie. “Als een weg ‘tijdelijk’ gesloten wordt, kan het ook tijdelijk weer open. De gemeente moet haar verantwoordelijkheid nemen en laten zien dat zij er is voor de burgers en voor de veiligheid”. Het liefst willen de initiatiefneemsters een rotonde op de Oude Trambaan. Want ook al gaat deze weg in de toekomst weer in beide richtingen open, de Koningin Julianaweg zal volgens hen toch een sluiproute blijven. Ze verzoeken de gemeente om de mogelijkheid van een rotonde te onderzoeken.
Wisselend tarief ozb in de regio LEIDSCHENDAM-VOORBURG/RIJSWIJK/WASSENAAR – De gemeente Leidschendam-Voorburg verhoogt de tarieven voor de onroerendezaakbelasting (ozb) dit jaar niet. Huiseigenaren in Leidschendam-Voorburg krijgen dit jaar te maken met een meevaller, omdat de gemeente ervoor kiest om de onroerendezaakbelasting niet te verhogen. Wel is er dit jaar een wijziging in de berekening van het woonoppervlak. Dit kan, samen met een inflatiecorrectie, leiden tot een kleine wijziging in het te betalen bedrag. In tegenstelling tot Leidschendam- Voorburg gaan huiseigenaren in Rijswijk dit jaar 1,75% meer betalen, plus de inflatiecorrectie van 2%. Volgens de gemeente Rijswijk is de stijging nodig om de tarieven kostendekkend te maken. “We proberen de lasten zo laag mogelijk te houden, maar willen dat wel op een financieel verantwoorde manier doen. Door de afvalstoffenheffing met 1,5% te verlagen worden de burgers enigszins gecompenseerd”, aldus een woordvoerder van de gemeente Rijswijk. In Wassenaar is ook een lichte stijging van de ozb-tarieven aan de orde. Huiseigenaren in de drie gemeenten kunnen de aanslagen binnenkort verwachten.
De woordje ‘het’ heeft het moeilijk. De resultaat van de team dat de wetenschappelijk onderzoek heeft gedaan, liegt er niet om. De probleem met de woordje ‘het’ is vooral opvallend in de taalgebruik van de jongere gedeelte van de land. Met de verdwijnen van deze woordje dreigen ook ‘dit’ en ‘dat’ de slachtoffer te worden. Hoe heeft de zover kunnen komen? De idee is dat de allochtone volksdeel die minder gevoel voor de onzijdige hebben de op de geweten hebben. Dat is natuurlijk ook de makkelijkste om te beweren. De feit is dat ‘het’ in de vergeethoekje dreigt te komen. Zal de verdwijnen zich beperken tot de lidwoord ‘het’? Gaan wij binnenkort ook zeggen: ‘de is lekker weer.’ Of: ‘ik kom de wel even brengen.’ De teloorgaan van ‘het’ gaat mij aan de hart. Dankzij ‘het’ bestaan we immers. Want zouden onze ouders ‘de’ hebben gedaan? De lijkt mij niet. Okee, zo is het wel genoeg. De boodschap is duidelijk. Als ik zo verder ga, stopt u met lezen. En dat wil ik niet. Waarvan ik droom is dat u deze tekst voorleest in de familiekring. Dat vond ik vroeger ook altijd zo leuk. Als mijn vader voorlas. Dat kon hij goed. Het was ook het enige vak waar hij in zijn niet al te omvangrijke schoolcarrière ooit een 10 voor had gehaald. Mijn vader had een mooie stem en een goed oog voor humoristische passages. Soms werd hij tijdens het lezen overmand door hilariteit. Dat was nog leuker. Ook tijdens het vertellen van een sterk verhaal kon hij slachtoffer worden van zijn eigen aanstekelijkheid. Zo was hij op de camping getuige geweest van een alle zinnen tartend tafereel. Ouddorp aan Zee, eind jaren zestig. Het sanitair op het kampeerterrein bestond uit één simpele toiletwagen. Waslokaal aan de ene kant, twee toiletten aan de andere kant. Met een trapje waren genoemde ruimtes te bereiken. Mijn vader zag hoe een door hoge nood gedreven man (uiteraard met een vernederende toiletrol onder de oksel geklemd) in kromme houding richting de wc’s strompelde. Hij leek op tijd te zijn, de wc-deur was al open gewaaid, maar hij struikelde op het trapje en belandde met zijn hoofd in de toiletpot. Zocht, inmiddels ongetwijfeld met volle broek, steun en vond ... de trekker. Het duurde een half uur voordat wij uit zijn proestende gehinnik wijs werden. Marcel Verreck www.marcelverreck.nl
8>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 januari 2012
Kritiek verkeersplan wordt weggemoffeld Door Daphne Nicolaï en Robbert Coops
De MIRT Verkenning Haaglanden Infrastructuur en Ruimte 2020 – 2040 zal binnenkort worden vastgesteld. Het doel van die taakstellende nota is om meer zicht te krijgen op toekomstige vraagstukken in de regio op het gebied van bereikbaarheid. Maar of daarmee ook meer zicht wordt verkregen op effectieve oplossingen is de vraag. Het functioneren van de A4 passage en knooppunten en belangrijke wegen om bestemmingen in de stad te bereiken – in het onnavolgbare jargon van het MIRT ‘poorten & inprikkers’ – staan nu al dagelijks onder druk. Capaciteitsknelpunten en te lange reistijden zullen als er niets gebeurt fors toene me n . D a a r o m z i j n t we e alternatieven onderzocht en uitgewerkt: het buitenom geleiden van het autoverkeer of het gelijkmatiger spreiden van het in- en uitgaande autoverkeer. Dat laatste zijn die ‘poorten en inprikkers’, de favoriete MIRT-variant. Het is echter de vraag of die variant wel zo gunstig is: de consequenties voor natuur, milieu en leefbaarheid zijn immers niet bekend. En dat is vreemd, alleen al gelet op de investeringen van zo’n € 642 miljoen. Ook verontrustend is het dat deze verkenning en de Verkenningen Internationale Ring Oost en West en de Haagse Nota Mobiliteit elkaar op sommige punten dreigen in te halen, waardoor voorwaarden en uitgangspunten van studies niet meer kloppen en harmonisatie van uitkomsten erg moeilijk wordt. Ondanks het intensieve overleg waarbij ook het Platform Noordwestelijke Hoofdroute (NWH) is betrokken, bestaan er grote zorgen over de consequenties voor de leefbaarheid, natuur en landschap. De geprognostiseerde toename van het verkeer met 40% (!) langs de Noordwestelijke Hoofdroute (NWHR) met daarin de voor de stad zo belangrijke Internationale Zone levert onherroepelijk forse milieuschade op. Daarbij zijn de grootschalige uitbreidingsplannen van de gemeente in de toekomst, juist ook langs de ringweg nog niets eens meegenomen. De NWHR en de Internationale Zone maken zoals bekend onderdeel uit van de Internationale Ring West.
Een van de verkeersknelpunten Internationale Ringweg West> Foto: PR
Dat de consequenties van de verkenning negatief doorwerken in leefbaarheid, natuur en landschap wordt overigens wel erkend in de Resultatennota van de MIRT. De zorgen van het Platform Noordwestelijke Hoofdroute, het wijkoverleg Zorgvliet en vele andere organisaties betreffen de achteruitgang van de leefbaarheid in de wijken en van de grote groengebieden en Natura-2000-gebieden langs de Internationale Ringweg West. Het gaat dan over volksgezondheid, kwaliteit van de lucht, overlast van lawaai, stikstofdepositie in de Natura 2000-gebieden, landschappelijke kwaliteit, oversteekbaarheid van een steeds drukker wordende verkeersader dwars door woonwijken en het steeds intensievere sluipverkeer. Die zorgen en kritiek staan opmerkelijk genoeg niet in de nu op tafel liggende nota MIRT Verkenning Haaglanden. Dat is vreemd want in het voorbereidend proces is met focusgroepen juist getracht draagvlak voor andere afwegingen op basis van alternatieven en kritiek te vinden. Bewoners(organisaties) en regionale belangengroepen hebben de afgelo-
uw mening
Geen kennis van zaken den.’ Bovendien moet iedereen de broekriem aanhalen, dus waarom ook de docent niet? – vindt Dirksmeier. Hij denkt dat wij staken om de centen, en tegen de werkdruk, maar zo is het niet. Wij staken wegens het politieke geklungel als het om onderwijs gaat, tegen een verlenging van de lestijd die enkel dient om de PVV een geluksgevoel te geven en die zowel door de onderwijsinspectie als de werkgevers wordt afgeraden. Ook staken wij tegen de inbreuk van Van Bijsterveldt op de CAOafspraken, en tegen het mallotige, want onuitvoerbare voorstel een prestatiebeloning in te voeren. Dirksmeier had de door hem aangehaalde omstanders de les kunnen lezen, door over deze en dergelijke kwesties te schrijven; bovendien zou hij dan zijn publiek iets hebben bijgebracht – de primaire taak van een docent, dunkt mij, of je nu directeur bent of niet. Peer van ’t Zelfde
Door Inge Vianen
Wethouder Norder (PvdA) wil de op slot zittende huizenmarkt openbreken en scheefwonen tegengaan. Dat doet hij door twee miljoen euro uit te geven aan subsidies voor kopers van huizen van 140.000 – 200.000 euro. Daarbovenop wordt nog eens 1 miljoen euro gespendeerd aan subsidies om scheefwoners te verleiden te verhuizen. Norder streeft daarmee een nobel doel na, maar geeft in de tussentijd een grote bak geld uit voor beleid dat geen structurele oplossing vormt voor het probleem waar Den Haag mee te kampen heeft: nieuwbouwprojecten in de stad liggen stil en mensen met een laag inkomen moeten gemiddeld 48 maanden wachten voordat ze een sociale woning kunnen betrekken. En dat terwijl 12% van alle sociale woningen (9.800) in Den Haag wordt bewoond door mensen met een goed inkomen, de zogenaamde scheefwoners. Er is dus een probleem, dat is duidelijk. De oplossing ligt echter niet in koopen verhuissubsidies. GroenLinks vindt dat scheefwoners moeten verhuizen nadat het huishoudinkomen drie jaar aaneengesloten boven de grens van 43.000 euro uitkomt. Tot die tijd moet een hogere huur gevraagd worden. In eenzijdig samengestelde wijken met een oververtegenwoordiging van sociale woningen krijgen scheefwoners de
kans om hun huurwoning te kopen. Daarnaast is een pakket van maatregelen nodig om de huizenmarkt van het slot te halen, waarvan de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek wel de belangrijkste is. Maar in plaats van te pleiten voor dergelijke structurele maatregelen geeft Norder incidenteel drie miljoen belastingeuro’s weg, in de hoop iets op te lossen. En dus krijgen mensen die dat gezien hun financiële toestand helemaal niet nodig hebben, straks een kadootje van tussen de 5.000 en 10.000 euro. Van de mensen die een verhuissubsidie zullen ontvangen verdient 65% meer dan 50.000 euro per jaar en 20% zelfs meer dan 75.000 euro. In de tussentijd zullen er in Den Haag steeds meer daklozen in het straatbeeld te zien zijn. Dezelfde wethouder heeft namelijk besloten om de organisatie die 700 daklozen, ex-verslaafden en ex-gedetineerden per jaar aan een woning helpt, weg te bezuinigen. Ook mogen niet-Nederlandse daklozen wegens een tekort aan gemeentelijke financiering geen gebruik meer maken van de daklozenopvang. De koop- en verhuissubsidies zijn geen structurele oplossing voor de problemen op de huizenmarkt en gaan bovendien ten koste van daklozen. Dat kan beter. En eerlijker. Inge Vianen is raadslid voor GroenLinks in Den Haag
Maar ook bestuurlijk wordt de kritiek weggemoffeld, getuige een brief van de Haagse wethouder Smit van 21 december 2011 waarin staat “ ... Alle betrokken partijen onderschrijven het belang dat er een samenhangend pakket van maatregelen gerealiseerd wordt, zodat de positieve effecten maximaal benut kunnen worden....”. Dat is een onjuiste voorstelling van zaken omdat er wel degelijk een voorbehoud is gemaakt. En dat voorbehoud is dat de kwaliteit van de leefbaarheid in de wijken niet verder kan en mag worden aangetast. Daphne Nicolaï is lid van het Platform Noordwestelijke Hoofdroute; Robbert Coops is voorzitter van de stichting Wijkoverleg Zorgvliet (www.zorgvlietdenhaag.nl)
Haagse Harry
© Marnix Rueb
Hugo Dirksmeier, columnist in deze krant en directeur van een Haagse middelbare school, liep laatst rond op het Malieveld. Daar stonden pakweg 1500 docenten. Zij staakten. Dirksmeier hoorde omstanders schimpen en zeggen dat die docenten niet zo moesten zeuren, want dat ze toch meer dan genoeg vrije tijd hadden, zelfs al moesten ze een vakantieweekje inleveren. Dirksmeier staakte niet. Toch liep hij daar rond. Een beetje gelijk hadden die omstanders dus wel. Ik geloof trouwens niet dat Dirksmeier daar was, want ook de directeur van het HML, zo heet zijn school, heeft wel wat beters te doen dan op een maandagmiddag over het Malieveld te kuieren. Behalve als hij kuierend zou staken, maar dat doet hij dus niet, want staken is niet creatief. Althans, dat beweerde hij op 12 januari in deze krant. En niet alleen is het niet creatief, het is ook nog eens, ik citeer: ‘een reactionair middel uit vervlogen vakbondstij-
pen jaren intensief meegewerkt door tips voor verbeteringen te geven, vragen over onduidelijkheden en onzekerheden te stellen en met waarschuwingen voor onmogelijkheden en ongewenste situaties te komen. Tot op heden heeft de ambtelijke stuurgroep geen reactie gegeven.
Koop- en verhuissubsidies gaan ten koste van daklozen
Initiatiefnemers van de campagne De Haagse verhuisdoos. >Foto Ivo van der Bent
9
Economie<
Vrijdag 27 januari 2012 > Den Haag Centraal
Onderzoek stad en provincie naar energie uit biomassa Een economie waarin bedrijven zowel energie als producten vervaardigen uit natuurlijk materiaal. Dat klinkt als hèt schoolvoorbeeld van een duurzame wereld. En wellicht is het minder ver weg dan je zou denken. Advies- en ingenieursbureau DHV onderzoekt de haalbaarheid van een ‘bio-based economy’ en een bioenergiecentrale in de regio Haaglanden. Door Miranda Fieret
Duurzaam is al lange tijd het toverwoord. Niet alleen bij de consument en het bedrijfsleven, ook lokale overheden proberen ‘groen denken’ te stimuleren. Daarom hebben zowel de provincie Zuid-Holland als de gemeente Den Haag een eigen project bij advies- en ingenieursbureau DHV neergelegd. In opdracht van de provincie onderzoekt DHV of Zuid-Holland een ‘bio-based economy’ kan creëren. Dit is een economie waarin bedrijven energie en andere producten vervaardigen uit biomassa. Aldert van der Kooij is projectleider bij DHV en nauw betrokken bij het project. “Uit biomassa, bijvoorbeeld mest en tuinafval, kan energie worden opgewekt. Maar sommige biomassa kan ook worden omgezet in grondstoffen voor chemicaliën, kunststoffen, voedsel of cosmetica”. Momenteel wordt in kaart gebracht hoe de markt van vraag en aanbod in elkaar steekt en wat de logistieke en financiële consequenties zijn. De provincie wil met de studie een gedegen basis hebben voor een duurzame economie. Van der Kooij: “Twee jaar geleden hebben we de provincie al geholpen met een biogaskansenkaart. Hierbij brachten we in kaart wat er in Zuid-Holland aan onder andere mest, GFT, groenafval, rioolslib en industriële restproducten beschikbaar is en wat daar nu mee gebeurt. Je ziet dat veel bedrijven aandacht besteden aan de mogelijkheden van biomassa, vandaar dat we dit meer willen uitdiepen”. DHV verwacht eind 2012 met hun bevindingen naar buiten te komen. “Het is een ingewikkelde analyse. We moeten de productie van reststromen in kaart brengen. Via enquêtes kijken we waar behoefte aan is. Daarnaast moeten we natuurlijk berekenen of het financieel gezien kan”. Kunststoffen Volgens de projectmanager is er veel meer mogelijk met ons restafval. “Vrijwel alle planten bevatten cellulose en suikers. Dit zijn belangrijke grondstoffenvoor de productie van onder meer biogas, ethanol, melkzuur en kunststoffen. Suikerbieten zijn daarvoor een belangrijk gewas”. Daar zit juist het probleem: suikerbieten zijn ook een grondstof voor onze voedselproductie. In een bio-based economy zou het daarom veel beter zijn om resten van gewassen als alternatief te gebruiken. Of dit regionaal verkregen kan worden, valt nog te bezien. Zuid-Holland zou echter een veelvoud aan gewasresten nodig hebben. Veel meer dan we zelf produceren. Van der Kooij: “Dat is niets nieuws. In de haven van Rotterdam worden al op grote schaal gewassen geïmporteerd. Dat is niet erg, als je maar slimmer kan verdienen aan de biomassa. Het gaat om upcycling van de afvalstoffen”. Bij upcycling krijgt de gerecyclede grondstof een hogere toegevoegde waarde dan die van de oorspronkelijke grondstof. Upcycling gaat dus verder dan recycling. Tot nu toe wordt nog weinig aan upcycling gedaan in de regio. Het is vaak technisch mogelijk, maar economisch niet rendabel.
Bezoek VVV fors gestegen In 2011 brachten circa 330.000 toeristen een bezoek aan het VVV-Uitburo vestiging in Den Haag. Dit is tien procent meer dan in 2010. De piek in het bezoek was in de zomermaanden en het buitenlands bezoek steeg in verhouding meer dan het nationaal bezoek. Het VVV Informatiepunt De Pier in Scheveningen heeft van 1 april tot 1 oktober aan 25.000 bezoekers informatie verstrekt. In 2010 was dit nog aan 13.000 bezoekers. Van de bezoekers aan de vestiging aan het Spui kwam ongeveer zestig procent uit Nederland. Bij de veertig procent buitenlandse bezoekers voerden de Duitsers de rij aan (10 procent). VVV-Uitburo kreeg de meeste vragen over het historische centrum van Den Haag, de musea, de uitgaansmogelijkheden in de stad en over het strand en de zee. Daarnaast waren het openbaar vervoer en ‘wat is de weg naar’ favoriete onderwerpen. In juni is VVV-Uitburo verhuisd van de Hofweg naar de begane grond van de Centrale Bibliotheek op Spui 68.
Overname stelt werk veilig The Hague Technologies Group uit Leidschendam heeft het eveneens Leidschendamse bedrijf Glasbergen Elektrotechniek BV overgenomen. Hiermee is de continuïteit van de service aan de klanten van Glasbergen gewaarborgd en kwam er een eind aan de onzekerheid voor alle betrokken partijen. Door de economische omstandigheden van de afgelopen tijd raakte het familiebedrijf Glasbergen Elektrotechniek BV in zwaar weer en moest haar activiteiten na meer dan zeventig jaar, eind 2011, staken. De onderneming vond met name haar marktaandeel in Leidschendam en omstreken, terwijl de THT Groep al jaren haar klanten in en buiten deze regio bedient. Beide bedrijven zochten de afgelopen jaren regelmatig samenwerking als goede partners met betrekking tot diverse projecten. “Als maatschappelijk verantwoorde onderneming wil de THT Groep de technische kennis en de inzet van de Glasbergen medewerkers niet verloren laten gaan”, aldus directeur Hans van der Togt.
Paagman is de beste boekhandel Heeft Den Haag binnenkort ook een droge vergister? > Foto: DHV
Toch is Zuid-Holland een kansrijke regio voor de ‘bio-based economy’. De Rotterdamse haven importeert en exporteert enorme hoeveelheden fossiele en groene grondstoffen. De Zuid-Hollandse eilanden en het Groene Hart zijn grote producenten van akkerbouw- en veeteeltproducten en ten noorden van Leiden is een groot productiegebied van bloembollen. “De Greenport Zuid-Holland, een samenwerkingsverband tussen bedrijven en overheden in de tuinbouw, is zelfs de grootste in de wereld. Door de aanwezige kassen tussen de Rotterdamse haven en Schiphol, chemische industrie en voedselproducenten is er erg veel potentie voor de inzet van biomassa”, aldus Van der Kooij. Bio-energiecentrale Een project dat volledig inhaakt op deze bio-economie is een opdracht van de gemeente Den Haag. Het advies- en ingenieursbureau voert namelijk ook een haalbaarheidsstudie uit naar de bouw van een bio-energiecentrale voor stadsgewest Haaglanden. Den Haag wil dat tien procent van de elektriciteit en warmte in 2040 wordt gewonnen uit biomassa. De biomassa voor de centrale bestaat onder meer uit bermgras, mest en tuinafval. Door te vergisten ontstaat biogas. Dit kan worden omgezet in warmte, elektriciteit of groen gas als transport-
‘Het kan in de toekomst voorkomen dat bussen rijden op restmaterialen van de kassen in het Westland, of dat de elektriciteit in Haagse huishoudens uit Delflandse mest komt’ brandstof. “In de regio Haaglanden is veel biomassa en daarmee een potentiële schat aan energie. Zo kan het in de toekomst voorkomen dat bussen rijden op restmaterialen van de kassen in het Westland, of dat de elektriciteit in Haagse huishoudens uit Delflandse mest komt”. In andere delen van Nederland beginnen bio-energiecentrales al aardig gemeengoed te worden, maar Den Haag en omgeving heeft er nog geen. Vooral het financiële plaatje is vaak een probleem. Zo was de centrale in Cuijk maanden gesloten omdat de subsidie van de overheid voorbij was. Energiebedrijf Essent heeft de centrale, waar honderd procent groene stroom wordt geproduceerd, begin dit jaar heropend. Van der Kooij:
“Voorafgaand aan de bouw moet je er goed rekening mee houden dat subsidie eindig is. Aan het einde van de rit moet je op eigen benen kunnen staan”. In de studie brengt DHV allereerst de beschikbaarheid van biomassa in kaart. Vervolgens komen de verschillende conversiemethoden aan bod. Uit vergisting van biomassa kunnen verschillende eindproducten ontstaan. “De grootste uitdaging van de studie is te kijken wat het aanbod van eindproducten is en in hoeverre dat overeenkomt met de energievraag in de regio. Zo brengen we niet alleen in kaart hoe het stadsgewest gebruik maakt van biomassa, maar ook wat economisch haalbaar en rendabel is”. Dat laatste wringt soms met de opdracht van de provincie Zuid-Holland. “Je kunt bijvoorbeeld groene restmaterialen omzetten in energie, maar er is ook een Delfts bedrijf, Ecoboards, dat van sommige groene materialen spaanplaat kan maken”, legt de projectmanager uit. “Dan is het een kwestie om te kijken waar je meer aan verdient. En ik denk dat dit spaanplaat is”. Toch blijft DHV achter het plan van de bio-energiecentrale staan. “Er blijven veel organische reststromen over, zoals GFT-afval, waar prima eerst biogas uit kan worden gehaald, waarna het restant tot onder andere producten wordt omgezet”. DHV presenteert het rapport in maart 2012 aan de gemeente.
Boekhandel Paagman is uitgeroepen tot Boekhandel van het Jaar. Het Paagmanconcept: (vrolijk, eigentijds, brutaal) sprong er volgens de jury uit. Paagman wordt geprezen om het innovatieve karakter. Online en offline zijn opmerkelijk goed geïntegreerd. ‘De webwinkel heeft een eigen karakter; ook die is leuk en uitnodigend’, aldus het juryrapport. De jury heeft grote waardering voor broer en zus Fabian en Nadine Paagman, die ondanks de tegenslagen die ook hen zijn overkomen, constant blijven vernieuwen en verrassen.
Weekendje weg steeds populairder In het jaar 2011 beslaan de NS hotel treinarrangementen Den Haag bijna dertig procent van het totaal aantal boekingen voor deze stad. Er is zelfs sprake van een groei van 22 procent in reserveringen ten opzichte van het jaar 2010. Deze percentages zijn afkomstig uit de gegevens van Weekendjeweg.nl. Uit eerder onderzoek blijkt dat Nederlanders steeds meer de auto laten staan en de trein nemen voor een stedenbezoek. “Bijna 1 op de 5 hotelgasten reist per trein. Voor de consument is het een gemakkelijke optelsom: Geen last van files, geen parkeerkosten en de hotels van de arrangementen liggen allemaal nabij een NS station”, verklaart Weekendjeweg.nl woordvoerder Ed Trentelman.
10>interview Vilan
Nieuwe blaffers
We zijn een land van papieren en procedures, en dat is goed, dat is zelfs heel goed. Persoonlijk leef ik die levensstijl met overgave. Bij alles wat ik koop, vraag ik een kassabon: ‘voor mijn administratie, ziet u’. Bonnetjes orden ik, daarna gaan ze in het kasboek en in mijn kwartaaloverzicht. Het brengt stabiliteit. Van anderen verwacht ik hetzelfde gedrag. Dat is misschien een foutje in mijn karakter-boekhouding. Want nu ben ik in de war over het nieuws van de politieblaffers. De situatie daar is als volgt. Er moesten nieuwe dienstwapens komen. Maar liefst 40.000 stuks waren aan vervanging toe. Verschillende fabrikanten deden een voorstel. Dat is dan wat de aanbestedingsprocedure heet. Wat zullen we doen, wat moeten we kiezen, dacht de politie. Uiteindelijk kozen ze voor Sig Sauer. Had ik ook gedaan. Sig Sauer heeft websites met plaatjes, nou, daar kun je je geen voorstelling van maken, en er staat in het Duits een indrukwekkende toelichting bij. Je hoeft de oorlog niet meegemaakt te hebben om daarvoor gevoelig te zijn. Maar ja, we weten hoe het afliep met die oorlog. De wapenfabrikanten tweede keus Beretta en Walther spanden een proces aan. En afgelopen dinsdag besliste een Haagse rechter dat de keuze voor Sig Sauer dom was geweest. Reden: de wapens hadden te veel storingen, daar kon je niet echt mee schieten. Sig Sauer ten onder. Hoe moet het nou verder? Waarschijnlijk gaat er een enorme ambtelijke molen malen, vol van nieuwe procedures en papieren. De oude blaffers blijven voorlopig in gebruik. En dat terwijl minister Opstelten vond dat de veiligheid van agenten op straat in gevaar kwam. De agenten zelf hebben gezegd dat de vuurwapens slijten. In criminele kringen klinkt gejuich, zij kopen lekker wat ze willen, het nieuwste van het nieuwste is daar nooit een probleem. Ik zet dit allemaal ook voor mezelf op een rijtje. Het leek zo mooi en zorgvuldig te zullen gaan. Politie die van de belastingcenten wapens koopt en dat geheel volgens de regels doet. Op voorhand wonnen ze er de schoonheidsprijs van het jaar 2012 mee. Natuurlijk kun je daarin een foutje maken om voor het verkeerde te kiezen. Is menselijk. Vrouwe Justitia steekt dan een helpende hand toe en je begint met die hele aanbesteding gewoon opnieuw. Kan best twee, drie keer. Een correcte procedure gaat boven alles. Maar waarom moeten de criminelen nou zo lachen? Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 januari 2012
Arabische operazangeres Baidar Al-Basri (32)
‘Ik voel me een ambassadrice van Irak’ Baidar Al-Basri is de dochter van een uiterst muzikale familie die vaak concerteert in het Midden-Oosten. Sinds 1997 woont de familie in het Haagse Regentessekwartier. Het wachten is nog op een cd van de jonge zangeres die een operastudie in Damascus én Den Haag deed. ‘Westerse operamuziek zing je met het hoofd, Arabische muziek vanuit het hart’.
Door Eric Korsten Vorig jaar zomer was het opeens crisis in huize Basri: Baidar had te kampen met stemproblemen en ze moest een chirurgische ingreep ondergaan om de knobbeltjes die zich kennelijk op haar stembanden hadden gevormd, weg te halen. Een beroemd chirurg uit Londen kwam over om bij haar de altijd delicate operatie te verrichten. Ze heeft twee maanden haar stem moeten sparen en lange tijd nauwelijks kunnen spreken, maar inmiddels is haar stemgeluid weer als vanouds en op volle sterkte. Baidar al-Basri (Bagdad, 1980) studeerde opera in Syrië, en, nadat ze in 1997 in Den Haag neerstreek, ook aan het Koninklijk Conservatorium. Een kennismaking met een ontwapenende en charmante jonge vrouw die Europa, het Midden-Oosten en Nederland langzaam maar zeker aan haar voeten weet te krijgen. Een eerste in Syrië opgenomen cd staat op stapel. ‘Etnische sopraan’, zo wordt haar betoverende Arabisch klinkende stemgeluid in Nederland wat onhandig omschreven. De innemende en oogstrelende Oosterse werd geboren in Bagdad, na Caïro de grootste stad van de Arabische wereld. Dus ze kan als een kind van de rivier Tigris worden beschouwd. Na omzwervingen die enkele jaren duurden en die haar naar langs exotisch klinkende landen als Koeweit, Jemen en Syrië voerden, streek haar vader met zijn gezin uiteindelijk neer in Den Haag. “Drie weken na mijn geboorte vertrokken mijn ouders, mijn broers en zussen, met mij uit Bagdad, op de vlucht voor de toen al onderdrukkende teneur van het regime van Saddam Hoessein. Van dat vertrek uit mijn geboorteland, daar kan ik me, vanzelfsprekend, niets meer herinneren. Mijn vader week uit naar Koeweit, naar het naburige, kleine oliestaatje ten zuiden van Irak, dat een decennium later opeens onder de voet werd gelopen door het Irak van diezelfde Saddam Hoessein, dat daarna al snel weer door de geallieerden werd bevrijd in de daaropvolgende Golfoorlog. Al enige tijd daarvoor waren we vertrokken uit het emiraat. We zochten ons heil in Jemen, in het uiterste zuidelijke puntje van het Arabische schiereiland”. Door toedoen van haar inmiddels 75-jarige vader Hamid, ud-speler, musicoloog en componist in Arabische muziek, kreeg ze muziek en dans van jongsaf aan
met de paplepel ingegoten. Hoewel haar hart aanvankelijk uitging naar sport, ballet en dans schreef ze zich in voor een operastudie aan het stedelijk conservatorium in de Jemenitische hoofdstad Sana’a. Het bleek een stap die haar uiteindelijk tot een opmerkelijke muzikale loopbaan leidde. Nadat ook Jemen niet het juiste toevluchtsoord voor het gezin Al-Basri was gebleken, werd in Damascus (Syrië), de volgende halteplaats in het doorgaans en vooral de laatste jaren lichtontvlambare Midden-Oosten gevonden. In het conservatorium van de hoofdstad van dat land volgde de in de tussentijd grootgeworden Baidar drie jaar lang een operaopleiding. In die tijd ontwikkelde ze zich tot een professionele mezzosopraan en ze volgde er en passant een vierjarige opleiding dans en ballet. “De operastudie in Syrië is te vergelijken met conservatoriumopleidingen zoals die er in West-Europa en elders ook zijn”, zegt Badair over haar opleiding in Damascus. “Je krijgt er les over uiteenlopende Westerse opera’s, van Mozart tot Puccini en Verdi, en je kreeg er onderricht in de grote operastijlen van het Westen. Ten tijde van mijn studie heb ik onder meer deel uitgemaakt van de cast die de kameropera Dido en Aeneas van Henry Purcell opvoerde. Doordat ik, heel toevallig eigenlijk, een docent had die uit Rusland afkomstig was, kreeg mijn studie net een wat ander tintje dan gewoon was”. Ook Damascus bleek, bij nader inzien, niet meer dan een nuttige maar veredelde tussenstop voor de Basri’s. “Mijn vader ondervond, net als eerder in Irak, morele problemen. Hij taxeerde na een verkennend bezoek aan Nederland in zijn zoektocht naar een leven in vrijheid ons land als een fijn land om te wonen.
‘Westerse operamuziek moet je zingen met het hoofd, Arabische muziek ontstaat vanuit het hart’
Een land dat in zijn ogen in ieder geval fijner zou zijn dan Duitsland of Frankrijk bijvoorbeeld. Nederland was volgens zijn oordeel een land van rust en vrijheid, en Den Haag een stad van vrede”, aldus de mezzosopraan. Aanvankelijk verbleven de Basri’s in asielcentra, maar in 1997 werd in de stad Den Haag de volgende stopplaats voor het zeshoofdige gezin, een stad die, tot nu toe, hun eindhalte is gebleken. Eenmaal in Nederland vestigde de familie zich in het Regentessekwartier. En Baidar besloot aan het diploma dat ze aan het conservatorium van Damascus had behaald, verdieping te geven door zich aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag twee jaar lang in klassieke operazang te specialiseren in de operaklas van deze opleiding. Vanaf het moment dat ze afstudeerde aan het vermaarde Haagse opleidingsinstituut rijgt Baidar optreden aan optreden. Zo geeft ze aan de lopende band concerten en performances in verschillende Arabische en Europese landen. En in Nederland werkte ze de afgelopen jaren samen in concertoptredens met onder meer het Metropole Orkest (in Gemengde Noten, composities op basis van Nederlandstalige gedichten in een ode aan componist Theo Hoek in 2003), het Nederlands Blazers Ensemble (Nieuwjaarsconcert 2002), Dogtroep, theatermaker Niels Brandaan Cotterink (Orpheus en Euridyce), in het Oud & Nieuw-concert Iraqi Night met de Irakese zanger Mohanad Mohsen en het Haarlemse Holland Symfonia, met zanger Alan George op een muziekfestival in Leiden en in enkele producties van choreografe en oudNederlands Dans Theater-danseres Cora Bos-Kroese. Ze was te zien op omlijstende programma’s tijdens de Nijmeegse Vierdaagse feesten (met zanger Amar Al Sadi), tijdens de Operadagen Rotterdam (De Nacht van de Stem) en ze deed aan de zijde van haar 75-jarige vader Hamid mee aan het project AlleHaagse, een project dat verleden jaar werd georganiseerd door het Haagse theater- en muziekplatform Culturalis. Vader “Mijn vader heeft in Irak verschillende functies gehad”, verklaart Baidar de rol en aanwezigheid tijdens het interview van haar vader, die haar in binnen- en buitenland pleegt te chaperonneren. “Mijn vader was in Irak onder meer delegatieleider van het Alen Mack Festival in Bulgarije, het Arabisch Muziek Festival
>Foto: Raymond van Houten
in Algerije, het Jeugdfestival in Rusland en van het Zijderoute Festival, dat plaatsvond in Japan”. Haar vader is daarnaast een excellent bespeler van de ud, een Arabische luit. Hij is tevens de aanstichter en natuurlijke spil van een hoog aangeschreven en professioneel onderlegde muzikale familie. Tegenwoordig geeft haar vader in Den Haag les in Arabische muziek. Als nestor van zijn Groep Al Basri stelt Hamid pogingen in het werk om de muzikale tradities uit Irak in ere te houden en tegelijkertijd een open oor te houden voor ongewone muzikale
11
interview<
Vrijdag 27 januari 2012 > Den Haag Centraal
‘Nederland was volgens zijn oordeel een land van rust en vrijheid, en Den Haag een stad van vrede’ het hart. De klanken van Westerse opera’s, Nederlandstalige liederen of Arabische songs verschillen natuurlijk enorm van elkaar, dus is het voor mij zaak om steeds goed geconcentreerd te blijven.
experimenten en ontmoetingen. Dat synergetische streven kenmerkt overigens ook de ‘solo’-optredens van Baidar. Het meest opvallende aspect van haar repertoire is nog dat ze veelal een mix zingt van Arabische muziek. De bezetting vermeldt voorts twee zonen die zorgen voor percussionele ondersteuning, en voorts zijn vrouw en haar dochter, die allebei als vocalisten bijdragen. De Basri’s verzorgen regelmatig concerten in binnen- en buitenland. Als ware troubadours trekt het gezin, inclusief Baidar, veelvuldig door Europa (Oostenrijk, België, Frank-
rijk, Duitsland, Zweden, Denemarken). Maar de familie is ook geregeld te gast voor concerten in Syrië, Libanon en andere landen in het Midden-Oosten en de Maghreb-landen. Hoewel Baidar werd geschoold naar klassieke Europese vocalisten- en operanormen tonen componisten die herhaaldelijk in opdracht liederen voor haar schrijven, juist een voorliefde voor haar Arabische keelklanken. “Er zijn wel componisten die voor mij klassieke ‘westerse’ stukken willen schrijven, maar vallen vervolgens in de praktijk van het com-
poneren steeds voor mijn vertolking van Arabische muziek”. Niettemin zingt ze ook geregeld Nederlandstalige teksten. Die samenvloeiing van Arabische muziek en Nederlandse vertellingen leidt vaak tot prachtige en ontroerende scènes waarin de twee werelden elkaar soms op fascinerende, vaak ingetogen wijze versterken. “Soms moet ik erg snel schakelen”, zegt ze begeleid door een ontwapenende oogopslag, “want die afwisseling is lang zo makkelijk nog niet. Westerse operamuziek moet je zingen met het hoofd, Arabische muziek ontstaat vanuit
Hoofdact In grote delen van het Midden-Oosten is Baidar inmiddels een geliefde en bekende verschijning. Ze treedt met regelmaat als hoofdact op tijdens festivals en concerten in Tunesië, Libanon en Syrië, het land waar ze tussen haar dertiende en twintigste levensjaar verbleef. Vooral in het laatstgenoemde land lijkt haar ster rijzende, want ze was er recentelijk de winnares van een jongerenfestival, werkte er samen met het koor van het Nationale Symfonieorkest en ze was er op de nationale tv te zien. Verleden zomer was ze opnieuw in het land te gast, een periode waarin het openbare leven toen al erg onrustige vormen aannam. Ze nam er toen, onder de leiding van één van haar broers, die het land nooit de rug heeft willen toekeren, en er een eigen opnamestudio runt, een cd op. “Het was een ongelooflijke ervaring om daar met een volwaardig – liefst veertig musici sterk – symfonieorkest, dat onder leiding stond van mijn vader, die ook tekende voor de orkestratie en de composities van het merendeel van de songs, op te kunnen nemen. Het gaat er heel anders aan toe dan in Nederland. Hier komen afzonderlijke musici hun partij inspelen, maar daar was het zo dat het voltallige orkest voortdurend aanwezig was”. De cd is een mix geworden van enkele traditionele composities met nieuwe songs. Ook heeft de compositie die ze zong tijdens AlleHaagse, die bestaat uit een mix van onder meer flamenco, salsa, Indiase en hiphopmuziek, een plaatsje gekregen op de cd. Hoewel de opnamen die ze in Syrië maakte inmiddels professioneel zijn gemixt en gemasterd, en er een demo van de opnamen voorradig is, blijkt vooralsnog geen enkele muziekuitgever bereid toe te happen. “De crisis”, meent Baidar. “Dat is bijzonder jammer, want een symfonieorkest met zo’n bepalende klankkleur zoals ik dat aldaar tot mijn beschikking had, is in Nederland en evenmin ver daarbuiten niet te vinden of zelfs maar bij gelegenheid bij elkaar te brengen. Ik heb natuurlijk een demo van
de opnamen laten maken en daarmee zal ik platenmaatschappijen proberen te interesseren. Bovendien zou ik graag laten horen hoe mijn muziek live werkelijk, met veertig topmusici, kan klinken. Maar zo’n orkest is hier in de verre, verre omtrek helaas niet samen te brengen. Zoiets blijft toekomstmuziek”. En dat blijft vooralsnog ook de clip die ze in gedachte heeft. Een belangrijk aandeel in haar carrière heeft Laudie Vrancken van Theater De Regentes, die Baidar in contact bracht met Cora Bos-Kroese, die op haar beurt Baidar naar voren schoof voor een samenwerking tijdens het jubileumprogramma voor 50 jaar Nederlands Dans Theater. Ook was ze medio december te horen in het programma PIEK! in Theater De Regentes en had ze een aandeel in verschillende producties van Cora BosKroese (Drunk of Honey, 2009 en Signale, 2008). Met Bos-Kroese trad ze op tijdens het jubileum voor vijftig jaar Nederlands Dans Theater in 2010. Momenteel reist ze ons land door met een uitvoering van het Stabat Mater van de Welshman Karl Jenkins. Baidar: “Het is fijn om zulke mensen om je heen te hebben, mensen die het goed met je bedoelen”. Toeval of niet: In een aantal van de Arabische landen waar zij zich onlangs heeft laten zien, lijkt als bij toverslag een politieke Lente aan te breken. Ze glimlacht. Drie dagen nadat ze in Tunesië op bezoek was greep de volksrevolutie daar om zich heen, en na de afgelopen zomer is het openbare leven ook in Syrië niet meer tot bedaren gekomen. Ze haast zich te zeggen dat haar aanwezigheid daar hoegenaamd niets mee te maken heeft. Toch kijkt ze met gemengde gevoelens naar de perikelen in de landen rond de Dode Zee. “Ik ken er veel mensen en ik bel zo vaak als ik kan naar Syrië om te weten hoe het daar gaat met mijn broer en met vrienden en vriendinnen”. Maar ook het wedervaren van bekenden in Tunesië heeft haar aandacht. In april vertrekt ze opnieuw voor enkele concerten naar het land waar de Arabische Lente zijn sporen definitief heeft nagelaten. In haar geboorteland Irak is ze tot op de dag van vandaag evenwel nooit op bezoek geweest. Ze heeft ooit als baby het land moeten verlaten maar ze heeft daarna nooit de kans gehad om het van nabij te verkennen. “Maar dit jaar gaat het gebeuren, blijft mijn vader, die zelf trouwens onlangs is uitgenodigd voor een conferentie in Irak, steeds maar herhalen. Hij zegt het jaar in jaar uit. Maar ook hij vindt dat het nu eindelijk tijd wordt om te gaan. Ik kijk er in ieder geval naar uit. De situatie zoals die nu over het algemeen is in het land, lijkt in vergelijking tot vroeger dagen wat gekalmeerd. Ik kijk er met immens plezier naar uit om eindelijk mijn geboorteland en plek van geboorte nu eens met eigen ogen te kunnen beschouwen. De teksten die ik zing, gaan vaak over liefde, maar ook over thuiskomen. En Irak voelt voor mij als thuiskomen. Ik voel me als een ambassadrice van Irak”.
13
Cultuur<
Vrijdag 27 januari 2012 > Den Haag Centraal
Sylvie Guillem: de kaviaar van het festival
'Prima ballerina nonpareil' Sylvie Guillem in Mats Eks 'Bye'. > Foto: Bill Cooper
Het dertiende Holland Dance Festival, dat vanavond van start gaat, duurt maar liefst een maand. Op de drie belangrijkste danspodia in de stad én in het Atrium van het Stadhuis zijn in totaal 54 dansvoorstellingen te zien, waarbij het aanbod varieert van internationale topdansers en -choreografen tot opvallende eigen producties en de lancering van jong talent. De eerste festivalweek heeft meteen al veel moois in petto. De top drie. Door Astrid van Leeuwen
Ze heeft haar sterrenstatus zelf bepaald nooit opgeblazen, maar de diehard-balletfan moet toch minimaal enige opwinding voelen: Sylvie Guillem is in town! ‘Een danseres zoals er nog nooit een is geweest’, ‘die als geen ander je hart doet overslaan’ en ‘van wie je je ogen eenvoudigweg niet kunt afhouden’ – zo werd de Française vorig jaar in de Britse pers onthaald naar aanleiding van ‘6000 miles away’, de voorstelling waarmee ze vandaag en morgen optreedt op het Holland Dance Festival. Guillem is inmiddels 46, maar zegt ze: “Mijn lichaam en geest houden er nog steeds van om te dansen”. Haar carrière in een notendop: na een voorstelling van ‘Het Zwanenmeer’ bombardeerde Rudolf Nureyev haar op de verbazend jonge leeftijd van 19 tot ‘étoile’ van het Ballet de l’Opéra de Paris. Vier jaar later verliet ze tot ieders verbijstering het Franse topgezelschap – zelfs in het Assemblée Nationale werden vragen over haar vertrek gesteld –
omdat ze vrijheid wilde. Vrijheid om met verschillende choreografen en gezelschappen te werken, vrijheid om haar eigen rollen te kiezen. Een tot dan ongekende stap in de wereld van het ballet. Eigenzinniger Maar Guillem triomfeerde. In zowel het klassieke als het moderne repertoire, waarbij haar keuzes de afgelopen jaren steeds eigenzinniger, tot op het experimentele af werden. Totdat ze vorig jaar besloot nog één keer te willen samenwerken met drie van de belangrijkste choreografen van haar tijd: William Forsythe, Mats Ek en onze ‘eigen’ Jirí Kylián. “Niet uit nostalgische overwegingen”, zegt ze nu, “maar om de cirkel rond te maken. Mezelf te testen: kan ik naast het aangaan van nieuwe ervaringen ook terugkeren naar wat geweest is, en hoe zal dat uitpakken”. Forsythe en Ek creëerden voor ‘6000 miles away’ respectievelijk het duet ‘Rearray’ (met naast Guillem de Italiaanse sterdanser Massimo Murru) en de solo ‘Bye’. Kylián koos voor een duet uit zijn ballet ‘27’52’. Het wordt niet gedanst door Guillem – “Hij heeft mij niet gevraagd”, zegt ze openhartig – maar door oud-NDT-dansers Nataša Novotná en Václav Kuneš. “Achteraf gezien maar goed, want de stukken van Billy en Mats zijn samen zwaar genoeg”. Forsythe zei tijdens de repetities opnieuw ‘compleet betoverd te zijn door de intelligentie van Guillems kunst’, Ek prees haar ‘innerlijke vuur’ en de ‘wijze waarop ze een perfecte techniek aan kwetsbaarheid paart’. Festivaldirecteur
Samuel Wuersten noemt ‘6000 miles away’ een absolute ‘must see’, een voorstelling ‘als kaviaar’. “Je hoeft het niet elke dag te eten, maar wow, wat is het heerlijk als je het een keer krijgt voorgeschoteld”. Waanzinnig Eén van de eigen producties die het festival dit jaar uitbrengt, is ‘A Dance Concert’, gewijd aan het leven en werk van Tim Persent, die dit seizoen precies 25 jaar geleden naar Nederland kwam en al gauw één van de meest gezichtsbepalende moderne dansers van ons land was – en nog steeds is. Persent, geboren in Zuid-Afrika en getogen in Zambia en Londen, zou aanvankelijk niet langer dan een jaar blijven. “Kathy Gosschalk van het Rotterdamse Werkcentrum Dans had me een jaarcontract aangeboden en daar kon ik, als net afgestudeerde danser, geen nee tegen zeggen”. Maar Nederland bleek veel spannender dan Engeland. “Er gebeurde hier zó veel, Kathy haalde de ene na de andere eigenzinnige choreograaf naar Nederland: Stephen Petronio, Amanda Miller, de destijds in New York gevestigde Ton Simons. Ik raakte op een steeds dieper niveau bij dans betrokken, realiseerde me meer en meer wat dans allemaal kan uitdrukken en betekenen”. Nadat Persent eerder onderscheiden werd met een Zilveren Theaterdansprijs en een Gouden Zwaan, besloot het Holland Dance Festival zijn 25-jarig jubileum aan te grijpen voor een andersoortig eerbetoon. Persent kreeg de vrijheid om een eigen programma samen te stellen.
“Een waanzinnig cadeau”, noemt hij het, al voelt hij tegelijkertijd een drukkende verantwoordelijkheid. “Het moet niet alleen een leuk feestje worden, het moet ook ergens over gaan, mensen raken”. Persent nodige daartoe choreografen uit die van grote invloed op zijn carrière zijn geweest: Richard Alston, Ton Simons en, uiteraard, Andrea Leine en Harijono Roebana, met wie hij nu al 17 jaar werkt en die “mij altijd weer verrassen, altijd nieuwe lagen in mijzelf doen aanboren”. Maar Persent wilde in ‘A Dance Concert’ ook nieuwe samenwerkingen aangaan, zoals met de Vlaamse Ann Van den Broek, die hij al jarenlang bewondert vanwege haar extreme, compromisloze choreografieën. Én live muziek – van onder anderen sopraan Claron McFadden en barokensemble Musica Amphion – moest ook een belangrijke plaats in de voorstelling krijgen, want, zegt Persent: “Muziek is, meer nog dan dans, de basis van mijn bestaan”. Hypnotiserend Sylvie Guillem en Tim Persent zullen beiden ook te zien zijn op het door koningin Beatrix bij te wonen Holland Dance Gala, dat dit jaar voor het eerst wordt georganiseerd en (hoewel het plaatsvindt op de derde festivaldag) de officiële opening van het festival vormt. Naast een selectie van optredens van enkele topartiesten die de komende maand op de Haagse danspodia zullen schitteren, is het gala vooral ook een persoonlijke keuze van festivaldirecteur Samuel Wuersten. “Ik heb gekozen voor mensen en producties die voor mij belangrijk zijn
geweest, ijkpunten in mijn carrière als het ware”. Daartoe behoort naast Guillem (die exclusief voor het gala de solo ‘Two’ van Russell Maliphant danst) en Persent (met wie Wuersten ooit het danspodium deelde) onder meer ook de New Yorkse Limón Dance Company, die één van zijn meesterwerken uitvoert: ‘Moor’s Parvane’. En uiteraard ook het Nederlands Dans Theater, dat, sinds Wuersten het festival leidt, nooit in de programmering heeft ontbroken, en op het gala ‘Shutters Shut’ van Lightfoot en León zal dansen. Jonge studenten van de Rotterdamse Hogeschool voor de Kunsten Codarts – waar Wuersten lid van het college van bestuur is – vertolken de ‘dans van de duizend handen’ uit Sumatra. En tot de meest recente ontdekkingen van Wuersten behoren het hypnotiserende ‘In Memoriam’ van Sidi Larbi Cherkaoui, uitgevoerd door Introdans, en het virtuoze, sexy danspaar Drew Jacoby en Rubinald Pronk. “Ik hoop”, zegt Wuersten onnodig bescheiden, “dat het programma de bezoekers van het gala net zo zal meeslepen als het mij doet. Dat ik straks niet de enige ben die geniet”. ‘6000 miles away’ van Sylvie Guillem: donderdag 26 en vrijdag 27 januari in het Lucent Danstheater. ‘A Dance Concert’ van Tim Persent: donderdag 26, vrijdag 27 en zaterdag 28 januari in het Korzo Theater. Daarna Nederlandse tournee. Holland Dance Gala: zaterdag 28 januari in het Lucent Danstheater. Voor info, ook over alle andere festivalvoorstellingen: www.holland-dance.com
Ingezonden mededeling
ADV_wt.indd 1
09-11-11 09:10
14>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 januari 2012
Nederlands grootste couturie Couturier Koos van den Akker vertrok in 1968 naar New York. Wat in Den Haag niet kon, lukte in Amerika. Hij groeide uit tot een ster. Verslaggever Casper Postmaa zocht hem op in zijn atelier in Manhattan. Een verhaal over de weg naar de top, de breuk met Nederland en zijn liefde voor de Haagse beeldhouwer Auke de Vries. Door Casper Postmaa
Er zijn jaren geweest dat New York aan zijn voeten lag. Supersterren als Bill Cosby, Cher, Elizabeth Taylor, Barbara Walters, Glenn Close, Isabella Rossellini, Stevie Wonder, Harry Belafonte en basketballer Magic Johnson kozen voor kleding van couturier Koos van den Akker (Den Haag, 1939). Het was een feest waar geen einde aan leek te komen. Hij woonde samen met zijn man John Bell in een groot appartement in het beroemde Ansonia Hotel (ook ooit het stulpje van Babe Ruth, Caruso, Toscanini en Stravinsky) dat als uitvalsbasis diende voor een swingend uitgaansleven met concerten, toneelstukken en jongens. Elk voorjaar bezochten zij Holland. Eerst Koninginnedag in Amsterdam waar John de hort op ging en Koos uitrustte in hotel L’Europe. Daarna logeerde hij een paar dagen bij familie in Den Haag, terwijl zijn vriend doorreisde naar het nog chiquere Gritti Palace in Venetië waar Koos zich een week later bij hem aansloot. “Vervolgens gingen we nog een week winkelen in Parijs. Ja, het kostte heel veel geld”, zegt de couturier met een grijns. “We leefden ver boven onze stand”. Het doek viel in de jaren negentig. Aids roeide vrijwel de hele New-Yorkse homoscene uit. John Bell stierf in 1991 en er viel een navordering van de belasting van een half miljoen dollar op de mat. Koos kon een faillissement slechts afwenden door de zaak te verkopen. Nu, twintig jaar later is hij weer terug, zij het als werknemer in een bedrijf dat naar hem is genoemd, ‘Koos of course!’, en de liefhebbers van zijn haute couture hebben de weg naar de winkel op Madison Avenue weer gevonden. Er is zelfs een wachtlijst voor zijn kleding. “Met mode heb ik niks. Ik ben een naaister”, is een geliefde uitspraak van hem. En inderdaad, zijn collage-achtige kledingstukken zijn eerder zorg-
vuldig en ambachtelijk gemaakte kunstwerken dan dat je aan iets vluchtigs als mode denkt. De carrière van de meest eigenzinnige couturier die Nederland heeft voortgebracht, begon in Den Haag. Een gesprek over de beginjaren is niet altijd eenvoudig. Hoewel hij er bij herhaling op hamert dat voor hem alleen de toekomst telt, is zijn geboortestad een litteken dat blijft steken. Al bij een onschuldige vraag over een plaatsbepaling is het mis. “Nee, niet in Den Haag!”, zegt hij geërgerd. “Niet alles gebeurt in Den Haag. Hou op over Den Haag!” Auke Dan vertelt hij in zijn atelier aan de 35ste straat in Manhattan zijn verhaal. Over het benauwde milieu waarin hij opgroeide, zijn eerste stappen in de modewereld, zijn salon aan de Laan van Meerdervoort die niet van de grond kwam en zijn vergeefse liefde voor de bekende Haagse kunstenaar Auke de Vries. “Ik herinner me de jaren dat ik thuis, in de François Valentijnstraat, woonde als een gelukkige tijd. Al op mijn dertiende had ik verteld dat ik van mannen hield. Het enige wat mijn moeder zei was: ‘zolang je maar gelukkig bent’ en mijn vader voegde daar aan toe ‘als je maar geen korsetten gaat dragen’. Ik heb nooit begrepen waar hij dat vandaan had, maar hij moet iemand uit die wereld hebben gekend die korsetten droeg”.
‘Holland was een onmogelijke liefsesaffaire: de vrouwen waren verkeerd, met Auke kon het niet. Alles was verkeerd’ “Mijn vader was kolenboer. Toen ik op mijn vijftiende naar de Koninklijke Academie ging, had ik thuis verteld dat ik schilderen ging doen. Mijn vader verkeerde in de veronderstelling dat ik huisschilder zou worden. Zo lagen de zaken. Hij was protestants-christelijk, een keurige, goede man, maar hij had
weinig begrip voor wat ik wilde. Hij zag niets in opleidingen, werk deed je met je handen. Mijn eerste jurk maakte ik al toen ik twaalf was en ik had ook al klanten. Meisjes die ik kende”. Hij ontmoette de anderhalf jaar oudere Auke de Vries toen hij vijftien was. “Die god-, godvergeten christelijke kerk van ons had een uitvoering. We deden ‘Gone with the wind’. Ik deed de kostuums van de meisjes van de zondagschool. Papieren jurken. Op de dag van de voorstelling moest ik van rollen papier stola’s maken omdat het allemaal te bloot was. Voordat het doek opging keek ik vanachter het podium de zaal in, en daar was Auke. Een grote blonde man, helemaal in het zwart. Ik sprak hem na afloop en werd ter plekke verliefd. Het was de aardigste, vriendelijkste man die je je kunt voorstellen. We raakten bevriend. Auke vroeg mij later bij hem op zolder te komen wonen. Ik was daar helemaal weg van. Ik vertelde het thuis heel enthousiast tegen mijn moeder die net aan de thee was met de verpleegster die bij ons inwoonde. Toen ik wegliep, hoorde ik haar tegen mijn moeder zeggen: ‘Het is net alsof hij een huwelijksaanzoek heeft gehad’. Zo voelde ik dat natuurlijk ook. In die tijd dat wij die zolderetage deelden, kreeg ik van hem dit schilderij dat hij op Père Lachaise had gemaakt. Ik heb het mijn leven lang overal mee naartoe genomen. Zijn eerste schilderij, het is mijn mooiste bezit”. “Auke wist dat ik homo was, en hij was dat helemaal niet, maar we hebben er nooit een woord aan gewijd. We hebben een geweldige tijd gehad, zijn zelfs samen in militaire dienst geweest. In Nunspeet. Dat was heel leuk en romantisch. De eerste drie maanden konden we elkaar niet zien omdat we op de kazerne in verschillende gebouwen waren ondergebracht, maar als we dan ’s morgens appèl hadden”, (hij gaat in de houding staan, het hoofd recht, de ogen naar opzij) dan keek ik door mijn wimpers of ik Auke zag. Ach, het was lief, ik was jong en wist nergens van. Met seks had het helemaal niets te maken. Hij kon daar goed mee omgaan. Na het leger werd het een stuk gecompliceerder. De meisjes kwamen, hij kreeg relaties en ik werd jaloers. Daarom besloot ik naar Parijs te vertrekken. Ik voelde me helemaal zielig”. Dankzij een introductie van de Bijenkorf waar hij als etaleur had gewerkt,
Koos van den Akker in zijn atelier aan de 35ste straat in New York. In het midden he
kwam hij bij het warenhuis Galeries Lafayette terecht als stoffenverkoper. Ondanks zijn gebrekkige Frans haalde hij zijn eigen klanten binnen. ’s Avonds deed hij een cursus draperen op de Ecole Guerre-Lavin. “In hetzelfde gebouw zat het atelier van Christian Dior. Dat koos elk jaar de beste leerling uit en die mocht stage bij hen lopen. Dat jaar was ik dat. Ik leerde alle dingen die je in die tijd moest kunnen voor het maken van haute couture. Knopen aanzetten en
dat soort dingen. Ik kan het allemaal, al gebruik ik het tegenwoordig nooit meer. Ik verdiende daar helemaal niets, maar wat ik daar leerde gebruikte ik om mijn eigen jurken aan Franse vrouwen te verkopen. Zodra je één of twee klanten hebt, komen er meer. Dat werd snel doorverteld, want ik was gewoon goed. En bovendien: ik werkte voor Dior”. Na drie jaar in de Franse hoofdstad keerde hij terug. Koos kon Parijs niet langer betalen en zijn vader bood hem
Schuberts ‘Onvoltooide’ had compleet kun Met sommige manuscripten van Schubert is letterlijk de kachel aangemaakt. Een huishoudster zag twee hele actes van een nog niet gepubliceerde opera voor oud papier aan. Kopieën waren er niet. Weg opera. Met Schuberts Symfonie in b, de door het Residentie Orkest geprogrammeerde ‘Onvoltooide’, was iets anders aan de hand. Vermoedelijk zag de componist er geen gat meer in. Maar veel is nog onduidelijk. Door Aad van der Ven
Onvoltooide kunstwerken prikkelen de verbeelding. Wat zou het resultaat zijn geweest wanneer de maker het bewuste object wel had kunnen afronden. Soms gebeurt het dat een ander alsnog die taak vervult. Dan zijn de verhitte discussies niet van de lucht. Tot de muzikale meesterwerken die in
onvoltooide vorm beroemd zijn geworden behoren natuurlijk Bachs ‘Kunst der Fuge’, Mahlers Tiende symfonie en ook Schuberts ‘Unvollendete’. Het laatstgenoemde stuk staat nu bij het Residentie Orkest op het programma. Dirigent Christian Zacharias combineert het werk met een andere Schubert en met muziek van Mozart en Ravel. Eerst moet een mogelijk misverstand uit de weg worden geruimd. In dit werk bevindt de componist zich niet op de drempel naar het hiernamaals, hoezeer de introverte, verheven muziek ook die indruk zou kunnen wekken. Schubert had deze symfonie in b kleine terts uit 1822 wel degelijk kunnen voltooien, als hij dat gewild had. Pas zes jaar later overleed hij. En in de tussenliggende tijd zijn diverse andere belangrijke composities van zijn hand ontstaan.
Dat Schubert aanvankelijk van plan was een vierdelige symfonie in b mineur te schrijven wordt door niemand bestreden. Er zijn schetsen voor een scherzo-deel bewaard gebleven. Waarom hij toch, zo nemen we aan, de handen aftrok van deze partituur weten we niet. Natuurlijk is niet uitgesloten dat de componist geen mogelijkheid zag muziek te schrijven die als afsluiting bevredigend was. Dat overkwam hem vaker. Schubert heeft nogal wat stukken geschreven die hij niet heeft afgemaakt, vooral pianosonates. Maar de pijn daarbij is minder groot, want die bezitten niet de volmaaktheid van de twee delen van deze symfonie, die tot de orkestrale hoogtepunten van de vroeg-Romantiek wordt gerekend. Andere plausibele verklaringen zijn er vooralsnog niet. Want er waren geen gebeurtenissen in zijn privé-leven die in dit geval zijn ‘capitulatie’ verklaren.
Bovendien was hij in de betreffende periode zeer productief. In hetzelfde jaar 1822 werkte hij ook aan zijn opera ‘Alfonso und Estrella’ – met de moed der wanhoop trachtte hij als operacomponist door te breken – en aan zijn bekende ‘Wanderer-Fantasie’ voor piano. Dit alles maakt de ‘Unvollendete’ nog raadselachtiger dan de meeste andere onvoltooide composities die we kennen. Route De route die de partituur heeft afgelegd alvorens die in 1865, ruim veertig jaar na het ontstaan, in première ging is wel bekend. Schubert gaf het manuscript aan zijn dierbare studievriend Anselm Hüttenbrenner. Die beschouwde het blijkbaar als een tot niets verplichtend privé-geschenk, want hij deed er niets mee. Maar het had slechter gekund. Want gelukkig
was deze muziek niet het lot beschoren dat een groot deel van Schuberts opera ‘Claudine von Villa Bella’, ook in het bezit van de Hüttenbrenners, ten deel viel. Het dienstmeisje van het gezin beschouwde het manuscript van de derde en vierde acte – er bestonden geen kopieën van – als oud papier en maakte er de kachel mee aan. Wat natuurlijk wel de angstige vraag oproept of in het huis van de Hüttenbrenners misschien ook de ontbrekende delen van de symfonie in de kachel zijn verdwenen. Dat dirigent Christian Zacharias besloot bij het Residentie Orkest de ‘Unvollendete’ te combineren met de eerste entr’acte-muziek uit Schuberts ‘Rosamunde’ heeft een bijzondere betekenis. Sommige musicologen achten de kans groot dat dit gedeelte uit de toneelmuziek op een tekst van Hel-
15
cultuur<
Vrijdag 27 januari 2012 > Den Haag Centraal
ier? Koos of course! uit toen hij met de Statendam naar New York vertrok. Hij laat twee zwartwit fotootjes zien. “Kijk”, zegt hij, “daar zie je het bijna gebeuren!” Op een plaatje staat een jongeman die over de reling hangt en beide handen omhoog brengt als een soort veront-
‘Het hield op in 1997 toen zijn zoon werd vermoord. All the fun was over’
et schilderij dat Auke de Vries in 1959 van de Parijse begraafplaats Père Lachaise maakte. > Foto: Tobias Postmaa
zijn spaarcenten aan om een zaak in Den Haag te openen. “Salon Koos van den Akker. Het was heel leuk in het begin. Ik kwam uit Parijs met ideeën over haute couture, maar die vrouwen waren daar helemaal niet klaar voor. In Nederland bestond absoluut geen mode. Het heeft drie jaar geduurd. Ik voelde mij vreselijk verantwoordelijk ten opzichte van mijn vader, want van hem had ik dat geld geleend. Hij begreep toch al niet waar ik mee bezig
was, zag wel dat ik hard werkte, maar het kwam niet van de grond. De droom van mij was altijd om naar Amerika te gaan, dat had ik al toen ik een jaar of dertien was. Een vriendje nam mij mee naar de film, thuis mochten ze dat niet te weten, want film was de duivel, en toen zag ik ‘How to marry een millionaire’ met Marilyn Monroe. Toen wist ik het: daar moest ik heen. Dat is het leven dat ik wil”. “Op een dag, mijn vader was heel han-
dig, moest ik een tweede paskamer hebben en die zou hij bouwen. Toen hij daarmee bezig was viel hij van de ladder. Dood, hartaanval. Zomaar. Het was heel dramatisch, de eerste die ik belde was Auke. Hij kwam gelijk, we stonden daar met zijn tweeën naar mijn vader te kijken. En ik weet nog heel goed dat ik tegen Auke zei: dit is mijn kans, ik ga weg. Ik ga naar Amerika”. Niet veel later, het was 1968, zwaaiden zijn vrienden hem in Rotterdam
nnen zijn mine von Chézy (première in 1823) de muziek bevat die de componist klaar had liggen voor de finale van de ‘Onvoltooide’. Wat betreft de toonsoort – ook b kleine terts – sluiten de twee stukken in elk geval op elkaar aan. Dirigent Christian Zacharias stelt nu de kwestie via dit concertprogramma weer aan de orde. Of die ‘Rosamundemuziek’ werkelijk een volwaardig laatste deel voor deze symfonie zou zijn geweest? Interessant om dat te onderzoeken en te ervaren. Residentie Orkest onder leiding van Christian Zacharias, ook pianosolist. Muziek van Mozart (Pianoconcert in Bes, KV 595), Schubert (Entr’acte-muziek nr. 1 ‘Rosamunde’; Symfonie in b (‘Unvollendete’) en Ravel (‘Le tombeau de Couperin’). Vrijdag 27 januari, 20.15 uur / zondag 29 januari, 14.15 uur, Philipszaal. Voor meer informatie: www. residentieorkest.nl
Christian Zacharias. > Foto: Marc Vanappelghem
schuldigend gebaar. “Het enige dat ik als herinnering aan thuis had meegenomen was het vestzakhorloge van mijn vader. Toen ik voorover boog om iets naar mijn vrienden te roepen, gleed het uit mijn borstzakje. Zo het water in”. Inderdaad, symbolischer kon het niet. Het afscheid van Nederland was totaal en voor altijd. Hij neemt een driftige trek aan zijn sigaret. “Omdat het een klotenland is. Er was niks voor mij. De vrouwen droegen mijn kleren niet, zelfs mijn moeder en mijn zusters niet. Ze wilden er niets mee te maken hebben. Holland was een onmogelijke liefdesaffaire: de vrouwen waren verkeerd, met Auke kon het niet. Alles was verkeerd. Waarom zou je van zo’n land houden, als alles er zich tegen je keert! Het enige wat ik daarna nog in Nederland heb gedaan was een modeshow voor, toen nog, prinses Beatrix. Daar hadden ze een hele rits ontwerpers voor gevraagd en ik had drie outfits gestuurd. Daar had Het Parool een verslag van gemaakt. Dat noemde op wie er allemaal was. ‘En dan was er ook nog Koos van den Akker. So what?’ Dat was alles, en ik dacht: fuck you! Met die mensen wil ik niets te maken hebben”. Amerika In Amerika liep het anders, het was liefde op het eerste gezicht. “Ik kende niemand. Ik stond daar alleen op de kade met mijn naaimachine en tweehonderd dollar. Het enige dat ik van New York wist, was dat Macy’s een warenhuis was waar je goedkope stoffen kon kopen en ik kende het Empire State Building. Dat ging om tien uur open en daar ben ik meteen naartoe gegaan. Boven keek ik om me heen en alles viel op
zijn plaats: ik was eindelijk thuis. Dat gevoel is altijd gebleven”. Hij klom op van een onopvallend zaakje op Columbus Avenue naar de dure Madison Avenue. De kroon op het werk was de relatie die in de jaren tachtig ontstond met acteur en entertainer Bill Cosby. “Het begon met een vriendin van hem die vroeg of ik een trui voor zijn verjaardag kon maken. Dus ik doe dat en zij nam dat ding mee naar de set. Cosby trok hem meteen aan, vond ’m geweldig en toen de show begon heeft hij hem gewoon aangehouden. De volgende week al stroomden de brieven over mijn sweater binnen. Hij belde me meteen op: ik heb meer truien nodig, want de kijkers vinden het mooi”. “Ik heb ook ontelbare jurken voor zijn vrouw gedaan, ik ontwierp het beddengoed, het linnen, gordijnen voor zijn huis in Saint-Tropez. Hij gaf soms orders van $ 30.000 voor een feest. Ik weet nog dat hij een huis kocht voor zijn vrouw met een overdekt zwembad. Ik ontwierp voor een feest zwemkleding en badjassen. Niet van gewone stoffen, maar van brokaat en dergelijke. Het was alsof ik voor een show werkte”. “Een goede, lieve man. Het was pretty fucking good. De relatie is altijd dezelfde gebleven. Ik hoefde niet op mijn knieën te gaan of overdreven dankbaar te doen. Het hield op in 1997 toen zijn zoon werd vermoord. All the fun was over”. Of het ooit nog helemaal goed komt tussen Koos, Holland en Den Haag is twijfelachtig, maar er is een comeback in de maak. Samen met de Nederlandse acteur Marcel Musters werkt hij aan een theaterproductie die voor de herfst staat gepland. “Denk er om, het is nog niet zeker! Afgelopen seizoen speelde Marcel samen met Marc-Marie Huijbregts twee zussen uit Tilburg in de voorstelling ‘Meepesaant’. Gewone vrouwen met gewone levens. Dit personage van Marcel, Riet van den Biggelaar bezoekt nu Koos van den Akker in zijn New Yorkse atelier. Dat geeft ons de gelegenheid te zitten kletsen. Hij heeft ontzettend leuke vragen, ik heb goede verhalen en het publiek kan zich ermee bemoeien. En ondertussen werk ik aan een nieuwe creatie. Misschien lukt het, dat zou heel spannend zijn, want ik weet niet of ik tot mijn honderdste achter die naaimachine wil blijven zitten”.
16>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 januari 2012
Danser/choreograaf Rudi van Dantzig (1933 - 2012)
Rebel voor één seizoen
fisch talent. Want dat was hij. Na zijn vertrek uit Den Haag ging hij een daverende carrière tegemoet bij Het Nationale Ballet in Amsterdam, waarvan hij in 1965 een van de artistiek leiders werd en van 1971 tot 1991 de enige grote roerganger was. Hij maakte er meer dan vijftig balletten, onder meer voor de legendarische Russische sterdanser Rudolf Noerejev met wie hij goed bevriend raakte. De relatie tussen hem met zijn Nationale Ballet en het Nederlands Dans Theater bleef lange tijd wat tweeslachtig: enerzijds zaten daar de oude vrienden met dezelfde passie voor dans, van wie uiteindelijk Hans van Manen, Alexandra Radius en Han Ebbelaar ook bij Het Nationale Ballet terecht kwamen, anderzijds was daar rivaliteit en afgunst. Het Nationale Ballet werd altijd financieel zwaarder gesteund door de rijksoverheid, maar het Nederlands Dans Theater vierde grotere (bovendien winstgevende) triomfen in het buitenland. Ondermeer in de Metropolitan Opera in New York. En het NDT ging in 1985 als eerste naar Moskou, notabene de bakermat van de klassieke dans.
Door Coos Versteeg
Het allereerste ballet waarmee het splinternieuwe Nederlands Dans Theater op zaterdag 5 september 1959 in de Kurzaal te Oostende op de planken verscheen, was ‘Giovinezza’ van Rudi van Dantzig, op muziek van Vivaldi met decor en kostuums van Toer van Schayk. De deze week op 78-jarige leeftijd overleden Amsterdammer Van Dantzig behoorde tot de zestien rebellen, die in de lente van 1959 ‘deserteerden‘ bij Het Nederlands Ballet van Sonia Gaskell en onder de bezielende leiding van Carel Birnie het NDT begonnen. Het waren stuk voor stuk solisten, de beste dansers die Nederland op dat moment kende: Jaap Flier, Willy de la Bye, Aart Verstegen, Milly Gramberg en Marianna Hilarides. Kort daarop kwamen ook dansers als Alexandra Radius, Hans van Manen en Gerard Lemaitre bij het Haagse gezelschap. Rudi van Dantzig tekende van de ‘deserteurs’ pas als laatste zijn contract. “Rudi zat in gewetensnood, die had nog moeite om van Gaskell los te komen”, vertelde Carel Birnie daar later over. Van Dantzig behoorde dan ook tot de lievelingen van Sonia Gaskell, die in het naoorlogse Nederland de onbetwiste koningin van het ballet was. Hij was bij haar in 1952 toegetreden tot haar gezelschap Ballet Recital en vervolgens met haar meeverhuisd naar het in Den Haag gevestigde Nederlands Ballet. De breuk met deze artistieke moeder viel hem zwaar. Maar het avontuur dat de rebellen zochten, trok hem aan, ook Van Dantzig was de tirannie en de kuren van Gaskell moe. Bovendien voelde de links geëngageerde Van Dantzig zich erg aangetrokken tot het idee dat bij het Nederlands Dans Theater iedereen hetzelfde zou gaan verdienen: 250 gulden per maand. Dat was de helft minder dan bij Gaskell. “Of ik de helft van mijn salaris mis? Beslist niet. Ik heb alleen wat minder boeken en plaatjes gekocht, maar ik heb er voldoening voor teruggekregen: ballet dat mij wat doet”. Rudi van Dantzig werkte die zomer van 1959 – op dat moment nog onder contract bij Gaskell – in het geheim ’s avonds aan ‘Giovinezza’; in de ballroom van dansinstituut Eddy Kuypers in de Bazarstraat; de straat waar hij kort daarop samen met zijn geliefde Toer van Schayk een zolderverdieping zou betrekken. Het ballet was geïnspireerd op schilderijen van Botticelli en naast Jaap Flier, Marianna Hilarides en
Rudi van Dantzig in 1958 bij het Nederlands Ballet, een jaar later zou hij met de andere solisten overstappen naar het NDT. > Foto: Maria Austria Instituut/Hollandse Hoogte
Milly Gramberg danste hij er ook zelf in mee. Nog slechts één ander ballet zou hij daarna voor het NDT maken: ‘Vergezicht’, op muziek van Robert Schumann en wederom decor en kostuums van Toer van Schayk. Het derde ballet van zijn hand ‘Nachteiland’ had Van Dantzig oorspronkelijk voor het Nederlands Ballet gemaakt en Gaskell was furieus en dreigde met een kort geding. Rudi van Dantzig was doodsbang dat hij in de gevangenis kon komen. Maar het bleef bij wat schermutselingen. Het NDT liet ‘Nachteiland’ gewoon op 1 juli 1960 in het Amster-
Mevrouw Maar meteen na de zomer keerde Rudi van Dantzig terug onder de vleugels van ‘Mevrouw’, zoals hij Gaskell altijd kortweg en vol respect noemde. Het rebellenavontuur duurde voor hem niet langer dan één seizoen. Hij was niet opgewassen tegen de dominante rol van artistiek leider Ben Harkarvy, die zijn vriendje Charles Czarny alle belangrijke solorollen wilde laten dansen. Rudi ontdekte ook tot zijn woede dat Harkarvy
en Hilarides toch meer verdienden dan anderen en hij voelde zich evenmin thuis bij de artistieke weg, de moderne dans, die het NDT al spoedig insloeg. “Hij kon gewoon niet zonder Gaskell”, keek Willy de la Bye er later op terug. Zo ook Alexandra Radius: “Het salarisconflict was alleen maar een excuus om terug te gaan”. Zelf zij Van Dantzig erover: “Ik had het heel moeilijk zonder Gaskell, zonder haar repertoire ook”. Hij werd bepaald niet als de verloren zoon binnen gehaald. Gaskell peperde hem zijn verraad behoorlijk in. Maar ze had Van Dantzig nodig als choreogra-
waren gelegd, het ‘Congresgebouw’ was ‘in’ en dat is tenslotte het enige gebouw waar je zo’n simultaanfestival kan neerzetten. En Peter Beets als trekkracht is natuurlijk ook één bonk energie. Hoera dus. Tenslotte heeft elk dorp tegenwoordig een jazzfestival(letje),waarom zou het grootste dorp van Nederland dan sikkeneurig achterblijven? Het maakte de week goed. En daar was – op kleinere schaal – nog een leuk bericht. Van pianist Rembrandt Frerichs die weer een jazz-zaterdagavond in café Murphy’s Law gaat verzorgen. Alweer jaren geleden kon ik dat café ‘de huiskamer van de jazz’ noemen waar heel wat groten onder de schemerlamp hadden gestaan. Van een compleet Nueva Manteca tot gitarist Jesse van Ruller die er zelfs zijn ‘Japanse’ album opnam, ‘Live at Murphy’s’. Van die
traditie waren alleen de maandagavonden over waarop Rembrandt en drummer Vinsent Planjer jamsessies met conservatoriumstudenten leidden. Frerichs nodigt er nu, een keer per maand, muzikale vrienden uit. Te beginnen zaterdag 28 januari met zangeres Nadia Basurto, op 25 februari saxofonist Maarten Ornstein, op 31 maart zanger Ronald Douglas. Twee tips nog voor de komende week: op 28 januari wijst in de Regentenkamer de trompet van Michael Varekamp in de richting van wijlen Harry ‘Sweets’ Edison. ‘Sweets’ was lang een fenomeen in het swingidoom met als lijfspreuk: ‘Het gaat niet zozeer om de noten díe je speelt, maar wáár je ze speelt’. Hij maakte lang deel uit van het orkest van Count Basie. Leuk verhaal hoe hij daar kwam. Hij speelde nog in de band van Lucky Millinder –
damse De la Mar-theater in première gaan.
Roman Van Dantzig was de 50 al gepasseerd, toen een nieuw talent zich openbaarde: hij debuteerde in 1986 als schrijver met de roman ‘Voor een verloren soldaat’, gebaseerd op de amoureuze relatie die hij als puber met een Canadese soldaat had gehad. Het boek was een groot succes en werd zelfs verfilmd. Het was wederom Den Haag waar hij zijn leven in 1998 een nieuwe wending dacht te geven. Bij toneelgroep De Appel werd Van Dantzig in de gelegenheid gesteld een door hemzelf geschreven toneelstuk ‘Toen hij naakt en bloot waart’ te regisseren. Het viel hem vies tegen dat acteurs veel mondiger en lastiger bleken om mee te werken dan dansers. Het stuk werd ook bepaald geen succes en zijn toneelcarrière bleef beperkt tot dit Haagse avontuur. Vier jaar later zette Van Dantzig een punt achter zijn arbeidzame leven. Hij leed aan lymfeklierkanker en de behandeling was weliswaar succesvol, maar sloopte hem. Hij werkte nog wel aan een boek over Sonia Gaskell. Zijn allerlaatste choreografie in het voorjaar van 2002 voor het Nationale Ballet was ‘Lommer’, een persoonlijk verhaal over zijn jeugd, over een jongen die aansluiting probeert te vinden bij de groep maar toch in alles een buitenstaander blijft. Dat eenling zijn, was in wezen het verhaal van zijn leven.
jazz
Hoeraatje voor Jazzin’ The Hague
Het was hét grote nieuws afgelopen week. Den Haag toch weer een jazzfestival, ‘Jazzin’ The Hague’. De dag dat het bekend werd, stonden Radio en TV West al met camera en microfoon in m’n huiskamer. Wat ik ervan vond. Mijn antwoord was weinig opzienbarend. Ik ben er gewoon blij mee. Vooral omdat ik in een vroeg stadium samen met pianist Peter Beets met het organisatiebureau ATEvents was wezen praten. Of
ik adviezen had. Jazeker. Blijf vooral vooraleerst kleinschalig, trek geen zeven mijlslaarzen aan, doe niet het North Sea na, maak er een Haags festival van dat als zodanig herkenbaar is, zorg dat niemand ook maar enige verbinding legt met het failliete The Hague Jazz. Ik zat er aan tafel met mensen die dat al lang bedacht hadden, een zeer verstandige indruk maakten en niet over één nacht ijs waren gegaan. De nodige contacten
dat was 1938 – die het moest opnemen tegen het orkest van de jonge Basie. In die tijd had je echte ‘battles’ met twee orkesten op het podium en de winnaar kon op een engagement rekenen. Basie zei na afloop: “Ik denk dat het nek-aan-nek was, maar één ding heb ik gewonnen van Lucky en dat is ‘Sweets’ Edison”. Want die was inmiddels overgelopen naar zijn band. Varekamp speelt zijn eerbetoon met pianist Michiel Münninghoff, bassist Harry Emmery en drummer Eric Kooger. En niet vergeten: op 31 januari in Pavlov de verjaardag van ‘good old’ Ack van Rooyen die op 1 januari 82 werd en nog altijd jazz maakt om te smullen.
Bert Jansma
17
cultuur<
Vrijdag 27 januari 2012 > Den Haag Centraal
Natuurfotografie in het Museon esthetisch en educatief presenteerd in lichtbakken. Het boek – portfolio in het Engels, klinkt heel artistiek naar werk in uitvoering – toont dezelfde foto’s glanzend afgedrukt.
Het Museon toont tegelijk met het Natural History Museum in Londen de uitkomst van een wedstrijd in flora-en-fauna-fotograferen. Wat een mooie foto wordt gevonden, is een foto die de schilderkunst benadert. Door Egbert van Faassen
Het was afzien, maar zelfs toen hij noodgedwongen slechts in close-up door de camera kon kijken behield Peter Delaney, winnaar in de categorie ‘Nature in Black and White’ zijn koelbloedigheid. De ‘Wildlife photographer of the year’competitie heeft een hoog jongensboek-gehalte: “Het was koud. Hij zat in een schuilplaats bij een bron in het wildreservaat Limpopo bij het Zuid-Afrikaanse Mapubgubwe en hij had niet alleen zijn korte lens vergeten, maar ook zijn thermoskan met koffie”. Zo luidt het commentaar bij een foto die alle huidplooien rond een olifantenvoet vastlegt, net iets excentrisch tegen een pikzwarte achtergrond geplaatst. Het juiste moment getroffen, niet van tevoren bedacht en misschien niet eens bewust gezien voordat de foto was afgedrukt, een klassiek fotografen-verhaal ook. De wedstrijd wordt sinds 1965 georganiseerd door het Londense Natural History Museum. Het is een jaarlijks terugkerend hoogtepunt in een niche in de fotografie die nauwelijks onderdoet voor de modefotografie in commercieel belang. Natuurfotografie kent zijn eigen esthetiek. Of het nu om zwart-wit gaat of om kleur, om bloemen of dolfijnen, altijd streeft de fotograaf naar een gestileerd soort mooi. De foto’s worden ge-
In ‘Still life in oil’ staan pelikanen symbool voor de olieramp voor de kust van Louisiana in 2010. Toen kwamen bijna vijf miljoen vaten olie in zee door een technische fout op het BP-boorplatform ‘Deepwater Horizon’. > Foto: Daniël Beltrá
Pelikanen Het geduld waarmee de fotograaf toch ook vaak zal moeten wachten op het moment dat zich in veranderlijke natuur een beeld voordoet dat aan zijn esthetische normen voldoet, is bewonderenswaardig. Opvallend is dat de beslissing welk moment iets moois zal opleveren vaak lijkt te zijn ingegeven door voorbeelden uit de schilderkunst. Dat blijkt op een wat onhandige manier al uit de presentatie van de winnende foto. De Spaans-Amerikaanse fotograaf Daniël Beltrá zond beelden in van de olieramp voor de kust van Louisiana in 2010, toen een hoeveelheid van bijna vijf miljoen vaten olie in zee kwam door een technische fout op het BP-boorplatform ‘Deepwater Horizon’. Een dramatisch gegeven, dat hij met gevoel voor compositie in beeld bracht met een ‘compositie’ van acht met olie besmeurde pelikanen. Op de voorgrond een door de olie bruingekleurd laken. Daarop zijn de ongelukkige vogels in het asiel neergezet, door verzorgers of door de fotograaf. Het vraagt om medelijden, de pelikaan die vaak is ingezet als symbool van zorg hier zo hulpeloos te zien in veelvoud. De titel luidt: ‘Still life in oil’. Navrant, omdat de hoofdrolspelers gedwongen bewegingsloos zijn. De titel wordt in het Museon vertaald met: ‘Olieverfstilleven.’ Dat is of gedachteloos of wreed. Ik denk het eerste. De vertaler denkt al vanzelf aan schil-
derkunst, omdat de fotografen hem dat aanleveren: ‘Ocean abstraction’ van Laurence Norton toont blauwe, groene en witte horizontalen die rond 1960 door een abstract-expressionistische schilder gemaakt hadden kunnen zijn. Hetzelfde geldt voor ‘Storm painting’, een door Joel Satore vanuit een vliegtuig gemaakte foto van wolken waaruit de regen neerdaalt. En ook de grafische kwaliteit van die olifantenvoet in Limpopo werd eerst herkend door voorbeelden uit de beeldende kunst. Eerder gemaakte beeldende kunst, om precies te zijn. Want de fotografen die aan deze tentoonstelling deelnemen, zijn wel degelijk beeldend kunstenaars, maar geen uitvinders van nieuwe beelden. Op die manier is het een mooie tentoonstelling. De lichtbakken hangen laag, anders dan een kunsttentoonstelling niet op ooghoogte. Dat is logisch, want de opstelling ligt direct naast de Interactieve Ontdekkingsreis, waar de kleintjes leerzame ervaringen opdoen. De teksten van het Museon geven ook iets meer dan het ‘portfolio’. Wilde zwanen leggen enorme afstanden af tijdens de trek. De hoorn van de witte neushoorn is de langste. Dwergvinvissen kunnen een snelheid van wel twintig kilometer per uur bereiken. Op de leerzaamheid valt niets af te dingen. Wie kinderen heeft, die neemt ze mee naar het Museon. Wildlife photographer of the year. Museon, Stadhouderslaan 37. Dinsdag tot en met zondag 11.00 -17.00 uur t/m 4 maart. Wildlife Photographer of the Year. Portfolio 21. Uitgeverij The Natural History Museum, London, € 33,95
Ingezonden mededeling
In 2012 bestaat Het Venduehuis 200 jaar. We vieren dit jubileum met bijzondere veilingen.
6 februar i, 11.00 16.00 uur Taxatieda g in het H aags Hist voor meer orisch Mu informatie seum zie www.ve nduehuis.co m
Inbreng is welkom van:
Haagse Topstukken
Moderne en hedendaagse kunst & design
Schilderijen uit de Haagse School Haags zilver Haags porselein Haagse meubelontwerpen
Chinees porselein Indische & Indonesische kunst
Wij nodigen u uit om vrijblijvend contact op te nemen met een van de experts van het Venduehuis om de mogelijkheden te bespreken.
info@venduehuis.com | venduehuis.com Nobelstraat 5 | 2513 BC Den Haag | telefoon 070 365 88 57
18>sport Marc
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 januari 2012
Het (ADO)Den Haag van Ali Boussaboun
Eigen Huis &Tuin
Coaches denken veel na. Tijdens dat proces ontstaan soms wonderbaarlijke ideeën. De nieuwste vondst is het buiten de ploeg laten van Teun en Taeke. Een oude metafoor (iets met onkruid en zonlicht) werd daarbij uit de kast gehaald. De directie werd ontslagen in de hoop dat het personeel zich tot directie gaat ontwikkelen. Want als de directie er niet meer is, zal het personeel wel moeten, is de gedachte. Dat we in Nederland een zesjescultuur hanteren, is bekend. Die zes is ook in het Nederlands Hockeyelftal nu de norm geworden. Teun was de norm, want nog steeds de beste, maar de norm is verlaagd. In plaats van de spelers uit te dagen het niveau van Teun te bereiken, is de boodschap nu dat de norm naar beneden is bijgesteld in de hoop dat alle personeelsleden samen het bedrijf beter gaan runnen. Zes maanden voor de Olympische Spelen hopen op betere tijden. Het niveau van Teun is een zekerheidje. Maar het komt goed. Teun komt echt nog wel terug. Ergens in mei of juni zal worden vastgesteld dat het team zodanig is gegroeid dat ze niet meer zenuwachtig worden van Teun, dat ze allemaal een goede plek in de tuin hebben afgedwongen en dus allemaal evenveel zonlicht krijgen zodat ze samen naar nog grotere hoogte zullen groeien. Ook Taeke is dan weer welkom. Blijven Teun en Taeke echter gezien worden als twee beperkende factoren dan hoop ik nog meer dan normaal dat Nederland goud zal winnen. Doen ze dat niet of, erger, bereiken ze niet eens het podium dan is Teun door de zijdeur afgegaan. Jonge jongens die hem niet konden bijbenen, hebben hem laten struikelen. Hun niveau werd de norm in een Olympisch jaar. De beste hockeyer ooit als een recreant opzij gezet. Zo ver zal het echter niet komen. De coach heeft laten zien dat hij stoere beslissingen durft te nemen. Dat weten we dan nu. In mei zal de realiteit het weer winnen van het opportunisme. In mei bloeit sowieso alles beter.
Marc Delissen Voormalig hockeyer en advocaat bij Delissen Martens Advocaten & Belastingadviseurs
Ali Boussaboun bij een foto van zichzelf in actie tegen Barcelona. >Foto: Creative Images
Tijdens het trainingskamp van ADO Den Haag in het Spaanse Estepona werd bekendgemaakt dat Ali Boussaboun ook het resterende deel van het seizoen bij de Haagse club blijft. Wie de geboren Marokkaan kent, weet dat hij wel voor andere clubs uitkwam, maar (ADO) Den Haag nimmer heeft verlaten. Hoe Den Haag zich voor altijd wortelde in het hart van de spits, kan worden herleid uit zijn jeugd. Door Hans Willink
Op 11 juni 1979 werd Ali Boussaboun in het Marokkaanse Tanger geboren. Hij zou slechts tot zijn vierde in de stad aan de Straat van Gibraltar wonen, wat meer dan genoeg zou blijken voor twaalf optredens in het Marokkaanse elftal. Daar waar de meeste mensen moeite hebben om zich nog iets van hun vijfde levensjaar te herinneren, weet Boussaboun nog opmerkelijk veel van zijn reis naar Nederland: “Ik kan me nog goed herinneren dat we in een vliegtuig stapten en ook nog wat we aten. We konden kiezen tussen kip en vlees. Bij de kip zat couscous en bij het vlees werden gestoomde groenten geserveerd. Ik koos voor de kip en zat ondertussen mijn ogen uit te kijken. Het was voor het eerst dat ik in een vliegtuig zat. Later vertelde mijn vader me dat de mensen hem voor gek verklaarden dat hij ons met het vliegtuig liet overkomen. Dat was heel duur en zeker voor een gezin met zes kinderen. Hij vond dit moment een uitgelezen kans om ons voor het eerst te laten vliegen. Daar waar andere gezinnen per tourbus naar Nederland gingen, wilde mijn vader het meteen goed doen”. Tot dat moment leefde vader Boussaboun alleen in Nederland en bezocht zijn gezin in de zomervakanties. Doordat vader Boussaboun al een tijdje in Nederland woonde en werkte was er
‘In mijn eerste wedstrijd scoorde ik zeven keer en wonnen we met 8-7 van de koploper’ al van alles, zoals de huisvesting, geregeld. “Wat me direct opviel was dat hier andere huizen stonden dan in Marokko”, graaft Boussaboun in zijn geheugen. “Met dakpannen en zo. Ik keek mijn ogen uit. Het was ook koud toen we aankwamen in Spoorwijk. Ook iets wat ik niet zal vergeten is dat ik meteen naar de peuterschool ging. In Tanger was ik daarvoor nog te jong. Ik sprak nog geen woord Nederlands, dus alles ging met gebarentaal. Nou zijn kinderen op die leeftijd een spons, dus ik had de taal vrij snel onder de knie”. Hemelsbreed Jonathanstraat 46 was het eerste huis waar de kleine Ali kwam te wonen. Hij weet de postcode 2524 JH nog zo te noemen. Glunderend. “Ik heb daar tot mijn dertiende of veertiende gewoond”, vervolgt hij. “Best wel een tijdje. Toen zijn we hemelsbreed 40 meter verhuisd naar de Van Meursstraat 17. Er was namelijk inmiddels nog een zusje bijgekomen en het huis in de Jonathanstraat was te klein. We sliepen met drie kinderen op een kamer. We zijn heel vaak naar de woningbouwvereniging gegaan om een groter huis te krijgen. Om de hoek was een huis tweemaal uitgebrand en hadden ze van twee woningen één gemaakt. Dat was ideaal. Wij weer de vloer platgelopen bij de woningbouwvereniging en uiteindelijk dat huis gekregen. Nu hadden we allemaal een eigen kamer. Daar heb ik gewoond tot ik op mijn 21ste naar Groningen verhuisde”.
Toen Boussaboun naar het noorden verkaste, had hij al een heel voetballeven achter zich. Dat begon al jong met voetballen op straat: “Al in Marokko voetbalde ik veel op straat. Ik mocht dat altijd van mijn moeder. Ook toen ik in Nederland woonde, mocht dat. Het was een andere tijd dan nu. Tegenwoordig hebben kinderen zoveel andere dingen. Computerspelletjes en al die gekkigheid. Ik kan me niet anders herinneren dan dat wij voetbalden. Maar altijd op straat; daar leefden we zowat. In die tijd voetbalden bijna geen Marokkaanse kinderen bij voetbalclubs. Ik wilde ook niet op voetbal. Mijn broer speelde bij Laakkwartier. Ik deed op mijn tiende wel veel mee met zaalvoetbaltoernooien. Meestal met jongens die zo’n vijf jaar ouder waren dan ik. Toen uiteindelijk al mijn broers op voetbal zaten en ik niet, werd het mijn oudste broer te gortig. Hij zei dat hij me ging inschrijven bij Laakkwartier en ik wilde dat absoluut niet. Gewoon lekker op straat ballen was voor mij genoeg. Hij heeft me letterlijk meegesleurd. Als je de foto op mijn spelerspas van toen ziet … ik had me toch een chagrijnige kop! Ik wilde echt niet. Dat trok al snel weg. Ik werd namelijk ingedeeld in D3, toen het laagste elftal in die leeftijdsklasse, dat altijd dik verloor. In mijn eerste wedstrijd scoorde ik zeven keer en wonnen we met 8-7 van de koploper. Ik kreeg na afloop veel schouderklopjes en ineens vond ik voetballen bij een club niet meer zo erg”. Contract Tot aan de tweedejaars C bleef Boussaboun bij Laakkwartier. Hij speelde al bij de Haagse jeugd en ontving een uitnodiging van het toenmalige FC Den Haag om daar een selectiewedstrijd te komen spelen. “Dat ging wel redelijk, maar ik speelde met allemaal onbekende gasten. Ik kon daardoor niet echt in
mijn spel komen. Ze zagen wel wat in me, maar vonden me nog niet goed genoeg om geselecteerd te worden. Ze wilden wel dat ik erbij bleef en één keer in de week meetrainde. Dus speelde ik bij Laakkwartier en de Haagse jeugd en trainde wekelijks mee met Den Haag. Aan het einde van het seizoen was ik topscorer van Laakkwartier en kreeg ik opnieuw een uitnodiging voor de selectiewedstrijd van FC Den Haag. Toen ik aankwam bij het Zuiderpark vroeg Rob Meppelink in de gang wat ik kwam doen. Ik vertelde van de uitnodiging en toen zei hij dat ik weer naar huis kon omdat ik al geselecteerd was voor volgend seizoen. Aad Kila Ik begon als tweedejaars B, met Aad Kila als trainer. Een fantastische man voor wie ik veel respect heb. Ik was een keer te laat en besloot te vertellen dat ik naar de dokter was geweest. Kila trapte daar niet in en zei dat hij mijn dokter ging bellen. Ik kreeg ook de kans om op dat moment de waarheid te vertellen. Dus vertelde ik naar waarheid dat ik me had verslapen. Hij was ook op straat opgegroeid en daardoor had ik meteen een klik met hem. Zo riep hij me vlak voor mijn eerste wedstrijd even bij zich en vroeg – dat vergeet ik nooit meer – of ik wel besefte hoe goed ik was. Dat maakte me een beetje verlegen. Kila zei toen dat ik, als ik gewoon zou doen wat ik moest doen, gewoon de top van Nederland kon halen”. Een jaar later speelde Boussaboun in de A-jeugd onder Rob Meppelink. Aan het einde van het seizoen boden toenmalige hoofdtrainer Mark Wotte en Rob Meppelink hem een contract aan voor het eerste. Zijn carrière zou hem voeren langs FC Groningen, NAC Breda, Feyenoord, FC Utrecht en Al-Wakrah SC (Qatar). Dit seizoen keerde hij terug naar huis.
19
varia<
Vrijdag 27 januari 2012 > Den Haag Centraal
stadsgroen
financieel
Fiscale wetgeving in 2012 Per 1 januari 2012 is de belastingwetgeving weer op een aantal punten gewijzigd. Wat verandert er voor u en wat is onveranderd gebleven? Vanzelfsprekend kan ik niet alle fiscale regels voor 2012 bespreken in deze column. Peter Pleijsant, specialist DGA en bedrijfsopvolging binnen ABN AMRO MeesPierson, heeft voor u een aantal zaken op een rijtje gezet. Eigenwoningforfait hoger Het eigenwoningforfait is kort gezegd een bijtelling bij het belastbaar inkomen in box 1 als u een woning bezit en deze woning wordt gebruikt als hoofdverblijf door uzelf of de personen die tot uw huishouden behoren. De financieringsrente die u betaalt over de schuld die is aangegaan voor de aankoop, verbetering of onderhoud daarvan is in beginsel aftrekbaar van uw inkomen in box 1. Per 2012 is het percentage van het eigenwoningforfait voor het hoofdverblijf met een waarde van 75.000 euro tot de ‘villagrens’ verhoogd van 0,55% in 2011 tot 0,60% in 2012. De villagrens is voor 2012 vastgesteld op 1.040.000 euro. Als waarde geldt hiervoor in de meeste gevallen de bij beschikking vastgestelde WOZ-waarde. Boven de villagrens is het percentage zelfs 1,30% in 2012 (in 2011: 1,05%). Laatstgenoemd percentage wordt de komende jaren stapsgewijs
uit de niet-loonkosten en investeringen hiervoor) te vermenigvuldigen met het jaarlijks vast te stellen RDA-percentage.
verder verhoogd tot zelfs 2,35% in 2016. Een hoger percentage leidt tot een hogere bijtelling en dus tot extra inkomstenbelasting. In de praktijk wordt dit hogere percentage boven de villagrens ook wel ‘villatax’ genoemd. Als geen financieringsschuld op het huis rust of als de betaalde financieringsrente minder bedraagt dan het eigenwoningforfait zelf, is er een aantrekkelijke aftrekpost. Dan wordt het (forfaitaire) inkomen uit eigen woning tot nihil teruggebracht. Tijdelijk lagere verhuistax Als u in 2012 een ander huis gaat kopen, is het van belang dat tijdelijk minder overdrachtsbelasting is verschuldigd bij de verkrijging van een (bestaande) woning. In plaats van 6% moet dan 2% worden betaald. Het lagere percentage geldt sinds 15 juni 2011 tot 1 juli 2012. Het gaat om een woning die naar aard bestemd is voor bewoning. Fiscale stimulering vernieuwende ondernemers Bedrijven, zoals eenmanszaken en BV’s, die in 2012 investeren in vernieuwende producten en diensten, kunnen een extra belastingkorting krijgen van 40% voor niet-loonkosten, naast de bestaande regelingen die innovatie stimuleren. De hoogte van deze aftrek wordt bepaald door de grondslag (bestaande
Heffingskortingen vrijgestelde beleggingen omlaag De heffingskorting voor maatschappelijke beleggingen (fiscaal erkende groene en sociaal-ethische beleggingen) en de heffingskorting voor directe beleggingen in durfkapitaal (bepaalde geregistreerde achtergestelde geldlenin gen aan beginnende ondernemers en fiscaal erkende culturele beleggingen) bedragen in 2012 0,7% van het op 1 januari 2012 vrijgestelde bedrag voor deze beleggingen in box 3. Schenkingsvrijstellingen ongewijzigd Niet alles wijzigt in 2012. De bedragen van de schenkingsvrijstellingen zijn gelijk aan die van vorig jaar. Ouders kunnen bijvoorbeeld in 2012 een bedrag van (maximaal) 5.030 euro schenken aan hun kinderen zonder dat daarover schenkbelasting moet worden betaald en zonder dat daarvoor een aangifte schenkbelasting bij de Belastingdienst moet worden ingediend. Onder bepaalde strikte voorwaarden kan eenmalig gebruik worden gemaakt van een hogere vrijstelling voor een kind vanaf 18 tot en met 34 jaar, zelfs tot een bedrag van circa 50.000 euro. Als u kleinkinderen hebt en u wilt hen een bedrag schenken, dan kan dat zonder nadere voorwaarden zonder schenkbelasting tot een bedrag van 2.012 euro in 2012. Ellen Bossink Directeur ABN AMRO MeesPierson Den Haag Ellen.bossink@nl.abnamro.com
Onderwijsfestival voor ouders
Ouders kunnen vragen stellen tijdens het Onderwijs Festival. > Foto: Morguefile
Tijdens het eerste Onderwijs Festival op zaterdag 17 maart kunnen ouders met kinderen op een Haagse basisschool vragen stellen aan experts van het Haags Centrum voor Onderwijsbegeleiding in het Atrium. Vragen over de gang van zaken op school, over wat de Cito-toets precies is, maar ook hoe je een 10 minuten-gesprek het beste kunt voeren en en hoe je mee kunt doen op school. Ook zijn er diverse workshops over gesprekken met een juf of meester op school, de schoolkeuze of dyslexie. Daarnaast zijn er lezingen door ontwikkelingspsycholoog Steven Pont over het opsporen van leerproblemen of een mediawijze opvoeding. Tijdens het onderwijsfestival wordt het boekje Haags onderwijs ABC gelanceerd en treden Ali B. en leden van de cast van SpangaS op. Meer informatie: www.denhaag.nl
De huismus en andere zaken
And the winner is ...? De huismus. Absoluut. Maar liefst 39.616 mensen telden samen 145.758 exemplaren van dit zoveel emoties oproepende vogeltje van nog geen 30 gram. De voorouders van de huismus kwamen zo’n 6000 jaar geleden via Zuid-Limburg ons land binnenvliegen. Daar broedden ze ooit in de kruinen van bomen, de kolonie bestond uit een paar honderd nesten. Je ziet de vogeltjes vandaag de dag voornamelijk in de Randstad, hippend op pleinen in de buurt van de terrassen, dichtbij kinderboerderijen, rondom manages en op volkstuincomplexen. Handige donders zijn het dus wel. Gek genoeg staat de
Nu schijnt het jammerlijk genoeg wel zo te zijn, dat 80 procent van de jonge huismussen in hun eerste levensjaar overlijdt huismus al sinds 2004 op de rode lijst van de Vogelbescherming, en dat heeft met cijfers te maken. Er zijn wel veel mussen, maar het totale aantal is sinds de jaren zestig gehalveerd. Denk echter niet dat het beestje het aan zichzelf te wijten heeft. Hij paart namelijk onvermoeid 5 tot 20 keer achtereen. En dat meermalen per dag. De nestjes bevatten vijf eieren en die komen al na twaalf dagen uit. Weer zestien dagen later verlaat het jonge grut het nest
en hebben de ouders weer tijd voor de volgende leg. Nu schijnt het jammerlijk genoeg wel zo te zijn, dat 80 procent van de jonge huismussen in hun eerste levensjaar overlijdt. ‘Wegens gebrek aan ervaring’, stellen de geleerden. Ach, die huismus. De Vogelbescherming Nederland vraagt u uw tafelkleden vol kruimels van ontbijt of lunch buítenshuis uit te kloppen. En om een fijne groene haag om uw tuin te zetten. Om gele bloemen te zaaien. Om vijf dakpannen door mussenpannen te vervangen. En om vogelnestjes op te hangen. In 2012 is de huismus een heuse winnaar. Maar wat kunnen we met dit relatief kleine succes, de rest van het jaar? Er is namelijk meer te doen, in 2012. Er ligt een taak om de verstikkende opwarming van onze betonnen kolossen vol steen en asfalt, de Urban Heat Islands, terug te dringen. Een taak om de verdroging van ons land door het verdwijnen van het regenwater in het riool op te lossen. Om ieder beschikbaar oppervlak, ook de gevels en daken van parkeergarages, kantoorkolossen, ministeries en universiteitsgebouwen met groenten te gaan beplanten omdat ons voedselvoorzieningssysteem dringend aan renovatie toe is. En een taak om drijvende tuinen vol okra en kangkong te gaan bouwen om de door argonomen voorspelde hongersnoden te voorkomen. Er is werk aan de winkel. Maar deze week vieren we heel even een succes. Leve de huismus! Wendy Hendriksen > Meer columns en een boek op www.wendyhendriksen.nl
financieel
Wonen niet meer subsidiëren
Er gaat bijna geen dag voorbij of er wordt in de media een pleidooi gehouden vóór een verdere beperking van de hypotheekrente-aftrek. Dat is allemaal prachtig, maar het weerspiegelt vooral het onvermogen van de politiek om knopen door te hakken. Dat is bijzonder zorgwekkend, want in een parlementaire democratie horen onze gekozen volksvertegenwoordigers naar stabiele meerderheden te zoeken voor oplossingen die richting geven en burgers weer perspectief geven. Dat gebeurt vooral niet op het punt van het volkshuisvestingsbeleid. Eerst een aantal feiten. Nederland kent
een totale hypotheekschuld van € 640 miljard, verdeeld over 3,6 miljoen hypotheken voor 4,2 miljoen eigen woningen. De hypothecaire schuld per woning bedraagt gemiddeld € 180.000. Ons nationaal inkomen is ongeveer € 610 miljard. De totale waarde van de eigen woningen bedraagt € 1.170 miljard, met daarnaast € 280 miljard aan spaartegoeden en € 100 miljard aan kapitaalverzekeringen. Als wij de spaartegoeden en de kapitaalverzekeringen aftrekken van de hypotheekschuld, dan rest een netto hypotheekschuld van € 260 miljard op een totale waarde van
€1.170 miljard, dat is slechts 22%! Onze fiscale wetgeving is dermate gecompliceerd geworden wat betreft de eigen woning dat een gewone burger er niets meer van begrijpt. Door alle wijzigingen sinds de invoering van de nieuwe Wet Inkomstenbelasting 2001 is de hypotheekrenteaftrek in duur en hoogte beperkt. De aftrek is beperkt tot dertig jaar. Voor de meeste eigen woningbezitters is daar al 11 jaar van om. De aftrek is beperkt tot in beginsel één woning (hoofdverblijf). Bij verkoop geldt de zogenaamde bijleenregeling inhoudende dat het verschil tussen de netto verkoopopbrengst en de uitstaande eigen woningschuld geacht wordt als eigen vermogen in de nieuwe woning te worden geïnvesteerd. Met andere woorden, dat betekent een beperking in hoogte. Stel de eigen woningschuld is € 400.000. De netto verkoopopbrengst is € 500.000. De eigen woningreserve bedraagt dan €100.000. De aankoopprijs van de nieuwe woning is € 600.000. Dan heb je bij
volledige financiering slechts aftrek over 5/6 van € 600.000. Daarnaast wordt de waarde van de eigen woning boven € 1 miljoen de facto als een belegging gezien. Daar is in de toekomst (2016) een eigen woningforfait van 2,35% boven de € 1 miljoen verschuldigd. Als je daar 52% inkomstenbelasting over betaalt, dan komt dat neer op 1,2%, gelijk aan het tarief in Box 3. Kortom, de hypotheekrente-aftrek is al redelijk aan banden gelegd, alleen politici zeggen dat nooit. Daarnaast krijgen veel huurders huurtoeslag. Dat is lang niet altijd stimulerend om meer te gaan verdienen, de zogenaamde ‘poverty trap’. Bij elkaar financiert de Staat der Nederlanden op jaarbasis ongeveer € 12 miljard voor de eigen woningbezitters en de huurders. Bij een oplopende schuld neemt dat alleen maar toe. Dat is een risico voor de overheidsfinanciën. De vraag is nu of dit niet veel eenvoudiger kan. Ik denk van wel. Volgens mij moet het kabinet de beslissing durven
te nemen om het wonen niet meer te subsidiëren, al dan niet via het fiscale instrument. Een dergelijke ingrijpende maatregel kan niet direct worden ingevoerd, want dat zou te veel schokken geven op de woningmarkt. Maar regeren is vooruitzien. De politiek zou dergelijk beleid wel kunnen invoeren op bijvoorbeeld uiterlijk 1 januari 2027. Iedere burger kan dan toegroeien naar de nieuwe situatie. De voordelen van een dergelijke stelselwijziging (defiscalisering) zijn groot: de € 12 miljard wordt aan de burgers terug gegeven in de vorm van lagere belastingtarieven, de wetgeving wordt heel eenvoudig, minder ambtenaren nodig,stabiele overheidsfinanciën, rust op de woningmarkt en fiscaal wordt niet het verkeerde gedrag gestimuleerd, namelijk het aangaan van schulden. Marnix van Rij Belastingadviseur bij Ernst & Young www.ey.nl
20>society
Den Haag Centraal > Vrijdag 27 januari 2012
vilan, renate & de residentie
De avond van de gouden das Dresscode: ‘Feestelijk met een goud randje’. Dat stond op de uitnodiging voor het Haags Goud Sportgala, gehouden in het Circustheater. Ja, dat is veel informatie tegelijkertijd, dat vonden wij ook. Een sporter in een circus, is dat niet net zoiets als een vegetariër in een slagerij? Hoe dan ook, het Circustheater was stampvol, iedereen wilde erbij zijn en die niet wilden, die moesten vanwege de connecties, de zaken of gewoon omdat de baas het had gezegd. De dresscode, bedoeld als vriendelijke aanmoediging om glamour uit te stralen, was door velen meegenomen bij het aankleden. De resultaten waren bij de garderobe goed zichtbaar. Dominant was de aanwezigheid van de gouden stropdas, hier en daar zelfs aanwezig in glittergouden uitvoering. Toch goed dat de kerstspullen nog niet opgeborgen waren. Ook signaleerden we veel vrouwen met goudkleurige ceintuurs of hooggehakte pumps, in de regel gecombineerd met een zwart jurkje. Een warme wintermaillot maakte dan natuurlijk niet meer uit, want glamour is mooi, maar we bennen wel normale Nederlanders. Stevige kloslaarzen, gemakkelijk toch. Gelukkig werden we snel uit de mode-observaties gehaald, want het programma begon. Dat wil zeggen, het programma voor het eigenlijke programma. Het centrale thema van de avond was: prijzen uitreiken aan sporters, teams en trainers. In de foyer liepen hockey-jongens in witte jasjes, we zagen een groep jonge meisjes met gouden jasjes aan, en ook was er de klassieke blonde dame met een boezem als een uitklaptafel. De zaal bood high tech entertainment. Op grote schermen werd een Twitterfontein aangekondigd. Voor de digibeten: dan worden alle ingestuurde tweets getoond. Duurt meestal zo’n tien minuten, dan komen de eerste pornografische inzendingen. Dat mag dan weer niet. Het moet leuk blijven. Op het toneel stonden presentatoren Rob Andeweg en Fred Zuiderwijk. Daar werden we blij van. Leuke Haagse jongens die wat durven te zeggen en dat deden ze ook, alleen hadden ze veiligheidshalve slecht werkende microfoons gekregen. Alleen af en toe hoorden we iets. Dat ze de huldiging nu deden, anders ging het allemaal te veel tijd kosten. En dat sportwethouder Karsten Klein op het podium moest komen. Nou, die heeft voor zoiets maar een half woord nodig. Binnen enkele seconden stond hij er te stralen en expressief met zijn handen te gebaren. Misschien ondertitelde hij zichzelf in doventaal, je weet het als horende niet altijd. Daarna brak een ouderwetse Stuif-es-in-chaos uit, toen de ADO-voetballers op het toneel werden geroepen. Een brullend gejuich brak los uit de zaal. En met terugwerkende kracht begrepen we de geelgroene loper voor het Circustheater en de groengele Smarties (opdruk: Haags Sportgala) die in de foyer werden uitgedeeld. Het was een avondje ADO, waarvan je je meteen afvraagt: waar betalen ze dat van? Of eigenlijk: wie betaalt dit allemaal? De ADO-jongens zagen er netjes uit in hun pakken. Hier en daar vonden we de jasjes aan de krappe kant, maar daar hadden ze geen hinder van.
Trainer Maurice Steijn moet nog even iets bij hemzelf organiseren. > Foto’s: Otto Snoek
Allemaal publiek met een gouden hart.
Het is niet alles goud dat blinkt.
Ze liepen op hun gemakkie de trap naar het toneel op, gingen er lekker ontspannen bij staan en lieten zich nergens door gek maken. Interviews door de presentatoren? Duh. Ze zijn voetballers, geen praters. Maar Robbie en Fredje lieten zich niet kennen en riepen de zaal op het toneel, rij voor rij graag. Kregen zij een medaille van de ADO-spelers. Nou, we wisten niet meer hoe we het hadden. Wat een reuring, wat een opwinding, we zochten veilige beschutting aan de zijkant, want alle mensen wilden wel een Gouden Stuiver hebben uit
handen van een ADO-voetballer. Dit duurde best lang. Daarna zeiden de presentatoren dat het publiek naar de foyer moest omdat straks het echte programma zou beginnen. Hup, iedereen naar de foyer. Daar waren nieuwe gouden dassen gearriveerd, stuk voor stuk oogverblindend. Een drumstel stond klaar, dat was voor de afterparty. De Smarties waren aangevuld. En toen moest het hoofdprogramma nog beginnen. Vilan van de Loo
Subtiel