2 minute read

De werkbegeleider

Next Article
zing dan mee

zing dan mee

Marcel werkt bij de afdeling Vredenburg in woonzorgcentrum Voorhoeve. Op deze afdeling wonen 22 mensen met dementie.

De opzet is kleinschalig. Er zijn drie woongroepen met elk een eigen huiskamer. Vredenburg is sinds april een leerafdeling. De zorg is in handen van een team leerling-verzorgenden, met gediplomeerde, ervaren werkbegeleiders als coach.

Geboren mentor Voor Marcel, bijna dertig jaar geleden als vrijwilliger begonnen bij De Bijnkershoek en inmiddels gepokt en gemazeld in de zorg, was de start van de leerafdeling reden om naar Voorhoeve te verkassen. Wie hem in actie ziet snapt meteen waarom. Marcel is een geboren mentor. Een dag op Vredenburg begint voor hem om kwart over zeven. “De nachtdienst is er dan nog. Ik start met de overdracht. Op de afdeling heerst rust, de meeste bewoners slapen nog. Zo kan ik op mijn gemak de rapportages doornemen, lezen hoe het met de bewoners gaat.”

Werkbord Marcel heeft drie leerlingen onder zijn hoede. Tussen half acht en acht uur druppelen ze binnen. Vaste prik nummer één voor de teamleden: aan de hand van onder meer de cliëntenagenda’s vooruitblikken op de dag. Marcel rolt rond kwart over acht het werkbord naar de gang, waar het team zich verzamelt. De taakverdeling, teamafspraken, maar ook de stemming van elke leerling - alles wat die dag van belang is komt kort maar krachtig aan bod. Marcel: “Ik sta als een soort quizmaster bij dat bord. Ik neem het serieus maar het moet wel luchtig blijven, ja toch? En als ik vrolijk ben openen anderen zich ook gemakkelijker.”

Losse pols Daarna klapt Marcel het bord om. Tijd om de leerdoelen te bespreken. Want wat een werkbegeleider uit de losse pols doet, moeten de leerlingen nog leren. Zelfstandig met de tilliften werken, bijvoorbeeld. Marcel: “Dat zijn handelingen die je veel moet oefenen. Gedurende de dag laat ik steeds het initiatief bij de leerlingen. Zo stimuleer ik ze om zelf na te denken en kritisch te kijken naar hun aanpak. Tegelijk ben ik in de buurt als ze me nodig hebben. Dan kauw of doe ik niets voor, ik vraag alleen: okay, hoe zullen we het doen? Tips en adviezen geef ik wel en ik evalueer met de leerling hoe het ging.”

Het werkbord, dat later op de dag nog twee keer tevoorschijn komt, is voor de leerlingen maar ook voor Marcel een houvast. “Ik houd zo hun progressie scherp en kan meedenken over hoe naar het leerdoel toe te werken.”

Ooghoeken Tijdens zijn medicatieronde, als bewoners uit bed worden gehaald, bij het ontbijt - de hele dag door neemt Marcel waar wat op

Vredenburg gebeurt. “Vanuit mijn ooghoeken zie ik alles: wat goed gaat maar ook wat niet. Mijn manier is niet de enige juiste, maar als ik een aanrecht zie vol vaat, een onopgeruimde kamer en vuile was op de gang, dan denk ik wel: hebben we hier een probleempje? In het begin is het: joehoe, ik kom je even op weg helpen hoor, het is hier een beetje een rommeltje. Maar als iemand hier al langer is, kan ik best direct zijn. Daar moet ik een beetje mee uitkijken. Het is wel een leerling, hè.” Een waardeoordeel geeft Marcel nooit. “Iets is niet goed of slecht. Hoe is het afgesproken, dáárom gaat het.

Klaarstaan Een werkdag krijgt van Marcel een dikke voldoende als hij erin is geslaagd positieve energie op de afdeling te brengen. Onmisbaar bij dat laatste: altijd klaarstaan voor leerlingen. En contact houden. Marcel: “Ik babbel de hele dag door met ze. Zo sluit ik ook de werkdag af. Tegen kwart over drie, half vier loop ik bij iedereen nog even langs voor een luchtig praatje. Hoe gaat ie, leuk geweest vandaag? Wat heb je geleerd? Ik vind het een fijn idee dat ze met een goed gevoel naar huis gaan.” ●

This article is from: