Een halve eeuw dialyse in Kortrijk

Page 1

EEN HALVE EEUW DIALYSE IN KORTRIJK


INHOUD

Links: Bellco met grote platennier Rechts: Fresenius 6008, vanaf februari 2020

04

Het ontstaan van dialyse: een korte geschiedenis

21

Vriendenkring nierpatiënten Kortrijk vzw

06

De beginjaren van de dialyse in Kortrijk

22

Nefrologie noblesse oblige

08

De jaren van uitbreiding en vooruitgang

23

Nierfunctievervangende therapie in de toekomst

10

De mensen van de dialyse

18 2

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

Patiënten, getuigenissen en herinneringen

26 30

Tijdlijn The founding fathers van nefrologie in Kortrijk

Uit de afscheidsspeech van dr. Bosteels In memoriam dr. Vincent Bosteels Uit de afscheidsspeech van dr. Janssens


Voorwoord Beste lezer

het ‘shared decision model’ noemen, waarbij de patiënt samen met de dokters en alle andere teamleden instaat

Op 1 mei is het 50 jaar geleden dat de dienst nierziekten

voor zijn of haar behandeling.

in Kortrijk officieel opgericht werd, in het toenmalige

De rode draad in ons verhaal is dat we doorheen al die

ziekenhuis Maria’s Voorzienigheid (‘de Loofstraat’).

jaren steeds geprobeerd hebben om de patiënt centraal te stellen. En daar zijn we trots op.

Ter gelegenheid van deze gouden verjaardag stellen we u dit boek voor.

Dit boek focust vooral op het dialysegebeuren, maar we mogen niet vergeten dat de dienst nefrologie

Het is een compilatie geworden van beschouwingen,

ook verder uitgebouwd werd met een fantastische

anekdotes, een stuk

polikliniek en een schitterende

geschiedenis en foto’s.

hospitalisatie-afdeling.

In die 5 decennia is de wereld enorm snel veranderd, zo ook de gezondheidszorg en onze dienst. Van het pionierswerk in de jaren ‘60 en ‘70 zijn we anno 2021 geëvolueerd naar een hypermoderne prachtige dialyse-afdeling.

‘In het begin was er één arts en enkele verpleegkundigen, nu vormen we een bijna 100-koppig multidisciplinair team.’

De medewerkers van het eerste uur zijn allemaal verdwenen en ons team is in de loop der jaren veel gewijzigd maar de toekomst is verzekerd. We blijven ons met hart en ziel inzetten voor onze patiënten. Ze verdienen het!

In het begin was er één arts en enkele verpleegkundigen,

Ik dank iedereen die voor of

nu vormen we een bijna 100-koppig multidisciplinair

achter de schermen aan dit boekje meegewerkt heeft,

team van psychologen, diëtisten, sociaal werkers,

op initiatief van dr. Gert Meeus in een eindredactie

technici, logistieke medewerkers, zorgkundigen,

samen met Ann Ghesquiere en Rob Muller.

verpleegkundigen, studiecoördinatoren, secretariële medewerkers en artsen. We hebben medisch-

Ik wens u veel leesplezier.

technisch een enorme vooruitgang geboekt: nieuwe geneesmiddelen en betere dialysetechnieken hebben

28 april 2021

geleid tot een verhoogde overleving en comfort aan

Dr. Peter Doubel

dialyse. De manier waarop we met de patiënten omgaan is eveneens veranderd: van een meer ‘paternalistische model’ (dat wil zeggen dat het vooral de dokter was die het voor het zeggen had) tot wat we in het Engels

COLOFON REDACTIECOMITÉ dr. Gert Meeus, Ann Ghesquiere, Rob Muller, Ruben De Mesmaeker FOTO’S Rob Muller, Annie Masselis, René PJ Van Daele, dienst nefrologie VU Stefaan Lammertyn, Pres. Kennedylaan 4 | 8500 Kortrijk

Volg az groeninge op de sociale media: www.twitter.com/azgroeninge www.facebook.be/azgroeningekortrijk www.linkedin.com/company/azgroeninge www.instagram.com/azgroeninge

3


HET ONTSTAAN VAN DIALYSE

EEN KORTE GESCHIEDENIS ANNO 2021 LIJKT HET BESTAAN VAN DIALYSE IETS VANZELFSPREKENDS, MAAR DAT IS HET EIGENLIJK ALLERMINST... ‘To boldly go where no man has gone before’ was het motto van captain Kirk in Star Trek, maar het was net zo goed van toepassing op de briljante geesten die dialyse mogelijk gemaakt hebben. Tot op de dag van vandaag is de nier het enige orgaan waarvan de functie langdurig kan worden overgenomen door een machine als het orgaan het begeeft. Met recht en reden wordt de ontwikkeling van dialyse als een van de meest spectaculaire medische doorbraken van de twintigste eeuw beschouwd. De ontstaansgeschiedenis van dialyse is allerminst van een leien dakje verlopen. Het was een pijnlijk proces van vallen en weer opstaan, waarbij de vooruitgang vaak jarenlang stokte en het tientallen jaren geduurd heeft voor de techniek min of meer op punt stond. Het is enkel door het doorzettingsvermogen van een aantal koppige wetenschappers dat de dialyse zoals we ze nu kennen er uiteindelijk toch is gekomen. De Schot Thomas Graham wordt algemeen beschouwd als de vader van de dialyse. Het principe van het scheiden van vloeistoffen door

Kunstnier Willem Kolff

4

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

een halfdoorlatend vlies werd reeds door hem beschreven in 1861. Het duurde nog 50 jaar voor de allereerste dialyses op proefdieren werden uitgevoerd door Abel, Rowntree en Turner. Zij noemden hun procedé ‘vividiffusion’, maar de term die zou voortleven kwam van een anonieme journalist. Na een demonstratie van de techniek op een hond in Londen op 11 augustus 1913 pende hij neer dat hij een ‘artificial kidney’ aan het werk had gezien. Vreemd genoeg legden de ontdekkers van de techniek zelf niet de link met het behandelen van nierfalen: zij zagen het meer als een manier om intoxicaties te behandelen en als een manier om ‘kunstmatige urine’ te produceren, die dan later kon geanalyseerd worden. Het initiële enthousiasme bekoelde echter al snel. Er traden immers zeer veel complicaties op, vooral omdat men er niet in slaagde het bloed goed te verdunnen. Het extract van bloedzuigers dat hiervoor werd gebruikt veroorzaakte zware en vaak dodelijke allergische reacties. Het ‘artificial kidney’- project werd dan ook na 2 jaar stopgezet. De eerste poging tot dialyse bij een mens werd uitgevoerd in februari 1925 door Georg Haas, maar de behandeling was van erg korte duur en weinig efficiënt. Uiteindelijk voerde hij pogingen tot dialyse bij 3 patiënten uit, maar geen enkele van zijn proefpersonen overleefde de behandeling. Na zware kritiek van zijn oversten, die zijn experimenten als zinloos en gevaarlijk brandmerkten staakte hij zijn pogingen in 1928. De daaropvolgende 15 jaar lag het onderzoek naar dialyse zo goed als volledig stil. Het was de Nederlander Willem Kolff die het onderzoek naar dialyse nieuw leven inblies. Tijdens de oorlogsjaren kon hij in het Nederlandse plaatsje Kampen, ver weg van de academische milieus, vrij ongestoord aan zijn dialysetoestel knutselen. De eerste prototypes werden gemaakt met behulp van een badkuip, wat hout en 20 meter cellofaan buizen die normaliter gebruikt werd om worsten te draaien. Het nodige metaal was afkomstig van de brokstukken van een neergestorte bommenwerper, omdat de Duitsers alle andere metaal opgeëist hadden voor de wapenindustrie. Zijn eerste poging tot dialyse dateert van 1943, maar de patiënt overleefde de therapie niet. De volgende 15 kandidaten was hetzelfde lot beschoren, maar bij de zeventiende poging had hij meer succes: op 11 september 1945 werd bij Sofia Schafstad, een 67-jarige krijgsgevangene, met dialyse gestart omwille van acuut nierfalen na een gecompliceerde galblaasontsteking. Haar nierfunctie herstelde en Sofia Schafstad werd zo een begrip in de nefrologie. Na die succesvolle eerste dialyse leefde ze nog 7 jaar, voor ze uiteindelijk in 1952 overleed. Tot op de dag van vandaag is er wel nog discussie of mevrouw Schafstad het ook zonder dialyse niet zou gered hebben...


Het tijdperk van dialyse was hiermee dus aangebroken, maar toch duurde het nog jaren voor hemodialyse min of meer aanvaard zou worden als therapie. Kolff en andere pioniers zoals de Zweed Alwall deden hun uiterste best om andere artsen te overtuigen, maar veel dokters van die tijd keken neer op de pioniers die dialyse ontwikkelden en beschouwden het bouwen van een kunstnier als ‘gepruts in de kelder’ dat weinig met wetenschap te maken had. In het Karolinska Instituut in Stockholm waar Alwall werkzaam was werd al gauw spottend de term ‘Alwalliseren’ gebruikt als weer eens een patiënt de behandeling niet had overleefd. De niet aflatende kritiek van zijn collega’s, die van mening waren dat dialyse een onaanvaardbaar experiment was en dat nierfalen best volgens de geldende richtlijnen behandeld moest worden met een streng dieet van glucosestroop en pudding, leidde er ook toe dat Kolff besliste naar de Verenigde Staten te emigreren. Na een korte periode van enthousiasme lag, mede onder druk van de critici, de ontwikkeling van dialyse in vele landen in de jaren ‘50 zo goed als stil. Die kritiek kan nu enigszins lachwekkend overkomen, maar was in die tijd zeker begrijpelijk. De initiële resultaten van dialyse waren verre van schitterend en echte succesverhalen schaars. De eerste dialysepioniers gedroegen zich eerder als ingenieurs dan als artsen en beschouwden dialyse zelf niet als een langetermijnoplossing. Velen onder hen hielden zich ook bezig met het ontwikkelen van andere toestellen dan dialyse. Zo wijdde Willem Kolff een groot deel van zijn carrière aan de zoektocht naar een kunsthart. Het is pas in de jaren ’60 dat men inzag dat de techniek van dialyse moest gecombineerd worden met een grondige kennis van de fysiologie om tot betere resultaten te komen. Hierbij mag niet vergeten worden dat een eenvoudige bloedanalyse ter bepaling van kalium, bicarbonaat of fosfor in die tijd dagen in beslag nam. Voor de eerste grote klinische successen van dialyse was het wachten tot de Koreaanse oorlog. Tijdens deze oorlog had men vastgesteld dat de mortaliteit van zwaargekwetste soldaten met nierfalen 85% was, tegenover slechts 5% bij soldaten die geen nierfalen ontwikkelde. In juni 1952 werd een dialyse-afdeling opgestart in een veldhospitaal en daar slaagde

men erin om de sterfte van 85% naar 38% te verlagen. Dialyse was hiermee aanvaard als tijdelijke overbrugging van een voorbijgaand nierfalen, maar het was nog steeds geen behandeling voor de lange termijn. Katheters en fistels bestonden nog niet en voor elke nieuwe dialyse moest een nieuw bloedvat worden aangeprikt en afgebonden na dialyse. Onvermijdelijk was er na verloop van tijd geen bruikbaar bloedvat meer over en als de nierfunctie niet herstelde was de patiënt ten dode opgeschreven. Vele centra gaven hun pogingen tot chronische dialyse dan ook na verloop van tijd op, omdat alle patiënten bij wie de nierfunctie niet herstelde na maximaal enkele maanden overleden. Het duurde tot 1960 voor hier een oplossing voor werd gevonden door dr. Belding Scribner in Seattle. Hij ontwikkelde een apparaatje dat de slagader en de ader met elkaar verbond, makkelijk kon aangeprikt worden en maandenlang ter plaatse kon blijven. Dankzij deze ‘scribner-shunt’ werd langdurige dialyse mogelijk. Na Sofia Shafstad werd een jonge mecanicien bij Boeing, Clyde Shields genaamd, een iconisch figuur in de geschiedenis van dialyse. Hij werd in 1960 de eerste chronische dialysepatiënt. Elf jaar lang overleefde hij aan dialyse en vervulde hij met verve zijn rol als wandelende reclame voor de nieuwe therapie. Uiteindelijk zou hij in 1971 aan een hartinfarct overlijden. Nu chronische dialyse mogelijk werd openden zich nieuwe perspectieven en vanaf 1965 werd dialyse min of meer aanvaard als een volwaardige chronische behandeling. Ook in België nam de belangstelling voor de nieuwe techniek toe. De eerste (acute) dialyse in UZ Leuven werd uitgevoerd op 6 november 1963. Onder impuls van professor Michielsen werden vanaf dan ook in België jonge artsen opgeleid tot nefroloog. Een van deze artsen van het eerste uur was dr. Vincent Bosteels. In kliniek Maria’s Voorzienigheid werkte dr. Luc Baert als uroloog. Tijdens zijn verblijf in Parijs (waar hij onder meer assisteerde bij de prostaatoperatie van president Charles De Gaulle) had hij kennis gemaakt met de nieuwe techniek. Het is op vraag van dr. Baert dat dokter Bosteels zijn Kempense roots achter zich liet en naar Kortrijk kwam om hier de dialyse-afdeling op te starten.

EN DE REST ... IS GESCHIEDENIS. n

Scribner-shunt


DE BEGINJAREN VAN DE DIALYSE IN KORTRIJK Op 1 mei 1971 arriveert dr. Vincent Bosteels vanuit het lieflijke dorpje Veerle in de Antwerpse Kempen in het verre Kortrijk. Het is de officiële start van de dienst nefrologie in kliniek Maria’s Voorzienigheid. Amper vier dagen later, op 5 mei 1971, worden de eerste twee dialyses uitgevoerd door dr. Bosteels, bijgestaan door zijn twee verpleegkundigen Rita Callewaert en Luc Degroote. Het zijn niet alleen de eerste dialyses in Kortrijk, maar ook in de ganse provincie West-Vlaanderen. Over pioniers gesproken... Het nieuws dat dialyse nu ook in Kortrijk kan worden uitgevoerd verspreidde zich en al snel kwamen er 4 patiënten bij, die tot dan telkens naar Gent of Leuven moesten reizen voor hun dialyse, die in die tijd 8 uur in beslag nam. Tegen het einde van het jaar waren er 10 patiënten in behandeling. Het kan niet genoeg benadrukt worden wat voor een heroïsche ondernemingen die eerste dialyses waren. Wereldwijd waren er in 1970 amper 5000 dialysepatiënten en de technologie stond nog in zijn kinderschoenen. Het opstarten van een dialyse-afdeling was dus een stap in het onbekende, en de beschikbare middelen waren vanuit een 21-eeuws perspectief bekeken aandoenlijk primitief. Dat maakt de verdienste van dokter Bosteels en het team medewerkers er alleen maar indrukwekkender op. De kunstnier die werd gebruikt was indertijd niet veel meer dan een rol cellofaanfolie, een materiaal dat beter bekend is als het omhulsel

De ‘badkuip’

6

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

van salami. De folie was erg broos en in meer dan 30% van de gevallen scheurde de kunstnier tijdens de behandeling, met grote hoeveelheden bloedverlies tot gevolg. De vloeistof waarmee werd gedialyseerd moest met de hand worden bereid in een speciaal daartoe voorziene badkuip. Deze bereiding was het werk van de ‘badmeester’, die elke dag uren zoet was met het desinfecteren, schrobben en drogen van de badkuip. Na de grote schoonmaak werd het bad gevuld met gedeïoniseerd water, waarna al roerend met een reusachtige houten lepel de zakjes elektrolyten toegevoegd tot de juiste samenstelling was bekomen. Het dialysetoestel zelf werd nog niet door een medische firma op industriële schaal geproduceerd, maar in het ziekenhuis zelf in elkaar geknutseld. Een verwarmingselement, een pomp van de firma Bellco, een geleidbaarheidsmeter van eigen fabricaat en een primitieve luchtdetector waren de enige hulpmiddelen. Het is dan ook weinig verwonderlijk dat de dialysessies een mijnenveld waren vol potentieel levensbedreigende complicaties. De hoeveelheid vocht die ging onttrokken worden moest worden geregeld met een schroefje dat op goed geluk een beetje meer of minder werd aangespannen op de bloedlijn. Vaak leidde dit tot grote afwijkingen die met liters infusen moesten worden gecorrigeerd. Ook moest men voortdurend alert zijn op het ontstaan van luchtlekken in het dialyse circuit, die op enkele ogenblikken fataal konden zijn. In deze pionierstijden werden ook onbekende ziektebeelden ontdekt die niet of nauwelijks bestonden voor dialyse uitgevonden was. Naast luchtembolie passeerden dialyse-amyloidose, extreme aderverkalking, dysequilibriumsyndroom, hardwatersyndroom, aluminiumvergiftiging (die tot snel evolutieve dementie leidde) allemaal de revue. Als klap op de vuurpijl werden zowel de patiënten als het verzorgend personeel via bloedcontact getroffen door epidemieën van hepatitis B en C. Het leek wel alsof de 7 plagen van Israël neergedaald waren over de vermetele artsen die het waagden met een artificieel orgaan de dood uit te dagen... Het was in die beginjaren dus een serieuze uitdaging om een patiënt heelhuids door een dialysesessie te loodsen. Enkel jonge mensen zonder veel andere gezondheidsproblemen konden de behandeling doorstaan. Voor mensen ouder dan 50 jaar, of met andere gezondheidsproblemen zoals diabetes was de behandeling te gevaarlijk. In die tijd moest daarom streng geselecteerd worden wie in aanmerking kwam voor dialyse en wie niet, wat vaak tot bijzonder moeilijke ethische beslissingen leidde.


Kunstnierafdeling in de kelder – Loofstraat, circa 1975 Linksonder: Kerstfeest 1971: medewerkers van het eerste uur Rechtsonder: Dialysetoestel Bellco met 1 bloedpomp, gebruikt vanaf 1 mei 1971, met coilnier Alwall

Van EPO was nog geen sprake en dus leden alle patiënten aan zware bloedarmoede, waarvoor ze vele bloedtransfusies moesten krijgen op een ogenblik dat hepatitis B en C nog niet opspoorbaar waren. Het is niet overdreven te zeggen dat de patiënten bij elke dialysesessie hun leven in handen van het verzorgend team legden. De verpleegkundigen weken dan ook geen ogenblik van de zijde van de patiënt tijdens de behandeling, die in de beginjaren telkens 8 uur duurde. Door het gevaar op hepatitis liepen ook de artsen en verpleegkundigen grote persoonlijke risico’s, en dat wisten de patiënten maar al te goed. Het is dan ook geen wonder dat er vaak een bijzondere vriendschapsband ontstond tussen de patiënt, arts en verpleegkundige, die reikte tot buiten de muren van het ziekenhuis. Dit is een onderdeel van de aparte sfeer op dialyse dat met de schaalvergroting en technologische vooruitgang langzaam maar zeker is verdwenen, al blijft de band tussen patiënten en personeel tot op de dag van vandaag sterker dan op de meeste andere diensten. De dialyse-afdeling werd zo een aparte microkosmos, afgescheiden van de rest van het ziekenhuis. Voor de rest van het ziekenhuis was wat er op dialyse gebeurde gehuld in een waas van mysterie: een nieuwe onbekende behandeling met vervaarlijk uitziende toestellen, weggestopt in de kelder van de Loofstraat en hermetisch afgesloten voor buitenstaanders.

Het arbeidsintensieve en risicovolle aspect van dialyse dat de volledige aandacht van artsen en verpleegkundigen opslorpte, in combinatie met het feit dat dr. Bosteels er alleen voor stond maakte dat de dienst nefrologie lange tijd vrij afgescheiden functioneerde van de rest van het ziekenhuis. Bovendien zagen de dialysepatiënten er door hun bloedarmoede en zeer strenge dieet vaak bijzonder ziek uit. Dit droeg er toe bij dat dialyse tot op de dag van vandaag in het collectief bewustzijn beleefd wordt als een onaangename en angstaanjagende behandeling. Het afgesloten imago van de dialyse was echter grotendeels door noodzaak ingegeven: de dialyse nam zeer veel tijd in beslag, waardoor er weinig ruimte was voor andere activiteiten. Bovendien was het therapeutisch arsenaal voor de behandeling van chronisch nierlijden erg beperkt. Met de uitbreiding van de dienst, de verbetering van de dialysetechnologie en de medische vooruitgang in de nefrologie zou hier geleidelijk aan verandering in komen. n

7


DE JAREN VAN UITBREIDING EN VOORUITGANG Onder impuls van dr. Bosteels en zijn team kende de dialyse een gestadige groei. Eind 1976 was het aantal patiënten tot 36 aangegroeid. Hierdoor barstte de kleine afdeling, die zich nog steeds in de kelderverdieping bevond stilaan uit zijn voegen. Vanaf 1980 opereerde de dienst nefrologie eindelijk bovengronds, in een gloednieuwe vleugel van het ziekenhuis. De afdeling werd te groot voor één arts en na een zorgvuldig selectieproces vervoegde dr. Louis Janssens de dienst. Naast het feit dat hij de enige persoon ter wereld is die een computermuis ondersteboven hanteerde onderscheidde dr. Janssens zich ook door zijn buitengewoon intellect en kennis van informatica. Hij ontwikkelde op eigen houtje een reeks computerprogramma’s die de werking op dialyse naar een hoger niveau tilde. Een aantal van deze programma’s zijn tot op de dag van vandaag onvervangbaar gebleken. In tandem zorgden beide artsen de volgende 20 jaar voor de uitbouw van de dienst nefrologie tot een alom gerespecteerd instituut in het ziekenhuis. Ook wereldwijd ontgroeide dialyse zijn kinderschoenen. De ontwikkeling van de dialysetechniek verschoof meer en meer van de nefroloog naar de medische industrie. De ‘doe-het-zelf’ dialyseopstellingen van de eerste jaren maakten plaats voor professionele dialysetoestellen, met een resem ingebouwde veiligheidssystemen en een steeds verder gaande Grafiek

Prevalentie totaal aantal dialysepatiënten / jaar

8

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

automatisatie. De aanmaak van de dialysevloeistof diende ook niet meer manueel te gebeuren, hetgeen een enorme tijdsbesparing betekende. Hierdoor werd de dialyse een pak veiliger, gebruiksvriendelijker en beter verdragen door de patiënt. Naast de inbreng van de medische industrie speelden in de jaren ’80 twee andere medische doorbraken een cruciale rol. De ontdekking van het hepatitis B-vaccin maakte een einde aan de plaag van hepatitis B-infectie onder patiënten en personeel. Voor de patiënten was de ontdekking van EPO wellicht de grootste revolutie. Waar patiënten voordien afhankelijk waren van bloedtransfusies en desondanks vaak extreem moe waren door zware bloedarmoede, kon die bloedarmoede vanaf eind jaren ’80 eenvoudig worden behandeld. De levenskwaliteit van de patiënten nam hierdoor spectaculair toe en al snel keek men er niet meer van op dat dialysepatiënten met de racefiets naar hun behandeling kwamen gereden... Dialyse werd hierdoor ook een haalbare behandelingsoptie voor oudere en meer chronisch zieke mensen. In de beginjaren was dialyse enkel weggelegd voor een select groepje jonge en sterk gemotiveerde patiënten. Vele mensen die nu zonder een seconde twijfel in dialyse zouden worden opgenomen vielen toen uit de boot, wat vaak tot zware ethische dilemma’s leidde. Het ontstaan van ethische commissies is een rechtstreeks gevolg van de beslissingen over leven en dood die artsen toentertijd moesten nemen. Dank zij betere materialen en de technologische vooruitgang konden die verscheurende keuzes worden vermeden en de levensreddende behandeling met dialyse werd haalbaar voor alle patiënten met nierfalen. Ethische dilemma’s zijn op dialyse nooit ver weg, maar de grote vraagstukken hebben zich meer en meer verplaatst van het opstarten naar het verder zetten van de behandeling. Dit wordt geïllustreerd door het feit dat de oudste patiënt die in ons centrum werd behandeld 103 jaar oud werd.


Enkele dialysetoestellen die doorheen de jaren werden gebruikt v.l.n.r. : Cobe CS3, vanaf juli 1993 tot juni 2013, Hospal Innova, vanaf september 2002 tot december 2014, Gambro Artis, vanaf juni 2012

Aldus groeide in Kortrijk het aantal dialysepatiënten aan van 2 op 5 mei 1971 tot meer dan 200 dit jaar. In 2020 werden wereldwijd meer dan 5,6 miljoen mensen met dialyse behandeld. De dialyse is een goed geoliede machine geworden, een ‘ziekenhuis binnen het ziekenhuis’ met een ruime omkadering. In 1971 bestond het dialyseteam uit 1 arts, 1 technicus en 2 verpleegkundigen. Nu staat een uitgebreide en toegewijde multidisciplinaire equipe van 5 artsen, 69 verpleegkundigen, 3 secretaressen, 2 sociaal werkers, een psycholoog, 2 diëtisten, 2 dialysetechnici en 6 zorgkundigen ter beschikking van onze patiënten. In de beginjaren werd dialyse soms nogal smalend ‘geknutsel in de kelder’ genoemd, uitgevoerd in een kleine ruimte zonder daglicht. Dankzij de jarenlange inzet van velen is de dialyse-afdeling nu uitgegroeid tot een architectonisch prachtig geheel dat een volledige ziekenhuisvleugel vult, die afgaande op enquêtes bij patiënten en evaluaties door collega’s een zeer goede reputatie heeft.

Gaandeweg heeft het werkterrein van de nefrologie zich ook uitgebreid. Uiteraard ligt er nog steeds een belangrijke focus op nierfunctievervangende therapie. Nieuwe vormen van nierfunctievervangende therapie, zoals peritoneale dialyse, nachtdialyse en thuishemodialyse laten toe de behandeling steeds meer aan te bieden op maat van de patiënt. Daarnaast komt meer en meer de nadruk te liggen op de meer vroegtijdige behandeling van nierpatiënten met als doel dialyse te kunnen vermijden. De multidisciplinaire samenwerking met collega’s van andere disciplines, maar ook verpleegkundigen, diëtisten, sociaal werkers en psychologen heeft de zorg voor de patiënt met chronisch nierlijden naar een hoger niveau getild. Dit alles was nooit mogelijk geweest zonder de moed en visie van de mensen en de hulp van een gans team van toegewijde medewerkers in de afgelopen 50 jaar. Het is aan ons om hun nalatenschap te eren en de dienst nefrologie in de komende 50 jaar naar een nog hoger niveau te tillen. n

Grafiek

Aantal uitgevoerde transplantaties In de afgelopen 50 jaar kregen 543 patiënten van dialysecentrum Kortrijk een nieuwe nier.

9


DE MENSEN VAN DE DIALYSE 1 mei 1971: 1 arts, 2 verpleegkundigen, 1 technicus. Inmiddels zijn we uitgegroeid tot een multidisciplinair team van 5 artsen, 69 verpleegkundigen, 6 zorgkundigen, 3 secretaressen, 2 technici, 2 sociaal werkers, 2 diëtisten en 1 psycholoog. (aantal personen, niet fulltime equivalenten) De dialyse is geëvolueerd tot een ziekenhuis in het ziekenhuis, met een erg druk programma en een ingewikkelde organisatie. Om dit in goede banen te leiden en de patiënten de optimale zorg te geven waar ze recht op hebben kunnen we rekenen op een gans team medewerkers, elk met zijn eigen specifieke taak. NEFROLOGEN

Dr. Vincent Bosteels (+) van 1.05.1971 tot 31.08.2003 Dr. Louis Janssens van 3.11.1980 tot 30.11.2015 Dr. Peter Doubel van 4.08.1999 Dr. Gert Meeus van 1.08.2003 Dr. Marc Decupere van 1.08.2006 Dr. Olivier Schockaert van 18.11.2011 Dr. Liesbeth Viaene van 16.11.2015

Artsen nefrologie in 2015 Boven: Rita Callewaert en Annie Masselis, 1992

10

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

HOOFDVERPLEEGKUNDIGEN

Rita Callewaert, hoofdverpleegkundige van 1.05.1971 tot 1.12.2001 | Regine Brabander, adjunct-hoofdverpleegkundige ? (start 16.08.1973) tot 1.08.1976 | Annie Masselis, adjunct-hoofdverpleegkundige van 01.01.1977 tot 23.12.2017 | Ludwyn Van Wyngene, adjunct-hoofdverpleegkundige van 1.01.1987, hoofdverpleegkundige van 01.12.2001 tot 31.12.2018 | Bart Bourgois, Thomas Christiaens, Kathy Lietaer, Rob Muller, Annelies Seynhaeve en Stijn Tack: dagverantwoordelijken van 23.12.2017 tot 01.01.2020 | Steven Coucke, hoofdverpleegkundige van 1.01.2019 | Annelies Seynhaeve en Thomas Christiaens, adjunct-hoofdverpleegkundigen van 1.01.2020


EEN PERSOONLIJKE BENADERING VAN ONZE DIALYSEWERELD IN KORTRIJK

verbonden voel met de dialyseafdeling van Kortrijk. Wij hebben: 1.

Op de dialyseafdeling heb ik van 1974 tot 2018 een 44 ½ jaren met veel plezier gewerkt. In de beginjaren was het heel uitdagend omdat we met beperkte mogelijkheden eerder “ambachtelijk” dialyseerden. Het was zeer arbeidsintensief doordat alles manueel werd uitgevoerd: bereiden van het dialysaat en controle van de toestellen, zonder alle veiligheidssnufjes waarover de huidige geperfectioneerde volautomatische dialysetoestellen nu wel beschikken. De toegangsweg van onze patiënten (uitwendige arterieel-veneuze shunten en de eerste arterieel-veneuze fistels) was zeer belastend en stressvol zowel voor de ons toevertrouwde patiënten als voor de verpleegkundigen. Zeker omdat de permanente dialysekatheters helemaal niet bestonden. Wij konden in die periode maar een beperkt aantal patiënten behandelen omdat onze dialysebehandeling nu eenmaal teveel beperkingen had. Ik heb de evolutie van de ambachtelijke dialyse naar de huidige geperfectioneerde high Tech dialyse meegemaakt en er ten volle kunnen aan meewerken. Ik had in die 44 jaren de kans om dagelijks bij te leren met vallen en opstaan en ik werd steeds gesteund door integere nefrologen die mij vertrouwden en daardoor altijd op mij konden rekenen. Ik had tevens het geluk dat ik mij als verantwoordelijke van de dialyseafdeling ook 20 jaar kon inzetten als gastdocent aan de katho en Vives verpleegkundeschool in Kortrijk. Daar kon ik naast doceren van mijn cursus nefrologische verpleging ook verpleegkundigen overtuigen om onze afdeling te komen vervoegen. Als de berg niet naar Mozes gaat, moet Mozes naar de berg….

2.

3.

een schitterend dialyseteam met heel veel medewerkers die een grote deelverantwoordelijkheid dragen en zich ten volle inzetten om onze patiënten optimaal te behandelen en te ondersteunen. een afdeling die heel specifiek is: min of meer los van het grote ziekenhuisgeheel vormen wij een eigen biotoop! een speciale persoonlijke band met de patiënten Ludwijn Van Wyngene die we jarenlang 3 maal per week gedurende uren bij ons hebben, verantwoordelijk zijn voor hun behandeling en hun menselijk welbevinden.

Dat is superbelangrijk en zo typisch voor de dialysewereld. Dat moeten wij blijven koesteren en genieten van de menselijke interacties tussen patiënten, hun familie en collega’s (in de ruime zin van het woord). (Ludwijn)

Deze ervaringen zullen mij levenslang bijblijven en ik moet eerlijk toegeven dat ik mij nu nog (na 2 jaren op pensioen) steeds on-losmakend Grafiek

Prevalentie totaal aantal personeelsleden / jaar

11


Boven links: Keuken 1992 met Ilse Boven rechts: Maaltijdkar 1992 Groepsfoto feestdag 2011


VERPLEEGKUNDIGEN

Ik vind het leuk dat we telkens onze zelfde patiënten terug zien en op die manier een band krijgen. Er kan gepraat worden over serieuze zaken, maar er is ook plaats om eens te lachen. Het sociale gecombineerd met de technische handelingen spreken mij aan. Wat is speciaal aan werken op de dialyse? De goeie band die je hebt met patiënten en collega’s. Dialyse is een heel interessante en fascinerende techniek waarvan ik dagelijks onder de indruk ben. We leren ook dagelijks bij: nieuwe technieken, nieuwe procedures,... wat de job interessant maakt. Wat zal je altijd bijblijven? De dankbaarheid die je krijgt van patiënten wanneer je er voor hen bent in moeilijkere periodes. Soms kunnen we niet veel doen, al is het maar een luisterend oor bieden. Dit zowel op medisch vlak als op emotioneel vlak. (Emiline) De zomer van 2000: net afgestudeerd en vanaf dag één aan de slag op de nierdialyse. Toen was dr. Bosteels nog diensthoofd en Rita Callewaert onze hoofdverpleegster. Wanneer dr. Bosteels sprak had hij ieders aandacht, al was het maar omdat stil spreken zijn manier was om je te doen luisteren. Rita was streng, liet niet toe dat er buiten de lijntjes werd gekleurd. De “rappellekes” volgden elkaar soms snel op, maar de waardering voor en van haar was er wel. Dialysetechnieken leer je hoofdzakelijk op de werkvloer en daar werd ruim de tijd voor genomen: een half jaar dialysemateriaal klaarzetten was de standaard en nog véél langer was het wachten op je eerste fistel aanprik. Dialysetoestellen leerde je kennen en kon je - toen nog - naar je hand zetten. De dialysezalen waren ook veel kleiner. De hoge ijzeren bedden stonden dicht bij elkaar en werden met trapjes beklommen. Het gezwoeg aan de draaihendels was vaak een voorbode van problemen, dat wisten we al gauw. Lief en leed werd er nu eenmaal samen beleefd. De grote, ronde wijzerweegschalen leken van de dialysesessies eerder een ambachtelijk gebeuren te maken. In 2003 stapten we in het huwelijksbootje, samen werken was al evident, samen leven werd dat nog meer. Intussen stonden Ludwijn en Annie aan het roer. De jaren ervaring kwamen van pas bij een steeds groeiende dienst. Na iedere lange, hete zomer kwam de belofte dat alles ging beteren… De vele uitbreidingen en verhuizingen volgden elkaar op: meer patiënten, meer collega’s, meer dokters, meer stappen per dag. Van één computer per zaal naar 1 per bed. Van één vaste telefoon centraal in de gang (20 frank per telefoontje!) naar overal gerinkel de hele dag door. Waar ons deurloos keukentje van vroeger een kruispunt was van ontmoetingen, gelegen tussen bureaus en zalen, is de keuken van nu eerder een rustpunt, maar zo eentje waar je ongemakkelijk wordt van de stilte. De vooruitgang zet zich onvertraagd verder, routine loert om de hoek, maar vernieuwingen houden je alert. We evolueren mee. Nieuwe bazen, nieuwe wetten… na 21 jaar zijn we zowat halfweg. Aftellen lijkt geen goed idee, de jaren optellen is zoveel positiever en we zijn er best wel trots op. (Vanessa en Peter) Het speciale aan werken op de kunstnierafdeling is dat het technische vaardigheid vereist, maar tegelijkertijd een nauwe band met de patiënten biedt. Werken op de kunstnierafdeling lijkt iedere dag hetzelfde: toestel klaarmaken, patiënt aansluiten, controle en begeleiding tijdens dialyse, patiënt afsluiten, toestel reinigen en opnieuw klaarmaken voor de volgende sessie. De uitdaging en het plezier is om iedere dag opnieuw, iedere patiënt opnieuw een zo goed mogelijke dialyse te geven. (Ann)

Deze verpleegkundigen werk(t)en op de dialyse in Kortrijk: Rita Callawaert , Luc Degroote, Myriam Terrie, Marcel Noels, Marie-Rose Vanfleteren, Magda Craeynest, Regine Brabander, Claire Bohez, Marleen Castel, Jeanine Geldhof, Lutgarde Mandeville, Ludwijn Van Wyngene, Annie Masselis, Mieke Duthoo (+),Marijke Grymonprez, Anne-Mie Brouckaert, Greta Declercq, Christine Dewulf, Marleen Nuttin, Greta Lefebre, Marie-Claire Ragolle, Els Raepsaet, Monique Duthoo, Monique Mulleman, Christine Mulleman, Liliane Cornelis, Christine Wante, Trees Coucke, Lieve Desmet, Hilde Ghekiere, Marie-Paule Planckaert, Marianne Viaene, Christine Vandemaele, Ingeborg Cosaert, Martine Vervaeke, Mia De Baere, Annie Vandendriessche, Marijke Messely, Marleen Boulangier, Gudrun Linclau, Denise Vanfleteren, Christine Vangroenweghe, Ann Ghesquiere, Kathleen Denauw, Leen Vercaemst, Danny Pauwels, Philip Vandenbulcke (+),Jan Bauters, Heidi Vandenbulcke, Ilse Vanhaverbeke (+), Ann Defour, Iris Willaert, Mariane Laureys, Carline Seys, Lutgart Dunon, Fabia Goethals, Martine Raquet, Carine Vanneste, Ann Segaert, Lieve Verdonck, Veronique Devolder, Nancy Vermeeren, Isabel Vermeulen, Ruth Claerhout, Isabelle Tuypens, Cindy Vergote, Severine Coopman, Sabine Puype, Tamara Delaere, Annelore De Winter, Eveline Depraetere, Bart Wyseur, Vanessa Ranson, Peter Vandendriessche, Michael Villanni, Sophie Bouton, Kathy Lietaer, Marieke Demeestere, Gudrun Descamps, Stijn Tack, Natalia Tsyrkunova, Marieke Vandeputte, Stien Dewanckel, Ann Vergote, Iris Vanpachtenbeke, Sabrina Sabbe, Joke Depraetere, Nathalie Opsommer, Debbie Derijcke, Julie Derijckere, Lyndsay Knockaert, Greet Naert, Griet Plasman, Leen Verkinder, Elien Bauwens, Els Hoornaert, Eline Vandewynckele, Mieke Gesquiere, Annelies Seynhaeve, Steven De Caluwé, Kelly Claeys, Valery Verhulst, Sophie Wattez, Kathy Lecluse, Thomas Christiaens, Rob Muller, Rosemie Dendievel, Nausika Desloovere, Nicky Goesaert, Christophe Vandeputte, Charline Gevaert, Andjelo Bourguernine, Elke Vanassche, Iris Fryns, Nicky Ameye, Ben Van Heddeghem, Laurence Seynhaeve, Bart Bourgois, Andy Vandenbulcke, Mathieu Vandecandelaere, Eline Bourgois, Sharon Demeulenaere, Elke Vanwynsberghe, Emiline Callens, Sophie Vandecasteele, Sanne Desmet, Coumba Ndione, Leen Gerard, Hannelore Reynaert, Virginie Christiaens, Jeroen Verfaillie, Glenn Devos, Annelies Deviaene, Shauni Moreels, Petra Van Asbroeck, Valentine Duyck, Charlotte Anrys, Gaetan Vanquickenborne, Stefaan De Keyser, Valerie Vanhoutte, Bo Bearelle, Steven Coucke, Charlotte Haelewijn, Raf Blomme, Josefien De Muynck, Evelyne Deglorie, Rani Wulleput, Evy Demuynck, Lore Mahieu, Michele Noyez, Annelies Vandenberghe, Petra Decavel, Kenneth Warmoes, Sanne Tytgat, Maarten Blomme, Koenraad Degroote, Delphine Thermote, Axelle Verfaille, Els Couckuyt, Valerie Mestdagh, Jana Vanhoutte, Vanessa De Leander, Katrijn Van Zandijck, Inga Leperre, Jessy Debeuf, Marlies Gheysens, Rungthip Saengtao, Arnaud Breviere. ZORGKUNDIGEN

De zorgkundigen weten perfect wat alle patiënten drinken tijdens dialyse. Ze delen koffie en koeken, frisdrank en kranten rond. Maaltijden evolueerden van kar met warmwaterbakken tot individuele plateaus tot niets meer: te riskant in Corona-tijd. Ze helpen patiënten in- en uit bed, brengen ze naar de wachtzaal, naar consultatie of waar nodig. Ze helpen het materiaal voor de volgende dialysegroepen te verzamelen of lossen de vele karren met nieuwe leveringen kunstnieren, leidingen,…. Ze zijn de ‘engeltjes’ die opruimen, aanvullen, bedden maken in drukke zalen. Deze zorgkundigen werk(t)en op de dialyse in Kortrijk: Zr. Lieve Debouverie, Christine Vandenburie, Lutgarde Corne, Hilde Verhelle, Els Demey, Ann Leveque, Joke Nottebaere, Franciska Corion, Frieda Vandijck, Tamara Demeere, Marleen De Jonghe, Els Bossuyt, Teuta Fetahaj

13


Boven, links: Frank en Eric, dialysetechnici, 1992 | Rechts: Peter, Bart, Peter en Tom Midden, links: Kaat, Cindy, Ann en Viviane aan hun onthaalbalie, 2015 | Rechts: Ann, Joke en Tamara, zorgkundigen, 2010 Onder, links: Secretariaat in de Kennedylaan, Kaat, 2021 | Rechts: Secretariaat in de Loofstraat, vanaf 1999 tot 2016


DIALYSETECHNICI

Onze taak bestaat er in het machinepark draaiende te houden. Dit gaat in de eerste plaats over de dialysetoestellen zelf, maar ook de randapparatuur. De waterzuiveringsinstallatie, bedden, infusie-apparatuur, … moeten allemaal op tijd en stond gecontroleerd en soms hersteld worden. Ook nemen we regelmatig stalen van het RO-water om te controleren op bacteriën en de chemische zuiverheid. De technische opleiding van de nieuwe verpleegkundigen nemen we ook voor onze rekening. Hoe beter onze nieuwe collega’s kunnen werken met het toestel, hoe beter de patiënt er zal bij varen. Momenteel hebben we 69 dialysetoestellen van 3 verschillende firma’s. Qua hydraulica verandert er niet veel meer. De grote innovaties gaan nu meer over gebruiksgemak voor de operator en patiëntcomfort. Zo zijn er tal van opties bijgekomen op de nieuwe generaties toestellen om de behandelingen zo effectief en aangenaam mogelijk te maken. Het voordeel van werken op dialyse is dat alles hier zowat samenkomt. Er is de hydraulica voor het aanmaken van dialysaat en de regeling van de UF. De elektronica die alles meet, stuurt en controleert en niet in het minst: het medische aspect. We werken hier met mensen en al je acties hebben een directe impact op het welzijn van de patiënt. Ik ben geen technicus die ergens in een donkere kelder werkt, los van de realiteit. Geregeld word ik in de behandelingszaal geroepen om daar te helpen een probleem op te lossen. Dat probleem is niet altijd puur technisch gerelateerd aan het toestel. Soms wordt mijn hulp gevraagd naar het uitvoeren van speciale procedures en het herkennen van aankomende stollingen. Het contact met de patiënt is telkenmale een herinnering aan de reden waarom ik dit doe. Ik ben verder benieuwd wat de toekomst ons zal brengen. De dialyse, en bij uitbreiding de volledige medische wereld, staat niet stil en we blijven ook een voortdurende patiëntengroei kennen. Daardoor blijven we uitbreiden en toestellen aankopen. We zullen zeker nog ons werk hebben de komende jaren. (Tom) Deze technici werk(t)en op de dialyse in Kortrijk: Stefaan Lernout, Patrick Verscheure, Frank Deconinck, Eric Declerck, Jan Pottie, Peter Moreels, Peter Vanneste, Peter Stockman, Tom Mestdagh SECRETARIAAT

Het secretariaat is meestal het eerste aanspreekpunt van de dienst Nefrologie. Via verwijzing door een huisarts, een andere discipline of op eigen initiatief komt de patiënt hier terecht. Van 8 tot 18 u. staat het secretariaat, momenteel bestaande uit 3 medische secretaresses, ter beschikking van de patiënten en van de artsen. De tijd van typemachine, carbonpapier, en corrigeren met typexblaadjes zijn verhalen uit de “oudheid”. Ook papieren dossiers behoren al een tijdje tot de catacomben van het ziekenhuis. De computer en de technologie van het medisch elektronisch dossier heeft geen geheimen meer voor de dames. Het hoeft geen betoog dat dit de werking van het secretariaat grondig heeft gewijzigd over het verloop van de jaren. Flexibiliteit en position switch zijn dan ook een begrip op het secretariaat. De werking gebeurt via een rotatiesysteem: onthaal en consultaties, back office en typen. De onthaal/consultatie functie omvat vanzelfsprekend het onthaal van de patiënten die op consultatie verschijnen en alle taken gerelateerd hieraan (herplannen controles, beeldvorming, labo, verwijzing andere diensten regelen). Ook de telefonie wordt door deze persoon vakkundig in goede banen geleid, bijgestaan door de collega van back office. Back office taken zijn dan louter administratieve taken zoals onder ande-

re nazicht gevalideerde brieven en verwerken hiervan. De vingers soepel houden gebeurt door de beurtrol “typen”. De gedicteerde verslagen van de raadplegingen, opnames e.d. worden aan supersonische snelheden uitgetikt zodat de huisarts soms de dag zelf al het verslag in zijn “computerpostbus” ontvangt. Verder zijn er nog specifiek toebedeelde taken zoals wachtregelingen, jaarverslag, zesmaandelijkse verslagen, pretransplantverslagen, welke voor de desbetreffende secretaresse wat tot haar “specialisme” behoort. De artsen kunnen verder rekenen op het secretariaat voor het plannen van hun agenda om de vergaderstroom in goede banen te leiden, artsen en patiënten voor hen op te bellen, orde te scheppen, 1000 en 1 dingen te helpen onthouden… Volgens een beurtsysteem houden de dokters consultaties in hun kabinet terwijl de andere artsen de dialysepatiënten bezoeken in de verschillende zalen, verpleegafdeling en Intensieve zorgen. De vijf nefrologen vormen een team. Dagelijks wisselen ze gegevens uit en bespreken ze de toestand van de patiënten via het ochtendoverleg. 50 jaar evolueren was het zeker wel: van een piepklein secretariaat waar men amper kon bewegen, naar een mooi op maat gemaakt bureau in de vorm van een nier bij de eerste verhuis, op naar het nieuwe ziekenhuis in een heel lichtrijke strakke omgeving met een zee van ruimte. Ook de technologie stond niet stil en de typmachine werd met trom naar het containerpark verbannen en de computer had het vanaf dan voor het zeggen en zweeg niet meer… Een team van mensen, reeds 50 jaar lang, teamwork noemen ze dit. We zijn blij dat we er deel van mogen uitmaken, nog altijd. (Kaat) Deze secretaressen werk(t)en op de dialyse in Kortrijk: Christine Van de Vyvere, Viviane Detremmerie, Kaat Verstaen, Hilde Noppe, An Vandelannoote (+) , Debora Delanghe, Cindy Grenelle, Anne-Sophie Desloovere, Sharon Maes, Bo Vandenhende, Lieselotte Puype, Greet Vervenne, Kristien Dhuyvetter. DIALYSESECRETARIAAT

Het dialysesecretariaat ligt naast het bureel van de hoofdverpleegkundige. Hier zorgt men voor opvolging van de dialysevoorschriften, opvolging medicatieverbruik, EPO-schema, ijzer-schema, vaccinatieschema, bijhouden van gegevens voor kwaliteitscontrole en voor het jaarverslag, registratie voor NBVN, voorbereiding en opvolging van klinische studies, opstellen of aanpassen van alle procedures, bijhouden van personeelslijsten, werklijsten en vakantieplanning van personeel, planning van vakantiedialyses, en nog veel meer… Op dialyse zijn er héél wat verpleegkundige handelingen die mettertijd herzien moeten worden. Meer onderzoek, betere inzichten en ervaring kunnen leiden tot aanpassing van deze handelingen. Dit alles moet gecentraliseerd worden zodat iedere nieuwe -maar ook ervaren- medewerker deze op een vlotte en adequate manier kan raadplegen. (Christophe) Deze secretariaatsmedewerkers werk(t)en op de dialyse in Kortrijk: Danny Pauwels, Greta Lefebre, Sharon Maes, Evelyn Deglorie, Christophe Vandeputte. SCHOONMAAK

Een dialysezaal staat vol met materiaal. Verpleegkundigen en zorgkundigen zorgen voor de schoonmaak van toestellen, bedden en tafels. Al de rest is voor de schoonmakers. Met alle leidingen (water, dialysaat, elektriciteit) is het geen gemakkelijke job om alle hoekjes en kantjes proper te houden. 15


Boven: Christiane in zaal 1, 1992 Onder, links: Hilde, 2015 | Onder, rechts: Nathalie en Ann, 2015


In Maria’s Voorzienigheid werkten de schoonmakers via een aparte werkgever, Cemstobel of Abilis. Christiane Noppe kwam vanaf 1978 als vaste medewerker elke avond na de dialyse. Na 21u. was ze alleen op de afdeling. Eén avond viel de schuifdeur van de isolatiekamer in het slot. Van binnenuit kon de deur niet open. Christiane kon niemand verwittigen. Haar echtgenoot werd ongerust en belde het diensthoofd van de schoonmaak. Met de reservesleutel van de spoedopname werd Christiane verlost. Door de uitbreiding zorgt nu een groep mensen voor orde en netheid op de dialyse. Het leuke aan werken op de dialyse is het hechte team, iedereen is bezorgd over de patiënten. Het moeilijke zijn de vele toestellen, leidingen, draden. We kunnen niet ongestoord schoonmaken, altijd zijn er mensen die erdoor lopen. (Hilde) SOCIAAL WERKERS

Er zijn twee sociaal werkers verbonden aan het centrum nefrologie. Samen met de behandelende artsen, verpleegkundigen en diëtisten staan zij in voor de ondersteuning van de dialysepatiënten en hun omgeving. Naast de medische aspecten zijn er tal van andere vragen waar zij graag bij helpen, bijvoorbeeld met werk, financiële zaken, veranderingen in gezinssituatie, vrije tijdsbesteding, autorijden, thuiszorg ... Ze bemiddelen of verwijzen door maar bovenal luisteren ze en bieden ondersteuning aan de nierpatiënt en zijn omgeving. Wanneer patiënten geconfronteerd worden met een chronische nierziekte is dit ingrijpend, zowel op persoonlijk, relationeel als sociaal vlak. Vanuit de sociale dienst proberen we te informeren, te bemiddelen en begeleiden om patiënten en hun omgeving bij te staan in het omgaan met een chronische nierziekte. Een patiënt die goed ingelicht wordt over wat dialyse en niertransplantatie inhouden en hoe ze verlopen, is al voor een groot stuk gerust gesteld. (Ann)

nu eens zomaar zou gaan solliciteren?”. Zo gezegd, zo gedaan. En op 1 april kon ik op dialyse beginnen, toen nog in de Loofstraat. (Nathalie) Ik werk graag op de dialyse omdat er veel uitdaging aanwezig is: voor mezelf, voor het team, voor de patiënten… Het multidisciplinair werken is op deze dienst aan de orde om een zo best mogelijke behandeling voor de dialysepatiënt aan te bieden. Door dit creëer je juist een connectie met de verschillende collega’s. Naast uitdaging, is er ook veel afwisseling. Door de afwisseling worden de werkdagen niet saai en blijf je gemotiveerd en alert. Een babbeltje slaan met de patiënt, de collega’s van dienst, de dankbaarheid voor je advies vind ik zeer stimulerend en motiverend om mijn job als de beste verder te willen uitvoeren. Door het wekelijks opvolgen van je patiënten creëer je een band. Dit verkrijg je op andere diensten niet zo vaak. Juist door deze band kan je je adviezen of ‘rode’ vlaggen aanpassen/snel opmerken om hier op te anticiperen. (Elise) Deze diëtisten werk(t)en op de dialyse in Kortrijk: Nathalie Logghe, Tania Lonneville, Kelly Vandendriessche , Elise Simoens, Virginie Terryn, Axelle Verhaeghe. PSYCHOLOGEN

Op een laagdrempelige manier biedt de psycholoog steun aan de patiënten volgens hun individuele nood. Dit kan tijdens de dialyse of in een gesprekslokaal. Deze psychologen werk(t)en op de dialyse in Kortrijk: Eva Vaneeckhout, Ludo Bosmans en collega’s n

Deze sociaal werkers werk(t)en op de dialyse in Kortrijk: Nadine Desmet, Ann Vankeirsbilck, Chris Van Speybroeck DIËTISTEN

De diëtisten vertrekken vanuit de voedingsgewoonte van de nierpatiënt om hun voedings- en drinkpatroon op punt te stellen. Daarbij hebben ze veel aandacht voor vochtinname, zout, kalium, fosfaat, constipatie, vermagering en ondervoeding. Ze helpen dialysepatiënten maar ook getransplanteerden en mensen in pre-dialyse. Het is een complexe materie. Zowel Nathalie als Elise volgden het postgraduaat nefrologische diëtetiek. Ik werk van 1994 in AZ Groeninge, toen nog Maria’s Voorzienigheid. Er was reeds een grote dialyseafdeling in het ziekenhuis. Wanneer nieuwe patiënten werden opgestart of wanneer er terugkerende problemen waren bij een patiënt van onder meer hoog kalium, hoog fosfor, hoge interdialytische gewichtstoename… werd opgebeld met de vraag of een diëtiste kon langskomen. Deze aanvragen gebeurden steeds vaker en het werd moeilijk voor mijn collega’s en mezelf om dat tussen ons ander werk op te nemen. Het dieetboek was erg verouderd. Het was niet fijn ermee te werken omdat er teveel moest aangepast worden. Ik ben toen aan dr. Janssens gaan vragen of ik een nieuwe versie van het diaysedieet mocht schrijven. Ik kreeg fiat om dat in mijn vrije tijd te doen. Wat later dacht ik “ik zou zeer graag met dialysepatiënten werken, als ik

17


PATIËNTEN GETUIGENISSEN EN HERINNERINGEN Nierlijden laat zich niet beïnvloeden door rang of stand. Gelukkig zijn er minder jongeren dan ouderen, maar verder zijn er patiënten in alle maten en gewichten, in alle geloofsovertuigingen, in alle politieke strekkingen, in alle lagen van de bevolking: student, professor, veehandelaar, slager, boer, bakker, huisvrouw, kuisvrouw, zaakvoerder, journalist, drukker, arbeider, cafébaas, wielerkampioen, priester, schilder, politicus, leerkracht, ambtenaar, boekhouder, kleermaker, striptekenaar, … Met heel veel mensen werd er overlegd over koken, tuinieren, lezen, kluswerk, beste winkels, naaien, … Over alles was en is er wel een expert te vinden. ENKELE GETUIGENISSEN VAN PATIËNTEN Rudy Verhue

Het begon op 10 augustus 2005, de nierdialyse. Echt bang was ik niet, want meer dan de helft van mijn familie had of heeft hetzelfde meegemaakt. Sommige zijn gestorven en anderen zijn getransplanteerd. Mijn oom Maurice heeft er zelfs meer dan 25 jaar aangelegen. Dankzij hem heb ik de kracht gevonden om vol te houden. Op de dialyse zelf is het niet altijd kommer en kwel. Zeer goede dokters en zeer hulpvaardige verplegers. We mogen ook de vrijwilligers (koffiedames) niet vergeten.

18

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

Ik lig nu al 16 jaar aan de dialyse en heb er nog geen spijt van dat ik niet getransplanteerd ben. Verder ben ik tevreden met alles dat rond mij gebeurt, alleen moet er soms lang gewacht worden op het vervoer om ’s middags naar huis te gaan. Ik dank jullie voor alle hulp en goede zorgen die je ons geeft, dankzij de nierdialyse hebben we nog een redelijk bestaan. Hartelijk proficiat met uw 50ste verjaardag.

Hendrik Demeyer

Na arbeidsgeneeskundig onderzoek in 1989 werd ik doorverwezen naar dr. Janssens wegens hoge bloeddruk. In 2002 werd er chronische nierinsufficiëntie vastgesteld. In 2005 was dialyse nodig. Peritoneaal dialyse was voor mij de ideale oplossing. Ik kon blijven werken. Wanneer ik bij mijn wachtdienst ’s nachts opgeroepen werd kon ik mij van het toestel afkoppelen. Bij alarm zette Caroline het toestel uit zodat ik nog 2 uur had om terug aan te leggen. Op 07.05.2010 kwamen er echter problemen en werd tijdelijk gestart met hemodialyse. Dit was voor mij toch een dipje daar ik mij bij PD zeer goed voelde. Ik had bijzonder veel schrik voor de hemodialyse maar werd zeer goed bijgestaan. Op 05.07.2010 kon ik terug naar PD. Ik heb de grootste moeite ondernomen om dit te doen slagen


Tekening van het Verstripperke - Dominique Dewulf https://dominiquedewulf.webnode.be

uiteraard samen met dokters en verpleegkundigen maar op 11.08.2010 is PD gefaald. Vanaf nu was ik afhankelijk van hemodialyse. Een fistel op mijn linker pols was niet zo doeltreffend en werd verplaatst naar mijn linker elleboog. Tot september 2016 kon ik zelf met de wagen de verplaatsing maken, nu word ik 3 maal per week afgehaald door een ambulance. Het waren 16 jaar met vallen en opstaan en de nodige structuur in ons leven, maar ik leef, heb nog plezier in het leven. Ik tracht er ook van te genieten, soms met kleine dingen. Ik word bijzonder goed verzorgd en bijgestaan in kliniek van dokters en verpleegkundigen en thuis van mijn partner, familie en vrienden waarvoor ik dank u zeg. Marc Libeert

Het doet me plezier dat me gevraagd werd om een getuigenis te schrijven als partner van een nierpatiënt, eerst 8 jaar dialyse en daarna 8 jaar getransplanteerd. Want als partner ben je in feite een beetje mee ziek, ook al heb je die vreselijke ziekte zelf niet. Alle aandacht gaat naar de patiënt en heel uitzonderlijk vroeg iemand hoe het met mij was. Veel van de beperkingen die gepaard gaan met de ziekte onderga je als partner mee. Ik herinner me nog dat Maureen veel sliep, heel veel sliep. De actieve uren per dag waren voor haar beperkt en onvoorspelbaar. De beperkingen van wat je samen nog kan doen zijn soms zwaar. Veel dingen vallen weg of worden moeilijk, van de ene dag op de andere bij opstart van de dialyse, zoals reizen, restaurant bezoeken, feestjes. Fysieke inspanningen gaan sterk achteruit zoals wandelen en fietsen, enz. Veel uitnodigingen moeten afzeggen, soms op het laatste moment omdat de energie er toch niet was, ook al had Maureen energie opgespaard voor die bijzondere gelegenheid. Ik stelde me steeds de vraag: blijf ik mee thuis of ga ik alleen. Dat zijn pijnlijke overwegingen waarbij het antwoord meestal is mee thuis blijven om je partner te steunen en niet alleen te laten. Soms zag ik haar in overlevingsmodus gaan en zich afsluiten van de buitenwereld. Als partner voelde ik me vaak alleen en van elk momentje dat we samen dingen konden doen kon ik dubbel genieten.

50 JAAR DIALYSE: EEN SCHATKAMER AAN ANEKDOTES EN HERINNERINGEN

Tijdens de dialyse leren de patiënten elkaar en het personeel goed kennen. Het begint eigenlijk al voor de dialyse, tijdens de rit met taxi of ambulance. Sommige patiënten rijden zelf, zoals Eyombi. Zijn auto stond slecht geparkeerd op de parking bij spoedopname. Een leverancier kon niet passeren. Men herkende de auto (stond daar 3 x per week). Een verpleegkundige kreeg de sleutels en moest de auto verplaatsen. Bij aankomst wachten in de wachtzaal tot men kan binnenkomen in de dialysezaal. Freddy belde met zijn GSM van het einde van de gang (wachtstoeltjes) naar de vaste telefoon bij het bureel om te vragen of de toestellen nog niet klaar waren. De uren van de dialyse probeert men sneller te laten verlopen door zich bezig te houden. In de beginjaren schoven de patiënten hun bed dichter bij elkaar om tijdens de dialyse te kaarten. Richard kon de kaarten van zijn tegenstander zien in een spiegel. Toen André dat besefte was het tijdelijk gedaan met de vriendschap. Kaarten gebeurt nog vaak, maar nu is het patience op tablet of laptop. Lucien zorgde als groot muziekliefhebber voor ambiance. Hij had altijd zijn mondharmonica of zijn tafelorgeltje mee. Eénmaal had hij zelfs een televisieploeg mee: met zijn grote collectie films en muziek werd hij op TV geportretteerd in ‘Afrit 9’. Weinig hobby’s zijn geschikt om tijdens dialyse te doen: breien, haken, kruiswoordraadsels. Naast Tv-kijken en slapen wordt er vooral gepraat. Het weer, het nieuws van de afgelopen dagen, sportuitslagen, grappen, maar ook het wel en wee van de familie komt aan bod. Zo was er een felle discussie over een ethisch probleem: Denise en Julia hadden allebei een erfelijke nierziekte. De dochter van één vrouw heeft doelbewust beslist om geen kinderen te krijgen om de ziekte niet door te geven. De zoon van de andere vrouw gaat trouwen, maar de toekomstige schoondochter ‘moet niet weten’ dat er een erfelijke ziekte in de familie is. “Tegen dat ’t zover is dat hij of de kinders 19


dialyse nodig hebben, is er wel iets op gevonden”. Het gebeurde geregeld dat patiënten aan hun omgeving, zelfs aan dichte familie, verzwegen dat ze naar de dialyse kwamen. Niet alle problemen worden in groep besproken. Jeannette vroeg raad over de seksuele relatie met haar echtgenoot, niet evident voor jonge, single verpleegster. Sophie had liefdesverdriet nadat haar vriendje het uitmaakte. Ze was pas aan de dialyse en vreesde dat ze nooit een nieuwe vriend zou krijgen. Carine was opgegroeid in een moeilijke thuissituatie. Haar vader had haar als tiener verwittigd dat ze moest opletten voor accidentjes. Ze was trots dat ze pas op haar 18e verjaardag moest vertellen dat ze zwanger was. Later volgden nog kinderen. Wanneer ze geen opvang had bracht ze de jongste mee naar de dialyse. Hugo was vader van een kroostrijk gezin. Bij melding van de zoveelste zwangerschap reageerde dr. Bosteels “ ’t moet zijn dat wij hier goed dialyseren”. Jaarlijks komt de Kerstman op bezoek, op uitnodiging van VNK. Vroeger speelde Freddy Sinterklaas voor de medepatiënten. De volgende dialyse vertelde zijn buurvrouw erover. Ze vond het zo jammer voor Freddy dat hij de Sint had gemist doordat hij juist toen vroeger weg moest. De paasweek heeft ook speciale herinneringen. Om 15 u. op Goede Vrijdag stond John recht op zijn bed en kraaide 3 keer. De dinsdag na Pasen was Maurice moeilijk aanspreekbaar. Paasmaandag werd altijd ten volle gevierd in ’t Papenstraatje van Kortrijk …

20

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

Priester Gerard kon relativeren: ‘een hoofdzonde dagelijks uitgevoerd is een dagelijkse zonde’. Meer levenswijsheid van Roger: “Wacht niet tot je op pensioen gaat om te genieten van het leven. Ik ging dat doen, maar de week voor mijn pensioen moest ik starten met dialyse.” Praktische tips zijn er over alles. André kuiste zijn rolluiken 1 keer per jaar grondig: alle latjes werden losgemaakt. Met verjaardagen, huwelijksjubilea, feestdagen wordt er getrakteerd met pralines, koekjes, champagne, taart maar bijna iedereen heeft een persoonlijke versnapering mee. Georgette had iedere dialyse 3 Bifi worstjes mee. John werd tijdens een dialyse verwarder. Eerst was de oorzaak onduidelijk, na een tijdje werden lege bierflesjes gevonden. Laura wilde niet naar dialyse komen, en nog minder blijven tot het einde van de sessie. Ze kreeg een uitzonderlijke regeling van de artsen: bij 50 liter behandeld bloed mocht ze afgesloten worden. Dit zijn maar enkele herinneringen van de vele mensen die in onze gedachten en in ons hart blijven. n

Krantenartikel uit 2014: Martha Geerinck


VRIENDENKRING NIERPATIËNTEN KORTRIJK VZW 2004: Twee patiënten denken na over het oprichten van een patiëntenvereniging. Ze bespreken de mogelijkheid met artsen en directie. Op 23 oktober 2005, tijdens de opendeurdag van de dialyseafdeling stellen Renaat Courtens en Ludger Vandewalle hun idee voor aan de aanwezigen. Enkele weken later wordt VNK gesticht met voorzitter Renaat Courtens, schatbewaarder Ludger Vandewalle en secretaris Maureen Lievyns. VNK is een vereniging voor en door patiënten, die op eigen benen moet kunnen staan maar die veel steun krijgt van de afdeling nefrologie en van het ziekenhuis. De eerste bijeenkomst gaat door op 20 november 2005. Naast tijd voor een gezellige babbel is er een informatief gedeelte: uitleg over ‘het belang van het dieet’. In december 2005 verschijnt de eerste nieuwsbrief van VNK. Op dat ogenblik zijn er 26 betalende leden. Eind 2006 heeft VNK 47 leden. De Nieuwsbrief wordt De Nefrofil, een mooi ledenblad. De belangstelling groeit, de activiteiten zijn een ideale gelegenheid voor patiënten, partners en familieleden om vragen te stellen, ervaringen uit te wisselen maar vooral gezellig samen te zijn. Op 1 april 2021 heeft VNK 192 leden. VNK is letterlijk en figuurlijk een vriendenkring. De doelstelling is patiënten met nierfalen en hun naaste omgeving begeleiden bij het verwerken van het ziekteproces; door informatie en advies inzicht in het ziekteverloop en de behandeling van de aandoening verstrekken; door interactie en communicatie de vriendschapsbanden onder de langdurig zieke nierpatiënten aanhalen en bevorderen. Daartoe zet de VNK jaarlijks een activiteitenplan op. Een paas- en kerst-

VNK: eerste dialysereis, Antalya Turkije, 2010

feest ontbreken niet en de enige echte Kerstman brengt een bezoek aan de afdeling hemodialyse, de verpleegeenheid 14 en het secretariaatspersoneel. In de maand juli van elk werkjaar heeft een familiehappening plaats, waar de genodigden in een amicale familiale sfeer, gekoppeld aan een eenvoudige en goed verzorgde lunch hun wedervaren vertellen, elkaar ontmoeten of weerzien. De jaarlijkse dialysereis naar het buitenland en de halvedaguitstap kennen elk jaar verzekerd succes. Rond de tijd van Allerheiligen worden de families van de in het voorbije jaar overleden patiënten uitgenodigd tot een serene en sfeervolle herdenkingsdienst als bijdrage van de VNK tot verwerking van het rouwproces. Het artsenkorps verleent de VNK steun en medewerking door het geven van een voordracht over een medisch-nefrologisch onderwerp. Het driemaandelijks tijdschrift De Nefrofil, uithangbord van de vriendenkring, doet een poging de vriendschapsbanden onder de leden te onderhouden, info en actualiteit te brengen. Het Sociaal fonds, in de schoot van de VNK opgericht, lenigt financiële noden van patiënten die gebukt gaan onder de zware financiële last dat chronisch nierfalen met zich meebrengt. n www.vnkvzw.be


NEFROLOGIE NOBLESSE OBLIGE Zoals u eerder kon lezen, gebeurde het werk van de nefroloog lange tijd vrij afgescheiden van de rest van het ziekenhuis. De tijd en aandacht van de artsen en verpleegkundigen werd grotendeels opgeslorpt door het in goede banen leiden van de zware en risicovolle dialysesessies. Pottenkijkers werden enkel bij absolute noodzaak toegelaten in de geheime dialysekelder. Wanneer de nefrologen toch in contact kwamen met collega’s werden die getrakteerd op gesprekken gelardeerd met vreemde termen als creatinineklaring, tubuloglomerulaire feedback en membranoproliferatieve glomerulonefritis. De combinatie van die abstracte begrippen en het mysterie rond dialyse leidde ertoe dat -net als in vele andere ziekenhuizen- de Kortrijkse nefrologen al snel de reputatie kregen de grootste intellectuelen onder de dokters te zijn. Het feit dat dokter Janssens, dr. Doubel en dr. Bosteels jarenlang samen bedachtzaam converserend door de gangen van de Loofstraat schreden versterkte dat beeld alleen maar. Niet voor niets werden ze samen ‘De heilige Drievuldigheid’ genoemd. Of die reputatie anno 2021 in een ziekenhuis vol briljante collega’s nog terecht is valt te bediscussiëren, maar we doen ons best om dit imago toch enigszins in stand te houden. Dokter Schockaert is organisator van de wetenschappelijke vergaderingen in het ziekenhuis, dokter Doubel is stagemeester voor de artsen inwendige ziekten in opleiding en de dienst organiseert maandelijks een multidisciplinaire krans systeemziekten om de moeilijkste gevallen te bespreken met geïnteresseerde collega’s van andere disciplines zoals dermatologie, reumatologie, longziekten en klinische biologie. Noblesse oblige dus, en dat uit zich ook op andere vlakken. Er werd immers aangetoond dat patiënten die te laat bij de nefroloog terecht kwamen een veel slechtere overleving aan dialyse hebben dan patiënten die reeds ruim voor de start van dialyse werden opgevolgd. Bovendien blijkt dialyse slechts het tipje van de ijsberg te zijn van de nierproblemen in de bevolking. Een groot deel van de bevolking heeft nierlijden zonder dit goed en wel te 22

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

beseffen. Nierlijden geeft immers weinig klachten, maar blijkt een silent killer te zijn die de levensverwachting even sterk vermindert als pakweg diabetes. Op 30 patiënten met verminderde nierfunctie zullen er 29 overlijden vòòr ze in dialyse terechtkomen. De nefroloog kan zich dus niet langer beperken tot het louter behandelen van patiënten op dialyse en transplantatie, zoals in de jaren ‘70 en ‘80 wel eens het geval was. De aandacht verschuift meer en meer naar de zorg voor de nierpatiënt vòòr hij in dialyse belandt, met als ultieme doel ervoor te zorgen dat het niet of zo laat mogelijk tot dialyse komt. Om dit te realiseren zijn we uitgegroeid tot een open en toegankelijke dienst, die probeert om vroegtijdig in het ziekteverloop in te grijpen en daarvoor intensief samenwerkt met de huisartsen en met collega’s van andere disciplines. Ook wetenschappelijk onderzoek neemt een steeds belangrijkere plaats in in onze werking. Dialyse en transplantatie nemen immers een aanzienlijke hap uit het budget van de gezondheidszorg, en het is de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de nefrologen om dit budget dankzij optimale en vroegtijdige zorg te helpen onder controle houden. Noblesse oblige, weetjewel… n

dr. Gert Meeus, dr. Olivier Schockaert, dr. Louis Janssens, dr. Peter Doubel, dr. Marc Decupere, dr. Liesbeth Viaene, 2015


NIERFUNCTIEVERVANGENDE THERAPIE IN DE TOEKOMST Zonder overdrijven mag dialyse worden beschouwd als een van de grootste triomfen van de geneeskunde in de twintigste eeuw, en de eerste 30 jaar na het ontstaan zijn er grote stappen vooruitgezet in de behandeling. Het ‘geknutsel in de kelder’, zoals dialyse soms smalend genoemd werd door andere artsen in de jaren ‘60 en ‘70 is uitgegroeid tot een volwassen en veilige techniek die niet meer weg te denken is uit de hedendaagse gezondheidszorg. Doordat de technische expertise en organisatie van de dialyse inmiddels zeer goed op punt staat zou het bedrieglijke beeld kunnen ontstaan dat het doel bereikt is. Niets is echter minder waar. De jaren 1990 mogen door de technologische innovatie, de ontdekking van EPO en de expansie van dialyse als de gouden jaren van de nefrologie worden beschouwd. Er heerste aan de vooravond van het jaar 2000 een algemeen optimisme dat er via innovatie verder flinke vooruitgang zou worden geboekt. In navolging van de successen in andere disciplines zoals cardiologie werden, met de steun van de farmaceutische industrie, grootschalige studies opgestart om te bewijzen dat nieuwe behandelingsmethodes de vooruitzichten voor de dialysepatiënt verder zouden verbeteren. Wat volgde was een grote ontnuchtering. Studies met nieuwe dialysetechnieken, nieuwe fosforbinders, cholesterolverlagers en zelfs EPO faalden één voor één in hun opzet en konden geen ondubbelzinnig voordeel aantonen. Door een opeenvolging van teleurstellende resultaten daalde het enthousiasme om nieuwe onderzoeken te doen tot onder het vriespunt. Aldus dateert de laatste grote doorbraak in de behandeling van dialysepatiënten van meer dan dertig jaar geleden. Intussen blijft de maatschappelijke kost van dialyse immens hoog. Hoewel in ons land per duizend inwoners minder dan één persoon dialyse nodig heeft, gaat van elke 60 euro die de overheid uitgeeft aan gezondheidszorg 1 euro naar de financiering van dialyse. Hierdoor ligt de dialyse

continu onder druk wanneer er besparingen nodig zijn in de gezondheidszorg. Het schrikbeeld, waarbij een strenge selectie moet gebeuren van patiënten die recht hebben op dialyse komt opnieuw dichterbij. Dialyse blijft ook een therapie met zeer zware impact op de levenskwaliteit van de patiënt en zijn omgeving. Drie maal per week naar dialyse komen is immers niet alleen lichamelijk belastend, maar belemmert ook de bewegingsvrijheid en heeft een negatieve invloed op het sociaal leven, ook in niet-coronatijden. De gezondheidsrisico’s van dialysepatiënten zijn ook nog altijd (te) hoog. Een 75-jarige heeft in België gemiddeld een betere levensverwachting dan een 20-jarige dialysepatiënt en het gemiddeld sterftecijfer aan dialyse is even hoog als het sterftecijfer van patiënten met een uitgezaaide darmkanker. Jammer genoeg moet vastgesteld worden dat die slechte cijfers de laatste 20 jaar amper zijn verbeterd. Nefrologie en dialyse zijn niet langer de innovatieve pionierdiscipline die ze tot de jaren ‘90 waren: het lijkt erop dat we in een toestand van vastgeroeste status quo zijn terechtgekomen. We hebben weliswaar veiligere procedures, meer performante dialysetoestellen en mooiere dialysezalen, maar verder wordt er maar weinig vooruitgang meer ge-

23


boekt. Dit ontlokte een spreker op het congres van de American Society of Nephrology van 2019 de lichtjes wanhopige uitspraak dat de grootste verbetering voor de dialysepatiënt in de laatste 20 jaar de invoering van de flatscreen TV is geweest. De prachtige nieuwe dialyse-afdeling waar we zo trots op zijn kan inderdaad niet verdoezelen dat er aan de dialysebehandeling zelf, met zijn ietwat logge bedside apparatuur en gemeenschappelijke beddenzalen onvermijdelijk een twintigste-eeuws sfeertje is blijven kleven. Dit is een bijzondere pijnlijke vaststelling, zeker omdat in de afgelopen jaren op tal van andere gebieden wél grote medische doorbraken zijn gerealiseerd. Dialyse is een levensverlengende techniek, maar het blijft een onvolmaakte oplossing voor het probleem van nierfalen met erg veel nadelen voor de betrokken patiënten. Het feit dat de behandeling nu geïnstitutionaliseerd is en in een mooie setting plaatsvindt mag ons niet afleiden van het uiteindelijke doel: dat dialyse op termijn overbodig wordt. Van die wensdroom zijn we anno 2021 nog erg ver verwijderd. Transplantatie is enkel voor de iets jongeren een optie en die vormen anno 2020 een minderheid van de patiënten. Afgaande op de stagnatie van de laatste 20 jaar is het op dit moment helemaal niet onrealistisch te denken dat er in 2071 een Nefrofil zal verschijnen om het honderdjarig bestaan van de dialyse te vieren en dat is best wel een onthutsende gedachte. Om dit scenario te vermijden zal het comfort van de status quo moeten doorbroken worden. Het goede nieuws is dat er recent opnieuw interessante ontwikkelingen zijn die ons toelaten om op een meer optimistische manier naar de toekomst te kijken. In vergelijking met andere onderzoeksdomeinen zoals HIV en kanker ging traditioneel erg weinig geld naar het onderzoek naar nierziekten. De ontwikkeling van dialyse zelf is er volledig gekomen door het werk van een aantal koppige onderzoekers, die geen overheidssteun kregen

en vaak zelfs actief werden tegengewerkt door het establishment dat de medische richtlijnen uitvaardigde. De laatste paar jaar lijkt hier gelukkig eindelijk verandering in te komen. In de Verenigde Staten tekende de toenmalige Amerikaanse president Donald Trump in juli 2019 een presidentieel besluit met als doel om het onderzoek naar nieuwe behandelingen voor nierpatiënten te stimuleren. In samenspraak met de American Society of Nephrology worden miljarden dollars gespendeerd aan het ‘Kidney X’ programma, dat de ontwikkeling van geneesmiddelen voor nierproblemen en van nieuwe behandelingsmethoden zoals draagbare en implanteerbare kunstnieren wil ondersteunen. Nu zijn verhalen over mirakeloplossingen met een hoog deus-ex-machina gehalte zo oud als de dialyse zelf: orgaantransplantatie met nieren van varkens, draagbare kunstnieren (die bij nader inzien 35 kilogram blijken te wegen), het kweken van bionische nieren in incubatoren enzovoort worden al sedert de jaren ‘90 met veel bombarie aangekondigd. Tot nu toe zijn het stuk voor stuk luchtkastelen gebleken. Momenteel hebben deze oplossingen dus nog een hoog science-fictiongehalte, maar de hoop leeft toch dat Kidney X en andere initiatieven (onder meer in Nederland) een medische doorbraak dichterbij kunnen brengen. Hoe dan ook zal het nog een hele tijd duren voor deze nieuwe technologieën hun weg vinden naar de dagelijkse klinische praktijk.


Dialyse verbeteren en vergemakkelijken is één ding, maar het ultieme doel van de nefrologie is zoals gezegd om ervoor te zorgen dat de patiënt met nierproblemen nooit dialyse nodig heeft. Preventie van het ontstaan van nierfalen is daarom enorm belangrijk en zal in de toekomst nog belangrijker worden. Het goede nieuws is dat we hier veel dichter bij een grote doorbraak staan dan op het gebied van bionische of implanteerbare nieren. Zo werd enkele jaren geleden een nieuwe categorie geneesmiddelen geïntroduceerd voor patiënten met diabetes. Deze medicatie zorgt ervoor dat de nieren het gefilterde glucose niet volledig kunnen recupereren. Dit lukt enkel bij mensen met normale nierwerking en de middelen leken daarom niet geschikt voor mensen met nierproblemen. De verrassing was dan ook groot toen uit een grote studie bleek dat deze medicatie een krachtige nierbeschermende werking bleek te hebben. Twee latere studies bewezen dat dit resultaat geen toevalstreffer was. Volgens sommige berekeningen kunnen deze middelen, wanneer tijdig gestart, het tijdstip waarop dialyse nodig is tot 15 jaar uitstellen. Het valt af te wachten of deze resultaten worden bevestigd, maar de hoop dat we na 25 jaar stilstand eindelijk een nieuw krachtig wapen hebben in de strijd tegen nierfalen is alleszins flink opgelaaid. Willem Kolff, de man die de eerste succesvolle dialyse uitvoerde heeft zelf nog meegemaakt hoe zijn eenzaam experiment leidde tot een succesvolle behandelingsstrategie die in 2021 wereldwijd meer dan 5 miljoen mensen in leven houdt. Met de aankondiging van het project Kidney X en het nieuwe tijdperk van krachtige nierbeschermende medicatie is het een prikkelende vraag of de huidige generatie nefrologen en dialyseverpleegkundigen ooit de dag zullen meemaken dat dialysebehandeling overbodig is geworden.

Als dat lukt, zal het niet gebeuren dank zij een magische silver bullet die in onze schoot komt te vallen. Enkel doorgedreven onderzoek en drang naar innovatie kunnen op termijn leiden tot het vinden van een oplossing. De weg naar die oplossing zal met horten en stoten verlopen, en mislukkingen onderweg staan in de sterren geschreven. De nefrologische gemeenschap kan hopelijk inspiratie putten uit de koppige en ondernemende spirit van de eerste nefrologen, die zich door dergelijke mislukkingen niet lieten ontmoedigen en zo toch het onmogelijk gewaande hebben gerealiseerd met veel beperktere middelen dan degene die we nu ter beschikking hebben. Zal het lukken om ter gelegenheid van het 100-jarig jubileum van het pionierswerk van dr. Bosteels in 2071 te kunnen melden dat dialyse dank zij de medische vooruitgang overbodig is geworden? Zoals een oud Deens spreekwoord zegt: ‘Voorspellingen zijn lastig, vooral dan die over de toekomst’. Maar het is hoopgevend te zien dat de wetenschap een nieuw elan heeft gevonden om deze nu nog verre droom in de komende 50 jaar waar te maken. n


TIJDLIJN

Nierdialyse in kortrijk

1

1980

2

3

1970

1980

1 mei 1971: opening dialyseafdeling Kortrijk – afdeling in de kelder. 5 mei 1971: eerste dialyse in Kortrijk

mei 1980: verhuis naar 2e verdieping, zaal 1 (8 bedden) en zaal 2 (8 bedden en 4 zetels)

4

1990

1

Dialysezaal in kelder – 1971 tot 1980

26

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

5

2

Dialysezaal 2 – 1980 tot 2006


2000

7

2010

8 10

6

9

2020

11 12 13

1999

6 juli 1999: opening Low Care (8 zetels) + consultatieruimte.

2002

2005

1 januari 2002: opening Mid Care (8 bedden) 6 januari 2003: start peritoneaal dialyse

September 2005: opening Mid Care 2 (2 bedden, 3 zetels en isolatiebox met 2 bedden)

14

2006

2016

verhuis High Care naar

November 2016: verhuis naar campus kennedylaan: 6 zalen met 8 bedden, Low Care met 10 zetels. 2020: start thuishemodialyse

eerste verdieping nieuwbouw: High Care zaal 1 (15 bedden), High Care zaal 2 (14 bedden)

3

Dialysezaal 1 – 1980 tot 2006

2021

halve eeuw dialyse in Kortrijk

4

Dialysezaal 2 – zetels - 1980 tot 1999

27


5

Dialysezaal 2 – 1980 tot 2006

6

Low Care – 1999 tot 2013

7

Inkom secretariaat 1999 tot 2013

9

8

Mid Care 1 in 2006

28

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

Mid Care 2 – 2005 tot 2016


10

High Care zaal 1 in 2006

11

High Care zaal 2 in 2016

12

Zaal 1 in Kennedylaan bij verhuis

13

Secretaresse Ann

14

Low Care in Kennedylaan in 2021

29


THE FOUNDING FATHERS VAN NEFROLOGIE IN KORTRIJK

UIT DE AFSCHEIDSSPEECH VAN DR. BOSTEELS Mijn eerste contacten met Kortrijk dateren van begin 1971. Na lang rijden belandde ik in een drukke stad, wat echter Harelbeke bleek te zijn. Een 10-tal minuten later was ik uiteindelijk ter bestemming in de voltallige vergadering van de Beheerraad.

Na enkele kunstnieren te hebben bezocht in het Waalse land met de Heer Derudder en Stefaan Lernout hebben we op 1 mei 1971 de Kunstnier opgestart met 1 patiënt, 1 geneesheer en 2 verpleegkundigen. De afdeling was uitgerust met 8 bedden, wat met toen een dialyseduur van 2 x 8 uur per week, theoretisch een capaciteit van 3 x 8 of 24 patiënten inhield. Een eerste uitbreiding volgde alras: eind 1972 werd een daartoe nieuw gebouwde ruimte in gebruik genomen met 10 bedden aangevuld met een consultatiecomplex bestaande uit bureel en wachtzaal. Doch ook deze locatie volstond slechts tijdelijk zodat begin ‘75, 2 jaar later dus, de oorspronkelijke ruimte terug mee in gebruik werd genomen, wat het beddenbestand opdreef tot 16. Mei 1980, nogmaals 5 jaar later, werd gans de Kunstnier verhuisd naar een gloednieuw gebouw met zicht op de tuin. Het was een hele verademing: voor het eerst sinds 9 jaar kregen we opnieuw daglicht te zien. De afdeling werd uitgerust met een computergestuurde centrale aanmaak van dialysaat, wat de veiligheid van de patiënt en het comfort van de verpleegster ten goede kwam; de dienst was ondertussen uitgegroeid tot 20 dialyseposten. Eind 1980, na een solovlucht van bijna 10 jaar, en na een nauwkeurige selectie tussen een 10-tal collega’s die mij de afgelopen jaren tijdens al te kortstondige vakantieperioden hadden vervangen, kwam dr. Janssens bij. Progressief werd

30

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK


het twee shiften systeem ingevoerd, aanvankelijk in 1 zaal (7/83) later in 2 zalen (3/85) en uiteindelijk in beide zalen en op alle dagen (9/85). Op 06.07.99 werd de Low Care en bijhorend consultatiecomplex geopend, ter welke gelegenheid computers op de afdeling werden geïntroduceerd. Komst van dr. Doubel op 01.01.2000, een flinke aanwinst Opening van Mid Care-afdeling, 01.12.02 Start peritoneaal dialyse 06.01.03 Zo ziet de Kunstnier er momenteel uit als volgt: een High Care met 2 zalen met respectievelijk 8 en 10 bedden, een Low Care met 8 zetels, een Mid Care met 8 dialyseposten, een afzonderingskamer met 1 bed, wat dus het totaal brengt op 35 dialyseposten en 105 dialysepatiënten. Afgestudeerd in 1963 hebben we recent ons lustrum van 40 jaar geneeskunde gevierd. 40 jaar arts ten dienste van de patiënt op zich is dat een heuse prestatie; 40 is bovendien een bijzonder getal, in de eerste plaats een bijbels getal met de zondvloed waarbij het 40 dagen en nachten heeft geregend en de vastentijd van de Heer die eveneens 40 dagen en nachten heeft geduurd. Ook in de profane wereld is 40 doorgedrongen als een speciaal getal, waarbij in het Middelnederlands quarantaine een wapenstilstand van 40 dagen betekent, later de tijdsduur van het vasthouden van schepen uit het oosten bij hun aankomst in Italiaanse havens en ondertussen het aantal dagen dat dieren worden vastgehouden die Engeland binnenkomen. Telkens staat die 40 symbool voor afsluiting van een periode doch ook voor het begin van iets nieuws, in casu de pensioengerechtigde leeftijd; tijd dus voor bezinning. Ik heb al die tijd mijn job met veel plezier gedaan en dit in nauw contact met alle collega’s.

Last but not least wil ik afscheid nemen van mijn nauwe medewerkers van iedere dag, van dr. Janssens, een loyaal medestander sinds bijna 24 jaar, aan wie ik met veel genoegen het roer heb overgegeven, dr. Doubel zoals ik reeds eerder zei een flinke kracht en dr. Meeus die sinds augustus de nefrologische rangen is komen vervoegen, van de dames van het secretariaat die met grote competentie en liefdevolle inzet zich van hun taak kwijten en de patiënten en ook mij flink hebben verwend, van mijn vriendelijke verpleegsters en verplegers die mij dikwijls hebben ontroerd met hun tactvolle aanpak van een hulpeloze of bedroefde patiënt, van mijn toffe techniekers, de Peters (Peter Vanneste en Peter Stockman) en Frank Deconinck die we niet in dubbel hebben omdat hij gewoon uniek is, van gans de equipe van 3C waar inmiddels de nefropatiënten worden gekoesterd, van het labopersoneel dat mij op de middag van mijn laatste werkdag zeer talrijk stond op te wachten en van Ann Vankeirsbilck, onze schitterende sociaal assistente. Doch het getal 40 staat eveneens symbool voor een nieuw begin; de antieken spreken van senectus, de eigenlijke ouderdom. Momenteel is men iets milder in de formulering en spreekt men van “derde leeftijd” soms gevolgd door een “vierde”. Wat het verder worden zal weet ik nog niet. Tot rust komen na 40 jaar noeste arbeid leek mij de eerste opdracht. Doch mijn dochter Dominique is op 31 augustus bevallen van een flinke tweede zoon; Pieter-Jan noemt die man. Hij stelt het goed. Een nieuwe wereld van fopspeen, papflessen, hypo-allergische antiregurgitatievoeding, luiers, hongergehuil en postprandiale krampen is voor mij opengegaan. En later? Zal nog moeten blijken. Veel problemen verwacht ik niet; echte hobby’s heb ik er niet kunnen op na houden, wel veel dingen die ik al die tijd niet heb kunnen doen, of om het in AZ Groeninge termen uit te drukken “het wordt een nieuwe uitdaging” dus. Als nabeschouwing nog een wijze raad? Neen. Een wenk? Niet echt. Een wens? Ook niet of toch: Ik hoop dat door schaalvergroting de geneeskunde niet van aangezicht verandert. De evolutie van de geneeskunde zoals ik die tijdens de afgelopen 40 jaar heb kunnen meemaken is gewoonweg revolutionair, doch de patiënt in die jaren is dezelfde gebleven: geïmpressioneerd door inmiddels zo veel technologisch kunnen, angstig voor de uiteindelijk diagnose en nog steeds ontzettend hulpeloos. De grote uitdaging voor de gezagvoerders moet blijven dat de geneesheer zijn taak in alle sereniteit en liefst in comfortabele en rustige omstandigheden kan blijven vervullen, zodat de relatie arts-patiënten primordiaal en intact blijft. En volledig als einde wens ik ieder van u persoonlijk te danken voor uw aanwezigheid. Het ga je allen goed en misschien tot later? Dr. Vincent Bosteels – 2003 n

The founding fathers van nefrologie in Kortrijk, dr. Louis Janssens en dr. Vincent Bosteels, 2015

31


IN MEMORIAM

DR. VINCENT BOSTEELS

Vincent Bosteels werd op 14 mei 1938 geboren in Veerle in de Antwerpse Kempen. Na zijn middelbare school trok hij naar de universiteit van Namen om geneeskunde studeren, waarna hij na het eerste jaar zijn studie verder zette in Leuven en er afstudeerde in 1963. Tijdens zijn opleiding tot internist groeide zijn interesse voor nefrologie, een toen nog prille discipline die op het punt stond om een revolutionaire doorbraak te forceren voor patiënten met nierfalen: de ontwikkeling van chronische hemodialyse. Na het voltooien van zijn opleiding op de dienst van professor Paul Michielsen in UZ Leuven ging hij in 1971 als eerste nefroloog van de provincie aan de slag in Kliniek Maria’s Voorzienigheid in Kortrijk. Onder zijn leiderschap werd op 1 mei 1971 de allereerste dialyse-afdeling in West-Vlaanderen geopend. Hij mag daarom met recht en reden één van de Vlaamse grondleggers van de nefrologie worden genoemd, en het is mede door zijn jarenlange inzet dat dialyse is uitgegroeid van een ambachtelijke en experimentele procedure voor een streng geselecteerde jonge patiëntenpopulatie tot een gestandaardiseerde, veilige en levensreddende behandeling voor meer dan 7000 patiënten in Vlaanderen. Door zijn familie en medewerkers wordt dr. Bosteels gekarakteriseerd als een punctueel, correct en zeer gewetensvol man, die zijn patiënten en medewerkers een warm hart toedroeg en door hen op handen werd gedragen. Hij verstond de kunst om een grote autoriteit uit te stralen zonder dat daarvoor ooit enige stemverheffing noodzakelijk was. Tege-

32

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

lijk was hij door zijn warme en rustige karakter een vertrouwenspersoon voor patiënten én het dialysepersoneel. In de beginjaren van de dialyse begin jaren ‘70 was dialyse een risicovolle en technisch veeleisende procedure, waarbij op elk moment een zware en levensbedreigende complicatie kon optreden. Het is één van zijn grote verdiensten dat hij in deze zeer technische context de diepmenselijke bekommernissen van de patiënten en het enorme belang van een op vertrouwen gebaseerde arts-patiëntrelatie nooit uit het oog is verloren. Dit wordt mooi geïllustreerd door deze passage uit zijn afscheidstoespraak in 2003, die hem als arts en mens typeert en die 17 jaar later nog bijzonder actueel is : ‘Ik hoop dat de schaalvergroting de geneeskunde niet van aangezicht verandert. De evolutie van de geneeskunde zoals ik die tijdens de afgelopen 40 jaar heb kunnen meemaken is gewoonweg revolutionair, maar de patiënt is in die jaren dezelfde gebleven: geïmpressioneerd door inmiddels zoveel technologisch kunnen, angstig voor de uiteindelijke diagnose en nog steeds ontzettend hulpeloos. De grote uitdaging van beleidsmakers moet blijven dat de geneesheer zijn taak in alle sereniteit en liefst in rustige omstandigheden kan uitvoeren, zodat de relatie tussen arts en patiënt primordiaal is en intact blijft’. Dr. Bosteels was gehuwd, had 4 kinderen en 10 kleinkinderen. Hij overleed op 9 januari 2020 in het bijzijn van zijn familie. Ook voor de relatief kleine Vlaamse nefrologische familie is zijn heengaan een groot verlies. n


UIT DE AFSCHEIDSSPEECH VAN DR. JANSSENS In 2003 nam dr. Bosteels afscheid van de dienst en werd als diensthoofd nefrologie opgevolgd door dr. Louis Janssens. Door de combinatie van enorme kennis en ervaring, minzaam vaderlijk gezag en een onnavolgbaar gevoel voor humor was en is hij alom gerespecteerd. Wij kunnen dr. Janssens echter het best typeren door hem zelf aan het woord te laten in zijn legendarische afscheidsrede in november 2015. Es geht alles vorüber, es geht alles vorbei. Nach jeden Dezember folgt wieder ein Mai. (Lale Andersen, 1941-1942) Welcome to the Last Post als sluitstuk van een campagne die eind september begon met het statement: Old soldiers never die, they just fade away. Dank aan de overheid om als prelude op deze viering het straatbeeld van Brussel een extra cachet te geven met een sfeervolle prominente militaire aanwezigheid. De status van Belg wordt door sommigen als beklemmend ervaren; de staat van beleg is van een heel ander niveau. Met wat voorafging zal het u niet verbazen dat ik aanvankelijk de intentie had de wapenrok te omgorden en vanavond in militair uniform te verschijnen. Het werd snel duidelijk dat dit geen haalbare kaart was. Van de beschikbare uitrusting zijn enkel de bottines, overigens in perfecte staat, zo goed als nieuw, nog bruikbaar. De rest van het uniform is blijkbaar in de loop der jaren fameus gekrompen. Laat ons het militaire voor wat het is, en vooral wat het nooit geweest is. Na mijn legerdienst was de tijd aangebroken om eindelijk iets ernstigs, iets nuttigs te doen voor de maatschappij. Maandag 3 november 1980, redelijk vroeg in de morgen. De start van de langste, de belangrijkste en de aangenaamste fase in mijn professioneel leven: tweede nefroloog in Kortrijk, de eerste ontdubbeling van een subdiscipline inwendige ziekten. Met mijn oprechte en blijvende dank aan dokter Bosteels voor zijn correcte visie, heldere inschatting en zijn gedurfde beslissing de juiste associé te nemen op het juiste moment. Een goede keuze als u het mij vraagt. Een kleine parenthesis. Om te beletten dat sommige toehoorders niet kunnen weerstaan aan een compulsief-obsessieve dwang om door voortdurend swipen op iPhone of aanverwante prullaria de correctheid van mijn uitspraken te verifiëren en daardoor de draad van het verhaal te verliezen zal ik zoveel als mogelijk en nuttig de herkomst van gebruikte citaten opbiechten.

Eerste citaat: Het geheim van creativiteit is weten hoe je bronnen te verbergen (Albert Einstein). Ja, bijna alles is relatief. Terug naar Kortrijk. Hier vond ik een perfect geoliede dienst, vriendelijk, warm, empathisch, voorkomend, behulpzaam maar tegelijkertijd daadkrachtig en efficiënt. Dat alles in enkele jaren opgebouwd uit het niets, in ware pioniersstijl, gestoeld op kennis, competentie, daadkracht, continue beschikbaarheid, en – we hoorden het vorige week donderdag – Kempense koppigheid. Dr. Bosteels en ikzelf zijn bijzonder fier op dit epithon ornans. Wat we niet deelden waren de ideeën omtrent de organisatie van het bureaublad als werkplek. Voor een goed begrip: we deelden éénzelfde bureau voor de consultaties. Als ik het bureau betrad had alles keurig voorspelbaar en eeuwig onveranderlijk een vaste plek: van buvard tot asbak. Als ik het bureau verliet was dit niet meer het geval. Mijn devies was: “een bureau zonder complete chaos is een bureau waaraan niet gewerkt wordt”. Ik stel met genoegen vast dat één van mijn latere collegae precies dezelfde mening is toegedaan. Dr. Bosteels vergeleek een associatie met een huwelijk, en een goede associatie met een goed huwelijk. Een beetje bevreemdend, want in mijn opleiding had ik niet anders geleerd dan dat een goed huwelijk niet bestond. Toen ik, in jeugdige overmoed, aan een wijze collega de vraag durfde stellen of nu werkelijk geen enkel man gelukkig getrouwd was antwoordde hij, dit keer bijzonder minzaam. Toch wel, een gelukkig getrouwd man, daar bestaat zelfs een Nederlands woord voor: “weduwnaar”. Aan enige twijfel onderhevig heb ik het huwelijk dan toch maar een decade uitgesteld. De associatie werd een geslaagd huwelijk. If I could see further it is because I stood on the shoulders of giants (Isaac Newton). En dan was er zuster Lieve, Lieveke, een gouden hart en veel gezond verstand. In het klooster gegaan omdat ze daar bier mocht drinken, bij het eten. Zij zorgde ervoor dat het consultatiebureau na mijn vertrek terug in de originele staat werd hersteld. Katholiek maar niet fanatiek. Een uitspraak om haar niet te vergeten: “Ik doe al mijn gebeden ’s morgens, dan ben ik er vanaf. Maar sommige zusters zijn zo verschrikkelijk katholiek”. Na haar heengaan is het met het katholiek geloof snel bergaf gegaan.

33


Nochtans, Blaise Pascal brengt rationele argumenten aan om, als men moet gokken op het al dan niet bestaan van een opperwezen, veilig te spelen en in te zetten op het bestaan ervan. Le Pari de Pascal for dummies. Gokt u ja, dan kan uw winst oneindig zijn (de hemel), uw verlies relatief (u mist enkele aardse geneugten). Gokt u neen, dan kan uw verlies oneindig zijn (de hel), uw winst relatief (losbandigheid). Maar alles kan beter. Er blijft een klein risico: u leeft vroom en ascetisch, en er bestaat geen opperwezen. Geen nood. Katholieken zouden geen katholieken zijn als ze voor dit euvel geen pragmatische oplossing hadden voorzien. Ruim een millennium voor de stichting van de jezuïetenorde (1534) haalde Augustinus van Hippo, heilige en kerkvader, de eerste jezuïetenstreek uit: stel de keuze zolang mogelijk uit. De heilige Augustinus bad: “Heer, geef mij de gave van de kuisheid, maar doe dat niet meteen”. Heilige Augustinus? Het West-Vlaams kan zo verwarrend zijn. God is dood (Nietzsche), maar andere goden, geboden en mythen hebben zijn plaats ingenomen: God de almachtige vader, schepper van hemel en aarde: Elon Musk Dit is mijn gebod: You’ll do it my way (Apple). De goddelijke Drievuldigheid: consument-smartphone-content. Voor alle duidelijkheid: het is de phone die smart is…. Een mirakel: het Tesla businessplan: wagens verkopen dubbel zo duur als de concurrentie, met 4000 dollar verlies per stuk. Wat de taal van Gezelle betreft – een conditio sine qua non voor een geslaagde inburgering - heb ik na al die jaren niet verder gebracht dan een passieve kennis. Zelfs dat vergt veel geduld en leert men met vallen en opstaan. Ik kwam er wel vrij snel achter dat er een groot verschil is tussen een snel meisje en een rap meisje. Toegegeven, vanavond, in dit select gezelschap zijn bij hoge uitzondering beide karakteristieken in éénzelfde fysieke vorm aanwezig. Maar de dagdagelijkse realiteit is anders: kies voor het één of voor het ander. Nochtans, God beloofde Adam en zijn mannelijke nakomelingen snelle en rappe vrouwen in alle uithoeken van de wereld. Toen maakte hij de wereld rond. Het heeft duizenden jaren geduurd, om precies te zijn tot dinsdag 25 augustus 1609 tot Galileo Galilei daarachter kwam. Voor alle duidelijkheid: om te achterhalen dat niet alle Eva’s een godsgeschenk waren was niet veel tijd nodig; daarvoor heeft God het huwelijk uitgevonden. Een intermezzo om de toorn der goden en der vrouwen over mij af te wenden. Humor is gecultiveerde onbeschaamdheid (Aristoteles). De West-Vlaming is kampioen in het understatement. Een patiënt met multiorgaanfalen verblijft twee maanden op intensieve zorgen, wordt vier weken beademend en zes weken gedialyseerd. Wonderwel herstelt hij volledig. Bij de eerste ambulante raadpleging wordt hem gevraagd: “Hoe gaat het?”. Het antwoord zal luiden: “’t’e niet verslecht…”. Ook voor een niet native speaker direct duidelijk. Zoals het antwoord op mijn vraag waaraan de echtgenoot van een patiënte vrij onverwacht overleden was: “Och meniere, em weet het voorzekerst zelve nie”. Een actieve kennis van het West-Vlaams zou ongetwijfeld bijdragen tot een betere communicatie, over consultatie, observatie, operatie en als het slecht afloopt een crematie. Een dergelijke kennis wordt overigens 34

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK


als vanzelfsprekend beschouwd. Toen ik een hoofdverpleegkundige vroeg welke taal een patiënt met een wat exotisch klinkende naam sprak was het antwoord: “hem spreekt dialect lek iedereen”. Slechts één enkele keer heb ik mij aan de actieve praktijk van het West-Vlaams gewaagd. Nooit meer. Een ware catastrofe. Op mijn vraag “hebt u de kozijntjes gehad?” kwam geen antwoord. Na vijf minuten doodse stilte herhaalde de patiënt aarzelend mijn vraag: “de kozijntjes gehad?” met een glazige blik in de ogen, als Roger Vangheluwe op een communiefeest. De geneeskunde anno 1980 was nog geen high Tech gebeuren, maar eerder artisanaal, en daardoor veeleisend: gedrevenheid, improvisatie maar met kennis van zaken, bereidheid tot continu leren, vooral van een toen nog beperkte groep collega’s, innovatie, clinical judgement, the art of medicine, creativiteit.

4.

5.

Creativity is intelligence having fun (Einstein). Ik zou zeggen: creativiteit dat is als uw hersenen beginnen te jeuken. Het waren boeiende tijden. Pro-BNP, troponine-T, PCR, NMR, PET-scan, EPO, hepatitisvaccinatie, RAAS-inhibitoren, statines, gecontroleerde ultrafiltratie, informatica, internet, DECTS, GSM, smartphones, tablets en vooral het CRP en het antidotum (Meronem): al die gadgets die de geneeskunde en het leven anno 2015 tot kinderspel maken zaten nog in de pipeline. Geen guidelines. Geen JCI. Geen wet op euthanasie. Geen wet op de patiëntenrechten. Geen informed consent.

6.

men maanden gezocht naar een lek. Dat bleek te berusten op een ondertussen niet meer gebruikte maar nog actieve modem in het secretariaat nefrologie. 1992 – UPTODATE. Aanvankelijk afgeleverd op diskettes, later op CD, en nog later online. Auteur: Burton David Rose. Had zijn eerste computer pas in 1986. O ironie van de geschiedenis. Toen hij het project voorstelde aan de uitgever van zijn tekstboeken werd hij afgewimpeld met de frase “no one has made any money in computers yet”. 1995 – DELPHI 1. Release op 14 februari. Rapid Application Development, aanvankelijk bedoeld om te converseren met databases. De dominante database omgeving op dat moment was Oracle (Sun), vandaar de naam. Mijn favoriete programmeeromgeving. Al mijn software in de kliniek kwam tot stand via Delphi, weliswaar versie 7. Een troost voor sommigen onder u: Delphi is gebaseerd op een acquisitie van Borland: Object. Pascal, overgekocht van, jawel, Apple. 1995 – WINDOWS 95. Launch event op 24 augustus 1995 in het hoofdkwartier van Microsoft. Bill Gates on stage introduceert de Start Button met op de achtergrond Start me Up van de Rolling Stones, in licentie genomen voor een bedrag van 3 miljoen dollar. Bedoeld om randapparatuur probleemloos te connecteren: plug and play. Lukte niet altijd; het was vaak plug and pray. Voor verbetering vatbaar. Ik heb ontelbare uren van mijn vrije tijd doorgebracht met installatie en herinstallatie van nieuwe Windows versies. 2015 – twenty years ago and still starting up. Maar je kan Microsoft niet beschuldigen van misleidende reclame. In caude venenum. Het ware Microsoft logo zit verborgen in de lyrics van Start me Up: You make a grown man cry.

Een toevallig opgevangen conversatie in de wachtzaal. Een dame die succesvol werd gereanimeerd vertelt: “Ze hebben met mij vanalles uitgehaald, overal geduwd, gestompt en geblazen, en langs alle kanten buizen en naalden gestoken – maar… ik ben toch blij dat ik het laten doen heb”. Geen informed consent maar post hoc content.

Ontbreekt in dit lijstje: Evidence based medecine. Ik was altijd een koele minnaar van evidence based medicine. Ik kon niet altijd beletten dat een wat afwezige blik en een nauwelijks onderdrukte geeuw onthulde dat ik enige sympathie voel voor opponenten die het acroniem EBM lezen als “enormously boring methodology”.

De inhoud en praktijkvoering van de geneeskunde is in de loop der jaren drastisch gewijzigd door talloze veranderingen, en af en toe een verbetering.

Evenmin terug te vinden in het lijstje van gewaardeerde innovaties is het groeiend impact van het management op het medisch gebeuren, het verlies van autonomie. De geneeskunde is niet langer een vrij beroep. Een organisatie die via schreeuwerige screen savers de onderdanen oproept om niet te spreken over “de organisatie” maar wel over “ons ziekenhuis”, wees gerust, dat is een organisatie.

Onder deze verbeteringen zes landmarks zonder dewelke mijn professionele carrière niet dezelfde wegen zou gegaan zijn. 1.

2.

3.

1984: IBM PC AT. AT staat voor advanced technology. Technische specificaties: 16 bit - 6 Mhz – 256 K RAM geheugen – 20 megabyte harde schijf – 1.2 megabyte floppy disk. Operating system: PC DOS versie 3.0. Door PC Magazine, 13 november 1984 geannonceerd als “IBM brings out the big guns”. Ik was een early adopter, ik vermoed de eerste met een personal computer in de Loofstraat. 1985: UREA KINETIC MODELING. Een publicatie die ik tientallen keren heb gelezen: A mechanistic analysis of the National Cooperative Dialysis Study, Frank Gotch en John Sargent, Kidney International. Kt/V minstens even intrigerend en inspirerend als e=mc2. A thing of beauty is a joy forever (John Keats). 1992: INTERNET – THE WORLD WIDE WEB. Access aanvankelijk via een modem geconnecteerd op de vaste telefoonlijn, thuis enkel bruikbaar als ik niet van wacht was, dat was in die dagen één dag op twee. Na de latere introductie van het netwerk in de kliniek heeft

Netwerking is niet mijn meest succesvolle activiteit geweest. Nach Canossa gehen wir nicht, naar Waregem gingen we wel. We verloren de strijd, omdat onze grondoperatie onvoldoende luchtsteun kreeg. Wij hadden nochtans an offer you can’t refuse. Men heeft in Waregem het kind met het badwater weggegooid. Wat brengt de toekomst? IT-technologie: een explosieve groei zonder grenzen. Point of care testing van het allerhoogste niveau laat nu reeds toe het microbiologisch ecosysteem in ons ziekenhuis real-time in kaart te brengen en te monitoren. Het sensing device dat fungeert als front end werd in een visionair pilootproject reeds geïntegreerd in ieder patiëntencontact. Het kreeg de naam iPad. Recent aangevuld door de Apple Watch, officieus geïntroduceerd ter gelegenheid van de zorginspectie maar door de inspecteurs foutief geklasseerd als een uurwerk aan de arm van een arts.

35


Dank zij immer actuele info, geplukt uit de digitale petrischaal, zal de patiënt vandaag reeds behandeld worden volgens game changing standaarden van morgen, toegegeven, niet noodzakelijk volgens de standaarden van overmorgen. Information at your fingertips. Niet uit de mond van Steve Jobs, maar wel de keynote lecture van Bill Gates, Comdex (Computer Dealer’s Exhibition), Las Vegas, 12 november 1990. Met de finale verhuis naar de Kennedylaan bereikt de fusie haar apotheose en komt een eind aan veel patiëntenleed. Busje komt zo, busje komt zo. Architectonisch is het nieuwe ziekenhuis een labyrint. Er zou een stille ruimte zijn, de exacte locatie ervan is mij onbekend. De commissie voor medische ethiek is belast met kritische bezinning over het medisch handelen. Dat vergt van de voorzitter diepgaande reflexies in absolute stilte van de ziel. Dat met stille ruimte het bureau van dr. Doubel werd bedoeld leek mij even de logica zelve. Heel even, net iets langer dan de levensduur van het Higgs-Bosondeeltje: 1.56 x 10 -22 seconde. Observationele studies kunnen deze hypothese niet bevestigen. Het betreft HEM hier dus niet het voornoemde bureau.

Meer lokaal: hertekening van de structuur, functie en financiering van het ziekenhuisgebeuren. Netwerking met inherente moeizaam bevochten hiërarchische posities, monopolies, centraliseren van zeldzame maar interessante pathologie, verplichte doorverwijzingspatronen. Blood, sweat en tears. This is not the end, it is not even the beginning of the end, but it is perhaps the end of the beginning (Winston Churchill, november 1942). Wat met mijn toekomst? Tientallen keren werd mij de laatste weken van mijn carrière de vraag gesteld: zie je het zitten. Er is maar één correct antwoord: zit het er wel? Partir c’est mourir un peu (Edmont Haraucourt). Onvermijdelijk gepaard met een zekere vorm van melancholie. Sommige teksten krijgen plots een heel beklijvende betekenis. Et maintenant (Gilbert Bécaud). Vers quel néant glissera ma vie? Anderzijds een zee van vrije tijd, ongelimiteerde opportuniteiten.

Ik ben mijn collega’s oprecht dankbaar en erkentelijk omdat ze me de gelegenheid gaven mijn professionele carrière precies elf maanden te verlengen in zeer comfortabele omstandigheden. De middagbriefings zal ik missen. Af en toe werd een mening geopperd die niet geheel de mijne was, en dus foutief. Ik kon daar perfect mee leven. Het is een teken van een ontwikkelde geest om met een gedachte te kunnen spelen zonder die te accepteren (Aristoteles). Een andere keer werd iets interessants verteld. Zo hoorde ik op 16 juli, toch al 34 dagen na het assistentenfeest, uit de dark rooms van de diepe hersenhemisferen de verzuchting opborrelen: hoe meer vrouwen hoe meer deugd. In dit select gezelschap past het niet hieraan verdere beschouwingen te wijden. De travel clinic – in statu nascendi. Tot heden heeft de titularis zijn activiteiten in dit kader vooral gecentreerd op travel. Als de berg niet naar Mozes komt zal Mozes naar de berg moeten. In het beleidsplan nefrologie 2016 lees ik dat met mijn afscheid de gemiddelde leeftijd van de artsen-nefrologen daalt van 46 jaar naar 39 jaar. Of eenzelfde neerwaartse trend kan worden opgetekend voor het gemiddelde IQ wordt niet vermeld. Zeer zeker niet. Dank zij de komst van Liesbeth Viaene, MD, PhD. Net op tijd. Als men op zijn dertigste geen substantiële bijdrage heeft geleverd aan de wetenschap zal het er niet meer van komen (Einstein). De toekomst brengt ook veel onzekerheid. Globalisering, niet alleen van financiën en economie maar ook van oorlog en geweld. Vrede, de periode tussen twee oorlogen. Wie wind zaait zal storm oogsten. America, the only country that went from barbarism to decadence without civilization in between (Oscar Wilde).

36

50 JAAR DIALYSE IN KORTRIJK

Winston Churchill werd negentig jaar, ondanks een niet echt gezonde levensstijl: obees, sedentair, enkele tientallen sigaren en een fles whisky per dag. Op de vraag van journalisten waaraan hij zijn hoge leeftijd desondanks te danken had was het resolute antwoord: “absolutely no sports”. Een verstandig man, zoals direct zal blijken. Ik sluit mij volledig bij zijn visie aan. Hoewel, roken doe ik niet… Wat zult gij zijn na uw dood? Wat ge waart voor uw geboorte (Schopenhauer). Klinkt minder luguber en zelfs aantrekkelijk wanneer toegepast op een professionele carrière. Wat zult ge zijn na het artsenbestaan? Wat ge waart voor uw medische loopbaan. Student. Cantor, here I come! Een succesvolle tweede carrière is niet utopisch. Churchill, opnieuw Churchill. Bekend als politicus en staatsman. Minder bekend is dat hij in 1953 de Nobelprijs literatuur kreeg. Voor zijn meesterlijke historische beschrijving van de tweede wereldoorlog. Niet moeilijk als je zelf hebt meegespeeld. De studie van het Vlaamse culturele erfgoed lijkt me een goede keuze. Ik weet niet of minister Ben Weyts is ingegaan op de suggestie van 48 moslimorganisaties om het onverdoofd slachten te verheffen tot een Vlaams culturele traditie. Hoeft eigenlijk niet. We hebben onze traditie. Wij noemen dat de jacht. Streng gereglementeerd ook; het jachtverlof – license to kill. U allen en uw dierbaren wens ik voor de verdere toekomst het allerbeste: Idem velle atque idem nolle. Bewaar de spirit, de onderlinge verstandhouding, en zoveel als mogelijk de autonomie. In de nog woelige debatten zal de stem van de nefrologie luid worden gehoord. Tenzij deze debatten op vrijdag namiddag worden georganiseerd. Think different. Ga voor elektrisch. Voor 2020 brengt Volkswagen een auto zonder sjoemelsoftware uit. Een elektrische Porsche waarmee je


wel echt kan rijden, actieradius 500 km. Rijbereik na 15 minuten laden: 400 km extra.

Ik heb mij hier gejeund. Vaert wel ende levet scone (Hadewych)

De travel clinic. Te oordelen aan de migratiegolven die op de zuidflanken van Europa beuken lijkt het initiatief stilaan ruime bekendheid te krijgen. De berg is dan toch naar Mohammed gekomen. Ook volgend jaar is er een assistentenfeest. En voor karaoke hoeft u zolang niet te wachten. De vrouwelijke charme van dr. Viaene zal de compliance van de patiënten aanzienlijk verbeteren. Eindelijk zullen ze hun cardiovasculaire gezondheid ter harte nemen, en – men vergeve mij het woordgebruik – er niet langer hun botten aan vegen. Dank aan iedereen voor alles wat geweest is. Dank voor uw sympathie, uw talrijke aanwezigheid vorige week donderdag en vanavond opnieuw.

Ceterum censeo concordia res parvas crescere En, o ja, one more thing: mijn vriend, de bange blanke man in het Schoon Verdiep. Helemaal niet ter sprake gekomen. Of toch? Es geht alles vorüber, Es geht alles vorbei Sogar Bart der Weber Und dann seine Partei Ik dank u Dr. Louis Janssens – 2015 n

Dank zij u heb ik iets mogen ervaren wat buiten West-Vlaanderen compleet ondenkbaar is:

37


BESTE LEZER Het zal zowat 3 jaar geleden zijn dat ik besliste te solliciteren voor afdelingshoofd van de dialyse. Na jaren gewerkt te hebben op intensieve zorg en palliatieve eenheid Ten Oever vond ik het tijd om een nieuwe uitdaging aan te gaan. Ik had reeds een nauwe samenwerking met de dienst nefrologie en dialyse omdat bijna dagelijks intensieve zorg patiënten worden gedialyseerd. De eerste drie maanden had ik de luxe nog even onder de vleugels van Ludwijn te mogen werken en zo inzicht te werven in de werking van de dienst. Het team en de patiënten kon ik gaande weg leren kennen. Men zegt soms” het is een ganse boterham”, neen, de dialyse is uitgegroeid tot een grote bakkerij waarin men door de jaren heen geëvolueerd is van het bakken van een eenvoudig wit brood naar tientallen verschillende broden met elk hun specifiek recept. Het is aan mij om stap voor stap die recepten te leren kennen en die taak neem ik van harte. Gesteund door een fantastisch team van artsen, verpleegkundigen, zorgondersteuners enz.… proberen we verder te bouwen aan de toekomst. Ik ben fier getuige en lid te mogen zijn van een warm team die zich dag in dag uit inzet voor onze patiënt. Een inzet die zich vertaalt in kennis en kunde om de dialysetechniek uit te voeren maar en bovenal, getriggerd door “het appèl van de ander” ( E. Levinas) probeert de mens boven de ziekte uit te tillen. De soms vragende, angstige blikken van onze patiënten blijft niemand onbewogen en zet ons aan er iets mee te doen. Het is net voor de ander dat we ons dagelijks en de komende jaren blijven inzetten. Steven Coucke n

DE NEFRO-SONG (a message to you)

30 januari 2008: receptie en walking dinner nefrologie Tekst en uitvoering: Peter Stockman & Dirk Hellin M’n weirden zin nie mje goe Da creatinine in min bloe M’n nieren zin naar de mane ‘k peinze ’t es hier gedaone Refr: Ik zing, de nefro-song, ik zing Hopen pillen moek ‘k pakken Een zakske forlax voor ’t kakken Zelfs calcium acetaat En ‘k peinze da kan geen kwaad Zonder vet en zout Maar ‘k benne soms wa stout ‘k he geen goesting in diëten Da mag den dokteur nie weten 3 keer te weke aan ’t machien Soms zoe je ’t u ontzien Maar ‘k voele mie daar ’t us In ’t AZ-groeninge hus


Boven: Artsen nefrologie, 2015 Midden, links en achterkant: Een deel van het team nefrologie, mei 2021



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.