ortho-nieuwsbrief groeninge flash special - januari 2014
Met blijheid stel ik onze nieuwe ortho-nieuwsbrief van 2014 voor. Wij kregen tal van positieve reacties op onze vorige nieuwsbrieven die in de eerste plaats gericht zijn aan de eerste lijn, huisartsen en kinesitherapeuten, maar blijkbaar ook gesmaakt worden door medewerkers, verpleegkundigen, paramedisch personeel en patiënten. Dat is voor ons een grote stimulans om verder en beter te doen. Het voorbije jaar was druk. Als eerste niet-universitaire ziekenhuis in de Benelux slaagde az groeninge er in een JCI-accreditatie binnen te halen. Dit vereiste een enorme inzet van zowel verplegend als paramedisch personeel en ook van alle collega-artsen. Door de opstart van de afdeling orthogeriatrie slaagden we er ook in onze uitstekende verstandhouding met de geriaters verder uit te bouwen. Deze afdeling komt tegemoet aan de toenemende specifieke behoefte van onze vergrijzende populatie. U leest hierover meer in deze nieuwsbrief. In september en oktober 2013 organiseerden dr. Putzeys en dr. Vanhaecke een cursus knie- en polschirurgie in samenwerking met KULAK. Op 7 januari kregen we bezoek van het Mobile Skills Lab van Arthrex. Meer daarover in het artikel hiernaast. Op 27 maart organiseren we het orthopodium voor kinesitherapeuten in het splinternieuwe auditorium van az groeninge. Namens het volledige team wens ik jullie een gelukkig en gezond 2014! Veel leestgenot dr. Dirk Oosterlinck medisch diensthoofd
Levensecht operaties oefenen in Mobile Skills Lab Op 7 januari bezocht het Mobile Skills Lab van Arthrex az groeninge. De grote zwarte vrachtwagen met daarin een speciale ‘oefenruimte’ is uniek in zijn soort. In het Mobile Skills Lab kunnen verschillende operaties worden geoefend op sawbones (kunstbot), modellen van knieën en schouders maar ook op anatomische preparaten. Op die manier kunnen chirurgen de bestaande technieken verfijnen maar ook nieuwe technieken of nieuwe instrumenten gewoon worden. De verschillende chirurgen en assistenten van de dienst orthopedie oefenden overdag vooral nieuwe arthroscopische technieken van de pols, elleboog, schouder, knie en enkel. ’s Avonds konden de verschillende medewerkers een kijkje komen nemen. De evolutie naar steeds minder invasieve technieken vormt een belangrijke meerwaarde voor de patiënt. Ook de beschikbare implantaten (botankers, fixatiesystemen…) worden steeds beter. De firma Arthrex biedt met hun labo de mogelijkheid deze verschillende technieken, producten en instrumenten te vergelijken, te oefenen en perfect onder de knie te krijgen. Een groot voordeel van het Mobile Skills Lab is de mobiliteit: de oefenlocatie komt gewoon naar de ziekenhuizen toe. Medisch diensthoofd Dirk Oosterlinck is heel enthousiast. “Deze mogelijkheid om in realistische omstandigheden te kunnen oefenen, biedt een belangrijke meerwaarde voor onze patiënten. Het is eigenlijk gewoon echt opereren. Het is niet te vergelijken met ander demomateriaal of andere computersimulaties. In het verleden werkten we ook al regelmatig samen met het departement anatomie aan de KULAK voor gelijkaardige projecten. We hopen dit in de toekomst meer en meer te doen.” Het orthopedisch centrum Kortrijk was vroeger reeds betrokken in de ontwikkeling van nieuwere technieken. Het is de bedoeling om zich in de toekomst te blijven richten op innovaties in de orthopedische chirurgie.
dr. Pierre Adyns met pensioen Op 31 december 2013 stopte dr. Pierre Adyns zijn actieve carrière als orthopedist in az groeninge. Pierre werkte sinds 1979 als orthopedist in Kortrijk, waar hij de dienst orthopedie uitbouwde in het toenmalige Onze-Lieve-Vrouw Hospitaal in de Budastraat. Sinds de fusie van de Kortrijkse ziekenhuizen maakte hij deel uit van ons team. Hij was gedurende vele jaren een vaste waarde in de medische raad van az groeninge. Dr. Adyns was voor ons een man met een charismatische persoonlijkheid en een zeer aangename collega met een grote savoir-vivre. Wij wensen hem nog vele gezonde jaren toe. Vanwege de collega’s
Samenwerking KULAK
De dienst orthopedie van az groeninge werkte voor verschillende projecten samen met de afdeling anatomie aan de KULAK onder leiding van prof. Evie Vereecke. Op 4 oktober organiseerde dr. Guy Putzeys een cursus in samenwerking met de AO (internationale vereniging van fractuurbehandeling). Hij kon hierbij rekenen op de steun en infrastructuur van de KULAK. De deelnemers en instructeurs kwamen uit binnen- en buitenland. Tijdens deze cursus werd dieper ingegaan op bepaalde moeilijkheden bij de behandeling van fracturen van het kniegewricht. Er werden verschillende technieken gedemonstreerd. Daarnaast konden de deelnemers de moeilijkere operatietechnieken oefenen op anatomische modellen onder begeleiding van de instructeurs. De infrastructuur aan de KULAK maakt het mogelijk om dergelijke workshops op een internationaal niveau te organiseren.
Joint venture orthopedie-geriatrie dr. Veerle Mouton, geriater az groeninge
De diensten orthopedie en geriatrie gingen op 1 december 2013 een nieuwe uitdaging aan. Binnen ons ziekenhuis werd een nieuw concept opgestart, genaamd ortho-geriatrie, wat een nauwe samenwerking tussen beide diensten betekent.
Probleemstelling Tachtig procent van de heupfracturen komt voor bij patiënten ouder dan 75 jaar. Voor dit type fracturen loopt ook de mortaliteit bij ouderen na een heupfractuur op tot 15 à 20 % binnen het eerste jaar 1. Een vierde van de patiënten die voordien zelfstandig waren, hebben nood aan zorg op lange termijn. Deze patiëntengroep is meer onderhevig aan complicaties en veelal is multi-pathologie aanwezig. De overheid ziet al langer de gevolgen van de vergrijzing van de bevolking in en richtte het Geriatrisch Support Team (GST) op 2. Door het zorgprogramma geriatrie krijgen de geriatrische patiënten op alle afdelingen van az groeninge ondersteuning, meer bepaald via het goed uitgewerkt geriatrisch supportteam. Risicopatiënten worden gedetecteerd door middel van de Geriatrisch RisicoProfiel-score die wordt afgenomen bij alle patiënten ouder dan 75 jaar. Geriatrisch Risico Profiel Cognitieve stoornis (bv. desoriëntatie, dementie, delirium) Alleenwonend of geen hulp mogelijk door inwonende partner / familie Moeilijkheden bij stappen of transfers of gevallen in het voorbije jaar Hij/zij werd gehospitaliseerd in de afgelopen 3 maanden De patiënt gebruikt 5 of meer geneesmiddelen Totaalscore
JA
NEEN
2
0
1
0
1
0
1
0
1
0
Fig. 1: GRP-scoreformulier
Een score > 2 wordt als positief beschouwd, waarna het geriatrisch supportteam verwittigd wordt. Het GST werd in az groeninge reeds geïmplementeerd in 2007. Dit zorgde voor een toename van het aantal transfers van orthopedie naar geriatrie (50%) en bovendien gebeurt deze verwijzing veel sneller in vergelijking met vroeger (2de dag na ingreep). Deze patiënten kwamen terecht op één van de vier afdelingen geriatrie onder supervisie van een geriater. Duidelijke afspraken tussen de geriaters en de orthopedisch chirurgen kunnen een meerwaarde zijn om de kwaliteit van leven voor deze patiënten te verhogen. De literatuur 3 toonde ons aan dat er vier mogelijke modellen bestaan die al in buitenlandse ziekenhuizen geïmplementeerd werden. Ofwel worden deze patiënten gelokaliseerd op een orthopedische afdeling met consult door geriater op vraag, ofwel was er dagelijks een geriatrisch consult. Bij een derde model werden deze patiënten opgenomen op een geriatrische afdeling waarbij de orthopedisch chirurg de consultrol opnam op vraag. Het meest 1 2
gesofisticeerde model is het model waarbij de orthopedisch chirurg en de geriater samen de patiënt behandelen van opname tot ontslag. Aangezien bij een fraile, geriatrische patiënt met een valgerelateerde fractuur de behandeling van de fractuur soms ondergeschikt is aan de behandeling van de co-morbiditeiten (Friedman et al, 2008), kozen wij voor de afdeling ortho-geriatrie onder leiding van de geriaters waarbij de orthopedisch chirurg op frequente, vaste tijdstippen de consulentrol op zich neemt. De zorgplannen (verpleging-kinesitherapie-ergotherapie) werden overgenomen van de orthopedische afdeling en geïntegreerd in de zorgplannen van de geriatrie.
Concept ortho-geriatrie az groeninge Opname van valgerelateerde fracturen bij fraile geriatrische patiënten gebeurt via de spoedopname. De orthopedisch chirurg legt eerst een behandelplan voor de fractuur vast (operatief herstel of conservatieve behandeling). Indien de patiënt voldoet aan de in- en exclusiecriteria van de afdeling ortho-geriatrie kan de patiënt getransfereerd worden naar de geriaters en naar de afdeling ortho-geriatrie. De geriater zorgt voor een optimaal management van de co-morbiditeiten. Via frequente bedside consulten op de afdeling ortho-geriatrie evalueert de orthopedisch chirurg de orthopedische behandeling.
Inclusiecriteria Exclusiecriteria
Patiënt >75 j – GRP >2 valgerelateerde fractuur waarbij orthopedisch advies bedside aangewezen is 1. acute internistische problematiek die revalidatieopstart vertraagt of verhindert of voortgang orthopedisch beleid verhindert 2. vergevorderde dementie ( geen communicatie /apraxie)
Fig. 2: in- en exclusiecriteria afdeling ortho-geriatrie
We kozen ervoor om één geriatrische afdeling (buda 1, hoofdverpleegkundige Dorine Libbrecht) om te vormen tot de afdeling ortho-geriatrie. Dankzij hun expertise in de geriatrische problematiek kunnen zij de patiënt én zijn multipathologie perfect omkaderen met hun multidisciplinair team. Inzicht in de orthopedische problematiek werd hen bezorgd via een uitgebreid opleidingspakket. Patiënten opgenomen op de ortho-geriatrie krijgen op orthopedisch vlak hetzelfde revalidatieprogramma en -zorg als indien ze opgenomen worden op de afdeling orthopedie. Deze afdeling ortho-geriatrie zal als kenniscentrum dienen voor onze andere geriatrische diensten op campus reepkaai.
Abramsen, Excess Mortality, p. 1633. Zorgprogramma geriatrie FOD Gezondheidszorg: http://www.health.fgov.be/internet2Prd/groups/public/@public/@dg1/@acutecare/documents/ie2divers/12846471.pdf
3
Kammerlander et al. Ortho-geriatric service - a literature review comparing different models. Osteoporos Int (2010) 21 (Suppl 4): S637 - S646
De instabiele enkel dr. Frederick Michels Enkeldistorsies zijn de meest voorkomende letsels tijdens sportactiviteiten. De meeste verstuikingen herstellen volledig zonder operatieve behandeling. In 20 tot 30% van de gevallen kunnen er blijvende instabiliteitsklachten ontstaan. Bij een distorsie van de enkel zijn de gewrichtsbanden in meer of mindere mate beschadigd. Meestal gaat het hier over het anterieur talofibulair ligament. Bij de zwaardere verstuikingen kan het genezingsproces 3 tot 6 maanden duren. Indien nadien blijvende instabiliteitklachten of herhaaldelijke distorsies optreden, spreken we van chronische enkelinstabiliteit. Klassiek wordt een onderscheid gemaakt tussen mechanische en functionele instabiliteit. Bij mechanische instabiliteit zijn de gewrichtsbanden te zwak om verstuikingen tegen te gaan. Functionele instabiliteit ontstaat door een verminderde neuromusculaire functie na verstuikingen. Beide types van instabiliteit komen vaak samen voor. Het wel of niet aanwezig zijn van instabiliteitsklachten wordt sterk beïnvloed door de activiteiten van de patiënt. Patiënten die bepaalde belastende werk- of sportactiviteiten uitoefenen, riskeren meer last te hebben.
Klinisch onderzoek Bij het onderzoek van de patiënt kijken we verschillende zaken na. Een scheefstand van de achtervoet naar binnen verhoogt de kans op verstuikingen en kan met steunzolen worden tegengegaan. Een verkorte achillespees vermindert de stabiliteit en wordt best aangepakt met stretching. Spierzwakte en verminderde proprioceptie kan aangepakt worden door kinesitherapie. Hierbij is het belangrijk vooral oefeningen aan te leren zodat de patiënt dit zelfstandig kan verderdoen. Schuiflade en varus tilt laten toe om ligamentaire zwakheden vast te stellen. Eventuele plaatsen van pijn moeten we ook nazien. Bij sommige patiënten stellen we ook een veralgemeende hyperlaxiteit vast.
Radiografisch nazicht Standaardradiografieën zijn zeker noodzakelijk bij aanhoudende last. Bijkomende stressradiografieën tijdens schuiflade en varus tilt zijn zinvol om ligamentaire letsels te detecteren (vals negatieve resultaten zijn echter mogelijk). Een magnetische resonantie kan helpen wanneer de diagnose niet duidelijk is of wanneer we andere letsels vermoeden.
Recente publicaties • Van Haver A., De Roo K., De Beule M., Van Cauter S., Audenaert E., Claessens T., Verdonk P. Semi-automated landmark-based 3D analysis reveals new morphometric characteristics in the trochlear dysplastic femur. Knee Surg Sports Traumatol Arthrosc. 2013 Jun 19 • Van Parijs M., Audenaert E., Pattyn C. 3D imaging and it’s applications in orthopedics: a state of play. 2013 Accepted for Tijdschrift Voor Geneeskunde • Van de Velde J., Audenaert E. et al. An anatomically validated brachial plexus contouring method for IMRT treatment planning. 2013 Accepted for International Journal of Radiation Oncology. Biology- Physics • Van Houcke J., Pattyn C., Van den Bossche L., Redant C., Audenaert E. The pelvifemoral rhythm in cam-type femoroacetabular impingement. 2013, Accepted for Clin Biomechanics
Wetenschappelijke voordrachten • Michels F. Percutaneous treatment of tailors bunion. 5th International GRECMIP MIS Course, juni 2013, Barcelona
Behandeling De behandeling is meestal niet-operatief. Een correctie van de risicofactoren (schoenen, steunzolen, activiteiten) is nodig waar mogelijk. Een enkelbrace kan zinvol zijn bij risicoactiviteiten. Kinesitherapie kan zeker helpen om de neuromusculaire controle en spierkracht te verbeteren. Indien geen beterschap optreedt, is een chirurgische aanpak aangewezen. Hierbij kunnen we overwegen om de zwakkere gewrichtsbanden te verstevigen. Vaak is dit onvoldoende en moeten de enkelbanden gereconstrueerd worden. Dit gebeurt best op een anatomische manier met een peesgreffe. Het gebruik van de peroneuspezen wordt eerder afgeraden aangezien dit een belangrijke stabilisator van het enkelgewricht is. We verkiezen dan ook om een gracilispees te gebruiken (wat al lang gebruikt wordt voor kruisbandreconstructies). De resultaten van zo’n anatomische reconstructie met gebruik van de gracilispees zijn zeer goed tot excellent. Momenteel werken we samen met verschillende centra om een arthroscopische techniek van deze ingreep op punt te stellen. Daarnaast is een kijkoperatie ook zinvol om intra-articulaire letsels vast te stellen en storend littekenweefsel te verwijderen.
Referenties • Guillo S, Bauer T, Lee JW, Takao M, Kong SW, Stone J, Mangone PG, Molloy A, Perera A, Pearce C, Michels F, Tourné Y, Ghorbani A, Calder J. Consensus in chronic ankle instability: aetiology, assessment, surgical indications and place for arthroscopy. Orthopaedics and Traumatology: Surgery and Research, 2013. • Coughlin MJ, Schenck RC, Grebing BR, Treme G. Comprehensive reconstruction of the lateral ankle for chronic instability using a free gracilis graft. Foot Ankle Int 2004;25(4):231-41.
• Michels F. Concensus of etiology. Expert Meeting Ankle Instability, sept 2013, Bordeaux • Vanhaecke J. Surgical approaches to the wrist and the hand. sept, Kortrijk • Vanhaecke J. Complete hand instructional course. sept 2013, Luxemburg • Audenaert E., Van Houcke J., Dobbelaere A., Pattyn C. Personalized Predictive Surgery trough the eyes of a surgeon. Invited lecture. Pre-course Workshop, ICCB Leuven sept, 2013 • Audenaert E., Van Houcke C., Dobbelaere A., Pattyn C. Current State and Future of Navigated Hip Arthroscopy. Invited Lecture. ISHA annual scientific meeting, okt 2013, Munich • Putzeys G. Proximal Tibia with anatomical specimen. Cadaver Workshop, okt 2013 • Audenaert E., Van Houcke J., Pattyn C. Extra-articular hip endoscopy. Invited speaker SICOT okt 2013, India • Van Houcke J., Pattyn C., Audenaert E. Deviations from the normal hip anatomy: a statistical shape model approach. Invited Lecture, 1th European Hip Arthroscopy Course, Brussels dec 2013 • Pattyn C., Van Houcke J., Audenaert E. Differences in morphometric features of the hip in Caucasian and Asian asymptomatic subjects: a CT-based study of 402 cases. Invited Lecture, 1th European Hip Arthroscopy Course, Brussels dec 2013.
Beeldvorming bij laterale elleboogpijn dr. Stijn Van Damme, radioloog Laterale elleboogpijn is een veel voorkomende klacht in de huisartsenpraktijk. Epicondylitis lateralis, bijgenaamd tenniselleboog, is de meest voorkomende oorzaak van deze laterale elleboogpijn, met een incidentie van 4 tot 8 per 1000 patiënten. Deze incidentie is het hoogst in de leeftijdscategorie van 40 tot 50 jaar. Er bestaan echter nog andere, minder frequente oorzaken van laterale elleboogpijn die vaak moeilijk hiervan onderscheiden kunnen worden of eerder atypische klachten kunnen veroorzaken. Hieronder volgt een kort overzicht.
Epicondylitis lateralis
andere oorzaak van laterale elleboogpijn.
De extensoren van de pols en de hand hebben een gemeenschappelijke oorsprong op de laterale humerus epicondyl. Overbelasting en repetitieve microtraumata van deze gemeenschappelijke pees veroorzaken tendinose, met mucoide degeneratie, microscheurtjes en intratendineuze calcificaties, waardoor de pees zwakker wordt en ze uiteindelijk volledig kan doorscheuren.
RX
Diagnose
MR
Een zorgvuldige anamnese en een goed uitgevoerd klinisch onderzoek zijn vaak voldoende om de diagnose te stellen.
Op MR is tendinosis zichtbaar als intratendineus verhoogd signaal, op zowel de T1- als de T2-gewogen beelden, met een verdikking van de pees. Inliggende zones met vochtintensiteit of een verdunde pees wijzen echter op een echte scheur (figuur 3). Aangezien grote peesscheuren alsook geassocieerde scheuren van het laterale collaterale ligament niet op conservatieve therapie reageren, is het belangrijk dat deze ontdekt worden.
Beeldvorming speelt echter een belangrijke diagnostische rol bij atypische klachten, bij chronische last en bij gevallen die geen beterschap vertonen bij conservatieve therapie. In deze situaties kan beeldvorming een beter inzicht verschaffen in de aard, ernst en locatie van de afwijkingen en kunnen ook andere mogelijke oorzaken van laterale elleboogpijn worden uitgesloten.
RX vertoont verkalkingen, enthesofyten of corticale onregelmatigheden ter hoogte van de epicondylus lateralis in 7 tot 22 % van de gevallen (figuur 2). Tevens kunnen we hiermee ook andere aandoeningen zoals degeneratieve veranderingen (artrose), gewrichtsmuizen, osteochondritis en tumoren opsporen.
Differentieel diagnose
We kunnen gebruikmaken van röntgenopnames (RX), echografie (ultrasonografie, US), computer-tomografie (CT) en magnetische resonantie (MR)
Ook enkele andere, minder frequente aandoeningen kunnen laterale elleboogpijn veroorzaken. In afwezigheid van tekenen van epicondyltis lateralis op beeldvorming dient hieraan gedacht te worden.
Echografie
Zenuwcompressie (‘entrapment’)
De uitstekende spatiale resolutie van echografie zorgt ervoor dat dit het eerste keuze-onderzoek is om epicondylitis op te sporen. Bijkomend voordeel is dat we het onderzoek ‘dynamisch’ kunnen uitvoeren, waarbij we naar de beelden kijken terwijl de patiënt specifieke armbewegingen uitvoert en waarbij we ook focale drukpijn kunnen beoordelen. Tot slot is een echografisch onderzoek zeer toegankelijk en kan het gemakkelijk in combinatie met RX-opnames gepland worden.
• Compressie van de nervus interosseus posterior (PIN) Dit is de diepe tak van de nervus radialis ter hoogte van de voorarm en ontstaat ter hoogte van de elleboog. Deze fijne motorische zenuw kan ter hoogte van de elleboog gecomprimeerd worden door een eventuele toegevoegde structuur, alsook op het punt waar deze zenuw door de musculus supinator verloopt (de arcade van Frohse). Hierdoor wordt enerzijds het ‘radialetunnelsyndroom’ veroorzaakt. De symptomen hiervan zijn vaak een uitstralende pijn naar proximaal en/of distaal, een vermoeid en loom gevoel in de arm en een brandende pijn in de onderarm, die vaak nachtelijk is. Compressie van de PIN kan ook tot motorische uitval leiden, het zogenaamde ‘PIN-syndroom’, wat nagenoeg geen pijn veroorzaakt, maar eerder een verzwakking tot zelfs uitval van de voorarmextensoren die door deze PIN worden bezenuwd. Indien de afwijkingen ter hoogte van de extensorpees bij een echografisch onderzoek eerder mild zijn en niet overeenstemmen met de ernst van de klachten, moeten we de nervus radialis en de PIN mee onderzoeken. In typische gevallen heeft de gecomprimeerde zenuw een gezwollen en hypo-echogeen aspect (figuur 4). Ook kunnen secundaire oorzaken van compressie (zoals een lipoom, cyste, ontstoken bursa of een schwannoma) worden aangetoond.
Tendinose wordt vooral gekarakteriseerd door een heterogene echotextuur en opzetting van de pees met inliggende hypo-echogene zones. Ook intratendineuze calcificaties, een onregelmatige cortexaflijning en een peritendineuze vochtschil zijn vaak aanwezig. Scheurtjes van de pees of geassocieerde letsels van het laterale collaterale ligament kunnen we eveneens goed beoordelen (figuur 1). Ten slotte kunnen we ook een verhoogde hoeveelheid intra-articulair vocht opgesporen, wat op een geassocieerd intra-articulair probleem kan wijzen. Een echografisch onderzoek om epicondylitis op te sporen, heeft een zeer hoge specificiteit (70 tot 100%) en, indien tijdens het onderzoek ook neovascularisatie wordt opgespoord door middel van echo-doppler, ook een hoge sensitiviteit (90-100%). Met andere woorden: indien het onderzoek negatief is, moeten we dus denken aan een
vervolg pagina 8
figuur 1
figuur 2
figuur 3
figuur 4
figuur 5
figuur 6
Figuur 1: Echografie toont een diffuse hypo-echogene opzetting van de extensorpees (witte pijlen), met inliggende calcificatie (witte pijlpunt), compatibel met een belangrijke epicondylitis lateralis, met inliggende scherp begrensde scheur (witte ster).
De inliggende zone met sterk verhoogd signaal (witte pijlpunt) komt overeen met een scheurtje.
Figuur 2: RX-opname toont uitgebreide calcificaties in de weke delen ter hoogte van de epicondylus lateralis.
Figuur 5: MR toont een opgezette plica in het posterolaterale deel van het ellebooggewricht (witte pijl), met aanliggende focale synovitis (zwarte pijl).
Figuur 3: MR-onderzoek van epicondylitis lateralis: coronaal T2-gewogen beeld met vetsuppressie toont een matig verhoogd signaal ter hoogte van de gemeenschappelijke extensorpees (witte pijlen), compatibel met een zone van tendinose.
Figuur 4: Echografie toont de PIN (pijlpunten) die verdikt is (pijl) net proximaal van de arcade van Frohse (Ss en Sd: oppervlakkige en diepe component van de m. supinator).
Figuur 6: RX-opname toont een osteochondritis dissecans met loslating van een deel van het capittelum. Let op de translucente zone met omgevende sclerose van het bot (zwarte pijl).
vervolg pagina 6
Op MR kunnen we het verloop van deze zenuw eveneens volgen en kunnen we oorzaken van compressie opsporen. Een belangrijk hulpmiddel is dat we op MR denervatiespieroedeem kunnen waarnemen in de spieren die door de PIN worden bezenuwd. • Nervus cutaneus antebrachii lateralis Deze zenuw is een subcutane tak van de nervus musculocutaneus en ligt in de nabijheid van de bicepspees en de vena cephalica. Compressie kan ontstaan door de afwijkingen van de bicepspees (hypertrofie bij atleten, hematoom, hechting …) of bij thromboflebitis van de vene. Deze zenuw zelf, evenals een eventuele oorzaak van compressie kunnen we met echografie en MR visualiseren.
Posterolaterale plica-syndoom Een plica is een synoviaal overblijfsel van de normale embryonale ontwikkeling van het gewricht. Bij repetitieve microtraumata wordt deze plica dikker waardoor hij ingeklemd kan raken in het humeroradiale gewricht, met een klikkend gevoel en pijn tot gevolg. Op MR kunnen we een oedemateus verdikte plica zien, samen met eventueel kraakbeenlijden en focale synovitis (figuur 5).
Kinderen Aanhoudende laterale elleboogpijn bij kinderen berust normaal gezien niet op epicondylitis maar kan veroorzaakt worden door volgende aandoeningen: • Osteochondritis dissecans (OCD) van het capitellum Dit is een inflammatie van het bot en kraakbeen, waardoor er necrose en fragmentatie ontstaat. Dit doet zich typisch voor bij kinderen tussen 12 en 15 jaar, vermoedelijk op basis van repetitieve microtraumata. RX-opnames en echografie tonen een onregelmatige aflijning en een afplatting van het capitellum in een vroeg stadium, en fragmentatie van het subchondrale bot met eventuele gewrichtsmuizen in latere stadia (figuur 6).
Ook op echografie kunnen we het subchondrale bot beoordelen en kunnen we toename van het gewrichtsvocht en gewrichtsmuizen opsporen. MR kan vroegtijdig een osteochondritis opsporen. Tevens is het samen met een arthro-CT (CT met intra-articulaire injectie van contraststof) het aangewezen onderzoek om de grootte, localisatie en de stabiliteit van de letsels te beoordelen. • Ziekte van Panner Dit is een osteochondose van het capitulum humeri, met necrose en nadien regeneratie van de groeikern, typisch bij kinderen tussen 7 en 12 jaar oud. Deze aandoening is meestal zelflimiterend, met op termijn herstel van de normale vorm en grootte van het capitellum. Op RX kan de groeikern onregelmatig en denser voorkomen, met soms afplatting en fragmentatie. MR is doorgaans niet nodig om de diagnose te stellen, doch is gevoeliger dan RX. Het toont signaalafwijkingen in het capitellum, het bovenliggende kraakbeen kan beoordeeld worden en gewrichtsmuizen kunnen worden opgespoord.
Besluit Laterale elleboogpijn wordt in het overgrote deel van de gevallen veroorzaakt door een epicondylitis lateralis. De diagnose kan vaak vlot gesteld worden op basis van anamnese en klinisch onderzoek. Beeldvorming speelt echter een belangrijke rol bij chronische last en bij gevallen die geen beterschap vertonen bij conservatieve therapie, door beter inzicht te verschaffen in de aard, ernst en locatie van de afwijkingen. Ook kunnen door beeldvorming andere, minder frequente oorzaken van elleboogpijn worden opgespoord, zeker indien de klachten atypisch zijn. Bij kinderen tot slot, dient te worden gedacht aan een osteochondritis dissecans of de ziekte van Panner.
Orthopedie, campus vercruysselaan
Handgroep, campus loofstraat
Burg. Vercruysselaan 5 | 8500 Kortrijk
Loofstraat 43 | 8500 Kortrijk
t. 056 63 35 40
t. 056 63 35 80
dr. Filip Gheysen: heup - knie
dr. Marleen Dezillie: hand - pols - elleboog
dr. Frederick Michels: knie - voet en enkel
dr. Jeroen Vanhaecke: hand - pols
dr. Dirk Oosterlinck: heup - knie - rug
prof. dr. Filip Stockmans: hand - pols
dr. Guy Putzeys: trauma - schouder - bekken dr. Jan Van Cauwelaert de Wyels: schouder - knie dr. Jan Van Der Bauwhede: knie - voet en enkel dr. Luc Vercruysse: heup - knie dr. Luk Verhelst: heup - schouder dr. Emmanuel Audenaert - UZ Gent: heup dr. Pierre Moens - UZ Leuven: kinderorthopedie
www.ortho-kortrijk.be
vu: Jan Deleu, Pres. Kennedylaan 4, 8500 Kortrijk
Het orthopedisch centrum az groeninge Kortrijk