R6 Rotterdam
nrc
ZATERDAG�4 MEI�& ZONDAG�5 MEI�2�0�19
Rotterdam R7
nrc
ZATERDAG�4 MEI�& ZONDAG�5 MEI�2�0�19
R�E�STAU�R�A�N�T Anton,�Cocky�en hun�kinderen�Paul en�Monique�tijdens een�uitstapje�met James�Keeffe�naar Pa�p�e�n�d�re�c�h�t�.
W:120.587mm H:91.745mm /NRC/Beeld/Foto Dummy/NN0405ROT uit eten,ph01_11714*
KEEFFE�ARCHIVES
Wester Paviljoen Foodbar moet meer karakter tonen
»
Vervolg�van pagina�R5
verrader was? De Groot is al door onze jongens neergeschoten; hij was een verrader. Wat denk je van Pierre en Mevrouw W. aan de Mathenesserlaan?” Niemand binnen onze familie wist dat Cocky en Anton zo nauw bij het verzet betrokken waren geweest. En al helemaal niet dat ze de laatste maanden van de oorlog zélf ondergedoken hadden gezeten. Behalve tante Jeanne, de zus van Cocky. Ze zou aan mijn moeder ooit bekennen dat „het lastig was niet constant
A�d�ve�r�t�e�n�t�i�e
jaloers op Cocky te zijn. Ze was zo mooi, alle ogen waren op haar gericht als we ergens binnenkwamen. En in de oorlog had ze nogal wat lef; ik vond het allemaal doodeng wat ze uitspookte.”
De invasie „Mijn vader kon zich vrij door Rotterdam bewegen”, vertelt Jim, de zoon van de Amerikaanse piloot aan de telefoon. Dat kon, dankzij de maatpakken van mijn opa en een valse identiteitskaart waarop te lezen viel dat hij een doofstomme mandenwever was. „Mijn vader was een 21-jarige
rusteloze luitenant,” vervolgt hij, „die niets liever wilde dan terug naar het front. Hij was constant op verkenning in de stad. Cocky eiste van hem dat hij zich voor de avondklok weer zou melden.” Op een dag in de zomer van ‘44 gaat het bijna mis, blijkt uit de memoires van James. Hij is weer eens op pad geweest om Duitse installaties op zijn landkaart te markeren en keert daarna terug naar de Sanders. James: „Ik was halverwege de trap, toen de deur van 62b openging en de Duitse SD-officier de trap afliep. Wat ga ik in godsnaam doen, me omdraaien en rennen? Hij heeft waarschijnlijk een pistool, dacht ik, terwijl ik de trap opging. Ik keek hem aan en hij keek me streng aan terwijl we elkaar passeerden. „Goedendag, mijnheer”, zei ik en knikte met mijn hoofd. Ik had lang met Cocky op die zin geoefend. Hij keek dwars door me heen en liep de trap af naar buiten. Wat als hij mijn persoonsbewijs had gevraagd? Ik klopte op de deur van de Sanders. „Oh! Ik hoorde zijn deur opengaan en vroeg me af wat er zou gaan gebeuren!” zei Cocky doodsbang. „Godzijdank! Ik dacht dat je gepakt zou worden!” Een paar dagen later staat Jim boven te douchen wanneer hij plotseling Cocky de trap op hoort rennen. „Jimmy! Jimmy!” James, in zijn memoires: „Wat is er verdomme aan de hand?” De Gestapo moet hier zijn, schoot door zijn hoofd terwijl hij zich de SD-buurman herinnerde. Hij vloog de douche uit, pakte een handdoek en rende de badkamer uit naar de overloop boven aan de trap. Naakt en drijfnat rende hij richting de brandtrap. Net toen hij daar aankwam, kwam Cocky hijgend boven. Ze riep: „De invasie is begonnen! De invasie is begonnen!’ James: „Daar stond ik dan met een handdoek, druipnat en helemaal ingezeept, tegenover de jubelende vrouw des huizes.” De geallieer-
„Ik was halverwege de trap, toen de deur van 62b openging en de Duitse SD-officier de trap afliep.”
den waren in Normandië geland. Het was dinsdag 6 juni.
Doodsangst Jimmy vluchtte in juli 1944 via het verzetsnetwerk naar België, maar belande in een valstrik. Zijn Vlaamse begeleider was een Duits agent die vloeiend Engels sprak. „Jij en de mensen waarmee je bent geweest denken zo slim te zijn, maar te jouwer informatie, je bent nu een gevangene van de Gestapo.” „Ik was stomverbaasd”, schetst Jim in zijn memoires, „maar toen kwam er een nog grotere schok.” „Ik denk dat je geïnteresseerd bent in deze lijst”, zei de Duitser. „Hij begon de namen op te lezen van mensen die ik in Rotterdam had ontmoet. Een van de namen die ik meteen herkende was die van de Sanders. Ik maakte me direct grote zorgen om hun lot, maar probeerde niets te laten merken.” „Dus je ziet, luitenant”, lachte de geheim agent sardonisch, „we weten alles over waar je bent geweest en de mensen waar je ondergedoken hebt gezeten. Maar we gaan daar voorlopig niets aan doen, omdat we willen dat ze ons vluchtende vliegers zoals jij blijven sturen.” De Gestapo had in Antwerpen een valse ontsnappingslijn opgezet waardoor ze honderden vluchtelingen kon oppakken zonder dat de Nederlandse ondergrondse daarvan op de hoogte was. Deze route zou bekend komen te staan als de KLMlijn. Jim zat nog maanden in diverse gevangenissen en kampen en onderging flink wat ontberingen voordat hij bevrijd werd. Bij terugkeer in zijn woonplaats Seattle schrijft hij de Sanders. „Terwijl ik in Antwerpen gevangen zat, deed ik er alles aan om jullie van het verraad op de hoogte te stellen door briefjes mee te geven aan Ne-
derlandse gevangenen die bezoek mochten ontvangen.” Cocky en Anton zullen later antwoorden dat ze die nooit ontvangen hebben. Jim eindigt met: „Beste Ton en Cocky, ik zal nooit in staat zijn om precies uit te
drukken hoe dankbaar ik jullie ben dat jullie mij lieten onderduiken tijdens die lange maanden. Als ik ooit iets voor jullie kan betekenen waardoor ik mijn dankbaarheid kan tonen, aarzel dan niet mij te schrijven.”
A�d�ve�r�t�e�n�t�i�e
„Zó kwamen we binnen”, wijst mijn vrouw naar de ingang. Niet om me eraan te herinneren hoe we zojuist zijn binnengekomen, want er mankeert niets aan mijn kortetermijngeheugen, ze doelt op veel langer geleden. Deze ingang verschafte ons meer dan tien jaar toegang tot ons dagelijks werk. Vijftien jaar geleden verlieten we het pand voor het laatst, tegelijk met nóg 25 collega’s, allemaal met een ontslagbrief op zak, allemaal door diezelfde ingang die voorgoed een uitgang was geworden. Dat we nu aan een verhoogde tafel zitten in wat vroeger de entree was van Radio Rijnmond is dus op zijn minst goed voor gemengde gevoelens. De entreepartij zelf is helemaal nieuw, maar aan weerszijden van de deurmat menen we vloertegels van vroeger te herkennen. Voor het overige is het moeilijk ons voor te stellen hoe het ook weer was. Waar je toen doorliep naar de redactie en de studio’s, staat nu een betegelde wand. De zo ontstane ongeveer vierkante ruimte is twee maanden geleden in gebruik genomen als Wester Paviljoen Foodbar. Wat het Wester Paviljoen is, weet iedere Rotterdammer: een drukbeklante zaak vanaf het moment dat het in 1993 zijn deuren opende. Het concept – een grand café waar je van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat terecht kunt – was toen nog betrekkelijk nieuw in de stad. Je leest er de krant, je spreekt er af met vrienden, je bent er op mooie zomerse avonden niet weg te branden van het terras waar je tout Rotterdam ziet passeren. Over het eten van het Wester Paviljoen hoor je nooit iemand. Wie zich er wel eens aan heeft gewaagd, weet dat de keuken geen enkele pretentie heeft. Het getuigt dus wel degelijk van pretentie, of laten we zeggen: ambitie, om pal naast het overbekende café een nieuw, juist op eten gericht concept neer te zetten. De foodbar is trendy. Het idee erachter: in een gezellige sfeer goede wijn drinken bij prettige gerechten die je met elkaar deelt. In het geval van Gastrobar Ster pakt dat erg goed uit (NRC, 20 april 2019), hoe zou dat
7-
bij de Wester Paviljoen Foodbar zijn? We worden allerhartelijkst verwelkomd op de avond na koningsdag. Pr�i�j�s�Behalve�als Reserveren was achteraf niet noodzakelijk geweest, er zijn maar een je�aan�de�(halpaar tafels bezet. In de zijwand naast ve)�kreeft�gaat of�een�entrecote de open keuken is een doorgang gemaakt naar het Wester Paviljoen die van�200�gram is gesloten als de foodbar dicht is bestelt�(24 (maandag en dinsdag). Nu klinkt beeuro),�kwamen schaafd caférumoer door de opening we�hier�goed weg�met�een�re- en kindertjes komen telkens nieuwsgierig kijken, maar hoe dan ook: hier kening�van�84 heerst rust. euro�voor�twee De kaart biedt een aardige keuze, personen. maar we houden het klein: kreeftenbisque, eendenloempia’s, tempuragamba’s, mosselen à la crème en langEt�e�n�De�kaart zaam gegaard ibericobuikspek. Runsluit�aan�bij�wat dertartaar, blackangusentrecote, bietrendy�is�in�de tenfalafel en tonijnsashimi (met hawereld�van�eetzelnoot – zei ik het niet: helemaal in) café�en�brasselaten we aan ons voorbijgaan. rie.�We�proeven Bij soep heb je meteen al het te�weinig�karakvraagstuk hoe je die ‘sharet’ – mijn ter�op�het�bord, het�aanbod�is�te vrouw geeft me haar lepel. Ze heeft gelijk, een mooie bisque waarin je geanoniem. roosterde kreeftenschaal proeft. In plaats van croutons worden er repen SfeerDe�bediegetoast brood besmeerd met rouille ning�is�uiterst bij geserveerd. attent�en�desHet tempurabeslag van de gamba's ku�n�d�i�g�. is wat aan de stevige kant, maar het geheel is goed en voorzien van lekkeWester�Pavilre mayonaise. Minder enthousiast joen�Foodbar zijn we over de loempiaatjes met eend. Ze zijn overdwars doorgesneW:24.918mm H:74.102mm den (waarom?) en missen iets pittigs. /NRC/Rotterdam/1.Schrijf/NN0405ROT uit eten,ph02_ Het is een flauwe hap, de bami die erbij komt is domweg saai. De mosselen neigen een beetje naar het droge, maar de roomsaus is goed. Ik schrik van het gemarineerde buikspek: vier fors uitgevallen plakken krijg ik op venkel en linzen. Smaak in orde, maar veel te veel. Dat zich in de beperking de meester toont, is hier onbekend. Sowieso is het eten aan de karakterloze kant. De Wester Paviljoen Foodbar moet zich veel meer onderscheiden van het grand café om van een waardevolle toevoeging te kunnen spreken.
Frank�van�Dijl�is�culinair�recensent�en journalist.