DAGEN MET RECHTERS EEN EIGENTIJDSE LEZING VAN HET BOEK RECHTERS
Bas van der Bent
Voorwoord Toen in 2004 het Nederlands Bijbelgenootschap een nieuwe vertaling publiceerde was er voor veel regelmatige Bijbellezers de vraag: wat nu? De Nieuwe Bijbelvertaling was na de Tweede Wereldoorlog al de tweede officiÍle vertaling. Eerst was in 1951 een nieuwe vertaling verschenen die de Statenvertaling had vervangen en daarna was er ook nog de Groot Nieuws vertaling verschenen. Die laatste vond geen algemene ingang maar de Nieuwe Bijbelvertaling werd een groot succes. Maar wat doet een leek er mee. Er was een tijd dat dagelijks aan tafel uit de Bijbel werd gelezen. Die tijd is voor veel mensen voorbij. Opgegroeid als ze zijn met de Statenvertaling en de Vertaling uit 1951 citeren ze die als ze zich nog een Bijbelwoord herinneren. Daarnaast zijn er vele andere vertalingen van de Bijbel. Bijna gelijk met de Nieuwe Bijbelvertaling verscheen de Naardense Bijbel. In deze vertaling wordt geprobeerd het oorspronkelijk taaleigen van de Hebreeuwse en Griekse grondteksten te bewaren. Ook de Rooms Katholieke Willibrordvertaling is eind vorige eeuw nog herzien en trok daarmee de aandacht. Het lezen van de Bijbel in een vertaling, welke dan ook, is daarom niet zonder risico’s. Je leest soms ongemerkt over belangrijke uitspraken heen. Als je de grondtalen van de Bijbel niet kent lees je in vertalingen zelfs over de betekenis soms heen. Vanuit deze achtergrond ontstonden de overwegingen die in dit boek terecht zijn gekomen. Het Nederlands Bijbelgenootschap publiceert elk jaar een leesrooster dat het rooster van lezingen in de kerkdiensten ondersteunt. In sommige delen van ons land wordt dat dagelijks leesrooster zelfs van week tot week in de kerkbladen gepubliceerd. Aan de hand van dat leesrooster is een avontuur aangegaan. Rond de vraag wat de Bijbel ons vandaag zegt over onze wereld en welke weg gewezen wordt werden de gedeelten uit de Bijbel gelezen die door het leesrooster werden aangewezen. Van die lezing werd verslag gedaan in een Blog op het internet. Nu hele Bijbelboeken zijn uitgelezen zijn de overwegingen per Bijbelboek gegroepeerd. In dit boek zijn de eerste te lezen. De samenstelling van de passages is voor rekening van het Nederlands Bijbelgenootschap. De overwegingen voor rekening van de auteur, die de grondtalen van de Bijbel niet kent en afhankelijk was van de Nederlandse Vertaling en in het Nederlands geschreven literatuur over de Bijbel. De actualiteit van de afgelopen jaren klinkt in de overwegingen mee, maar dat is ook uitdrukkelijk de bedoeling. Dit boek dient daarom met de Bijbel in de hand gelezen te worden, lees eerst de aangegeven passage uit de Nieuwe Bijbelvertaling en daarna de overweging van de dag. De schrijver hoopt dat lezing van dit boek weer nieuwe perspectieven opent en een nieuwe kennismaking met de oude verhalen van de Bijbel kan betekenen.
Het hele gebied van Gaza Rechters 1:1-21
De overwegingen in dit boek zijn geschreven bij het leesrooster van het Nederlands Bijbelgenootschap zoals dat ook in de Protestantse Kerk Nederland in gebruik is. We volgen dat in de Nieuwe Bijbelvertaling en dat rooster is al lang geleden vastgesteld. Toch valt op dat de actualiteit steeds terug te vinden is in het te lezen Bijbelgedeelte. Gaat het nieuws over de Gazastrook, dan lezen we over de verovering van Gaza, en het land Israel, in het Bijbelboek dat in de Nieuwe Bijbel Vertaling Rechters heet, vroeger heette dat voor Protestanten, Richteren. Dominee Ousoren, die de Naardense Bijbelvertaling heeft verzorgd, noemt het boek nog steeds Richteren. En de Naardense Bijbel is wel een heel letterlijke vertaling van de oorspronkelijke Hebreeuwse en Griekse teksten. Rechters geeft het misschien toch wel goed weer. De Wet van de Woestijn, zoals het volk Israel die in de Sina誰 woestijn had leren kennen, moest worden toegepast in het land overvloeiende van melk en honing en iemand moet over de wet dan recht spreken. Maar Richter geeft het ook goed aan, naast het gericht dat wordt geveld, een oude manier van zeggen dat er een vonnis is, zit er ook het woord richting geven in. Welke richting gaat het volk in. In dit eerste stuk gaat het over het delen van het land. De oorspronkelijke bewoners willen het niet delen, er is genoeg rijkdom, ook voor het volk dat uit de woestijn kwam, maar delen is er niet bij. Alleen de Jebusieten zijn bereid hun stad Jeruzalem te delen en dat wordt dan ook door de stam van de Benjaminieten aanvaard. Delen van het land speelt er vandaag ook nog een rol. Al in 1948 hebben de Verenigde Naties besloten het land Palestina te verdelen tussen de Joden en de Palestijnen, Nederland gaf bij de stemming nog de doorslag. De Palestijnen wilden dat niet, het was immers hun land en die Joden kwamen er alleen maar omdat ze in Europa bijna allemaal vermoord waren. Voor de Joden ging een oud negentiende eeuws ideaal in vervulling, de mogelijkheid van een eigen staat op de grond die in de Bijbel werd genoemd. Inmiddels leggen beide partijen zich mopperend neer bij de deling van het gebied. Na al die jaren ook voor ons tijd om de stem van Nederland uit 1948 werkelijkheid te doen worden door te zorgen dat ook de Palestijnen nu een eerlijke kans op een onafhankelijk land krijgen. Met werk, een eigen democratisch gekozen bestuur en een rechtvaardige plaats onder de volken. Anders gaat het net als in dit Bijbelhoofdstuk en blijft het oorlog.
Maar ze verdreven hen niet Rechters 1:22-36
De deling van het land Palestina zal nog wel even in het nieuws blijven, er wordt per slot van rekening al sinds 1948 om gevochten. En dan is het goed eens terug te lezen hoe het ook al weer ging, dat delen van het land toen het volk Israel er binnentrok en er nog geen Palestijnen woonden. Nu is de Bijbel geen geschiedenisboek, net zomin als het een natuurkundeboek, of een biologieboek, of een aardrijkskundeboek is. De verhalen die in de Bijbel staan gaan over de toepassing van de Wet van de Woestijn, het hart van de Joodse religie die volgens het verhaal van het volk Israel in de Sinaï woestijn was ontdekt. Die Wet heeft als hart de boodschap: “Je moet God liefhebben boven alles en het tweede daaraan gelijk is je naaste liefhebben als jezelf”. Is dat dan terug te vinden bij de manier waarop dat volk uit de woestijn bezit nam van het beloofde land? Lees zelf maar. In de eerste plaats is er dus geen sprake van een koning of generaal, zelfs nog niet van een Rechter of Richter. Niemand is er baas en niemand oefent macht uit om te laten gebeuren wat men wil laten gebeuren. Er zijn bestaande volken en de stammen van Israel die hun plek willen innemen. Soms verzetten mensen zich, die willen de rijkdom niet delen, die mensen worden bevochten. Zo is er een man uit de plaats die men "huis van brood" noemt, Beth-El in de Statenvertaling, Betel in de Nieuwe Bijbel Vertaling. Die man hielp de nakomelingen van Jozef. Jozef had volgens het verhaal op zijn vlucht naar zijn oom Laban de steen waarop hij had geslapen met olie gezalfd en de naam Betel gegeven. De dorpsgenoten van de man erkenden dat niet, die dorpsgenoten werden dus verslagen en de man en zijn familie werden gespaard. Hij vluchtte wel naar het buitenland staat er dan. Maar van veel stammen en volken staat er dat ze gingen samenwonen. Soms moesten mensen nog wel tot hulp worden gedwongen maar veel vechten hoefde eigenlijk niet. Samenwonen van verschillende volken kan dus wel. Het zal niet gemakkelijk gaan, er ontstaan voortdurend spanningen, maar als je werkelijk samen wil delen dan moet het gaan zegt dit verhaal ons. Dat zou vandaag in Israel en Palestina dus ook moeten kunnen. Dat moet dus ook in onze eigen grote steden kunnen, al is het natuurlijk niet zo slim dat we de eigenaren van kleine oude, en dus goedkope woningen, hun gang laten gaan zodat ze de armen, en meestal allochtonen, naar believen kunnen uitbuiten. Daar komt meestal niet zo'n fijne samenleving van. In Rotterdam zijn ze daar eindelijk achter. Maar ook daar vergeten ze dat aan een nieuwe samenleving richting en inhoud zal moeten worden gegeven. Maar ja dan zullen we nog een stuk verder moeten doorlezen. Voorlopig moeten ze in Rotterdam de ergste schurken onder huiseigenaren, makelaars en notarissen maar aanpakken.
In hun netten verstrikken Rechters 2:1-5
Je moet ontzettend sterk zijn om aan verleidingen te ontkomen. Verleidingen om dingen te doen of te willen bezitten waarvan je weet dat ze eigenlijk slecht zijn voor jezelf of voor anderen. Telkens weer blijkt dat en toch laten we steeds weer nieuwe verleidingen toe om ze vervolgens te bestrijden vanwege de slechte gevolgen. Het volk Israel liet de vreemde goden bestaan in het land waarin ze gingen wonen, en dat zouden ze weten ook. Wij maakten supermarkten waar je vrij in en uit kon lopen, en dus zonder betalen van alles mee kon nemen. Winkeldiefstal was dus een van de eerste grootstedelijke problemen waar we tegen aanliepen. Vervolgens moesten er poortjes komen en labels en mensen die met beveiliging zijn belast. We blijven de illusie handhaven van een open winkel met goederen die voor het grijpen liggen maar doen er alles aan om de goederen ongrijpbaar te maken. We maakten onze auto's zo snel dat ze sneller konden rijden dan eigenlijk mocht, en dus gingen er mensen dood aan snelheidsovertreders. Dus komen er nu snelheidsbegrenzers op de markt en blaaspijpjes die de motor blokkeren als je teveel hebt gedronken. Voor bromfietsen worden zelfs opvoersets verkocht, en dus gaan er kinderen dood aan bromfietsongelukken en moeten jongeren helmen op en rijbewijzen halen. Op de TV wordt geweld gemengd met seks en opzwepende muziek, en dus stonden er in Rotterdam groepen jongens terecht voor groepsverkrachting. We schijnen ongebondenheid te vaak te verwarren met vrijheid. Als iedereen nu maar alles mag dan wordt iedereen gelukkig. Het heeft heel lang geduurd voordat Paulus opschreef dat alles weliswaar geoorloofd is maar niet alles goed is voor een mens. De maat van de liefde voor mensen, en zeker de liefde voor zwakke mensen is nog steeds niet onze richtlijn. Toen er een onbegrensd aantal gokautomaten in cafĂŠs mochten staan nam het aantal gokverslaafden toe. Nu dat aantal automaten en de werking daarvan is begrensd blijft het aantal verslaafden stabiel. Nu praten we over de uitbreiding van het aantal casino's. We zien het aantal schulden toenemen en meer en meer gezinnen komen in financiĂŤle problemen, maar het verstrekken van leningen en hypotheken is aan geen enkele grens of regel gebonden, waardoor het aantal problemen alleen maar zal toenemen. Je hoeft geen engel te zijn om te zien dat het niet zo door kan gaan. Maar wellicht zijn onze voedselbanken de altaren van deze tijd waarop de welvaartsmaatschappij offers brengt aan de God van liefde, zoals het volk Israel ook ging offeren toen ze was gewaarschuwd. Dat offeren van Israel was immers delen met armen en vreemdelingen in een maaltijd.
Achter andere goden aan Rechters 2:6-15
Na de Tweede Wereldoorlog wisten de mensen het zeker, net als na de Eerste Wereldoorlog. Er zou nooit meer oorlog komen. En na de Tweede Wereldoorlog werd ook besloten dat er nooit meer een dictator of een dictatoriale regering de kans zou krijgen om grote groepen inwoners af te slachten zoals dat in de Tweede Wereldoorlog was gebeurd. En vluchtelingen die om wat voor redenen dan ook werden vervolgd zouden niet meer teruggestuurd of geweigerd worden zoals voor de Tweede Wereldoorlog gebeurde, maar zouden moeten worden opgevangen en beschermd. Er werd een organisatie van landen gesticht die door overleg problemen zou moeten oplossen en die nieuwe landen moest helpen. De Verenigde Naties, nu met bevoegdheden in tegenstelling tot de Volkenbond van voor de Tweede Wereldoorlog. Voor de veiligheid in de wereld werd een Veiligheidsraad opgericht met 5 permanente leden en 15 wisselende leden, alle landen van de wereld konden meedoen. Er werd een universele verklaring van mensenrechten opgesteld, en een vluchtelingenverdrag. Later zelfs nog een verdrag tegen martelingen en een verdrag voor de bescherming van kinderen. De mensen die de Tweede Wereldoorlog hadden meegemaakt hebben het lang volgehouden hun idealen uit te dragen en te verwezenlijken. Maar net als bij het volk Israel gaat met het verstrijken der jaren de herinnering verloren. En dan komen er andere goden dan de God van Liefde en Bevrijding die de aandacht van de mensen opeisen. De “goden van goud en beloften� noemde Huub Oosterhuis ze eens. De god van de olie is tegenwoordig erg belangrijk, net als de god van het eigen gelijk. De god van het fundamentalisme, die eigen godsdienst stelt boven de mensen in plaats van ten dienste van mensen. Er worden weer oorlogen gevoerd zonder de Verenigde Naties, er zijn weer groepen mensen afgeslacht om wie ze waren. Homoseksuelen worden weer opgehangen. Vluchtelingen worden geweigerd en teruggestuurd naar landen met onderdrukking en vervolging. En politici in Nederland zetten de ene bevolkingsgroep tegen de andere op. We weten wel dat het allemaal verkeerd zal aflopen, dat wie haat zaait ook haat zal oogsten. We weten ook wel dat we ons weer aan de wetten van liefde en gerechtigheid zouden moeten houden, maar we zijn vergeten wat we er voor moeten doen. In elk geval klinkt in deze passage uit het boek Rechters een waarschuwing die we in onze zak mogen steken. En we kunnen altijd ook nog lid worden van Amnesty International, vanwege die mensenrechten. Dat zijn ook onze rechten en als ze die van anderen kunnen afpakken worden ze misschien ooit ook wel van ons afgepakt.
Hun kwalijke praktijken
Rechters 2:16-23
Altijd als het mis gaat met de samenleving, of mis dreigt te gaan, zijn er steeds weer opnieuw mensen die de goede weg wijzen. Die uitleggen wat de Wet van de Woestijn in een concrete situatie inhoudt en hoe die toegepast moet worden. Die Wet werd ooit door het volk Israel ontdekt in de Sinaï woestijn en het hart van die wet is dat je je naaste lief moet hebben als jezelf. Het volk Israel kreeg in het beloofde land, waar dit boek Rechters over gaat, Rechters, of met een oud woord Richteren. Niet dat dat nu veel hielp, even ja, maar als de rust weer was hersteld, of de roversbenden waren verdreven, verviel men weer in de oude kwalen. Enige tijd geleden is er zo’n richter uit onze tijd begraven. Broeder Roger Schutz uit Taizé. Hij stichtte een broederschap dwars over grenzen van kerken en landen heen in een tijd dat de volken van Europa tegen elkaar te hoop liepen en er verschrikkelijke dingen met mensen gebeurden. Hij wees de weg in de richting van verzoening, en hij wees de weg aan jonge mensen hoe in een nieuwe na oorlogse samenleving ook werkelijk samen geleefd kon worden. De hulp aan de armsten in de wereld speelde daarbij een zeer belangrijke rol. Lange tijd is er naar hem geluisterd, zelfs de Paus omarmde hem. Maar als je diezelfde Paus op de wereld jongerendagen hebt gehoord hou je je hart vast. Jongeren moeten zondags naar de kerk en zich netjes gedragen, verder kwam hij niet. De Wet van de Woestijn spreekt echter niet over kerkgang en netjes gedragen, die spreekt over Liefde, voor God, voor de naaste en voor jezelf. In de tijd van de Rechters in Israel waren er geen machtigen die het volk in de greep hielden, zelfs de priesters van de Tent met de kist van de Wet hadden verder geen macht. Ook broeder Roger Schutz wees alle verering van hemzelf en alle macht die hem werd toegedicht, af. Vanuit innerlijke rust en de gemeenschap de armsten in de wereld dienen, daar ging het om en daar gaat het om. Ondanks het feit dat we steeds weer afgedwaald zijn en zullen afdwalen, blijft het daar op de een of andere manier ook steeds weer om gaan. In het bovenstaande verhaal staat dat er steeds weer nieuwe Rechters kwamen, kennelijk gaat dat tot in onze dagen door. Dat geeft hoop en zet ons wellicht ook vandaag nog in beweging in de richting van het rijk waarin iedereen meetelt. Per slot van rekening mogen we er elke dag telkens opnieuw mee beginnen, de weg te volgen van de Wet van Liefde en Rechtvaardigheid.
Ze dienden hun goden Rechters 3:1-6
Het waren van die keurige mensen, de bewoners van dat nieuwe land. Ze hadden steden, en koningen zelfs. Ze bewerkten hun land en hadden nette gezinnen, met mooie dochters. Daar wil je toch bijhoren nietwaar. Je vader en moeder hadden net als je grootouders nog door de woestijn gezworven, en daarvoor waren het slaven geweest in Egypte. Nou daar kon je beter niet te veel over praten. Dan ga je er immers nooit bij horen, dan raak je nooit thuis in je nieuwe land. Mooie goden hadden ze ook in dat nieuwe land, met tempels en beelden en fraaie riten. Die goden hoorden bij het land, voor elke streek hadden ze een aparte god, en soms voor elk jaargetijde zelfs ook. En machtig dat die goden zouden zijn, zonder die goden zou het graan niet groeien en zou het niet gaan regenen. Dat land vloeide over van melk en honing, daar hadden die goden vast voor gezorgd. Zelf hadden ze ook wel een God maar daar was geen beeld van, en een tempel was er ook al niet, ja een mooie tent. Maar in die tent stond een kist, met een kandelaar en een tafel met brood. In die kist zouden twee stenen platen liggen met daarop een eenvoudige wet, van niet doden, niet stelen, niet liegen en van je naaste houden als van jezelf. Daar was niks aan. Riten hadden ze ook al niet, je moest wel offeren maar dat was voor de priesters of je moest gelijk een hele maaltijd houden, met je knechten, armen en vreemdelingen. Nee, het volk Israel ontworstelde zich aan haar verleden als woestijnvolk en raakte thuis in het land van overvloed. Net als wij thuis zijn in het land van overvloed, waar keurige pakken, fraaie auto's, mooie huizen en bovenal een perfect uiterlijk het meest belangrijke zijn. Als het niet mooi genoeg is doe je gewoon een "make over" en als het even wil kan iedereen er van meegenieten en er een voorbeeld aan nemen. Dat die kleren gemaakt zijn door zeer jonge, maar zeer arme kinderen is jouw zaak toch niet, daar kun je niks aan veranderen. Dat je met die auto kostbare aardolie op maakt en mensen verleidt zichzelf en elkaar dood te rijden is jouw zaak niet, je vrijheid mag best wat kosten. Dat je huis energie slurpt zodat er voor je kleinkinderen al niks meer over zal zijn zal je worst zijn. Moeten ze ook maar iets uitvinden. Dat je het eigenlijk niet kunt betalen maakt ook al niet uit, overal kun je lenen en wanneer de schulden worden afbetaald zien we later dan wel weer. We zijn sedert het verhaal uit het boek Rechters nog niks veranderd. We kiezen niet de partijen die staan voor eerlijk delen in de wereld, rechtvaardigheid voor alle volken en vrede, maar voor clubjes die ons eigen inkomen volgend jaar verhogen ten koste van de armen hier, en elders op de wereld. We kiezen voor beschermers van de rijken en haatzaaiers die armen en rijken tegen elkaar opzetten. Het wordt ook bij ons hoog tijd voor echte Rechters.
Veertig jaar had het land rust Rechters 3:7-11
Dat is nogal wat als je geen regering hebt en geen koning en toch rust. Niemand die regeert, geen regering en geen parlement. Bij Israel was daar wel een rechter voor nodig, iemand die voortdurend de mensen bij de Wet van de Woestijn hield. Er waren er al een aantal geweest maar de eerste die bij name genoemd wordt is Othniël, nog familie van Kaleb die samen met Jozua het land, overvloeiende van melk en honing, had verkend en enthousiast was teruggekeerd. Nu waren ze onder de heerschappij gekomen van een van de koningen die een stad regeerden in Kanaän. De namen die er staan zeggen ons niet zoveel, en namen vertaal je nu eenmaal niet. Als we zouden praten over minister Kerkziek kijk je toch vreemd op, het is de vertaling van Churchill. Dat niet vertalen van namen is hier wel jammer want de Bijbel noemt die koning "Koning vreemde dubbelschoft" of zoiets en dat zou je in de Bijbel toch niet direct verwachten. Nu was dat voor Othniël niet zo vreemd. Die koning was koning en had zich verheven boven de mensen om hem heen. En in plaats van als wijs bestuurder de mensen te dienen hield hij slaven en moesten de Israëlieten acht jaar voor hem werken. Toen hadden ze weer door dat de Wet van je naaste liefhebben als jezelf toch zo gek niet was. Nou moeten we toch nog even wennen aan het geweld dat in het boek Rechters wordt toegepast. We hebben nog wel eens het gevoel dat de Bijbel geweld absoluut veroordeeld. Dat is toch niet helemaal het geval. In navolging van de profeten spreekt Jezus nog wel eens over het uittrekken en verbranden van onkruid en daarmee worden mensen en machten aangeduid die mensen verstikken. Dat gold dus ook voor deze koning die niet wilde delen maar alleen profiteren. Dat gold zeker in de Tweede Wereldoorlog toen ook het gewelddadig verzet en de oorlog tegen de Nazi's volgens de Bijbel uitermate gerechtvaardigd was. Ook nu nog zou gebruik van geweld door de Verenigde Naties na besluiten van de Veiligheidsraad in een aantal gevallen zeer gerechtvaardigd zijn. Als een land vijanden opsluit zonder zich aan Geneefse conventies te houden of zonder ze binnen afzienbare tijd voor de rechter te brengen. Geweld dient in de Bijbel om mensen te bevrijden. Geweld is bijna altijd tegengeweld, als er geen andere uitweg is om de zwakken tegen geweld te beschermen. Zo zou het ook in onze dagen moeten gaan. Daarom hebben we de Verenigde Naties opgericht en het handvest van de Verenigde Naties geeft aan wanneer dat tegengeweld om de zwaksten te beschermen gerechtvaardigd kan zijn. De leden van de Veiligheidsraad kunnen daar dan samen toe besluiten. Maar soms vindt een land zich zo goed dat het zelf wel uitmaakt wat gerechtvaardigd is. De Bijbel spreekt er ook hier in het boek Rechters anders over.
Het land had 80 jaar rust Rechters 3:12-31
Bij OthniĂŤl duurde de rust in het land nog 40 jaar, maar bij de volgende Rechter die wordt genoemd, Ehud, was het succes al twee maal zo lang en duurde de vrede in het land al twee generaties. Nu zou je denken dat die Ehud toch wel een geweldenaar zou moeten zijn. Een legeraanvoerder met strategisch inzicht. Een sterke atleet die zijn manschappen in de strijd zou kunnen voorgaan. Niets is minder waar. Dat soort mannetjesputters is niet het soort waar Bijbelverhalen op vertrouwen. Ehud was een gehandicapte. Het blijft jammer dat vertalers geen namen vertalen, zoals vroeger in Indianenboeken wel gebeurde, daar lees je dan over Wilde Stier en zo. Ehud is iemand die gehandicapt is aan zijn rechterhand, de zoon van Handige Rechterarm. De zoon van en zelf dus het tegendeel. Hij leert echter zijn linkerarm gebruiken en dat werkt. Als je kijkt of iemand een zwaard bij zich heeft dan kijk je links, daar hangt een zwaard voor Handige Rechterarm, maar voor Kreupele Rechterhand, diens zoon, hangt het zwaard rechts en dat blijft onopgemerkt. Zo wordt de wrede vadsig dikke koning doodgestoken, en zo staat er in de oorspronkelijke tekst, hij kon in de stront zakken. Zoiets vertalen onze keurige Bijbelvertalers niet. Jammer want een verhaal als dit maakt dat gehandicapten bemoedigd worden om in opstand te komen tegen hun onderdrukkers. In onze democratie misschien niet direct met geweld maar wat regeringen en instanties soms met ze uithalen is niet mis. Zeer veel gehandicapten hebben weer bericht gekregen van hun verzekeringsmaatschappij dat ze ook dit jaar het bedrag van hun eigen risico ziektekostenverzekering niet terugkrijgen, met een lijstje van de kosten van medicijnen en behandelingen die het teveel aan eigen risico opleverden. Alsof je als gehandicapte of chronisch zieke iets anders kan doen aan de vermindering van die kosten dan dood te gaan. Kennelijk is een deel van de politiek daar op uit anders zouden ze niet blijven komen met dit soort wrede maatregelen. Van het boek Rechters leren we dat het een linkspoot was die het volk bevrijdde. Hij ging het volk voor, maar was daarbij ook een voorbeeld. Je kunt opstaan tegen onrechtvaardige maatregelen. Je hebt misschien wel de plicht om je stem te verheffen tegen het onrecht dat de zwaksten onder ons wordt aangedaan. In de Bijbel worden stotteraars en lispelaars er op uitgestuurd om recht en gerechtigheid te verkondigen, worden kreupelen op pad gestuurd om de vijanden van het volk te bestrijden. Waarom zouden wij dan nog langer moeten zwijgen.
Ik zal met U meegaan Rechters 4:1-16
Na de dood van Ehud was Deborah de volgende rechter zegt hoofdstuk vier van het boek Rechters. Echte Bijbelkenners weten dat we nu een Rechter vergeten.
Samgar, die sloeg zeshonderd Filistijnen dood met een osseprik. Een boer die aan het ploegen was en de ossen aanspoorde met een puntige stok. Met diezelfde puntige stok bevrijde hij het volk van een machtige roversbende. Een verhaal dat maar ĂŠĂŠn vers in de Bijbel kreeg, Rechters 3:31, want de Bijbel houdt nu eenmaal niet van mannetjesputters. Wel van vrouwen in dit soort verhalen. Lang is er beweerd dat de Bijbelse orde zou zijn dat mannen werken en regeren en de macht hebben en dat vrouwen thuis zitten en voor man en kinderen zorgen. Niets is minder waar. Die orde is uitermate on-Bijbels. Bijbels is Deborah de zingende vrouw die Rechter was toen Jabin met zijn 900 strijdwagens het volk onderdrukte. Barak mocht met een leger uit de stammen van Naftali en Zebulon er tegen ten strijde trekken, maar Barak kenden de Bijbelse orde en keek wel uit, zonder Deborah ging hij niet op pad. Zij wees de richting aan en hij en zijn mannen hadden maar te volgen. En jawel het hele leger van krijgsoverste Sisera werd verslagen. Waarom tot op vandaag de dag mannen doen alsof vrouwen niet als zij aan de samenleving zouden kunnen deelnemen is een raadsel. Er zijn kerken, protestantse en natuurlijk ook de Rooms Katholieke zogenaamde kerk, die vrouwen zeker niet als moderne rechters, of richters, dominees of pastoors zouden toelaten. Bij hen geen Paus, Bisschop, ouderling of Predikant die tegen een door God gezonden Deborah zouden zeggen, we gaan niet zonder U. Het is tegen de natuurlijke orde zou een kardinaal zeggen. Natuurlijk is dat tegen de natuurlijke orde, het is volgens Gods orde, die is uiteindelijk niet van deze wereld maar van een andere wereld, een heel andere orde dus. Die bevrijdende orde, die mensen bevrijd van onderdrukking moet nog steeds bevochten worden. Zeker zolang vrouwen worden buitengesloten, onderdrukt, thuis opgesloten, met eerwraak bedreigd en niet mee mogen doen aan de samenleving en de democratie. Denk niet dat alleen binnen de Islam minderheden vrouwen onderdrukken en als voorwerp beschouwen. Dat komt binnen de Rooms Katholieke en Gereformeerde traditie net zo goed voor. Ook in de economie staan vrouwen nog te veel en te vaak op het tweede plan, kunnen ze de echte top niet bereiken. De twee stammen van Zebulon en Naftali waren niet genoeg voor een blijvende bevrijding. Maar er zijn door de hele geschiedenis, tot op de dag van vandaag, meer vrouwen als Deborah, Goddank.
Dwars door zijn hoofd Rechters 4:17-24
Tienduizenden Nederlanders hebben het wel eens in een zomer gedaan. Tentharingen de grond ingeslagen, op campings, overal in Europa. En dan wordt het 1 september en is de "grote vakantie" weer voorbij. Rond die datum gaan de laatste kinderen weer naar school en neemt het gewone leven weer de overhand. Maar hier lezen we in de Bijbel nog een keer over tentharingen. Over de
tentharing van Jaël. Dat was nog familie van de vrouw van Mozes. Die was immers getrouwd met de dochter van de priester van Midian, toen hij uit Egypte was gevlucht, nadat hij een Egyptenaar had doodgeslagen. De schoonfamilie van Mozes, dat waren dus eigenlijk vreemdelingen, Maar ze hadden zich gevoegd bij het volk Israel toen dat het beloofde land was binnengetrokken en hadden een verbond met Jabin gesloten, de koning waar Barak en Deborah tegen ten strijde waren getrokken. Aan welke kant zou de familie staan? Aan welke kant staan de vreemdelingen die met je meegegaan zijn? Aan de goede kant dus want de zorg van een vrouw zegt niet alles. Die Jaël mag water schenken en op de uitkijk staan, maar aan haar wordt niet gevraagd welke kant ze kiest. Mannen vergeten vrouwen naar waarde te schatten, je naaste liefhebben als jezelf betekent voor mannen dat vrouwen als gelijkwaardig dienen te worden behandeld. Jaël laat dat zien want vroeger zouden ze zeggen dat ze haar mannetje staat, tegenwoordig hebben we de Bijbel toch wat nauwkeurige leren lezen en weten we dat ze gewoon aan de goede kant is gaan staan. Want die "tentpin" is in de oorspronkelijke tekst vrouwelijk en betekent iets als "doorboorde" het wordt ook wel voor "vrouw" zelf gebruikt. Die Jaël gooit haar vrouwelijke wapens in de strijd en niet tevergeefs. Jaël wordt daarmee het scharnierpunt in de strijd tegen koning Jabin en uiteindelijk weet Israel deze koning te verslaan. En Israel heeft nog steeds geen koning en geen regering. Barak is er met een leger op uit, gestuurd door Deborah, die rechter was en gewoon spreekuur hield waar de mensen haar rechtsgeschillen kwamen voorleggen. Geen glazen plafond dat de beide vrouwen weerhield van het spelen van een hoofdrol in de geschiedenis. Vrouwen hebben tegenwoordig nog wel eens het gevoel tegen een glazen plafond aan te lopen. Dat is dus niet nodig, een tentharing en een hamer zijn voldoende om dat glazen plafond te doorbreken. En dat wantrouwen in vreemdelingen? Als ze met je meetrekken, als ze zich als medeburger gedragen dan is dat wantrouwen beschamend. Nog steeds wordt het opsluiten van Amerikaanse burgers van Japanse afkomst na de aanval op Pearl Harbour als een schandaal beschouwd. We moeten ons dus hoeden voor het oordelen en veroordelen alleen op grond van afkomst, een goede bondgenote zou gemakkelijk verspeeld kunnen worden.
Laat een ieder zingen Rechters 5:1-11
Er zijn geleerden die zeggen dat het lied van Deborah en Barak het oudste stuk uit de Bijbel is. Al het andere is later opgeschreven, maar dit lied was zo populair dat het de eeuwen heeft doorstaan. In de Islam gelooft men dat de Koran in één maand ontstaan is, gedicteerd aan de profeet Mohamed. De Bijbel niet, die is in een eeuwenlang proces ontstaan. Bijbel betekent dan ook bibliotheek en zoals een verzamelaar gedurende lange tijd zijn meest kostbare
boeken bijeen zoekt, zo hebben ook de gelovigen van Israel en later van de kerk hun boeken bijeengezocht en daar een aantal eeuwen over gedaan. Dat alles begon met dit lied van Deborah. Een lied dat gaat over de Wet die in de woestijn aan het volk gegeven werd. Iedere keer als het volk er vanaf week kregen de vijanden voet aan de grond, maar iedere keer als de Wet werd gevolgd, van “heb je naaste lief als jezelf” nietwaar, werd het volk onverslaanbaar. De laatste generaal die het probeerde was Sisera met zijn strijdwagens. Die strijdwagens liepen vast in de regen en de modder net als ooit de strijdwagens van de Farao, toen het volk door de Rode Zee trok. Ook toen klonk aan het eind van de strijd een vrouwenlied ter overwinning, het lied van Mirjam de zuster van Mozes. Met het lied van Deborah wordt ook dit verhaal een verhaal van bevrijding. Bevrijding van onderdrukking en slavernij en zonder de persoon van Deborah had dat niet gekund zegt het lied. Ook nu nog klinken er liederen van bevrijding. Huub Oosterhuis heeft er honderden geschreven, maar ook vrouwen mengen zich in het koor. Jammer alleen is dat zij wat weggedrukt worden. In de aanvulling op het liedboek van de kerken "Tussentijds" vinden we nog wel een paar teksten terug maar nauwelijks een van de vele prachtige melodieën die in de reeks Eva's lied zijn verschenen en die een werkelijke meerwaarde toevoegden aan het gebruikelijke muzikale idioom van de kerken. Maar al zingende leren we in elk geval goed naar vrouwen te luisteren en hen niet zoals in veel kerken de mond te snoeren. Te hopen is dat in het Nieuwe Liedboek voor de Kerken, waarvoor inmiddels opdracht is gegeven, meer liederen van vrouwen mee gaan klinken. Er zijn in de Protestantse Kerk Nederland al gemeenten die in elke viering op zondag tenminste één lied van vrouwen laten zingen. Als dat veel gebeurd kan de Interkerkelijke Stichting voor het Lied, dat de nieuwe bundel gaat samenstellen, niet meer om de vrouwen heen. Barak en Deborah leerden ons dat vrouwen ons ook in de strijd kunnen voorgaan en zonder Deborah was het waarachtig niet gegaan. Van alle liederen en verhalen die in de vroegste tijden zijn ontstaan hield haar lied het, als getuigenis van geloof, het langste vol.
Vuur ons aan Rechters 5:12-22
Soms vraagt een volk leiderschap. In het couplet van het lied van Deborah hierboven wordt het leiderschap gevraagd van Deborah, de rechter. Haar kenden ze want zij sprak recht als mensen haar rechtsgeschillen voorlegde. Eerlijkheid en onafhankelijkheid waren kennelijk de eigenschappen die men zocht in een leider. In New Orléans vroegen na de ramp met de orkaan Katrina ze leiderschap van een president die zich pas na 5 dagen liet informeren over de gigantische ramp die zijn land had getroffen. En zijn commentaar na de briefing die hij kreeg was dat het tijd werd om van je naaste te houden zoals je van jezelf
houdt. Een beetje laat vonden veel Amerikanen. Als hij de Bijbel goed zou hebben gelezen, en vooral het gedeelte uit het boek Rechters dat we hier lezen, dan had hij geweten dat het toepassen van de Wet van de Woestijn die hij zo treffend citeerde al direct vanaf de eerste dag van zijn regering zou hebben moeten beginnen en dat hij die wet onophoudelijk had moeten uitdragen. Want dienen we niet voortdurend oog te hebben voor de armen, voor de mensen die in nood zijn? Daar kun je toch niet een week mee wachten? Wat dat betreft moeten al die bewonderaars van de Amerikaanse cultuur toch goed de gang van zaken in Amerika volgen. In 1953 waren in ons land bij de watersnoodramp in Zeeland de eerste Nederlandse militairen de nacht na de storm aanwezig om mensen te evacueren. Dat duurt in Amerika dus tenminste 5 dagen. Het feit dat in Nederland het bezit van wapens absoluut verboden is maakt het uitbreken van gewapende plunderingen ook heel wat minder waarschijnlijk. Een cultuur van ieder voor zich helpt ook al niet om de zwaksten te helpen. De gevolgen van een mogelijke ramp zijn kennelijk goed te voorspellen aan de maat waarin een volk in staat is van de armsten en de zwaksten in de samenleving te houden als er geen ramp is. Als mensen tijdens een normale situatie worden uitgesloten dan zullen ze massaal sterven in tijden van nood. Wat dat betreft mogen we ook in onze samenleving wel goed uitkijken met het afschaffen van de zorg voor arbeidsongeschikten, zieken en ouderen. Steeds weer verschijnen er cijfers waaruit blijkt dat arbeidsongeschikten steeds vaker werkloos blijven. Ondanks de krapper wordende arbeidsmarkt komen ouderen en gehandicapten maar moeilijk aan het werk, hoe geschikt ze ook voor dat werk zelf zijn. En oud CDA minister Bert de Vries rekende voor dat al die bezuinigingen helemaal niet nodig zijn. We importeren kennelijk liever hoog opgeleide werknemers uit een buitenland dan talenten uit onze samenleving zelf in te zetten. Tijd voor een Nederlandse Deborah die ons aanvuurt de Wet-van-je-naaste-liefhebben-alsjezelf voortdurend te blijven onderhouden.
Vervloekt zijn inwoners Rechters 5:23-31
Het overwinningslied van Deborah en Barak is onverwacht hard voor de mensen die het volk Israel niet te hulp kwamen toen ze bedreigd werden door Sisera en zijn leger. Het is of je de armen van New Orléans hoort uitvaren tegen de regering van president Bush, te laat en te weinig is de hulp die geboden werd. En waarom was die hulp eigenlijk nodig? Voordat de storm het vaste land van de Verenigde Staten bereikte was besloten dat New Orléans verplicht geëvacueerd moest worden. En dat is ook gebeurd. Iedereen vertrok, lange rijen auto's trokken naar het Noorden. Tweehonderdduizend mensen bereikten Houston in Texas en vonden daar onderdak. Waar kwamen al die mensen dan toch vandaan die vijf, zes dagen na de storm nog staan te zwaaien op de daken? Die met
duizenden bijeen schuilden in het stadion en in het congrescentrum. Het waren de armen, de zwakken, de zieken en de ouderen. Zij waren compleet vergeten. Mensen die geen auto hadden, die geen geld hadden voor een vliegtuigticket, die te oud waren om dat zelf nog te regelen, of die daarvoor te ziek waren. Bij een evacuatie verwacht je dat leger of politie huis na huis nagaan wie er vertrokken is en wie er achtergebleven is. Als er mensen achterbleven zijn moeten ze soms overtuigd worden van de noodzaak om te vertrekken, maar veel vaker moeten ze daarbij geholpen worden. Op kleine schaal komt dit ook in Nederland met enige regelmaat voor. Sporthallen of buurtcentra worden dan ingericht voor de opvang, soms blijven die leegstaan, omdat iedereen in een buurt zelf voor onderdak zorgt, maar dat ze er zijn is omdat niemand vergeten behoort te worden. Iedereen hier hoort bij onze samenleving. In Amerika kennelijk niet. Daar is Samen Leven hetzelfde als “ieder voor zich”, in het boek Rechters staat dan de zin “en ieder deed wat goed was in zijn ogen”.Zelfs als de ramp zichtbaar is wordt eerst een particulier ziekenhuis ontruimd en pas de volgende dag het charitatief ziekenhuis. De mensen met geld en macht gaan voor. De President van Amerika kon dan wel vroom hebben gedaan over het gebod van Jezus van Nazareth, maar de predikers, priesters en evangelisten moeten toch wat vaker uitleggen dat alles wat hij doet gemeten moeten worden naar het effect dat het op de armen heeft. Anders kan het vervloekt toch ook klinken tegen de inwoners van het Witte Huis. Wij kennen de uitdrukking van “ieder voor zich” ook en voegen daar vaak aan toe “God voor ons allen”, maar telkens weer moeten we leren uit het verhaal van Israel, en hier uit het boek Rechters, dat God onze handen en voeten nodig heeft om voor Gods kinderen te zorgen. Als onze handen en voeten het laten afweten loopt het slecht af met Gods kinderen. Vervloekt zijn allen die het laten afweten, ook nu nog.
In bergspleten en grotten Rechters 6:1-10
Als je wordt onderdrukt wordt je ook vindingrijk. Het volk Israel werd onderdrukt door de Midjanieten. Jaar op jaar kwamen die het land plunderen tot er niets meer over bleef, nog geen schaap of ezel. En dat in het land overvloeiende van melk en honing. Maar, zo zegt het verhaal, het volk was de uittocht uit de slavernij en de tocht door de woestijn vergeten. De Wet van eerlijk delen en van de ander houden als van jezelf was vergeten. En als je niet wilt delen komen ze het wel halen. Begin jaren 70 van de vorige eeuw werd in Chili de wereldhandelsconferentie gehouden, de UNCTAD. Toen werd al voorspeld dat het aantal economische vluchtelingen zou toenemen als we de armoede, in wat toen genoemd werd de derde wereld, niet zouden bestrijden. Ook de conflicten zouden toenemen en we zouden horen van honger en massasterfte. Van aids wist nog niemand, maar de voorspellingen zijn allemaal
uitgekomen. Jan Pronk werd in 1973 minister van ontwikkelings-samenwerking en hij zorgde er voor dat Nederland het eerste land, en tot nu toe het enige land, werd dat zich hield aan de afspraak om een vast percentage van de rijkdom af te staan aan de armen. Diezelfde Jan Pronk heeft onlangs een boek gepubliceerd onder de titel "Willens en Wetens". Als je wilt weten waar die profeet, over wie het in dit stuk uit Rechters gaat, het nou eigenlijk over heeft moet je dat boek eens lezen. EĂŠn van de zaken, die de armoede goed illustreert, is het gegeven dat 2 miljard mensen geen toilet hebben en dus niet weten waar ze hun behoefte moeten doen. Dat wat we horen over de rampen van het water in de straten van New OrlĂŠans is voor veel landen met rivieren en meren in de derde wereld al jaren heel gewoon. Er komt weer een conferentie van de Verenigde Naties aan over armoede. Volgens Jan Pronk, maar ook volgens die profeet uit Rechters, moeten we zelf zorgen voor de bevrijding van armoede. Het is nog steeds niet een ieder voor zich en God voor ons allen. Onophoudelijk dienen we bezig te zijn met de armen in de wereld. Hongeren en dorsten naar gerechtigheid heet dat in de Bijbel. Met die bevrijding kunt U vandaag nog beginnen in de Wereldwinkel of de Fair Trade shop. Uiteindelijk zijn er armen die de goederen produceren, zijn het armen die de grondstoffen bewerken tot voorwerpen of voedsel voor ons rijken. Het zijn diezelfde armen die recht hebben op een volwaardig loon. Maar het zijn tolmuren rond onze rijke landen die de invoer van die goederen en dat voedsel zo duur maken dat we meestal de voorkeur geven aan producten die onze rijken nog rijker maken en de armen dus nog armer. Wij kunnen die wereld omkeren. Zo vindingrijk kunnen we worden als we ons onderdrukt gaan voelen door die onrechtvaardige handelsverhoudingen.
Waar blijft hij dan? Rechters 6:11-24
Een vraag die vaak wordt gesteld in grote nood. Waar is de God die het volk Israel uit de slavernij van Egypte heeft geleid? Nou was Mozes daar de grote leider van het volk, dat van die God eigenlijk maar een paar simpele regels had gekregen, regels waar ze maar steeds van afweken. Toen Gideon dan ook de oproep hoorde om terug te keren naar die simpele regels stelde hij dezelfde vraag. En het antwoord was weer even simpel:"doe het zelf". Iets te simpel, Goden doen toch wonderen nietwaar. Dus haalde Gideon de gebruikelijke offeranden van huis, een beetje deftig, en het werd op een altaar gelegd. Maar de boodschapper van God stak er een vuurtje onder, at het op en verdween. Zo stond het ook in het verhaal over de Wet van de Woestijn, met het altaar en de tafel met brood. De offers waren voor de priesters en een paar keer per jaar moest je komen eten met je familie, de armen uit je omgeving en de vreemdelingen met wie je moest samenwonen. Zelf voor het eten zorgen en je had aan je religieuze plicht voldaan, Gideon was volgens dit verhaal een slimme
vogel, om de plunderende Midjanieten te misleiden dorste hij het graan in een wijnpers. En hij was ook zo slim om zich het oude verhaal van die Wet van de Woestijn te herinneren. Die God was het, die God die geen beelden wilde, die de offers voor de priesters bestemde, die woonde in een tent waar alleen een kist in stond. Een kist met daarin de stenen waarop het contract stond dat die God met het volk had gesloten, hou van je naaste zoals je van jezelf houdt. Heel anders dan de goden van de volken om Gideon heen, die beelden hadden op de akkers. De goden van goud en beloften, van vruchtbaarheid en winst. Nog één obstakel was er. Gideon en zijn familie waren maar gewone boeren, niks van aanzien en zeker geen erkende leiders. Maakt niks uit zegt het verhaal. Iedereen die er in geloofd kan er aan meedoen kan er tegen in opstand komen, tegen de onderdrukking, de diefstal, tegen de profiteurs. Genoeg is genoeg. En dat was ook het motto van de demonstratie tegen de etnische tweedeling die in Amsterdam werd gehouden. Willen we echt in een land wonen waar onze burgerrechten worden afgepakt omdat we bang gemaakt worden voor elkaar. Nee toch? Genoeg is genoeg. Je hebt voor zo'n demonstratie geen leiders nodig, zelfs geen organisatie. Je kunt die demonstratie zelfs elke dag zelf houden. Organiseer maar een maaltijd met je familie, de armen uit je omgeving en de vreemdelingen met wie je in de buurt samen moet wonen. Tijdens de Ramadan van Islamieten in de avonduren als de zon is ondergegaan, maar in de rest van het jaar kan het op elk moment van de dag. Als een demonstratie tegen de tweedeling in de samenleving, daar zit God zelf mee aan tafel.
“Ik zal er zijn” geeft rust Rechters 6:25-40
Je moet maar durven. Die Gideon ging in tegen alles wat het fatsoen, het geloof en de normen en waarden van de mensen om hem heen van hem vroegen. Hij sloeg het altaar van de hoofdgod van de vruchtbaarheid in stukken, hij hakte de heilige paal, die de vruchtbaarheid van het land van zijn vader moest garanderen, het was een soort bewaakgod, in stukken en stookte daarmee een vuur, hij offerde een stier maar niet de eerste de beste maar de tweede. Een stier met het symbool van de heerschappij van de Ene over de hele aarde, een stier van zeven jaar. Dat doe je niet zo maar, dat levert gevaar op voor je eigen leven, mensen pikken die brutaliteit en dat spotten met hun godsdienst niet. Gideon deed het dus in de nacht. Maar de mensen ontdekten toch wie het had gedaan en riepen hem ter verantwoording. Nou was de heilige paal van de vader van Gideon, dus die liep het risico. Het was die vader die de juiste keuzes moest maken, die moest kiezen voor het soort godsdienst dat voor hem de ware was. Daarom een bijzondere redenering. Als er een bewaakgod zou zijn die beledigd was dan moest die maar het juiste proces voeren. En als je de processen aan de afgoden
overlaat dan komt er niets van terecht. Het achterna lopen van de afgoden van onze tijd kan overigens wel de nodige slachtoffers eisen. Al jaren worden misdrijven tegen kinderen groot opgeblazen. Alsof niet elk leven evenveel waard is, wordt een moord op kind extra groot uitgemeten. De afgod van het succes en de afgod van de sensatie vragen een offer, een verdachte en een levenslange veroordeling. De veiligheid van onze kinderen zou de veroordeling van een dader vragen, maar als die veroordeling ingewikkeld is en het offer aan de god van succes in de weg staat kan er gemakkelijk een tunnelvisie ontstaan. En roept CDA minister Donner dat het ontmaskeren van deze afgodendienst de schuld is van de media en niet van de afgodendienaars. Er zat wel jarenlang een onschuldige in de gevangenis met het idee dat die opsluiting de rest van zijn leven zou duren. Zou de politiek nu werkelijk de weg op willen van recht en gerechtigheid? De weg van uiterste zorgvuldigheid? Gideon ging nog eens na of de natuur wel echt zo natuurlijk was, een onbehandelde schapenvacht trekt alle vocht aan, ook al is de lucht droog, een gewassen schapenvacht blijft droog, ook al is de lucht vochtig. Inderdaad zo is het, het volk kan bevrijd worden van de afgoden. Laten we voor de veiligheid van onze kinderen hopen dat het opnieuw lukt. Dat we rechtspleging krijgen die zich niet laat leiden door de goden van succes en sensatie maar recht doet aan de mensen om wie het gaat.
Het leger is te groot Rechters 7:1-14
Wie op de derde dinsdag in september wel eens de hele stoet vrome en keurige politici voorbij heeft horen komen en ze horen uitleggen dat het volgend jaar met de rijken beter gaat en met de armen niet slechter zinkt de moed in de schoenen als je er aan denkt hoe je van dit land werkelijk een rechtvaardige samenleving kan maken. Als de olieprijzen op de wereldmarkt werkelijk stijgen gaan de prijzen omhoog en kunnen we minder voor ons geld kopen. Nou gaat het kabinet er van uit dat de olieprijzen met niet verder stijgen. De armen in het land gaan er volgend jaar dus niet op vooruit. Dit kabinet van Samen Werken en Samen Leven probeert te doen of ook de rijken moeten leren mee te doen. Een paar magere maatregelen moeten verhullen dat Samen Delen in ons land nog lang niet gerealiseerd wordt. Neem nu de de ziektekosten. Mensen die in het ziekenfonds zaten moeten nog steeds fors meer betalen dan voorheen, mensen die particulier verzekerd waren mogen nog steeds fors minder betalen dan voorheen. Om de gezondheidszorg voor de rijken betaalbaar te houden moeten de armen dus bijpassen. Van een systeem van betalen naar draagkracht kan ook voor deze regering geen sprake zijn. Gelukkig hebben we hier het verhaal van Gideon die ook een vijand moest bestrijden. Een vijand die als een sprinkhanenzwerm het volk kwam beroven. Hij mocht er op vertrouwen dat
slechts een handvol toegewijde mensen genoeg was om de bedreiging af te wenden. En het is nog steeds zo, een handjevol toegewijde mensen kan de ergste bedreigingen voor onze samenleving afwenden. Mensen die zorgen dat jongeren niet in koude buurten hoeven rond te hangen, politici die zorgen dat de uitkeringen op peil zijn en de scholen in aantrekkelijke gebouwen zijn gehuisvest. En als maar een handvol mensen blijven vragen wat de partijen van plan zijn met de armsten in de stad, met de zieken en gehandicapten, met de ouderen, dan veranderd het vanzelf. Als door een gerstebrood rollend van de berg zullen de rijken die huilen bij de geringste maatregel om te delen weggevaagd worden. En wees er van overtuigd, dat handjevol mensen dat elke week een paar uur besteed om in de Fair Trade winkel of de Wereldwinkel te staan heeft het al zo ver gebracht dat veel supermarkten ook de Fair Trade en Max Havelaar producten zijn gaan verkopen. Als dat handjevol mensen het volhoudt zal de roep om de afbraak van de onrechtvaardige tolmuren toenemen en zal die roep de beslissende politici bereiken, tot ze er niet meer omheen kunnen en gedwongen worden recht en gerechtigheid te doen.
Ze sloegen hun kruiken kapot Rechters 7:15-8:3
Zo jaag je een vijand zoveel schrik aan dat die op de vlucht slaat. Een heleboel lawaai maken. Zo af en toe kan dat op het Binnenhof in Den Haag. Eens hadden twee honderd en vijftig organisaties opgeroepen om het Binnenhof te omsingelen in protest tegen het regeringsbeleid van die dagen. Bijna net zoveel organisaties als Gideon mensen in zijn leger had. Ramshoorns en kruiken mee en dan moet het vast lukken want het is bar hard nodig. Wie had geen schrik toen hij de toenmalige CDA fractievoorzitter Verhagen hoorde verkondigen dat het echt goed voor het land is dat de rijken rijker en de armen armer worden. De Paus heeft niet zo lang geleden geroepen dat er meer kinderen moeten komen dus stelde Verhagen voor om gezinnen met kinderen nog een fooitje van 90 euro te geven. Schandalig is natuurlijk dat hij dat beleid ook nog Christelijk durft te noemen. Het is geen wonder dat de kerken leeglopen, bij zo'n soort christendom wil je als fatsoenlijk mens al lang niet meer horen. Er blijft gelukkig nog genoeg over om te kiezen vanuit de Wet die ons is gegeven in de Bijbel en waarvoor ook Gideon het volk weer warm liet lopen. Houd van je naaste als van jezelf. Daarbij mag je best van jezelf houden. Het Centraal Planbureau heeft voor de verkiezingen plannen van PvdA, Groenlinks, SP en Christenunie doorgerekend en ontdekt dat die plannen het inkomen eerlijker verdelen, er voor zorgen dat de armen wat minder arm worden, en de rijken niet zoveel meer rijker. Maar ook dat zieken en gehandicapten er beter in plaats van slechter af zijn, dat werklozen
weer werk krijgen en dat er meer mensen op scholen voor de kinderen, en in zieken en verpleeghuizen voor zieken en gehandicapten zorgen. Denk nu niet dat die politieke partijen vanzelf zorgen dat het ook gaat gebeuren als ze eenmaal gekozen zijn. De rijken hebben de macht om via propaganda elke goede maatregel er slecht te laten uitzien. Dat legertje met die ramshoorns, fakkels en kruiken, die soldaten van het boerenland geplukt konden het toch niet winnen op de duur. Zo kunnen al die idealisten het toch ook niet winnen. Rijken hebben we nodig wordt ons verteld. Wie anders dan de rijken moeten de grote bedrijven besturen. Dat er werknemers zijn die voor een redelijk loon dat besturen in werkelijkheid al achter de schermen doen wordt ons niet verteld. Het blazen op de ramshoorn was lang het signaal voor het volk Israel om in het geweer te komen. Telkens weer is het tijd om op de ramshoorn te blazen zodat we elkaar rond het Binnenhof tegenkomen, samen opkomend voor de armen in onze samenleving, onophoudelijk zoekend naar recht en gerechtigheid voor iedereen.
Ze hebben het geweten Rechters 8:4-21
Een Franse Koning heeft ooit eens gezegd dat de geschiedenis zich steeds herhaalt en als je zo van dag tot dag in de Bijbel leest lijkt dat een waar woord te zijn. Gideon had met slechts 300 mensen de vijand op de vlucht geslagen maar als je nu denkt dat men de soldaten te eten zou willen geven vergeet het maar. Veilig verschanst achter hun muren dachten de machtigen uit de dagen van Gideon dat ze de soldaten wel in hun sop gaar konden laten koken. Nou dat hebben ze geweten, de heersers van de ene stad werden met doornstruiken uit de woestijn afgeranseld, en die doen heel wat meer pijn dan de duindoorns die wij kennen, en van de andere stad werden burgers gedood en de trotse toren omvergehaald. We kunnen in onze tijd gelijksoortige taferelen niet meer verwachten, wij hebben het poldermodel waar brave vakbondsbestuurders uren, dagen, maanden, jaren rond de tafel zitten met de machtigen uit het bedrijfsleven en de regering. Jarenlang hebben Nederlandse werknemers hun inkomenseisen gematigd omdat hen werd voorgehouden dat dat nodig was voor het herstel van economie. Nu wordt verwacht dat die zich hersteld heeft en wie krijgen nu de voordelen, dat zijn de rijken. Dezelfde rijken waarvan werd gesproken als over exorbitante zelfverrijking, nog niet zolang geleden. Heel voorzichtig wordt voor een paar rijken iets geprobeerd om ze laten matigen. Het gehuil en gebrul is niet van de lucht. De armen moeten aanvullende verzekeringen voor hun gezondheid betalen als waren ze particulier verzekerd en de basispremie voor de zorgverzekering gaat alleen maar omhoog, voor hen komt de stijging van de energieprijzen het hardst aan, zij zijn het meest afhankelijk van de verlaagde huursubsidie. Zij moeten trouwens maar afwachten of de bureaucratie bij de
belastingen de extra 6 miljoen te ontvangen aanvragen nu eindelijk wel aankan. Waarom laten we steeds die exorbitante zelfverrijking, zoals de Midianieten dat in de tijd van Gideon ook deden, niet afstraffen maar belonen met extra belastingvoordelen. Het is hoog tijd de doornstruiken op te gaan halen, om het gehuil van de wolven in het bos te stoppen en die politici te steunen die eindelijk een heel klein beetje recht willen doen aan de inspanningen van zoveel werknemers die de bedrijven pas echt groot hebben gemaakt en de aandeelhouders de winsten bezorgen waar ze zo trots op zijn. De bonussen horen niet aan de top uitgedeeld te worden maar aan de basis, daar worden de producten gemaakt, daar wordt verkocht, daar wordt de naam van het bedrijf hoog gehouden, daar worden de diensten verleend. Managers zijn nauwelijks in staat daar iets bij te sturen maar spelen mooi weer met de management informatie die hen door de basis wordt verstrekt.
Ik zal uw heerser niet zijn Rechters 8:22-35
Natuurlijk keek iedereen tegen Gideon op. Je zult maar een leger hebben verslagen dat ongeveer 100 keer groter was. Een leger van een vijand die jaar op jaar de oogst kwam roven. Een leger zo sterk en machtig dat het volk trucs ging verzinnen om toch wat te eten over te houden. Rotsspleten en spelonken werden geliefde plaatsen om voedsel te verbergen. Gideon zelf stond het graan te dorsen in een wijnpers. En pas midden in de nacht durfde hij het altaar van Baäl te slopen en de paal van Asjeera om te hakken. Zelfs toen de vijand op de vlucht was geslagen durfden de stedelingen hem niet te eten te geven. Toch wil Gideon geen koning worden. Er is immers maar één machthebber en dat is God zelf, zoals er maar één Wet is: heb God lief boven alles en het tweede daaraan gelijk is heb je naaste lief als jezelf. Het kan niet vaak genoeg worden herhaald want macht is zo verleidelijk. Of het nu in het groot is of in het klein, een monumentje wil iedereen wel voor zichzelf opgericht zien. Ook Gideon ontkomt niet helemaal aan de verleiding als hij een deel van de oorlogsbuit vraagt om er een standbeeld van te laten maken waar het volk eer aan kan gaan bewijzen. Maar het volk had veertig jaar rust. Gideon nam het er overigens wel van alsof hij een koning was. Hij had kennelijk een grote harem die hem zeventig zonen schonk, want hij had vele vrouwen staat er. Niet zo heel vreemd na een oorlog trouwens want dan plegen er nogal wat mannen te sneuvelen. En er was de plicht om voor je familie te zorgen, om te zorgen ook dat weduwen weer nageslacht kregen die voor hen konden zorgen. We komen ooit nog wel eens het boek Ruth te lezen dat daarover gaat. Het is dan ook geen wonder dat één van die vrouwen haar zoon de naam Abimelech gaf. Dat betekent: "Mijn vader is koning". Een dubbelzinnige naam want dat kan natuurlijk net zo goed op Gideon als op God slaan. Abimelech werd dan ook koning, maar ja dat was niet bedoeling en het
volk begon weer achter afgoden aan te lopen. We leren het ook nooit lijkt het. Rijkdom en aanzien blijven de overhand houden. Het shownieuws is belangrijker dan de faillissementen. De vuurpijl van André Hazes belangrijker dan een anderhalf jaar oud doodziek kind dat door Rita Verdonk dreigde te worden uitgewezen ondanks de ziekte. Het nieuws gaat over ruzie tussen mensen die we niet kennen over zaken die we niet weten. Relaties van artiesten zijn vaak belangrijker dan beslissingen over de manier waarop in onze samenleving de armen, de thuislozen, de zieken en gehandicapten een plaats krijgen. Enkelingen worden er soms uitgeplukt en tot ons vermaak geholpen. Of ze daar dan ook op de lange termijn wat aan hebben horen we niet, hoe het met al die anderen in gelijke situaties moet horen we ook niet. Amusement verenigt zich kennelijk niet met echte liefde voor de naaste. Ook wij hebben de Rechters die ons de juiste richting wijzen hard nodig
Wie hebben ze liever als heerser Rechters 9:1-21
Sterke leiders hebben we nodig. We horen dat vandaag de dag ook nog wel. Wie heeft in het debat over de algemene beschouwingen het meeste leiderschap getoond, de leider van de regeringsfracties of de leider van de oppositie? Alsof het belangrijk is wie de winnaar is, of de inhoud niet belangrijker is en dus wat de winnaar is. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat inhoud inderdaad meestal voor mensen niet belangrijk is. Aan de Universiteit van Nijmegen hebben ze, al weer lang geleden, een aantal mensen naar hun voorkeur gevraagd, vonden ze Wiegel, toen fractievoorzitter van de VVD of van Thijn, toen fractievoorzitter van de PvdA, beter. Vervolgens kregen de mensen een opname van beide politici te zien en werd er gevraagd wie er een beter verhaal had, Wiegel of van Thijn. Het bleek dat de mensen die Wiegel beter hadden gevonden ook zijn verhaal beter vonden en mensen die van Thijn beter hadden gevonden vonden ook van Thijn beter. Wat de mensen niet echt door hadden was dat beide politici letterlijk hetzelfde verhaal hadden gehouden. "Een beter verhaal" was er dus helemaal niet. Door al die koningen door de eeuwen heen, door directeuren en ministers-presidenten aangevuld met kapiteins en generaals zijn we er in gaan geloven dat je per se één mens als baas moet hebben. De Bijbel leert dat het zonder ook zou kunnen, alleen wij willen dat niet. De mensen van Sichem trappen er ook weer in. Wie wil er nu 70 bazen, één is beter, en het liefst één van het eigen volk. Abimelech dus, zijn naam betekent immers al zoon van de koning. Joram, de jongste zoon van Gideon prikt er fijntjes doorheen met zijn beroemde fabel over de bomen in het bos. De bomen kijken wel uit om koning te worden. Ze dragen vrucht, geven schaduw, verschaffen genot, kortom, behalve de doornenstruik, hebben ze allerlei goede taken en eigenschappen. Een koning is alleen maar koning. En wie wil er nu een doornenstruik als koning. Als je per se een sterke leider wil hebben hou je er altijd een doornenstruik aan over, die is nergens anders geschikt voor. Laten we dus vooral goed opletten wat die politici met ons voor hebben. Al die partijen hebben internetpagina's, op
sommige staat welke leuke bijeenkomsten ze organiseren, op andere staat wat ze willen bereiken, wat ze met ons en de samenleving voorhebben. Ga maar eens surfen langs de bomen van ons politieke bos. En waar dat kan laat je horen. Er zijn partijen die dat op prijs stellen, er zijn politici die alleen hun eigen gelijk horen. Het boek Rechters leert ons dat voor een rechtvaardige samenleving alle mensen ook met de rechtvaardigheid in die samenleving bezig zouden moeten zijn. De Rechters die optreden zijn voorbeelden. Zij laten zien hoe iedereen zich eigenlijk heeft te gedragen en wat de valkuilen daarbij kunnen zijn.
Kom maar op met je leger Rechters 9:22-49
Het loopt altijd weer op oorlog uit. De ene koning tegen de andere heerser. En elk weet een leger op de been te brengen. Als er niemand naar de oorlog zou gaan was er ook geen slagveld nietwaar. In dit verhaal begint het met de koning zelf, die iedereen afslacht voor hij de troon bestijgt. Als dat de norm is hoeft het niet verbazen dat anderen dat navolgen. Dus begint iemand een roversbende, snel klaar, snel rijk. En dan is er ook vast iemand die net zo machtig als de koning gevonden wil worden, macht, rijkdom en aanzien trekken immers altijd. De hele zaak loopt dan weer geweldig uit de hand en het land ligt bedekt met lijken. Het verhaal uit het boek Rechters is eeuwen oud, maar het had vandaag in de krant kunnen staan. VVD minister Henk Kamp deelde wapens uit in centraal Afrika dus je kunt wachten op een oorlog daar. Wie de belangen van de Verenigde Staten volgens de Verenigde Staten schaadt kan een leger verwachten. Ja, nu even niet, maar als de rotzooi in de Golf van Mexico is opgeruimd, of als ze zich eindelijk hebben teruggetrokken uit Irak, gaan ze er vast weer stevig tegen aan. Dat soort leiders en koningen heb je dus in het geheel niet nodig om een vreedzaam leven te leiden. We hebben het al over Ehu en OthniĂŤl gehad, en over Deborah en over Gideon, die gaven een andere richting aan. Over de Bijbel wordt wel eens gezegd dat het vol oorlogen en slachtingen staat en dat we het daar toch niet over zouden moeten hebben. Maar op dit moment, als U dit leest, zijn er op de wereld minstens 34 gewelddadige conflicten aan de gang die je onder het begrip oorlog zou kunnen brengen. Daar zouden we het dus wel over moeten hebben want de wereldgemeenschap zou haar stinkende best moeten doen om deze conflicten tot een einde te brengen en er vrede te brengen. Zelf kunnen we daar aan bijdragen door hard te protesteren tegen wapenleveranties zoals die van onze eigen regering. Maar ook tegen voorwaarden die de wereldbank op verzoek van Nederland op gaat leggen aan arme landen voordat de schulden worden kwijtgescholden. Die voorwaarden maken dat wij van die kwijtschelding rijker worden doordat ze daar geen tariefmuren mogen oprichten om onze producten tegen te houden, die voorwaarden maken dat er een rijke klasse gaat ontstaan omdat de Wereldbank
eerlijk delen nu eenmaal verbiedt. Eerlijke handel heet in Nederland tegenwoordig Fair Trade, en dat zijn kleine aparte winkeltjes die gedreven worden door gedreven vrijwilligers. Hun producten zijn er op gericht de oneerlijke tolmuren aan de kaak te stellen die producten uit de arme landen tegenhouden. Zij zorgen er voor dat de makers en verbouwer van die producten een eerlijk loon krijgen. Help ze maar, dan help je ook een beetje de oorlog de wereld uit.
Een vrouw heeft hem gedood Rechters 9:50-10:5
Wij kennen natuurlijk onze Kenau Simonsdochter Hasselaar en Trijntje Rembrandsdochter uit de geschiedenisboekjes. Op de wallen van respectievelijk Haarlem en Alkmaar hielpen zij de Spanjaarden te verdrijven die de pas verworven godsdienstvrijheid kwamen bestrijden. In Haarlem liep het uit op een bloedbad waarbij de burgers rug aan rug gebonden in het Spaarne werden geworpen maar in Alkmaar begon de Victorie en ook dit jaar op 8 oktober zal dat uitbundig in Alkmaar gevierd worden. Daar werd ons land geboren heet het dan. Ook de Bijbel kent dat soort vrouwen. We hebben het al eens over Jaël gehad die het volk van generaal Sisera bevrijdde en in het bovenstaande gedeelte komt een anonieme vrouw voor die met een maalsteen het volk bevrijde van Abimelech. Die Abimelech kan nog wel zo dapper zijn en zijn wapendrager het vonnis laten voltrekken, dat hielp niet. het was inderdaad een vrouw die hem heeft gedood. Eind van de koningen weer voor een tijdje. Jarenlang deed het volk het vervolgens weer zonder regering, zonder machthebbers, gekozen of niet. Wij kunnen ons dat niet meer voorstellen. Natuurlijk wordt er gesproken over Tola en daarna over Jaïr maar dat waren Rechters, bevrijder wordt er van Tola zelfs gezegd. Als er weer rovers kwamen om de oogst te roven en het land te plunderen bliezen ze op de ramshoorn en wezen het volk de weg om het gericht te voltrekken dat nu eenmaal aan criminelen voltrokken moet worden. Macht kwam er niet aan te pas en het aanzien van de Rechters werd ontleend aan hun daden niet aan de positie die ze bekleedden. Wetgeving was ook niet nodig want er was één Wet. Een wet die uitstekend voldoet voor een volk, tot op de dag van vandaag, de wet van heb je naaste lief als jezelf. Een wet van vandaag de dag is bijvoorbeeld de wet op het zorgstelsel. Er zijn mensen die zich zorgen maken over de onverzekerden. Ook een paar jaar na de invoering van die wet zijn er onverzekerden. Er zijn mensen die denken dat de premie te hoog wordt zodat er veel meer zorgtoeslag moet worden uitbetaald, maar er zijn ook mensen die denken dat premieheffing naar draagkracht veel rechtvaardiger is. Dat premieheffing naar draagkracht voorkomt dat er onverzekerden bijkomen. Gewoon samen met de belastingheffing de premie vaststellen en niemand hoeft in problemen te komen. Geen gezeur met doorgeefbelasting, een betere term voor zorgtoeslag, en geen angst voor ouderen, zieken en gehandicapten dat er
niet meer voor hen gezorgd kan worden. Het wordt tijd dat er in onze politiek een goede Rechter opstaat, zo iemand die de richting wijst, de richting van de mensen die buiten spel staan, die langs de kant staan, die buitengesloten raken van onze samenleving. Die richting zou de politiek moeten kijken als ze wetten als de Zorgwetgeving maken.
Als eerste de strijd durven aan te gaan Rechters 10:6-18
Degene die als eerste de strijd durft aan te gaan krijgt de heerschappij over heel Gilead zo besluit het stuk dat we hier uit de Nieuwe Bijbelvertaling lezen. Het was weer eens zo ver, ze waren vreemde goden achterna gelopen. De bekende vruchtbaarheidsgoden en de goden van de omringende volken. Het moest weer overlopen van succes en klatergoud. Waar hebben we dat meer gehoord. Volgens het verhaal werd God zelfs moe van het steeds weer moeten bevrijden. Goden en koningen moeten toch niet nodig zijn om ons te beschermen. We maken ons nog steeds afhankelijk van beursgoeroes, zogenaamd sterke politici die in één zin onze onvrede verwoorden, leiders van grote bedrijven en banken, generaals en opinieleiders. Als we met z'n allen zouden zorgen dat we met z'n allen gelukkig zijn, en dus eerlijk delen in plaats van op succes te letten moet het toch ook en misschien veel beter kunnen. In ons verhaal belooft het volk het nog een keer te proberen. De leider moet dan iemand worden die het nut als leider ook bewijst. Iemand die als eerste de vijand durft aan te pakken. We zouden zulke leiders ook wel willen hebben nietwaar, mensen die de problemen ook oplossen. Die zorgen voor eerlijk delen in plaats van de rijken te bevoordelen. Maar we krijgen leiders die show voorop zetten. Minister Pechtold wilde er zelfs de kieswet voor veranderen toen hij nog minister was. Mensen zouden met minder voorkeurstemmen de Tweede Kamer in moeten kunnen komen vond hij. Daarmee zet je natuurlijk inhoud en programma's op de tweede plaats en mooie praatjes en demagogie op de eerste plaats. De kiesraad heeft het idee verworpen maar hij lijkt er aan vast te houden en het laatste woord is aan de Tweede Kamer zelf die toch inzag dat het zo niet zou moeten. Maar het idee dat het meer van personen dan van inhoud af moet hangen blijft leven. We moeten de vreemde goden kennelijk nalopen. Het klinkt zo mooi nietwaar, televisiedemocratie met spannende debatten in plaats van detectiveseries. In Amerika is dit soort persoonsdemocratie verworden tot een rituele scheldpartij en een wedstrijd moddergooien. Verreweg de meeste Amerikanen bemoeien zich er niet meer mee en gaan niet stemmen. Met alle gevolgen van dien. Een ex cocaïneverslaafde is met behulp van de olie-industrie en zijn broer, die de uitslag manipuleerde, president geworden. De armen kunnen creperen. De oorlogen die worden gevoerd zijn er niet om recht en gerechtigheid te brengen. En in de wereld wordt meer en meer haat en afgunst gezaaid. We zoeken dus leiders die de strijd aan durven gaan om mensen te bevrijden van onderdrukking en
armoede. Rechters laat ons zien waar we op moeten letten, in elk geval niet op mooipraters en moddergooiers.
Verwekt bij een hoer Rechters 11:1-11
Kinderen uit probleemgezinnen kunnen soms nog goed terecht komen. De meesten van hen komen goed terecht. We veroordelen zo graag en bestempelen mensen. Het ene na het andere rapport over probleemjongeren verschijnt en miljoenen worden er gestoken in hulpverleners en wetenschappers die onderzoek willen plegen. Geld om in de jongeren zelf steken is er dan maar weinig. Er wordt soms zoveel bezuinigd dat zelfs de jeugdgevangenissen gevaarlijke plekken worden. Neem nu die Jefta, zoon van een keurige vader. Maar ja, vader was weliswaar getrouwd en had de nodige kinderen, maar de vader van Jefta had ook iets met een hoer. Een relatie waar Jefta uit geboren werd. Die dingen gebeuren nu eenmaal, ook in onze dagen. In plaats van dat Jefta niet kwalijk te nemen, hij had dat overspel immers niet gepleegd, joegen de keurige burgers hem de stad uit. Gestigmatiseerd heet dat, voorzien van het stempel "deugt niet". Op hoeveel jongeren wordt dat etiket al vanaf zeer jonge leeftijd gestempeld. "Allochtoon", of "woonwagenkind"of "die komt uit een asociale buurt". Wees dan niet verbaasd als kinderen aan het negatieve etiket gaan beantwoorden. Ze doen wat de samenleving van ze verwacht. Als iedereen denkt dat je problemen gaat geven dan ga je die geven ook. Jefta werd roverhoofdman zegt het verhaal. Een nuttig beroep als de oorlog uitbreekt overigens. En als er weer oorlog dreigt dan zoeken ze hem daarom ook op. Maar zoveel oorlogen willen wij niet voeren dus zitten we met de ontspoorde jongeren in onze maag. Er waren wel projecten om ouders te helpen bij het opvoeden van zeer jonge kinderen die dreigden het etiket "deugt niet" opgeplakt te krijgen. Die projecten waren zeer succesvol, ze werden dus wegbezuinigd. De universiteiten van Leiden en Utrecht hadden de projecten bedacht, ondersteunt en geĂŤvalueerd, maar vergeefs. We zouden immers eens zonder problemen in onze samenleving komen te zitten, waar moeten politici dan goede sier mee maken en wat moeten probleemonderzoekers dan nog onderzoeken. Het enige dat we kunnen doen met de Jefta's van onze tijd is ze terug te halen in onze samenleving. Echt proberen ze een eigen plaats te geven. Als ze zo goed kunnen handelen in gestolen goed of drugs, kunnen ze wellicht ook wel goed in onze winkels staan te verkopen, en als ze goed zijn in rondhangen op straat zijn het wellicht goede stadswachten die op onze spullen passen. In verschillende gemeenten is dat overigens inmiddels al gebleken. Verder is er vanuit verschillende kerken het initiatief genomen om exgedetineerden op te vangen in Exodus huizen en ze onder begeleiding weer een echte plek in de samenleving te geven. Jammer dat veel mensen die ex-
gedetineerden liever onbegeleid in de buurt hebben en zich verzetten tegen de komst van zo’n Exodushuis.
Ik heb U niets misdaan Rechters 11:12-27
Er zijn in de geschiedenis altijd wel argumenten te vinden om elkaar te bestrijden. Hoever moet je terug gaan om argumenten te vinden om je zogenaamde gelijk te halen? In het verhaal van Jefta ging de koning van de vijand meer dan 300 jaar terug om aan te tonen dat hij terecht aanviel. De Islamistische fundamentalisten gaan graag terug tot de kruistochten om aan te tonen hoe verderfelijk onze samenleving wel niet is. Nou is het zo dat wij niet zoveel meer weten van de kruistochten en daarom onze geschiedkundige kennis moeten opfrissen, maar de kruistochten kunnen toch nimmer een reden zijn voor het opblazen van treinen, vliegtuigen en het sturen van autobommen. In de discussie die Jefta met de koning van de Ammorieten voert speelt de doortocht van het volk een grote rol. Een groep mensen die door de woestijn trekt op weg naar het land van hun oorsprong wil graag door een land trekken maar mag dat niet. Eigent dat volk het recht op doortocht zichzelf toe? volgens Jefta niet, ze trekken er steeds om heen. Alleen als ondanks de omtrekkende beweging een koning toch besluit tot een aanval komt het tot een gevecht dat door Israel gewonnen wordt. We mogen dus leren van de geschiedenis, maar om nu ons gelijk te ontlenen aan de geschiedenis is wat anders. Haarlemmers zullen Spanjaarden echt niet aankijken op wat Spanjaarden met Haarlemmers hebben gedaan in de 80 jarige oorlog. Leidenaren zullen elk jaar echter wel het ontzet van Leiden op 3 oktober 1574 vieren en evenzo hebben Alkmaarders voor 8 oktober een groot feest voor het ontzet van 1573 op touw gezet. Bij deze feesten speelt een rol dat er altijd burgers nodig zijn om de vrijheid van geweten te bevechten. Ook in onze dagen zijn er weer autoriteiten die de vrijheid van meningsuiting van de burgers willen inperken. Die burgers zouden opstand en verzet eens kunnen verheerlijken. Alsof ons land er zonder opstand en verzet geweest zou zijn. Alsof sinds de zestiende eeuw mensen geĂŻnspireerd door richters als Jefta niet voortdurend hebben opgeroepen tot opstand tegen onrecht en dwingelandij. Vrouwen en mannen zijn in ons land op de brandstapel gezet omdat ze er andere meningen op na hielden. Willem de Zwijger, de Vader der Vaderlands, schreef een verontschuldiging voor zijn ontrouw aan de Koning van Spanje waarin hij de vrijheid van geloof en geweten voorop zette. Kennis van deze geschiedenis kan je dus behoeden voor het roepen dat bepaalde geloofsuitingen niet meer mogen en dat een verbod zelfs tot onze historische traditie zou behoren. Maar gebeurtenissen uit de geschiedenis betekenen niet dat we nu nog Katholieken vervolgen of wraak nemen op Protestanten. Wel behoort het tot de traditie te blijven roepen tegen onrecht en gewetensdwang. We roepen daar dus nog maar even mee.
Elk jaar vier dagen rouwklagen Rechters 11:28-40
Veel mensen vinden dit maar een raar verhaal. Die Rechter Jefta die zijn eigen dochter ter dood brengt alleen omdat hij dat nu eenmaal aan God heeft beloofd. Hoewel, hij heeft het niet letterlijk beloofd, het eerste dat hem tegemoet zou komen zou hij offeren. Amerikanen hebben voor zo iemand een zeer lelijk scheldwoord "Son of a bitch", de Bijbel had dit scheldwoord voor Jefta al gebruikt, "zoon van een hoer" betekent zijn naam. Nou was het wel zo dat al het eerstgeborene geofferd zou moeten worden, de eerstgeboren schapen en ezels en zo. Alleen niet de eerstgeboren zoon, en over dochters wordt daar al helemaal niet gesproken. De geleerden zijn het er daarom ook niet over eens of Jefta nu echt zijn dochter heeft geofferd of dat het alleen bij wijze van spreken is geweest. Gewoonten en tradities moeten nu eenmaal ook worden verklaard nietwaar. Bij ons komt Sinterklaas uit Spanje, omdat het Italiaanse Bari ooit onder Spaanse heerschappij viel. Een voorbeeld van een overlevering die in de loop van de geschiedenis tot verkeerde opvattingen is gaan leiden. De meisjes in het oude Israel hadden kennelijk elk jaar een rouwperiode voordat hun meisjestijd voorbij was. Een rouwperiode die toch ergens vandaan moest komen en verklaard moest worden. En al te lichtzinnige beloften moeten we ook niet doen leren we uit dit verhaal. En de Bijbel al te letterlijk nemen ook niet. In het boek Rechters zijn een aantal zeer oude volksverhalen verwerkt maar of de letterlijke betekenis daarvan overeind is gebleven moet je je maar afvragen. De boodschap is in elk geval niet verloren gegaan. Dat we bij wetten goed moeten opletten wat er werkelijk staat is ook duidelijk. Zo heeft vrouwtje Rita Verdonk, toen ze nog minister voor de VVD was, een wet voorgesteld om criminele buitenlanders weg te sturen die een misdrijf hebben begaan waarop een celstraf staat. Voor Christenen is dat een stap te ver omdat je vreemdelingen net zo moet behandelen als jezelf zou willen worden behandeld. Maar één minister vertelde dat het om ernstige zaken zou gaan, niet om winkeldiefstallen. Nou staat er op winkeldiefstallen ook celstraf. Die wordt niet altijd opgelegd door de rechter maar het kan wel. En de straf van de uitwijzing wordt niet door een rechter opgelegd maar door vrouwtje Verdonk zelf. Een tweede kans geven aan mensen die de fout in gaan, zoals de Bijbel ons steeds weer voorhoudt, niet onbezonnen mensenlevens verwoesten, waarvoor we ook in het verhaal van Jefta worden gewaarschuwd, het zit allemaal niet ingebakken in dit soort wetsvoorstellen Maar ja, daarom willen sommigen religie dan ook uit de samenleving bannen. Je moet pragmatisch kunnen reageren op veranderingen in de samenleving en niet altijd naar de zwakken en de armen blijven kijken nietwaar. Zo’n verhaal van Jefta, hoe raar ook, moet daarom nog maar eens vaker hardop verteld worden.
Zonder ons erbij te betrekken Rechters 12:1-7
Toen de Duitsers ons land binnen vielen gingen er snel geruchten dat ze zich verkleed hadden als Nederlandse soldaten of Nederlandse burgers. Achteraf bleken die geruchten ook op waarheid te berusten. Het wachtwoord in die dagen werd Scheveningen want de uitspraak van de Sch is iets typisch voor het Nederlands. Iets dergelijks speelde zich ook af in de dagen van Jefta, of Jiftach zoals het ook wel vertaald wordt. Nadat Jefta gewonnen had voelden de mensen van Efraïm zich gepasseerd en begonnen een oorlog. Toen Jefta ze had opgeroepen voor een oorlog waren ze niet thuis geweest, maar ja. Nadat het volk Israel uit de woestijn gekomen was, was er in de 300 jaar die er sindsdien verstreken was ook een soort vervreemding opgetreden. Die vervreemding was te horen aan de oever van de Jordaan, de grensrivier tussen beloofde land en woestijn. Het woord stroom, sjibbolet, werd door de mensen van Efraïm uitgesproken zonder de sj klank, dus als Siebolt en daarmee hebben ze zichzelf blootgegeven. Vervreemding tussen volken, ook als ze vlak bij elkaar wonen, maakt dat de taal gaat verschillen. Soms kan dat zelfs binnen één land, de taal van de straat wordt dan zo anders dan de taal van de huiskamer en de TV dat men elkaar niet echt meer kan verstaan en dat kan gevaarlijke situaties opleveren. De verschillen in Israel tussen Efraïm en de rest werden gebruikt net als in Nederland later bij de Duitsers werd gedaan die de Sch niet uit konden spreken. Niet dat dat in Nederland hielp overigens, we werden evengoed wel bezet. Ook in onze geschiedenis kennen we de partijen die zich hardnekkig buiten de oorlog wilden houden. In de Tweede Wereldoorlog waren dat de brave burgers die langzaam meegezogen werden in de onmenselijke maatregelen van de Duitse bezetters. In onze vaderlandse geschiedenis waren dat de steden die zich eerst niet voor de Prins wilden uitspreken. Op 3 oktober viert Leiden dat ze dat wel deden en ze eten daar haring, wittebrood en hutspot met klapstuk. Op 8 oktober viert Alkmaar dat daar de victorie begon en eten ze daar Beemsterkaas en Langedijker zuurkool met worst. Een stad als Amsterdam kent een dergelijke geschiedenis niet, maar ja die stad verhief zich dan ook als hoofdstad. We leren wel van die geschiedenissen dat we elkaar niet hard genoeg kunnen aanspreken op het verzet tegen uitbuiting, discriminatie en het ophitsen van ene groep tegen de andere. Niemand kan zeggen niet betrokken te zijn bij het vormgeven van een rechtvaardige en vreedzame samenleving in ons land. Of je nu een harde g kunt zeggen of niet. of dat je nu een rollende r hebt of de uitgang als en kunt uitspreken of inslikt. Als we niet één samenleving willen vormen waarin iedereen een plaats heeft dan roepen we als het ware zelf de oorlog binnen ons land over ons af.
In het bergland Rechters 12:8-15
Waarschijnlijk heeft U nog nooit van Ibsan, Elan en Abdon gehoord. En als U er wel van gehoord heeft bent U of theoloog of een heel trouw Bijbellezer die al heel lang en heel nauwgezet de Bijbel bestudeerd heeft. Drie Rechters van Israel van wie eigenlijk alleen bekend is hoeveel kinderen ze hadden. Van de laatste wordt dan vol trots verteld dat hij begraven werd in het Bergland dat eens tot de vijand had behoord. De drie markeren in de geschiedenis van Israel kennelijk ook een culturele overgang. Toen het volk pas het beloofde land was binnengetrokken was het land verdeeld volgens de familielijnen van de verschillende stammen. Je vindt die verdeling terug in het boek Jozua. Deze drie Rechters verlaten de beslotenheid van hun familie en laten hun kinderen buiten de familie trouwen. Daarmee wordt het bezit versnipperd, of gedeeld zoals U wilt. In onze tijd wordt op de vierde oktober de naamdag gevierd van iemand die ook uit een tijd kwam waarin het delen van bezit opnieuw present moest worden gesteld. Het is immers de naamdag van Frans van Assisi, die leefde in de dertiende eeuw. Hij hechtte zo aan alle leven dat zijn liefde voor de dieren heel erg bekend werd. Daarom is het voor veel mensen op vier oktober dus ook dierendag. Maar dat hij ook naar de Kalief ging om vrede te bepleiten in de oorlogen tussen Arabieren en Europeanen, tussen Moslims en Christenen, wordt vandaag de dag minder snel verteld. Toch was er ook in de Arabische wereld een groot respect voor Frans en zijn volgelingen. We zouden daar vandaag de dag nog wel eens wat van kunnen leren. En met de start van de onderhandelingen tussen Turkije en Europa doen we dat misschien ook wel een beetje, maar verder houden we het graag bij de dieren. Die liefde voor dieren gaat misschien nog, maar om nou een jongen na te volgen die op het marktplein zijn kostbare representatieve kleding uittrok en in een ruwharen kleed en blootsvoets verder door het leven ging? Waarna hij overigens in de bergen een vervallen kerkje ging opknappen. Een jongen die zijn volgelingen opriep alleen nog een houten nap te bezitten. Als iemand de nap wilde vullen hadden ze te eten, maar zelf hielden ze zich bezig met de zorg voor de armen en de zieken. Zo radicaal delen we vandaag de dag zeker de rijkdom niet. En al in de dagen van Frans van Assisi leerden zijn volgelingen dat de armen eerder deelden van het weinige dat ze hadden dan dat de rijken iets wilden afstaan van hun overvloed. Toch inspireert het leven van Frans uit Assisi nog heel veel mensen over de hele wereld. Zij wensen iedereen en elkaar elke dag “vrede en alle goeds�. En dat mogen we elkaar vandaag en elke ook wensen als we bereid zijn er ook daadwerkelijk aan te werken.
Niets onreins eten
Rechters 13:1-18
Soms is een eenvoudig advies eenvoudig weg zo goed dat het te simpel lijkt en daardoor ongeloofwaardig. Dat gebeurde de vrouw van Manoach ook. Het volk van Israel liep weer eens vreemde goden achterna. We weten uit het verhaal over de Rechters inmiddels dat dat vruchtbaarheidsgoden waren. Die moesten zorgen voor een goede oogst en voor nageslacht. Nou dat liep verkeerd af. De oogst werd geroofd en kinderen kwamen er niet. Dat haalt je de koekkoek was een oud gezegde, het ligt voor de hand. De vreemde streken die je soms moet uithalen om gelukkig te worden, Paragnosten, babyfluisteraars, water instraalsters tot helderzienden die de gedachten van je huisdier kunnen lezen toe. We kunnen er, net als in de dagen van de Rechters, tegenwoordig ook nog wat van. Botox, schoonheidsoperaties, elke week nieuwe kleding, benzineslurpende auto's, eindeloze vakanties, wisselende relaties, alles om te voldoen aan de eisen van de goden van jong en succes. Of een eeuwig leven te verkrijgen is door steeds maar te verjongen. We weten wel dat het niet kan maar we laten het ons aan alle kanten wijs maken. Bij het gezin van Manoach kwam een boodschapper langs die een eenvoudig recept had. Ga je weer aan de Wet van God houden, die Wet over wat je wel en niet moet eten die in de woestijn was gegeven. Spijswetten die je weer bewust maken van wat je eet en waarom. En bij bewustzijn blijven was klaarblijkelijk belangrijk want er volgt ook een verbod op het drinken van alcohol, wijn of andere drank. Het zijn adviezen die ook vandaag hun nut bewijzen. Hoeveel ouders hebben hun kinderen niet aan drank verloren, en hoeveel kinderen hun ouders niet aan drank, overgewicht en bijbehorende welvaartsziekten. In Leidschendam was een familie afkomstig uit een vreemd land die de druk van onze samenleving niet meer aankon en er samen een eind aan maakte. Drama's als die in Leidschendam vragen een andere cultuur rond vreemdelingen. Daar waren nog mensen die er om heen stonden en de hand uitstaken, maar tevergeefs, het beleid rond vreemdelingen heeft niets menselijks meer. We kunnen alleen maar blijven hopen dat het advies om elkaar lief te hebben eindelijk gaat doorklinken, het is het enige advies dat kan helpen tegen dit soort drama's. Elk jaar begint ook in ons land de Ramadan, ook alleen eten als het donker is maakt je bewust van de waarde van voedsel. En we zullen ons bewust moeten zijn hoe we met het leven omgaan, met het voedsel dat we eten, met de vreemdelingen met wie we moeten delen, met de naaste van wie we moeten houden. Dat laatste is niet iets wat elk van ons apart kan blijven doen met degenen die toevallig op ons pad komen. Het kan beginnen met een huisvrouw als de vrouw van Manoach maar uiteindelijk zal heel het volk, het moeten leren, pas dan kunnen we gezinsdrama’s ook echt voorkomen.
Hij groeide voorspoedig op Rechters 13:19-25
Het offer was dus gewoon voor de boodschapper, die de ouders van Simson er nog eens op had gewezen dat het je houden aan de regels, die waren afgesproken in de woestijn, beter zou bevallen dan al die poespas rond de vruchtbaarheidsgoden. En zo gebeurde, ze kregen eindelijk een zoon en die groeide voorspoedig op. Wie weet nog van CDA minister de Geus die reclame maakte voor zijn levensloop regeling. Werknemers moesten daar binnen enkele weken over beslissen, terwijl toen nog lang niet bekend was of werkgevers ook mee zouden doen. En hoe het trouwens zou gaan als je tijdens je levensloop zou veranderen van werkgever De levensloopregeling is dan ook in de praktijk een mislukking gebleken. Het CDA systeem voor de levensloop was voor de rijken en de machtigen in deze wereld. Jongeren verdienden nog te weinig om er aan mee te doen en wie eindelijk genoeg verdiende hield te weinig levensloop over om er ooit nog van te kunnen profiteren. Wie had eigenlijk anders verwacht. Een samenleving inrichten zoals de Bijbel ons schildert is er voor het CDA niet bij. In de samenleving die de Bijbel ons schildert zouden we van onze naaste houden als van onszelf. Daar sparen we samen, om hen vrij te kunnen geven die dat heel hard nodig hebben. Mensen met zieke kinderen, of zieke ouders, of een zieke partner. In de levensloopregeling was het ieder voor zich. Ook na de eerste begroting van de regering van Samen Leven en Samen Werken sprak Kerk in actie haar zorg uit voor de armsten in de samenleving. Zouden die eigenlijk wel meedelen in de sterk gestegen welvaart, het leek er niet op. Juist het verhaal van Simson, maar ook bijna ieder verhaal uit de Bijbel, laat zien dat wij het niet zijn die onze levensloop kunnen voorzien en kunnen sturen. Het enige waar we van dag tot dag mee bezig kunnen zijn is Samen Delen, samen zorgen voor elkaar, het CDA heeft dat slim buiten het motto van de regering gehouden die zij vormde met PvdA en Christenunie. Pas als we dat Samen Delen voor elkaar hebben blijken we ineens soms met elkaar genoeg te hebben om die zorg te geven die er nodig is. Juist waar het gaat om ieder voor zich gaat het mis. Maar we moeten maar hopen dat er ook onder ons een kind is dat voorspoedig opgroeit en de weg zal wijzen naar zo'n samenleving. Ieder van ons kan overigens zo’n kind zijn. Zoals Kerk in Actie stem geeft voor de armen in de samenleving zo kunnen wel allemaal zorgen dat Samen Delen in de praktijk wordt gebracht. Elke dag opnieuw, elke dag met meer mensen samen.
Jullie hebben met mijn kalf geploegd Rechters 14:1-20
Een spreekwoord dat in heel veel talen ingang heeft gevonden, dat van dat kalf waar je mee geploegd zou hebben. De Nieuwe Bijbelvertaling spreekt over een vaars, een eenjarige koe, dat maakt het gezegde wat waarschijnlijker, maar niet
minder treffend. Oneerlijk gedrag dat is het en dat blijft het. De verhalen over de Rechter Simson zijn in de wereldliteratuur en de film zeer populair. Maar wat moeten we er mee. Een leider in Israel die de goede weg moet wijzen, maar die zelf een knaap is die raadseltjes opgeeft. Een soort superman bovendien die leeuwen met zijn blote handen doodt en die op ĂŠĂŠn dag 30 man doodslaat. Dat laatste maakt hem nog minder populair bij ons, al dat geweld, je moet er niet aan denken. In onze samenleving zou die Simson direct als een terrorist te boek staan. We moeten oppassen dat we van het verhaal van Simson niet een superman verhaal of een James Bond verhaal maken. Simson zelf schept niet op over zijn daden. Over het doodslaan van de leeuw vertelt hij zelfs niet tegen zijn ouders. Het gaat in deze verhalen over het verzet tegen plunderaars en onderdrukkers, tegen oneerlijkheid ook. De Filistijnen beheersen het land, zij zijn met geweld de baas geworden over het volk Israel en daar moet een einde aan komen. Als Simson wil trouwen met een Filistijnse wordt hij voor de gek gehouden. Ze hadden hem als gelijke kunnen beschouwen. Ze hadden met hem kunnen delen. In plaats daarvan jagen ze hem op kosten door een grote hoeveelheid mannen op hem af te sturen. Vier daar maar eens een week feest mee. Vrienden of verwanten van Simson zelf waren kennelijk niet welkom. Nog geeft Simson ze de kans om het goed te maken, toegeven dat je de oplossing van het raadsel niet weet is geen schande, en wie 2 mantels heeft kan er makkelijk 1 geven aan wie er geen heeft. Maar bedriegen is eenvoudiger. De eerlijkheid heeft ooit de toenmalige minister Bot in problemen gebracht. Achteraf gezien was de oorlog in Irak toch niet zo verstandig. Dat vond half Europa al voor die oorlog, maar eerlijk is eerlijk. Minister Bot sprak het gewoon uit en dat mag niet. Daarom mag er ook geen onderzoek komen naar hoe Nederland de oorlog in is gelogen, hoe onze steun met leugens en bedrog werd gekregen. Blijven bedriegen kan betekenen dat je je streken thuis krijgt zoals de Filistijnen hun beloning uiteindelijk zelf betalen. Ook de Amerikanen en Engelsen krijgen hun streken thuis, ze verliezen ook onder tegenstanders van Sadam Hoessein langzamerhand alle steun. De Britten gaan dan ook weg. Zoals de Filistijnen beter samen met Simson hadden kunnen werken zo hadden Amerikanen en Britten toch beter samen met de rest van de wereld kunnen blijven werken. Zij houden nu allebei wel een onafhankelijk onderzoek naar de vraag hoe ze in die oorlog terecht zijn gekomen, alleen Nederland blijft dat weigeren. Je vraagt je af wat er in Nederland voor bijzonders te verbergen is.
Ik zal ze krijgen Rechters 15:1-20
De achtste oktober is eigenlijk een beetje de geboortedag van Nederland. Dat wordt alleen nog gevierd in Alkmaar want daar begon de Victorie maar zonder het hardnekkige verzet van gewone mensen was het nooit zover gekomen. In dit Bijbelgedeelte wordt het verhaal van Simson en de vossen gelezen. Ook een verhaal over gewone mensen die in verzet komen tegen onrecht. De arme
Simson gaat naar zijn verloofde maar het blijkt dat die is weggeven aan de eerste getuige van het huwelijk. Wat een lot voor die vrouw. Wat een volk die Filistijnen. Uit wraak vangt Simson vossen, bindt de staarten aan elkaar, plaatst er een fakkel op en jaagt ze met brandende fakkels door het graan dat klaar staat om geoogst te worden. Reken maar dat die vossen gerend hebben. Gebruik maken van de natuurlijke omstandigheden heet dat in de krijgskunst. In Alkmaar deden ze hetzelfde. Gebruik makend van het drassige land rond de stad. Op tijd de dijken doorsteken die het land nog een beetje droog hielden en maar hopen op veel regen. Op 8 oktober was het zover, na een aantal mislukte aanvallen op de stad werden de Spanjaarden het zat. De Filistijnen hadden het gemakkelijker. Simson werd uitgeleverd door zijn eigen volk, onder het motto dat die Filistijnen nu eenmaal de baas waren. Simson liet zich niet binden en sloeg er 1000 dood met de kaak van een ezel, hij maakte er zelfs een liedje van, deze wilde boerenzoon. Daarna heeft hij 20 jaar over Israel gewaakt. Dat gewone eenvoudige mensen eigenlijk de baas zijn hebben de Belgen enige tijd geleden nog eens aangegeven. Net als bij ons loopt ook daar de discussie over de pensioengerechtigde leeftijd. Die ligt in BelgiĂŤ nu nog op 58 jaar, bij ons vanaf 62. Maar in BelgiĂŤ laten ze af en toe zien dat als het gewone volk het wil, het hele maatschappelijke raderwerk stil staat. Niet de rijken en de machtigen zijn uiteindelijk de baas maar de gewone mensen die tram, truck en trein moeten besturen en die in de fabrieken de producten maken waar de groten goed van kunnen leven. Voor Simson was een ezelskaak voldoende, voor de Alkmaarders een paar buien regen. Wij laten ons bang maken dat de grootverdieners, de graaiers en grijpers, die sommige bedrijven leiden, naar het buitenland zouden vluchten als ze fatsoenlijke salarissen zouden verdienen in plaats van de gelegenheid krijgen aan exorbitante zelfverrijking te doen. Die angst is ongegrond. Leiders van bedrijven die ook een hart voor het bedrijf hebben en oog voor de zwakkeren in de samenleving zijn veel betere leiders. Zij nemen echt genoegen met een redelijk inkomen. Wij moeten kennelijk eerst nog leren dat een rechtvaardige samenleving echt haalbaar is, voordat de Victorie echt kan beginnen.
Toen stond hij op Rechters 16:1-3
Je kunt deze drie verzen uit Rechters bijna lezen als een mop. Twintig jaar hield Simson de vrede in Israel in stand. Dat moet een bezoeking zijn geweest voor de Filistijnen die daarvoor de baas waren. En dan komt diezelfde Simson weer eens naar de stad en gaat naar de hoeren. In de Bijbel gaat zelfs een man Gods naar de hoeren, daar denken we tegenwoordig toch een tikkeltje anders over. Maar dat anders denken is kennelijk later begonnen. Gebruik maken van een ander mens
als was het een voorwerp is niet de manier waarop we met elkaar willen omgaan, tegenwoordig denken we zelfs dat de Bijbel het afkeurt dat we op die manier met elkaar omgaan. Simson blijft dan ook niet lang. De Filistijnen dachten dat ze hem al hadden, poorten dicht, soldaten op wacht, iedereen alert. Maar Simson was net iets te vroeg. Die poorten hielden hem niet tegen, hij tilde ze op en nam ze mee. En niet zomaar even, maar naar een bergtop tegenover Hebron. Daar stonden de Filistijnen toch even beteuterd te kijken en ze wisten direct weer wie de baas in het land was. En wie de baas is het land is is niet onbelangrijk nietwaar. Poorten zijn overigens in de Bijbel de plaatsen van het recht. Simson laat zien hoe onrechtvaardig de Filistijnen eigenlijk zijn als ze steeds het land willen plunderen dat door anderen is bewerkt. Bij ons is dat plunderen keurig via wetten geregeld. Neem bijvoorbeeld de hypotheekrente. Die maakt het mogelijk dat de rijksten in onze samenleving de grootste steun krijgen bij het betalen van hun woonbehoefte. Alsof rijken grotere huizen nodig hebben dan armen. Die hypotheekrente moet over enige tijd van Europa afgeschaft worden. Het is immers staatssteun aan de banken. Door de belastingsubsidie, hoe rijker je bent hoe meer subsidie je krijgt, kunnen de banken meer uitlenen, hogere rente vragen en dus meer verdienen. Eurocommissaris Nelie Kroes noemde dat laatst in een brief aan de regering al ongeoorloofde staatssteun. Ook mensen met een lager inkomen kunnen soms een huis kopen doordat banken vaker hypotheken kunnen verstrekken en dat is zeker niet de bedoeling. We zouden in onze samenleving eens aan eerlijk delen gaan doen. In Amerika loopt de hele samenleving gevaar omdat ze de armen hebben verleid hypotheken te nemen toen de rente nog laag was. Helemaal onverwacht komt dus het verzet van de VVD tegen de afschaffing van de hypotheekrente dan ook niet. Dat rechtvaardigheid iets heel anders is dan het delen van kennis, macht en inkomen is een ingesleten gedachte. Alleen een Rechter als Simson kan laten zien dat het anders is. Dat Recht en rechtvaardigheid juist te maken heeft met het vermogen te delen en niet te profiteren op kosten van de armen.
Als Nazireeër Rechters 16:4-22
Af en toe kom je in de Bijbel van die vreemde termen tegen die ogenschijnlijk niet verder worden verklaard en die we verder ook niet in ons dagelijks spraakgebruik kennen. Dat "Nazireeër" is er zo een. We komen het voor het eerst tegen in het boek Numeri, waar allerlei geboden en voorschriften voor het volk staan opgeschreven. Daar staat ook de spelregels voor de Nazireeër. Je kunt Nazireeër worden als je liever langharig dan kortzichtig bent, als je belooft je aan de Wet van de Woestijn te houden, je naaste liefhebben als jezelf, en je
daarvoor apart wilt laten zetten. En dat bij je volle bewustzijn want alcohol drinken is er niet bij. Simson was zo iemand, en later Johannes de Doper en Saulus die Paulus werd, die deden dat ook. Simson ontleende zelfs zijn kracht aan zijn lange haar en in het beroemde verhaal van Simson en Delila komt het spionnenvrouwtje er pas achter na drie maal bedrogen te zijn. Dat lange haar was dus niet zozeer een wonderbaarlijke bron van kracht maar een uiterlijk teken dat Simson onvoorwaardelijk en zonder ophouden van zijn naaste wilde houden als van zichzelf en dus de armen wilde bevrijden, de hongerigen wilde voeden en de naakten wilde kleden. We zullen nog uitvinden dat de Filistijnen er ook achter komen waar die enorme kracht van Simson vandaan kwam. Het verhaal van Simson vertelt ons ook dat het dus niet uitmaakt hoe iemand er uit ziet. Toen in de jaren 60 jongeren hun haren lieten groeien om te laten zien dat ze niet behoorden tot de kaalgeschoren militairen die in Vietnam moesten vechten was het lange haar opnieuw een soort preek. Niet de oorlog voor een corrupt en wreed regiem, maar vrede en delen van welvaart, en streven naar rechtvaardigheid, vertelde dat lange haar. Over dat delen van welvaart en streven naar rechtvaardigheid kan het nog steeds vertellen. Juist in de wereld van schijn, klatergoud en de beste willen zijn speelt uiterlijk een grote rol. Zwarte pakken met een klein streepje. Voor mannen en vrouwen een jong uiterlijk en voor mannen natuurlijk een kort kapsel. Een dergelijk uiterlijk bepaald je succes. Er zijn zelfs Centra voor Werk en Inkomen die er cursussen in organiseren. Hoe presenteer je jezelf om succes te hebben. Banen krijg je er overigens ook na zo’n cursus niet mee. Wat je dus succes noemt. Uiteindelijk verlies je door het aanpassen aan de naar de heerschappij strevende klasse de verbinding met dat wat je sterk maakt. Van je naaste houden zoals je van jezelf houdt, hoe je er ook uitziet. Beter langharig dan kortzichtig dus, anders nemen ze je net zo gevangen als Simson, hoe sterk je ook bent, en verlies je het zicht op alles om je heen.
Dan kunnen we lachen Rechters 16:23-31
Ze dachten hun overwinning binnengehaald te hebben met het gevangen nemen van Simson. Het haar, waaraan hij zijn kracht ontleende, was afgeknipt en zijn ogen waren verblind. Maar haar groeit weer aan, en bij Simson zelfs weer vlug en het "liever langharig dan kortzichtig" kreeg een heel aparte betekenis. Twintig jaar had Simson de Filistijnen in bedwang gehouden maar uiteindelijk gingen ze allemaal ten onder aan die strijd. Simson net zo goed als de Filistijnse koningen en de priesters van de god Dagon. Een vruchtbaarheidsgod, half vis half man, ook die god hielp niet. Een strijd van 20 jaar is nooit vruchtbaar en als je tempels gaat bouwen voor de vruchtbaarheid stort de zaak uiteindelijk in. Een gruwelijk slot van een verhaal dat met de mop over de poorten van de stad
begon, het lachen verging ze daardoor. Toen de opstellers van het dagelijks leesrooster van het Nederlands Bijbelgenootschap dat rooster maakten zetten ze boven elk stukje een titel, een soort aanwijzing. Boven dit stukje stond "levend begraven". Dat roept direct het beeld van de aardbeving in Pakistan op. Toen we uit het boek Job lazen, hebben we geleerd dat dit soort natuurrampen nu eenmaal gebeuren, lees maar eens in het boek “Dagen met…..Ester, Job”. Of God daar nu wel of niet mee te maken heeft gaat ons niet direct aan. Wat ons wel aangaat is wat we er mee doen. Gelukkig is er een beetje geleerd van de Tsunami in Thailand, Sri Lanka en Atjeh en van de orkaan Katrina in New Orléans. De eerste hulp was al binnen een paar dagen uit Nederland in Pakistan aangekomen. Giro 800800 was direct opengesteld en meer hulp was onderweg. Zelfs India, toch lang in strijd met Pakistan, hielp de slachtoffers. De eerste dagen werden dus nog mensen van onder het puin gered. Daarna moesten de overlevenden een kans krijgen weer een draagbaar leven op te bouwen. Voor de eerste redding had de Nederlandse regering 1 miljoen beschikbaar gesteld. Wij kunnen bij zulke rampen een giro-tje schrijven en net als Simson onze krachten verzamelen om het onheil voor het getroffen volk af te wenden. Je hoopt wel dat het niet blijft bij een gift maar dat we ook werk en handel eerlijk gaan delen met India en Pakistan. Arme landen worden extra getroffen door natuurrampen door de armoede. Dat gold voor de inwoners van Thailand, Sri Lanka en Indonesië die slachtoffers van de Tsunami werden, dat gold ook voor de arme inwoners van New Orléans die slachtoffer van Katrina werden, dat geldt elk jaar ook voor de inwoners van Bangla Desh die slachtoffers van overstromingen zijn, dat geld voor inwoners van Afrika die slachtoffers van droogte zijn. Voor al die armen in de wereld geldt dat wij bereid moeten zijn om eerlijk te delen zodat zij bevrijdt zijn van de gevolgen van natuurrampen. Dan breekt pas echt een vrolijke tijd aan.
Nu ik een priester in dienst heb Rechters 17:1-13
Bij de officiële viering van het 25 jarig bestaan van het CDA sprak bisschop Hurkmans van Den Bosch. Niet zozeer over de vrees van de Gereformeerde voormalige Anti-Revolutionairen dat het CDA geregeerd zou gaan worden door de rijke Rooms katholieken van de vroegere KVP maar vooral over het verbannen van God naar de privé sfeer. Het verhaal uit het boek Rechters van vandaag lijkt daarbij aan te sluiten. Micha was een beetje louche figuur die begon met het stelen van een hoop zilver van zijn moeder. Dat zat hem toch dwars dus hij gaf het terug. Ergens konden ze zich kennelijk toch wel iets herinneren van een God die dit soort eerlijkheid op prijs zou stellen dus werd het zilver aan die God gewijd. Nu is de God van het volk Israel, die van de C in CDA, een God die niet zozeer iets voor zichzelf wil hebben, maar voor de armen
in de samenleving. Net als de politici van het CDA was ook Micha dat volstrekt vergeten. Hij liet er een beeld mee bekleden. Zo'n mooi religieus beeld waar ook de Sint Jan in Den Bosch mee vol staat. Nog een priester er bij inhuren en je hebt een "Gods"dienst. Maar het is een privĂŠ godsdienst. Niemand anders, zeker de samenleving niet, heeft er wat aan. Het is het soort godsdienst waar je elke dag mee kunt beginnen, om hem vervolgens thuis te laten als je naar je werk gaat. Bisschop Hurkmans riep de CDA politici op om vooral Godzoekers te zijn. Je ziet ze al soep opscheppen bij het Leger des Heils, of vrijwilligerswerk doen in een voedselbank. Dat bedoelde die Bisschop natuurlijk niet. Hij weet het onderscheid te maken tussen het eerste gebod van God liefhebben boven alles en het tweede gebod van je naaste liefhebben als jezelf. De Bisschop wil dat de mensen vooral proberen het eerste gebod te volgen zonder het tweede in de praktijk te brengen. Een kunststuk dat door de eeuwen nog nooit gelukt is. Jezus van Nazareth bijvoorbeeld kende het onderscheid tussen die twee geboden niet, die stelde dat het eerste gelijk was aan het tweede zoals we in het Nieuwe Testament kunnen lezen. Daarom is "Godzoeker" zijn ook niet genoeg, een verzameling mooie beeldjes en daar je zilver instoppen en dan ook nog een priester inhuren, plaatst je nog niet in het verhaal van Jezus van Nazareth. Je staat daar pas in als dat ook voor iedereen te merken is. Aan de armen die bevrijdt worden van armoede, aan de voedselbanken die overbodig worden, aan de kookboeken met soeprecepten van het Leger des Heils die over de toonbanken vliegen omdat iedereen soep gaat uitdelen in de buurt, aan de onrechtvaardige tolmuren die eindelijk afgeschaft zijn zodat in onze supermarkten de betaalbare producten liggen uit de arme landen. Aan dat appĂŠl moeten we vandaag maar gehoor geven. Dat is het pas feest, maar voor het CDA moeten we daar tenminste nog 95 jaar op wachten. Zij hopen dat het volk, vergeten is waar het eigenlijk om draait.
Er was geen koning Rechters 18:1-10
We kunnen het ons niet voorstellen. Een land zonder regering. Een land bestaande uit 12 stammen die uit de woestijn kwamen. Die daar gingen wonen waar het goed toeven was, in een land overvloeiende van melk en honing. En als de bewoners niet wilden delen sloegen ze die inwoners dood. Want het was een land dat zeer rijk was, zoals gezegd: een land overvloeiende van melk en honing. Van Godsdienst hadden ze niet zoveel verstand. De verkenners van de stam Dan gingen te rade bij de priester van Micha die zich bij het verzilverde godenbeeld bevond. Die priester wist nog wel een plek: goed land, rijk aan oogst en weinig verzet te verwachten want de mensen die er woonden hadden geen vijanden en geen bondgenoten. Dat moest voor Dan wel goed aflopen. Zo wordt de vestiging van een nieuw volk wel heel erg van de grond af geregeld. Geen verdragen, geen onderhandelingen, geen referendum, welnee, hier zijn we, mooi weer vandaag, we blijven. Dat gaat tegenwoordig wel anders. In Irak bijvoorbeeld, waar met
behulp van veel buitenlandse geleerden over een grondwet is onderhandeld waarover gestemd mocht worden. Het leek te gaan lukken met die grondwet, maar vrede kwam er niet van. Of dat ook gaat lukken op de Antillen moeten we nog maar afwachten. Voorwaarde is natuurlijk altijd weer dat eerlijk delen. Dat geld in Irak waar Koerden, Sjiieten, Soennieten en nog een handvol andere minderheden de macht en de rijkdom een beetje eerlijk moeten zien te verdelen. Maar dat geld ook voor Nederland, Aruba en de Nederlandse Antillen. Ook daar moeten we zien dat de rijkdom en de macht een beetje eerlijk verdeeld wordt. Als dat delen niet lukt dan loopt het uit op moord en doodslag. Een aantal Nederlandse steden heeft al kennis gemaakt met jonge Antillianen met wie macht noch rijkdom wordt gedeeld en die dat ook niet te verwachten hebben. Die reageren bijna net zo als die Soennieten die macht en voorrechten kwijt raken. Hopelijk lukt het in Irak en bij ons om een eerlijke en rechtvaardige samenleving te maken opdat we in vrede kunnen leven. Er zijn politici die de jonge Antillianen geen andere toekomst weten te bieden dan een vliegreis terug naar het eiland van herkomst. Die politici beseffen kennelijk niet dat jongeren zonder toekomst uiteindelijk met geweld zich een toekomst zullen verschaffen. In de Parijse voorsteden, in het Amsterdamse Oude Westen, in de goedkopen wijken in Rotterdam en Utrecht, overal zie je hetzelfde. Geen toekomst bieden loopt uit op geweld. Maar er wordt inmiddels ook gewerkt aan het omvormen van die wijken in prachtwijken. Als dat echt gaat met het bieden van toekomst aan jongeren dan wordt het nog wat. Met een handvol goede verkenners om het voor te bereiden moet het waarachtig wel gaan leert het Bijbelverhaal dat we hier gelezen hebben.
Totdat de bevolking werd weggevoerd. Rechters 18:11-31
Er verliep een heleboel tijd tussen de geschiedenis van Micha en de Dan-nieten en het wegvoeren van het volk van Israel in de ballingschap naar Babel. Eeuwen zijn er overheen gegaan. In Babel zijn toen de geloofsverhalen van het volk opgeschreven. In het boek Rechters werden nog een paar rare oude gebruiken verklaard. Zo kenden we al de verklaring voor een vierdaagse rouwperiode van de meisjes van Israel, die rouwden om de dochter van Jefta. En die lui van de stam Dan hadden ook zo iets geks. Ze hadden een paar beeldjes van wat de heidenen "goden" zouden noemen en ze hadden hun eigen priesterfamilie. Volgens dit verhaal uit het boek Rechters hadden ze die beeldjes nog gestolen ook. Die lui van Dan stonden dus niet echt goed aangeschreven. Je zou denken dat als er motoren geweest waren ze hun eigen motorclub hadden gehad. Toch is het verhaal opgeschreven. En het staat in de Bijbel. Ook al hadden die lui van Dan rare gewoonten, en misschien zelfs een kwade reuk, ze hoorden toch bij het volk van Israel. Want hoe dan ook ze erkenden maar ĂŠĂŠn Heer, de God die in de
woestijn die Wet had gegeven van eerlijk delen. En dat is toch wat anders dan een motorclub die binnen ons land een eigen samenleving begint. Leuk natuurlijk als mensen hun eigen cultuur vormgeven, maar de wetten in dit land hebben we samen gemaakt. Niemand kan zeggen er niet mee te maken te hebben omdat niet werd deelgenomen aan een verkiezing. Wie niet stemt mag niet klagen, maar wie niet stemt hoort zich wel aan de wetten te houden die onze gekozenen hebben gemaakt. Als de wetten ons niet bevallen moeten we maar andere vertegenwoordigers kiezen. Hoe je er uit ziet maakt in ons land niet uit. Op motoren rondrijden mag, met een rijbewijs uiteraard en niet boven de maximum snelheid en volgens de verkeersregels die daar voor zijn. Dat zijn regels die voor alle mensen gelden en die voor iedereen een zekere mate van veiligheid waarborgen. Dat geld voor heel veel wetten, de veiligheid van ons allemaal. De wetten tegen drugs, alcohol, geweld en dreigen daarmee, ze zijn er ten behoeve van ons allen. Denk niet dat godsdienst of cultuur mensen vrij kunnen stellen van die wetten. Zo hebben veel gemeenten de regel dat je niet onherkenbaar vermomd over straat mag lopen. Vroeger sloeg dat op mannen met bivakmutsen, tegenwoordig op vrouwen met een Burka. Door carnaval en Sinterklaas zijn we die regel misschien vergeten. Maar regels zijn goed als ze voor het welzijn van ons allemaal zijn. Het enige dat de Bijbel van ons vraagt is de mensen te stellen boven de regels. Het hart van de Wet is nu eenmaal je naaste lief te hebben als jezelf. Daar kan niemand je van af brengen. Daarom hoorden die lui van Dan met hun rare gewoonten ook bij het volk, ze deelden immers en hielden zich aan de Wet.
En weer aten ze samen Rechters 19:1-10a
Dit verhaal is bewust in twee delen geknipt. De twee delen moeten apart maar na elkaar gelezen worden want het zijn de lichte en de donkere kanten van dezelfde boodschap. Bethlehem de stad van de Benjaminieten was kennelijk al heel vroeg een belangrijk punt. Wij kennen het natuurlijk uit het kerstverhaal als Jezus er wordt geboren en ook in dit verhaal speelt het een belangrijke rol. Het verhaal gaat over gastvrijheid .En die gastvrijheid kennen we eigenlijk nog alleen van de aanhangers van de Islam in ons midden. Halverwege de vastenmaand van de Islam, de Ramadan vieren zij de Iftar maaltijd. Op het moment dat moslims hun vrienden thuis uitnodigen om samen de maaltijd te gebruiken als de zon is onder gegaan en het donker is geworden. Dan is het tijd voor een echte feestmaaltijd, met familie, je buren, vrienden en er wordt extra gedacht aan de armen. Het Woord is voor de moslims het echte voedsel. Het werd in ĂŠĂŠn maand, nacht na nacht, geschonken aan de profeet en daarom zorg je dat je gedurende de dag rein blijft, geen eten en drinken neemt, zodat je 's nachts des te meer waardering hebt voor het voedsel dat je geschonken wordt. Ook vriendschap is een vorm van voedsel, het doet je immers groeien en maakt je als mens rijker. In diverse
plaatsen in ons land zijn moslims en christenen tijdens de Ramadan samen gaan eten. Voor beiden is de maaltijd een belangrijk religieus gegeven. In veel kerken wordt elke zondag brood en wijn gedeeld, een maaltijd dus, ter herinnering aan de maaltijd die Jezus hield met zijn leerlingen en waarbij hij de herinnering aan de uittocht uit de slavernij in Egypte verbond aan de uittocht van hemzelf uit de dood. De schoonvader van onze naamloze Leviet, uit dit verhaal uit het boek Rechters, hield maar niet op met samen de maaltijd te gebruiken. Geen wonder natuurlijk want een Leviet hielp in de heilige tent bij de Wet uit de woestijn, waar God zelf woont. Een Leviet in huis bracht je dus dichter bij God. Gastvrijheid betonen was een goede daad. Dat is het nog steeds, en zowel bij de maaltijd van Jezus als bij de Ramadan van de Islam moet extra aandacht worden geschonken aan de armen in de samenleving. Juist zij moeten ervaren dat ze er ook echt bij mogen horen en mee mogen delen. Voor moslims en christenen is er natuurlijk altijd wel een gironummer om hen te helpen die alles hebben verloren. Toch is alleen geld geven niet voldoende. Jezus van Nazareth stuurde zijn leerlingen er op uit om de armen bevrijding te verkondigen en verbond de maaltijd van de bevrijding met het delen van zich zelf, daarom moeten we zelf in beweging komen. In bijna elke Nederlandse stad zijn tegenwoordig voedselbanken die steun zeer goed kunnen gebruiken. Nodig dus eens een voedselbank uit aan tafel.
Dit kunnen we niet toestaan Rechters 19:10b-30
Gastvrijheid is een goede eigenschap. Dat hoor je overal. Gastvrijheid betekent dat er voor de gasten gezorgd wordt en niet dat er van de gasten geprofiteerd wordt. In het beroemde lied over de liefde uit de brief van Paulus aan de KorintiĂŤrs in het Nieuwe Testament staat dat de liefde zichzelf niet zoekt. Dat geldt bij uitstek voor de gastvrijheid. In het verhaal dat hierboven staat is het tegendeel aan de orde. In het eerste deel dat we gisteren gelezen hebben kon de gastvrijheid niet op, in het verhaal van vandaag gaat het alleen om de eigenliefde. Allereerst is het een vreemdeling die de gastvrijheid moet betrachten. Het volk van Israel dat in Gibea woont, geeft niet thuis. Zelfs niet voor een priester van de Heilige Tent. Misschien zelfs juist niet voor een priester die betrokken is bij het bewaken van de Wet van eerlijk delen, van heb je naaste lief als jezelf. Gastvrijheid ho maar, zelfs niet als het niets hoeft te kosten, voedsel voor mens en dier hadden ze immers zelf bij zich. Integendeel als er dan gastvrijheid is verleend wil het hele dorp er van meeprofiteren. En wel op de manier die ooit ook in Sodom en Gomorra gebeurde toen Lot daar zijn toevlucht had gezocht. In plaats van de gastvrijheid die de Wet van de woestijn voorschreef moeten er vruchtbaarheidsoffers gebracht worden. Vreemdelingen in je midden opnemen zou je anders wel eens armer kunnen maken, verlies kun je er door lijden. De hele nacht dat de gast onderdak krijgt wordt er geofferd en dat kost uiteindelijk de vrouw uit het verhaal het leven. Het uiterste tegendeel
van vruchtbaarheid krijgt men er voor terug. Sodom en Gomorra werden omgekeerd en de naamloze Leviet uit het verhaal zorgt er voor dat het hele volk te hoop loopt tegen deze schande. Wij doen dat netter. Vreemdelingen die een echte bijdrage aan onze welvaart kunnen geven door kennis, opleiding of talent die mogen hier verblijven, alleen voor de duur van het leveren van die bijdrage dus. Als we ze heel hard nodig hebben dan mogen hun partner en hun kinderen soms ook komen. Maar als we ze niet nodig hebben dan schoppen we ze de straat op, ten prooi aan uitbuiting en verkrachting. De tippelzones zijn er mee volgelopen, want die pretjes ontzegde zelfs Verdonk ons niet, daar hoor je CDA en VVD ook niet direct tegen protesteren. Steeds meer mensen lopen te hoop tegen dit ongastvrije, ja zelfs antigastvrije beleid. Daar zal toch ooit eens een einde aan moeten komen. Want ondanks het geroep tegen vreemdelingen en de moeite die er is in de grote steden om de nieuwe samenleving tussen autochtonen en allochtonen vorm te geven zijn er duizenden mensen in het land bezig om bruggen te slaan om samen met vreemdelingen te bouwen. Midden in de Ramadan zijn het tegenwoordig de vreemdelingen die ons uitnodigen voor een maaltijd maar gelukkig zijn er velen die op die uitnodiging oprecht ingaan.
Een volksvergadering Rechters 20:1-11
Men zegt wel eens dat IJsland de oudste democratie van de wereld kent. Daar kwamen de mensen bijeen in een speciale vallei en daar beslisten ze samen over de belangrijkste zaken voor het volk. De Bijbel kent nog oudere voorbeelden. Deze uit het boek Rechters is wel een heel bijzondere. In Gibea was de bijvrouw van een Leviet, een hulppriester zeg maar, verkracht en heel het volk kwam bijeen om te beraadslagen wat er mee te doen. De Leviet vertelde wat er gebeurd was en ook de verdachten kregen de kans wat te zeggen, maar die kwamen niet. Het was een proces met hoor en wederhoor waar iedereen aan meedeed. Een democratisch proces dus, dat maakt dit verhaal wel heel erg bijzonder. Maar de afwijking van de Wet van de woestijn, de Wet die het volk zo bijzonder maakte, was zo groot dat harde maatregelen moesten worden genomen. Als ĂŠĂŠn man stond het volk op en beloofde Gibea niet ongemoeid te laten. Het verhaal vertelt dat er vierhonderdduizend krijgers waren. Maar eerst werden door loting de mensen aangewezen die voor het eten moesten zorgen, want samen eten en het eten samen delen was ook een kenmerk van het volk. Die krijgers hadden hun aanvoerders, maar het volk had geen koning, geen regering en van een Rechter is in dit verhaal eigenlijk ook geen sprake. Of het zou moeten zijn dat al die mensen die daar bijeen waren zelf Rechter waren. Uiteindelijk hadden ze een aanklacht gehoord, de verdediging aan het woord gelaten en een vonnis geveld. Vierhonderdduizend mensen is overigens bijna net zoveel als er op het Museumplein bijeen waren om de afbraakpolitiek van het vorige kabinet Balkenende tegen te houden. Er is daarna door de vakbeweging wel wat gerepareerd, er is ook een nieuw kabinet gekomen, maar de armoede neemt nog steeds toe in ons land. Steeds meer gewone mensen moeten zich in de schulden
steken. CommerciĂŤle omroepen spelen er handig op in door met telefoonproviders en postorderbedrijven mensen wijs te maken dat je door te bellen en te kopen geld kan besparen. Elke winkelier kent de truc: zet op een bordje dat je 50% korting geeft en het vliegt de deur uit, maar besparen betekent nog steeds: niet uitgeven. Ook deze regering laat de armen in de kou staan en zet steeds meer mensen in de kou. Als we daar wat aan willen veranderen dan zullen we meer moeten doen dan een middagje juichen op het Museumplein. We zijn een democratie dus het moet kunnen. Het volk Israel leert ons in dit verhaal dat we samen in beweging moeten komen tegen dat wat onrecht is ook in onze samenleving.
Moeten we het opgeven? Rechters 20:12-28
De verkrachting waar we het op de bladzijden hiervoor over hebben gehad loopt in het verhaal van Rechters uit op een forse burgeroorlog. Drie keer is scheepsrecht lijkt het wel maar het verhaal is niet alleen spannend, het Bijbelverhaal heeft altijd ook een boodschap, misschien zelfs wel een paar meer, in elk geval een boodschap waar we ook vandaag de dag ons voordeel mee kunnen doen. In de eerste plaats krijgt de stam Benjamin nog een tweede kans. Ze waren uitgenodigd bij de volksvergadering en daar weggebleven, maar nogmaals wordt hen gevraagd de misdadigers uit te leveren. Ook dat weigeren ze en nu worden ze niet gelijk gesteld aan de verkrachters uit Gibea maar ze worden geĂŤerd als dappere strijders. Dat klinkt misschien vreemd, maar kennelijk is het achter je eigen mensen blijven staan een goede eigenschap. Als er vervolgens niet meer aan de strijd te ontkomen valt wordt eerst gevraagd wie er moet beginnen. Dat is de stam van Juda. In het oude verhaal over de zonen van Jacob, naar wie de stammen zijn genoemd was Juda de beschermer van Benjamin. En eigenlijk is dat hier ook zo. Altijd aardig doen tegen een ander maakt de wereld er niet altijd beter op. Een flinke tik op de vingers is soms nodig, dat kan helpen. In dit geval hielp het niet. Noch de uitnodiging, noch de tweede kans, noch het feit dat het Juda was die ten strijde trok bracht Benjamin tot bezinning. Dan maar met het hele volk ten strijde, de woede was immers gerechtvaardigd. Maar zo eenvoudig is het niet. Strijd kan nodig zijn maar je moet niet alle andere regels vergeten. Zoals Amerika in Afghanistan en Irak lijkt te doen. Je hoeft geen goed woord over te hebben voor de moordenaars van het Taliban regiem en de massa moordenaar en oorlogscrimineel Sadam Hoessein, om vraagtekens te zetten bij een aanval zonder toestemming van de Veiligheidsraad, de situatie op Guantanamo en de vernederingen die tegenstanders van de Verenigde Staten steeds weer moeten ondergaan. Ook
binnen de Verenigde Staten begint het besef door te dringen dat men op de verkeerde weg bezig is. Het volk Israel keerde uiteindelijk terug naar de Heilige Tent en naar de ark die daar in stond. Dat was een kist met de Wet, de Wet van liefde voor de naaste, van eerlijk delen. Met die wet heb je heel wat meer kans op een duurzame overwinning. Daarom hoor je steeds meer mensen in de Verenigde Staten vragen en roepen om een plan voor de vrede. Dat er een plan is voor militair optreden in Irak is ze duidelijk, maar daar moet eens een einde aan komen en dan heb je een plan nodig voor de vrede. Dat is iets van je vijanden lief hebben als jezelf, dat is iets van alle mensen als broeders en zusters blijven zien. In dat plan voor vrede zouden we de Amerikanen eerst recht politiek moeten steunen, misschien zelfs wel door de straat op te gaan en de handen uit de mouwen te steken.
Men stelde zich in slagorde op. Rechters 20:29-35
Elk jaar is er in oktober een zogenaamde Bijbelzondag. Eigenlijk een beetje een verjaardagsfeest. Want de Nieuwe Bijbelvertaling, die ook in dit boek gebruikt wordt, is dan jarig. En die Bijbelvertaling was een onverwacht groot succes. Vooral de uitgave zonder de genummerde teksten, dus als een roman. En zo'n verhaal als over het volk van Israel dat tegen de stam van Benjamin optrekt laat zich ook lezen als een spannend oorlogsverhaal. Vooral de list die gebruikt wordt om de vijand te verslaan is om te smullen. Lok de vijand zover mogelijk weg zodat die in de val loopt. en het lukt. Maar Bijbelverhalen zijn geen spannende verhalen op zich. Natuurlijk, humor, spanning, romantiek, liefde en haat alles zit in die Bijbelverhalen. Maar Bijbelverhalen hebben ook een boodschap. Want stel nou dat die lui van de stam Benjamin helemaal niet zo gretig aan het oorlogvoeren waren gegaan. Dan waren ze ook niet in de val getrapt. Dus eigenlijk kun je zeggen dat die lui van Benjamin ten onder zijn gegaan aan hun eigen oorlogszucht. Zo zit de hele Bijbel in elkaar en zo lezen we het hier ook, en wie dreigt vandaag de dag niet onder te gaan aan eigen oorlogszucht. We kozen voor de Nieuwe Bijbelvertaling omdat het de meest recente algemeen gebruikte vertaling is. De arme Prins Floris kreeg bij zijn huwelijk de Statenvertaling, uit de zeventiende eeuw. De zin die hierboven als titel van deze overweging staat luidt daar: "Men schikte den strijd op Gibea" Dat is niet het soort taal dat we tegenwoordig nog gebruiken. Die Statenvertaling is overigens helemaal nog zo slecht niet want daar is zo letterlijk mogelijk uit het Hebreeuws en Grieks, de talen waarin de Bijbel tot ons gekomen is, vertaald in het Nederlands. Nu is er ook een moderne letterlijke vertaling. Dat is de Naardense Bijbel, van Ds.Pieter Oussoren, die kreeg Prinses Aimee. Daar luidt dezelfde zin: "Ze formeren een slagorde tegen Gibea", en dat snappen we al een heel stuk beter. Zo zijn er een heleboel mensen die hun best gedaan hebben de taal van de Bijbel zo goed mogelijk in het Nederlands weer te geven. Soms is het goed die vertalingen eens te vergelijken. Dat kan op internet heel
gemakkelijk. Op vindt je een heleboel vertalingen, in het Nederlands maar ook in vreemde talen, en die kun je naast elkaar laten verschijnen. Speel er eens mee op een zondagmiddag en kijk zelf alvast eens hoe dat spannende verhaal uit het boek Rechters, of anders vertaald Richteren, afloopt. Het behoed je er misschien voor al te gemakkelijk te zeggen dat je de Bijbel letterlijk neemt. We geloven namelijk niet in de Bijbel maar in God en in al die Bijbelverhalen wordt duidelijk wat dat betekent “geloven in God” en dat je daarvoor wat moet doen, van je naaste houden als van jezelf namelijk.
Moedige krijgslieden Rechters 20:36-48
Hoe moedig je ook bent, als je de verkeerde kant kiest in een oorlog verlies je uiteindelijk. Eigen volk, afkomst, eer, het maakte allemaal niet uit voor de mensen uit de stam Benjamin. Een paar keer wordt gezegd in dit verhaal dat het moedige krijgslieden waren maar ze werden toch in de pan gehakt. Steeds maar blijven strijden voor een verloren zaak maakte het uiteindelijk alleen maar erger. Er wordt wel eens gezegd dat de Bijbel zo bloedig is met van die gewelddadige oorlogen. De Britten hebben in de laatste Golfoorlog alleen al in Basra meer slachtoffers gemaakt dan de Israëlieten in de oorlog tegen hun eigen broeders van Benjamin. We roepen die ellende steeds weer zelf over ons af. Nu weer in Irak, Pakistan en Afghanistan. Er zijn Nederlandse militaire transporthelikopters in Afghanistan. Uurtje vliegen van een rampgebied in Pakistan waar een aardbeving is geweest. Helikopters die bij uitstek geschikt zijn om daar voedsel te brengen en personen te vervoeren. Maar nee ze zijn nodig voor een oorlog. De Nederlandse Regering en de Navo vinden het belangrijker om mensen te doden dan om levens te redden. Alsof die mensen in Pakistan niet ooit doorkrijgen wie er in het diepste van de ellende de andere kant op keken en zich niet tot het uiterste inspanden om te hulp te komen. Het hoefde daar ook geen jaren te gaan duren. Die hulp was maar voor hooguit een paar weken, dan zou daar de winter uitbreken. Dat gaat in sommige streken letterlijk van een ene op de andere dag. De hulpverleners die er bezig zijn hadden streken benoemd die binnen 2, 3, 5 en 10 weken gered moeten worden. Het enige wat wij nog konden doen is geven op giro 800800. Mensen die betrokken waren bij Pakistan organiseerden op een woensdagavond een hockeywedstrijd tussen Oranje en de Rest van de Wereld, zo moesten mensen gaan meeleven en geven aan de TV actie die er natuurlijk ook was. Maar druk uitoefenen op een regering om in weerwil van de wensen van de Navo onze zeer bruikbare militaire helikopters uit Afghanistan tijdelijk in te zetten voor slachtoffers in Pakistan was er niet bij. Die lui van de stam Benjamin overleefden door vier maanden op een kale rots in de woestijn te gaan zitten, maar daar brak niet de winter uit dus dat ging nog. Laten wij eens leren onze rijkdom delen met mensen die helemaal niets meer hebben en daar ook
geen schuld aan hebben. Oog hebben voor slachtoffers meer dan oog hebben voor vijanden, het is moeilijk maar het moet toch te leren zijn.
Iedereen deed wat goed was in eigen ogen Rechters 21:1-25
Met het opschrift hierboven sluit het boek Rechters af. En in dit laatste hoofdstuk weer een onverwacht en bijzonder verhaal. Want hoe doen we dat tegenwoordig met vijanden. Met mensen die onze regels wel heel erg geschonden hebben. Nou we zorgen er niet voor dat ze behouden blijven. We zorgen er zeker niet voor dat ze weer mee mogen gaan doen. En we verzinnen al helemaal geen trucs zodat ze familie van ons worden. Moet je nagaan. Al die mensen die in Afghanistan zijn omgekomen bij al de oorlogen die daar gevoerd zijn door de Russen, de Irakezen en de Amerikanen. Natuurlijk door hun eigen krijgsheren en de Taliban ook, maar al die vreemde soldaten die daar van de wereldgemeenschap hun gang mochten gaan. Wie vervangt de mannen, vrouwen en kinderen die daar omgekomen zijn. Krijgt het volk van Afghanistan nog een kans om mee te mogen doen in de wereldgemeenschap. Die stam van Benjamin waarover het verhaal van Rechters gaat is er wel weer bovenop gekomen. We weten dat natuurlijk omdat we terugkijken in de geschiedenis. Dan weten we dat Koning David uit de stam van Benjamin afkomstig was. En Jezus van Nazareth was weer een afstammeling van Koning David. Zonder de beslissing van het volk van Israel om de stam van Benjamin te behouden dwars tegen alle vijandschap in was de geschiedenis anders gelopen. Let in dit verhaal ook eens op de rol van God. Daar is aan gezworen, daar is aan beloofd, maar daar wordt niet de oplossing aan gevraagd. Het houden aan de Wet van je naaste liefhebben als jezelf, de Wet van eerlijk delen, die ooit in de woestijn tussen God en het volk was afgesproken, maakt vanzelf dat je wegen zoekt om mensen er bij te houden, om mensen weer mee te laten doen hoe verschrikkelijk het ook is wat ze gedaan hebben. Van alle flinke taal over opsluiten en de sleutel weggooien blijft in het laatste hoofdstuk van het boek Rechters niks meer over. De oorlogen die het hele verhaal door zijn gevoerd blijken uiteindelijk ook net zo goed met eigen stammen als met de vreemden gevoerd te moeten worden. Je kunt een ander dus niets verwijten. In Afghanistan blijft dus eigenlijk alleen de vraag over wat we kunnen doen om het land weer op te bouwen. Wat we willen doen om de papaverteelt te vervangen door de saffraanteelt, wat we over hebben voor scholen en ziekenhuizen. Hoe we mensen kunnen helpen wegen aan te leggen en bruggen te bouwen. Dan kunnen mensen leren dat ze in vrijheid hun eigen keuzes te maken en zich niet te laten overheersen, niet door vreemde volken
maar ook niet door minderheden uit hun eigen volk die hun gelijk op willen leggen in plaats van mensen er van te overtuigen.