Bas van der Bent
Jouw liefde is zoeter dan wijn. Hooglied 1:1-7
We lezen uit het Lied der Liederen, de “Sjier Hasjierim”, het allermooiste lied dat er bestaat. Luther vertaalde dat met het “Hohe Lied” en zo is het in ons taalgebruik het Hooglied geworden. God komt in dit Bijbelboek niet voor. Dat klinkt misschien een beetje raar, het is per slot van rekening een Bijbelboek. Maar dit boek gaat over de liefde, en liefhebben is het hart van ons geloof. Liefhebben van andere mensen, van je naaste. Het mooiste dat we ons daarbij kunnen voorstellen is de liefde tussen twee mensen die elkaar hun hele leven trouw willen blijven, die volledig in elkaar willen opgaan. Dat brengt dit lied op een bijzondere manier onder woorden. Oorspronkelijk werd dit lied gezongen op bruiloften en omdat van Salomo wordt gezegd dat hij wel duizend liederen dichtte werd het aan Koning Salomo toegeschreven. Oud is het in elk geval wel. In het Joodse volk staat de liefde tussen de twee mensen uit dit boek symbool voor de liefde tussen het volk en God, en in het Christendom wordt het vaak uitgelegd als voorbeeld van de liefde tussen God en de gelovigen. Maar lees gerust wat er staat, de liefde tussen twee mensen. De eerste vraag die je mag stellen is of je vanavond je geliefde zo mag toezingen als in dit eerste hoofdstuk. Of je nu vrouw of man bent beiden kun je het zingen, en of je partner nu van hetzelfde of het andere geslacht is, aan elke partner kan het worden toegezongen. En kun je werkelijk zingen dat de liefde van je partner je zoeter smaakt dan wijn? Of is in de loop van een persoonlijke geschiedenis de wijn verzuurd en moet je eigenlijk nieuwe wijn laten rijpen. Dat kan natuurlijk, ook in elke relatie kun je steeds opnieuw beginnen, steeds opnieuw van elkaar gaan houden. Meestal verdiept een relatie zich dan, maar je moet er wel bewust aan werken en niet langzaam de wijn van je liefde laten bezinken, het bezinksel is een smerig goedje en de wijn wordt echt zuur. Hoe je er uit ziet moet er niet toe doen. Hard werken kan een mens tekenen maar eigenlijk maakt dat een mens alleen maar mooier. De zangeres uit dit eerste stuk is donker gebrand van de zon, er moesten wijngaarden worden bewaakt. De liefde doet haar niet verlangen naar een makeover, ze is mooi zoals ze is. Ze houdt van zichzelf zoals ze is en dat is haar genoeg voor haar geliefde. Zoveel ze van zichzelf houdt kan ze ook van haar geliefde houden. Kijk zelf eens in een spiegel en zie of je net zo naar jezelf kan kijken als deze zangeres naar zichzelf kijkt. En dan tot slot van het stuk van vandaag zoekt de zangeres alleen haar eigen geliefde. Natuurlijk zijn er vrienden, maar dat dwalend langs hun kudden gaan wordt meestal vertaald met gesluierd op zoek gaan. Gesluierd heeft bij ons geen betekenis meer. De Islam
dwingt ons nu wel de betekenis opnieuw te doordenken. De zangeres van het Hooglied drukt uit dat zij haar schoonheid reserveert voor haar geliefde alleen. Het is niet voor Jan en alleman. bestemd.
Volg dan het spoor van de kudde. Hooglied 1:8-17
De geliefde in het Hooglied is te vinden bij zijn of haar werk. Daar waar je de sporen van dat werk vindt kom je uit bij de persoon die je zoekt. Aan de vruchten herkent men de boom zou Jezus later zeggen. We zien dat bijvoorbeeld bij Willem Alexander, opgeleid tot Koning. Het zou een beetje zielig voor hem zijn als we alsnog besluiten dat we een republiek zouden willen worden. Natuurlijk ligt dat wel voor de hand. Er is immers maar ĂŠĂŠn Heer en een Koning die ons aangereikt wordt door de geschiedenis hebben we niet nodig. Integendeel want zo'n koning zou ons af kunnen houden van het dienen van de ene Koning die we al hebben. Gelukkig maar dat onze ministers verantwoordelijk zijn, die kunnen we naar huis sturen. Ondertussen moet de Kroonprins zich bezig houden met werk waaraan noch de armen noch de rijken zich kunnen storen. Op advies zijn vader koos de Prins ooit voor waterbeheer. De rijken krijgen daardoor toegang tot baggerprojecten, havenaanleg en riviersaneringen over de hele wereld. En de armen kunnen zich herkennen in het streven goed drinkwater te brengen aan alle mensen op aarde, ook de allerarmsten. Beide doelstellingen lijken elkaar niet al te zeer te bijten. De conferenties spelen zich meestal ook zover weg af dat de details ons ontgaan. Dat de aanleg van kunstmatige eilanden voor de kust van Dubai heel wat harder opschiet dan het aanleggen van dijken en waterwerken in Banglah Desh merken we alleen als twee maal per jaar de armen in dat laatste land weer worden opgeschrikt door overstromingen. Beide projecten worden wel degelijk door Nederlandse bedrijven uitgevoerd en de Nederlandse regering is er mede verantwoordelijk voor en de Nederlandse Kroonprins heeft er de deur voor geopend. Deze Kroonprins is dus niet te vinden als je het spoor van een kudde volgt, maar ook niet als je de loop van het water zou volgen. Die kudde en dat water trekken zich niks aan van grenzen die mensen getrokken hebben. Die Prins is wel een symbool van de grenzen die mensen getrokken hebben, zijn hobby vertegenwoordigt het nationalisme. Op de Olympische Spelen zijn het niet de mensen die zich met elkaar meten, maar de landen. Landen kunnen worden uitgesloten. Een aantal jaren geleden heeft de Wereldraad van Kerken na uitvoerige bestudering van de Bijbel gezegd dat Nationalisme eigenlijk een zonde is. Wij maken immers deel uit van een koninkrijk zonder grenzen waar iedereen mee kan doen. Het versterken van wereldlijke, nationale identiteiten brengt mensen in grote problemen. Het sluit eerder mensen uit dan in. Het roept de behoefte aan verdediging tegen buitenwerelden op, geweld dus. Zelfs de allerarmste landen hebben over het algemeen een militair apparaat. Wij houden ons misschien toch maar beter bezig met de liefde, te vinden in het werk en bij de loop van het water, daar waar mensen zijn namelijk.
Want ik ben ziek van liefde Hooglied 2:1-7
Vroeger hadden de mensen het nog wel eens over ludevedu, liefdesverdriet. Pubers die geen hap meer door hun keel konden krijgen omdat de verkering uit was. De geliefde was onbereikbaar geworden. In de literatuur hebben we zelfs een naam voor een onbereikbare liefde: de platonische liefde. Dat is wel liefhebben maar zonder dat er iemand verder last van heeft, er gebeurt niks. Dat is zeker niet niks, daar kun je knap ziek van worden, niet van de liefde zelf, maar van de onbereikbaarheid. Daarom staat in dit deel van het Hooglied dat je niet van iemand moet gaan houden als die iemand onbereikbaar is. Liefde zonder doel kost alleen maar energie en valt eigenlijk alleen maar mensen lastig. We kennen het verschijnsel van stalkers, mensen die iemand blijven achtervolgen omdat ze zich wijs hebben gemaakt dat er een liefdesrelatie uit zou kunnen volgen. Ze doen de mens waarvan ze denken te houden meer leed dan ze ooit als geliefde aan goed zouden kunnen doen. Echt ziek zijn van beantwoorde liefde is heerlijk, een roes, je laat je hoofd op de schouder van je geliefde rusten, de arm van je geliefde om je heen, je lippen ontmoeten de lippen van je geliefde, en zoals de kus van een moeder de pijn van een pasgevallen kind kan verzachten verzacht de kus van je geliefde alle pijn die het leven je aan kan doen. Het is duidelijk dat dit soort liefde wederzijds is. Dit is het hart van de Bijbel, hou van je naaste als van jezelf. Soms krijg je tegengeworpen dat je toch niet altijd kunt slaven en draven voor een ander, maar wil je dan dat er iemand is die altijd slaaft en draaft voor jou is de tegenvraag. Liefde, ook naastenliefde, is pas op haar plaats als de gevende ook liefde kan ontvangen. Liefde is dus geen bedeling. Bedeling is datgene voor een arme geven wat je over hebt, wat je kunt missen zonder wat tekort te komen. De geliefden uit het Hooglied willen alles wel met elkaar delen. Er zijn vele goede gironummers waar voor mooie projecten geld gestort kan worden. En meestal komt dat geld goed terecht. Maar als de goede doelen niet gepaard gaan met echte blijvende verandering ten behoeve van elkaar dan is er sprake van afkopen en niet van delen. Oxfam Novib, die al vele jaren zorgt voor landbouwprojecten en voedselhulp in Afrika, en AziĂŤ, met groot succes, heeft een beroep gedaan op onze Tweede Kamer om de handelsverhoudingen binnen de Wereldhandelsorganisatie grondig te veranderen. De rijke landen willen wel wat landbouwsubsidies afschaffen, maar voornamelijk voor die producten waarvan uit de derde wereld geen concurrentie meer te verwachten is. Als er nog enige concurrentie uit de derde wereld te verwachten is voor landbouwproducten die ook in de rijke landen worden verbouwd blijft de landbouwsubsidie en blijven importbeperkingen in de rijke landen in stand. Echte liefde heeft dus ook te maken met eerlijke handelsverhoudingen.
De winter is voorbij Hooglied 2:8-17
Als de winter voorbij is gaat de zon schijnen en worden op het platteland weer akkers ingezaaid en lammeren en kalveren geboren. De tijd dat het voedsel schaars was en je bedelend langs de deuren van de rijken moest gaan is definitief voorbij. Toch klinken er waarschuwende woorden. In het Hooglied wordt juist hier gewaarschuwd voor de vossen, ook al zijn ze misschien nog klein ze kunnen hele wijngaarden vernielen. In onze feestweek eind april en begin mei klinkt de herdenking van de doden en vervolgden uit de Tweede Wereldoorlog. Het is te hopen dat al die Nederlanders die met hun kinderen op voorjaarsvakantie gaan toch iets doen aan de herdenking van de vierde mei. Voor hen die naar Turkije gaan zal dat wel meevallen. Ze zullen zich afvragen waarom er toch zo vaak gediscrimineerd wordt terwijl het zo handig is dat veel van die werkers in de toeristenindustrie in Turkije een Europese taal hebben leren spreken. Maar voor ons is die herdenkingsdag een waarschuwing. De vrijheid die we hebben kan zomaar verdwenen zijn. De vrijheid om te zeggen wat je geloofd. De vrijheid om te zeggen dat je een andere Koning hebt dan ons Nederlandse Staatshoofd. Mag dat wel? Of wordt je dan verdacht van terroristisch radicalisme. De vrijheid om eigen verenigingen te stichten. Blijft die vrijheid of moet je straks toestemming van de overheid vragen die ook eerst je doelstelling moet goedkeuren. En kunnen doelstellingen die de huidige verhoudingen tussen arm en rijk willen veranderen nog wel door de beugel? Kunnen verenigingen die arbeiders machtig willen maken tegenover hun werkgevers nog wel door de beugel? De overheid wil overigens ook al Uw email lezen en al Uw telefoongesprekken kunnen afluisteren en overal waar U loopt in Uw zakken kunnen kijken. Vinden we dat goed? Of kunnen journalisten die corrupte ambtenaren willen ontmaskeren straks gemakkelijker door de overheid de voet dwars worden gezet. Of kunnen advocaten en vrienden van onschuldige veroordeelden straks verhinderd worden bewijzen te verzamelen die de onschuld aantonen en de leden van het openbaar ministerie als bevooroordeeld kunnen ontmaskeren. Het inperken van burgerlijke vrijheden gaat nog maar met kleine stapjes maar het is niet voor niets dat de zangers van het Hooglied waarschuwen voor de kleine vossen. In een relatie kunnen de kleine ergernissen uitgroeien tot grote obstakels, je kunt ze maar beter vroeg uitspreken dus, in de samenleving kunnen kleine inperkingen tot grote onvrijheid leiden. Juist de aandacht voor het verloop van de bezetting tussen 40 en 45 kan ons leren dat het begint met kleine maatregelen. De maatregelen het parlement gejaagd zijn in een strijd tegen een handjevol pubers dat een radicale vorm van de Islam aanhangt. We moeten zorgen dat de dag blijft ademen en het duister op de vlucht blijft.
Wie is zij, die daar komt uit de woestijn.
Hooglied 3:1-5
Voor wie de Bijbel regelmatig leest zal het geen verrassing zijn waar het met dit verhaal naar toe gaat. Want in de woestijn had het volk Israel immers ontdekt dat als je het echt samen gaat doen, als je van elkaar houdt als van je zelf, als je eerlijk alles met elkaar deelt en recht en rechtvaardigheid doet, dat je dan pas een volk kan zijn dat de tocht door de woestijn kan overleven. Het is dan ook geen wonder dat de meisjes, zij geven voortdurend commentaar, in het Hooglied zingen dat de bruid uit de woestijn komt. Een bruid die echt van haar geliefde houdt kent de Wet van de woestijn en houdt zich daar aan. En juist dat loflied op die wet past bij de feestdag die bij uitstek het voorjaar siert maar die we in Nederland niet durven vieren. Tenminste de machtigen en de rijken houden ons van dat vieren al decennia af. Zelfs de Europese eenwording geeft ons niet de gelegenheid de eerste mei samen met de andere arbeiders in Europa te vieren. Terwijl het feest van de eerste mei niet in de Sovjet Unie of andere communistische staat is ontstaan maar in de Verenigde Staten. Arbeiders in Chicago hadden na lang staken bereikt dat hun werkdagen niet langer dan 8 uur zouden bedragen. Die overwinning is overal in de wereld aangegrepen voor een feestdag waarop de arbeiders vieren dat ze macht hebben en niet afhankelijk zijn van de willekeur van de werkgevers. Dat vieren is niet voor niks. Voortdurend moeten arbeiders, werknemers zeggen we tegenwoordig, zich bewust zijn dat ze alleen samen macht hebben. Prachtig klinkt het als de marionet van de werkgevers Balkenende fraaie volzinnen balkt over eigen vrije keuzes en flexibiliteit maar zelfs in het CNV weet men vanouds dat alleen samenwerking van werknemers, alleen schouder aan schouder staan, de werknemer ruimte geeft voor het volgen van het eigen geweten. Flexibiliteit bij de werkgevers betekent vandaag de dag dat de wekelijkse rustdag voor iedereen verdwijnt. Dat de 8 urendag weer een 10 urendag kan worden. Dat de samenleving gaat bestaan uit individuen en samen naar het theater, de kerk, de sportwedstrijd als een wekelijks gebeuren alleen nog weggelegd is voor de rijken. Zelfs de voorzieningen die werknemers beschermen tegen rampspoed moeten ook vandaag de dag bevochten en verdedigd worden. Bescherming tegen willekeurig ontslag, uitzicht op een loopbaan door beperking van tijdelijke arbeidscontracten en bij zware beroepen de mogelijkheid er op tijd mee op houden, een goede en betaalbare gezondheidszorg ook voor de gezinnen van werknemers. Zaken die passen in de Wet van eerlijk delen en recht en rechtvaardigheid. Zaken die ons aangewaaid zijn van dat volk uit de woestijn. Daarom wordt het hoog tijd dat de eerste mei ook een Nederlandse Nationale feestdag wordt. Zodat we kunnen rondgaan in de stad, op de straten en de pleinen, zoals het Hooglied zo treffend bezingt.
Als een zuil van rook Hooglied 3:6-11
Een feestlied over hoe het allemaal begonnen is. Het slavenvolk trekt zwerven door de woestijn het beloofde land binnen. In het Hooglied lopen de beelden van de twee geliefden en het beeld van het volk Israel als bruid van de Ene soms door elkaar. De meisjes hier geven weer commentaar en doen net of de bruidsstoet is samengesteld door de rijkste en meest wijze koning die Israel heeft gehad, Salomo. En was volgens Salomo het begin van alle wijsheid niet het ontzag voor de Wet van de Woestijn. Juist, en daar komt die bruid vandaan, van de Wet van de liefde. Prachtige beelden zijn het. Toch moeten we er ook mee oppassen. We moeten de beelden niet in rook doen opgaan. Het verhaal van Israel en het verhaal van Jezus van Nazareth moet, als we ze na vertellen, of als we er in mee willen doen, te maken blijven hebben met de werkelijkheid van alle dag. Zo gemakkelijk laten we ons meeslepen met de prachtige taal zoals hier in het Hooglied wordt gezongen. Stille, oude kerken, met eerbiedwaardige orgels en hun plechtige galm, willen daar ook wel eens toe verleiden. De barre, boze, wereld hoort daarin immers niet thuis. Maar het gaat wel over die barre, boze, buitenwereld en hoe die moet veranderen in de wereld waarvan God zei dat die goed was. Mensen van de kerk vergeten dat nog wel eens gemakkelijk. We hebben soms net als Judas allemaal wel eens de neiging om de komst van het goede te forceren. Het afdwingen van dat wat je goed vindt zit ons allemaal in het bloed, fundamentalistische terroristen laten dat zien en behoeden ons hopelijk om aan die verkeerde neiging toe te geven. Maar om nu Judas als verrader typisch Joods te noemen zoals een dominee in Wassenaar deed en dan de Jood en niet de terrorist in onszelf te veroordelen en ook nog Hitler op bijbelse grond te zetten is door en door fout. Alles wat de nazi's deden en zeiden was en is tot in de kleinste details fout en te veroordelen, en dat zal het ook blijven. Misschien dat die dominee het daar wel mee eens is maar hij zei iets anders in zijn preek. Aan de andere kant staat dat de samenleving wel aangesproken moet worden op datgene wat er fout gaat. Zo schrokken in Leek de kerkgangers toen verkondigd werd dat de verantwoordelijkheid die de grootste regeringspartij nam voor het asielbeleid, van er uit of op straat, wel erg in strijd is met de Bijbelse boodschap. Partijpolitiek werd geroepen en nog wel tegen een christelijke partij. Nog afgezien van het feit dat er geen christelijke partijen bestaan is het de taak van de kerk de werkelijkheid van alle dag binnen te halen en onder de kritiek van de bijbel te stellen. De scheiding van kerk en staat betekent daarbij dat je in de kerk niet zomaar kan zeggen wat in de Staat niet mag, maar dat je als kerk moet zeggen wat er in de staat fout gaat. Dan krijgen we een feest zoals in het Hooglied wordt bezongen.
Door je sluier heen Hooglied 4:1-11
Heerlijk als een man zo zijn geliefde kan bezingen als in dit hoofdstuk uit het Hooglied. Maar wat moet die sluier er in. Mag een vrouw haar schoonheid niet vol trots tonen aan iedereen, of er mee te koop lopen. En daar gaat het nu om. Is een vrouw bezit van de man? In dit hoofdstuk uit het Hooglied klinkt het alsof ze gelijke is, klinkt respect en bewondering door, gaat het duidelijk om meer dan alleen het uiterlijk. Maar mannen zijn bezitterig. Toen enige jaren geleden op Televisie een man gevraagd werd wat hij liever had zijn geliefde auto of zijn vrouw koos hij voor zijn auto, die was wel zo verschrikkelijk mooi vond hij. De vrouw liet zich scheiden en daar hadden veel mensen begrip voor. Veel mannen bekijken vrouwen toch nog als voorwerpen, alsof het inderdaad auto's zijn die je op kunt poetsen, en grappend zeggen ze tegen elkaar dat je ze net als auto's regelmatig moet inruilen voor een nieuwer bouwjaar. Het is dan ook geen wonder dat in sommige godsdiensten vrouwen tegen die mentaliteit in bescherming worden genomen. De sluier om het schoons aan verkeerde blikken van mannen te onttrekken is daarbij een effectief wapen. In Nederland kennen we kerkelijke stromingen die vrouwen voorschrijven het hoofd bedekt te houden, vooral als ze naar de kerk gaan. Het mannelijk deel van de kerkgangers zou eens afgeleid kunnen worden door het schoons dat de vrouwen meebrengen, die mannen zouden eens aan andere dingen kunnen gaan denken dan aan hetgeen in de preek wordt verteld. Nu wordt in die preken zelden uit het Hooglied gelezen. In de Moslimcultuur kennen we vergelijkbare voorschriften over hoofddoeken en sluiers, tot complete bedekkingen in zogenaamde burka's toe. Ze gaan gepaard met geboden voor mannen respect voor de vrouwen te hebben en goed voor ze te zorgen. Daar leggen mannen eer mee in maar oh wee als de vrouwen niet gediend zijn van die zorg en hun eigen weg kiezen. Dan moet die eer, soms gewelddadig, hersteld worden. Het dan jammer dat er niet meer open over de verhouding tussen man en vrouw wordt gesproken. Wie het Hooglied leest ontdekt dat man en vrouw als gelijken worden neergezet. Afgezien van commentaar dat door anderen geleverd wordt, komen “zij” en “hij” gelijk aan het woord, en zo hoort het ook, ze zijn immers elkaar tot hulp en steun geschapen en tussen geliefden hoor je niet te komen. De strijd tegen, sluiers en andere bedekkingen van vrouwen begint dus eigenlijk met een strijd tegen de bezitterigheid van mannen, tegen dat gedrag waarin vrouwen als auto's, als voorwerpen worden bekeken en behandeld. En hoewel de strijd tegen hoofddoeken en sluiers hardnekkig wordt gevoerd hoor je over de strijd tegen dat zogenaamd mannelijk gedrag maar heel erg weinig, das jammer. Het Hooglied is mooier.
Een gesloten tuin Hooglied 4:12-5:1
Je kunt het rond de Middellandse Zee nog wel tegenkomen, tuinen die omringt zijn door een hoge muur opgetrokken uit, schijnbaar lukraak opgestapelde, keien. Daar durf je zelfs niet overheen te klimmen. Een zeer effectieve afscheiding. Sommige handschriften noemen die gesloten tuin dan ook een gesloten steenhoop. Intimiteit op z'n best. Twee mensen die alles, maar dan ook helemaal alles met elkaar willen delen, maar dan ook alleen met elkaar. Daar hoort niemand tussen te komen en daar hoort al helemaal niemand misbruik van te maken. Zo af en toe hoor je van kerkelijke voorgangers die op grond van hun positie in de kerk mensen wijs maken dat intiem contact er bij zou horen, een teken van geloof zou zijn. Het is telkens weer schrikken als je dat hoort, het is misbruik van het ergste soort en mensen die het overkomt doen er goed aan het aan de grote klok te hangen. Mensen die er tegen bestand waren en het afwezen dienen het te rapporteren aan de kerkelijke autoriteiten, mensen die er voor bezweken zijn dienen aangifte te doen bij de politie. Het seksueel kleuren van godsdienst is het tegendeel van wat hier in het Hooglied verkondigd wordt. Dat twee mensen zo geweldig van elkaar kunnen genieten staat niet voor niets in de Bijbel. In het boek Hooglied wordt God niet genoemd want als mensen zo intens lief kunnen hebben dan hoeft God niet meer, die mensen gaan als het ware vanzelf op in God die immers liefde is. Als kerkelijke vertegenwoordigers kinderen wijs maken dat seksueel contact bij hun kerkelijk vertegenwoordiger zijn of het geloof van de kinderen hoort is elke grens van het christelijk geloof overschreden. Dat er kerkgenootschappen zijn die dergelijke vertegenwoordigers als kerkelijke autoriteiten handhaven is onbegrijpelijk, in het licht van het Hooglied eigenlijk Godslasterlijk. Ieder mens verdient een nieuwe kans, elke dag en elk moment, en elk kerkgenootschap mag haar vertegenwoor-digers best helpen als die hun gerechte straf hebben ondergaan. Maar er zijn banen genoeg waarin je de samenleving van dienst kan zijn. Het is ook een onderdeel van verkondiging van het verhaal van de Bijbel dat er ver afstand wordt genomen van het misbruik maken van mensen die aan kerkelijke vertegenwoordigers zijn toevertrouwd. Zij immers nemen een positie als pastor in en pastor betekent hier herder. De herders uit de Bijbel hadden zo'n ommuurde tuin tot hun beschikking, ze dreven er de schapen in en gingen gewapend met een stok in de enige ingang liggen slapen. Een verdediging tegen wilde dieren. Met hun eigen leven verdedigden die herders hun schapen tegen de gevaren van buiten. Wie zelf een bedreiging van de schapen is kan geen herder blijven. Mensen hebben het recht de aansporing van de meisjes uit het Hooglied in vrijheid op te volgen: "Wordt dronken van liefde", alle mensen hebben dat recht, wij ook.
Mijn lief was weggegaan Hooglied 5:2-8
Scheiden doet lijden, afscheid doet pijn zegt een oud Nederlands liedje. En het hoofdstuk dat we vandaag uit het Hooglied lezen gaat over het plotselinge
vertrek van de geliefde. Er is een Christelijke feestdag die gaat over afscheid nemen. Want pas als je op eigen benen weet te staan kun je immers je overtuiging uitdragen. Dan kun je de liefdesrelatie aangaan die in het verhaal van Jezus van Nazareth aan de volgelingen gevraagd wordt. Het was, zo veertig dagen na de kruisiging, wel duidelijk dat Jezus door de dood was heengegaan en dat hij, maar vooral zijn verhaal en zijn liefde, konden voortleven en dat hij voortdurend kon verschijnen aan zijn volgelingen. Die 40 dagen waren er natuurlijk niet zo maar. Het slavenvolk Israel had na de bevrijding uit Egypte 40 jaar door de woestijn gezworven en Jezus zelf had zich voor zijn optreden 40 dagen teruggetrokken in de woestijn om zich voor te bereiden. Nu waren er weer 40 dagen verstreken en voor de laatste maal verscheen Jezus aan hen, zo wordt aan het begin van het boek Handelingen en aan het eind van het evangelie van Lucas verteld. Ze moeten het verhaal van Jezus tot aan de einden der aarde aan iedereen gaan vertellen. En dat betekent het afscheid van de Jezus die ze zolang hadden gevolgd. Jezus werd voor hun ogen opgenomen staat er dan. Wij zijn dat in de loop van de geschiedenis Hemelvaart gaan noemen. Dat opnemen is niet zo uniek als het vaak in het Christendom wordt gebracht. Henoch, van wie aan het begin van het boek Genesis wordt verteld dat hij met God wandelde werd opgenomen, Mozes werd opgenomen vlak voor het volk het beloofde land binnentrok en van de profeet Elia wordt zelfs verteld dat hij werd opgenomen op een vurige wagen. Je kunt je voorstellen dat de volgelingen van Jezus nogal verbaasd waren maar de vraag wat ze toch naar omhoog stonden te staren bracht ze met beide voeten op de grond. Ze gingen terug naar Jeruzalem, naar het hart van hun geloof, de Tempel waar de Wet van de woestijn werd bewaard. Die Wet van liefde moest het centrum zijn van waaruit je kon leven. Hoe dat verhaal te vertellen was nog niet helemaal duidelijk maar daar in die Tempel begon het Christendom. Ziek van liefde zouden ze worden. Zoals de bruid in het Hooglied het had bezongen. Veel kerken kennen op Hemelvaartdag geen kerkdienst meer, het is vaak de eerste dag in de lente waarop je er echt op uit kunt trekken en daar maken veel Christenen graag gebruik van. Een dag om nadenken hoe het te brengen aan alle mensen, tot aan de einden der aarde.
Het verhaal van hemelvaart is te vinden in Lukas 24:50 en in Handelingen 1:1-14
Wat heeft jouw lief meer dan een ander Hooglied 5:9-6:3
Hoe kun je goed spreken over je geliefde. Is die soms beter dan een ander? Kan hij of zij meer? Is hij of zij mooier? In dit stuk van het Hooglied kun je horen wat de goede manier is om goed te spreken over je geliefde. Alleen al het feit dat het je geliefde is maakt de persoon voor jou zo uitzonderlijk. Het houden van is
genoeg om de geliefde boven alle mensen uit te verheffen. Niet zozeer jouw liefde maakt dat overigens bijzonder maar dat die liefde beantwoord wordt. Hier klinkt op geen enkele manier de bezitterigheid die we tegenwoordig zo vaak in liefdesverhalen tegenkomen. Het lijkt er op dat jonge mensen meer en meer grootgebracht worden juist met die bezitterigheid. Dat de ander niet van je zou kunnen houden komt niet meer op. Als jij wilt dat er van je gehouden wordt dan houdt niemand dat tegen. Zo is het natuurlijk niet. De liefde is een geschenk, waar je zeer dankbaar voor kunt zijn. Een liefde die je zelf mag schenken aan je naaste zonder er iets voor terug te verwachten. Dat maakt het blijven schenken wel eens moeilijk. Mensen verwachten zo gemakkelijk dankbaarheid als een soort betaalmiddel voor de liefde die ze schenken. Maar liefde is pas echt liefde als je er niets voor terug hoeft te hebben. Stank als dank kan dan ook nooit een reden zijn het uitdelen van de liefde maar te staken. Alleen als de liefde, of de hulp, wordt opgedrongen gaat het over een grens heen, maar liefde zoekt nooit zichzelf. Dit geldt in een relatie, maar het geldt ook in het gewone leven. Het geldt zelfs in de nationale en internationale politiek. Dat de hulp die je aan een ander land geeft resulteert in kritiek op je handelsbarrières, als dat andere land zover is dat ze zelfstandig handel kunnen drijven, zou je trots moeten maken. Het is als kinderen die volwassen zijn en hun eigen plek in de samenleving hebben ingenomen. Dat mensen misbruik maken van je voorzieningen zou je moeten doen afvragen hoe dat komt, waar worden mensen toch opgevoed tot inhaligheid, wie heeft ze toch dat voorbeeld gegeven. Of zou het feit dat mensen, die aangewezen zijn op een uitkering, bestempeld en behandeld worden als criminelen ze uiteindelijk doen beantwoorden aan dat beeld. Als dat het is wat we willen krijgen we het misschien ook wel. Als je zo bang bent dat je partner liegt en als je die partner dus nooit vertrouwd, loop je de kans dat alleen daardoor al die partner gedwongen wordt op een goede dag te gaan liegen. De liefde als een kostbaar geschenk accepteren is daarom het beste, en het geven van liefde omdat je niet anders kunt maakt dat ook in jouw tuin de leliën gaan bloeien.
Mijn allermooiste is de enige Hooglied 6:4-12
Het Hooglied blijft poëzie van de bovenste plank. Geen enkel liefdesliedje uit de top 100 die sinds 1965 wordt samengesteld haalt het bij de liefdespoëzie van het Bijbelboek. Het blijft een genot om te lezen. Al moet je er wel voor in de stemming zijn. Soms klinkt het namelijk wel een beetje overdreven. Want wie zegt nu van zijn geliefde dat heur haar golft als een kudde geiten. Ze ziet je aankomen, zelfs de moderne reclames voor shampoos durven dat effect niet te
beloven. Die beloven dat, komt regen storm of hagel, het haar blijft golven alsof je het net hebt gedroogd na een wasbeurt. Toch is het mooie taal, de taal van de liefde. Heel andere taal als waarvoor Georg W.Bush zich voor moest verontschuldigen. Hij die zich zo vaak beroept op de Bijbel moest toegeven dat hij in de aanloop van de oorlog tegen Irak zo af en toe wat al te krijgshaftig en bloeddorstig had gesproken. Zeker nu duidelijk is geworden dat die wapens voor massavernietiging er echt niet waren, zoals de inspecteurs van de Verenigde Naties ook al hadden vastgesteld, en nu duidelijk is geworden dat de soldaten van Bush net zo goed kunnen martelen en mensenrechten kunnen schenden als de soldaten van Sadam Hoessein al die jaren hadden gedaan. Jammer natuurlijk dat er geen lering uit getrokken wordt. Dat Guantanamo Bay niet wordt gesloten, of overgedragen aan de VN. En jammer dat de wederopbouw en bescherming van de democratie in Irak niet in handen wordt gelegd van de Veiligheidsraad. Ook jammer is dat de oproep van de president van Iran om een gesprek aan te gaan schouderophalend is afgedaan. Amerikanen blijven weigeren zich te verdiepen in de ideologie en overtuigingen van anderen. Terwijl we toch gelezen hebben in de Bijbel dat het aan ons is om de vreemdelingen in ons midden er bij te betrekken. Dat geldt natuurlijk niet alleen in eigen land maar ook in de hele bewoonde wereld. Ook een hand uitsteken naar Latijns-Amerika, naar mensen als president Chavez van Venezuela is er niet bij. President Bush blijft de verdenking op zich laden dat het eigen gewin voorop blijft staan en dan zijn die excuses vals en ongeloofwaardig. De vertalers hebben overigens grote moeite met de betekenis van de laatste tekst uit dit hoofdstuk en de beste vertaling ervan blijft wat duister. Voor wie de liefde bedrijft zal duidelijk zijn dat je boven jezelf kunt uitstijgen en het gevoel kan krijgen tot in de hoogste hemelen opgetild te worden. Daardoor hopen wij nog steeds op een internationale liefde die leidt tot de ontdekking dat je ook bij vreemden en voormalige tegenstanders te maken hebt met een nobel volk zoals hier beschreven in het Hooglied. Het zou toch ook een aanleiding moeten zijn een onderzoek in te stellen naar het antwoord op de vraag waarom we eigenlijk steun verleenden aan die oorlog in Irak.
De schepping van een kunstenaar Hooglied 7:1-6
Als je werkelijk gelooft dat een God de hemel en de aarde heeft geschapen dan is er toch iets misgegaan. Die aarde werkt toch niet helemaal zoals het zou moeten anders zouden er in IndonesiĂŤ toch niet ongeveer 3500 mensen zijn omgekomen bij een aardbeving. De Bijbel heeft daar wel een antwoord op. We hebben al eens uit het boek Job gelezen en daar begrepen dat we natuurrampen moeten nemen zoals ze komen. Die horen er kennelijk bij. Hoe dat zit is voor ons onbegrijpelijk en hoort voor ons ook onaanvaardbaar te zijn. Job ging een
geding aan tussen hem en zijn God. Uiteindelijk is het enige dat ons overblijft bij deze rampen te zien hoeveel goede mensen er nog onder ons zijn. Wie wil de hand uitsteken en helpen het leven van de overlevenden weer op orde te brengen. De mensen zijn het waard. Lees maar in dit hoofdstuk van het Hooglied hoeveel mensen waard kunnen zijn, hoe mooi ze zijn, hoe lyrisch je ze kunt bezingen. Hoeveel je liefde waard kan zijn. Die liefde is nu weer tot uitdrukking te brengen. Hulporganisatie Cordaid heeft enkele uren na de ramp al 50 duizend euro ter beschikking gesteld. Daarna volgen ook de anderen en heeft het Rode Kruis giro 661 opengesteld. Sommige mensen zullen denken dat ze wel aan de gang kunnen blijven met het uitschrijven van giro-tjes voor dit soort rampen, anderen zullen het hardop zeggen en als je niet uitkijkt gaat het rondzingen. Het nummer voor Suriname is immers nauwelijks gesloten. En Indonesië zal de laatste ramp niet zijn. Wellicht dat zelfs daar de ramp nog groter wordt als de vulkaan ook werkelijk uitbarst. Dan zijn er nog een paar rampen die we zelf veroorzaken. In Afrika dreigen weer een aantal hongersnoden. De klimaatveranderingen slaan daar hard toe, de handelsbarrières die we hebben opgeworpen verhinderen de opbouw van reserves door de armen. Dag in dag uit kunnen we bezig blijven de helpende hand te steken in ons bankboekje. oefenen heet dat in Bijbelse termen, godsdienstoefening wel te verstaan want onze godsdienst bestaat nu eenmaal uit je naaste liefhebben als je zelf en alles delen wat je hebt. Je geliefde, ook in Indonesië, is immers een koningskind, een kind van God. En de hele wereld is bevolkt met koningskinderen, de kinderen van God, onze zusters en broeders. Daarom kon Jezus van Nazareth tegen een rijk man zeggen dat heel het bezig verkocht moest worden om Jezus te volgen. Liefde is niet alleen genieten in de zon van de winter en blootsvoets rondhuppelen in het warme gras maar is ook het sprokkelen van het laatste hout om in de koude winter het vuur brandend te houden. Uiteindelijk staat er dat als wij willen overleven we het leven moeten gunnen aan hen die nu geen deel van leven hebben, uit liefde.
Ik ben van mijn lief Hooglied 7:7-14
Het gedeelte dat we vandaag uit het Hooglied lezen is een echt duet. De twee gelieven zingen het elkaar toe, ze bezingen elkaar. Zo kun je pas van elkaar houden. Het is zingen voor een bijzondere dag. In de gemeente LeidschendamVoorburg, zo vlak tegen Den Haag aan, vierde een echtpaar onlangs dat het 70 jaar geleden is dat ze in het huwelijk traden. Niet dat ze zo veel met Den Haag hebben gehad in hun leven. De hij van het echtpaar werkte heel lang bij de landelijke overheid maar kwam van het eiland Wieringen. Ze hadden elkaar daar op het voormalige eiland ontmoet omdat de vader van de zij van het echtpaar daarheen was getrokken uit het arme Oost-Groningen om te helpen bij de aanleg
van de Afsluitdijk. Verhuisd uit armoede, daarom was die baan bij de overheid voor hen een zegen, de garantie dat er altijd brood op de plank zou zijn en nooit honger. Ze hebben drie kinderen en twee daarvan wonen nog in de buurt en de derde eigenlijk ook niet al te ver. De kleinkinderen zijn verspreid over de hele Benelux. Ze zijn elkaar trouw gebleven tot de dag van vandaag en dat is bijzonder. Zeventig jaar maak je niet zo heel vaak mee. Ze hebben een oorlog meegemaakt, als nog redelijk jong echtpaar. Ze hebben de dreiging van de koude oorlog gevoeld. Ze hebben de samenleving zien veranderen. Ze zijn door ziekte en zeer gegaan, van zichzelf, van elkaar, maar ook van hun kinderen. Ze namen afscheid van hun ouders, van broers en zusters, van sommigen te vroeg van anderen toen het hun tijd was en op de zeventigste trouwdag kwamen overblijvende broers en zusters, samen met neven nichten, de kinderen, kleinkinderen, de achterkleinkinderen en de burgemeester bijeen om dat te vieren. Heel hun leven werd gekleurd door het verhaal van Israel en van Jezus van Nazareth. Ze hebben in de loop van de jaren elkaar het Hooglied zeker een paar keer voorgelezen. En elke keer moesten ze blozen. Zo spraken ze niet tegen elkaar, dat hoefde ook niet want ze wisten het zo ook wel van elkaar. Maar hun kinderen hebben ze wel meegegeven dat ze voor elkaar voelden zoals in het Hooglied en dat je voor je geliefde kunt voelen zoals in het Hooglied bezongen wordt. Tussen Hemelvaart, het afscheid van Jezus van Nazareth, en Pinksteren, de komst van de Trooster, is het Wezenzondag. Uit het Hooglied, maar ook van zo'n trouwdag, leren we dat als je van een ander weet te houden en er weet van hebt dat een ander van je houdt, je nooit je als wees achtergelaten hoeft te voelen. En als je alleen bent, ga er dan op uit, er zijn altijd mensen die van je willen houden, mensen die het Hooglied hebben gelezen en mee willen doen in verhaal van Israel en van Jezus van Nazareth, mensen die van hun naaste houden als van zichzelf.
Dat heb ik van haar geleerd Hooglied 8:1-4
Het meeste wat je doet en wat je vindt in het leven, heb je toch van je ouders of opvoeders geleerd, vooral toen je nog jong was. En daarvan nog het meeste van je moeder, je pleegmoeder, stiefmoeder of de vrouw die je opvoedde. Ook hoe je lief moet hebben. Ook hoe je je partner lief moet hebben en welke risico's daar in het begin aan zitten. Als je dus als moeder, ouder of opvoeder niet voldoende gepraat hebt met de kinderen die aan je zijn toevertrouwd over elkaar liefhebben, omdat je dat nu eenmaal niet doet, of omdat je jezelf wijsmaakt dat ze er nog niet aan toe zouden zijn, breng je enorme risico's over de kinderen. Hormonen zijn nu eenmaal een natuurlijk verschijnsel. Als je niet weet wat er met je lichaam gebeurt als je in de armen van je geliefde bent, lees maar in het
Hooglied hoe buitenaards dat kan worden, dan kun je zo intens genieten dat je doorgaat tot het einde bitter dreigt te worden. Tegenwoordig roepen sommige zogenaamde Christenen dat ze tegen abortus zijn, ondanks de goede wetgeving die we op dat gebied hebben, wetgeving waardoor het aantal abortussen in Nederland is gedaald tot een wereldwijd minimum. Natuurlijk wil je het geen vrouw en geen meisje aandoen dat ze een abortus moet ondergaan. Sinds de invoering van de goede wetgeving is het aantal abortussen gelukkig dan ook zeer afgenomen. Maar de laatste jaren neemt het aantal langzaamaan weer toe, vooral onder meisjes en vrouwen die nooit moeders en opvoeders gehad hebben die vrij en open over het liefhebben van je partner wisten te praten. In sommige landen sterven jaarlijks nog vele vrouwen aan abortussen, zoals hier vroeger, nog niet zo erg veel vroeger trouwens, ook nog voorkwam. Vrouwen die daar weet van hebben willen hun zusters daarbij helpen, heel begrijpelijk, en charterden een boot om voor de kust hun zusters medisch verantwoord te kunnen helpen. Die boot was dan ook een signaal aan regeringen en mannen de problematiek van de onbedoelde zwangerschap serieuzer te nemen en vrouwen te beschermen tegen de gevaarlijke medisch onverantwoorde abortussen. Die christenen die zo tegen abortus zijn kunnen dat waarmaken door dag in dag uit open en vrij over liefhebben van een partner te spreken, zo ongeveer zoals in het BNN programma spuiten en slikken gebeurt. Onbegrijpelijk dat dat programma niet door de EO uitgezonden wordt, in het licht van het Hooglied zou je verwachten dat die dagelijks zo'n programma zou uitzenden, Turks en Arabisch ondertiteld nog wel, zodat ouders die het Nederlands niet goed verstaan hun kinderen ook kunnen leren hoe het liefhebben van een partner gaat. Je moet dat leren en oefenen, maar het verveeld nooit, dat zei onlangs nog een mevrouw die al 70 jaar getrouwd is met dezelfde man
Als de mensen over haar gaan spreken Hooglied 8:5-9
De bron van de eerwraak staat ook gewoon in de Bijbel en wel onder meer in het stuk uit het Hooglied dat we hier lezen. Hier komen de broers van de bruid aan het woord. Die zijn dus bezorgd over het antwoord op de vraag wat de mensen er wel van zullen zeggen. Want wat ze over hun zusje zeggen zouden ze daarmee zeggen over de hele familie en dus ook over die broers. Is dat zusje welopgevoed, weet ze zich te gedragen, heeft ze de juiste man uitgezocht, gedraagt ze zich naar en bij de man zoals het hoort? Allemaal vragen die gaan over normen en waarden, over het resultaat van opvoeding en dus over het gedrag van de hele familie. Zo lijkt het tenminste want hun zusje heeft hen duidelijk gemaakt dat ze wel een muur rond haar kunnen bouwen, en dat is natuurlijk best lief van die broers, maar de liefde is als een laaiende vlam staat er. Andere vertalingen zeggen hier zelfs een vlam van de Heer. Als het om de liefde gaat is allebei waar. Die vlam verteert alle barrières. Daar hoor je niet
tussen te komen. Jezus zal later zeggen dat wat in de hemel aaneengesmeed is op aarde niet verbroken kan worden. De eerwraak zoals die heel lang in allerlei dorpen in ons land is toegepast kan dus volgens de Bijbel helemaal niet, die wordt weerlegd door de Bijbel. Jongens van buiten het dorp die verliefd werden op een meisje uit het dorp konden rekenen op een pak slaag of erger, en het is nog niet zo lang geleden dat een meisje op een kar door het dorp werd gereden dat een band had opgebouwd met een jongen uit een ander dorp. In de stad hebben we tegenwoordig te maken met mensen uit andere plattelandsculturen, waar de eerwraak nog levend is. De vragen over het gedrag van zusjes en dochters worden daar nog hardop gesteld. Nederlandse jongens die respect gaan betuigen aan de vader en broers van hun geliefde zijn er niet of nauwelijks meer, laat staan dat er nog iemand is die een vader de hand van zijn dochter vraagt. Toch is het je voorstellen aan de familie van het meisje waar je op gevallen bent een manier om de angst voor misbruik weg te nemen. Misschien dat de opkomst van Lover Boys Nederlandse jongens er toe brengt te laten zien dat zij geen Lover Boys zijn die het bewuste meisje de prostitutie in willen lokken. Meisjes zijn overigens des te gevoeliger voor Lover Boys als ze alleen maar de muren om zich heen zien en nooit horen hoe mooi en hoe waardevol ze zijn. Als ze dat nooit horen is de Lover Boy er als de kippen bij om hen dat in het oor te fluisteren. De Lover Boy is als de vogelvanger die met een namaak lokfluit de vogel doet geloven dat er een liefhebbende partner op zoek is. Meisjes die niet weten hoeveel ze waard kunnen zijn voor een man trappen daar gemakkelijk in, ze weten immers niet wat echt en wat onecht kan zijn. Let dus op hoe je over anderen spreekt, heb de ander lief en zorg voor elkaar. Zorg dat de vlam van liefde je kinderen niet kan verteren.
Mijn eigen wijngaard blijft van mij Hooglied 8:10-14
En daarmee besluit het Hoge Lied van de Liefde. Het Bijbelboek dat gaat over de Liefde tussen twee mensen. Meestal is dat een hij of een zij maar lezers die van mensen houden van hetzelfde geslacht hebben al lang door dat je het Hooglied in de Bijbel dan net zo gemakkelijk samen kan lezen. De laatste verzen in het Hooglied benadrukken nog maar eens dat een geliefde nooit je bezit wordt. Ook al betaald een wijze koning een hoge prijs voor je liefde en stelt deze knappe en sterke bewakers aan om er voor te zorgen dat er geen ander de geliefde kan stelen, de geliefde zelf blijft bepalen wie er toegelaten wordt tot de wijngaard. Ook in een huwelijk zal die regel altijd moeten geleden. Twee huwelijkspartners zijn gelijk, vrij om zelf te beslissen en ze moeten voor hetgeen gemeenschappelijk is onderling tot overeenstemming zien te komen. Inmiddels is deze Bijbelse zienswijze ook in onze wetgeving opgenomen. Het burgerlijk huwelijk is daarmee van beduidend belang geworden. Bezit in het huwelijk verkregen wordt ook echt van de echtelieden samen, samen zullen ze over het
bezit moeten beslissen. Hun kinderen zullen het erven maar de langstlevende zal er van mogen genieten voor de rest van het leven, de weduwe zal niet onverzorgd worden achtergelaten. Vrij zal ook de keuze voor het huwelijk moeten zijn, geen dwang mag aan wie dan ook worden opgelegd om een huwelijk aan te gaan. Daarom moet een huwelijk ook altijd in het openbaar worden gesloten en openbaar worden afgekondigd. Dat laatste heeft in onze communicatiesamenleving een wat kleiner belang gekregen maar alle geruchten over uithuwelijken en gedwongen huwelijken moeten ons misschien doen beseffen dat een wat uitbundiger aankondiging kan helpen in het bestrijden van deze uitwassen. Veel mensen kiezen er daarnaast voor om in een kerk, temidden van de gemeente, vergezeld van familie vrienden en kennissen een zegen te vragen over het huwelijk. Ze willen dat uit zo'n relatie iets goeds voor anderen kan voortkomen. Want dat is de eigenlijke betekenis van de huwelijksinzegening. De manier waarop je met elkaar omgaat in een huwelijk, het Hooglied geeft les daarin, kan uitstralen op anderen en hen ook tot voorbeeld zijn. Als je het kan opbrengen om elkaar dagelijks het Hooglied voor te lezen en voor te leven dan kan je samen een zegen zijn voor anderen. Lezing van het Hooglied kan ons ook behoeden te oordelen over partners die hun eigen manier van samenzijn en samenleven gekozen hebben. Het Hooglied leert ons dat twee gelieven dat helemaal zelf moeten uitmaken, geen koning, geen wet, geen familie, geen cultuur en geen gewoonte mag daar tussen komen.