13 minute read

Wonen op een paradijselijke plek

Next Article
Adressen

Adressen

in gesprek met Johan en Riekie Groten

Pier Karenbeld

Advertisement

Het project Ruimte voor de Rivier heeft heel wat veranderingen teweeg gebracht in de uiterwaarden. Onder de noemer meer veiligheid werden er forse ingrepen gepleegd. Bij de herinrichting kwam er nieuwe natuur, verdween het agrarisch karakter en daarmee kregen de in de uiterwaarden gelegen boerderijen ook andere bestemmingen. Sommige bewoners maakten gebruik van de mogelijkheid om te verkassen, anderen namen de gelegenheid te baat om in de nabijheid voor een nieuwe woning te kiezen, zowel aan de Spoolder kant als aan de kant van Schelle. Dat laatste gold niet voor broer en zus Johan en Riekie Groten, die er weinig voor voelden afscheid te nemen van hun fraaie woonplek op het huidige schiereiland, Schellerdijk12, waar het uitzicht zo mooi is en de vrijheid zo groot. Voldoende aanleiding om op een mooie herfstmiddag bij hen op bezoek te gaan.

• Op kaart onder bij Steenfabriek van Dwars, de woning van Johan en Riek Groten.

Steenfabriek Oldeneel

De stad Zwolle had zeker na de stadsbrand in 1324 er belang bij dat bij nieuwbouw baksteen en dakpannen gebruikt zouden worden. Zo verschenen er een paar eeuwen

• Johan en Riekie Groten.

lang diverse eenvoudige veldovens, tichelwerken, in de uiterwaarden die in ’t bezit waren van de stad Zwolle. Toen in de loop van de 18e eeuw de productie afnam, werden de gronden van de hand gedaan en kwamen ze in particuliere handen. Zo kocht een zekere Cornelis Dwars uit Olst gronden op om er steenfabrieken, op modernere leest geschoeid, op te starten. Rond 1880, tijdens een crisis, deed de familie Dwars afstand van de fabriek en werden de gebroeders Poppe de nieuwe eigenaren van o.a. de betreffende steenfabriek. Die stond onderhand bekend als steenfabriek Oldeneel, maar in Hattem te boek als “Kiek in de Pot”. In 1916 wordt de steenfabricage stopgezet. Het blijkt niet meer rendabel te zijn, onder andere omdat de klei op is en dan van elders moet komen. De fabriek wordt kort daarna afgebroken, maar kantoor en woonhuis van de voormalige opzichter, de tichelbaas, blijven bestaan. De afgegraven klei blijkt echter goede landbouwgrond

1 4

2 4

3 3

• Luchtfoto van 11 september 2014. Bij 1 de woning van de fam. Groten, bij 2 de kolk, bij 3 weg naar de woning van de fam. Groten en bij 4 een begin van de nieuwe geul.

op te leveren, vandaar dat veel boeren er een kans in zien om daar een bedrijf op te zetten.

De familie Groten

In 1938 kochten vader en moeder Groten, respectievelijk afkomstig uit Heino en de Boskamp, gemeente Olst, het betreffende woonhuis en kantoor van de voormalige steenfabriek en begonnen daar hun gemengd bedrijf met elf koeien en wat akkers. Het echtpaar kreeg twee zoons en twee dochters, van wie zoon Johan (1939) en dochter Riek (1941) nog in het geboortehuis wonen. Het zijn boeiende vertellers die zich nog veel uit eigen herinnering, uit overlevering en bewaarde geschriften kunnen herinneren. Ja, toen hun ouders het pand kochten was het verleden nog duide-

• Onder: de stoomsleepboot "Albertha Josepha van steenfabriek "Oldeneel', ca. 1912. De man met witte hoed is B.J.Poppe. Foto Eelsingh Zwolle lijk zichtbaar. Tot heel lang lag er zelfs nog een ontginningsvergunning op. Aan de achterkant zat het huis hoger in de muren dan doorgaans het geval is bij een koeienstal. Dit had duidelijk te maken met de aanwezigheid van paardenstallen. Paarden waren in de baksteenindustrie heel belangrijk geweest omdat ze de lorries met zware klei moesten voorttrekken. Ook troffen ze naast de hooibergen turfmijten aan waar de voorraad turf nog keurig opgestapeld lag, nodig voor het verhitten van de steenovens. Voor de aanvoer van de turf was er ooit een insteekhaventje aangelegd. Dat haventje kwam in de oorlog nog goed van pas als ligplaats voor de vissersbootjes die van de Duitsers niet langer bij het Katerveer mochten liggen. De oorlog ging ook aan de bewoners van, toen nog, Oldeneel 280B niet ongemerkt voorbij. Niet alleen waren er Duitsers ingekwartierd, maar luchtfoto’s van na de oorlog laten ook tal van bomkraters zien als neveneffect van bombardementen op de IJsselbrug. Na de oorlog gingen de bootjes weer naar hun thuishaven en lagen er jarenlang palen van een houthandel uit Hattem in het water om te wateren. Iets verderop kwam er een overslag van zand, dat aangevoerd werd vanuit Windesheim en Zalk. Dat hield op te bestaan toen het lucratiever werd om ter plaatse zand te ontginnen en het ontstaan van de kolk in beeld kwam. In 1964 kwam de zandwinning op gang. Er kwam een nieuwe doorsteek naar de IJssel en het turfhaventje moest verdwijnen. Als er in 1972 een einde komt aan de zandwinning is er een kolk ontstaan die een geliefde plek wordt voor allerlei activiteiten.

Jeugdjaren

“Ja, het waren fijne jeugdjaren, wat wil je als je fijne ouders hebt!”, voegt

• Onder: het insteekhaventje van de steenfabriek, metHattem op de achtergrond

• Links: Groepsfoto met tien arbeiders bezig met het opstapelen van de turfvoorraad. Zij gebruikten hiervoor turfmanden en een turfkruiwagen.

• Rechts: Bewoners van de boerderij aan de Schellerdijk 12. De bewoners vormden waarschijnlijk een gezin. Ze poseerden tussen de boerderij en de hooiberg. Op de voorgrond ligt de boerderijhond. Deze boerderij lag bij de steenfabriek te Oldeneel.

Riek er nog aan toe. "Meestal zeg je dat pas achteraf, want je weet niet beter. Maar wat een ruimte en wat een vrijheid." Ondanks de afgelegenheid kwamen er genoeg kinderen om mee te spelen. “Landje roven en heel veel andere spelletjes”, herinnert Riekie zich nog. Voor hen zelf was er veel niet direct naast de deur. Elke dag naar de Roomskatholieke school in Assendorp, jongens en meisjes gescheiden naar aparte scholen. De eerste twee jaar lopend en daarna op de fiets. Lopend deed je er wel een uur over. ’s Zomers moest je extra vroeg op stap, voor 7 uur al, want dan ging je eerst “door de Jozefkerk”, voor een korte kerkdienst. Er werd nagenoeg geen schooldag gemist. Toen er bij langdurig hoog water in de winter van 1946/47 wel schoolverzuim dreigde was een bevriende familie uit de Walstraat met een groot huis zo gastvrij om de kinderen meer dan een week lang onderdak te verlenen. Het leverde een band voor het leven op, want zelfs de kleinkinderen komen nog regelmatig bij het op bezoek.

• Onder: steenfabriek Oldeneel met rechts de woning.

Hoog water, “Schellereiland”

Hoog water leverde niet alleen overlast op maar zorgde soms ook voor hachelijke situaties. Sommige mensen veranderden dan hun postadres in "Schellereiland". Het werd vooral moeilijk om thuis te komen als er ook nog een felle storm vanuit de Hattemse kant meespeelde en je tegen hoge golven in moest roeien. Dat leverde soms angstige momenten op, waarbij die uit de winter van 1946/1947 er bij Riek wel boven uitspringen. Hoe dan ook, bij hoog water moesten de melkbussen naar de overkant, maar vanwege de hoge golven kon vader niet direct met de roeiboot terug. Een ongeruste moeder ging regelmatig kijken, maar zag haar man niet, omdat die zolang bij de overburen was om op wat luwte te wachten. Omgekeerd, als vader ging kijken zag hij haar niet en was zij net binnen. Op een gegeven moment zag ze hem echter in de boot stappen, waarna ze gerustgesteld weer naar binnen ging. Toen hij wel erg lang wegbleef ging ze toch maar weer eens kijken. Tot haar grote schrik zag ze een stuk hout drijven en dacht er het ergste van. “Vader is omgeslagen”, zei ze toen ze huilend binnenkwam. Het was al avond toen hij eindelijk thuis kwam. Wat was er gebeurd. Vader moest niet alleen alle kracht en aandacht aan het roeien besteden, maar tegelijk een hekkendam passeren en met een voet het hek open duwen en houden. Twee dingen tegelijk dus, wat hem onder deze omstandigheden steeds weer terugdreef. “Papa is weer thuus”, zei een opgeluchte moeder die avond tegen de toen zesjarige Riekie. “Dat zal ik nooit vergeten”, zegt ze terugdenkend aan die dag. Ook zoon Johan had ooit een lastig gevecht met het water. Hij had wel een uur nodig om zijn huis te bereiken. Dat lukte alleen op een gunstig moment. Bij Riekie speelde een hevige mist mee om de overkant te bereiken. Je goed oriënteren was daarbij een groot probleem omdat je al roeiend ook steeds weer iets afdreef. “Op een gegeven moment wist ik niet meer waar ik was.” Dat werd pas duidelijk toen ze na verloop van tijd weer uitkwam bij de plek waar ze begonnen was, thuis dus. Voldoende reden om voor die dag maar voor haar werk af te bellen.

De kolk van Groten

Als moeder al vrij jong, in 1963, overlijdt besluit Riekie thuis te blijven om voor de achterblijvers te zorgen. Terwijl de andere kinderen het huis verlaten, blijft Johan ook thuis wonen. Aanvankelijk helpt hij nog mee op de boerderij, maar als de zandontginning in 1965 op gang gekomen is, verkoopt vader Groten land en vee. Johan, die de landbouwschool doorPapenacker 49

1

5 2

4 4

3 3

5

5

• Luchtfoto van 7 juli 2016. Bij 1 de woning van de fam. Groten, bij 2 de kolk, bij 3 de oude weg naar de woning van de fam. Groten, bij 4 de nieuwe geul en bij 5 de nieuwe toegangsweg naar de woning, die bij hoog water onderloopt.

lopen heeft, gaat elders werk zoeken en belandt in de bouw. Riekie geeft haar werk buitenshuis op als vader ziek wordt en in een verzorgingshuis dreigt te belanden. Dat wil ze beslist voorkomen en zo blijft ze hem tot zijn dood, in1989 verzorgen.

Ondertussen heeft de zandwinning een behoorlijke impact op het gebied. Schepen varen af en aan door de nieuwe insteek naar de IJssel. Bij het afgraven ontstaat er een kolk die geleidelijk aan uitgroeit tot een omvang van 11 ha. Met alle ruimte er omheen zelfs tot 16 ha. Ook de diepte liegt er niet om, op sommige plekken wel 22 meter. Een tijdlang blijft het een aantrekkelijke zwemplek voor mensen uit de omgeving tot het niet meer mag. Maar ook voor vissers en palingstropers is het een geliefde stek. Even lijkt het ook windsurfers aan te spreken, maar dat wordt al gauw als te gevaarlijk gezien en kort daarna verboden. Voor duikers wordt het echter een ideale plek. Een enthousiaste duiker laat op internet weten dat er op de bodem van de kolk een oude zandzuiger en een baggerschip liggen. Als je het bij het baggerschip wilt rondsnuffelen moet je wel uitkijken dat je niet verdwaalt, omdat het schip gedeeltelijk onder de grond ligt. Verder zouden er ook nog een boerenkar en een metalen roeiboot op de bodem liggen. De kolk als duikgelegenheid heeft kennelijk landelijke bekendheid, want uit het hele land komen ze er op af. De plaatselijke brandweer ziet de kolk ook als een ideale oefenplek om aan de duikvaardigheid te werken. Als oefenmateriaal wordt het casco van een oude Volkswagen in de kolk gedumpt. Aan alle bovengenoemde activiteiten komt een einde als het project Ruimte voor de Rivier op gang komt.

Een lumineus idee

Dat steeds maar terugkerende hoge water, zat Johan niet lekker. ”Daar moet iets op te vinden zijn”, dacht hij. Rond 1985 meende hij de oplossing gevonden te hebben en vroeg hij toestemming om een loopbrug te mogen bouwen. Hij liet een loopbrug construeren, en kreeg van Rijkswaterstaat toestemming voor de aanleg. Hij bouwde hem eigenhandig, zonder enige hulp, een gigantische klus. Zo moest er om de 4 meter een ijzeren paal in de grond gezet worden met een hoogte van 2.20m. boven de sokkel. En dat over een lengte van bijna 400 meter. Op die palen zat een T-stuk van 1.20m. breed met een opstaande rand waartussen de planken als een soort spoorrails gelegd konden worden, dus ook met

• Onder: Altijd lag de roeiboot gebruiksklaar om in geval van hoog water de oversteek te kunnen maken. (febr. 2013) • Onder: De woning in maart 2013.

• Boven: links de toegangsweg bij hoog water in januari 2011 en rechts dezelfde weg in december 2012. Op het T-stuk op de palen werden de planken van de loopbrug gelegd.

tussenruimtes bij de dwarslatten. De palen mochten niet zo maar in de grond gaan maar moesten volgens voorschrift verstevigd worden met beton. Op een klein stukje na bereikte hij de dijk. Rijkswaterstaat keek streng toe, m.n. op de kwaliteit van het hout en de toepassing van het beton. Dat moest verbeterd worden. Uiteindelijk kwam het er niet van om de loopbrug af te maken omdat ze hem waarschuwden dat in het gebied alles op termijn zou veranderen. De brug is nooit officieel in gebruik genomen, maar wel in 1985 bij hoog water uitgeprobeerd. Johan ging er zelf, en zelfs met de fiets, overheen. Via een platte wagen besteeg hij de brug om daarna richting dijk te rijden. Het laatste stukje moest hij weer omlaag om bij de dijk te komen. Met de activiteiten van Ruimte voor de Rivier zijn niet alle palen verdwenen. Vanwege de historische waarde zijn er nog een aantal blijven staan, waarvan enkelen tijdens de latere werkzaamheden in de uiterwaarden krom gebogen zijn.

Alles veranderde

Na de hoge waterstand van 1995 kwam het project Ruimte voor de Rivier in een stroomversnelling. Er kwam een operatie op gang die het gezicht van de uiterwaarden ingrijpend zou veranderen. Zo was er een nieuwe geul gepland, terwijl tegelijkertijd de kolk gedempt zou moeten worden. Rivierjutter Henk Tuinman, door Rijkswaterstaat als zodanig aangesteld, voorzag ze in die tijd van foto’s en verhaaltjes, terwijl hij voor het Waterschap ook foto’s aanleverde. Tijdens een van z’n speurtochten ziet hij in de ondergelopen Schellerwaard "een kraan drijven" (reed door ondiep water naast de geul) bestuurd door machinist Jan Buitenhuis. De kraanmachinist moet regelmatig de ankers verzette van de kabel waarlangs de zandzuiger zich verplaatst. Het blijkt geen ongevaarlijke klus te zijn, want op een keer valt de kraan om en gaat hij met kraan en al kopje onder. Bijna was hij verdronken. De omgevallen kraan had maar één deur en gelukkig kwam deze net boven water te liggen. De onmisbare zandzuiger is in staat om per uur 300 tot 350 m3 zand op te zuigen en dat via een buizenstelsel door te sturen naar de te dempen kolk. Er zou meer dan tien miljoen m3 gestort moeten worden. Johan Groten maakt van de situatie gebruikt om de terp om zijn huis wat uit te breiden en te verhogen. Ook de grond van de afgegraven gronden bij de Vreugderijkerwaard hebben de te dempen kolk als eindbestemming.

Geschonden belofte

Tijdens de onderhandelingen met Rijkswaterstaat is broer en zus een brug beloofd van hun huis naar de Schellerdijk. Van die belofte wordt naderhand afscheid genomen als blijkt dat de brug te duur zou worden. De Grotens zullen genoegen moeten nemen met de nieuw aangelegde toegangsweg die nota bene lager is dan hun vorige toegangsweg. Die weg verhogen kan niet, want dan zou de inlaat naar de waterbuffer worden geblokkeerd. Geen oplossing dus in geval van hoog water. Broer en zus blijven volharden in hun recht op de eertijds beloofde brug. Het juridisch getouwtrek is nog niet afgelopen en heeft voor het tweetal de nodige gevolgen. Op de plek van het af te breken oude huis zou een nieuw huis verrijzen. Johan heeft de tekening al tijden klaar, zelfs voor een tijdelijke bewoning voor de tussenliggende fase. Al met al een vervelende tijd. Wordt het wonen op een schiereiland of worden het van tijd tot tijd eilandbewoners met de roeiboot binnen handbereik. Hopelijk loopt het voor Johan en Riekie goed af en kunnen ze nog een tijd genieten van deze paradijselijke plek.

• Onder: Het uitzicht vanaf de woning over de IJssel en omgeving. Hattem ligt aan de overkant.

This article is from: