Hoboken
cultuurhistorische analyse 1 0 1 2 0 8
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
1
2
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
INHOUD
Historische achtergrond
Analyse
Locaties
Inleiding
5
Waardering + Aanbevelingen
7
Plangebied
11
Visies op Hoboken
Rose 1858
13
De Jongh 1887-1913
15
Burgdorffer 1913-1927
17
Witteveen 1927-1940
19
Grote Projecten in Hoboken
Groene wig
21
Het Park aan de Maas 1901
23
Parkhaven 1890
25
Coolhaven 1938
27
MaastunneltracĂŠ 1942
29
Museumpark 1947
31
Dijkzigt ziekenhuis 1960
33
Ontwikkeling door de jaren heen
35
Monumenten
37
Sfeergebieden
39
Gesloten bouwblokken
41
Coolhaven
43
Medische en educatieve voorzieningen
45
Cultuur rond Museumpark
47
Westersingel
49
MaastunneltracĂŠ
Parkhaven
53
Het Park
55
Parklaan en Scheepvaartkwartier
57
Structuur
Verbindingen en zichtlijnen
59
Onderzoekslocaties in Plangebied
NAi/Old Dutch
65
Coolhaven
69
Parkhaven
73
Noten, literatuur en colofon
77
I
N
H
O
51
U
D
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
3
Het Land van Hoboken, ca. 1930 Archief Sectie Luchtmachthistorie van de Staf Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten, Den Haag
4
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
INLEIDING
Hoboken, een groene wig vanaf Het Park aan Maas, via
Deze cultuurhistorische analyse Hoboken wordt gemaakt
al lang onder druk en er is veel gebouwd en verdicht
in het kader van de ontwikkeling van een gebiedsvisie.
(medisch centrum, scholen, culturele instellingen). Het
Doel van het onderzoek is om inzichtelijk te maken welke
havenbekken, gevormd door Coolhaven en Parkhaven,
cultuurhistorische waarden er in het gebied aanwezig
geeft de stad een grote en structurerende open ruimte,
zijn en hoe deze kunnen bijdragen aan de toekomstige
met een kenmerkende rand van monumentale gebouwen.
kwaliteit van de stad. Het onderzoeksgebied wordt
Sinds de aanleg is een functieverandering opgetreden die
aan de noordzijde begrensd door de Mathenesserlaan
nog niet is afgerond.
het Museumpark tot het Eendrachtsplein. Dit gebied staat
en de Nieuwe Binnenweg, aan de oostzijde door de Westersingel, de Van Vollenhovenlaan en de Veerhaven,
Voor de toekomst geeft de cultuurhistorische eigenheid
aan de zuidzijde door de Maas, en aan de westzijde
en kwaliteit aanknopingspunten voor het verrijken en
door de Mullerkade, Pieter de Hooghweg en de
verbijzonderen van dit deel van de stad. De uitdaging
Heemraadssingel.
is om in de grote verbanden (rood, groen, blauw) de samenhang van de stad (visueel en functioneel) te
Anderhalve eeuw stadsontwikkeling heeft het Land van
versterken. Ten tweede is er de rijkdom van de negen
Hoboken het aanzien gegeven van een lappendeken.
sfeergebieden met hun onderscheidende kwaliteiten,
Er zijn niet alleen veel visies gemaakt voor dit deel van
die koestering verdienen en als vertrekpunt voor
Rotterdam, maar ook grote projecten ondernomen, zoals
transformaties kunnen dienen.
havenaanleg (Coolhaven), tunnelbouw (Maastunnel) en dijkverzwaring (Westzeedijk). In het plangebied zijn negen
Het rapport bestaat uit drie onderdelen. Allereerst wordt
gebieden met elk een eigen identiteit en kenmerkende
een beschrijving van de historische gelaagdheid van het
sfeer te onderscheiden. Deze stedelijke fragmenten
gebied gegeven, aan de hand van stedenbouwkundige
worden verbonden door een grid van ‘rijgdraden’.
visies en grote projecten. Ten tweede volgt een analyse,
Noordzuid lopen de Coolhaven, de Maastunnel en de
waarin kenmerkende deelgebieden worden getypeerd
Westersingel; oostwest gaat het om de Rochussenstraat,
en de onderlinge ruimtelijke verbanden zijn aangegeven.
de Westzeedijk en de Maasoever.
Het derde deel betreft een nadere uitwerkingen met aanbevelingen voor drie concrete locaties: Coolhaven
Ruimtelijke samenhang (identiteit, herkenbaarheid,
(Hogeschool, GEB-gebouw, Provisorium), Parkhaven
oriëntatie) is te vinden in de grote historische verbanden:
(Parkhavenstrook en Maastunneltracé vanaf de
het stadsweefsel, de groenstructuur en de havenbekkens.
Westzeedijk) en NAi (Rochussenstraat, Old Dutch
Het stadsweefsel heeft herkenbare hoofdassen
en NAi-omgeving). Het onderzoek is gebaseerd op
(Mathenesserlaan, Nieuwe Binnenweg), en een duidelijke
literatuurstudie, veldwerk en bestaande cultuurhistorische
begrenzing in de noordwand van de Rochussenstraat.
verkenningen.
De groenstructuur is een restant van het Land van
Paul Meurs, Schiedam, december 2008
I
N
L
E
I
D
I
N
G
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
5
Land van Hoboken lappendeken
6
E r a s m u s
oost-west rijgdraden
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
noord-zuid rijgdraden
WAARDERING
is de Nieuwe Binnenweg (ter hoogte van het Land van
Kwaliteiten op het niveau van de stad
en planmatig ingevuld (met langgerekte bouwblokken)
De ‘groene’ wig vanaf de Parkhaven tot aan de Nieuwe
aan de zuidzijde. De Rochussenstraat volgt de grens
Binnenweg: een open stadsstructuur van vrijstaande
tussen de stadsblokken en de groene wig, de straat ligt
gebouwen en complexen. Hier zijn belangrijke openbare
op sommige punten vlak ten noorden van de wig en op
gebouwen (cultuur, medisch, onderwijs) geconcentreerd.
andere plekken er net binnen. De Westzeedijk heeft een
Hoboken) pandsgewijs bebouwd aan de noordzijde
profiel met een hooggelegen weg en een enorm talud Het ‘blauwe’ bekken van Coolhaven en Parkhaven: een
zowel naar het binnendijks als buitendijks gebied.
(potentieel) belangrijke open en openbare ruimte in de stad. Beide havens vormen een ‘canyon’ van baksteen.
De ‘rijgdraden’ in noord-zuid richting: karakterstieke
Het materiaal is gebruikt in de kades en sluizen en de
lange lijnen. Er zijn twee singels (Heemraadssingel
monumentale bebouwing rondom. Opvallend is dat op
en Westersingel) en een vooroorlogse snelweg (het
sommige plaatsen de havenactiviteit verdween, zonder
tunneltracé van de Maastunnel over de ‘s Gravendijkwal).
dat er sterke functies voor terugkwamen.
De singels verbijzonderen het stedelijk weefsel, de autoweg is een harde doorsnijding – die het mogelijk
De ‘rode’ structuur van stadsblokken: een ‘klassiek’
maakt om de stedelijke route op redelijk hoge snelheid te
stedelijk weefsel, gestructureerd door lange lijnen van
beleven: stad in, door een park, onder het water.
oude linten (Binnenweg), lanen (Mathenesserlaan) en singels (Heemraadsingel, Westersingel).
Het samenspel van architectuur en stedenbouw, de erfenis van de stedenbouwkundige composities van
De grote stedelijke programma’s met een regionale
Witteveen. Belangrijke kruispunten of overgangszones
uitstraling: Het Park en de Euromast, Erasmus MC,
van de ene naar de andere sfeer worden met
Hogeschool Rotterdam, het Museumpark met alle
monumentale gebouwen gemarkeerd, zichtlijnen
culturele instellingen.
worden met monumentale gebouwen ingekaderd of juist afgesloten. Gebouwen die op deze manier de
Kwaliteiten op het niveau van het stadsdeel
stad structureren zijn onder meer: GEB-toren, Unilever,
De afzonderlijke ‘lappen’ van de lappendeken: gebieden
Puntegale, Museum Boijmans van Beuningen en het
met een eigen sfeer en uitgesproken kwaliteiten:
ventilatiehuis van de Maastunnel.
Scheepvaartkwartier, Westersingel, Heemraadssingel, Coolhaven, Parkhaven en de woonsferen van
Grote openbare ruimten langs het water, langs de Maas,
Mathenesserlaan, Rochussenstraat en Breitnerstraat.
de Parkhaven en de Coolhaven. Het betreft hier een grote doorgaande structuur, kade, met overmaat en behoorlijke
De ‘rijgdraden’ in oost-west richting: lange lijnen met een zeer herkenbaar, meest asymmetrisch profiel. Zo
potentie voor publieke functies. Ontwikkeling Land van Hoboken
WAARDERING+AANBEVELINGEN
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
7
8
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
AANBEVELINGEN
Erasmus MC in een architectonische horizontale ‘plint’.
kenmerkende profielen, met hun asymmetrie, de
De plint vangt met haar beperkte hoogte de schaalsprong
overgangen van wanden naar open ruimten en bestaande
Het gebied Hoboken heeft de potentie om een belangrijk,
tussen de hoogbouw rond het Erasmus MC en de
bebouwingsvormen. Respecteer de architectonisch-
herkenbaar en dienstbaar gebied voor Rotterdam te
havenkades op. De randen en daardoor de essentie van
stedenbouwkundige compositie van Witteveen, wellicht
blijven. Koester de kenmerkende verscheidenheid – maar
de haven dienen versterkt te worden door het verdichten
kan deze op punten worden versterkt of voortgezet.
versterk omwille van de herkenbaarheid van de stad
van de plint. Op het motief van zo’n laagbouwplint aan
en de logische verbindingen van het centrum richting
de kades van de Coolhaven kan, met hoogbouw in
De ‘rijgdraden’ in noord-zuid richting: maak het tunneltracé
Delfshaven ook de samenhang gevende structuren: de
de tweede lijn, achter de plint, in de richting van het
tot een werkelijk monument van automobiliteit en de
‘groene’ wig, het ‘blauwe’ bekken en de ‘rode’ structuur
centrum worden voortgeborduurd. Op deze manier vindt
cinematografische stadservaring (de stad zien vanuit de
van stadsblokken.
aansluiting plaats op de ‘skyline’ van Rotterdam en wordt
auto, alsof er een film wordt afgedraaid op de voorruit).
de identiteit van de Coolhaven versterkt.
Zorg tegelijk voor goede dwarsverbindingen – liefst als
De ‘groene’ wig: versterk de randen, hou bebouwing
onderdeel van of toevoeging aan de compositie van het
alzijdig georiënteerd en streef naar een omspoelende
De ‘rode’ structuur van stadsblokken: versterk en repareer
tunneltracé: van Park naar Parkkade, over het Drooglever
ruimte. De groene ‘schotsen’ (gefragmenteerde
het stedelijk weefsel – door de bestaande maten en
Fortuynplein naar de Parksluizen en van Erasmus MC
openbare ruimten, parken en groenstructuren) vragen
proporties vast te houden. De singels, lanen en linten
naar Coolhaveneiland.
om verbindingen, met name voor voetgangers en
structureren dit deel van de stad, het karakter van deze
fietsers – in de vorm van paden, bruggen en by-passes
lange lijnen kan verder worden versterkt.
(met name Museumpark-Westzeedijk-Park-Puntegale).
De erfenis van Witteveen vraagt om gedoseerde schaalvergroting direct langs de lange lijnen
Vanaf de Westzeedijk is er de mogelijkheid om het
Versterk de eigenheid van de stedelijke fragmenten
(horizontaliteit van de boulevards) en op de overgangen
groen ervaarbaar te maken en te zorgen voor een
(de ‘lappen’), met name in het Scheepvaart- en
groen-blauw-rood. Het middel van architectonische
betere aanhechting van ‘noord’ en ‘zuid’. Benut deze
Parklaankwartier, langs de singels en rondom de
oplossingen voor stedenbouwkundige overgangen zou
potentie door een logische koppeling te leggen tussen
havenbekkens. Zowel de Maaskade als de Coolhaven
opnieuw kunnen worden ingezet.
de groene route en de stad. Dit geeft een enorme
en de Parkhaven vragen om nieuw stedelijk programma
meerwaarde. Koester Old Dutch als laatste restant van
als vervanging van verdwenen of verminderde
De kades (Maas, Parkhaven, Coolhaven) vragen om
het noodcentrum Dijkzigt en als vrijstaand object in de
havendynamiek. Het gaat concreet om een intensievere
aansluiting op de routes door de stad (met name voor
groene wig, een ‘boerderette avant-la-lettre’.
programmering van de kades en bebouwing aan
voetgangers en fietsers) en het omringende stedelijk
de oostzijde van de Coolhaven en de Parkhaven.
weefsel – ze zijn in potentie belangrijke identiteitsdragers
Het ‘blauwe’ bekken: benut de potentie van het gebied,
De behoefte aan ruimtelijke samenhang en goede
van de stadsdelen en beelddragers voor Rotterdam.
in de vorm van de kades (openbare functies), de
verbindingen van het centrum richting Coolhaveneiland,
Openbare functies en programma in de strook tussen de
ruimtelijkheid en het omringend bouwpotentieel. Behoud
Lloyd- en Mullerpier vraagt om het versterken en afmaken
Haven en Het Park kunnen de identiteit versterken.
en versterk het architectonisch idioom rondom de
van de ‘canyon’ rondom de havens, bestaande uit
Coolhaven (materialisatie, horizontaliteit, monumentaliteit)
waterspiegel, kades, wegen, plintbebouwing en plaatselijk
als factor die samenhang brengt. De bestaande
hoogbouw in de tweede lijn.
monumenten rondom de kades van de Coolhaven veranderen onder de druk van verticalisatie rondom het
De ‘rijgdraden’ in oost-west richting: versterk de
WAARDERING+AANBEVELINGEN
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
9
Plangebied Hoboken (2008)
10
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
PLANGEBIED
Plangebied Hoboken
P
L
A
N
G
E
B
I
E
D
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
11
Plan Rose, 1858
12
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
en middenstandswoningen gegroepeerd in gesloten
in het midden van de negentiende eeuw nog een brug
bouwblokken rond groene binnenterreinen. Acht
te ver voor het Gemeentebestuur. Wél uitgevoerd werd
bouwblokken vormden samen een eiland, omringd door
Rose’s Waterproject uit 1854, waarin een stelsel van
De gebieden ten oosten en ten westen van de
kanalen van zo’n vijftig meter breed. Op de koppen
groene singels rond de stadsdriehoek voor waterzuivering
stadsdriehoek, net buiten de vesten, bestonden van
van de kanalen waren hier en daar ruime pleinen
en een woonmilieu van allure zorgde. Toch bleef het
oudsher uit landgoederen, waarvan veel dienstdeden
geprojecteerd. In het zuidelijk deel van het ontwerp, in de
Coolpolderplan in de planningsgeschiedenis van
als buitenverblijf voor de stedelijke elite. Door de groei
stroken langs de rivier, had Rose de woon- en pakhuizen
Rotterdam een rol spelen. In 1923, toen het Land van
van de stad richting het westen werden verschillende
van de rijken gedacht: de kooplieden, reders, consuls
Hoboken opnieuw op de tekentafel lag, schreef architect-
buitens ontwikkeld tot stukken stad. Het Land van
en cargadoors. Het ontwerp was voor die tijd visionair.
stedenbouwkundige Siebers waarderend over Rose’s
Hoboken, eigendom van de Heer van Hoboken, bleef
Voor het eerst was er sprake van planmatige stedenbouw
voorstel om de hoofdverkeersaders als de Aert van
het langst onaangetast. Op het 56 hectare grote gebied
waarin een herhaling van de erbarmelijke hygiënische
Nesstraat, de Van Oldenbarneveldtstraat en de Witte de
woonde de heer op zijn buitenplaats Dijkzigt en graasden
omstandigheden in de binnenstad werd voorkomen, maar
Withstraat door te trekken tot aan Delfshaven.3 Uitvoering
schapen op de resterende 51 hectare grote polderweide.
tevens een representatief waterfront werd geprojecteerd.
van het project had de lange lijnen van Rotterdam, aldus
Eromheen groeide de stad gestaag. Nieuwe woonwijken,
Het ontwerp beloofde ruimte, licht, lucht en doorstroming
Siebers, veel goed kunnen doen.
een ruim park en havenbekkens sloten het landgoed in.
van water en afvalstoffen. Opvallend was de nabijheid
Het Land van Hoboken werd zo een markante plek in de
van rijk en arm in één stadsdeel, gescheiden door de
stad: ‘Het Land van Hoboken was en bleef een van de
(nog veel lagere) Westzeedijk. Rose had deze opzet
merkwaardigheden van Rotterdam. Stadsbewoner en
gekozen om de daglonen niet te hoog te laten worden
vreemdeling voelden het sterke contrast, wanneer zij,
(vanwege lange reistijd), maar ook om gettovorming te
gaande langs de drukken Westzeedijk dan wel komende
voorkomen. De verschillende bevolkingslagen hadden
van de nog drukkere Binnenweg en nog verkeerende
‘elkander noodig’ om de ‘beschaving en zedelijkheid’
onder de indruk van het stadsgewoel, plotseling een
op peil te houden.2 Het tweede Coolpolderproject was
ROSE 1858
Licht, lucht en ruimte
landelijk tafereel zich zagen ontwikkelen van uitgestrekte weiden, waar het vee rustig graasde of de boerenarbeider het hooi binnenhaalde’.1 De plangeschiedenis van het Land van Hoboken gaat terug tot in de negentiende eeuw, toen stadsarchitect W.N. Rose in zijn tweede Coolpolderproject (1858) een 400 hectare grote stadsuitbreiding tekende in de weilanden van de Coolpolder. Van de Maas tot aan de Middellandstraat en van de Westersingel tot aan de Delfshavense Schie had Rose een uitbreiding getekend waarin twee variaties op een gridverkaveling waren uitgewerkt. In het noordelijk deel waren arbeiders-
Stadsplattegrond, 1901
Plan Siebers, 1923
V
I
S
I
E
S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
13
Plan De Jongh, 1887 het meest opvallende element in het plan is de nooit uitgevoerde oostelijke tak van de Coolhaven
14
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
variant van de door Rose geïntroduceerde singel. De
eigendomsverhoudingen in het gebied – de Heer van
groene route moest als belangrijkste noord-zuidverbinding
Hoboken had in 1852 zijn villa Dijkzigt gebouwd aan de
gaan fungeren en als ceintuurbaan die de noordelijke
Westzeedijk en had 56 hectare grond in bezit– nam De
Ten tijde van Rose’s voorstellen veranderde de sociaal-
woonwijken verbond met de havens. De Mathenesserlaan
Jongh het ontwerp over in zijn algemeen uitbreidingsplan
economische samenstelling van Rotterdam ingrijpend.
was bedoeld als uitvalsweg van het centrum naar het
voor Rotterdam uit 1903. Bij de bespreking van dit
Van een stapelmarkt, waar kooplieden de goederen in
westelijk buitengebied. In het profiel was ruimte voor
ontwerp in de Gemeenteraad ondervond vooral de
pakhuizen opsloegen en wachtten op een geschikte
rijstroken voor doorgaand verkeer en ventwegen voor
aanleg van de oostelijke zijtak van de Coolhaven grote
koper, werd de haven een doorvoer (transito) haven die
bestemmingsverkeer, maar ook nog genoeg ruimte voor
weerstand. Een haven op die plek, ‘met al wat daarvan
draaide op overslag van goederen van het ene schip naar
eventuele goederensporen. Het stratenplan van De Jongh
het gevolg is’, zal de ontwikkeling van de stad op brute
het andere of van schip naar spoor. Deze verandering
werd goedgekeurd, maar de gemeente wilde zelf niet tot
wijze onderbreken. Terwijl, aldus raadslid Van Rossem,
had ingrijpende gevolgen voor het ruimtelijk aanzien van
ontwikkeling overgaan. Het initiatief werd aan particuliere
‘wij dat stadskwartier voor een groot gedeelte zullen
Rotterdam en voor de samenstelling van haar bevolking.
exploitanten overgelaten, die het gebied fragmentarisch
gaan maken tot een handelskwartier.’ 4 Een voornaam
De oude elite van kooplieden schaamde zich voor het
ontwikkelden met woningbouw en straten.
handelskwartier, met hotels, winkels, restaurants en
DE JONGH 1887-1913 Havenstad met allure
woonhuizen was, kortom, onverenigbaar met een enorm
veranderende imago van de stad en vertrok vanaf 1880 massaal richting Den Haag en Wassenaar. Directeur
De chiquere woonmilieus lagen dus niet langer aan de
havenbekken in dezelfde buurt. Van Rossem wees
van Gemeentewerken G.J. de Jongh, die van 1879 tot
Maas, zoals bij de Zalm- en Veerhaven, maar dieper het
op het vertrek van de meer vermogende naar andere
1910 aan het hoofd van de stadsontwikkeling stond,
land in. Het resultaat van het ontwerp van De Jongh zou
gemeenten, een ontwikkeling die met de aanleg van
werkte in een continu spanningsveld tussen enerzijds
een wonderlijke mengeling van haventerreinen, een groot
de haven opnieuw in de kaart zou worden gespeeld.
het faciliteren van de transitostad (door het graven
wandelpark aan de Maas en stedenbouwkundig nogal
Ondanks de protesten bleef het ontwerp actueel
van nieuwe havens) en anderzijds het vasthouden
ongedefinieerde luxe woonkwartieren ter weerszijden
tot 1913, toen directeur Burgdorffer een heel ander
van de rijkere bevolkingsgroepen (door het maken van
van de nieuwe havenbekkens zijn. Hoewel de uitvoering
bouwprogramma voor het gebied opstelde.
aantrekkelijke woonmilieus). De Jongh’s ontwerp voor
van het uitbreidingsplan stokte in verband met de
het Land van Hoboken, dat stamt uit 1887, laat deze tweeslachtigheid goed zien. Het werd een jaar na de annexatie van Delfshaven gepresenteerd en toont een nieuwe T-vormige binnenhavenstructuur vanaf de Maas, gevormd door de Parkhaven en twee vertakkingen daarvan naar het westen (de huidige Coolhaven) en het oosten (niet gerealiseerd). Door de geprojecteerde ligging van de nieuwe haven zouden de Claes de Vrieselaan en de ’s-Gravendijkwal, die in die tijd werden aangelegd en bebouwd met herenhuizen, uitmondden op het water. Alleen de Heemraadssingel en de Mathenesserlaan waren als doorlopende routes in het ontwerp opgenomen. De Heemraadssingel was gedacht als een verbrede
Rotterdam met uitbreidingsplannen door G.J. de Jongh, 1903
Land van Hoboken, ca. 1920
V
I
S
I
E
S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
15
Plan Burgdorffer, 1913
16
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
BURGDORFFER 1913-1927 Luxekwartier
gaan bouwen, maar ook dit initiatief strandde vanwege het slechte economische tij. De gemeente kocht daarop alle grond voor 4 miljoen gulden en verkreeg daarmee
Toen A.C. Burgdorffer in 1910 aantrad als directeur
volledige vrijheid van exploitatie. Inmiddels had het
Gemeentewerken, wijzigde hij het ontwerp van
gemeentebestuur goedkeuring verleend voor de aanleg
De Jongh. De oostelijke tak van de Coolhaven
van de westelijke tak van de Coolhaven (1922), die de
sneuvelde definitief en ervoor in de plaats ontwierp
Delfshavense Schie via de in 1890 gegraven Parkhaven
gemeentelijk stedenbouwkundige P. Verhagen in 1913
en Parksluizen (1933) met de Maas zou verbinden.
een ‘luxekwartier’, waar de rijkere Rotterdammers
Samen met het Schiekanaal (gegraven van 1928 tot
in grotendeels vrijstaande villa’s rond kleinere
1933), het Noorderkanaal (gegraven van 1933 tot 1938)
gemeenschappelijke parken zouden wonen. De grond
en de Rotte ontstond zo een ‘ruit’ van waterwegen om
was niet opgehoogd, en het bestaande geboomte van
de stad, onontbeerlijk voor de economische motor: de
de diepgelegen buitens langs de Westzeedijk bleef
scheepvaart. Het villaplan uit 1913 werd aansluitend
zoveel mogelijk gespaard. De openbare ruimte bestond
op de plannen voor de Coolhaven aangepast met
uit een stelsel van brede lanen en boulevards, met als
bouwblokken langs de kade die telkens als een soort
hoofdmoment een langwerpige vijverpartij met aan
omarming naar de haven gericht waren. Een doorlopend
weerszijden wandelpromenades. Op de kruising van de
wandelpad met plantsoenaanleg zorgde hier voor een
Mathenesserlaan en de Rochussenstraat had Verhagen,
aangenaam woonmilieu temidden van de dynamiek van
in het verlengde van de vijver, een groot plein ontworpen.
de haven. In plaats van de wand met woongebouwen
Naar de Binnenweg opende de as zich in de vorm van
werd echter de G.J. de Jonghweg aangelegd.
een voorplein met een groot museum, de voorloper van Boijmans. De ’s-Gravendijkwal en de Mathenesserlaan waren beide als brede boulevards met bomen doorgezet tot aan de Westzeedijk, waar ze eindigden in pleinen, terwijl een wandelpad langs de voet van de dijk liep. Het Park aan de Maas maakte Verhagen vanuit het nieuwe stadsdeel toegankelijk via een ingang in het verlengde van de ’s-Gravendijkwal. In 1916 leek er schot in de zaak te komen. De heer van Hoboken verkocht een deel van zijn terreinen aan een combinatie van Rotterdamse notabelen. De gemeente had het villaplan klaarliggen als stedenbouwkundig kader, maar door de lastige economische jaren werd de realisatie op de lange baan geschoven. Toen de heer van Hoboken in 1924 overleed, kocht de maatschappij ‘Dijkzigt’ alle grond om hier te
Uitbreidingsplan met westelijke tak Coolhaven, 1913
V
I
S
I
E
S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
17
Schetsplan Pieter Verhagen, 1923
Plan Witteveen, 1926
18
E r a s m u s
Plan Witteveen, 1930
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
directeuren van grote bedrijven en andere factoren. Toch
verbinden. Als afscheiding tussen de hoogbouwstrook
werd op het Land van Hoboken een indrukwekkende
en de erachter gelegen lagere stadsbebouwing zou een
staalkaart van beeldbepalende gebouwen gerealiseerd
parkzone van 100 tot 300 meter breed aangelegd moeten
Voor de in 1926 tot stadsarchitect bevorderde W.G.
of ondergebracht: Museum Boijmans van Beuningen
worden. Verder landinwaarts zou deze laagbouwstrook
Witteveen was de aanleg van de Coolhaven een
(Van der Steur), de Volksuniversiteit (in villa Dijkzigt), het
overgaan in meer verspreide bebouwing en uiteindelijk
gegeven. Het ‘luxekwartier’, dat hier in verschillende
Erasmiaans Gymnasium (Van der Steur) het Unilever
in uitgestrekte park- en recreatiegebieden. ‘Ik heb
stedenbouwkundige plannen was voorzien, kreeg onder
hoofdkantoor (Mertens), de Academie van Beeldende
er naar gestreefd’, aldus Witteveen, ‘deze massieve
zijn leiding gestalte, zij het in een andere vorm. Het idee
Kunsten en Technische Wetenschappen (Meischke en
stadsopbouw, zooveel mogelijk te onderbreken met
van particuliere villa’s in een parkaanleg werd verlaten,
Schmidt) en een openluchttheater. Maar ook op het
loodrecht op de rivier gerichte parkstroken, die, waar
in plaats daarvan zag Witteveen het Land van Hoboken
gebied van woningbouw werden belangrijke complexen
de ruimte het toeliet met een min of meer monumentale
als een groene schakel, waarin het groen samen met
gebouwd, onder andere aan de Rochussenstraat
beëindiging tegen de rivieroevers stuiten. Het boeiend en
Het Park tot aan de Maas werd doorgezet. Zijn ontwerp
door architecten als Otten en Kraaijvanger. Langs de
nimmer rustend scheepvaartbedrijf kan daar in alle rust en
uit 1926 leunt sterk op een schets van P. Verhagen, de
Jongkindstraat bouwden Brinkman en Van der Vlugt en
in aantrekkelijke omgeving ongestoord worden genoten.’
maker van het villaplan die inmiddels een eigen bureau
Leonard Stokla in de jaren dertig enkele witte villa’s.
Het Land van Hoboken was zo’n op de riviergerichte
WITTEVEEN 1927-1940 Monumentale stadscompositie
was begonnen. Als lid van de Stadscommissie, een
parkstrook.
actiecomité van architecten en invloedrijke burgers, had
In verband met de voorgenomen aanleg van de
Verhagen een ontwerp gemaakt dat het gebied vlot moest
Maastunnel, stelde Witteveen in 1930 zijn ontwerp
De status van het ontwerp uit 1930 is onduidelijk;
trekken uit de lange planningsimpasse. Dat lukte, want
bij. De monumentale stadscompositie van groene
vermoedelijk konden door de slechte economie van
het werd enkele jaren later door Witteveen tot officieel
ruimten en stadsblokken met monumentale accenten
de jaren dertig geen investeerders gevonden worden.
gemeentebeleid gemaakt. De parkaanleg, omsloten
werd doorgezet aan weerszijden van de tunnelbak.
Hoewel het ontwerp niet werd uitgevoerd (in plaats van
door bebouwing, moest het karakter van de ‘wereldstad
Ter weerszijden van de ’s-Gravendijkwal, voordat
de monumentale bouwblokken kwam hier het ziekenhuis)
Rotterdam’ voelbaar maken. Het contrast van een grote
deze vanaf de Westzeedijk begon te dalen richting de
is het ontwerp van Witteveen sturend geweest voor
open vlakte middenin de dynamische stad, omringd
tunnel, componeerde hij een zeer brede autoboulevard,
de ontwikkeling van het gebied, alleen is deze minder
door een ‘boeiend silhouet van stadstorens’, zou geen
geflankeerd door bomen, met twee poortgebouwen als
symmetrisch en monumentaal geworden dan door
bezoeker onberoerd laten. Langs de randen van de
entree vanuit de tunnel en hoge flankerende woonflats
Witteveen was voorzien.
parkaanleg was in Witteveens visie plaats voor openbare
langs de route. De automobilist zou zo vanuit de tunnel
gebouwen met een culturele functie en hoofdkantoren
via een monumentale as de wereldstad Rotterdam
van bedrijven. Op de kruispunten van de wegen moesten
inrijden en uitkomen op een gigantische rotonde die
echte bakens komen: het GEB gebouw zou de ingang
hem naar alle richtingen van de stad wees. In de
van het parkgebied markeren, terwijl Witteveen op de
‘Richtlijnen voor de ontwikkeling van Groot-Rotterdam’
kruising van de Nieuwe Binnenweg met de Westersingel
uit 1930 zag Witteveen een kilometerslange strook van
de Bijenkorf had gedacht (werd Parkhotel) en op de
hoogbouw langs de Nieuwe Maas voor zich, achter de
kruising van de Mathenesserlaan en de Rochussenstraat
havens en industrieterreinen langs. Als een gigantisch
het gymnasium (werd Unilever). Het ‘schuiven met
windscherm zou deze hoogbouwstrook de kernen
gebouwen’ begon dus al onmiddellijk, onder druk van
van Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Maassluis
‘s-Gravendijkswal huidig
V
I
S
I
E
S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
19
3 1
2
4 Nieuwe Binnenweg
5 Stadsplattegrond, 1930 uitgave N.V. drukkerij M. Wyt & zonen
Mathenesserlaan
20
E r a s m u s
Randen van de Groene wig van binnenstad richting Maas (1946)
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
Nieuwe Binnenweg ter hoogte van het Land van Hoboken (1910)
GROENE WIG
van grote stedelijke programma’s, of als bijzondere
en moest gaan fungeren als een voorname routes in de
kwaliteit die dit deel van Rotterdam verrijkt.
stad (3). Ook de Coolhaven was al ingetekend (4). Na de
De stedenbouwkundige visies van Rose, De Jongh,
In het Uitbreidingsplan van Delft van Grandpré Moliere,
bouw van het Dijkzigtziekenhuis veranderde de groene
Burgdorffer en Witteveen hebben elk hun sporen
Verhagen en Kok uit 1929 is de groene wig tot aan de
wig van een centrale leegte in een groenstedelijk milieu
achtergelaten in het Land van Hoboken. Minstens zo
binnenstad goed zichtbaar.
met vrijstaande objecten.
belangrijk waren echter de grote stedelijke projecten, die
Op de plattegrond van 1930 (pag.20) is het plan van
In 1985 ontstond, voor het eerst sinds het Basisplan
een lappendeken van sfeergebieden hebben opgeleverd.
Witteveen ingetekend (1). In 1924 bezat de gemeente
Van Traa uit 1946, weer een visie op de binnenstad. Het
Concreet gaat het dan om:
alle gronden van de Heer van Hoboken. Het idee van
concept van de groene wig van Witteveen werd nieuw
1. Groene wig vanuit de binnenstad richting de Maas
een groenzone in de stad kreeg gestalte in de vorm van
leven ingeblazen als ‘parkendriehoek’ met culturele
2. Het Park aan de Maas 1901
de groene wig (2). De Mathenesserlaan werd met een
functies en een samenhangende parkenstructuur.
3. Parkhaven 1890
zwierige bocht doorgetrokken tot de Witte de Withstraat
4. Coolhaven 1938 5. Maastunnel tracé 1942 6. Museumpark 1947 7. Ziekenhuis Dijkzigt (Erasmus MC) 1960 De groene wig Dankzij de halstarrigheid van de heer van Hoboken behield Rotterdam tot ver in de twintigste eeuw een groenstrook, die samen met Het Park een groene wig opleverde tot aan het Eendrachtsplein. Tot op heden wordt deze groenzone afwisselend gezien als een relict uit de pre-stedelijke tijd, dat zich leent voor de vestiging
Uitbreidingsplan Delft, van Granpré Moliere, Verhagen en Kok, 1929
Binnenstadsplan dS+V met daarop de Centrumruit, Waterstad en Parkendriehoek, 1985
GROTE PROJECTEN IN HOBOKEN
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
21
11
9
2
1 7 6
3
10 8 Westzeedijk bij voormalige kerk
Huidige kivietslaan
Koningin Emmaplein (1911)
Speelweide
Belvedere (1913)
Parkheuvel (1910)
4 5
Stadsplattegrond, 1901 voor de nummers zie pag.21
Ingang
22
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
HET PARK AAN DE MAAS
in 1890 (6) was van het hier gelegen buitendijkse weiland
Gemeente. De kerk werd in 1914 jaar in Noorwegen
niet meer over dan een smalle strook grond. Door de
gebouwd en in Rotterdam opgesteld. Ten behoeve van
Een van de oudste en meest prominente structuren in
aanleg van de Parkhaven kwam grond beschikbaar voor
de aanleg van de Maastunnel werd de kerk in 1937
het gebied is de Westzeedijk (zie kaart pag.22, nr1),
de aanleg van een dijk ten westen van het park (7) en
verplaatst.
onderdeel van de in de twaalfde eeuw aangelegde
het ophogen van de dijk langs de Maas. Het terras van
Schielands Hoge Zeedijk ter bescherming van het
restaurant Bellevue kwam op deze dijk (nu Parkheuvel).
Bron: Albers Adviezen Historische Parken, Het Park te Rotterdam,
gebied tussen Gouda, Leiden en Rotterdam. Het is de
Tijdens de aanleg was er al een directe bedreiging voor
Utrecht 2006
belangrijkste oost-west route in het gebied. Aan de dijk
het park; het plan van Rose dat een verlenging inhield
waren vanaf de zeventiende eeuw diverse buitenplaatsen
van de Westerhaven en de Zalmhaven er liep dwars
aangelegd, zoals Dijkzigt, Schoonoord, Den Heuvel en de
doorheen. Wederom gaf de gemeente Delfshaven geen
zogenaamde ‘buitenplaats van Valkenier’. De buitenplaats
toestemming. Hierna integreerde Rotterdam Het Park
Schoonoord (2) is tegenwoordig opengesteld en is een
stukje bij beetje in de stad. In 1858 werd de Parklaan
relatief onbekend park in Rotterdam. In de negentiende
aangelegd (8); een royale toegangslaan geflankeerd door
eeuw was Schoonoord de tuin van het woonverblijf van
villa’s, die Het Park verbond met het Willemsplein.
de bankiersfamilie Mees. De buitens Den Heuvel en de Valkenier zijn opgenomen in Het Park (3).
Ook de stadsbebouwing schoof steeds meer richting het westen. Aan de Westersingel verrezen villa’s (9) en ten
De provisorische naam ‘Het Park’ herinnert aan de
oosten van Het Park, aan de voet van de Westzeedijk,
ontstaansgeschiedenis, waarin het park slechts bedoeld
was rond 1890 een sjiek woonmilieu gerealiseerd (10).
was als tijdelijke groenzone. Naar aanleiding van de
Dit ‘rijkeluishofje’ werd ontworpen door architect J.C. van
plannen van Rose voor de uitbreiding in de Coolpolder
Wijk en is nu als rijksmonument deel van een beschermd
kocht de gemeente een stuk grond in de gemeente
stadsgezicht. In een halvemaanvorm rond een plein staan
Delfshaven. De stad wilde hier een slachthuis bouwen.
vijftien herenhuizen, aanvankelijk bewoond door de top
Delfshaven verbood Rotterdam echter de grond voor
van het Rotterdamse bedrijfsleven. Aan de achterzijde
industriële doeleinden te gebruiken om haar eigen
grenzen de panden aan het Park Schoonoord, aan de
tanende haveneconomie niet verder te verslechteren.
voorzijde hadden de bewoners destijds uitzicht op het nog
In afwachting van herziening van het verbod werd
onbebouwde Land van Hoboken. De bebouwing rukte
besloten het gebied als park in te richten. Het Park
echter op: vanuit de binnenstad was, rondom de Nieuwe
werd samengesteld uit twee buitenplaatsen en vanaf
Binnenweg, een stratenplan in uitvoering (11), met
1851 opnieuw ingericht door tuinarchitect J.D. Zocher.
straten die abrupt eindigden op het Land van Hoboken en
De twee buitens zijn op de stadsplattegrond van 1901
bebouwing die gefragmenteerd door grondexploitanten
te herkennen aan de scheidingssloot, ongeveer in het
werd neergezet.
midden van het park (4). Onderdeel van de parkaanleg was ook de bouw van een
Op de hoek van het Heuvelveld en het Park stond
dijk langs de Maas (5). Na het graven van de Parkhaven
vanaf 1914 de Noorse Kerk van de Noorse Zeemans
GROTE PROJECTEN IN HOBOKEN
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
23
6 4 3 2
1 5
Stadsplattegrond, 1910
Euromast
Zicht vanaf Euromast
Parkkade met ventilatiehuis
24
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
Relatie Euromast - Park
De Parkhaven en Jobshaven vanaf de Euromast
PARKHAVEN
veertig. Er ontstond een groenstrook langs de Parkhaven.
Vrijwel alle percelen rondom het Land van Hoboken
en het resterende oppervlak opnieuw ingericht met gras
waren rond 1910 ingevuld en bebouwd. Pas in 1916
en boomgroepen.
De aanloop naar de tunnelbuis werd met struiken beplant
verkocht de Heer van Hoboken een gedeelte van zijn terreinen, maar de gemeente werkte ondertussen al aan
Bij de Floriade van 1960 werd de Parkhavenstrook benut
plannen voor een villawijk op de locatie.
als lineair opgebouwde tentoonstellingsruimte. Met de
De stadsplattegrond van 1910 is vooral belangrijk
bouw van de Euromast en de aanleg van een loopbrug,
vanwege de ontwikkelingen in het havengebied. Zichtbaar
ontstond een relatie met het park. Sindsdien is de strook
is de bebouwing aan de kade en programma in de
een beetje onbestemd; hij hoort niet bij Het Park, niet bij
groenstrook tussen Park en Haven.
de haven, en dient alleen als ontsluiting van de Euromast,
Na de opening van de Nieuwe Waterweg bleek de
de drijvende Chinees en de fietstunnel.
Westerhaven al spoedig te klein voor de grotere zeeschepen die vanaf 1872 Rotterdam aandeden. In 1902 werd de haven gedempt. Op het vrijgekomen terrein werden riante woonhuizen gebouwd (1). Tussen 1906 en 1908 werd de St. Jobshaven gegraven (2) en de in 1890 gegraven Parkhaven verbreed (3). De havens waren in gebruik voor de overslag van zogenaamd ‘stukgoed’, goederen waarvan de hoeveelheid niet naar maat of gewicht maar per stuk worden opgegeven. Op de kades langs de Parkhaven verschenen loodsen voor stukgoedoverslag (4). Een uitgebreid stelsel van spoorbundels vervoerde goederen tussen de nieuwe havenbekkens. De groenstrook tussen de industrie aan de Parkhaven en Het Park ontwikkelde zich langzaam tot recreatiegebied; als eerste vestigde de in 1885 opgerichte Anglo Dutch Lawntennisclub zich op het terrein, het is de oudste tennisclub van het land (5). Voor de aanleg van de Maastunnel werd meer dan de helft van de loodsen aan de oostzijde van de Parkhaven gesloopt. De overgebleven loodsen verdwenen in de jaren
GROTE PROJECTEN IN HOBOKEN
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
25
1 2
4
GEB-gebouw (1952)
Puntegale
3 Stadsplattegrond, 1938
Rijksacademie
Parksluizen
26
E r a s m u s
Coolhaven (1962)
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
Euromast met Coolhaven op de achtergrond
COOLHAVEN Op deze kaart uit 1938 is te zien dat de Coolhaven is aangelegd (1), evenals de Parksluizen (2). In 1933 veranderde daardoor de functie van de Parkhaven. Door het voltooien van de Parksluizen werd de Parkhaven een verbindingsroute tussen de Nieuwe Maas en de Delfshavense Schie. De stukgoedoverslag aan de oostkant van de haven verdween langzaam mede in verband met de aanleg van de Maastunnel. Op deze stadsplattegrond zijn de meest zuidelijke opslagloodsen al afgebroken (3). Rondom de Coolhaven ontstond een gebied met monumentale, vrijstaande bebouwing met het water van de haven als verbindend element. Opvallend is het uniforme materiaalgebruik voor de kades, de sluizen en de gebouwen: donkere baksteen. De plannen voor een tunnel onder de Maas en het aanleggen van een tunneltraverse door de stad waren al vergevorderd en zijn in de kaart van 1938 ingetekend (4). Het TunneltracĂŠ werd een cruciale noord-zuid verbinding in de stad, maar droeg in oost-west richting bij aan het isoleren van de Coolhaven en het Coolhaveneiland ten opzichte van de centrale stad.
GROTE PROJECTEN IN HOBOKEN
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
27
‘s-Gravendijkwal (bron www.terpstra-koos.nl)
Bouw tunneltracé (bron www.terpstra-koos.nl)
Tunneltracé (bron www.terpstra-koos.nl)
Maastunnel vanaf Westzeedijk
Voetgangers- en fietserstunnel
Maastunneltracé
Land van Hoboken, 1954
Ingang voetgangers- en fietserstunnel
28
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
MAASTUNNELTRACE Midden in de Tweede Wereldoorlog, terwijl de binnenstad in puin lag, werd zonder veel rumoer de Maastunnel in gebruik genomen. De aanvoerroute voor de tunnel, de verlengde ’s-Gravendijkwal, liep over het Land van Hoboken en sneed met zijn drukke verkeer het stuk grond in noordzuidrichting af van de rest van het gebied. Ook nu is het tracé nog een autonome autowereld. De ontwikkeling van de Maastunnel kende een turbulente voorgeschiedenis. Er was geen twijfel in Rotterdam dat de verbinding tussen de Maasoevers er moest komen, de discussie ging over de vraag of deze verbinding uit een brug of een tunnel moest bestaan. Aangezien een brug een hoogte van 60 meter nodig had om de scheepvaart niet te hinderen bleek de optie voor de tunnel het meest voordelig. Het Tunneltracé werd geïnspireerd op Amerikaanse wegen. De automobilist reed door een zorgvuldig geregisseerde route vanuit Den Haag de stad binnen om vervolgens af te dalen in een park en de Maas onder te gaan. De Gemeente was zo trots op de tunnelbouw dat het tijdschrift van de gemeentewerken voor de oorlog “De Maastunnel” werd genoemd.
GROTE PROJECTEN IN HOBOKEN
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
29
Museumpark (bron www.terpstra-koos.nl)
Monument J.de Jongh (1948)
Museum Boymans van Beuningen (1950)
Unilever (1952)
Kunsthal als ‘staart’ van het Museumpark aan de Westzeedijk
NAi in het Museumpark
Stadsplattegrond, 1947
Restaurant Old Dutch als ‘kop’ van het Museumpark
30
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
MUSEUMPARK Op de stadsplattegrond van 1947 heeft het Land van Hoboken vorm gekregen als een Museumpark, met beeldbepalende openbare gebouwen. In het park zijn dan onder meer de volgende gebouwen gerealiseerd: Museum Boijmans van Beuningen (A. van der Steur, 1935), de Volksuniversiteit (in villa Dijkzigt, J.F.Metzelaar, 1852), het Erasmiaans Gymnasium (A. van der Steur, 1937), het Unilever hoofdkantoor (H.F. Mertens, 1931) en een openluchttheater. Maar ook op het gebied van woningbouw werden belangrijke complexen gebouwd, onder andere aan de Rochussenstraat door architecten als Otten en Kraaijvanger. Langs de Jongkindstraat bouwden Brinkman en Van der Vlugt en Leonard Stokla in de jaren dertig enkele witte villa’s. Na de bouw van Erasmus MC (1965) werd het Museumpark drastisch verkleind. Als kop en staart van het Museumpark verrezen hier de Kunsthal (1992) en het Nederlands Architectuurinstituut (1993). De Kunsthal ligt op het talud van de Westzeedijk en biedt als het ware een ‘kijk over de dijk’ vanuit het museumpark. Het NAi is geconcipieerd als een samenstel van bouwvolumes met een publieke doorloop vanuit het park naar de Rochussenstraat. Het project van Coenen probeert - ondanks zijn volume - met de doorloop en de colonnade het cultuurpark tot op/over de Rochussenstraat door te trekken. Restaurant “Old Dutch” dateert uit 1940 (J.A.Lelieveld) en is het laatste restant van noodwinkelcentrum Dijkzigt dat na het bombardement werd gebouwd. Deze ‘boerderetteavant-la-lettre’ sluit aan op de sfeer van het park.
GROTE PROJECTEN IN HOBOKEN
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
31
Land van Hoboken
Land van Hoboken (1978)
Land van Hoboken
Land van Hoboken
Stadsplattegrond met Ahoy en Dijkzigt, 1959-1962
Erasmus MC
32
E r a s m u s
Introvert karakter Erasmus MC
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
ZIEKENHUIS DIJKZIGT
het overgebleven ziekenhuisterrein met parkeerdekken,
In zijn ontwerp uit 1930 voor het Land van Hoboken met
luchtbruggen van het land. 5
het Maastunneltracé voorzag Witteveen in monumentale
De openbare ruimte om het ziekenhuis wordt zodanig
bebouwing aan weerszijden van de tunnelbak. In de
aangetast dat er nauwelijks nog sprake van deze
jaren dertig en veertig kwam er niet veel van dit plan
openbare ruimte kan zijn. Dit leidt tot een nog sterker naar
terecht. Na de oorlog werd het gebied bestemd voor grote
binnen gekeerd karakter van het gebied.
bijgebouwen en een van de hoogste concentraties
programma’s - eerst de noodvestiging van Ahoy (zie kaart pag. 32) vervolgens vanaf 1953 de nieuwbouw van het ziekenhuis. Ziekenhuis Dijkzigt werd gebouwd tussen 1952 en 1960 en in 1961 geopend. Het Land van Hoboken werd gekozen als locatie vanwege de centrale ligging en de goede verbinding met Zuid. Anders dan het Coolsingelziekenhuis, ontstond ziekenhuis Dijkzigt in een groene omgeving, aan de groene wig van het Park tot de binnenstad. Door uitbreidingen en schaalvergroting zette het ziekenhuis geleidelijk zijn eigen ‘healing environment’ onder druk. De huidige Wytemaweg herinnert nog aan de voormalige grens tussen de voormalige groene wig en de bebouwing. Dijkzigt groeide uit tot een groot medisch complex, een geïsoleerde ‘medische stad in de stad’. In 1965 viel het besluit om de Medische Faculteit hier te
Ontwerp uit 1950 van A.Viergever voor het Dijkzigt Ziekenhuis
vestigen. Het Sophia Kinderziekenhuis volgde in 1994. Voor de architecten van het Sophia Kinderziekenhuis, OD 205, was de integratie in de stedenbouwkundige context van groot belang. Bepalend hierbij was de ingreep van R.Bakker, hoofd van de Dienst Stedenbouw, die het Museumpark verboden gebied maakte voor de architecten en daarmee de integratie van de medische wereld met de culturele nagenoeg onmogelijk maakte. Hierdoor werd het beschikbare gebied voor het ziekenhuis gehalveerd. Dit leidde vervolgens tot het dichtslibben van Functies en duidelijke relatie met het Museumpark
GROTE PROJECTEN IN HOBOKEN
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
33
1901
1910
1930: een blik op de toenmalige toekomst
- aanleg Park
- demping Westerhaven
- stratenplan ten westen van Hoboken ingetekend
- eerste havenactiviteiten: Parkhaven, Westerhaven
- aanleg St. Jobshaven
- toekomstige locatie Museum Boijmans aangegeven
- begin met aanleg Mathenesserlaan
- loodsen aan de oostzijde van de Parkhaven
- Coolhaven ingetekend
1901
1910
1930 plattegrond van Rotterdam uitgave N.V. drukkerij M.Wyt&zonen
34
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
ONTWIKKELING DOOR DE JAREN HEEN 1938
1947
1960
- aanleg Coolhaven
- Belastingkantoor Puntegale en de huidige Hogeschool
- tijdelijk Ahoy in groene wig
- bebouwing ten noorden van de Rochussenstraat
Rotterdam gebouwd
- bouw Euromast (ten behoeve van de Floriade)
- bouw GEB-gebouw en Museum Boijmans
- oostkant van de Parkhaven: beplanting i.p.v. bebouwing
- eerste deel van Dijkzigtziekenhuis gebouwd
- plannen voor Maastunneltracé ingetekend
- realisatie Maastunnel(tracé)
- loodsen aan de oostzijde van de Parkhaven zijn deels
- alle loodsen aan de oostzijde van de Parkhaven ver-
gesloopt ten behoeve van het tunneltracé
dwenen
1938
1947
1959 / 1962
O
N
T
W
I
K
K
E
L
I
N
G
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
35
Plangebied Erasmus MC Hoboken
36
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
MONUMENTEN
M
O
N
U
M
E
N
T
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
37
38
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
SFEERGEBIEDEN
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
39
Nieuwe Binnenweg
A. 19e eeuwse bebouwing Nieuwe Binnenweg (1)
40
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
B. Jaren dertig bebouwing Breitnerstraat (2)
C. Jaren zeventig bebouwing Museumstraat (3)
1 Gesloten Bouwblokken
SFEREN IN PLANGEBIED at
tra
s en
s
us
at
Het gebied wordt begrensd door de Mathenesserlaan
stra
er eitn
h oc
r
en de Nieuwe Binnenweg aan de noordzijde, de
br
Westersingel aan de oostzijde, de Rochussenstraat aan
zichtrelatie eg enw
hoofdroutes binnen gebied
nn
e bi
w nieu
de zuidzijde en de Heemraadssingel aan de westzijde. Typering van het gebied In het gebied is het tracé van Mathenesserlaan en Breitnerstraat overgenomen uit het stedenbouwkundig
A g nwe
e
we nieu
A
binn
at
itn
bre
B
erlaan
ness
mathe
3 2
tra ers
plan van Witteveen uit 1926. De structuur wordt bepaald
1 C
door de Mathenesserlaan en de Binnenweg, met haaks daarop de Heemraadssingel en de Westersingel. Opvallend is de geleidelijke verschuiving van de rand van de ‘groene wig’ in de loop van de tijd. Van (A) pandsgewijs negentiende eeuws, naar (B) bloksgewijs jaren dertig naar (C) woonerven jaren zeventig. De westelijke bouwblokken (Tuinderstraat, Museumstraat en Hobokenstraat) worden door binnenstraatjes van de Nieuwe Binnenweg met de Rochussenstraat verbonden en vormen zichtassen richting het Museumpark. Deze binnenstraatjes hebben een kleinschalig, dorps karakter. De Breitnerstraat wordt gekenmerkt door jaren dertig architectuur. De bomen op de binnenterreinen en in de straten geven dit gebied een groene sfeer. De binnenterreinen ten noorden van de Nieuwe Binnenweg zijn bebouwd met achterhuizen en schuurtjes, er staat een enkele boom. Tussen de
raa heem
dssin
hel
Nieuwe Binnenweg en de Rochussenstraat zijn de sen
at stra
us och
binnenterreinen ruimer van opzet.
r
Bebouwing A. 19e eeuwse bebouwing, pandsgewijs B. Jaren dertig bebouwing, bloksgewijs C. Jaren zeventig bebouwing, woonerven
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
41
Coolhaven, ca. 1960
A. GEB-gebouw (1)
42
E r a s m u s
B. Hogeschool Rotterdam (1)
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
C. Parkeerdeck en zicht naar Parkhaven (2)
2 Coolhaven
SFEREN IN PLANGEBIED
Het havengebied wordt begrensd door de Rochussenstraat aan de noordzijde, de ’s-Gravendijkwal zichtrelatie
aan de oostzijde, de Westzeedijk aan de zuidzijde en de Pieter de Hoochweg aan de westzijde. Typering van het gebied Het vanaf de jaren dertig ontwikkelde gebied aan de Coolhaven is grootschalig en ruimtelijk. Deze zone kenmerkt zich door brede straatprofielen en relatief hoge gebouwen. Opmerkelijk zijn de monumentale complexen (GEB-gebouw, Hogeschool Rotterdam, Parksluizen,
A
Puntegale, e.a.) De bouwvolumes staan op zichzelf, maar
B
hebben onderlinge verwantschap - onder meer door de toepassing van baksteen. Aan beide oevers is de bebouwing op het water gericht.
C
Vanaf de G.J. de Jonghweg is een duidelijke zichtrelatie naar de Parkhaven.
2 Bebouwing
1
A. GEB-gebouw (Van der Steur, 1927-1931) B. Hogeschool Rotterdam (Meischke & Kramer) C. Parkeerdek
G
D
F E
D. Parksluizen (Van der Lecq,1931-1933) E. Puntegale (Hoekstra, 1938-1948) F. Scheepvaartvereniging Zuid (1920-1922) G. Drukkerij Wyt & Zonen (W.Kromhout,1923-1925) H. Kerk
H I
I. Schoolgebouw (1928-1929) J. St. Mary’s Church (1913-1915)
J
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
43
Ziekenhuis Dijkzigt, ca. 1973
A. Ziekenuhuis Dijkzigt (2)
A. Hoogbouw medische faculteit( 1)
44
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
B. Hogeschool Rotterdam , voorheen Unilever (3)
3 Medische- en Educatieve Voorzieningen
SFEREN IN PLANGEBIED
Binnen het voormalig Land van Hoboken ontstond in de jaren dertig en na de oorlog een cluster van grootschalige ontsluiting gebied
Erasmus MC Hoboken
introvert karakter Hogeschool Rotterdam
harde rand medisch cluster
gebouwen dat wordt begrensd door de Rochussenstraat aan de noordzijde, het Museumpark aan de oostzijde, de Westzeedijk aan de zuidzijde en de ’s-Gravendijkwal aan de oostzijde. Typering van het gebied Dit deel van het voormalig land van Hoboken wordt
3
gedomineerd door hoge en dichte bebouwing ten behoeve van het Erasmus Medisch Centrum (EMC) en de Hogeschool Rotterdam. De gebouwen van het EMC zijn onderling met elkaar verbonden. Hierdoor vormt het EMC complex een witte, klinische monoliet die zich afzondert
B
van de stad en een barrière vormt voor de verbindingen van het centrum naar Het Park, de Coolhaven en de Parkhaven. De educatieve voorzieningen van de Hogeschool
2
Rotterdam zijn gesitueerd op een wigvormige locatie aan
1
de noordzijde. Het is een restant van de compositorische stedenbouw van Witteveen, waarbij de bouwblokken
A A
met architectonische accenten verbijzonderd worden. De Wytemaweg en Zimmermanweg ontsluiten van binnenuit het EMC en de Hogeschool Rotterdam. Dit versterkt het introverte karakter van het gebied. Bebouwing A. Erasmus Medisch Centrum B. Hogeschool Rotterdam
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
45
Museum Boymans
A. Old Dutch (1)
46
E r a s m u s
C. Nederlands Architectuurinstituut (2)
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
E. Aansluiting Kunsthal op Westzeedijk (3)
4 Cultuur rond Museumpark
SFEREN IN PLANGEBIED
Het gebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Rochussenstraat, aan de oostzijde door de achterkant zichtrelatie park tot en met Old Dutch harde rand
van de bebouwing aan de Westersingel, aan de zuidzijde door de Westzeedijk en aan de oostzijde door het EMC. Restaurant Old Dutch ten noorden van de Rochussenstraat maakt onderdeel uit van het Museumpark. Typering van het gebied Het Museumpark is een restant van de ‘groene wig’ uit
1
A
Uitbreidingsplan Dijkzigt van Witteveen. Het bestaat
2
uit groene parkaanleg, waterpartijen en bebouwing die
B
alzijdig is georiënteerd (geen achterkanten) en vrij in het groen staan. Als kop-/staartstuk van het park zijn
C
het Nederlands Architectuurinstituut en de Kunsthal gerealiseerd. Het Museum Boijmans van Beuningen ligt in het park. Het park heeft een groene sfeer, waarbinnen
D
de afzonderlijke bebouwing en de waterpartijen voor een onderverdeling in diverse kamers zorgen. Park met bebouwing A. Old Dutch (Lelieveldt, 1940) B. Witte villa’s (Bruikman, Van der Vlught, Stokla 1929, 1931, 1932, 1938) C. Nederlands Architectuurinstituut (Jo Coenen, 1993) D. Museum Boijmans van Beuningen (Van der Steur, 1928-1935) E. Kunsthal (Rem Koolhaas,1992)
E 3
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
47
Diaconessenhuis Westersingel 115, ca.1961
A. Parkachtige aanleg van de Westersingel (1)
48
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
B. Herenhuizen aan Westersingel (2)
C. Bebouwing aan de Westersingel (3)
5 Westersingel
SFEREN IN PLANGEBIED
Het gebied wordt begrensd door het Eendrachtsplein aan de noordzijde, de Eendrachtsweg aan de oostzijde, de zichtrelatie
Westzeedijk aan de zuidzijde en het Museumpark aan de westzijde. Typering van het gebied De Westersingel is onderdeel van het Waterproject van W.N. Rose, dat was bedoeld om de stad van schoon oppervlaktewater te voorzien. De Westersingel heeft een parkachtige uitstraling met daarin de kronkelende loop van de singel. Ten noorden van het Eendrachtsplein tot
A
aan het Kruisplein is aan de westkant van de singel een brede kade in rode bestrating aangelegd die dient als promenade. Aan de oostkant is de kade voorzien van
2
gras waarin de tramrails zijn verwerkt. Ten zuiden van het Eendrachtsplein liggen aan weerszijden van het water brede glooiende grasvelden met bomen erop.
B
De singel is aan het eind van de 19e eeuw bebouwd met herenhuizen die de singel een statig voorkomen geven.
1
De bebouwing is pandsgewijs en vier Ă vijf lagen hoog.
3 Bebouwing A. Parkaanleg langs singel B. Herenhuizen C. Diaconessenhuis
C
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
49
De Maastunnel, 1938
A. Zicht op het Maastunnel trace vanaf Euromast
50
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
A. Ingang Maastunnel
B. Ventilatiehuis gericht op Maas
6 Maastunnel tracé
SFEREN IN PLANGEBIED
Het Maastunneltracé is noord-zuid georiënteerd. Op de noordoever loopt het tracé vanaf de Statenweg zichtrelatie barrière Maastunnel tracé
via de Henegouwerlaan en de ’s-Gravendijkwal de Maastunnel in. Op de zuidoever loopt het tracé via het Maastunnelplein nog een stukje door op de Pleinweg. De ventilatie- en toegangsgebouwen behoren, in tegenstelling tot het Droogleever Fortuynplein, wel tot het monument. Typering van het gebied De Maastunnel is de eerste autotunnel van Nederland en werd in 1942 opgeleverd. De tunnel vormt een belangrijke schakel in het Rotterdamse wegennet maar tegelijkertijd is het een barrière tussen de verschillende gebieden aan weerszijden ervan: de Coolhaven en Parkhaven aan de westzijde en het Erasmus Medisch Centrum en Het Park aan de Maas aan de oostzijde. De verdiepte ligging en de onderdoorgang bij het Droogleever Fortuynplein versterken de barrière. Langs het trace
D
staan bijbehorende voorzieningen als een benzinepomp en garagegebouw. De tunnel bestaat uit 4 buizen,
1
waarvan 2 voor autoverkeer, 1 voor brom-/fietsers en
2
1 voor voetgangers. Opvallend is de ventilatie van de tunnel. Architect Ad van der Steur heeft hiervoor o.a. het
A
ventilatiegebouw aan de Maas ontworpen. Dit gebouw richt zich op het ook door Steurs ontworpen ventilatiehuis aan de overzijde van de Maas. Bebouwing
3
A. Maastunnel (Van der Bruggen, Van der Steur, 1937-42)
B
C
B. Ventilatiegebouw (Van der Steur, 1942) C. Fietsers- en Voetgangersingang (Van der Steur, 1942) D. Garagegebouw (Van der Steur, 1942)
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
51
Parkhaven en Maas, ‘face to face’ de ventilatiegebouwen van de Maastunnel
B. Parkhaven met restaurantboten (1)
52
E r a s m u s
M C
D. Haven met zicht op ventilatiegebouw aan zuidzijde Maas (1)
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
C. Mullerpier (1)
7 Parkhaven
SFEREN IN PLANGEBIED
Het gebied wordt aan de noordzijde begrensd door de westzeedijk en het Droogleever Fortuynplein, aan de zichtrelatie
oostzijde door de Maastunnel, aan de zuidzijde door de Maas en aan de westzijde door de Mullerpier. Typering van het gebied De Parkhaven is te verdelen in drie zones, van oost naar west eerst de groenstrook met daarop de Euromast en de weg naar de voet-fiets ingang van de Maastunnel, als tweede de kade met verscheidene restaurantboten in de haven, en als derde, de Mullerpier. De drie zones staan op zichzelf. De groenstrook werd
1
gebruikt tijdens de Floriade (1960) en wordt van de kade gescheiden door een dominante bomenrij. Ook van een wisselwerking tussen de kade en de Mullerpier is ondanks de aanwezigheid van de haven geen sprake. Het hele gebied heeft wel een belangrijke visuele relatie
A
met de Euromast. Ook de onderlinge relatie van de ventilatiegebouwen, aan de noord- en zuidzijde van de Maas, is hier te ervaren. De Mullerpier is de laatste jaren herontwikkeld als woongebied met een krachtige baksteen uitstraling. De groenzone tussen Het Park en de parkhaven wacht op
B
een nieuwe bestemming en betekenis voor de stad. Daarmee kan ook de Parkhaven nieuwe ruimtelijke
C
kwaliteit in de stad opleveren. Bebouwing A. Euromast (Maaskant, 1960) B. Restaurantboten C. Mullerpier
D
D. Ventilatiegebouw Zuidzijde Maas (Van der Steur, 1942)
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
53
Het Park, ca. 1961
A. Het balkon met uitzicht op de Maas (1)
54
E r a s m u s
M C
B. Voetgangersbrug naar de Parkhaven (2)
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
C. Introverte wereld van het park (3)
8 Het Park
SFEREN IN PLANGEBIED
Het gebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Westzeedijk, aan de oostzijde door de Kievitslaan, aan de zichtrelatie
zuidzijde door de Parkkade en aan de westzijde door de Baden Powelllaan.
introvert karakter directe verbinding naar Parkhaven
Typering van het gebied Het Park is in 1852 ontworpen door Zocher junior en Zocher senior. Eerder waren er twee landgoederen, waarvan de grens (sloot) herkenbaar bleef. De romantische Engelse landsschapsstijl is zichtbaar in de meanderende paden langs glooiende grasvelden met bomengroepen. Er tussendoor liggen waterpartijen, soms zo smal als een sloot, soms zo groot als een meertje. Een
C
aantal paviljoens staat verspreid door Het Park. Door de verdiepte ligging van Het Park ten opzichte van de hoge Westzeedijk en de Kievitslaan, de scherpe snede die de Maastunnel-bak in het landschap maakt en het
3
verhoogde balkon aan de Maaszijde heeft Het Park een introvert karakter. Aan de zuidkant van Het Park was ooit een Belvedère op de Maas. De beleving van de rivier vanuit Het Park is
1
tegenwoordig nauwelijks benut.
B Bebouwing A. Balkon met belvedère naar de Maas
2
B. Voetgangersbrug over Maastunnel C. Noorse kerk
A
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
55
Parklaan
A. Veerhaven (1)
56
E r a s m u s
B. Wigvormige groenzone richting Park met zicht op Euromast (2)
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
C. 19e eeuwse bebouwing langs de Parklaan (3)
9 Parklaan en Scheepvaartkwartier
SFEREN IN PLANGEBIED
Het gebied wordt aan de noordzijde begrensd door de Westzeedijk, aan de oostzijde door de Van Vollenhovenstraat, aan de zuidzijde door Havennummer
zichtrelatie
200-100 en aan de Oostzijde door de Westerlaan en de Kievitslaan. Typering van het gebied Achter de negentiende-eeuwse intieme bebouwing van het Koningin Emmaplein en de bebouwing aan de Westzeedijk, naar ontwerp van De Jongh, ligt het besloten park Schoonoord dat sinds 1973 toegankelijk is voor het publiek. Aan de Parklaan staan, ingebed in dit groen, een aantal negentiende-eeuwse villa’s. Het gebied langs de zuidzijde van de Parklaan omvat statige negentiende-eeuwse bebouwing. Tussen de negentiende-eeuwse bebouwing en de villa’s ligt een wigvormig groenzone, die het gebied een rustige en groene uitstraling geeft. Deze groenzone is oost west georiënteerd en heeft een duidelijke zichtas richting de
2 3
Euromast. De groenzone is tevens een opmaat naar Het
1
A
Park. Aan de oostzijde van de parklaan ligt de Veerhaven, met een heel eigen karakter. Bebouwing A. Veerhaven
S
F
E
E
R
G
E
B
I
E
D
E
N
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
57
58
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
NOORD-ZUID VERBINDINGEN
Drie noordzuid geörienteerde assen die het gebied structuur geven zijn, in chronologische volgorde van hun ontstaan, de Westersingel, de Coolhaven en het Maastunneltracé. Allen zijn infrastructurele dragers, zij het van verschillend kaliber. Ze zorgen (met name de tunnel en de haven) voor barrières en scherpe overgangen in de stad, maar hebben tegelijk de potentie om zich te ontwikkelen tot ‘ritsen’ van de stedelijke fragmenten. De Westersingel brengt met zijn parkachtige uitstraling Westersingel
het groen tot diep in de stad, de singel raakt op het Eendrachtsplein het beginpunt van Witteveens ‘groene wig’. De Coolhaven, een belangrijke route voor de binnenvaart, heeft een herkenbare vormgeving door het gebruik van baksteen, zowel voor de waterkunstwerken (sluizencomplex), de kades als de omringende bebouwing. De bebouwing is beeldbepalend maar heeft geen directe relatie met het water. De Parkhaven heeft een asymmetrisch profiel. De Mullerpier is herontwikkeld, terwijl de rand langs het park onbebouwd bleef en wacht op nieuwe alternatieven voor de teloor gegane havenactiviteit.
Coolhaven en Parkhaven
Het Maastunnel tracé vormt een belangrijk onderdeel van het ontsluitingsnetwerk van de stad. Deze verkeersroute heeft een grote impact op de omliggende gebieden.Ter hoogte van de ‘s Gravendijkwal gebeurt dat in de vorm van een scherpe scheiding tussen de locaties van het Erasmus MC / Hogeschool Rotterdam en de Coolhaven. Ter plaatse van de Parkhaven is het tracé minder voelbaar omdat het verkeer zich daar ondergronds verplaatst. Toch heeft de realisatie van de Maastunnelbak een onduidelijke strip achtergelaten die noch aansluit op de Parkhaven, Maastunneltrace
noch doorloopt in het Het Park aan de Maas.
S
T
R
U
C
T
U
U
R
N
-
Z
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
59
Westzeedijk voormalige voetgangersbrug (bron www.terpstra-koos.nl)
Rochussenstraat in vogelvlucht
60
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
OOST-WEST VERBINDINGEN
Drie oostwest geöriënteerde assen in het gebied zijn, in chronologische volgorde, de Maas, de Westzeedijk en de Rochussenstraat. De oostwest structuren vormen een duidelijkere, meer dwingende geleding in het gebied dan de noordzuid structuren. Dit wordt mede veroorzaakt door het drukke verkeer op de Westzeedijk en de Rochussenstraat. Ook de fysieke ligging, relatief verhoogd en verlaagd, van zowel de Westzeedijk als de aansluiting van het Balkon van Het Park met de Maas, spelen daarin een belangrijke rol. Maas
De Maas is de bestaansreden van Rotterdam, eerst de visserij, later de haven en de handel. De handelshavens waren de motor van de ontwikkeling van de stad. De Maas is op veel plekken voel- en zichtbaar in de stad. Ter hoogte van het Park is de rivier echter niet zo goed voelbaar en zichtbaar. Alleen de Parkrand, met het verhoogde balkon, biedt uitzicht over de Maas. Een directe fysieke relatie tussen park en waterkant ontbreekt. De Westzeedijk, verheven boven het maaiveld, is van oorsprong onderdeel van de in de 12e eeuw gebouwde Schielandse Hoge Zeedijk om het gebied tussen Leiden,
Westzeedijk
Gouda en Rotterdam te beschermen. De watersnoodramp leidt tot ophoging van de dijk tot Deltaniveau. Deze radicale verandering betekent een transformatie van het gebied. Sinds de herprofilering van de Westzeedijk in 1992 is er naast de twee tweebaanswegen met daar tussenin een dubbele trambaan ook een strook voor fietsers en voetgangers gemaakt. De Westzeedijk vormt een grens tussen het gebied Parklaan/Scheepvaartskwartier en Erasmus MC Hoboken/Museumpark/Westersingel. Het Museumpark en Het Park zijn het overgebleven groen van de ‘groene wig’ van Witteveen. Een makkelijke verbinding voor bezoekers tussen deze parken bestaat niet maar
Rochussenstraat
heeft wel bestaan (zie foto pag.60).
S
T
R
U
C
T
U
U
R
O
-
W
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
61
62
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
ZICHTLIJNEN
In het voormalig Land van Hoboken zijn een aantal sterke zichtlijnen aanwezig. Deze zichtlijnen zijn allen verbonden met bepalende landmarks. De drie meest prominente landmarks met hun zichtlijnen worden hier, in chronologische volgorde, genoemd. Het GEB-gebouw (J.Poot en Ad van der Steur, 1931 Rijksmonument) zichtlijn: Rochussenstraat Het GEB-gebouw is onderdeel van Witteveens monumentale stadscompositie. Op de kruispunten van de wegen moesten bakens komen. Het GEB-gebouw zou de ingang naar het Parkgebied markeren. Puntegale GEB-gebouw
(H.Hoekstra, 1938 Rijksmonument) zichtlijn: Westzeedijk Euromast (H.A. Maaskant, 1960, toekomstig Gemeentelijk monument) zichtlijn: Parklaan.
Westzeedijk
Rochussenstraat
S T R U C T U U R
Z I C H T
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
63
Restaurant Old Dutch en de Rochussenstraat (bron: www.terpstra-koos.nl)
64
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
NAi / OLD DUTCH
1 NAi de
groene wig kruipt onder het NAi door
NAi Old Dutch, Rochussenstraat
1
2 3
2 Old Dutch het begin van de groene wig met daarin Old Dutch als ‘boerderette avant-la-lettre’
3 Rochussenstraat de harde grens door de bebouwing aan de Rochussenstraat O N D E R Z O E K S L O C A T I E S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
65
zichtrelatie
harde randen
belangrijkste bebouwing
66
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
NAi / OLD DUTCH De locatie van het NAi (zijde Jongkindstraat) en de overzijde van de Rochussenstraat (Old Dutch en omgeving) vormen een onderdeel van het Museumpark en de groene wig uit de tijd van Witteveen. Door bebouwing en bestrating is echter veel groen verdwenen. De zichtlijnen onder het NAi door en de openbare routing dwars door het gebouw heen verbinden de Rochussenstraat met het park, hoewel dit effect niet heel sterk is door de verhoogde arcade van het NAi. Toch is de parkruimte nog steeds te ervaren op de Rochussenstraat, door de wijkende rooilijnen, de groenstrook ten noorden van de straat en de aanwezigheid van Old Dutch, een alzijdig gebouw. Aanbevelingen Houd het park en de open ruimte bij de Rochussenstraat herkenbaar en beleefbaar. Versterk waar mogelijk het groene karakter in het profiel (middenberm en randen). Laat eventuele nieuwbouw de karakter van de parkbebouwing aannemen: vrijstaand, alzijdig gericht, omspoeld door ruimte en van beperkte afmetingen. Koester Old Dutch als laatste restant van het noodcentrum Dijkzicht en als vrijstaand object in de groene wig, een ‘boerderette avant-la-lettre’.
O N D E R Z O E K S L O C A T I E S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
67
Coolhaven met havenactiviteit
68
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
COOLHAVEN
1 Coolhaven duidelijke architectonische ‘plint’, gevormd door o.a. Puntegale, Parksluizen, Machinistenschool, GEB-gebouw en de Hogeschool Rotterdam
2
3
1
Coolhaven GEB, Hogeschool, Provisorium
2 GEB-gebouw
van 1931 tot 1968 het hoogste kantoorgebouw van Nederland
3 Hogeschool Rotterdam op de achtergrond het hoge Erasmus MC, verdwenen is de havenactiviteit O N D E R Z O E K S L O C A T I E S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
69
zichtrelatie
harde randen
belangrijkste bebwouwing
70
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
COOLHAVEN
aan de kades van de Coolhaven kan, met hoogbouw
De Coolhaven is een (potentieel) belangrijke open en
centrum worden voortgeborduurd. Op deze manier vindt
openbare ruimte in de stad. De haven vormt een ‘canyon’
aansluiting plaats op de ‘skyline’ van Rotterdam en wordt
van baksteen. Opvallend is dat op sommige plaatsen de
de identiteit van de Coolhaven versterkt..
in de tweede lijn, achter de plint in de richting van het
haven gerelateerde activiteit is verdwenen, zonder dat er sterke functies voor terugkwamen.
Benut de Parksluizen voor het verbeteren van de verbindingen (voetgangers en fietsers) richting Mullerpier
Aanbevelingen:
en Coolhaveneiland. Verbind de kades met de routes in
Benut de potentie van het gebied: kades, ruimtelijkheid en
de stad (met name voor voetgangers en fietsers).
bouwpotentieel. De Coolhaven vraagt om nieuwe functies ter vervanging van verminderde havendynamiek. De Oude Haven aan de Blaak verloor ook haar functie en heeft een nieuw programma gekregen. Bestudeer de nieuwe functies, ontsluitingen en aansluitingen in relatie tot de stad. De ruimtelijke samenhang en routing in de stad is gebaat bij het versterken en afronden van de ‘canyon’ rondom de havens (het profiel van waterspiegel, kades, wegen, plintbebouwing en plaatselijk hoogbouw in de tweede lijn). Behoud en versterk het architectonisch idioom (materialisatie, horizontaliteit, monumentaliteit) als bindende factor. Geef de architectonischstedenbouwkundige erfenis van Witteveen de ruimte (GEB, Hogeschool, Puntegale, Parksluizen, Machinistenschool). De bestaande bebouwing verandert onder druk van verticalisatie (Erasmus MC) in een architectonische ‘plint’. De plint vangt met haar beperkte hoogte de schaalsprong tussen de hoogbouw rond het Erasmus MC en de havenkades op. De randen en daardoor de essentie van de haven dienen versterkt te worden door het verdichten van de plint. Op het motief van zo’n laagbouwplint
O N D E R Z O E K S L O C A T I E S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
71
Parkhaven met havenactiviteit en het ventilatiehuis van de Maastunnel aan de Maasoever
72
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
PARKHAVEN
1 Parkhaven met Mullerpier de lege Parkhavenkade versus de stevig bebouwde Mullerpier
3 2 1 Parkhaven Parkhavenstrook, Maastunnel tracĂŠ
2 Kade met restaurantboten huidig gebruik en invulling van de Parkhavenkade, ruimte voor intensivering van het programma
3 Groenstrook met Euromast overgebleven groenstrook temidden van de Parkhaven en de Maastunnelbak O N D E R Z O E K S L O C A T I E S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
73
zichtrelatie
groene rand maastunneltracĂŠ
belangrijkste bebwouwing
74
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
PARKHAVEN
op de routes door de stad (met name voor voetgangers en
De Parkhaven was ooit een industriegebied, aan
potentie belangrijke identiteitsdragers van de stadsdelen
weerszijden omgeven door loodsen. Aan de westzijde
en beelddragers voor Rotterdam.
fietsers) en het omringende stedelijk weefsel – ze zijn in
heeft het havenbedrijf plaats gemaakt voor een stadswijk, de Mullerpier. Aan de oostzijde kwam ooit een park
De aansluiting van de Parkhaven op oost-west
(Floriade) en bleef uiteindelijk een groenstrook over
geörienteerde rijgdraden en de intensivering van
tussen het water en de Maastunnel. Hier ontbreekt de
de bebouwing op de kades hoeft geen verzwakking
dynamiek van functies en de massa van bebouwing om
in te houden voor het bestaan en ervaren van het
de Parkhaven als waterplein in de stad te ontwikkelen.
‘automibiliteits-monument’, de Maastunnel.
Aanbevelingen De Parkhaven vraagt om intensievere programmering van de kades en een plint van bebouwing aan de oostelijke kade. Uiteraard dienen de zichtbaarheid vanuit het Park en de zichtlijnen vanaf de Westzeedijk zoveel mogelijk open gelaten te worden, hiervoor dient nader onderzoek te worden verricht. Behalve doorzichten zal ook de bouwhoogte zorgvuldig moeten worden onderzocht, in relatie tot de omgeving en haar monumenten (Scheepskwartier, Park, Euromast, Mullerpier, Coolhaven). Plan Witteveen (1930)
Voor het levendige karakter is het van belang de kade openbaar te houden met bijpassend programma.
Bebouwing aan de Parkhaven: 1901: geen bebouwing
Maak het tunneltracé tot een werkelijk monument van
1920: loodsen: P.A. v. Es & Co
automobiliteit en de cinematografische stadservaring
1929: loodsen Vervoer Mij. Rotterdam Binneveld &
(de stad zien vanuit de auto, alsof er een film wordt
Schellen, P.A. v. Es & Co, Ph. v Om…
afgedraaid op de voorruit). Zorg in dit gebied tegelijk voor
1932: loodsen Vervoer Mij. Rotterdam Binneveld &
een goede dwarsverbinding – liefst als onderdeel van of
Schellen, P.A. v. Es & Co, Ph. v Om…
toevoeging aan de compositie van het tunneltracé: van
1938: loodsen Vervoer Mij. Rotterdam Binneveld &
Park naar Parkkade.
Schellen 1947: bebouwing verdwenen
De Parkhavenkade en de Maaskade vragen aansluiting
1960: euromast Maaskant en Van Eesteren
O N D E R Z O E K S L O C A T I E S
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
75
76
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
NOTEN / LITERATUUR NOTEN
LITERATUUR
ILLUSTRATIE VERANTWOORDING
1. N. Mens, W.G. Witteveen en Rotterdam, Rotterdam
Albers Adviezen Historische Parken, Het Park te
Ansichtkaarten: eigen collectie
2007, p 71.
Rotterdam, Utrecht 2006. Illustraties op pagina 33:
2. H. Berends, W.N. Rose 1801-1877. Stedenbouw, civiele techniek en architectuur, Rotterdam 2001, p 115.
H. Berends, W.N. Rose 1801-1877. Stedenbouw, civiele
N.Mens en A. Tijhuis, de architectuur van het ziekenhuis.
3. H. Berends, W.N. Rose 1801-1877. Stedenbouw,
techniek en architectuur, Rotterdam 2001.
transformaties in de naoorlogse ziekenhuisbouw in nederland, Rotterdam 1999, p 218, 219.
civiele techniek en architectuur, Rotterdam 2001, p 137. 4. Handelingen van de Rotterdamsche Gemeenteraad, 29
P. van der Laar, Stad van formaat. Geschiedenis van
maart 1906, p 121.
Rotterdam in de negentiende en twintigste eeuw,
5. N.Mens en A. Tijhuis, de architectuur van het
Rotterdam 2000.
ziekenhuis. transformaties in de naoorlogse ziekenhuisbouw in nederland, Rotterdam 1999, p180.
N. Mens, W.G. Witteveen en Rotterdam, Rotterdam 2007. N.Mens en A. Tijhuis, de architectuur van het ziekenhuis. transformaties in de naoorlogse ziekenhuisbouw in nederland, Rotterdam 1999. Michelle Provoost, Asfalt, Rotterdam 1996 L.J.C.J. Ravesteyn, Rotterdam in de twintigste eeuw. De ontwikkeling van de stad voor 1940, Rotterdam 1948. M. Steenhuis, Stedenbouw in het landschap. Pieter Verhagen (1882-1950), Rotterdam 2007. AC Vreugdenhil, De Maastunnel, Haarlem 1950
N O T E N
L I T E R A T U U R
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap
77
COLOFON Dit onderzoek werd uitgevoerd door Urban Fabric en Steenhuis stedenbouw/landschap Projectteam: prof.dr.ir. Paul Meurs, ir. Elisabeth Boersma, ir. Anne Sophie de Bruijn, drs. Lara Voerman
Lange Haven 9, 3111 CA Schiedam
@
www.urbanfabric.nl
@
www.steenhuis-onderzoek.nl
Schiedam, decembert 2008
78
E r a s m u s
M C
H o b o k e n
Urban.Fabric.|.Steenhuis.stedenbouw/landschap