http://www.nieuwewijkvoorodijk.nl/pdf/091229-reactiecollege

Page 1

Reactie college op advies Klankbordgroep dd 29 december 2009

gemeente Bunnik

MEMO aan de raad

Aan: de gemeenteraadsleden van Bunnik

Van: het college van Burgemeester & wethouders

Datum: 17 maart 2010

Onderwerp: Beantwoording advies klankbordgroep Odijk-west d.d. 29 december 2009


Geachte leden van de raad,

In deze memo wordt het advies van de Klankbordgroep van 29 december 2009 over het concept Visiedocument Odijk-west (van 08 december 2009) besproken en beantwoord. Het uitgebreide advies van de klankbordgroep gaat in op een groot aantal onderwerpen en hieruit blijkt de constructieve houding van de klankbordgroep. Bij de beantwoording is er van uitgegaan de dat de suggesties en adviezen zullen worden betrokken in de totstandkoming van de Eindrapportage van de onderzoeksfase, die na de zomer van 2010 aan uw raad zal worden voorgelegd. Vrijwel alle adviezen en overwegingen sluiten aan op de ambities van de gemeente. Indien wij een ander standpunt hebben, dan wel slechts ten dele met het advies kunnen instemmen, wordt dit gemotiveerd aangegeven. De reden hiervoor is dat het advies van de klankbordgroep veelal op een gedetailleerder schaalniveau is dan het meer globale beschrijvende niveau van het Visiedocument. In de komende periode tot de Eindrapportage worden nog onderzoeken verricht om de ambities te kunnen concretiseren. Ook komen bepaalde aspecten dan pas aan de orde, of zelfs in de fase daarna bij de totstandkoming van het ontwerp. Daarnaast is samen met de klankbordgroep spelregels afgesproken (Spelregels klankbordgroep Odijk West d.d. september 2009). Hierin is opgenomen dat de adviezen van de Klankbordgroep worden overgenomen danwel dat er - uitsluitend gemotiveerd - van af wordt afwijken

De adviezen van de Klankbordgroep opnemen in het Visiedocument alvorens deze te presenteren aan de bewoners van Odijk (informatieavond).

Antwoord: De adviezen worden beantwoord in deze memo en indien beantwoording nu nog niet mogelijk of aan de orde is, wordt aangegeven wanneer er wel een antwoord beschikbaar is. Deze memo wordt als bijlage bij het raadsvoorstel en het Visiedocument gevoegd en maakt daarmee integraal onderdeel uit van het document.

Programma Woonvisie Woonvisie betrekken bij uitwerking Visiedocument In de nog op te stellen Woonvisie aandacht besteden aan de verdeling van de sociale woningbouw Expliciet opnemen wat de opgave van 30% sociale woningbouw betekent in het licht van de duurzaamheid, energie, architectuur, water en leefomgeving ambities

Antwoord: Er wordt momenteel hard gewerkt om de Woonvisie op te stellen. Een eerste concept ligt er nu. Deze wordt binnenkort opiniĂŤrend aan de raad voorgelegd waarna er een uitgebreide inspraakperiode


plaatsvindt. In de Woonvisie wordt uitgebreid aandacht besteed aan de verdeling van de sociale woningbouw en de totale opgave die er ligt voor de gemeente Bunnik. Onderdeel van de Woonvisie is een woningbouwprogramma voor Odijk-west. Het programma zal een nadere specificatie geven van de verdeling die reeds is vastgelegd in het Structuurplan en het Plan van aanpak Odijk-west, te weten 30% sociale huurwoningen, 40% vrije sector middelduur en 30% vrije sector duur (de financieringscategorieĂŤn). Daarnaast zal het programma nadere informatie geven over de toekomstige bewoners van het gebied; de doelgroepen. Tot nu toe is steeds gewerkt met de bovengenoemde globale verdeling, rekening houdend met specifieke aandacht voor jongeren, gezinnen en ouderen. Zodra de Woonvisie de inspraakperiode heeft doorlopen en definitieve vormen aanneemt, wordt het meegenomen in de verdere planvorming van Odijk-west. Vanzelfsprekend zal een onderbouwde uitwerking van het woningbouwprogramma worden opgenomen in de Eindrapportage Odijk-west. De suggestie om expliciet op te nemen wat de opgave van 30% sociale woningbouw betekent in het licht van de duurzaamheid, energie, architectuur, water en leefomgeving ambities zullen we gezamenlijk nader moeten bekijken. Vooralsnog gaan we er van uit dat onze ambities gelden voor de wijk als geheel , dus ook voor het aandeel sociale woningbouw.

Ontsluiting voorzieningen In het Visiedocument expliciet aandacht besteden aan de ontsluiting van de voorzieningen in het bestaande dorp in termen van gebruik van de voorzieningen en bereikbaarheid van de voorzieningen In het Visiedocument of een ander document aandacht besteden aan de consequentie voor het centrum, winkels, scholen, kinderopvang, gezondheidszorg en sport als gevolg van de uitbreiding van Odijk met 1000 woningen

Antwoord: Zoals bekend zijn we momenteel onderzoek aan het doen naar de consequenties voor de voorzieningen in het dorp Odijk als gevolg van Odijk-west en v.v. Deze resultaten zullen opgenomen worden in de Eindrapportage en zo nodig leiden tot aparte projecten en/of acties. Wij onderschrijven het advies dat in dit kader ook de ontsluiting en de bereikbaarheid van de voorzieningen aandacht vergt. Hiernaar zal nader onderzoek gedaan moeten worden. De klankbordgroep wordt hier bij betrokken.

Landelijk-dorps wonen In het Visiedocument de karakteriseringen Landelijk-Dorps en Grotere stedenbouwkundige eenheden definiĂŤren en voorzien van duidelijke kaders ten aanzien van bouwhoogte, bouwvolume, bouwdichtheid, groenvoorzieningen, water, grotere stedenbouwkundige eenheden etc. Uitwerking in Visiedocument opnemen hoe omgegaan gaat worden met landschappelijke elementen zoals watergangen en boomgaarden. De kansen benadrukken van particulier coĂśperatief bouwen.


Antwoord: Het begrip landelijk-dorps is in de definitieve versie van het Visiedocument al enigszins aangescherpt. De nadere concretisering gaat nu plaats vinden. Voor zover mogelijk zullen we dit meetbaar en toetsbaar maken in het beeldkwaliteitplan en het bestemmingsplan (bouwhoogtes, volumes, dichtheden, oppervlaktes e.d.) en gedeeltelijk zal het beschrijvend zijn (b.v. ruimtelijke verschijningsvorm, positie en invulling groen en speelplekken). Ook in de verdere uitwerking van het ruimtelijk concept (proefverkaveling b.v.) wordt concreter vastgelegd hoe we omgaan met de diverse waarden in het gebied. Dit is een iteratief proces waarbij in onderlinge samenhang alle van belang zijnde aspecten worden bekeken. Ook wordt voor ieder van belang zijnd deelaspect afzonderlijk de ambities geconcretiseerd. Het collectief particulier opdrachtgeverschap (wat overigens in meerdere vormen bestaat) heeft ook onze aandacht. Deze kansen zullen we zeker benutten. We moeten echter nog nader bepalen hoe en wat. Om hierover mee te praten schakelen we graag ook de klankbordgroep en de inwoners in.

Kinderen In het Visiedocument beelden uitwerken die inzicht geven in de manier waarop de openbare ruimte wordt ingericht naar de behoeften en wensen van kinderen en jongeren. In het Visiedocument opnemen hoe de ontsluiting van Odijk-West en het bestaande dorp ten aanzien van de voorzieningen voor kinderen en jongeren uitgewerkt wordt.

Antwoord: Ten opzichte van het concept Visiedocument van 08 december 2009 zijn in het definitieve Visiedocument meerdere beelden toegevoegd die inzicht geven in de (speel)mogelijkheden voor kinderen. In de periode tot de eindrapportage en de volgende fase zullen we beide bovenstaande belangrijke aspecten verder uitwerken. Overigens wordt bezien in hoeverre het mogelijk is om de Odijkse kinderen hierbij te betrekken.

Voortdurende regie In het Visiedocument opnemen dat, en op welke manier, gedurende de duur van de ontwikkeling van Odijk-West de regie gewaarborgd is.

Antwoord: Het klopt ten dele dat deze zaken nog ontbreken. De regie over de ontwikkeling als geheel is geborgd in de projectorganisatie. Deze blijft gedurende de hele ontwikkeling van kracht. Ten aanzien van de inhoud zijn en worden er documenten opgesteld met formele - wettelijke -status zoals een bestemmingsplan, beeldkwaliteitplan, exploitatieplan en afzonderlijke contracten met bijvoorbeeld ontwikkelaars. Iedereen zal zich aan deze documenten moeten houden/conformeren. Natuurlijk onderschrijven ook wij het belang van een goede begeleiding van de ontwikkeling en het waarborgen dat de gestelde uitgangspunten en kwaliteits(eisen) worden nageleefd en worden


gehaald. De klankbordgroep heeft toegelicht dat zij onder regie een "bouwmeester" of proces begeleider verstaan die de kwaliteit gedurende het hele (bouw) proces controleert en bewaakt. Wij nemen het in overweging om aan dit aspect specifiek aandacht te besteden in de eindrapportage.

FinanciĂŤn Breng in beeld hoe feiten en cijfers en daarbij de financiĂŤle afwegingen een rol spelen en blijven spelen bij de verdere uitwerking van het Visiedocument tot een Eindrapportage.

Antwoord: Naast het Visiedocument is eveneens een planeconomische toets opgesteld. Er is bewust voor gekozen om deze niet op te nemen in het Visiedocument. De exploitatie is vertrouwelijk om de economische belangen van de gemeente niet te schaden en de onderhandelingspositie niet onder druk te zetten. In de planeconomische toets is eveneens een risicoanalyse opgenomen. Hierin zijn de te voorziene risico's, "knoppen", beschreven en is inzichtelijk gemaakt wat de eventuele financiĂŤle consequenties zijn als er aan gedraaid wordt. Op dit moment is er geen noodzaak om aan knoppen te draaien. Mocht dit in een later stadium toch nodig blijken te zijn, dan zullen we de klankbordgroep hiervan op de hoogte stellen. Daarnaast is met de klankbordgroep afgesproken dat er vertrouwelijk meer inzicht gegeven kan worden in de planexploitatie en de risico's.

Verkeer De uitkomsten van de Verkeersnota opnemen in het Visiedocument en expliciet maken ten aanzien van de verschillende aspecten van verkeer.

Antwoord: Wij zullen geen aparte Verkeersnota opstellen. Wel is er een verkeerskundig adviesbureau dat de werkgroep Verkeer en het Ontwerpteam ondersteunt. Dit bureau heeft voor de totstandkoming van het Visiedocument vele verkeersonderzoeken gedaan, met name gericht op de omlegging N229 met alle kansen en risico's die daarbij spelen. Ook het openbaar vervoer en het langzaam verkeer is hier al deels in opgenomen, met name toegespitst op ontsluiting naar buiten. Na vaststelling van het Visiedocument zal de werkgroep Verkeer zich ook gaan richten op de interne verkeersstructuur van Odijk-west en de relatie met het bestaande dorp (en v.v.). Hierin worden alle aspecten van verkeer betrokken zonder daarbij de samenhang met de andere werkgroepen uit het oog te verliezen.

Omlegging N229 In Visiedocument opnemen dat N229 is omgelegd alvorens de eerste woningen (af)gebouwd zijn, dit om Odijk-West direct aan te laten sluiten op het bestaande dorp een en ander conform de mondelinge toelichting van de verantwoordelijke wethouder.


De uitvoering van de omgelegde N229 nader bepalen in verband met beeldbepalende uitvoering in vier rijstroken en een ventweg.

Antwoord: Het advies van de klankbordgroep is conform het besluit van de raad in het kader van het Plan van aanpak voor Odijk-west van begin 2009. Hierin heeft de raad vastgesteld dat de omlegging van de N229 gereed moet zijn voordat de eerste woningen worden opgeleverd. Op dit moment ligt er een indicatief ontwerp voor een tracĂŠ met 2x2 rijbanen en een ventweg. Na vaststelling van het Visiedocument wordt hierover verder gesproken en de ligging en het profiel nader bepaald. Dit kost veel tijd, mede gezien de complexe ontwikkelingen (o.a. de oost-west verbinding en Salto A12) die zich in het gebied afspelen.

Parkeren In het Visiedocument opnemen hoe omgegaan wordt met het parkeren in Odijk-West en hoe deze uitgangspunten gewaarborgd worden.

Antwoord: Het aspect parkeren komt nu aan de orde. Zoals aangegeven gaan we nu ook nadenken over de interne verkeers- en ontsluitingsstructuur in de wijk en duurzame oplossingen voor o.a. het parkeren. De inrichting van de openbare ruimte (groen, water en verkeer) is wat ons betreft een goed onderwerp om in overleg/discussie met de klankbordgroep en inwoners nader te bespreken.

Openbaar Vervoer In het Visiedocument opnemen van de randvoorwaarden die nodig zijn om het openbaar vervoer een volwaardig alternatief te laten zijn voor de auto. Het gaat om de inzet van bussenverbindingen, (veilige) bereikbaarheid haltes en het aanleggen van de juiste wegen voor openbaar vervoer inclusief de binnen de regio te ontwikkelen tram aansluiting.

Antwoord: Hier zijn wij het helemaal mee eens. Het blijft wel een afweging tussen verkeers- en andere aspecten en deels afhankelijk van andere overheden en ontwikkelingen. Het openbaar vervoer (bus) is een taak van het BRU en de gemeente kan wel standpunten en adviezen inbrengen, maar beslist uiteindelijk niet. Wijzigingen in het beleid en bezuinigingen zijn ook gaande in het openbaar vervoer. Daar moeten we onze ogen niet voor sluiten.

Fietsen en wandelen In het Visiedocument een kader opnemen voor de te ontwikkelen fietspaden en wandelpaden. Ook ten aanzien van de ontsluiting van het bestaande dorp.


Antwoord: Dit komt in de vervolgfase aan de orde. Hierbij zullen we ook extra aandacht besteden aan de aan- en ontsluiting van het bestaande dorp en de relatie met het achterliggende buitengebied (recreatieve routes).

Milieu en Duurzaamheid

Verlichting Normen voor de milieuaspecten geluid, luchtkwaliteit en licht expliciet meenemen in de afwegingen in het Visiedocument. Daarbij ook nagaan of door strengere milieunormen die in de toekomst wellicht van toepassing zouden zijn de bouw van bijvoorbeeld het tweede deel van OdijkWest in de problemen komt.. Hierbij rekening houden met een duurzame ontwikkeling afgezet tegen steeds strenger wordende wettelijke eisen voor deze en mogelijk andere milieuaspecten (rekening houden met uitkomsten van MER).

Antwoord: Milieuaspecten zoals genoemd door de klankbordgroep zijn globaal al inzichtelijk gemaakt voor het Visiedocument. Concretisering kan nu plaatsvinden maar is ook afhankelijk van de "veroorzakers", bijvoorbeeld de omgelegde N229, te handhaven bedrijven e.d. Pas als deze definitief zijn kunnen de milieuconsequenties precies worden berekend. Hierbij wordt rekening gehouden met aan te scherpen regelgeving in de toekomst. Het klopt dat we eveneens rekening moeten houden met wijzigingen die tussentijds kunnen optreden. De MER wordt nu opgesteld. De procedure loopt grotendeels gelijk op met die van het bestemmingsplan. In de MER komen ook de milieu- en landschapsaspecten aan de orde in relatie tot de omlegging van de N229 en de omgeving. De MER moet klaar zijn bij de vaststelling van het bestemmingsplan. Vanzelfsprekend zullen we met de uitkomsten van de MER rekening houden.

Duurzaamheid Duurzaamheid expliciet maken in het Visiedocument waarbij de ambities toekomstbestendig gemaakt worden.

Antwoord: Ja, duurzaamheid wordt expliciet en toekomstbestendig gemaakt in de eindrapportage. Hierover zullen we ongetwijfeld in gesprek gaan met de klankbordgroep.

Energie Energievisie uitwerken in concrete oplossingen en voor de toekomst randvoorwaarden ten aanzien van ambities formuleren.


Antwoord: Gaan we inderdaad doen. De werkgroep Milieu heeft de opdracht deze uit te werken in concrete voorstellen.

Cultuurhistorie en Archeologie Breng concrete archeologische waarden in beeld, en pas de ontwikkelingen er, in planologisch en financieel opzicht, op aan. Gebruik werkelijke archeologische vondsten in beeld om zodoende de verwijzing naar de Romeinse tijd/ Romeinse elementen een duidelijk kader te geven. Betrek de ontwikkelingen in Leidsche Rijn, gemeente Utrecht, als voorbeeld bij de nadere invulling van de cultuurhistorische en archeologische waarden.

Antwoord: Archeologisch onderzoek (net als bodem- en grondwateronderzoek) op locatie kan pas plaatsvinden als we de beschikking hebben over het betreffende terrein. Dit is vaak pas bij aankoop van de gronden. Wel is inmiddels onderzoek uitgevoerd naar verwachtingen en risico's. Ook is in kaart gebracht waar al archeologische vondsten zijn gedaan en welke gebieden reeds bescherming hebben, De nadere uitwerking van het stedenbouwkundig ontwerp en het meer inzicht krijgen in de waarden van het plangebied zullen op elkaar aansluiten. Er is echter geen garantie dat alle waarden behouden kunnen blijven, soms spelen ook andere aspecten een (zwaardere) rol, b.v. verkeersontsluiting, woningbouw of financiĂŤn.

De ambitie om mogelijke vondsten juist zichtbaar te maken voor inwoners; is een belangrijke waarde in en daardoor ook van het gebied.

Lijst met redactionele opmerkingen en vragen:

Alhoewel Odijk niet ligt in het Nationaal Landschap Rivieren land (NLR) maakt het plangebied dan onderdeel uit van het Utrechtse rivieren landschap dat als toch vrij uniek wordt bestempeld. Wil de nieuwe woonwijk van Odijk respectievelijk geheel Odijk nog steeds gebruikmaken van het open gebied tussen Odijk en Houten dan zijn daar de nodige zorgen over en doet de vraag zich voor naar de mogelijkheden om dit gebied open te houden. Ook het toenemende verkeer als gevolg van de toename van de bevolking zal de nodige spanningen oproepen.

Antwoord: Dit heeft onze aandacht.

Duurzaamheid: Een EPC van 0.


Cradle to Cradle (gesloten kringlopen en biologisch afbreekbare materialen) wordt maximaal toegepast naar de stand der innovaties. Carbon footprint en de water footprint moet berekend worden en de opdrachtgever stelt het hoogst haalbare vast. Het duurzaamheidgehalte op gebied- , wijk- en gebouwniveau is minimaal 8,5-9,0 gemeten met GPR of gelijkwaardig instrumentarium. De straatverlichting wordt ge誰ntegreerd in de bebouwing en er wordt LED toegepast. Er wordt 100% duurzaam inkopen (resultaat verplichting rijk) toegepast.

Antwoord: de klankbordgroep heeft deze duurzaamheid normeringen opgenomen als voorbeelden duurzaamheid expliciet te maken. Wij nemen er kennis van.

Blz. 13 Aanknopingspunten voor de visie vanuit het aspect 'Geomorfologie en bodem': Benutten van de subtiele hoogteverschillen en verschillen in verkavelingspatronen, door de aanwezige meandergordels en kommen. Graag beschrijven hoe deze dan benut worden.

Antwoord: In hoofdstuk 3 (Ruimtelijke visie) van het Visiedocument komt aan de orde hoe deze aspecten benut kunnen worden. Zo kan er gedacht worden aan het benadrukken van laagtes door juist daar een belangrijk deel van de wateropgave te realiseren. De verschillen in verkavelingspatronen kunnen gebruikt worden voor een nadere differentiatie binnen het plangebied. Het betreft aanknopingspunten voor de uitwerking van het stedenbouwkundige ontwerp waaraan in de ontwerpfase verder vorm gegeven gaat worden.

Blz. 15 Nader onderzoek is nodig naar nederzettingen en de precieze ligging van de Romeinse limeswegen. Wanneer is dit nader onderzoek, de analyse van het resultaten en de definitieve conclusies hiervan gepland? En kan dit invloed hebben op de visie?

Antwoord: Zoals ook hierboven bij archeologie is aangegeven is er geen precieze tijdsplanning te geven vanwege het feit dat archeologisch onderzoek op locatie veelal pas plaats kan vinden als we het terrein in bezit hebben of hierover afspraken hebben gemaakt met de eigenaar. De visie/ambitie is om juist archeologische vondsten te behouden in de ondergrond dan wel om ze zichtbaar te maken. In het ontwerp wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het inzicht in kansen en mogelijke waarden.


Mogelijke vondsten zijn niet zozeer van invloed op de ambitie maar kunnen wel bepalend zijn voor het ontwerp. Nu is hiervoor nog ruimte in het plan. Er is echter geen garantie dat alle waarden behouden kunnen blijven, soms spelen ook andere aspecten een (zwaardere) rol.

Blz. 17 Beschrijven wat de AMK-terreinen zijn

Antwoord: In de eindrapportage zullen we een nadere definiĂŤring van AMK-terreinen opnemen. In het kort gezegd betreft het terreinen die zijn weergegeven op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Deze kaart bevat een overzicht van belangrijke archeologische terreinen in Nederland.

Blz.18 Advies om aansluiting te zoeken bij de wijze waarop in Leidsche Rijn met de aanwezige archeologische (romeinse) waarden is omgegaan.

Antwoord: Het heeft ook onze voorkeur om rekening te houden met, en bij voorkeur het inpassen van aanwezige archeologische waarden. Het advies wordt meegenomen in het verdere ontwerpproces. We zullen contact met Leidsche Rijn opnemen.

Blz. 20 Hier wordt melding gemaakt dat de gebieden rondom de Vlowijkerwetering kwetsbaar zijn voor vervuilingen, maar dat er geen extra milieumaatregelen gelden. De vraag is of in het kader van het te voeren beleid de eigen verantwoordelijkheid van de inwoner in deze kan worden benadrukt.

Antwoord: Deze suggestie nemen wij mee.

Blz. 21 Onder hoofdstuk 2.3 water wordt kort aangestipt het recreatieve belang hiervan. Vraag is of de gemeente Bunnik het recreĂŤren in combinatie met water niet tot een speerpunt van haar beleid moet maken? Uitbreiding aanknopingspunten voor de visie van uit het aspect 'Water': lagere delen benutten voor extra wateropvang (wateropgave); inpassing systeem van hoofdwatergangen; infiltratiemogelijkheden benutten; eventueel waterwoningen inpassen (toevoeging van KBG)

Antwoord:


Ten opzichte van het concept Visiedocument is al toegevoegd als aanknopingspunt: water als interactief element (beleven van, spelen met en leren van). De keuze voor bepaalde typologieën van woningen wordt nog niet gemaakt binnen het globale niveau van het Visiedocument. In de nadere stedenbouwkundige uitwerking en eerste verkavelingschetsen komt dit pas voor het eerst aan de orde. De gemeente staat een diversiteit van woningtypen en typologieën voor. Het introduceren van 'waterwoningen' zou hier ook denkbaar kunnen zijn.

Blz. 23 Landgoed Het Burgje: padrichting - Nieuw landgoed aan de Burgweg Achterdijk Tekst op juiste wijze onder de foto's plaatsen

Antwoord: Dit is inmiddels aangepast.

Blz.26 In het plan opgenomen boomgaarden onderzoeken op levensvatbaarheid, aangezien sommige er belabberd en verwaarloosd er bij staan.

Antwoord: Advies wordt meegenomen in het verdere proces. Overigens wil het openhouden van (voormalige) boomgaarden niet automatisch zeggen dat we hier ook feitelijk een boomgaard zullen handhaven. Aangegeven is dat we op deze plekken een bijzondere woonvorm met een extra lage woningdichtheid voorstaan. Op welke wijze dat vorm moet krijgen is een punt van nadere uitwerking.

Blz. 29 Situatieschetsen 1994 en 2009 tonen praktisch geen verschillen te zien. Graag verduidelijken.

Antwoord: De verschillende situatieschetsen geven de ontwikkeling en bebouwing van de kern Odijk weer. Er zijn inderdaad weinig verschillen tussen 1994 en 2009. In de tekst staat aangegeven dat het belangrijkste ruimtelijke verschil tussen 1994 en 2009 de transformatie van het Rijneiland is. Dit verschil is op de situatieschetsen duidelijk zichtbaar. Daarnaast zijn in de periode tussen 1994 en 2009 diverse inbreidingslocaties benut die op de situatieschetsen niet naar voren komen.

Blz. 37 Voor een deel van de wijk wordt 'passieve woningbouw' voorgesteld, als voorbeeld voor de rest van de wijk. Wat is 'passieve woningbouw'?

Antwoord: In de eindrapportage zal een nadere definiëring van passieve woningbouw worden opgenomen.


(De term 'passieve woningbouw' is een verfijning van de term 'Laag-energie woningbouw'. De gebouwen die we passiefhuizen noemen, hebben een comfortabel binnenklimaat in winter en zomer zonder klassiek verwarmings- of koelingssysteem.)

Blz. 38 2.9: Aandacht voor het levensbestendig bouwen.

Antwoord: In het voorbereidingstraject voor de Woonvisie en het indicatieve woningbouwprogramma is gesproken over het fenomeen 'levensloopbestendig bouwen'. Ook via de corporaties en het VAC hebben ons op dit punt wensen en ideeĂŤn bereikt. Uitgangspunt is dat wij bij de verdere uitwerkingen van het woningbouwprogramma voor Odijk-west zeker aandacht zullen besteden aan 'levensloopbestendig bouwen'. Een substantieel deel van het woonprogramma zal in deze categorie worden gerealiseerd.

Blz. 39 Hiervoor is noodzakelijk een goede ontsluiting met de oude kern Odijk. Bij aanknopingspunten laatste -: is er wel ruimte voor het bouwen van woningen waarin tevens zorg verleend kan worden? Combinatie van wonen en zorg?

Antwoord: Er wordt van uitgegaan dat het nieuwe woongebied gebruik maakt van de voorzieningen in het bestaande dorp. De verbinding/bereikbaarheid tussen Odijk-west en de voorzieningen in bestaand Odijk is hierbij inderdaad een belangrijk aandachtspunt. In de concept Woonvisie wordt specifieke aandacht besteed aan woningen voor de doelgroep 'ouderen'. Onderdeel hiervan is het realiseren van woningen waarin op een nader te bepalen niveau zorg kan worden verleend. Voor de nadere uitwerking van deze ambities zijn wij mede afhankelijk van de zorgaanbieders. Als gemeente staan wij wel open voor dergelijke woonvormen. Binnen het plan Odijk-west zien wij hier ook goede mogelijkheden voor.

Blz. 41 en 42. Over de Beughof of ten zuiden van het gemaal een fiets/looppad creĂŤren richting de scholen.

Antwoord: Goede suggestie, gaan we naar kijken of dit uitvoerbaar is. Wellicht zijn er nog meer mogelijkheden te vinden.

Blz. 46 Oppassen dat het noordelijk deel een substantieel minder aanzien krijgt dan de rest van de wijk


Antwoord: Advies wordt meegenomen. Het is zeer zeker niet de bedoeling om het noordelijk deel minder aanzien te geven.

Blz.50 e.v. Aandacht voor het "Romeinse beeld" wat d.m.v. foto's en schetsen getoond wordt geeft voor het publiek een verkeerd beeld want zo zal het nooit worden.

Antwoord: Dit hebben we deels al aangepast in definitieve versie van Visiedocument en tijdens de informatieavonden. We proberen niet de verkeerde suggestie te wekken dat Odijk-west een Romeins fort wordt. Plaatjes moeten inderdaad aanvullend zijn en niet beeldbepalend worden.

Blz. 55 FinanciĂŤle uitvoerbaarheid: duidelijk in kaart brengen van financiĂŤle risico's die samenhangen met milieuaspecten van de in het plangebied gevestigde bedrijven.

Antwoord: Deels al gebeurd in huidige exploitatieopzet, zal steeds duidelijker/concreter worden met het gedetailleerder worden van het plan(gebied).


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.