1 oktober 2009
Milieu Effect Rapport Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting
Koepel Windenergie Noordoostpolder
Duurzame oplossingen in energie, klimaat en milieu Postbus 579 7550 AN Hengelo Telefoon (074) 248 99 40
Documenttitel
Milieu Effect Rapport Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting
Soort document Projectnaam
Definitieve rapportage | 1 oktober 2009 Windpark Noordoostpolder
Projectnummer
707016
Opdrachtgever
Koepel Windenergie Noordoostpolder
Auteurs
Pondera Consult en anderen (zie kader)
Een eerder concept van dit rapport werd in 2007 opgesteld onder redactie van Royal Haskoning. Aan dit eindrapport hebben onder redactie van Pondera Consult de volgende organisaties bijgedragen: Alterra, Bureau Waardenburg, Grontmij, LBP, Timmermans Juridisch Advies B.V., Stibbe, Royal Haskoning, Van Grinsven Advies, Ventolines, TNO, Heinis Waterbeheer en Ecologie, TU Delft.
Getekend voor vrijgave d.d.
Hans Rijntalder, projectcoördinator Koepel Windenergie Noordoostpolder
| …………… …………………………. ………………
Pondera Consult
Inhoudsopgave 1
Bijzonder initiatief
1
2
Achtergrond voornemen
3
2.1 2.2
Windpark in de Noordoostpolder Milieueffectonderzoek
3 4
3
Locatie afweging
6
4
Huidige situatie en autonome ontwikkelingen
9
4.1 4.2
Huidige situatie Autonome ontwikkelingen
9 11
5
Onderzochte varianten
12
5.1 5.2 5.3
Vermogensklasse Onderlinge afstand Overzicht alternatieven
12 14 14
6
Milieueffecten
16
6.1 6.2 6.3
Milieueffecten per thema Overzicht milieueffecten Cumulatie van effecten
16 24 27
7
Locaties, alternatieven en varianten
28
7.1 7.2 7.3
Meest milieuvriendelijk alternatief Voorkeursalternatief Kennisleemten en monitoring
28 28 29
8
Procedures
31
9
Tot Slot
33
Pondera Consult
1
1
BIJZONDER INITIATIEF In de Noordoostpolder initieert de Koepel Windenergie Noordoostpolder de aanleg van een windpark langs de dijken van de Noordoostpolder. Windpark Noordoostpolder bestaat uit een vijftal windturbineopstellingen bij de Noordermeerdijk, de Westermeerdijk en de Zuidermeerdijk. Zowel op land als in het IJsselmeer zijn windturbines gepland. Het plan 1 omvat de realisatie van maximaal 450 megawatt (MW) aan vermogen . Daarmee kan groene stroom worden opgewekt voor ongeveer 480.000 huishoudens. Met een vermogen van 450 MW zou het initiatief het grootste windpark in Nederland en één van de grootste in Europa zijn. Het park bestaat uit de volgende opstellingen. Parallel aan de Noordermeerdijk is één lijnopstelling voorzien in het IJsselmeer op ongeveer 900 meter uit de kust en één lijnopstelling op het land langs de dijk. Bij de Westermeerdijk zijn twee lijnopstellingen voorzien in het IJsselmeer op ongeveer 500 meter en 1.100 meter uit de kust en één lijnopstelling op het land langs de dijk. Parallel aan de Zuidermeerdijk is één lijnopstelling voorziening op het land langs de dijk. In figuur 1 zijn de locaties van de windturbineopstellingen op kaart weergegeven. De bestaande windturbines aan de Westermeerdijk, de 50 windturbines van Essent, en enkele windturbines aan de Zuidermeerdijk worden verwijderd omstreeks het moment dat de nieuwe windturbines worden geplaatst. Het grootste gedeelte van de windturbines is gepland in de gemeente Noordoostpolder. Alleen een aantal turbines in het IJsselmeer parallel aan de Noordermeerdijk vallen binnen de gemeentegrenzen van de gemeente Lemsterland. Naast het feit dat het initiatief de hoogste windenergieopbrengst van Nederland heeft, is het ook bijzonder dat de initiatiefnemers voor het grootste gedeelte ondernemers uit de Noordoostpolder zijn die er zelf ook wonen. Opmerkelijk is ook dat door middel van participatiemodellen mensen uit de regio in de gelegenheid worden gesteld financieel te participeren in het windpark. Om tot een goede afstemming te komen tussen de verschillende windparken, hebben de initiatiefnemers zich verenigd in de Koepel Windenergie Noordoostpolder (hierna te noemen de Koepel). Samen realiseren zij Windpark Noordoostpolder. De Koepel is het aanspreekpunt voor de overheid over het initiatief en aanspreekpunt voor onder meer de Milieueffectrapportage (mer) en de vergunningen.
1
Het uiteindelijke geplaatst vermogen kan is afhankelijk van keuzen in met name turbinetypen. Een definitieve keuze heeft nu nog niet plaatsgevonden. Er is voor wat betreft effecten wel rekening gehouden met verschillende variaties in vermogen.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
2
Figuur 1 Locaties voorgenomen windparken
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
3
2
ACHTERGROND VOORNEMEN
2.1
Windpark in de Noordoostpolder Het plan om een windpark in de Noordoostpolder te realiseren kent een lange voorbereidingstijd. Bijna 10 jaar treffen de initiatiefnemers voorbereidingen om het windpark te realiseren. Met het verstrijken van de tijd is het plan uitgegroeid tot de huidige omvang. Waarom een dergelijk project op deze plek? Twee aspecten zijn hierbij van belang: de opwekking van duurzame energie (groene stroom) en de concentratie van windturbines. Opwekking duurzame energie De wereldwijde klimaatverandering is een probleem dat de laatste jaren de politiek en de maatschappij op vele niveaus steeds meer bezig houdt. Er is steeds meer kennis over het ontstaan, de werking en de effecten van klimaatverandering. Het is ook duidelijk dat één van de maatregelen om de klimaatverandering te beperken bestaat uit het zoveel mogelijk gebruiken van duurzame bronnen van energie in plaats van traditionele, fossiele bronnen van energie. Bij de opwekking van energie uit fossiele bronnen van energie als aardgas en aardolie komt immers het broeikasgas koolstofdioxide (CO2) vrij dat bijdraagt aan klimaatverandering. Bij de opwekking van energie uit duurzame bronnen zoals zon en wind komen echter geen broeikasgassen vrij. Daarbij raken deze bronnen niet op in tegenstelling tot de fossiele bronnen van energie die eindig zijn. Windenergie is één van de meest rendabele manieren om duurzame energie op te wekken. Om die reden heeft de Nederlandse overheid ambitieuze doelstellingen geformuleerd om meer windenergie te gaan realiseren. Met het windpark in de Noordoostpolder wordt een belangrijke bijdrage geleverd aan de windenergiedoelstelling van de provincie Flevoland en Nederland als geheel. Concentratie van windturbines In zuidelijk Flevoland is goed te zien wat het effect van een ongebreidelde groei van windturbines kan doen met het landschap. Er staan veel turbines in verschillende opstellingen, groottes en aantallen wat leidt tot een verrommeld beeld in het landschap. In het noordelijk deel van Flevoland, in de Noordoostpolder, staan relatief weinig turbines. De gemeente Noordoostpolder heeft al in 1998 besloten solitaire (alleenstaande) windturbines niet meer toe te staan maar te streven naar een concentratie van windturbines. Daarmee wordt de rest van de gemeente vrijgehouden van windturbines. Om dit te realiseren was afstemming tussen de verschillende initiatieven in de Noordoostpolder wenselijk en de gemeente heeft dit gestimuleerd door de instelling van het platform, ingesteld in 2000. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de oprichting van de Koepel Windenergie Noordoostpolder in 2002. Met het plan van de Koepel is de realisatie van windturbines beperkt tot de rand van de gemeente Noordoostpolder. In de rest van de gemeente zijn windturbines niet meer toegestaan en ten behoeve van het plan worden ook een groot aantal bestaande
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
4
windturbines verwijderd. Aan de keuze voor de koppeling aan de IJsselmeerdijken is een traject voorafgegaan van diverse onderzoeken en keuzen die in het MER zijn beschreven. Overigens past deze ontwikkeling om turbines te concentreren ook bij de landelijke wens om windparken op verschillende plekken in Nederland te concentreren en om daadbij andere plekken te vrijwaren van turbines.
2.2
Milieueffectonderzoek Om het initiatief mogelijk te maken is onderbouwend onderzoek van belang naar inpassing van het project en naar (milieu)effecten. Het milieueffectrapport (MER) is een document waarin de milieueffecten van een initiatief worden onderzocht en beschreven. Het heeft tot doel de besluitvorming rondom een plan te ondersteunen door ook milieubelangen een goede plek te geven in deze besluitvorming. Of een MER moet worden opgesteld is vastgelegd in de wet, in het Besluit m.e.r. 1998. Voor een windpark is het niet verplicht om een MER op te stellen, maar beoordeeld de overheid of dit wenselijk is. Om de besluitvorming rond Windpark Noordoostpolder te ondersteunen worden dus de milieueffecten van windturbines in beeld gebracht voor de locaties die door de gemeente zijn aangewezen na afweging van de verschillende opties in de gemeente Noordoostpolder. Naast de positieve milieueffecten, de opwekking van groene stroom om klimaatverandering tegen te gaan, wordt ook ingegaan op meer lokale milieueffecten. Het is immers vanzelfsprekend wenselijk dat een oplossing voor een wereldwijd milieuprobleem zo gerealiseerd wordt dat dit op lokaal niveau, in de directe omgeving, niet tot onaanvaardbare milieuproblemen leidt. In het MER worden de milieueffecten van het windpark vergeleken met de huidige toestand van het milieu en de ontwikkeling van het milieu in de toekomst zonder het windpark. Bij de totstandkoming van een MER vindt niet alleen een beschrijving van milieueffecten plaats maar wordt ook gezocht naar mogelijkheden om negatieve milieueffecten zoveel mogelijk te beperken door aanpassingen van het plan te onderzoeken. Meerdere varianten worden onderzocht en er wordt een zogenaamd Meest Milieuvriendelijk Alternatief beschreven: een variant van het plan dat zo is vormgegeven dat dit tot de minste milieueffecten leidt. Het MER maakt ook onderdeel uit van de in te dienen aanvraag voor een milieuvergunning. Hiervoor zijn in dit geval de gemeente Noordoostpolder en de provincie Flevoland bevoegd gezag. Vanwege de aard, de omvang en daarmee ook het belang heeft het initiatief in de loop van de tijd de status van een rijksproject verworven. Dat betekent dat de zogenaamde ruimtelijke onderbouwing op rijksniveau komt te liggen. Het rijk, de minister van Economische Zaken stelt als het ware het bestemmingsplan ofwel het Rijksinpassingsplan vast. Dit MER is eveneens een onderligger voor het Rijksinpassingsplan en is te beschouwen als een plan-MER (zie kader 2.1). Het rapport wordt ter inzage gelegd en er kunnen dan ook inspraakreacties op het MER worden ingediend bij de bevoegde gezagen: de minister van Economische Zaken, de provincie Flevoland en de gemeente Noordoostpolder.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
5
Kader 2.1 Plan-MER en Besluit-MER onderscheid Plan-MER en besluit-MER Na de publicatie van de startnotities voor dit project op 21 juli 2004, verkreeg de Europese Richtlijn van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s rechtstreekse werking hetgeen tot gevolg had dat vanaf dat moment een Strategische Milieubeoordeling voor bepaalde plannen en programma’s verplicht werd. Sinds 29 september 2006 is de Europese richtlijn geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving en wordt het onderscheid plan-MER en besluit-MER gemaakt. Bij de voorbereiding van een ruimtelijk inpassingsplan voor grotere windturbineopstellingen (vanaf 10 windturbines en/of vanaf 15 megawatt opgesteld vermogen) is het vanaf dat moment verplicht om een plan-MER op te stellen. Gedurende de doorlooptijd van de procedures voor de voorliggende MER-en is de daarop betrekking hebbende wetgeving derhalve gewijzigd. De onderhavige procedure valt niet onder een overgangsregeling, zodat de onderliggende rapporten tevens aan de procedurele en inhoudelijke vereisten van de plan-MER moeten voldoen. De eisen die aan de inhoud van een plan-MER worden gesteld, zijn op hoofdlijnen gelijk aan de eisen die aan het besluit-MER zijn gesteld. De extra onderdelen zijn: De inhoud en het doel van het plan moeten worden beschreven, alsmede de relatie met andere relevante plannen; Er moet worden beschreven welke redelijke alternatieven voor het initiatief zijn beschouwd en de manier waarop rekening is gehouden met de doelstellingen ter bescherming van het milieu.
Als voorbereiding op het MER is eerder een startnotitie opgesteld waarin het initiatief wordt beschreven en waarin is aangegeven welke milieueffecten onderzocht en 2 beschreven zullen worden. De gemeenten Noordoostpolder en Lemsterland - toen de bevoegde gezagen - hebben vervolgens richtlijnen opgesteld, op basis van een advies van de Commissie voor de m.e.r., waaraan het MER moet voldoen. Deze richtlijnen zijn in 3 2004 door de gemeente Noordoostpolder en de gemeente Lemsterland vastgesteld .
2
3
Zoals aangegeven waren en zijn enkele geplande windturbines buitendijks in het IJsselmeer gelegen op het gemeentelijk grondgebied van Lemsterland. De startnotities en de richtlijnen zijn te vinden op de website van de Koepel Windenergie Noordoostpolder, www.windkoepelnop.nl bij ‘pers’ en vervolgens ‘downloads’.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
6
3
LOCATIE AFWEGING Het Windpark Noordoostpolder is een windpark met een vermogen van ongeveer 450 MW. Als uitgegaan wordt van 5-8 MW turbines, de grootste turbines die momenteel worden geproduceerd, is ruimte voor 75 windturbines vereist. De benodigde ruimte voor een windpark is afhankelijk van de opstelling, die zowel een lijn of een cluster kan zijn. In en om het IJsselmeer zijn er slechts een paar gebieden die genoeg ruimte bieden voor een windpark met een dergelijk omvangrijk vermogen. In figuur 2.1 zijn deze locaties indicatief aangewezen met de groene lijnen. De twee gele lijnen betreffen het bestaande initiatief van NUON en WCI bij de Wieringermeerdijk voor een windpark in het IJsselmeer. Tevens is met gele lijnen de globale ligging van het windpark Noordoostpolder aangegeven. Figuur 2.1 Alternatieve locaties windenergie IJsselmeergebied
Bron: Google Earth, 2009
De locaties zijn aan de hand van verschillende criteria beoordeeld. De vastlegging hiervan in scores is opgenomen in tabel 2.1 Op de schaal van het IJsselmeer bezien heeft een keuze voor de dijken van de gemeente Noordoostpolder voor de realisatie van een windpark de voorkeur. Deze locatie past binnen de nationale beleidskaders en behoort tot de locaties met de grootste potentiĂŤle milieuwinst. Tevens zijn geen specifieke negatieve punten als gevolgen voor ecologie of scheepvaart te verwachten die de locatie onaantrekkelijk maken vanuit milieuoogpunt. Bij de ontwikkeling van een windpark zal aandacht moeten worden gegeven aan deze aspecten maar op voorhand worden geen grote belemmeringen verwacht. De locatie bij de Wieringermeerdijk is reeds in ontwikkeling en daarmee geen alternatief voor de Noordoostpolder. Ook is de potentiĂŤle milieuwinst bij de Wieringermeerdijk beperkt in vergelijking met de Noordoostpolder.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
7
Tabel 2.1 Vergelijking alternatieve locaties IJsselmeergebied Locatie LandNatuurEcologie schap schoon
Milieuwinst
Hinder
Scheepvaart
Windpark Noordoostpolder
+
0
0
0
0
0
Windpark Wieringermeer (pijplijnproject)
+
0
-
-
-
0
Afsluitdijk (22 kilometer*)
-
0
-
0
0
0
Houtribdijk (19 kilometer)
-
0
-
-
0
0
Friese IJsselmeerkust (5 kilometer)
-
-
0
-
0
0
Boven Lelystad (10 kilometer)
+
0
0
-
0
0
Open water IJsselmeer
-
0
-
0
0
-
+:
positief
0:
neutraal
-:
negatief
Vervolgens is verder ingezoomd op de Noordoostpolder als potentiĂŤle locatie (figuur 2.2). In de figuur zijn mogelijke locaties in geel aangegeven. Tijdens de totstandkoming van de uiteindelijke locatiekeuze zijn verschillende milieuaspecten betrokken. Diverse onderzoeken zijn uitgevoerd om de gevolgen van de verschillende opties met elkaar te vergelijken, conform de toen geldende wet- en regelgeving. Hierbij vielen diverse alternatieve initiatieven af die minder wenselijk zijn geacht. Met name de landschappelijke inpassing is daarbij een motief geweest om te kiezen voor de dijken van de Noordoostpolder. In tabel 2.2 is een vergelijking van alternatieve locaties in de Noordoostpolder gemaakt met betrekking tot de milieuaspecten. Tabel 2.2 Vergelijking alternatieve locaties Noordoostpolder Locatie Landschap Ecologie Milieuwinst Windpark Noordoostpolder Andere meren Binnenland Oostzijde Zuidzijde Langs infrastructuur
Hinder
Archeologie
+
0
0
0
0
-
0 + + +
-
-
0 0 -
-
+
-
-
0
Op basis van deze overwegingen is uiteindelijk gekozen voor de huidige locatie.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
8
Figuur 2.2 Locaties in de Noordoostpolder
Google Earth Bron: Google Earth, 2009
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
9
4
Huidige situatie en autonome ontwikkelingen
4.1
Huidige situatie De huidige situatie wordt beschreven aan de hand van de milieuthema’s uit het MER en vormt het uitgangspunt voor het beoordelen van de effecten. Economie Op dit moment zijn rondom het IJsselmeer reeds meerdere windturbineparken aanwezig en gepland. Zoals eerder genoemd staan verreweg de meeste turbines in de provincie Flevoland. In de Noordoostpolder staan op verschillende locaties windmolens, waarbij de opstelling aan de westermeerdijk de grootste is met 50 turbines (figuur 4.1). Voor lokale agrariÍrs is een windmolen een aantrekkelijke aanvulling op hun inkomen en verschillende solitaire windmolens zijn dan ook in de loop der jaren geplaatst op boerenerven. Aangezien deze individuele turbines moeten verdwijnen, moet er in het nieuwe plan ruimte zijn om deze inkomstenderving op te vullen. Figuur 4.1 Bestaande windpark Westermeerdijk
Bron: De Stentor, 2008
Natuur Op het gebied van natuur is het IJsselmeer een belangrijk gebied, dat onder de huidige wetgeving is beschermd en aangewezen als Natura 2000-gebied, bestaande uit drie speciale beschermingszones onder de vogel- en habitatrichtlijn. Tevens zijn het Ketelmeer en Vossenmeer ten zuiden van de Noordoostpolder aangewezen als speciale beschermingszones en vallen het Toppad en Staartweg op Urk onder de natuurbeschermingswet.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
10
Landschap, ruimtelijke kwaliteit en cultuur Het landschap in de Noordoostpolder kenmerkt zich door een rationele inrichting ten behoeve van de landbouw. Vooral de grootschalige openheid vormt een bijzondere landschappelijke karakteristiek van de Noordoostpolder. De lange zichtlijnen, de verspreide boerenerven met rondom beplanting en het nagenoeg ontbreken van grote oppervlakten bebouwd gebied en beplanting bepalen het karakter. Het plangebied als geheel maakt deel uit van Belvederegebied Noordoostpolder. Dat impliceert dat de landschappelijke structuur van het plangebied, als wezenlijk onderdeel van de landschappelijke opbouw van de Noordoostpolder, van waarde is. Hierbij is vooral het voormalige eiland Urk van belang. Veiligheid Voor externe veiligheid is de ligging van gevoelige objecten ten opzichte van het plangebied van belang. In de omgeving van het plangebied is een aantal woonkernen aanwezig. Tussen de woonkernen is dun bezaaid een aantal woningen gelegen. Het betreft in deze gevallen voornamelijk boerderijen. In de directe omgeving van het plangebied zijn hoofdzakelijk gemeentelijke wegen aanwezig. Op grotere afstand bevinden zich provinciale wegen (N712, N714, N352) en de Rijksweg A6. Het gehele wegenstelsel heeft een relatief lage dichtheid. Langs de gehele kustlijn (Noorder-, Wester- en Zuidermeerdijk) is een dijk aanwezig als bescherming tegen het IJsselmeer. In het IJsselmeer bevindt zich voor de kust van de Noordoostpolder de vaargeul Amsterdam-Lemmer. In de bestaande situatie zijn geen turbines in de nabijheid van de vaarweg aanwezig die een risico kunnen vormen voor de scheepvaart of waarvoor de scheepvaart een risico vormt. Geluid In de omgeving van de projectlocaties langs de dijken van de Noordoostpolder staan al een aantal jaren langs alle drie de dijken turbines opgesteld, die een zekere mate van geluidsproductie veroorzaken. Tevens spelen de scheepvaart en agrarische activiteiten een rol in het achtergrondgeluid. Slagschaduw De huidige windturbines in de Noordoostpolder veroorzaken relatief weinig slagschaduwhinder. Dit is het gevolg van de relatief kleine turbines die geplaatst zijn in relatie tot de lokatiekeuze. De reikwijdte van de slagschaduw is hierdoor niet groot genoeg om de hindergevoelige objecten (woningen, bedrijven et cetera) te bereiken. Gebruiksfuncties De recreatieve en toeristische faciliteiten zijn in verschillende mate aanwezig in het studiegebied. Het zwaartepunt ligt nabij Lemmer, waar door zowel de gemeente als private partijen ge誰nvesteerd wordt om meer toeristen en recreanten aan te trekken. De binnenvisserij op het IJsselmeer is relatief kleinschalig en boekte in 2005 een omzet van 3,6 miljoen euro. Deze omzet is gegenereerd door 72 vergunninghouders, die vissen met verschillende vangstmethoden, afhankelijk van het seizoen .
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
11
4.2
Autonome ontwikkelingen Autonome ontwikkelingen zijn op zichzelf staande ontwikkelingen die ook plaats zullen vinden als de voorgenomen activiteit niet wordt uitgevoerd. Zij kunnen echter wel invloed hebben op het voornemen of erdoor be誰nvloed worden, dan wel effecten op de omgeving veroorzaken. Deze effecten zijn dan ook meegenomen in het MER. De belangrijkste autonome ontwikkelingen rondom het IJsselmeer zijn beschreven, te weten: Een windmolenpark in de Wieringermeer van 80-110 MW door NUON en WCI; De aanleg van de Zuiderzeelijn om de bereikbaarheid van de noordelijke provincies te verbeteren; De nieuwe vaargeul Amsterdam-Lemmer; De ontwikkeling van een vooroever nabij Urk, die als voornaamste functie natuurgebied heeft; Uitbreiding van woon- werkgebied van Noordoostpolder en Urk; Uitbreiding van Almere; Zandwinning in het IJsselmeer; Recreatie en toerisme in het IJsselmeer; Visserijactiviteiten.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
12
5
ONDERZOCHTE VARIANTEN De voorgestelde ligging van Windpark Noordoostpolder kent, zoals hiervoor is aangegeven, een lange voorgeschiedenis. Het is een resultaat van een zoek- en optimalisatieproces waarbij het Rijk, de gemeenten Noordoostpolder en Lemsterland, de provincie Flevoland en initiatiefnemers uiteindelijk tot een locatieselectie gekomen zijn in vijf lijnopstellingen. De locatieselectie en vervolgens de optimale invulling van die lijnopstellingen zijn uitgebreid onderzocht en beschreven in het MER. In het rapport zijn meerdere varianten onderzocht om tot een optimale vormgeving van het plan te komen waarbij de milieuwinst zo hoog mogelijk is met zo min mogelijke negatieve milieueffecten op de omgeving. Bij het beschrijven van milieueffecten is onderscheid gemaakt naar verschillende varianten. Concreet is hierbij gevarieerd met de vermogensklasse van de windturbines en de onderlinge afstand tussen de windturbines.
5.1
Vermogensklasse Windturbines kunnen geleverd worden met verschillende vermogens. De technische ontwikkeling gaat snel: op dit moment zijn vermogens per turbine van 2 tot 3 MW gangbaar en worden inmiddels de eerste windturbines geplaatst met een vermogen van 6 MW. De verwachting is zelfs dat het vermogen per turbine op korte termijn zal toenemen. 4
Deze nieuwe turbines hebben een hogere ashoogte . De reden hiervoor is dat het op grotere hoogte meer constant en harder waait waardoor meer energie kan worden opgewekt. Een windturbine met een groter vermogen heeft echter andere milieueffecten dan een kleinere windturbine. De variatie laat zien welke milieuwinst wordt behaald met hogere windturbines en in welke mate negatieve milieueffecten veranderen. Voor de opstellingen op land is gevarieerd tussen windturbines uit de 2-3 megawattklasse en de 5-8 megawattklasse. Voor de opstellingen in het IJsselmeer is gevarieerd tussen windturbines uit de 3-4 megawattklasse en de 5-8 megawattklasse. Per vermogensklasse is ĂŠĂŠn windturbinetype geselecteerd als basis voor het bepalen van de milieueffecten. In tabel 1 is een overzicht gegeven van de windturbinetypes die zijn beschreven en de karakteristieken van deze turbines, zoals ashoogte en rotordiameter. Tabel 1 Afmetingen/karakteristieken referentie windturbines Windturbine E-82 E-126 SWT3.6 Fabrikant Enercon Enercon Siemens Vermogen 3 MW 6 MW5 3,6 MW Ashoogte 100 meter 135 meter* 100 meter Rotordiameter 82 meter 127 meter 107 meter Diameter 7,5 meter 14,5 meter 4,3 meter torenvoet *voor de buitendijkse opstellingen is een ashoogte van 110 meter gehanteerd.
N90 Nordex 2,5 MW 70 meter 90 meter 4 meter
4
Hoogte vanaf de grond tot aan de as van de rotor (wieken).
5
Het vermogen van deze turbine is inmiddels gestegen tot 7,5 MW. De afmetingen van de turbine zijn niet gewijzigd. MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
13
Figuur 2 Voorbeeld 5-8 megawattklasse op land (E-126)
Technische gegevens Vermogen: Ashoogte: Diameter mast (voet) Rotordiameter: Tiphoogte: Rotaties per minuut: Rotoroppervlakte: Bron: Enercon
Figuur 3 Voorbeeld turbine in het water (SWT 3,6)
Technische gegevens 6,0 MW 135,0 meter 14,5 meter 127,0 meter 198,5 meter circa 5 -12 12.668 m2
Vermogen: Ashoogte: Diameter mast (voet): Rotordiameter: Tiphoogte: Rotaties p/min: Rotoroppervlakte:
3,5-8,0 MW 100,0 meter 4,3 meter 107,0 meter 153,5 meter circa 5-13 8.992 m2
Bron: Siemens
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
14
5.2
Onderlinge afstand De lengte van de lijnopstellingen is, na het proces van locatieselectie, een redelijk vast gegeven. Door de windturbines dichter bij elkaar te zetten kunnen op de gegeven afstand meer windturbines worden geplaatst. Daardoor kan in principe meer energie worden opgewekt. Meer windturbines betekent echter ook een toename van de negatieve milieueffecten. Om dit beter in beeld te krijgen zijn twee varianten zijn onderzocht, opstellingen met een onderlinge afstand van 4 maal de rotordiameter (4D) en met 5 maal de rotordiameter (5D). De onderlinge afstand varieert, afhankelijk van de locatie, van ongeveer 300 tot 650 meter. Voor de lijnopstelling aan de Zuidermeerdijk is naast het onderscheid in vermogensklasse nog een extra variant in beeld gebracht met een lage ashoogte. Op grond van voormalig provinciaal beleid geldt op dit moment een hoogtebeperking voor deze locatie van 70 meter ashoogte.
5.3
Overzicht alternatieven In de onderstaande tabellen is een overzicht van de alternatieven per locatie opgenomen: Tabel 3.1 Varianten locatie Noordermeerdijk binnendijks Alternatief 4D NMDbi2-3(4D) NMDbi5-8(4D) Klasse 2-3 MW 5-8 MW Oriëntatie* Lijn Lijn Aantal turbines 20 13 Geïnstalleerd 60 MW 78 MW vermogen Referentieturbine Enercon, E82 Enercon, E126
Alternatief 5D NMDbi2-3(5D) NMDbi5-8(5D) 2-3 MW 5-8 MW Lijn Lijn 16 11 48 MW
65-8 MW
Enercon, E82
Enercon, E126
*schaakbordopstelling ten opzichte van de buitendijkse lijn
Tabel 3.2 Varianten locatie Noordermeerdijk buitendijks Alternatief 4D NMDbu3-4(4D) NMDbu5-8(4D) Klasse 3-4 MW 5-8 MW Oriëntatie* Lijn Lijn Aantal turbines 16 13 Geïnstalleerd 57,5-8 MW 78 MW vermogen Siemens, Referentieturbine Enercon, E126 SWT3.6
Alternatief 5D NMDbu3-4(5D) NMDbu5-8(5D) 3-4 MW 5-8 MW Lijn Lijn 13 11 46,8 MW
65-8 MW
Siemens, SWT3.6
Enercon, E126
*schaakbordopstelling ten opzichte van de buitendijkse lijn
Tabel 3.3 Varianten locatie Westermeerdijk binnendijks Alternatief 4D WMDbi2-3(4D) WMDbi5-8(4D) Klasse 2-3 MW 5-8 MW Oriëntatie* Lijn Lijn Aantal turbines 28 18 Geïnstalleerd 84 MW 108 MW vermogen Referentieturbine Enercon, E82 Enercon, E126 *schaakbordopstelling ten opzichte van de buitendijkse lijn
Tabel 3.4 Varianten locatie Westermeerdijk buitendijks
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Alternatief 5D WMDbi2-3(5D) WMDbi5-8(5D) 2-3 MW 5-8 MW Lijn Lijn 22 14 65-8 MW
84 MW
Enercon, E82
Enercon, E126
Pondera Consult
15
Klasse Oriëntatie* Aantal turbines Geïnstalleerd vermogen Referentieturbine
Alternatief 4D WMDbu3-4(4D) WMDbu5-8(4D) 3-4 MW 5-8 MW Schaakbord Schaakbord 42 36
Alternatief 5D WMDbu3-4(5D) WMDbu5-8(5D) 3-4 MW 5-8 MW Schaakbord schaakbord 34 28
151,2 MW
215-8 MW
122,4 MW
168 MW
Siemens, SWT3.6
Enercon, E126
Siemens, SWT3.6
Enercon, E126
*schaakbordopstelling ten opzichte van de binnendijkse lijn
Tabel 3.5 Varianten locatie Zuidermeerdijk Alternatief 4D ZMDbi2-3(4D) ZMDbi5-8(4D) Klasse 2-3 MW 5-8 MW Oriëntatie* Lijn Lijn Aantal turbines 12 8 Geïnstalleerd 36 MW 48 MW vermogen Referentieturbine Enercon, E82 Enercon, E126
Alternatief 5D ZMD2-3(5D) ZMDbi5-8(5D) 2-3 MW 5-8 MW Lijn Lijn 9 6 18 MW
35-8 MW
Enercon, E82
Enercon, E126
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
16
6
MILIEUEFFECTEN Zoals bij veel initiatieven van enige omvang treden ook bij de realisatie van een windpark milieueffecten op. Hierbij kan gedacht worden aan hinderaspecten als geluid en slagschaduw, maar ook aan effecten op vogels en vleermuizen. Hier staat tegenover dat er met windturbines groene stroom geproduceerd wordt. Hieronder volgt een korte beschrijving van de effecten.
6.1
Milieueffecten per thema Milieuwinst De opgewekte duurzame energie, en de daarmee vermeden uitstoot van broeikasgassen en zuurequivalenten is de milieuwinst van het park. Windpark Noordoostpolder levert een bijdrage van meer dan 10% aan de nationale doelstelling voor windenergie in 2020 (4.000 MW). Algemeen geldt dat de varianten met de meeste windturbines, dus met de kleinste onderlinge afstand (4D), met toepassing van de grootste megawatt-klasse (5-8 megawattklasse), tot de hoogste milieuwinst leiden. De varianten met het minste aantal windturbines van de 2-3 megawattklasse, met een onderlinge afstand van vier maal de rotordiameter, resulteren in de laagste milieuwinst. Economie De realisatie van een windpark is goed voor de economie. Naast de investering voor de windturbines zal onderhoud vereist zijn; dit heeft positieve gevolgen is voor de lokale werkgelegenheid. Daarnaast kan de lokale bevolking participeren, wat ook een positief effect heeft op de lokale economie. De varianten met de 5-8 megawattklasse turbines vereisen de grootste investering maar bieden ook de meeste ruimte voor participatie en leiden tot de grootste energieproductie. Participatie is mogelijk bij de windturbineopstellingen in het IJsselmeer. De participatie is een percentage van het vermogen. Meer vermogen biedt derhalve meer participatiemogelijkheden. Natuur en ecologie Het windpark is gedeeltelijk gepland in het IJsselmeer. Het IJsselmeer is een belangrijk natuurgebied, aangewezen als zogenaamd Natura 2000-gebied, vanwege het voorkomen van bijzondere soorten, zoals specifieke watervogels, ganzen, amfibieĂŤn en vleermuizen. Ook buiten het IJsselmeer bevinden zich overigens bijzondere natuurwaarden, zoals de broedvogels in de Noordoostpolder. Voor de milieueffectrapportage zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd om de effecten van het windpark op natuurwaarden te bepalen. Daarvoor is niet alleen theoretisch onderzoek uitgevoerd maar er zijn ook veldonderzoeken uitgevoerd om het voorkomen van bepaalde vogel- en vleermuizensoorten in beeld te brengen. Na jaren van onderzoek en aanpassingen van het initiatief is Windpark Noordoostpolder nu zo ontworpen dat de natuureffecten zo min mogelijk optreden.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
17
Vogels De effecten op vogels kunnen worden onderverdeeld in zogenaamde verstoring van het leefgebied, barrièrewerking (omvliegen) en aanvaring (botsingen). Om met het laatste te beginnen: vogels komen soms in aanraking met de draaiende rotorbladen van de windturbines. Het aantal aanvaringen is in beeld gebracht voor alle opstellingsvarianten. Daarbij moet bedacht worden dat het windpark ook een bestaand windpark van Essent vervangt en daarmee dus niet volledig een nieuw project betreft. Aangezien het aantal aanvaringen voor een groot deel bepaald wordt door het aantal windturbines en de tussenruimte, zal voor de Westermeerdijk op land het aantal aanvaringen neutraal of zelfs verminderen ten opzichte van de huidige situatie. Het ecologische adviesbureau heeft geconcludeerd dat het aantal aanvaringsslachtoffers niet zal leiden tot zogenaamde significant negatieve effecten. Met andere woorden: het voortbestaan van de vogel als soort in een gebied of land wordt niet bedreigd als gevolg van het windpark. Een lijnopstelling van windturbines kan een barrière vormen voor trekkende vogels. Het kan gaan om seizoenstrek (van noord naar zuid en vice versa) of om lokale trek van foerageergebieden naar slaapgebieden (en andersom). Van relevante barrièrewerking is in het algemeen geen sprake. Alleen de opstellingen aan de Noordermeerdijk veroorzaken barrièrewerking. Deze lijnen vormen namelijk een barrière voor zwanen en ganzen die foerageren in de Noordoostpolder en slapen op de Steile Bank bij Friesland. De barrièrewerking leidt ertoe dat deze vogels moeten omvliegen. Echter, deze barrière is niet onoverkomelijk omdat de vogels slechts beperkt moeten omvliegen. Verstoring, ten slotte, heeft betrekking op het gedrag van vogels als gevolg van de aanwezigheid van windturbines. De neiging om uit de buurt te blijven van een turbine verschilt per vogelsoort. Een deel van de vogels zal afstand houden van de windturbines. Gemiddeld gaat het om een afstand van ongeveer 150 meter rond een turbine waarbinnen een deel van de vogels zich niet zal begeven. Het plaatsen van windturbines leidt daarmee tot een afname van het leefgebied voor deze vogelsoorten. Onderzocht is in welke mate verstoring plaatsvindt en om hoeveel vogels het gaat. Bij de beoordeling is daarbij met name gekeken naar de vogels in het IJsselmeer, aangezien het IJsselmeer beschermd natuurgebied is. Bij de beoordeling van de ernst van de verstoring wordt rekening gehouden met de doelstellingen die voor de verschillende soorten zijn gesteld. Verstoring van vogelsoorten die nu al niet voldoen aan de doelstelling tellen vanzelfsprekend zwaar in de beoordeling terwijl verstoring van vogelsoorten die ruim voldoen aan de doelstellingen, alleen relevant zijn als te verwachten valt dat de doelstellingen voor deze soorten in gevaar komen. De verstoring van de windparken is voor een aantal vogelsoorten relevant omdat het nu reeds slecht gesteld is met deze soorten in relatie tot de door de overheid gestelde doelen voor deze soorten in het IJsselmeer. Het gaat dan om verstoring van de fuut, de toppereend, het nonnetje en de grote zaagbek. De windparken verstoren enkele tot enkele tientallen exemplaren van deze kritische soorten.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
18
Figuur 6.1 Nonnetje
Bron foto: Grasduinen
Tegenover het verlies aan leefgebied als gevolg van de aanwezigheid van windturbines staat een te verwachten positief effect van een eveneens aan te leggen voorziening die in het kader van dit project aangelegd wordt om de scheepvaartveiligheid te bevorderen; een zogenaamde scheepvaartveiligheidsvoorziening (figuur 6.2). Deze voorziening is natuurvriendelijk ontworpen, zodat per saldo een neutraal effect overblijft. Er worden geschikte omstandigheden gecreĂŤerd voor vissen en mossels omdat dit voedsel is voor de verstoorde vogels. Op die manier wordt volgens de specialisten van Bureau Waardenburg, het gebied aantrekkelijk voor deze soorten om te verblijven. Figuur 6.2 Scheepvaartveiligheidvoorziening (natuurvriendelijk ontworpen)
Bron: Bureau Waardenburg, 20096
6
Bureau Waardenburg heeft voor dit MER de effecten op vogels onderzocht en heeft aangegeven hoe de scheepvaartveiligheidsvoorziening natuurvriendelijk ontworpen kan worden. MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
19
Vleermuizen Voor wat betreft de effecten op vleermuizen blijkt dat diverse vleermuizensoorten in de Noordoostpolder voorkomen die in aanvaring kunnen komen met de windturbines. Het gaat dan vooral om de windturbines op land aangezien op de locaties van de windturbines op het IJsselmeer nauwelijks tot geen vleermuizen zijn aangetroffen die op rotorhoogte vliegen. De onderzoekers verwachten in het algemeen weinig problemen, maar geven aan dat het niet mogelijk is effecten helemaal uit te sluiten tijdens een jaarlijkse trekperiode bij specifieke weersomstandigheden. Zij bevelen dan ook aan om onderzoek te doen naar mogelijke aanvaringen in de exploitatiefase. Dan kan bepaald worden wat de omvang van de effecten is en kunnen ook maatregelen worden genomen, zoals het stilzetten van de windturbines tijdens bepaalde (weers)omstandigheden waarin vleermuizen actief zijn. Deze aanbeveling hebben de initiatiefnemers overgenomen. Andere soorten In het algemeen geldt dat de effecten van Windpark Noordoostpolder op andere diersoorten beperkt zijn of dat helemaal geen effecten optreden. Landschap, ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie en archeologie Een modern windpark is vanwege de omvang goed zichtbaar en is aanwezig in het landschap. Voor sommigen is dat bezwaarlijk; anderen hebben er minder problemen mee en weer anderen vinden het mooi. Het effect op het landschap is met andere woorden een subjectief begrip. Toch kunnen bepaalde zaken wel objectiever benaderd worden. Figuur 6.3 Visualisatie Windpark
Bron: Royal Haskoning
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
20
De verschillende varianten zijn in beeld gebracht in de vorm van zogenaamde fotovisualisaties om de vergelijkbaarheid te vergroten en om een oordeel te kunnen vellen. Eveneens is de zichtbaarheid kwantitatief in beeld gebracht door op een plattegrond in te tekenen waar de turbines zichtbaar zijn; de zogenaamde viewsheds. Landschappelijk is het zo dat de verschillen tussen de varianten niet heel groot zijn. De varianten met de hoogste windturbines, de 5-8 megawattklasse met de grootste onderlinge afstand vijf maal de rotordiameter, lijken de voorkeur te verdienen. In algemene zin geldt dat het verschil in hoogte tussen de beschreven vermogensklassen, ook al is dit in ashoogte al 35 meter, nauwelijks is waar te nemen. De grotere windturbines draaien echter langzamer wat visueel een rustiger beeld tot gevolg heeft. Een grote onderlinge afstand verdient daarbij de voorkeur omdat dit het minste invloed heeft op de openheid van het landschap. Als de windturbines dichter bij elkaar staan hebben ze meer een ‘begrenzend’ effect in de beleving. De effecten van het windpark op cultuurhistorie en archeologie zijn voor alle varianten nagenoeg gelijk. Deze effecten zijn beperkt en voorafgaand aan de bouw zal archeologisch onderzoek plaats vinden om na te gaan of op de exacte locatie waar de windturbines gebouwd gaan worden ook archeologische resten voorkomen die veilig gesteld moeten worden. Veiligheid op land Voor het windpark geldt dat de afstand tot relevante objecten, zoals woningen, wegen en hoogspanningskabels, zo groot is dat aan alle veiligheidsnormen voldaan kan worden. De windturbines zijn ook gecertificeerd om de veiligheid te waarborgen. Nautische veiligheid Nabij de windturbines in het IJsselmeer bevindt zich de vaargeul Amsterdam-Lemmer waarlangs veel beroepsvaart plaatsvindt. Ook is op het IJsselmeer veel recreatievaart. De windturbines vormen geen relevant risico voor de scheepvaart en ook andersom worden geen relevante risico’s verwacht. Voldaan wordt aan de van toepassing zijnde veiligheidsnormen van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De initiatiefnemers hebben in overleg met Rijkswaterstaat een beveiligingsmaatregel laten ontwerpen om aanvaringen tussen scheepvaart en de windturbines te voorkomen. Deze scheepvaartveiligheidsvoorziening bestaat uit een geleidedam ter hoogte van de Rotterdamse Hoek. Deze dam geleidt het scheepvaartverkeer, maar is zo ontworpen dat het ook een positieve invloed heeft op de golfhoogte ter plaatse. Op deze locatie komen nog weleens wat schepen in de problemen bij slecht weer. Vanuit het oogpunt van nautische veiligheid verdient het de voorkeur om de 5-8 megawattklasse windturbines op een onderlinge afstand van vijf maal de rotordiameter te realiseren aangezien het aantal turbines in deze variant het kleinst is en daarmee de aanvaringskans het meest beperkt is. Geluid Windturbines veroorzaken geluid. Vooral het suizen van de rotorbladen is hoorbaar. Door technische ontwikkelingen is het geluid van windturbines al sterk gereduceerd.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
21
Op basis van akoestisch onderzoek zijn de geluidseffecten van de verschillende varianten bepaald (zie figuur 4.3). Hoe meer windturbines en hoe groter deze turbines zijn hoe groter de geluidseffecten zijn. De varianten met de laagste vermogensklasse op een onderlinge afstand van vijf maal de rotordiameter leiden dan ook tot de minste geluidseffecten en de varianten met de hoogste vermogensklassen op een onderlinge afstand van vier maal de rotordiameter tot de grootste geluidseffecten. Ook bij geluid geldt dat het nieuwe windpark het bestaande windpark van Essent vervangt. De extra geluidsbelasting ten opzichte van de huidige situatie is daarom met name bij de Westermeerdijk beperkt. Overigens zal altijd voldaan moeten worden aan de geldende geluidsnormen, ongeacht de gewenste variant. Door technische maatregelen kan, indien vereist, het geluidsniveau van windturbines worden gereduceerd om te voldoen aan de geluidsnormen. Ook is het mogelijk om bij woningen geluidsreducerende maatregelen te treffen.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
22
Figuur 4.4 Voorbeeld geluidscontour onderzoek
De blauwe lijn geeft aan tot welke afstand een bepaald geluidsniveau wordt gehaald. Bron: LBP
Slagschaduw De draaiende wieken van de windturbines veroorzaken slagschaduw over een groot gebied. Met name bij een lage zon kan de lengte van de schaduw van de windturbine een groot gebied bestrijken. De wieken veroorzaken een schaduwbeweging die als hinderlijk kan worden ervaren. Om die reden is als landelijke norm gesteld dat op een woning per
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
23
jaar maximaal 17 dagen per jaar meer dan 20 minuten, ofwel circa 6 uur, slagschaduw mag vallen. Figuur 4.5 Slagschaduwcontour
Rood: Blauw: Groen:
15 uur slagschaduwhinder per jaar 5 uur slagschaduwhinder per jaar 0 uur slagschaduwhinder per jaar
Bron: Van Grinsven, 2009
Voor het MER is een onderzoek uitgevoerd naar de slagschaduw die bij de verschillende varianten wordt veroorzaakt. In het algemeen levert slagschaduw geen problemen op (figuur 4.5). Door technische maatregelen (een stilstandvoorziening) kan voldaan worden
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
24
aan de norm voor slagschaduw. Rekening houdende met de duur van de slagschaduw en de weersomstandigheden, alleen als het zonnig is, is immers sprake van schaduw, kan – indien nodig - de turbine stil worden gezet zodat voldaan wordt aan de norm. Onderwatergeluid De windturbines kunnen onderwater geluid veroorzaken door trillingen van de mast. Op basis van metingen bij bestaande windturbines die in het water zijn geplaatst, is in het MER een beschrijving gegeven van de te verwachten geluidsbelasting. Met name tijdens de aanlegfase van turbines in het water zullen heiwerkzaamheden tot verstoring kunnen leiden. Berekend is dat de geluidsbelasting – mits zoveel mogelijk beperkt door het treffen van maatregelen zoals het wegjagen van vissen bij de start van de heiwerkzaamheden en het werken van bellenschermen – niet tot een onaanvaardbare verstoring van het onderwaterleven. In het gebied is overigens sprake van veel andere activiteiten die onderwatergeluid veroorzaken, zoals de beroeps- en recreatievaart in het IJsselmeer en specifiek langs de vaargeul Amsterdam-Lemmer. Gebruiksfuncties Recreatie en visserij zijn activiteiten in en om het IJsselmeer. De windturbines hebben naar verwachting geen relevante invloed op deze activiteiten.
6.2
Overzicht milieueffecten In de onderstaande tabellen wordt een kwalitatief overzicht gegeven van de milieueffecten:
Tabel 6.1 Effecttabel totaal (absolute scores) Parameter
4D 2-4 MW
5D 5-8 MW
2-4 MW
5-8 MW
Technische- en plaatsings gegevens Aantal turbines
N
Lengte Opgesteld vermogen
Meter MW
118
88
94
70
32.367
32.367
32.367
32.367
378
444
310
420
Milieuwinst Energieopbrengst Vermeden primaire energie
MWh/jaar
1.127.603
1.805.452
909.737
1.457.977
GJ/jaar
4.059.371
64.996.270
32.750.530
52.487.170
CO2 reductie Vermeden zuur equivalenten
Kton/jaar
639
1021
516
825
Meq
18,6
29,8
14,9
24
%
41,4
49,6
40,9
41,8
Kwalitatief
0
0
0
0
Kwalitatief
0 764.100.00 0
0
0
0
1.424.880.000
612.645.000
1.133.520.000
Economie Participatiemogelijkheden Gevolgen lokale inkomens Gevolgen werkgelegenheid Investeringskosten
€
Natuur en ecologie Vogels aanvaring
Aantal/jaar
4191
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
3500
Pondera Consult
25
Parameter verstoring
Aantal/jaar
barrièrewerking
Aantal/jaar
4D
5D
2.562-2.953
1.936-2.003
Landschap, ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie en archeologie Ruimtelijke karakter Lengte van de opstelling Meter
32.367
32.367
32.367
32.367
Meter
1.765
2.482
2.258
3.178
Visuele kenmerken Zichtbaarheid (maximaal) Meter
40.000
46.000
40.000
46.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Onderlinge afstand
Beleving
Kwalitatief
Cultuurhistorie Aantasting historisch/geografische elementen Aardkundige waarden 0 Aantasting aardkundige waarden Kwalitatief 0 Veiligheid op land (aantal objecten binnen contour) Bebouwing Wegen en waterwegen Dijklichamen en waterkeringen
Aantal
0
0
0
0
Aantal
0
0
0
0
Aantal
0
0
0
0
Industrie Ondergrondse transportleidingen en kabels Bovengrondse leidingen Hoogspanningsleidi ngen
Aantal
0
0
0
0
Aantal
0
0
0
0
Aantal
0
0
0
0
Aantal
0
0
0
0
Straalpaden Aantal windturbines binnen de veiligheidszone Aantal
0
0
0
0
1,86*10-4
1,5*10-4
1,86*10-4
1,67*10-4
Nautische veiligheid Kans op botsen
Kwantitatief
Geluid (op land) Aantal adressen binnen contour Lden 47 dB
Aantal
25
73
0
0
Slagschaduw Aantal woningen binnen contour
Aantal
65
153
61
129
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
26
Tabel 6.2 Effectentabel totaal (relatieve scores) Parameter
4D
5D
2-4 MW
5-8 MW
2-4 MW
5-8 MW
Technische- en plaatsings gegevens Aantal turbines
N
Lengte Opgesteld vermogen
Meter MW
118
88
94
70
32.367
32.367
32.367
32.367
378
444
310
420
1.805.452
909.737
Milieuwinst Energieopbrengst
MWh/jaar
1.127.603
Parameter Vermeden primaire energie CO2 reductie Vermeden zuur equivalenten Economie Participatiemogelijkheden Gevolgen lokale inkomens Gevolgen werkgelegenheid Investeringskosten
GJ/jaar
4D
1.457.977
5D
4.059.371
6.499.627
3.275.053
5.248.717
Kton/jaar
639
1022
516
825
Meq
18,6
29,8
14,9
24
%
41,4
49,6
40,9
41,8
0
0
0
0
Kwalitatief Kwalitatief €
0
0
0
0
3,16
3,76
3,12
3,70
0,0037 0,00270,0026
0
0
0,0024 0,00132 – 0,00137
Natuur en ecologie Vogels aanvaring
Aantal/jaar
verstoring
Aantal/jaar
barrièrewerking
Aantal/jaar
Landschap, ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie en archeologie Ruimtelijke karakter Lengte van de opstelling Meter
166,08
270,83
133,34
218,38
Meter
0
0
0
0
Visuele kenmerken Zichtbaarheid (maximaal) Meter
40.000
46.000
40.000
46.0000
Beleving Kwalitatief 0 Cultuurhistorie Aantasting historisch/geografische elementen Aardkundige waarden 0 Aantasting aardkundige waarden Kwalitatief 0 Veiligheid op land (aantal objecten binnen contour)
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Bebouwing Wegen en waterwegen Dijklichamen en waterkeringen
Aantal
0
0
0
0
Aantal
0
0
0
0
Aantal
0
0
0
0
Industrie Ondergrondse transportleidingen en kabels Bovengrondse leidingen
Aantal
0
0
0
0
Aantal
0
0
0
0
Aantal
0
0
0
0
Onderlinge afstand
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
27
Hoogspanningsleidi ngen Aantal Straalpaden Aantal windturbines binnen de veiligheidszone Aantal Nautische veiligheid Kans op botsen Geluid (op land) Aantal adressen binnen contour Lden 47 dB Slagschaduw Aantal woningen binnen contour
6.3
0
0
0
0
0
0
0
0
Kwantitatief
1,86*10-4
1,5*10-4
1,86*10-4
1,67*10-4
Aantal/ MWh
0,000022
0,000040
0
0
Aantal /MWh
0,000058
0,000085
0,000067
0,000088
Cumulatie van effecten In het MER moet worden ingegaan op de gecombineerde effecten van de voorgenomen activiteit en andere activiteiten in de omgeving die eveneens gevolgen kunnen hebben voor natuur en milieu. Geconstateerd is echter dat door diverse ontwikkelingen de actuele staat van instandhouding van diverse eendensoorten nu al niet voldoet aan het instandhoudingsdoel als gevolg van diverse ontwikkelingen, zoals het verminderen van beschikbare voedselvoorraden (minder spiering heeft een negatief effect op eendensoorten als nonnetjes en grote zaagbekken), vogelsterfte door visserij en klimaatveranderingen (door opwarming van water en minder ijs in de Oostzee blijven sommige overwinteraars zoals 7 zaagbekken meer in de Oostzee ). Dergelijke ontwikkelingen kunnen zodanig verstrekkend zijn dat zij niet zo maar op nationaal of gebiedsniveau kunnen worden tegengehouden. Het voorgaande leidt al snel tot een patstelling. Hoe dienen we vervolgens het onderhavige voornemen te beoordelen? Allereerst is het zo dat door aanpassing van het voornemen de effecten zijn geminimaliseerd. Vervolgens is het uitgangspunt dat de resteffecten op de meest kritische duikeendensoorten volledig worden opgevangen door de scheepvaartveiligheidvoorziening ter hoogte van de Rotterdamse Hoek. Bureau Waardenburg heeft geconcludeerd dat de inrichting van een gebied met diepten en ondiepten de verstoorde futen, nonnetjes en grote zaagbekken ruimschoots kunnen herbergen. De aanleg van deze voorziening maakt onderdeel uit van het windpark. Het voorgaande stelt de gebruikelijke analyse van andere plannen en projecten in het gebied in een ander daglicht. Immers, de bijdrage van het Windpark Noordoostpolder is neutraal of zelfs positief. Hierdoor is het niet noodzakelijk en heeft het minder zin om de cumulatieve effecten met andere plannen en projecten te onderzoeken en te bepalen.
7
Vogelbalans 2007, thema klimaatverandering, SOVON.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
28
7
LOCATIES, ALTERNATIEVEN EN VARIANTEN Door verschillende locaties te beoordelen en vervolgens locatievarianten te beschrijven aan de hand van aspecten kunnen afwegingsprocessen inzichtelijk gemaakt worden en kan de besluitvorming plaatsvinden. In een MER wordt hierbij standaard een meest milieuvriendelijk alternatief beschreven. Uiteindelijk bepaalt de initiatiefnemer op grond van het MER welke variant als voorkeursalternatief doorgezet zal worden.
7.1
Meest milieuvriendelijk alternatief Het meest milieuvriendelijk alternatief is de variant, eventueel met aanpassingen of extra maatregelen, die tot de minste negatieve milieueffecten leidt. Op basis van de milieueffecten zoals die hierboven ook zijn beschreven, is de variant met de grootste windturbines, de 5-8 megawattklasse het meest milieuvriendelijk alternatief. Daarbij is het verschil tussen de 4D en de 5D variant zeer beperkt. Bij de 4D variant wordt een hogere milieuwinst behaald terwijl slechts enkele windturbines meer worden gerealiseerd dan in de 5D-variant. Deze variant biedt een goede balans tussen een zo groot mogelijke milieuwinst en zo klein mogelijke negatieve effecten op met name landschap en vogels en vleermuizen. De geluidseffecten en slagschaduw zijn voor deze windturbines groter dan voor lagere vermogensklassen maar voldaan kan worden aan de normen voor deze milieuaspecten.
7.2
Voorkeursalternatief Uit onderzoek is gebleken dat, na diverse optimalisaties alle varianten en deelwindparken zoals gepresenteerd volgens de huidige regels in totaal opzicht haalbaar zijn. Verder is voor wat betreft de turbinekeuze en onderlinge afstand tussen de turbines het totale voorkeursalternatief in het algemeen de optelsom van de individuele voorkeursalternatieven zoals hiervoor behandeld. Dat betekent dat de initiatiefnemers voor de buitendijkse locaties vooralsnog kiezen voor technische zekerheid van specifieke waterturbines (bijvoorbeeld de 3,6 MW turbines van Siemens). De initiatiefnemers voor de binnendijkse locaties hanteren turbines de 5-8 megawattklasse op een onderlinge afstand van 4D. Het voorkeursalternatief komt in dat geval overeen met het Meest Milieuvriendelijke Alternatief. Onderdeel van het voorkeursalternatief zijn een aantal mitigerende maatregelen. Milieuwinst De initiatiefnemers kiezen voor de turbines met het grootste vermogen dat op dit moment beschikbaar is. Zij laten zich daarbij door de fabrikant adviseren over de minimale tussenafstand om turbulentie te voorkomen en zo de opbrengst te maximaliseren. Ecologie en natuurwaarden Met het opnemen van de scheepvaartveiligheidsvoorziening in het voornemen blijven er slechts beperkt tot zelfs neutrale of zelfs positieve effecten over.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
29
Landschap De initiatiefnemers zullen, ondanks de beperkte verschillen in turbinekeuze, de projecten zoveel mogelijk op elkaar afstemmen om landschappelijke inpassing te kunnen waarborgen. Dat betekent in elk geval dat gezamenlijk gekozen wordt voor: Turbines met drie bladen; Dezelfde draairichting (met de klok mee); 8
Vergelijkbare ashoogten en verhoudingen tussen mast en rotordiameter (is uitgewerkt in de video-animatie); Op elkaar afgestemde kleuren en kunstuitingen in overleg met de gemeente. Nautische veiligheid De initiatiefnemers hebben de oploopvoorziening onderdeel gemaakt van het voornemen en hebben daarom het risico op aanvaring met de turbines geminimaliseerd voor de locatie met het hoogste risico, de Rotterdamse Hoek. Daarnaast zullen de initiatiefnemers radarreflectie toepassen om de turbines goed zichtbaar te maken voor de scheepvaart. Geluid/slagschaduw De noodzakelijke maatregelen om te voldoen aan de normen voor geluid en slagschaduw zullen worden getroffen door de initiatiefnemers. Met betrekking tot slagschaduw betekent dit het stilzetten van turbines bij overschrijding van de norm.
7.3
Kennisleemten en monitoring Het onderzoeken en beschrijven van effecten van een dergelijk project kent beperkingen. Een vast onderdeel van een MER is daarom het beschrijven van de kennisleemten. Hieronder wordt aangegeven welke (voor de besluitvorming) relevante informatie tijdens het opstellen van het MER niet beschikbaar was en welke onzekerheden bij de beschrijving van de milieueffecten bestonden. Tabel 5.1 Kennisleemten
8
Milieuthema
Leemten in kennis
Milieuwinst
Geen kennisleemten aanwezig.
Economie
Beperkte informatie over het aantal arbeidsplaatsen dat het initiatief zal opleveren.
Ecologie en natuurwaarden
Er is nog weinig soortspecifieke informatie bekend over de effecten van windturbines op vleermuizen, hun leefgebied en het aantal slachtoffers per jaar. Wat betreft vogels is geen sprake van kennisleemten.
Landschap, ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie en archeologie
Het is mogelijk dat archeologische waarden aanwezig zijn in het plangebied. Een verkennend onderzoek kan hierover uitsluitsel verschaffen en zal derhalve ook worden uitgevoerd.
Veiligheid
Geen kennisleemten aanwezig.
Voor de Zuidermeerdijk geldt vooralsnog een hoogtebeperking. Dit betekent dat op deze locatie aan dit criterium (nog) niet kan worden voldaan.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
30
Geluid (boven en onder water)
Op land is slechts beperkt rekening gehouden met het lokale omgevingsgeluid, waardoor de geluidsbelasting op woningen wellicht wordt overschat. Onder water is nog weinig bekend over geluidsproductie en effecten van grote turbines en geluidsproductie en effecten die ontstaan tijdens de aanleg van een damwandconstructie.
Slagschaduw
Geen kennisleemten aanwezig.
Gebruiksfuncties
Er zijn geen cijfers over visvangst bekend langs de kust van de Noordoostpolder
Daarnaast dient in een MER ook een eerste aanzet gegeven te worden voor een evaluatieprogramma. Hieronder wordt een overzicht gegeven van de te onderzoeken effecten in het evaluatieprogramma. Tabel 5.2 Evaluatieprogramma Milieuthema
Te evalueren
Ecologie en natuurwaarden
De effecten op de vogel- en vleermuisstand; geadviseerd wordt onder andere periodiek op gestandaardiseerde wijze de effecten op vogels en vleermuizen te onderzoeken; met name de effecten van verstoring en het aantal aanvaringsslachtoffers
Landschap, ruimtelijke kwaliteit, cultuurhistorie en archeologie
Voor de effecten op landschap is met name de beleving van belang. Zeker omdat dit ook de effecten op recreatie en toerisme kan be誰nvloeden. Daarom lijkt het wenselijk de ontwikkeling van de beleving van de windparken in de tijd te monitoren en evalueren, bijvoorbeeld door een eenvoudig belevingsonderzoek waarvan de eerste meting wordt uitgevoerd voordat met de bouw wordt begonnen en dat vervolgens enkele malen wordt herhaald.
Veiligheid
Zowel voor de veiligheid op land als voor de nautische veiligheid incidenten registreren Voor nautische veiligheid kunnen in het eerste jaar de effecten op het gedrag van de scheepvaart gemonitoord worden en door interviews met schippers de regelgeving rondom het varen bij het windpark evalueren
Geluid (boven en onder water)
Om meer inzicht te krijgen in de daadwerkelijke geluidsemissies van de geplaatste turbines en de belasting van geluidgevoelige objecten, kunnen in het eerste jaar metingen verricht worden Over de effecten van het geluid van windturbines onder water is weinig bekend. Een goed monitorings- en evaluatieprogramma, dat reeds bij de aanleg in gang wordt gezet, kan deze leemte in kennis opvullen.
Slagschaduw
Om meer inzicht te krijgen in de daadwerkelijke slagschaduwduur kunnen in het eerste jaar metingen verricht worden en over de maximale slagschaduwduur op een woning
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
31
8
PROCEDURES Om Windpark Noordoostpolder te realiseren, moeten diverse procedures worden doorlopen. Voor alle procedures geldt dat belanghebbenden, zoals omwonenden, kunnen inspreken aangezien alle besluiten ter inzage worden gelegd. Als besluiten ter inzage worden gelegd, worden deze gepubliceerd in lokale kranten en in sommige gevallen op internet. In dit hoofdstuk wordt kort een overzicht gegeven van deze procedures. Energieprojecten van nationaal belang Sommige projecten zijn niet alleen groot van omvang maar ook heel belangrijk. De bouw van Windpark Noordoostpolder is een dergelijk project. Het project is van belang gezien de bijdrage aan de opwekking van duurzame energie. Het is ook het grootste project in Nederland. Om dergelijk grote projecten mogelijk te maken, wordt een speciale procedure toegepast: de rijkscoördinatieregeling. Deze regeling is bedoeld om bij grote energieprojecten op een efficiëntere en snellere manier besluiten te kunnen nemen zonder dat dit ten koste gaat van de mogelijkheid voor burgers om hierover hun mening te kunnen geven. De rijkscoördinatieregeling bestaat uit twee modules, een projectmodule (ook wel ‘planologische module’ genoemd) en een uitvoeringsmodule. Beide modules zijn van toepassing op de procedures voor Windpark Noordoostpolder. Hieronder wordt uitgelegd wat dat precies betekent. Projectmodule Voor de realisatie van het windpark is een ruimtelijk besluit nodig: het project moet ‘planologisch mogelijk worden gemaakt’. Dat wil zeggen dat het bestemmingsplan moet worden aangepast. Als de rijkscoördinatieregeling wordt toegepast, wordt niet gesproken over een bestemmingsplan, maar van een Rijksinpassingsplan. Het Rijksinpassingsplan wordt vastgesteld door de Ministers van Economische Zaken (EZ) en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu (VROM). Het Rijksinpassingsplan komt in de plaats van het bestemmingsplan, dat normaal gesproken door de gemeenteraad wordt vastgesteld.
Wat staat er in een Rijksinpassingsplan? Een Rijksinpassingsplan bestaat uit een aantal onderdelen. Zo bevat het onder andere: Een kaart waarop de exacte ligging van het project is aangegeven; Regels en (kwaliteits)eisen voor het project; Een toelichting over hoe het plan wordt uitgevoerd, wat de gevolgen van het project zijn voor bijvoorbeeld de leefomgeving, water, milieu en natuurbeheer, economische en sociale ontwikkeling en behoud van archeologische waarden.
Uitvoeringsmodule Het tweede onderdeel van de rijkscoördinatieregeling is de uitvoeringsmodule. Deze houdt kort gezegd in alle (overige) voor een project benodigde besluiten gezamenlijk worden voorbereid, en gecoördineerd door de Minister van EZ.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
32
Voor een energieproject zijn veel besluiten nodig. Denk aan een bouwvergunning, een kapvergunning en een milieuvergunning. Voor al die besluiten zijn verschillende overheden verantwoordelijk, zoals de gemeente of de provincie. In het geval van het doorlopen van de uitvoeringsmodule blijven alle overheden verantwoordelijk voor de inhoud van hun eigen besluit, maar de Minister van EZ bepaalt binnen welke termijnen alle (ontwerp) vergunningen genomen moeten worden en zorgt dat alle besluiten goed op elkaar afgestemd zijn. Ook zorgt het rijk ervoor dat alle besluiten ter inzage worden gelegd en is het rijk ook het aanspreekpunt voor alle zienswijzen. De voorbereiding van deze besluiten gaat op dezelfde manier als bij het Rijksinpassingsplan: eerst wordt van alle besluiten een ontwerp gemaakt, waarop inspraak mogelijk is. Vaak wordt het Rijksinpassingsplan tegelijkertijd met de andere besluiten voorbereid. Inspraak en beroep Bij de toepassing van de rijkscoördinatieregeling, worden alle voor het project benodigde besluiten in één keer in ontwerp ter inzage gelegd. Iedereen kan zienswijzen geven over alle besluiten. Daarna worden de definitieve besluiten vastgesteld. Tegen die besluiten kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Bureau Energieprojecten, een agentschap van het ministerie van Economische Zaken, 9 verzorgt de coördinatie van de besluiten .
9
Op de website van Bureau Energieprojecten, www.senternovem.nl/bureau_energieprojecten/, is meer informatie te vinden over de rijkscoördinatieregeling en over Windpark Noordoostpolder. Op het moment dat de procedures van start gaan, zal op deze website ook informatie over de aanvragen en de procedures worden vermeld. MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009
Pondera Consult
33
9
TOT SLOT Het realiseren van een windpark is een proces van vele jaren. Ook in dit geval zijn initiatiefnemers in samenwerking met diverse overheden al jaren bezig om het plan uit te werken. Hierbij is het oorspronkelijke plan bijgesteld, aangepast en fijngeslepen om tot een optimalisatie van de milieueffecten te komen. Het resultaat van dit proces is een maximalisatie van de milieuwinst, de productie van groene stroom, tegenover zo veel mogelijk beperkte lokale effecten. In een aantal gevallen kunnen lokale effecten zelfs volledig worden voorkomen. Vast staat dat er wel effecten over blijven. Immers, elke ingreep van enige omvang heeft veranderingen in de omgeving tot gevolg. Daar staat in dit geval echter een belangrijk bijdrage aan de aanpak van klimaatverandering tegenover.
MER Windpark Noordoostpolder Uitgebreide Samenvatting | 1 oktober 2009