kennis- en opiniemagazine voor uitgeefexperts
nr 3 juni 2016 • www.inct.nl
Angélique Wouters:
‘Wolters Kluwer is een dynamisch bedrijf’
Betrouwbaar, accuraat en transparant
Abonnementenbeheer S.P.Abonneeservice Anthony van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, T: 0172-476085 E: sales@spabonneeservice.nl www. spabonneeservice.nl
Content: middel of doel?
David Huijzer is hoofdredacteur van inct.magazine
Ik schrijf dit hoofdredactioneel een paar dagen na inct.live. We kunnen tevreden terugkijken op de nieuwe opzet van ons voorjaarscongres. We ontvingen positieve reacties van bezoekers en deelnemers. Vanzelfsprekend zijn er ook altijd een paar dingen die we beter of handiger kunnen doen, dus daar ligt weer een mooie uitdaging voor een volgende editie. Inhoudelijk leverde de dag in ieder geval flink wat inzichten op. Wat bijvoorbeeld opviel, was dat ons aanvankelijke thema voor de dag, content: middel of doel, in veel van de gesprekken terugkeerde. Het blijkt dat veel uitgevers inmiddels nieuwe wegen hebben gevonden om geld te verdienen en dat die wegen niet noodzakelijk naar het verkopen van content leiden. Rob Koghee van New Skool Media noemde zijn uitgeverij zelfs een ‘toekomstige webhandelaar, waarbij de content gratis wordt weggegeven’. Dat is wellicht een wat chargerende uitspraak, maar de richting is wel duidelijk. Het leidde tijdens de lunch tot de discussie of uitgevers moeten transformeren naar een soort CoolBlue of dat CoolBlue uiteindelijk zal transformeren naar een uitgeverij. Welk standpunt je daarover ook inneemt, feit is dat de rol van de uitgever aan het veranderen is. Deze transformatie is misschien niet voor iedere uitgeverij even relevant, maar de achterliggende ontwikkeling is dat wel. Uitgevers kunnen hun doelgroep relevantie en toegevoegde waarde bieden en vandaaruit hun eigen strategie
ontwikkelen. Dat klinkt erg logisch en voor sommigen wellicht als een open deur, maar het betekent wel dat je als uitgever nog strakker moet definiëren wie je doelgroep is, wat voor hen relevant is en hoe je toegevoegde
Als uitgever moet je nog strakker definiëren wie je doelgroep is waarde biedt. Ik durf wel te stellen dat die kennis bij veel uitgevers nog ontbreekt. Dolly van den Akker vertelde dat ze dat bij MPG al doen: zij brengen in kaart wat hun doelgroep bijna van minuut tot minuut doet en leiden daaruit af op welk moment zij met welke content relevant kunnen zijn. Caspar van Rhijn van Mediahuis had daar zelfs een mooi concreet voorbeeld van: de digitale avondeditie van De Standaard. Andere content, andere presentatie en andere relevantie dan de ochtendkrant. Wat verder opviel aan alle interviews tijdens inct.live was dat de uitgevers die aan het woord kwamen nieuwe wegen hebben gevonden en dat er weer licht aan het einde van de tunnel lijkt te zijn. Laat dat in ieder geval een inspiratie zijn voor ons allemaal. Het betekent wel dat je de loopgraven en ivoren torens moet verlaten. We zullen zien wie in staat is om dat te doen…
inct 3-2016
3
In het hart Angélique Wouters: ‘Wolters Kluwer is een dynamisch bedrijf’ Na een aantal omzwervingen is Angélique Wouters vorig jaar teruggekeerd in de uitgeefsector, nu bij informatieleverancier Wolters Kluwer. Een mooie gelegenheid om met haar van gedachten te wisselen over de stand van het vak en de plannen en ambities bij Wolters Kluwer in Nederland. Op het omslag Angélique Wouters Foto Anna Green
10
15
12
20
10 Apps, betaalmuren en een markt zonder kerst
12 Snelle mobiele sites met AMP
The Times rapporteerde onlangs een bruto winst van £ 11 (ca. € 14) miljoen voor het eerste halfjaar van 2015. Het zijn de beste cijfers voor het bedrijf in ruim een decennium. Daar staat tegenover dat The New Day al weer is gestopt; de krantenmarkt in het Verenigd Koninkrijk is onvoorspelbaar.
Trage websites zijn een grote ergernis, vooral op de smartphone. Onderweg wil je direct antwoord. Door vertragende onderdelen zoals opdringerige aanbevelingen of advertenties duurt het laden van een pagina vaak te lang. Google doet er wat aan met de nieuwe standaard AMP.
15 Sir, can I help you? Een smartphone en een houder van karton of plastic, meer heb je niet nodig om jezelf onder te dompelen in de
4
inct 3-2016
virtuele werkelijkheid. Om zo’n virtuele werkelijkheid te scheppen, heb je veel meer nodig, zoals een batterij topprogrammeurs en taalwetenschappers, een onderwijskundig concept en aansprekende scripts.
20 Digitale magazines: meer dan een pdf’je uploaden Vooral bedrijven en overheden publiceren interactieve magazines. De meeste uitgevers van papieren tijdschriften zetten hooguit hun pdf’jes online, terwijl er veel meer mogelijk is.
Colofon inct.magazine kennis- en opiniemagazine voor uitgeefexperts. inct.magazine verschijnt 6x per jaar. www.inct.nl Hoofdredacteur David Huijzer uitgever@inct.nl / 06-26244183 Redactioneel coördinator Frank Veerkamp: veerkamp@inct.nl
Redactie Maarten Dessing, Michiel Hatenboer, Dirkjan van Ittersum, Hans van der Klis, Marloes de Moor Medewerkers aan dit nummer Robert Heeg Foto omslag Anna Green Vormgeving Peter Snaterse BeeldinZicht, www.beeldinzicht.nl Uitgever David Huijzer: uitgever@inct.nl
Inct is een uitgave van inct.publishing BV Postbus 33028, 3005 EA Rotterdam www.inct.nl Advertenties uitgever@inct.nl 06-26244183 Drukwerkbegeleiding Paperware
Abonnementen Kijk voor informatie over abonnementen en lidmaatschappen op www.inct.nl Overname van artikelen is alleen toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de uitgever. © 2016 inct.publishing bv ISSN 1571-2583
34
38
30
34 Verrijkte e-books: een ingewikkelde en dure belofte In het kielzog van de sensationele verkoop van tablets leken boeken die verrijkt zijn met audio, video en interactieve elementen een gouden toekomst te hebben. De mogelijkheden die apps en e-bookformaten zoals ePub en PDF inmiddels bieden zijn inderdaad groot en interessant. Alleen het succes laat nog op zich wachten.
38 Geen kattenfilmpjes maar shareable content met diepgang In februari lanceerde OK GO Media het
47 42 online platform Vance voor jonge nieuwsconsumenten. Dat trok in de eerste maand meteen al vierhonderdduizend bezoekers. Ook Dutch Cowgirls en Numrush, andere online titels van de uitgever, lopen goed. Wat is het geheim?
En verder 3 Hoofdredactioneel 6 Kort 30 Foto’s inct.live 47 Recensies
42 Publiek kapitaal Crowdfunding heeft een grote vlucht genomen. Uitgeefprojecten lijken daar weinig van te profiteren. Zijn ze niet geschikt voor deze manier van financieren? Natuurlijk wel. Het is alleen zaak je zo goed mogelijk te verdiepen in de eisen die crowdfunding stelt.
6
inct 3-2016
5
PDF op de smartwatch
Audible laat fragmenten van luisterboeken delen
Of iemand ooit de behoefte heeft om een pdf op een horloge te lezen is de vraag, maar het kan. Er is een app, PDF Reader for Android Wear, die de bestanden vanaf een smartphone naar het horloge stuurt (of een andere wearable die op Android draait). Je kunt vervolgens door het bestand scrollen en in- en uitzoomen. Het is ongetwijfeld handiger om de pdf meteen op de smartphone te lezen, maar wellicht is dit een uitkomst voor wie onopvallend een spiekbriefje wil raadplegen.
Een passage uit een e-book delen op de sociale media kan al langer, maar tot voor kort was dat bij luisterboeken nog niet het geval. Audible, de grootste luitsterboekensite van de VS, laat gebruikers nu korte fragmenten delen op Facebook, Twitter en andere sites. Een fragment mag ten hoogste 45 seconden duren. Als de luisteraar op de button New Clip tikt selecteert de app automatisch de laatste 30 seconden. Daarna is
het nog mogelijk om de clip te editten en er bijvoorbeeld eigen notitie aan toevoegen.
Gratis doet nog steeds verkopen Omzet vergroten doordat een ander iets weggeeft? Het kan. In Canada kregen klanten bij een aantal titels het e-book of audiobook gratis bij de aanschaf van het gedrukte boek. Ze hoefden alleen maar
de copyright-pagina te personaliseren en een foto daarvan in te sturen via de app Shelfie. Het e-book was daarna gratis, het audiobook kostte nog maar $ 3. Waarom zou een boekhandelaar meewerken als de digitale versies niet in de winkel maar via de app verkocht worden? Omdat klanten meer waarde toekennen aan de titels die aan de actie deelnemen. Ze krijgen immers meer voor ‘hetzelfde geld’. Boekverkopers zagen bij sommige titels de afzet verdrievoudigen ten opzichte van de tijd vóór de actie.
Verkeersborden van digitaal papier: dynamische info op straat Het is vooral bekend als het materiaal dat de energiezuinige zwart-witschermen van e-readers mogelijk maakt: e-ink. Maar nu vindt het ook zijn weg naar andere toepassingen, zoals de
6
inct 3-2016
vertrektijdenstaten bij Londense bushaltes en op verkeersborden. De schermen hebben als voordeel dat ze weinig stroom gebruiken, met WiFi of 3G makkelijk op afstand aangepast
kunnen worden als de omstandigheden veranderen en beter leesbaar zijn dan de matrixborden die nu meestal toegepast worden. Nu nog elke dag een nieuw gedicht voor tijdens het wachten.
Juridische strijd over adblockers In de VS heeft de Newspaper Association of America, waarin onder meer The New York Times, Washington Post en Wall Street Journal verenigd zijn, een ontwikkelaar van adblock-software met een proces gedreigd. Zij stellen dat het bedrijf de site (in gewijzigde vorm) herpubliceert en dus inbreuk maakt op het auteursrecht. Volgens de tegenpartij is er niets mis met blokkeren van advertenties omdat die de site trager maken en de privacy van bezoekers (kunnen) schenden.
In Europa heeft de Europese Commissie op vragen van een privacy-voorvechter laten weten dat software die adblockers detecteert mogelijk verboden is. De software moet immers bij elke bezoeker een check uitvoeren of de software op de computer draait en zo’n check mag alleen als de gebruiker toestemming geeft. Uitgevers vrezen inkomsten verliezen als er geen advertenties getoond worden of dat bezoekers weglopen als ze zowel voor deze check als het gebruik van cookies toestemming moeten geven. In beide gevallen is er nog lang geen definitieve uitspraak over hoe de regels geïnterpreteerd moeten worden.
Computer stelt fonds samen Van oudsher is het opbouwen van een samenhangend en verantwoord fonds een van de belangrijkste taken van de uitgever. Tijdens de ‘de massa weet het beter’-hype werd al gesuggereerd dat ook bij het beoordelen van manuscripten de massa accurater is dan de individuele uitgever. Er is mee geëxperimenteerd, maar met weinig succes. Maar dan is er altijd nog de computer. Die is in de ogen van sommige gelovigen nog onfeilbaarder dan de massa. Nu wordt de proef op de som genomen. Volgens de algoritmes van Inkitt is Erin Swans Bright Star een geheide bestseller. Het is een young adult sciencefictionverhaal. Hou de bestellerlijsten in de gaten.
Minecraft helpt kinderen met autisme communiceren Dat computerspelletjes niet per se tot hel en verdoemenis leiden is al langer bekend, maar nu is ook bewezen dat ze heilzaam kunnen zijn. In Australië is op een speciale school voor kinderen met autisme aangetoond dat kinderen die samen Minecraft spelen minder last van die aandoening hebben: ze zijn minder in zichzelf gekeerd en communiceren beter. In Minecraft kun je met een soort digitale Lego hele steden bouwen met grond-
stoffen die je eerst moet verzamelen. Dankzij de grafische omgeving, de logische structuur en de voorspelbaarheid sluit de digitale omgeving meer aan op de belevingswereld van de kinderen dan de gebruikelijke lesomgeving, die chaotischer is en meer tekst-georiënteerd. Omdat je in het spel meer bereikt als je samenwerkt, gaan ze in de multiplayer modus met elkaar praten, ideeën uitwisselen en samen aan projecten werken.
Twitter geen social media maar nieuws Ze hebben geen journalist in dienst, produceren geen eigen verhalen, maar toch heeft Twitter zijn app in de App Store verplaatst naar de secties nieuws-apps. Volgens veel commentatoren betekent dit dat Twitter door de tegenvallende resultaten de weg kwijt is, maar het kan ook op een nieuwe filosofie over wat nieuws is duiden: niet meer wat ‘die lui van de media’ nieuwswaardig vinden, maar iedere gebeurtenis of mening die in 140 tekens opgeschreven kan worden.
inct 3-2016
7
Distributiekanalen maken eigen content De markten voor video en muziek zijn de boekenwereld vaak ten voorbeeld gehouden: zo vreselijk kan het worden als je niet verandert. De e-boekenmarkt bleek in de praktijk zich toch anders te ontwikkelen, maar het kan toch geen kwaad om zo nu en dan over de
schutting te kijken voor inspiratie. Bij de streaming-videodiensten zien we dat ze steeds meer eigen series ontwikkelen: Game of Thrones alleen bij HBO, House of Cards alleen op Netflix. In de muziek worden ook pogingen gedaan: de nieuwe van Beyoncé is streaming alleen via Tidal te beluisteren. Kopen en downloaden kan ook bij Apple’s iTunes. Apple heeft dan weer exclusief de nieuwe Adele, Taylor Swift en Drake. Daarnaast verspreidt Tidal exclusieve concertopnames, conceptversies en remixes. Is het een idee voor (Nederlandse) leesdiensten om ook eigen titels exclusief uit te geven? Of is het land daarvoor te klein?
Spelenderwijs leren De droom van iedere docent: leerlingen die uit zichzelf de lesstof doornemen en opgaven maken. Symbaloo Lesplannen wil die droom waarmaken. Docenten en trainers kunnen hun digitale lesmateriaal ordenen in een lesplan en dat als game delen met leerlingen. Het lesplan lijkt een beetje op een bordspel. De leerling doorloopt een route over het bord en krijgt bij elke stap digitaal lesmateriaal voorgeschoteld. Dat
is bijvoorbeeld een video, een artikel of een meerkeuzevraag. De docent kan de leerling via real-time statistieken volgen en chatten. De docent kan ook zelf materiaal maken of elementen toevoegen. Het nieuwe lesplan kan dan via de Symbaloo-marktplaats gedeeld worden. Docenten en scholen kunnen nu nog gratis gebruik maken van de Symbaloolesplannen. Op termijn wil Symbaloo ook betaalde lesplannen aanbieden.
Google Editions at Play: voor ondrukbare boeken Google heeft een speciale onlinewinkel voor boeken die niet gedrukt kunnen worden omdat ze daarvoor te veel verrijkt zijn met interactiviteit. Hiermee wil het onderscheid maken met e-books die niet meer dan een statische digitale kopie van een gedrukt boek zijn. Editions at Play is ontwikkeld door de Britse uitgeverij Visual Editions en Google’s Creative Lab in Sydney. De eerste twee uitgaven zijn Entrances & Exits van Reif Larsen, waarin Google Street View wordt gebruikt om de lezer de hele wereld over te sturen langs alle plekken waar het verhaal zich afspeelt en The Truth About Cats & Dogs van Sam Riviere en Joe Dunthorne. Daarin vertellen beide auteurs hetzelfde verhaal vanuit een verschillend perspectief. De lezer kan zelf de leesvolgorde bepalen en daarmee een eigen ervaring creëren. editionsatplay.withgoogle.com
PublishOne Jade nu beschikbaar! Het krachtigste document management systeem voor auteur en redacteur. Verkort de time-to-market van publicaties door te schrijven, verrijken, doorzoeken en publiceren vanuit één omgeving.
Vraag nu een demo aan op www.publishone.nl PublishOne is een product van Diskad - publishone@diskad.nl - twitter.com/publish_one
8
inct 3-2016
Klopotek Analytics powered by
Leverage the analytical and strategic potential of your data As the publishing market is changing and new types of products and business channels are being created at fast pace, it becomes more and more important to turn data from different (and a growing number of) sources into meaningful business intelligence. Klopotek Analytics is a comprehensive reporting and analytics solution that specifically addresses the reporting and business intelligence needs of publishers. It is available in two versions: Klopotek Analytics Advanced: Real-time interactive reporting, ad-hoc reporting, scheduling and report distribution Klopotek Analytics Premium: Business Intelligence suite containing realtime reporting, slice and dice analytics, chart and graph visualizations, dashboard design and data integration capabilities The solution is built on Pentaho, a leading business intelligence and data integration platform.
Klopotek BV, Oostenburgervoorstraat 120-124, 1018 MR Amsterdam
Klopotek BV, Oostenburgervoorstraat 120-124, 1018 MR Amsterdam
www.klopotek.nl
ALLE MEDIA | TEKST ROBERT HEEG
De Britse uitgeefmarkt
Apps, betaalmuren en een markt zonder kerst Innovatief, experimenteel, hip; de Britse creatieve sector staat bekend om zijn vooruitstrevende, soms zelfs hype-gevoelige karakter. Geldt dat ook voor de uitgeverswereld? Die is in ieder geval volop in beweging. Daarom vier keer per jaar in inct.magazine een update van de Britse uitgeefmarkt. Dat het niet louter kommer en kwel is in krantenland bewijst The Times. De kwaliteitskrant rapporteerde onlangs een bruto winst van £ 11 (ca. € 14) miljoen voor het eerste halfjaar van 2015. De positieve cijfers zijn het gevolg van de online betaalmuur, een sterke omzet uit printcirculatie en investeringen in de journalistiek. Dankzij die pijlers wist het Britse instituut tegenwicht te bieden aan de dalende advertentie-inkomsten. Het zijn de beste cijfers voor het bedrijf in ruim een decennium. Ze contrasteren bovendien scherp met die van de meeste nieuwsrivalen, die moeite hebben geld te verdienen met gratis websites en stuk voor stuk hun budget moeten terugschroeven. Zo schrapte The Guardian recentelijk 250 banen. Voor The Times is het een opmerkelijke ommekeer: een jaar eerder leed het nog een kleine £ 1 miljoen verlies. In het jaarverslag hamerde de krant op de kwaliteit van de journalistiek en het productaanbod. De oplage steeg naar 394.000, een kleine stijging vergeleken met de 391.000 van het jaar daarvoor. Het aantal betalende digital-only abonnees daalde van 156.000 naar 147.000. De oplage van de zondags-
10
inct 3-2016
editie, The Sunday Times, daalde van 820.000 naar 795.000, maar bij deze titel steeg het aantal digitalonly abonnees juist licht, van 157.000 naar 158.000. Times Newspapers zei dat de verhoging van de coverprijs naar £1,20 en het digitale weekabonnement naar £6 de opbrengsten uit oplage een boost hebben gegeven, en daarmee de dalende advertentie-inkomsten
mobiele schermen te maken. Met als slogan ‘Culture for the app generation’ bouwde Touchpress baanbrekende apps als The Elements en The Waste Land. Volgens velen boden ze uitgevers daarmee een blik op een lucratieve digitale toekomst, want het ging hier om premium-apps waarvoor consumenten gewoon betalen, net als voor boeken. Toen Apple eind vorig met de grotere iPad Pro kwam, leek de toekomst nog rooskleuriger voor Touchpress. Des te groter was de verbazing toen het Britse bedrijf aankondigde te stoppen met 15 educatieve en literaire apps, om zich te gaan concentreren op gratis muziek-apps voor grote merken als Apple.
The New Day is een snelle samengestelde ervaring die minder biedt, niet méér hebben opgevangen. Zustertitel The Sun had de betaalmuur vorig jaar november juist geschrapt omdat het te weinig betalende bezoekers trok.
‘Apps zijn geen media’ Geld verdienen aan een mobiel publiek, dat is een van de grote uitdagingen voor uitgevers. Want dat het online publiek en masse verhuist naar mobiel, zoveel is duidelijk. Het leek dus een logische stap dat app-ontwerper Touchpress kort na de eerste iPad (2010) werd opgericht om mooie, content-rijke apps voor
Touchpress verdiende sinds de oprichting zo’n £3 (ca. €3,8) miljoen aan ruim 7 miljoen downloads. Toch zegt Tom Williams, hoofd marketing in vakblad Publishing Perspectives: ‘We beseften dat apps geen media zijn, ze zijn een geweldige distributiemethode.’ Hij legt uit waarom het uitgeven van een app niet eenvoudig is. ‘In tegenstelling tot boekwinkels is de App Store een razendsnel veranderend commercieel speelveld waarin je niet gewoon kunt publiceren en vergeten, zoals met een boek.’ Hij legt uit dat een app een voortdu-
rend commitment vereist, met steeds nieuwe content en features, en aanpassingen om de iOS-updates bij te houden. ‘Bovendien betaalden veel consumenten kort na de eerste iPad makkelijk een tientje voor een app. Maar na een slechte ervaring doen ze dat niet snel opnieuw.’ Uitgever Faber & Faber zou een mogelijke koper zijn voor de 15 apps die Touchpress nu wegdoet.
Krant zonder nieuws? Eind februari brachten we op inct.nl het bericht dat de Britse uitgever Trinity Mirror een nieuwe papieren krant startte: The New Day. Opmerkelijk nieuws, dit eerste nieuwe dagblad sinds The Independent dertig jaar geleden begon, en daarom kijken we nu hoe de nieuwe titel is ontvangen. The Independent werd onlangs internet only, dus is het interessant om de mening van voormalig hoofdredacteur Chris Blackhurst te horen. Aan LBC radio vertelde hij dat The New Day hem doet denken ‘aan zo’n gratis gemeentekrantje’. Vooral het overdonderende aantal vrouwen valt hem op: ‘Slechts op één van de 40 pagina’s zag ik geen vrouw en dat was de weerrubriek.’ The Guardian noemde de zelfverklaarde goednieuwskrant ‘luchtig en niet-aflatend opgewekt’. In een ‘zee van schuim’ ontdekte de kritische Guardian ook een paar serieuze spreads, maar de kwaliteitskrant vraagt zich af of The New Day een gat in de jonge doelgroep zal vinden
tussen ‘i’ (de nrc.next van The Independent) en Metro. Ook de Financial Times vergeleek de nieuwe krant met de Metro en vond dat de nieuwkomer meer op Metro leek dan op een tabloid als de Daily Mail. Het financiële dagblad vindt The New Day ‘laagdrempelig genoeg zodat de gejaagde digitale generatie af en toe van tablet naar tabloid over zal stappen’. De FT merkt plagend op dat de verhalen meer dan 140 karakters bevatten, maar noemt de levendige toon ‘een welkom contrast met het cynisme en sarcasme dat je elders vindt’. Maar ook: ‘De krant zal op langere termijn wel mensen moeten overtuigen om het hoofd uit de smartphone te halen en te gaan betalen voor het voorrecht om ‘m te lezen.’ Gideon Spanier, hoofd media bij reclamevakblad Campaign, had het gevoel ‘een niet zo scherpe mix te lezen van Grazia en Good Housekeeping, met een vleugje Take A Break.’ Inderdaad, allemaal vrouwenbladen. Voor Spanier doen de hapklare brokken van The New Day nauwelijks aan een krant denken. ‘Als The New Day slaagt dan is het omdat lezers – zoals i al bewees – een snelle samengestelde ervaring willen die minder biedt, niet méér.' Inmiddels is de krant al weer ter ziele. Na twee maanden trok uitgeverij Trinity Mirror de stekker eruit. Er was gerekend op de verkoop van 200.000 exemplaren per dag, maar de teller bleef staan op 30.000. Ook de advertentiemarkt zat tegen.
Alleen de digitale verkoop voldeed aan de verwachtingen, maar dat was blijkbaar niet genoeg.
Bytes onder de boom? Eerder brak de muziekindustrie zich er het hoofd al over, nu is het de beurt aan de boekenuitgevers: hoe maak je van bits en bytes een aantrekkelijk cadeau? Cd’s, boeken, of de cadeaubonnen waarmee iemand zelf zijn cadeau in de winkel kon uitzoeken, het waren decennialang vaste waarden onder de kerstboom. In het digitale tijdperk laten mp3’s, streams en e-boeken zich echter moeilijk inpakken. En daar worstelen uitgevers nu mee, aldus Andre Breedt, directeur van Nielsen Book Research, die tijdens het recente Nielsen’s BookInsightscongres in London zei: ‘We weten nog altijd geen leuk cadeau te maken van een e-boek, die doorbraak lijkt nog erg ver weg.’ Hij ging zelfs verder door te stellen dat kerst niet bestaat in de e-boekenmarkt. ‘Je ziet simpelweg die piek niet die je in de fysieke markt ziet. Ik kan niet genoeg benadrukken dat het digitaal geven van geschenken een fundamenteel moeilijk concept is. Een digitaal object is een behoorlijk beroerd cadeau. Ik kan het je niet geven, ik moet je een voucher of een e-mail sturen. Dat is een enorm probleem voor een segment dat voor zo’n groot deel afhankelijk is van de cadeaumarkt. En als we dat niet oplossen, dan zal de industrie er naar verloop van tijd flink onder lijden.’ inct 3-2016
11
ALLE MEDIA | TEKST DIRKJAN VAN ITTERSUM ILLUSTRATIE PETER SNATERSE
Snelle mobiele sites met AMP Accelerated Mobile Pages verkort het wachten
Trage websites zijn een grote ergernis, vooral op de smartphone. Onderweg wil je direct antwoord. Door vertragende onderdelen zoals opdringerige aanbevelingen of advertenties duurt het laden van een pagina vaak te lang. Google doet er wat aan met de nieuwe standaard AMP. Uit onderzoek door ICT-bedrijf Dynatrace blijkt dat internetters op de mobiel al na drie seconden wachten afhaken. Juist op de mobiel halen sites dat vaak niet. De bandbreedte onderweg is beperkt en het binnenhalen van allerlei overbodige onderdelen vertraagt de boel nog verder.
Uitgeklede versie Om ontwikkelaars op weg te helpen, ontwikkelde Google een nieuwe standaard voor mobiele websites. Dankzij Accelerated Mobile Pages (AMP) moet de informatie razendsnel op het scherm verschijnen. AMP bereikt dit door alleen maar relevante informatie op het scherm te tonen. Weg met de overbodige zijbalken, menu’s en aanbevelingen (‘ook interessant voor u’). De bezoeker krijgt te zien waar het om draait, namelijk kop, auteursnaam en tekst, eventueel aangevuld met een afbeelding of video. Interactieve elementen zoals quizzen en polls zijn niet mogelijk. Overigens vindt Google advertenties wel belangrijk, dus daar is ruimte voor beschikbaar. Toch is ook daar een slimmigheidje voor ontwikkeld: advertenties laden pas als de rest binnen is. De benodigde ruimte wordt wel alvast gereserveerd, zodat het scherm niet verspringt als de advertentie wordt binnengehaald. Door alleen ‘acceptabele’ advertentievormen toe te staan hoopt Google dat mensen
12
inct 3-2016
zich niet langer gedwongen voelen adblockers op de smartphone te installeren. AMP is al in enkele landen geïntroduceerd. Nederland zal volgen.
Macht van Google Hoe werkt AMP? De techniek is ontworpen om een uitgeklede versies van een artikel te tonen. Hiervoor is een aangepaste variant van HTML ontwikkeld die beperkte mogelijkheden biedt. Zo kunnen ontwikkelaars niet zelf Javascript toevoegen. Vormgeving middels CSS is slechts beperkt mogelijk: er kunnen alleen standaardfonts gebruikt worden en de kleuren zijn aan te passen. Het is wel mogelijk om Google Analytics-gegevens bij te houden van een site die met AMP is ontwikkeld. Het resultaat is dat AMP-pagina’s vier keer zo snel verschijnen als standaardpagina’s waarop alle registers opengetrokken worden. Overigens worden bezoekers van een site niet automatisch doorgestuurd naar AMP-pagina’s. Ze worden wel apart getoond (en hoger gewaardeerd) in de zoekresultaten.
Wie aan zijn WordPress-website zowel Facebook Instant Articles als Google AMP wil toevoegen kan gebruik maken van de plug-in PageFrog. Wie Google Analytics en Yoast gebruikt kan de plug-in Glue for Yoast SEO & AMP proberen.
In de resultaten van Google zullen AMP-pagina’s in een soort carrousel verschijnen waarin de bezoeker door de artikelen kan swipen. Bij een klik (of tik) op een artikel laadt de tekst zonder vertraging. Aan de bovenzijde verschijnt een blauwe balk om terug te keren naar de zoekresultaten. Voor de bezoeker voelt het hierdoor alsof hij Google nauwelijks verlaat. Dat is meteen een bezwaar: de macht van Google wordt door deze techniek groter. Een site heeft minder mogelijkheden om de bezoeker te verleiden meer artikelen te lezen of zich bijvoorbeeld in te schrijven voor een nieuwsbrief.
Adblockers AMP doet denken aan Instant Articles van Facebook. Ook dat moet een oplossing bieden voor traag ladende mobiele sites. Bij Instant Articles verschijnen artikelen van derden binnen de Facebook-omgeving. Ook hier worden ze grotendeels ontdaan van opsmuk waardoor ze razendsnel verschijnen. Facebook biedt net als Google de mogelijkheid om advertenties te plaatsen, waardoor het voor uitgevers interessant is. Apple introduceerde een eigen standaard voor verhalen op de iPad en iPhone in de vorm van Apple News, waarbij iAds geplaatst kunnen worden. In het
geval van AMP kan de uitgever ervoor kiezen Google Adwords te tonen, waarbij de uitgever zo’n 70 procent van de inkomsten ontvangt. Vooralsnog lijkt de animo voor Facebook Instant Articles en Apple News relatief beperkt, zeker bij Nederlandse uitgevers. Google AMP heeft wel potentieel. Zeker omdat Google deze pagina’s prominent toont binnen de zoekresultaten op smartphones. De pagina’s zijn te herkennen aan de toevoeging AMP en een klein logootje. Het implementeren van AMP is relatief eenvoudig, zeker voor wie CMS’en als WordPress of Drupal gebruiken. Voor deze systemen bestaan inmiddels plug-ins waarmee moeiteloos AMP aangezet kan worden. Ook zal een webbouwer de techniek relatief snel kunnen implementeren dankzij de informatie op de AMP-projectsite. De technologie is opensource, dus iedereen kan ermee aan de slag.
Verder lezen http://amphtml.wordpress.com http://ampproject.org https://github.com/ampproject/amphtml inct 3-2016
13
EDUCATIEVE MEDIA | TEKST FRANK VEERKAMP
Sir, can I help you? Engels oefenen in virtuele 3D Een smartphone en een houder van karton of plastic, meer heb je niet nodig om jezelf onder te dompelen in de virtuele werkelijkheid. Om zo’n virtuele werkelijkheid te scheppen, heb je veel meer nodig, zoals een batterij topprogrammeurs en taalwetenschappers, een onderwijskundig concept en aansprekende scripts. NovoLanguage, ontwikkelaar van de 3D Virtual Interactive Presentation Room (3D Vip Room) en Uitgeverij Deviant hebben met deze technieken een virtuele wereld gecreëerd waarin komend schooljaar mbo-leerlingen hun spreekvaardigheid in het Engels kunnen verbeteren. En dat is nog maar één van de toepassingen.
14
inct 3-2016
Zodra je de 3D-bril opzet, sta je midden in Londen op een groot en druk plein. Er zijn kantoorgebouwen, mensen, taxi’s, auto’s. Dan verschijnt er een vraag in beeld. Een stem leest de tekst voor: ‘Look behind you. What colour are the buses in London?’ In de lucht hangen drie antwoordopties. Als je je hoofd draait, zie je drie levensgrote dubbeldekkers. De optie ‘red’ is overduidelijk de juiste keuze. De eerste keer veeg je met je hand in het luchtledige om het vakje ‘red’ aan te klikken. Maar dat werkt niet. Dus zeg je ‘red’. Het is goed. In andere modules zijn de zinnen langer en de antwoorden minder makkelijk. Het principe is hetzelfde: je zit in een virtuele omgeving en de enige manier om nieuwe virtuele werelden te ontdekken, is door de opdrachten goed uit te voeren.
het rendement door de speelse vorm. Dat kunnen we meten: de leerlingen onthouden meer woorden en worden spreekvaardiger. En ze leren met meer plezier. Dat is het doel van Uitgeverij Deviant: het rendement verhogen door te spelen. Dat is niet spelen om het spelen, het moet wel doelgericht zijn.’ Want ook in het onderwijs gaat het uiteindelijk om het rendement.
Er zitten gamingaspecten in, maar het is geen spelletje
Virtueel de klas uit ‘Vooral in het mbo is het belangrijk dat de leerlingen iets doen, de meesten houden niet van lezen en stilzitten,’ zegt Kees van Daalen, uitgever Engels bij Uitgeverij Deviant en verantwoordelijk voor de educatieve content. ‘Door de gaming-achtige aspecten blijven ze gemotiveerd: ze zien direct wat het effect is van hun poging en of ze zich verbeteren. Mbo-leerlingen willen graag nieuwe dingen leren, nieuwe vaardigheden opdoen, maar in de klassieke lesomgeving zijn ze snel afgeleid. Engelse uitspraak oefenen – en dus fouten maken en verbeterd worden – waar de hele klas bij is, vinden de meesten al helemaal eng. De virtuele omgeving helpt: zodra ze de bril opzetten, zijn ze de klas vergeten en staan ze bijvoorbeeld midden in Londen of achter de balie van een hotel.’ Dat is het voordeel van VR: je hoeft niet bang te zijn dat je klasgenoten beginnen te grinniken of dat de docent gaat zuchten. De feedback komt van een neutraal programma. De 3Domgeving doet bovendien aan als een computerspel en dat is voor veel leerlingen een omgeving waarin ze zich thuis voelen. Ook kun je – net als in een game – blijven proberen tot je een bepaald ‘level’ gehaald hebt. ‘Er zitten gaming-aspecten in, maar het is geen spelletje, ‘zegt Kees van Daalen. ‘Het zijn situaties die voorkomen in de beroepspraktijk waarvoor ze worden opgeleid. Het is altijd ondersteunend aan het leerdoel. We verhogen
De leerlingen hoeven niet op school te zijn om te kunnen oefenen, overal waar ze wifi hebben kunnen ze aan de slag. De docent is er dus vaak niet bij als de leerlingen oefenen, maar kan toch precies volgen hoe de voortgang van elk individu is. Op een dashboard staan alle gegevens op een rij: de voortgang, het aantal pogingen en dergelijke. Ook kan de docent stukjes terugluisteren. Het lijkt alsof dankzij deze technologie de docent niets meer hoeft te doen, maar dat wil Kees van Daalen graag relativeren: ‘We zien dit niet als een vervanging van de traditionele lesmaterialen maar als een aanvulling. Uiteindelijk is het toch de inspirerende docent die de doorslag geeft.‘
Maatwerk Het vak Engels is verplicht voor het hele mbo, ongeacht de richting. In de 3D VIP Room zijn verschillende situaties beschikbaar die op maat gemaakt kunnen worden voor de verschillende studierichtingen. Alle mbo’ers op niveau 4 moeten bijvoorbeeld een klantgesprek kunnen houden, maar de inhoud van dat gesprek is voor een hotelbaliemedewerker natuurlijk wel anders dan voor garagemedewerker. In de VIP Room leren ze de context van een gesprek herkennen, hun uitspraak oefenen en vertrouwen opbouwen. Omdat de basis hetzelfde is, kunnen leerlingen uit alle richtingen specifieke situaties oefenen zonder dat alles van de grond af gebouwd hoeft te worden.
inct 3-2016
15
Het oefenen van dialogen is het element dat Uitgeverij Deviant verbindt met Novo Language, de technische partner. De spraakherkenningssoftware van het Nijmeegse bedrijf wordt met name in de dienstverlenende sector in Singapore, Vietnam en Indonesië veel gebruikt. Zowel het internationale zakenleven als de toeristen hebben massaal Azië ontdekt. De gezamenlijke voertaal van al die bezoekers is Engels, maar nog lang niet al het personeel in de sector spreekt dat vloeiend. Om de klanten goed te woord te kunnen staan, moeten ze vooral hun spreekvaardigheid in het Engels verbeteren. In de Oosterse cultuur is
De mogelijkheden zijn eindeloos: onderwijs, wetenschap, kunst, zorg, sport schaamte net zo’n drempel als op het mbo. Ook in Azië bleken de medewerkers met de spraakherkenningssoftware sneller te leren, met betere resultaten en meer plezier. De nieuw ontwikkelde 3D VIP Room wordt nu vooral met een select gezelschap van Nederlandse partners verder ingezet, zoals Uitgeverij Deviant en diverse universiteiten.
Geavanceerde technologie NovoLanguage is een zelfstandig bedrijf met
16
inct 3-2016
stevige wortels in de Radboud Universiteit. Het houdt kantoor op de bovenste verdieping van een bedrijfsverzamelgebouw op de Nijmeegse universiteitscampus. Bij het bedrijf werken twintig mensen uit negen landen: taalkundigen, designers, programmeurs en onderwijskundigen. Er zijn vijf technici met een doctorstitel in dienst die de software verder ontwikkelen. De techniek is dan ook zeer geavanceerd: de spraaktechnologie werkt ook in ruimten met veel achtergrondruis en kan overweg met regionale eigenaardigheden als de Limburgse zachte g, de Groningse ’n en de Randstedelijke ejr. NovoLanguage blijft de technologie steeds verder ontwikkelen. Zowel de spraaktechnologie die de basis van het bedrijf is, als de presentatie in virtual of augmented reality. Hoe geavanceerd die techniek is, laat Martijn Enter – CEO van NovoLanguage – zien via een presentatie met bestaande content voor virtual reality. Op een gewone smartphone, maar je valt niettemin bijna van je stoel. Je zit aan de rand van een bergmeer. Het water glinstert, de bergen zijn hoog maar vriendelijk. ‘Moet je die zonsondergang zien’, zegt Martijn. Je draait je hoofd om de zon te zoeken. Dan zie je dat je niet aan de rand van het meer zit, maar er middenin. Terwijl je onder een rustig muziekje van de zonsondergang zit te genieten, hoor je het geruis van een waterval rechts van je. Even kijk je over je schouder: het is geen waterval maar een grote zwarte stoomlocomotief die recht op je af
komt denderen. De muziek is nu heel dreigend. Juist op het moment dat je overreden wordt, verandert de locomotief in losse blokjes die op hun beurt veranderen in vogels die in zwermen langs de hemel dansen. Dan veranderen de vogelzwermen in rijkgekleurde serpentines die zachtjes neerdalen. De muziek is weer heel zen. De serpentines vormen een soort buis waar je in wordt gezogen. Je bent in een schemerige, warme ruimte. In de verte zie je een rood-oranje bol. Je zweeft rond de bol, dan zoom je uit en blijkt de bol het hoofd van een embryo, die je een hand lijkt te willen geven. En dat allemaal levensecht en zonder drugs. Het beeld is indrukwekkend en vloeiend, de complexe techniek is onzichtbaar, de illusie van de virtuele realiteit werkt: het stemmetje dat het ‘allemaal niet echt is’ wordt steeds zwakker naarmate het beeld fantastischer wordt.
NovoLanguage gebruikt de software niet alleen voor het oefenen van gesprekssituaties, maar ook om bijvoorbeeld nanotechnologie inzichtelijk te maken. Ook is er materiaal over biologie in ontwikkeling, waarmee je door de bloedbaan kunt glijden of een embryo van dichtbij kunt bekijken. Alles in 3D en meer dan levensgroot. ‘Het zijn niet alleen beroepsgerichte trainingen, de mogelijkheden zijn eindeloos,’ aldus Martijn Enter. ‘Wetenschap, kunst, zorg, sport. Er zit ook een chatfunctie in, waarmee de docent direct in de virtuele omgeving vragen kan stellen of instructies kan geven. Ook buiten de educatieve sector kun je de techniek toepassen, bijvoorbeeld in de toeristensector. Een presentatie hoeft geen serie dia’s bij een vast verhaal te zijn. Je geeft mensen toegang tot een interactieve omgeving waar ze virtueel doorheen bewegen en op verschillende plekken informatie krijgen.’
Laagdrempelig Om het gebruik voor contentpartners laagdrempelig te maken, zit er aan de achterkant een cms-achtige omgeving waarin bijvoorbeeld uitgevers veel zelf kunnen doen. De bedoeling is dat het zo toegankelijk wordt dat NovoLanguage alleen bij uitzonderingen nog moet inspringen. Bij het vullen van de omgeving kunnen de makers bijvoorbeeld uit verschillende vraagtypes kiezen, zoals meerkeuzevragen, ordeningsvragen, invulvragen en open vragen (voor de liefhebbers: alle QTI-types). Er kan ook van alles gepersonaliseerd worden, inct 3-2016
17
Hardware Voor de VR-beleving is geen medialab op school nodig, geen zware computer of speciale hardware. De leerling heeft genoeg aan een smartphone, de app en een houder – een kartonnen exemplaar kost ongeveer tien euro, een luxe-exemplaar enkele honderden euro’s en daar zit van alles tussenin. Daardoor hoeft een leerling niet op school te zijn om te oefenen. Iedere plek met een wifi-verbinding is een plek om te oefenen. De app is beschikbaar voor alle mobiele besturingssystemen en kan ook op tablets draaien, maar dan zonder bril en dus zonder de 3D-ervaring.
zodat iedere leerling de stof op zijn eigen niveau krijgt aangeboden. Want als de stof te moeilijk is, frustreert het en als het te makkelijk is boeit het niet. Nu schrijft Uitgeverij Deviant de scenario’s samen met NovoLanguage en worden de oefensituaties gezamenlijk ontworpen. In de virtuele decors worden vervolgens hotspots toegevoegd waarop de leerlingen hun oefeningen doen, zoals het plein met de Londense bus of de balie in het hotel. Met muziek en animatie wordt de studieomgeving vervolgens tot een beleving gemaakt. ‘Het is allemaal heel modulair opgezet,’ zegt Kees van Daalen. ‘De leerling gaat van virtuele
Deviant en NovoLanguage Uitgeverij Deviant is in 1998 opgericht door mensen uit het onderwijs die ontevreden waren over het bestaande lesmateriaal. Ze dachten dat ze het zelf beter konden en gingen dat bewijzen. De uitgeverij is sinds 2007 sterk gegroeid en biedt hoofdzakelijk lesmateriaal voor het mbo aan. NovoLanguage is een onderneming met wortels in de letterfaculteit van de Radboud Universiteit in Nijmegen. Directeur Martijn Enter heeft in het verleden verschillende hightech bedrijven opgezet. Toen hij vernam dat het Centre for Language & Speech Technology van de Radboud Universiteit de spraaktechnologie uit het lab wilde halen en op de markt wilde brengen, besloot hij het voortouw te nemen.
18
inct 3-2016
kamer naar kamer. In iedere ruimte is een oefening die maximaal 7 à 10 minuten duurt. Als het langer duurt zakt de aandacht in.’ Om in de toekomst de ontwikkeling van het lesmateriaal nog meer in eigen hand te hebben, gebruikt Uitgeverij Deviant een 3D-camera, zodat ze de virtuele ruimte zelf tot in detail kunnen ensceneren. De 3D VIP Room is nog niet op de markt: bij het begin van het volgende schooljaar zal hij beschikbaar zijn. De scenario’s zijn wel al geschreven, de omgevingen ontworpen en de teksten ingesproken. Er moeten nog wat zaken platgestreken worden maar Kees van Daalen en Martijn Enter weten zeker dat het allemaal tijdig gereed is. Er worden wel al demonstraties gegeven, waarbij zowel de docenten als de leerlingen feedback kunnen geven. De eerste feedback is meestal een simpel: wauw! Zodra de leerlingen de bril opzetten, verdwijnen ze in de virtuele wereld. De docenten zijn niet minder onder de indruk. ‘We waren op een Rotterdamse school om een proefversie te laten zien en feedback te vragen aan docenten en leerlingen,’ vertelt Kees van Daalen. ‘Dan zie je allemaal stoere jongens en meiden die in de les hun mond houden als ze iets in het Engels moeten zeggen, terwijl ze via muziek, films en internet eigenlijk al heel veel Engelse woorden kennen. Zodra ze de VR-bril opzetten, zijn ze uit de klas en in de virtuele wereld. En daar zijn ze niet bang om te spreken. En vervolgens doen ze suggesties welke zinnen er nog meer in zouden moeten. “Komt mijn zin er ook in, mijnheer”, vroeg een jongen heel enthousiast.’
vormgeving van digitale en gedrukte media
kennis- en opiniemagazine voor uitgeefexperts
LEERLINGENBOEK
HANDLEIDING
REKENEN METEN
BEGRIJPEND LEZEN
nr 1 februari 2016 • www.inct.nl
Alle media tekst Dirkjan van Ittersum
Dirkjan
Een uitgever tussen je WhatsAppvrienden
GROEP 6 - 7 - 8
GROEP 5
Lezer
Wat kunnen uitgevers met WhatsApp?
Ton van Poelgeest, Uitgeverij Elmar
Dirkjan
We zijn een klassieke moderne uitgeverij
Waar uitgevers massaal berichten delen via Facebook en Twitter, valt het gebruik van Whats App tegen. Er zijn maar nauwelijks uitgevers die de enorme populariteit van WhatsApp benutten. Toch zijn er mogelijkheden. 14
inct 1-2016
ONVEILIGE GEHECHTHEIDSPATRONEN perspectief voor ieder kind
Uitgave van Ouder vereniging Balans • 28 e jaargang • € 6,95
nr
7
De Amerikaanse psychologe Mary Ainsworth (1913-1999) ontwikkelde in samenwerking met de Britse psychiater John Bowlby (19071990) de zogenaamde ‘Vreemde Situatie Procedure’ (Ainsworth et al., 1978) om de gehechtheidsstijl van een kind te bepalen. Er wordt milde stress opgeroepen bij het jonge
september/oktober 2015
kind, doordat de ouder het enkele minuten alleen laat in een vreemde ruimte. De reactie op de hereniging met de ouder is het belangrijkste moment. Op basis van de uiteenlopende reacties van kinderen kunnen de veilige en drie onveilige gehechtheidsstijlen worden vastgesteld:
THEMANUMMER
TERUGBLIK OP EEN JAAR PASSEND ONDERWIJS
VEILIG GEHECHT
61%
ONVEILIG VERMIJDENDE GEHECHTHEID: de veilige basis is goed maar de veilige haven niet. Als het kind bijvoorbeeld valt of moe is, wordt de emotie niet goed gespiegeld. Dan wordt gezegd: ‘Stel je niet aan’ of ‘Zo erg is het niet’. Kinderen leren: ouders zijn er wel voor me als ik me goed ontwikkel en zelfstandig ben, maar niet als het op het uiten van emoties en het bespreken van dingen aankomt. Bij het kind kunnen heftige gevoelens van frustratie vermengd met angst optreden. Kinderen stoppen die gevoelens vervolgens weg en denken: ‘Ik heb daar niet zo’n last van, ik word toch niet getroost’. Het jonge kind zal de ouder mijden in situaties waarin het schrikt of angstig is. Bij oudere kinderen is de strategie zichtbaar in neutrale reacties op verbrekingen en herenigingen van contact en het vermijden van affectieve uitingen.
ONVEILIG ANGSTIG-AMBIVALENTE GEHECHTHEID: de veilige haven is goed, maar de veilige basis niet. Deze kinderen komen moeilijk tot exploratie. Het zijn kinderen die dicht bij de ouders blijven en erg gaan hangen en claimen. Het kind houdt de hechtingsfiguur voortdurend in de gaten en raakt in paniek als deze uit het blikveld verdwijnt. De ouder reageert mogelijk inconsequent op het kind, is angstig als het kind weggaat of heeft het kind nodig voor zichzelf. Je ziet bij kinderen die ambivalent gehecht zijn vaker dat ze blijven huilen als ze getroost zijn. Het is de ouder die zegt: ‘Hij kon alleen maar een beetje spelen als ik ernaast zat’.
15%
STAATSSECRETARIS SANDER DEKKER OVER THUISZITTERS EN SCHOLING VAN DOCENTEN.
15%
9%
ONVEILIG GEDESORIËNTEERD GEHECHT: dit is de meest ernstige vorm van onveiligheid, zowel de veilige haven als de veilige basis is niet goed. Deze kinderen hebben bijvoorbeeld ouders die zelf zijn getraumatiseerd en daardoor onvoorspelbaar reageren. Of de kinderen worden mishandeld of misbruikt. De gehechtheidsfiguur is tegelijkertijd een bron van troost als angst. Het jonge kind kan zich niet aanpassen aan deze onoplosbare paradox en laat daarom vreemd, tegenstrijdig, gedesoriënteerd gedrag zien. Het kind kan tegelijk lachen en huilen als het zijn ouder weer ziet na een korte scheiding. Oudere kinderen kunnen extreem angstig, controlerend en bazig gedrag laten zien. Deze kinderen hebben een heel slechte emotieen stressregulatie en de persoonlijkheidsontwikkeling kan stagneren. Door de stress kunnen ze vaak minder goed leren en ontwikkelt het geweten zich minder goed. Er is een grote kans op psychopathologie.
DYSLEXIE: WAT LEVERDE DECENNIALANG ONDERZOEK OP? ADHD: DE INVLOED VAN MEDICATIE EN BLAUW LICHT OP SLAAP. 38
EN VERDER: HENK KROL (50PLUS), RINDA DEN BESTEN, PAUL ROSENMÖLLER, SURFEN OP DE NOORDZEE
01-Omslag-BM 20150828 SM.indd 1
30-08-15 15:37
BALANS 2-2016
31-47-ThemaHechting_BM2.indd 38
24-01-16 12:14
info@beeldinzicht.nl • www.beeldinzicht.nl
PUBLIEKSMEDIA | TEKST DIRKJAN VAN ITTERSUM
Digitale magazines:
Meer dan een pdf’je uploaden Vooral bedrijven en overheden publiceren interactieve magazines. De meeste uitgevers van papieren tijdschriften zetten hooguit hun pdf’jes online, terwijl er veel meer mogelijk is. Pionier op het gebied van digitale magazines was Bol.com. Het magazine Bomvol startte in 2007 en was bijzonder omdat de video’s die erin zaten speciaal voor het blad werden geproduceerd. Ook de fotografie was van hoog niveau. Na twee jaar kwam er een einde aan, maar andere bedrijven namen het stokje over. Een goed voorbeeld is KLM. De luchtvaartmaatschappij brengt sinds 2009 acht keer per jaar iFly Magazine uit in meerdere talen. Iedere editie bestaat uit meerdere pagina’s waar de lezer doorheen bladert. Naast tekst is er fotografie, video en (achtergrond)muziek.
Uitkijken Niet ieder digitaal magazine is zo uitgebreid. Vooral tijdschriftuitgevers beperken zich tot het online plaatsen van hun pdf’jes. ISSUU levert een populaire oplossing om de bestanden mee online te zetten. De pdf’jes die daar worden geüpload kun je als een tijdschrift doorbladeren. Ook zijn er WordPress-plugins om pdf’s op zo’n manier te publiceren. Het is een voordelige oplossing, maar de mogelijkheden van internet worden niet benut. ‘Je kunt de inhoud van een pdf-magazine niet verrijken,’ zegt Don Croes van DutchGiraffe. Het bedrijf ontwikkelt al acht jaar online magazines, onder meer voor de NS, Robeco en de provincie Brabant. ‘Wij maken graag
20
inct 3-2016
interactieve online magazines, verrijkt met fraai beeld, video en degelijke copy.’ Toch blijft het uitkijken met het toevoegen van te veel interactieve onderdelen. ‘Het wordt al snel een flipperkast,’ zegt Arjan den Boer. Hij is maker van het online magazine RETOURS (retours.eu) over spoorweghistorie. ‘Ik krijg wel eens het idee dat digitale magazines graag
Volgens Den Boer is het magazine-format alweer enigszins achterhaald door de opkomst van de longreads: lange geïllustreerde verhalen waar je verticaal doorheen scrollt in plaats van horizontaal te swipen. Hij heeft onlangs RETOURS in die richting vernieuwd, al blijven oude nummers nog beschikbaar in magazine-opmaak.
willen laten zien wat er allemaal kan. Je kunt je afvragen of het iets toevoegt. Voor RETOURS kies ik bewust voor meer rust.’
Magazine-apps Een andere optie dan: het publiceren van een magazine via een app. Bij de introductie van de eerste iPad waren de verwachtingen hieromtrent hooggespannen. Aanvankelijk werd er geëxperimenteerd met fraaie publicaties vol audio, video en interactiviteit, maar de laatste tijd gaat het meestal om (opnieuw) pdf’jes zonder verrijking.
Verrijken is meer dan wat video toevoegen Een enkele titel heeft een eigen magazine-app. Denk aan Quest en National Geographic. Maar de meeste uitgevers sluiten zich aan bij initiatieven als Tijdschriften.nl en MagZine. Zij kunnen daar hun publicaties uploaden, waarna consumenten ze via digitale kiosken kopen. Er zijn nadelen aan deze wijze van digitaal publiceren, vindt Croes. ‘Je werpt een behoorlijke drempel op. Je moet mensen zover krijgen
om de app te downloaden, die bovendien alleen op een tablet goed werkt. Als ze dat gedaan hebben, is het de vraag of ze nog eens terugkomen. De retentie is een probleem, horen wij van uitgevers.’
Responsive Zo komen we uit bij het interactieve magazine in de browser. Daarbij wordt moderne web technologie als HTML5, CSS3 en Javascript gebruikt om een visueel fraai blad te tonen. Ongemerkt zijn er de afgelopen jaren steeds meer van bij gekomen, al gaat het niet vaak om tijdschriftuitgevers. Vooral bedrijven en overheden maken online magazines, zoals Volvo, Rabobank en Hogeschool Inholland. ‘Het is een toegankelijke manier van publiceren,’ zegt Croes. ‘Met elke moderne browser kun je de magazines lezen. Niet alleen op een tablet, maar ook op mobiel en desktop. Het bereik is dus een stuk groter. Online magazines zijn tegenwoordig responsive, dus onderweg op de smartphone lezen is geen probleem.’ Maar waarom zou je geen reguliere website maken? ‘Ik wilde graag de look and feel van een magazine,’ legt Den Boer uit. ‘Het is een geschikte vorm om een onderwerp dat mij bezighoudt goed naar voren te laten komen, inct 3-2016
21
iFly Magazine van KLM geldt als schoolvoorbeeld van een succesvol online magazine. Iedere editie heeft een conversie van tussen 6 en 8 procent.
Lezers besteden gemiddeld 7 à 8 minuten aan het blad. 30 procent van de lezers bekijkt ten minste vier edities per jaar.
waarbij beeld erg belangrijk is.’ Daarnaast is een nieuwe editie een goede aanleiding om abonnees te mailen. ‘Het bezoek aan RETOURS bereikt altijd een piek nadat ik de nieuwsbriefabonnees een bericht heb gestuurd over een nieuwe editie.’
Het omvormen van een bestaand printblad naar een responsive magazine betekent wel dat je opnieuw moet kijken naar het magazineformat, erkent Croes. ‘Niet alleen qua design en interactie maar ook redactioneel. Kortere artikelen, meer fotografie en video. Het vraagt van bladenmakers een nieuwe benadering.’
Statistieken Croes zou graag zien dat meer (papieren) tijdschriften het online magazine ontdekken. Hij ziet duidelijke voordelen: ‘Met een printblad ken je de oplage en het aantal abonnees, maar je weet niet hoeveel mensen het daadwerkelijk lezen of welke rubriek het populairst is. Digitaal geeft handvatten om meer te weten te komen over je lezersstatistieken. Het aantal clicks, de time on page, de leesdiepte, welke pagina’s het best bekeken zijn. Vitale informatie om het format constant bij te schaven naar de behoeftes van je lezer.’
Daar staat tegenover dat online magazines minder ‘dik’ zijn dan een papieren blad. Een tijdschrift in de kiosk is al gauw rond de 100 pagina’s. Veel te veel voor een online editie. ‘We hebben maximaal 12 tot 14 pagina’s als gouden regel. We leven in een snelle maatschappij. Het moet behapbaar blijven. Je kunt sommige pagina’s wel wat langer maken door ze scrollbaar te maken, maar het moet niet te lang worden. Zeker op de mobiel zit je al snel eindeloos te scrollen.’
Toekomst Croes verwacht dat de markt voor online magazines de komende jaren verder zal groeien. Een trend is personalisatie van online magazines. ‘Vroeger had je wel eens een papieren blad met daarin je eigen naam of foto. Dat was toen heel duur. Nu kan zoiets veel eenvoudiger online. Ook personalisatie van de inhoud is mogelijk. Als je de interessegebieden van lezers kent, pas je een magazine daar snel op aan.’
Er zijn in Nederland veel bedrijven die online magazines produceren. Naast het in dit artikel genoemde DutchGiraffe (met daaraan gelieerd WP Magazines) zijn ook Instant Magazine, BlueBerry Magazine, Magzmaker en Publ.sh bekende namen. In de volgende editie van inct.magazine een overzicht van diensten en software om online magazines te maken, met hun voor- en nadelen.
22
inct 3-2016
BENUT DE KRACHT VAN WOORD EN BEELD CCJ: opleidingen voor professionals in communicatie en journalistiek Online usability
Zie voor het volledige aanbod www.ccj.hu.nl
Maak van uw website een uithangbord Start 8 november 2016: 10 avonden, € 1.450,-
New media management
Een strategische benadering voor uw (social) mediadomein Start 16 november 2016: 8 avonden, € 1.595,-
Customer media
Effectieve content marketing vanuit een strategisch concept Start 15 september 2016: 9 avonden, € 1.195,-
Informatief schrijven
Schrijf aantrekkelijke informatieve teksten met journalistieke technieken Start 29 september 2016: 9 middagen, € 1.195,Start 2 februari 2017: 9 avonden, € 1.195,-
Storytelling
Het verhaal als medium om uw doelgroep in beweging te krijgen Start 24 november 2016: 8 avonden, € 1.250,-
Datavisualisatie en infographics
Ontdek de mogelijkheden en laat het beeld uw verhaal vertellen Start 6 september 2016: 10 avonden, € 1.250,-
CCJ traint al meer dan 25 jaar professionals in communicatie en journalistiek. CCJ is onderdeel van de School voor Journalistiek, Hogeschool Utrecht. En deelt graag de schat aan kennis en ervaring die daar is opgebouwd; door hogeschooldocenten, onderzoekers en trainers met twee voeten in de werkpraktijk.
EDUCATIEVE MEDIA | TEKST DAVID HUIJZER FOTO’S ANNA GREEN
24
inct 3-2016
Angélique Wouters:
‘Wolters Kluwer is een
dynamisch bedrijf’ Over de wendbaarheid van een mammoettanker
inct 3-2016
25
Het weerzien met Angélique Wouters is een onverwacht genoegen. Een aantal jaren geleden sprak ze op inct.spiratie en eerder maakte ze kort deel uit van de adviesraad van inct. Ze was op dat moment werkzaam als Chief Digital Officer bij Selexyz. Na de problemen bij Selexyz verdween Wouters uit het boekenvak om na een aantal omzwervingen vorig jaar weer terug te keren: nu bij informatieleverancier Wolters Kluwer. Een mooie gelegenheid om met haar van gedachten te wisselen over de stand van het vak en de plannen en ambities bij Wolters Kluwer in Nederland. De carrière van Wouters heeft als constante factor dat het bij haar altijd om de relatie tussen klant en organisatie in een veranderende wereld ging. Ze begon haar loopbaan ooit bij de politie, waar ze zich bezighield met de kwaliteit van de dienstverlening. Daarna volgden onder meer Ahold en de Makro, waar ze zich zowel op nationaal als internationaal niveau bezighield met onder meer het uitbouwen en opzetten van webformules. Dankzij die ervaring kwam ze bij Selexyz terecht, waar ze zich ook specifiek met de transitie naar online bezighield. In dat proces liep ze al snel tegen de mogelijkheden en onmogelijkheden van het boekenvak aan. ‘We gingen met alle spelers samen kijken naar de mogelijkheden om tot één platform voor de hele branche te komen. Dat is ons helaas niet gelukt. Wellicht waren we te vroeg – bij zo’n transitie moet je als branche over je eigen schaduw heen kunnen stappen.’
geloof wel dat de veranderingen die doorgevoerd moeten worden fundamenteel moeten zijn.’ Tijdens haar tijd bij Intratuin, waar ze na Selexyz commercieel directeur was, zag ze in feite eenzelfde problematiek en een zelfde mindset. Maar Wouters wil niet te veel in het verleden blijven hangen, daarvoor is de nieuwe positie binnen Wolters Kluwer veel te uitdagend. Hoogste tijd dus om een stap naar het heden, en natuurlijk, de toekomst te zetten.
Veranderende retail
Wouters beschouwt zich in eerste instantie niet echt als een uitgeefexpert: ‘Ik pas in de uitdaging als het erom gaat de relatie tussen organisaties en hun klanten beter te maken. Mijn meerwaarde zit dan vooral in managementzaken zoals visie, ambitie en kennis van transitie. De echte publishing-kennis zit bij mijn mensen. Dat heeft zo z’n voordelen, ik kijk met een andere blik en ik kan de “waaromvraag” stellen.’ De mensen die haar goed kennen zullen niet verbaasd zijn over de stappen die zij in haar carrière heeft gemaakt, zo stelt Wouters, en die zijn dus ook niet verbaasd dat ze nu bij een organisatie als Wolters Kluwer terecht is
Natuurlijk heeft ze de ontwikkelingen van het voormalige Selexyz gevolgd. Ze zat, zoals ze zelf zegt, toch ook nog een beetje in het rouwproces. Of ze de ondergang van Polare had zien aankomen, wil ze niet zeggen. ‘Dat is niet relevant meer, maar ik geloof wel dat er in Nederland ruimte is voor grote, goede boekhandels waarin shoppen ook een belevenis is. Let wel, de problematiek van de boekhandel is niet alleen een boekenbranche-probleem maar een algemeen retail-probleem: de teruglopende aantrekkelijkheid van de binnensteden, de groei van online shoppen en dergelijke. Er zijn daar meer krachten die op elkaar inwerken. Ik
26
inct 3-2016
Mijn meerwaarde zit in zaken als visie,
ambitie en kennis van transitie
naar de nieuwe wegen die Wolters Kluwer is ingeslagen.
De nieuwe organisatie Was Wouters aangenaam verrast of teleurgesteld door wat ze bij haar aantreden aantrof? Schoorvoetend antwoordt zij dat het beide was, maar toch vooral aangenaam verrast. ‘Veel mensen kennen ons vooral als een bedrijf dat folio-producten maakt, maar bijna niemand weet of beseft dat we inmiddels meer dan 80% van onze omzet uit digitaal halen.’ Volgens Wouters heeft Wolters Kluwer in de digitale transitie al een flinke slag gemaakt en ook met het invoeren van een andere manier van werken zijn al flinke stappen gezet.
Bijna niemand weet dat we meer dan 80%
van onze omzet uit digitaal halen
gekomen. ‘Ik kijk naar zaken op een ander niveau en kan tegelijk de stap naar de praktijk goed maken. Daarom stond Wolters Kluwer ook op een bepaald moment bij mij op de stoep. Zij zochten iemand die digitale skills en ambities had, daarbij hadden ze net zo makkelijk ook kunnen kijken naar iemand met meer publishing-achtergrond. Dus ook voor Wolters Kluwer is dit best een stap.’ ‘Onbekend maakt onbemind: mijn eerste reactie toen ik benaderd werd was ook terughoudend. Maar er gebeurt hier heel veel. Natuurlijk is niet alles al geplaveid, anders zat ik hier niet. Er is bijvoorbeeld nog wel wat werk te doen om beter te laten zien wat we doen en hoe we dat doen.’ Het is opmerkelijk dat Wouters in haar betoog Wolters Kluwer bestempelt als een mammoettanker: een echo van het interview met Paulien Loerts, die in inct.magazine van december 2014 naar haar eigen uitgeverij verwees als een tanker die weer speedboot werd. ‘We zijn als Wolters Kluwer dan misschien wel een mammoettanker maar dat wil niet zeggen dat we niet wendbaar zijn. Het voordeel van een tanker is trouwens ook dat die beter tegen hoge golven is opgewassen en dan beter op koers kan blijven.’ Het is een vooruitwijzing
‘Bedenk wel, we zijn een bedrijf met een wereldwijde omzet van zo’n 4,2 miljard euro in 2015, met 19.000 werknemers. Dat betekent dat we heel veel skills in huis hebben. Daarbij reflecteren we wel steeds meer op wat onze kerncompetentie moet zijn en vragen we onszelf steeds af: wat doen we zelf en wat kunnen we beter door een ander laten doen. Welke skills hebben we als Wolters Kluwer zelf nodig? We zijn, naast uitgever, eigenlijk een softwarebedrijf, een digitaal bedrijf, dus die skills hebben we nodig. Dat is kennis die we binnen willen halen.’ Wouters beschrijft de relatie tussen klant en organisatie als elastisch, waarbij soms de ene kant harder trekt en de andere moet volgen. Daar ziet zij nog verbeterpunten. ‘Dat elastiek is er nog, het is soms drie stappen naar voren en dan weer één naar achter. Maar dat is juist mijn drijfveer, daar zit natuurlijk ook de uitdaging.’
Kwaliteit ‘Als je kijkt naar onze organisatie dan vormt publishing, in Nederland, nog steeds een heel belangrijk onderdeel van het bedrijf. De medewerkers van het Navigator-team, onze digitale zoekmachine en ontsluitingskanaal naar de klant, komen meer vanuit de digitale kant van onze organisatie. Tussen die twee onderdelen zit natuurlijk nog steeds wel een verschil, maar het wordt steeds kleiner. Onderschat trouwens de mensen van publishing niet, zij hebben heel veel specifieke kennis over bijvoorbeeld het aansturen van inct 3-2016
27
De klant heeft minder tijd, die wil graag
snel een goed antwoord auteurs, het vinden van auteurs en het maken van goede content en dergelijke. Dat is ook de kracht van ons bedrijf, dat we kwaliteit leveren en daarin is juist de traditionele publishing-hoek heel goed. Daar zit ons onderscheidend vermogen. Tegelijk moeten we natuurlijk ook voorwaarts bewegen. Ik denk dat iedereen binnen Wolters Kluwer wel dezelfde horizon heeft, maar niet iedereen vindt de weg er naartoe even makkelijk.’ Wouters benadrukt dat Wolters Kluwer natuurlijk ook een schaalvoordeel heeft. Tussen de verschillende onderdelen in de diverse landen is veel uitwisseling. ‘Wat mij ook opvalt is dat we heel veel, heel snel leveren. Er zit een flinke motor in dit bedrijf en een flinke spirit, iedereen voelt de urgentie.’ Zijn er eigenlijk zaken die haar tegenvallen? Wouters wil niet zozeer spreken van tegenvallen, maar ziet nog wel wat op te lossen problemen. ‘We moeten onze digitale skills nog meer integreren, we moeten zoeken naar de balans tussen het tempo van de klant en ons eigen tempo.’
Het nieuwe uitgeven In de benadering van het digitaal ontsluiten van content staat Wouters een heel nieuwe wijze voor ogen. ‘Het anker van de content is nu nog vaak de titel, die stamt uit de tijd van print. Dat gaat minder worden. Gebruikers willen verbanden, meer geïntegreerde content en meer van onze zogenaamde workflow tools. De consument is anders gaan zoeken, die gaat niet meer noodzakelijkerwijs van a naar z. We moeten meer inspelen op het werkproces van onze klant en steeds meer gaan denken vanuit het perspectief van antwoorden leveren en niet enkel het zoeken ondersteunen.’
28
inct 3-2016
Wouters benadrukt dat dit niet alleen een technisch verhaal is, maar dat het ook betekent dat er meer interactie met de klant moet zijn. ‘Vroeger boden we eigenlijk een database met content aan, waarin de klant zelf kon zoeken. Nu beginnen we vanuit het antwoord. De klant heeft minder tijd, die wil graag snel een goed antwoord op zijn vraag.’ Dat is een wezenlijke verandering die Wolters Kluwer nu in stapjes aan het zetten is. ‘Het gaat nu niet meer alleen om content, maar vooral om de vraag hoe je die kunt ontsluiten. Daarbij komen zaken als Data Search, semantisch zoeken en kunstmatige intelligentie om de hoek kijken.’ ‘Bij Google gaat het om beschikbaarheid, bij Wolters Kluwer gaat het om zowel de (juiste) content bieden als de integratie van onze workflow tools in je dagelijkse werkzaamheden. Daarbij gaat het vooral om vertrouwen. Dat is wat ons kan onderscheiden. Natuurlijk is vindbaarheid voor ons ook van groot belang, maar onze toegevoegde waarde blijft zitten in de dienstverlening richting onze klanten en de kwaliteit van wat we bieden.’
Vak bijhouden ‘Onze klanten zijn professionals die hun vak moeten bijhouden. Daar hebben ze vaak problemen mee, bijvoorbeeld omdat ze er de tijd niet voor kunnen vinden. Toch blijft het belangrijk om actueel te blijven en ontwikkelingen te volgen. Daarom werken we nu bijvoorbeeld met een product als TaxVisions. Dat helpt fiscalisten middels korte interactieve video’s bij de voorbereiding op het vaktechnisch overleg. In een paar minuten ben je als fiscalist weer helemaal bij; daarnaast verbe-
tert het de kwaliteit van het vaktechnisch overleg.’ Hoe groot is eigenlijk de betaalbereidheid van de klanten van Wolters Kluwer? Over het algemeen is betalen voor digitale content nog steeds een uitdaging. Volgens Wouters hangt de bereidheid samen met relevantie en toegevoegde waarde. ‘Onze uitdaging blijft dat we actueel, compleet, tijdig en volledig willen zijn. Daarom moeten we meebewegen met wat de klant als relevant en toegevoegde waarde ziet. Voor sommige klanten is er qua waarde van content weinig veranderd, anderen willen wel meer differentiatie. Zo is er verschil tussen wat bijvoorbeeld adviseurs en meer praktijkgerichte medewerkers willen. Dus verpakken we de content voor deze groepen in andere vormen.’ ‘Voor ons blijft de relatie tussen de vorm waarin we informatie aanbieden en waarin we het ontsluiten belangrijk. Dat is best moeilijk. We migreren van een generieke database naar relevantie, vindbaarheid en naar verschillende producten.’ Wouters zit daarom veel met klanten om de tafel, om van hen te horen wat ze nodig hebben. Sommigen willen misschien wel een BMW, terwijl anderen misschien tevreden zijn met een Golf. ‘Op die verschillende vragen moeten we wel een antwoord hebben en daarbij is digitaal natuurlijk onze vriend.’
De toekomst Hoe ziet Wouters de toekomst van het vak en van Wolters Kluwer? ‘Ik ben van nature een optimistisch mens, dus ik zie de toekomst als zonnig, maar wel door de kracht van ontwikkeling. Vroeger deden we zogenaamde watervalprojecten vanuit onze marktleidersrol, nu doen we dat wel anders. We beginnen bij de klant en we doen dat agile, in kleine stapjes waarbij we steeds toetsen. Daar worden we ook al maar beter in, het wordt steeds meer onderdeel van wie we zijn. Hoe zet je een digitaal bedrijf neer, dat is eigenlijk het gesprek dat we continu hebben.’
‘We zijn ons natuurlijk ook bewust van de hobbels en daar moet je intern ook open over zijn. Dat doen we door innovatie en feedback ruim baan te geven. Het gaat uiteindelijk om het afstemmen van de interne organisatie op de klant. Het ecosysteem van het bedrijf is daarmee wel veranderd. Dat gaat natuurlijk met vallen en opstaan, maar de wendbaarheid en de potentie verrassen me nog steeds.’
We beginnen bij de klant en we ontwikkelen
in kleine stapjes
‘In Nederland zijn we de afgelopen jaren qua grootte iets geslonken en daardoor ook efficiënter geworden. Dat zorgt ervoor dat we bij de introductie van nieuwe innovaties redelijk snel kunnen schakelen; of die innovaties nou vanuit de klant worden getriggerd, vanuit onze eigen medewerkers hier in Nederland of via ontwikkelingen binnen andere, internationale onderdelen van Wolters Kluwer. Natuurlijk staat er druk op de klant, staat er druk op de omzet, maar ik ben ervan overtuigd dat we voldoende in huis hebben om daar goed op in te spelen.’ Wouters wil dan ook voorlopig zeker niet weg bij Wolters Kluwer, daarvoor is er nog te veel te doen, zowel hier in Nederland als internationaal.
Timing Aan het eind hebben we het nog even over het uitgeefvak. Zijn we soms niet te bescheiden als het gaat om innovaties? De buitenwacht ziet het vak toch vaak nog als conservatief en weinig vernieuwend. Wouters is het hier gedeeltelijk mee eens. ‘Misschien hebben we het met z’n allen wel te druk om onze successen te vieren, maar moet je
jezelf dan steeds op de borst kloppen? Wie moeten uiteindelijk weten wat je doet? Je klanten! We realiseren ons waarschijnlijk niet genoeg hoe groot de stappen zijn die we zetten, maar je moet je ook niet gek laten maken.’ Natuurlijk ziet Wouters ook wel waar de gevaren op de loer liggen. ‘Je moet wel op de dode hoek letten. Timing is belangrijk. Technologie heeft tijd nodig. Als je denkt dat het je tijd wel zal duren, dan mis je de trein. Je moet de ontwikkelingen goed volgen en tijdig inzetten. Je moet altijd de aanlooptijd van nieuwe technologie in ogenschouw nemen. Te laat instappen is de boot missen.’ ‘De uitdaging voor het vak is divers: de bestaande business staat onder druk, de prijzen staan onder druk, er staat druk op de modellen. De bestaande business moet efficiënter en daarmee kan en moet je geld vrij spelen voor innovatie. Daar zijn wel andere skills voor nodig, zowel intern als extern. Hoe maak je de transitie naar meer klantgerichtheid? Hoe doe je dat terwijl je ook het oude model daarin meeneemt?’ Is dat niet makkelijk praten vanuit het perspectief van een grote speler? ‘Misschien wel, maar wat voor ons geldt, geldt in eenzelfde mate voor kleinere uitgeverijen. Experimenteren is belangrijk en daarnaast natuurlijk creativiteit en onder nemerszin. Stel je klant centraal, het blijft voor mij de rode draad. Om ruimte voor innovatie te creëren moet je keuzes maken, die zijn niet altijd makkelijk of leuk, maar wel noodzakelijk.’ ‘De legacy van de uitgeverijen is natuurlijk ook een last. We benchmarken onszelf niet meer met andere uitgevers maar met bedrijven als Apple en Google. En wij kijken jaloers naar de startups, die altijd sexy zijn en ook weer de hoogte van de lat bepalen. Dat is soms lastig, toch moet je ook naar die bedrijven blijven kijken. We hoeven niet zoals hen te worden of te zijn, maar we kunnen wel van ze leren en bepaalde elementen van hen overnemen om zo de ontwikkeling van ons bedrijf voort te zetten.’ inct 3-2016
29
FOTO’S PETER SNATERSE (BEELDINZICHT)
30
inct 3-2016
Op 19 mei vond inct.live plaats. Op de site zijn de interviews nog terug te zien. Voor inct.magazine hebben we gelukkig de foto’s nog.
Peter Luit: ‘inct.live heeft een goeie oplossing: interviews door een venijnige interviewer, Ronnie Overgoor, die het nog net leuk houdt voor de geïnterviewde, maar zich niks laat wijsmaken en vrolijk lacht om onzin. De geïnterviewde die trots vertelde dat ze had meegewerkt aan de introductie van “intense vla” zal er nog wel eens aan terugdenken.’
inct 3-2016
31
EDUCATIEVE MEDIA | TEKST FRANK VEERKAMP
Een goed gesprek met de klant begint met de juiste informatie Noordhoff integreert back- en frontofficesystemen Om je klanten goede service te kunnen verlenen moet je weten wat er speelt – tot in detail. Dan is het lastig als relevante informatie verdeeld is over verschillende systemen die niet met elkaar communiceren. Uitgeverij Noordhoff gaat nu alle systemen aan elkaar koppelen. Klopotek verzorgt met het nieuwe STREAM-platform de techniek.
Een organisatie als Noordhoff uitgevers heeft veel klantgegevens, van scholen, docenten en directies. Die informatie zit nu nog in verschillende systemen, waardoor het lastig kan zijn om alles wat speelt tussen de uitgeverij en bijvoorbeeld een school te verzamelen. ‘Met het nieuwe systeem koppelen we de gegevens van het backofficesysteem en het frontofficesysteem aan elkaar,’ zegt Olaf Hoge, Manager Services van Noordhoff Uitgevers. Dat betekent dat iedere medewerker van marketing, sales en klantenservice die daartoe gemachtigd is voortaan in één overzicht gegevens van een klant kan oproepen.
Je kunt de klant meteen vertellen wat er speelt ‘Als accountmanager of medewerker van de klantenservice ga je een gesprek heel anders aan als je van tevoren weet dat er nog helpdeskvragen of facturen open staan, of eerdere proposities. Je kunt de klant dan meteen vertellen wat er speelt en wat de voortgang is. Dan heb je een veel beter gesprek. Service en sales moeten op elkaar aansluiten, maar dat kan alleen als je weet wat er speelt. Je gaat op een andere manier een gesprek in als je goed bent voorbereid.’ Om ervoor te zorgen dat
32
inct 3-2016
iedereen de meest actuele versie van al die informatie heeft, werkt het systeem zo veel mogelijk real time. Dat betekent dat elke wijziging in de gegevens meteen wordt verwerkt en direct voor iedereen (die toegang heeft) zichtbaar is.
Gerichte marketing Ook voor marketing is het belangrijk om te weten wat er speelt bij een klant. Hoe meer gegevens je hebt, hoe gerichter je kunt communiceren. Olaf Hoge: ‘Nu schieten we noodgedwongen vaak met hagel. We richten wel, maar straks kunnen we veel beter mikken. Voor onze klanten heeft dat als voordeel dat ze minder niet-relevante informatie van ons krijgen. Als ze weten dat de informatie die we sturen meestal écht interessant is, krijgen de berichten die we sturen meer aandacht en waarde voor de klant.’ Als je klanten gericht kunt benaderen kun je efficiënter met je contacten omgaan. Je hoeft geen aandacht meer te besteden aan acties die niets opleveren omdat de ontvanger niet geïnteresseerd is. Die aandacht kun je dus richten op degenen die de informatie of het aanbod wel op prijs stellen. En voor je klanten betekent het dat ze niet worden ‘lastig gevallen’ met informatie die voor hen minder relevant is. Noordhoff kan docenten straks ook met heel andere informatie benaderen. Olaf Hoge : ‘We
kunnen straks een docent niet alleen een folder sturen, maar bijvoorbeeld ook een proef van een hoofdstuk uit een methode die we aan het ontwikkelen zijn. Of lesmateriaal dat op een bepaalde actualiteit inspeelt. Dat kan zo’n docent dan meteen de volgende dag in de klas inzetten.’ Ruud Gerritsen van Klopotek: ‘Customer relation management en enterprise resource management zijn lang gescheiden werelden geweest: het een ging immers over relaties, de ander over producten. Maar in een bedrijf zijn die twee op duizenden manieren met elkaar verbonden. Om een klant van dienst te kunnen zijn, moet je weten wat die wil, waar hij of zij enthousiast van wordt. Daarvoor moet je je kunnen inleven in je klant. Je moet de customer journey definiëren: welke zorg bij je klant kun je op welke manier wegnemen.’ Klopotek bouwt en implementeert een 360° customer view en koppelt via api ‘s de salescloud van Salesforce, de marketingtools van Pardot en de CMS- en webshop-software Liferay aan het eigen erp-systeem. Alle informatie is centraal oproepbaar. Daar bovenop bouwt Klopotek de gebruikersomgeving: daarin worden de juiste selecties uit de grote hoeveelheid gegevens gepresenteerd op de manier die bij de business van de klant past. Uiteraard bepaalt de uitgeverij – binnen
de mogelijkheden van de software – wat het systeem laat zien.
De juiste gegevens ‘Het gaat ons er niet om dat we zo veel mogelijk gegevens verzamelen, maar dat we de juiste gegevens hebben,’ zegt Olaf Hoge. ‘We houden ons aan de privacywet- en regelgeving en we willen onze klanten zo min mogelijk lastigvallen met irrelevante informatie. We willen juist zo veel mogelijk inspelen op hun behoeften en zo keuzestress wegnemen. Daarvoor hebben we goede, complete informatie nodig. Onze klanten moeten wel bereid zijn die gegevens af te staan: als je niet laat weten wat je wel wilt ontvangen en wat niet, kun je net iets vaker een aanbod of informatie krijgen dat niet helemaal in je straatje past.’ Omdat ook de website gekoppeld is (Noordhoff had er ruim 200, straks is het er nog maar één), zijn naast de gegevens die de klanten zelf verstrekken ook gegevens beschikbaar die door het systeem worden verzameld. Ruud Gerritsen: ‘Je kunt bijvoorbeeld zien hoeveel mensen de afgelopen twee maanden op de site naar een bepaalde pagina gekeken hebben. Uit de sitestatistieken kun je afleiden waar ze naar zochten en of ze dat hebben gevonden. Daar kun je dan je verdere acties op afstemmen.’ Het systeem zal breed ingevoerd worden: Olaf Hoge: ‘Het beperkt zich niet tot de afdelingen die het
We kunnen maatwerk leveren zonder dat het onbeheersbaar wordt klantencontact verzorgen. Bijvoorbeeld, als een product af is, zet de uitgever een vinkje en weet iedereen van productie tot klantenservice dat het beschikbaar is. Als er bij de klantenservice veel vragen over een bepaald onderwerp binnenkomen, kan er meteen een faq in de Mijnomgeving gezet worden. Dit zijn wat voorbeelden: in het algemeen betekent het dat we maatwerk kunnen leveren zonder dat het onbeheersbaar wordt.’
Hele operatie Sommige componenten draaien al bij de collega-maatschappijen, zoals de Belgische dochter Plantyn en het Zweedse Liber. Noordhoff Groningen en Houten zijn als laatsten aan de beurt. Olaf Hoge: ‘Alle afdelingen in alle vestigingen krijgen ermee te maken. In totaal zijn dat 500 tot 600 medewerkers. Dat is op zich al een hele operatie, maar daarna begint het pas echt: iedereen moet er mee leren werken. Dat betekent dat er handleidingen geschreven moeten worden en cursussen georganiseerd. De medewerkers zullen moeten wennen aan een nieuwe manier van werken. Het is een hele operatie, maar het is zeker de moeite waard.’ inct 3-2016
33
ALLE MEDIA | TEKST MICHIEL HATENBOER
Beeld, geluid en interactiviteit in boeken
Ingewikkelde en dure belofte voor de toekomst In het kielzog van de sensationele verkoop van tablets leken boeken die verrijkt zijn met audio, video en interactieve elementen een gouden toekomst te hebben. De mogelijkheden die apps en e-bookformaten zoals ePub en PDF inmiddels bieden zijn inderdaad groot en interessant. Alleen het succes laat nog op zich wachten. Kort na de lancering van de iPad verscheen in 2010 de app The Elements van Theodore Gray. Het was gebaseerd op een boek dat bijna niemand opgevallen was, maar de app bevatte sensationele animaties waarmee je de elementen van het periodiek systeem helemaal rondom kon bekijken. The Elements wordt nu al jaren lang met veel succes verkocht in de app-store van Apple, voor de hoge prijs van € 13,99. In Nederland leek de doorbraak van de boekenapp een feit toen Lulu Wang in 2012 de app Nederland Wo ai ni uitbracht, waarin zij als eerste literaire schrijver een e-book combineerde met speciaal gecomponeerde muziek, animaties en mogelijkheden om te reageren op de tekst. Maar het zijn vooralsnog uitzonderingen gebleven. Zelfs in de Angelsaksische landen, waar het e-book een veel groter marktaandeel heeft, zijn verrijkte e-books nog steeds een marginaal fenomeen. Alleen in het onderwijs en bij de kinderboeken stelt het er wat voor.
Video Aan de populariteit van de elementen die een e-book tot een verrijkt e-book maken ligt het niet. Multimedia en interactiviteit winnen nog steeds aan populariteit ten koste van tekst. Het inbouwen van video’s is technisch eenvoudig en is ook het meest populair. Maar daar
34
inct 3-2016
stuit je dan al direct op het eerste probleem van de verrijkte e-books: de toegevoegde waarde van dat bewegende beeld is niet altijd helemaal duidelijk. Nog voor de lancering van de iPad werd in de Verenigde Staten de uitgeverij Vook opgericht; de naam is een samentrekking van video en book. Het bedrijf richtte zich helemaal op het publiceren van boeken met video’s. Het werd geen succes. Slechts bij een enkel instructieboek waren de filmpjes functioneel en in die gevallen kon de tekst eigenlijk net zo goed helemaal vervangen worden door video. Bij fictie werden de video’s – fragmenten uit speelfilms of soms zelfs speciaal opgenomen scenes – er vaak met de haren bij gesleept. Daardoor werden ze meestal als een onnodige onderbreking van het lezen ervaren. Vook hield vorig jaar op te bestaan. Er zijn wel interessante uitgaven met bewegend beeld verschenen, maar het is niet eenvoudig om mutltimedia en interactiviteit een harmonieuze eenheid te laten vormen met het boek. Animaties lijken nog het beste te werken. Er zijn prachtige voorbeelden van producten waarin lezers zelf grafische elementen, tekenfilmpjes en videofragmenten kunnen bedienen. Wie geslaagde en interessante voorbeelden wil zien kan eens kijken op Touchpress.com, bij de uitgever van boeken-
apps zoals The Elements. Andere geslaagde voorbeelden – meestal in de vorm van apps – zijn bijvoorbeeld kinderboeken waarin de tekst ook beluisterd kan worden en boeken over muziek, vogels en andere dieren waar geluidsfragmenten in zijn opgenomen.
Navigatie Ook op het gebied van de interactiviteit zijn er volop mogelijkheden. De eenvoudigste e-bookformaten bieden al erg nuttige navigatiemogelijkheden die een papieren boek niet heeft, zoals doorlinkende inhoudsopgaves, registers en noten. Helaas maken uitgevers hier te summier gebruik van. In apps en de meest recente versies van ePub en PDF kan nog veel meer. Er zijn bijvoorbeeld fraaie manieren om al dan niet automatisch te scrollen, links vanaf hotspots op een kaart of andere afbeelding aan te brengen en illustraties die door middel van drag and drop (slepen en neerzet-
Mutltimedia en inter activiteit vormen niet zomaar een eenheid met het boek ten) op volgorde gezet kunnen worden. Deze middelen kunnen heel functioneel zijn in bijvoorbeeld boeken om flora of fauna te determineren. Maar ook in uitgaven voor een breder publiek, zoals reisgidsen en educatieve boeken. Het makkelijkst in te voegen zijn links naar websites en contactformulieren. Ideaal voor de luie uitgever of auteur, maar ze voegen zelden extra waarde toe aan een e-book.
Er is dus veel mogelijk, maar de grote doorbraak blijft uit. In de Angelsaksische landen wordt als belangrijkste oorzaak daarvan meestal de grote versnippering aan formaten, platforms en apparaten genoemd. Bij een gewoon boek, een film of een song hoeft de consument niet te kiezen: het eindproduct kan vrijwel altijd en overal worden gelezen, bekeken of beluisterd zoals het is gemaakt. Ook bij gewone elektronische boeken is dit het geval. De uitgever kan het product bij alle kanalen aanbieden en het boek kan – soms na een kleine aanpassing – op elk apparaat gelezen worden. Bij verrijkte e-books is dat anders. Een allesomvattend distributiekanaal ontbreekt, waardoor auteurs en uitgevers moeten kiezen voor welk platform ze hun product ontwikkelen. Later kan blijken dat ze met die keuze een doodlopende weg zijn ingeslagen of dat er grote beperkingen in de technische of commerciële mogelijkheden zijn.
Kiezen Het begint al bij de belangrijke keuze: wordt het een elektronisch boek of een boek in een app. Wie kiest voor een standaard e-book formaat zoals ePub of PDF moet extra kosten maken om de verrijkte boeken geschikt te maken voor het iBook-platform van Apple of het Kindle-platform van Amazon. Bovendien werken veel multimediale elementen, zoals bewegend beeld, niet op een traditionele e-reader met elektronisch papier. Wie kiest voor een boek in een app kan hem zonder ingrijpende conversies alleen verkopen in de appstore van Apple, Google of Microsoft. Overigens moet dan wel nog worden besloten of de app voor tablet of voor smartphone geschikt gemaakt wordt. Ook bij deze keuze inct 3-2016
35
valt de e-reader als leestoestel af. Keuzes met consequenties dus.
Eenvoudig: PDF Het klassieke Portable Document Format (PDF) wordt nog veel gebruikt voor e-books met een vaste lay-out, zoals stripboeken, dichtbundels en fotoboeken. Eén op de tien Nederlandstalige e-books heeft het PDF-formaat. In vergelijking met andere formaten zijn de gewone PDF’s het makkelijkste te produceren. Om relatief simpele verrijkte PDF’s te maken is het goedkope Acrobat voldoende. Daarmee kunnen multimediale en interactieve elementen worden toegevoegd. InDesign biedt uitkomst als er PDF’s met extra mogelijkheden gemaakt moeten worden. Voor geavanceerde animaties en navigatiemiddelen is PDF minder geschikt, maar video’s, geluid en links kunnen probleemloos worden geïntegreerd. Het is zelfs mogelijk om PDF’s herschikbaar te maken, maar dat is niet zo eenvoudig als bij ePub.
Verrijkt: ePub3 Voor het maken van verrijkte e-books ligt ePub3 het meest voor de hand. Alle gebruikelijke platforms en e-bookstores kunnen daarmee omgaan. Voor de productie kunnen de gebruikelijke opmaakprogramma’s InDesign en QuarkXpress worden gebruikt. Het belangrijkste platform voor de distributie van e-books in ePub3 en verrijkte PDF’s is van CB Logistics, dat samenwerkt met de meeste Nederlandse online boekhandels. Voor educatieve e-books is er Bookshelf, een aan CB gelieerd platform dat de distributie naar studenten en scholen verzorgt. Juist in het onderwijs wordt veel gebruik gemaakt van multimediale en interactieve middelen. VitalSource, een van de bedrijven achter Bookshelf, heeft voor uitgevers en docenten praktische handleidingen voor de productie van verrijkte e-books in ePub3 en PDF gemaakt. Die zijn te vinden via de pagina Veelgestelde vragen over Bookshelf op CB.nl.
Platform of apparaat Verrijkte boeken in PDF- en ePub3-formaat kunnen niet op elk platform of apparaat gelezen worden. Kobo kan wel uit de voeten met deze verrijkte e-books, maar het iBooksplatform op de iPad verwerkt alleen elektronische boeken in ePub3 met een vaste layout. Voor dit platform heeft Apple mooie en simpele software ontwikkeld, iBooks author, waarmee multimediale en interactieve e-books in het eigen formaat gemaakt kunnen worden. iBooks wordt in de VS vooral in het onderwijs
36
inct 3-2016
gebruikt. Nadeel: de boeken zijn alleen te lezen, beluisteren en bekijken op een recent apparaat van Apple. Een ePub3-bestand is zowel naar het iBooksformaat van Apple als het vergelijkbare Kindle Format (KF) 8 van Amazon te converteren. Op de website van CB Logistics staat een lijst met bedrijven die conversie aanbieden.
Veel multimedia en interactiviteit: apps Apps bieden de beste mogelijkheden om boeken met multimediale en interactieve elementen te verrijken. Ook bij het maken van apps moeten meteen al vroeg in het proces veel keuzes gemaakt worden. Apps kunnen worden geproduceerd voor de besturings systemen van Apple (iOS), Google (Android) of Microsoft (Windows 10). Al die vormen zijn niet uitwisselbaar. Het is zelfs niet gegarandeerd dat alle tablet-apps op een smartphone met hetzelfde besturingssysteem werken en omgekeerd. Het is dus belangrijk om goed in te schatten op welke apparaten het beoogde publiek het boek wil consumeren, want voor alle mogelijke appraten en besturingssystemen ontwikkelen is meestal te duur. Er bestaat geen standaard productiesoftware voor apps en ook conversie is vrijwel altijd maatwerk en dus kostbaar. Voor boeken die in serie worden geproduceerd is het ontwikkelen van een verrijkteboeken-app sneller de moeite waard, omdat de kosten gespreid kunnen worden. Tot nu toe scoren in ons land alleen de multimediale en interactieve boekenapps voor kinderen goed. Een extra voordeel is dat kinderboeken een beperkte hoeveelheid tekst bevatten. Daardoor kunnen ze makkelijker internationaal worden geëxploiteerd. Het is geen toeval dat er veel Nijntjes in de hitlijsten voor boekenapps staan.
Hoge drempel Al met al is de wereld van het verrijkte boek enorm versnipperd. Als uitgever moet je keuzes durven maken en moet je investeren. Het ontwerpen, componeren en filmen van origineel materiaal is niet goedkoop. Wat multimediale en interactieve snippers over een oorspronkelijk papieren boek strooien is niet genoeg. Ook kan een e-book te zeer verrijkt zijn, waardoor het te duur is voor de doelgroep. Bij de meest geslaagde verrijkte boekenapps kun je zelfs de vraag stellen of het nou nog wel boeken zijn of dat er een nieuwe klasse van producten met een eigen karakter is ontstaan. Het medium blijft voorlopig nog een uitdaging.
PUBLIEKSMEDIA | TEKST MARLOES DE MOOR
Geen kattenfilmpjes maar
shareable content met diepgang Het geheim van OK GO In februari lanceerde OK GO Media het online platform Vance voor jonge nieuwsconsumenten. Dat trok in de eerste maand meteen al vierhonderdduizend bezoekers. Ook Dutch Cowgirls en Numrush, andere online titels van de uitgever, lopen goed. Wat is het geheim? Een tafel vol beduimelde servetjes, verfrommelde kartonnetjes en piepschuim hamburgerbakjes. De saus nog aan je mond en een buik vol friet en fletse snacks. Zo snel en achteloos weggewerkt dat je nauwelijks nog weet hoe het smaakte. Dát is het gevoel van verzadiging dat je kunt ervaren als je grote hoeveelheden oppervlakkige informatie tot je hebt genomen. Het zoveelste kattenfilmpje, al weer een roddel over Patricia Paay of Sylvie Meis, geinige lijstjes met ‘veertien eetgewoontes die je als kind had’. Best vermakelijk, maar jonge ambitieuze mensen zijn daar nu wel klaar mee, volgens Marjolijn Kamphuis, creative director bij OK GO Media en hoofdredacteur van Vance. Het nieuwe online platform Vance moet korte metten maken met vadsig informatie en entertainment consumeren en een waardig tegengeluid bieden tegen de vluchtigheid en de overvloed aan zogeheten clickbait-content op internet. Vance werd in februari gelanceerd en trok in de eerste maand meteen al vierhonderdduizend bezoekers. ‘Een droomstart. Beter kon niet,’ zegt Kamphuis.
vermoedens over de media in Nederland weer eens bevestigd: ‘in ons land moet je vooral goed kunnen mengen in de massa,’ zo schreef ze. Het verhaal, dat op het opinieblog van Vance werd gepubliceerd, kreeg veel bijval en ging viral. ‘Het betekende voor ons een mooi begin, want het trok ontzettend veel bezoekers naar de website. Bovendien belichaamde het artikel precies waar Vance voor staat. Wij denken niet in termen van ‘doe normaal, dan doe je al gek genoeg’, maar besteden juist veel aandacht aan mensen die innovatief zijn, iets durven te veranderen. Ondernemers die concurreren met Engeland en Amerika, die welbespraakt zijn en hun vleugels uitsteken, zullen wij nooit te kort doen. Ook Daan Roosegaarde reken ik daartoe. Wat hem overkwam zou bij Elon Musk, oprichter van Tesla, in Amerika nooit gebeuren.’
Wij besteden juist veel aandacht aan mensen die iets durven te veranderen
Normaal is niet gek genoeg Dat succes was mede te danken aan een opinieartikel dat Kamphuis schreef over kunstenaar en uitvinder Daan Roosegaarde, die boos wegliep bij het tv-programma College Tour. In een kritisch filmpje werd hij ervan beticht de eer op te strijken van andermans werk. In haar artikel nam Kamphuis het op voor Roosegaarde. Zij zag haar donkerste
38
inct 3-2016
Digital natives Vance richt zich op jonge, kritische ondernemers, twintigers en dertigers die net afgestudeerd zijn of aan het begin van hun carrière staan. Kamphuis spreekt van de zogenoemde digital natives, de generatie die is opgegroeid met internet en méér wil weten.
Vance streeft ernaar diepgaand te zijn, handvatten, analyses en nieuwe inzichten te bieden. Kamphuis hoorde in haar omgeving steeds vaker mensen klagen over het holle gevoel dat ze overhielden aan het lezen van online nieuwsberichten. ‘Sommigen overwogen zelfs weer een krantenabonnement te nemen, omdat ze depressief werden van de vluchtige content. Ze voelden zich leeg en dom. Aan het succes van Blendle kun je zien dat er vraag is naar
Sommigen overwogen zelfs weer een kranten abonnement te nemen langere verhalen en meer inhoud dan alleen korte items met een sensationele kop. Op die behoefte aan kwaliteit spelen wij in.’ Die aanpak leidde in 2012 al tot succes bij de website Numrush, gespecialiseerd in technologie. Numrush trekt negentigduizend unieke bezoekers per maand en groeit nog steeds. ‘Op Numrush wisselen we korte nieuwsberichten af met langere artikelen die verdieping geven. Bijvoorbeeld over hoe technologie bijdraagt aan een gezonder leven of wat de impact is van computercriminaliteit. Als er iets nieuws op de markt is, vertellen we niet alleen dat het er is, maar ook wat je eraan hebt, hoe het je leven zal veranderen of het succesvol zal zijn.’ Vance gaat uit van dezelfde formule, maar richt zich meer op werk en lifestyle en op een breder publiek. ‘Dagelijkse actualiteit combineren we met opinie en achtergrond.’ Ook ondernemen is een belangrijke pijler. ‘We hebben bijvoorbeeld verschillende ondernemers geportretteerd die zelf iets maken, van kleding tot meubels. Ook bloggers en startups
komen aan het woord. En dan niet alleen over de successen, maar ook de keerzijdes: wat waren tegenvallers, wat ging minder goed, welke fouten zijn gemaakt?’ Daarnaast omarmt Vance niches, zoals het Dutch Comic Con Event, een evenement rond cartoons en strips. ‘Zo’n onderwerp past goed bij ons. Het fenomeen is overgewaaid uit Amerika, gaat over popcultuur en houdt verband met Netflix en streaming media in het algemeen. Voor onze doelgroep is dat interessant.’ Over gebrek aan geïnteresseerde bezoekers heeft Vance dan ook niet te klagen.
Shareable kwaliteitscontent Dutch Cowgirls en Numrush, eveneens titels van uitgever OK GO Media doen het al even goed. Wat is het geheim in een wereld waarin veel tijdschriften zich met moeite staande houden? Kamphuis lacht: ‘Ons team bestaat uit digital natives die goed door hebben wat online wel en juist niet werkt. We werken met shareable content. Vooral met langere verhalen, zoals een scherp opiniestuk, een rake analyse of een exclusief interview scoor je traffic. Nieuwsberichten publiceren we om actualiteit te kunnen bieden, maar die wisselen we steeds af met kwaliteitscontent.’ Kamphuis deed inspiratie op gedurende het jaarlijkse South by Southwest-festival in Austin, Texas waar uitgevers, artiesten, producers en filmmakers bijeenkomen om ideeën uit te wisselen. ‘Numrush is voortgekomen uit wat ik destijds daar zag bij The New York Times en bij BuzzFeed, een nieuws website die helemaal afhankelijk is van content die door de gebruikers zelf wordt aangeleverd via social media. Amerikanen kijken anders tegen media aan. Shareable content mondt in Nederland vaak uit in inct 3-2016
39
Foto Lyan van Furth
Marjolijn Kamphuis
Wij beginnen niet bij het merk, maar bij het verhaal
kattenfilmpjes en roddelblogs, terwijl in Amerika nieuwschannels als Vox Media, The Verge en Wired serieuze nieuwsitems verspreiden over Syrië en wat er speelt in de wereld. Shareable content met een journalistieke insteek dus. Dat is wat wij met Numrush en Vance ook beogen.’
Sociale media De redacteuren van Vance zoeken bij hun artikelen het juiste sociale mediakanaal. Gaat een artikel over hardlopen, dan is dat geschikt om te delen in een fitness-, workout- of sportcommunity op Instagram. Voor berichten over technologie leent Twitter zich beter, omdat de wat oudere doelgroep die geïnteresseerd is in technologie zich daar bevindt. Facebook is weer geschikter voor jonge vaders en moeders. ‘We experimenteren daar nog steeds mee. Nu zijn we bijvoorbeeld bezig om via Snapchat een verhaal te maken,’ vertelt Kamphuis.
Branded content Zowel Vance als Numrush hebben brandend content als verdienmodel. Merken worden gekoppeld aan artikelen. Een goed voorbeeld van de manier waarop OK GO Media dat aanpakt is de longread The Thrill of Sound die Numrush samen met Philips maakte. De uitgever vroeg een journalist om de geschiedenis van Philips en van audio- en muziekbeleving op te schrijven. Om de lap tekst wat levendiger te maken werd die voorzien van veel audio- en beeldmateriaal. ‘Het verhaal van Philips bleek een jongensboek te zijn. Er was bovendien zo veel prachtig archiefmateriaal beschikbaar. We voelden ons als een kind in een snoepwinkel. Philips was ook heel enthousiast over het resultaat.’ OK GO Media won met de longread de Grand Prix Content Marketingprijs en is genomineerd voor een Spin Award en de Dutch Interactive Award.
40
inct 3-2016
Het succes van branded content staat of valt volgens Kamphuis met de uitwerking ervan. ‘Wij beginnen niet bij het merk, maar bij het verhaal. Is dat interessant? Als we iets goeds kunnen bedenken, koppelen we er een merk aan. Bij Numrush zijn we nu bijvoorbeeld bezig met een samenwerking met IBM. IBM werkt aan technologie voor auto’s die daarmee zelf op zoek kunnen gaan naar een vrije parkeerplek in de stad. Dat is interessant en dat willen mensen lezen. Wij zullen dan ook nooit een één-op-één-advertorial publiceren, waarbij adverteerders kant-en-klare teksten aanleveren. Voor ons werkt dat niet. Wij schrijven de artikelen zelf en zo inhoudelijk mogelijk. Tekst en onderwerp moeten naadloos aansluiten bij de doelgroep.’ Naast de eigen uitgaves maakt OK GO Media ook websites voor externe partijen, zoals de website voor NRC Media Events, een voedselblog voor Lidl, het online magazine Wendy en onlangs Zeilen.nl voor New Skool Media. ‘Deze uitgeefprojecten doen we ook, omdat wij als creatieve studio alles in huis hebben: redactie, beeld, productie. Dat is erg fijn.’
Jong talent Op dit moment werkt OK GO Media met een team van acht vaste mensen en een aantal freelance journalisten, mediamakers en creatieven. ‘De creatieve kant gaan we verder uitbreiden met visual designers, fotografen en filmmakers. We zijn nog op zoek naar jong talent. Tegenwoordig worden studenten op de School voor de Journalistiek al opgevoed met het idee dat er geen werk voor ze is. Dat werk is er wel degelijk, zolang je maar verder durft te denken dan print. Online media hebben de toekomst. Met het succes van onze titels laten we zien dat er vraag is naar kwaliteitscontent op internet en er nog een wereld te winnen valt.’
“Ook toevallig dat u nu belt. Ik ben nét met uw factuur bezig.”
Inderdaad, héél toevallig. Vertrouwt u het niet? Heeft u ook het gevoel dat uw debiteuren u aan het lijntje houden en staat uw eigen liquiditeit daardoor onder druk? Tijd om contact met ons op te nemen! Incassobureau Plaggemars: een professioneel en NVI gecertificeerd kantoor. Beschikt over een eigen juridische afdeling. De meeste vorderingen worden echter minnelijk afgewikkeld, dus zonder tussenkomst van de rechter. Kennismaken? Bel 035 548 65 30 of kijk op www.plaggemars.nl
www.plaggemars.nl
PUBLIEKSMEDIA | TEKST MAARTEN DESSING ILLUSTRATIE PETER SNATERSE
Publiek kapitaal Alternatieve financiering in het boekenvak Crowdfunding heeft een grote vlucht genomen. Uitgeef projecten lijken daar weinig van te profiteren. Zijn ze niet geschikt voor deze manier van financieren? Natuurlijk wel. Het is alleen zaak je zo goed mogelijk te verdiepen in de eisen die crowdfunding stelt. Altijd al in bad willen lezen zonder bang te zijn dat het boek nat wordt? Sinds oktober biedt Bibliobath daarom waterbestendige leesboeken: serieuze literatuur van Mark Twain, W.B. Yeats, William Shakespeare en Sun Zi. De verhalen van Twain zijn het goedkoopst (€ 18,99), The Art of War van Sun Zi, uitsluitend in limited edition, is het duurst (€ 29,99). Bibliobath is gelanceerd dankzij crowdfunding. De initiatiefnemers – de Nederlander Jasper Jansen en zijn Chinese vriendin Wing Weng – maken er geen geheim van. ‘Funded with Kickstarter’, staat er goed zichtbaar op de homepage. In juni 2015 haalde Bibliobath via dit Amerikaanse platform € 10.521 op. 262 ‘Backers’ doneerden een bescheiden bedrag in ruil voor een of meer waterdichte boeken. Hoe uitzonderlijk is het verhaal van Bibliobath? Crowdfunding heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. In 2015 haalden meer dan 3500 succesvolle gecrowdfunde projecten bij elkaar 128 miljoen euro op.
42
inct 3-2016
Daarmee was 2015 het vierde jaar op rij waarin dit bedrag verdubbelde. Logisch dus dat het aantal platforms razendsnel groeit. Een platform als Voordekunst, opgericht in november 2010, geldt al als een oudje. Op deze platforms wordt van alles gecrowdfund: boekhandels (meerdere oud-Polare-winkels), een tweedehands e-boekplatform (Tom Kabinet), literaire prijzen (J.M. Biesheuvelprijs), boekverfilmingen (Wiplala), restauratie van oude boeken en zelfs een boete voor illegaal uploaden. Al bleek dat laatste illegaal. Maar uitgeefprojecten? Spaarzaam.
TenPages Nog niet zo heel lang geleden leek crowdfunding een belangrijke nieuwe bron van inkomsten voor het vak te worden – zeker voor de algemene boekenmarkt. Het befaamde TenPages zou deze wereld opschudden. Auteurs konden fans verleiden geld te doneren met een fragment van hun boek. Als ze voldoende geld hadden ingezameld zou een reguliere uitgeverij het professioneel op de markt brengen. TenPages kreeg vanaf de start in 2010 bijzonder veel media-aandacht. Het bedrijf won een Innovatieprijs en werd genomineerd voor de titel Uitgever van het jaar. Maar na viereneenhalf jaar, 65 uitgegeven boeken, 2.124 geplaatste manuscripten die van 20.000 mensen steun kregen, en allerlei pogingen om op andere manieren geld te verdienen, moest het bedrijf faillissement aanvragen. Ook een experiment van Boek.be, de Vlaamse
Er zijn verschillende soorten crowdfundplatforms. Welke?
Hoofdzakelijk gericht op MKB: Symbid, Collin Crowdfund, Crowdaboutnow, Oneplanetcrowd, Kapitaal op maat, Wekomenerwel, Geld voor elkaar
Specifiek voor cultuur: Voordekunst, Kickstarter, Indiegogo
Uitstuitend gericht op schrijvers: Slag-boom (gelieerd aan uitgeverij Palmslag), Bookabook (komt dit jaar naar Nederland)
brancheorganisatie voor het boekenvak, en de Vlaamse Erfgoedbibliotheek mislukte. Van de vijf uitgeefprojecten haalde maar een het gewenste bedrag op: het multimediale kinderboek Het Eiland Verloren van Joachim Brackx. Van de elf projecten voor conservering van historische boeken haalden er zes het streefbedrag op. Een aanzienlijk hogere succesratio.
Grote projecten Natuurlijk zijn er, als je goed zoekt, wel degelijk uitgeefprojecten die financiering uit de crowd wisten te halen. De educatieve uitgeverij Edumundo was succesvol bij Symbid. De Nieuwe Pers haalde voldoende geld op bij Oneplanetcrowd. De Correspondent en Das Mag verleidden met eigen platforms genoeg donateurs. Dan zijn er nog allerlei inhoudelijke projecten die via Voordekunst en Yournalism aan voldoende geld kwamen. Maar waarom lijken het er zo weinig? Als je erover nadenkt is het eigenlijk logisch. Zeker
op sites die zich in de eerste plaats richten op financiering van het mkb: Symbid, Collin Crowdfund, Crowdaboutnow, Oneplanetcrowd, Kapitaal op maat en anderen. Vergeleken met het opzetten van een boekhandel kost het starten van een uitgeverij zo goed als niets. Kijk naar het bedrag dat Bibliobath nodig had. Een project dat werkelijk een (flink) budget nodig heeft om van de grond te komen is zeldzaam. Een voorbeeld daarvan is De Correspondent. Het vernieuwende nieuwsmedium haalde al in acht dagen bij 15.000 ‘leden’ (à € 60 per persoon) het streefbedrag van € 90.000 op – om een site te bouwen, journalisten aan te nemen en nog geen half jaar later live te gaan. Een uitgeverij als Das Mag zette crowdfunding eerst in als marketinginstrument en gebruikte het later toch voor de financiering. Ze haalden € 190.000 op bij 3000 ‘oprichters’ en creëerden daarmee een groepsgevoel bij de fans. Dat Das Mag met de actie een aardig startkapitaal inct 3-2016
43
binnenhaalde was alleen maar mooi meegenomen. Kijk maar naar de tegenprestatie: wie € 50 doneerde kreeg drie boeken ter waarde van in totaal € 62,50.
80 procent succes Het is in ieder geval niet zo dat crowdfunding geen geschikte bron van financiering is voor uitgeefprojecten, vindt Roy Cremers van Voordekunst. Het is waar dat de categorie ‘publicatie’ met 166 succesvol gefinancierde projecten niet de grootste is (muziek staat op 759, theater op 538), maar de succesratio is voor publicaties even groot: ongeveer 80 procent. Mits ze goed doordacht zijn, vinden uitgeefprojecten vaak genoeg geld. Cremers: ‘Toen crowdfunding nieuw was, begonnen veel mensen een platform met idee: we zetten het op en het geld stroomt binnen. Zo van: het is gewoon een technisch instrument. Maar zo werkt het niet. Wij steken veel tijd in contact met de makers om ervoor te zorgen dat het project aan alle criteria voldoet, de maker voldoende tijd in de campagne stopt en geen irreële doelen stelt.’ Ook TenPages is volgens hem alleen mislukt omdat destijds onhelder was wat een goed platform is. Neutraal, bijvoorbeeld. ‘TenPages claimde deels het eigenaarschap van het project, omdat ze wilden selecteren op kwaliteit. Dat maakte het ingewikkeld.’ Het Vlaamse experiment mislukte omdat geen rekening werd gehouden met de criteria van een kansrijk project. Zo vroeg een auteur gewoon te veel geld. Daarnaast is er volgens Cremers nog altijd een onbekendheid met crowdfunding. ‘Door onze naam denkt een bepaalde categorie auteurs misschien: daar pas ik niet bij. Het zal ook geen toeval zijn dat een relatief groot deel van
44
inct 3-2016
onze succesvolle publicaties foto- en kunstboeken zijn. Dat gaat misschien veranderen nu wij gaan samenwerken met De Coöperatie [een bedrijf van en voor freelance journalisten, red.].’ Uitgeefprojecten zijn dus net zo kansrijk voor crowd funding als elk ander project – ook als bijvoorbeeld een nog onbekende auteur alleen maar tijd wil kopen om te kunnen schrijven. Als je het maar goed aanpakt. En daarvoor is het nodig dat een uitgever zich bijzonder goed verdiept in de eisen die het zoeken van crowdfunding aan een project en je eigen instelling stelt. Want zelfs succesvolle crowdfunders hebben na afloop twijfels gekregen. Jansen van Bibliobath bekende in een terugblik, gepubliceerd in Sprout, hoeveel werk het is, hoe snel je fouten maakt, dat je een echt bijzonder product moet hebben. Marcel van Driel, die € 15.000 ophaalde om zijn eerste thriller te schrijven, verkeek zich op zijn ambitie. Hij wordt nu verteerd door schuld dat hij zijn donateurs niets kan leveren. Conclusie: een uitgever moet – zoals Jansen – echt plezier in het hele arbeidsintensieve en tijdrovende proces hebben. En tegelijk moet hij – anders dan Van Driel – het ook nuchter bekijken: als gewoon een andere vorm van financiering.
PU BLI SH IN G
SOLU TI O N S
De software voor uitgeverijen
Biblio3 is een webbased standaard software pakket voor uitgeverijen. Biblio3 biedt workflow support voor marketing, sales, redactie, productie, contracten, rechten, royalties, Digital Asset Management (BiblioDAM) en rapportages. Door de uitgebreide interfacemogelijkheden kan Biblio3 naadloos in huidige IT landschappen worden geïntegreerd. Biblio3 is modulair opgebouwd, gebaseerd op de nieuwste Microsoft .NET en browserbased SQL technologieën. Crossplatform voor Mac en PC en klaar voor alle toekomstige ontwikkelingen in de uitgeverijsector. Biblio3 zet zich volledig in om aan de eisen van uitgeverijen te voldoen. Vandaag, morgen en in de toekomst. Juist om die reden ontwikkelen wij continue nieuwe functionaliteiten en modules die onze huidige systemen uitbreiden zodat u optimaal kunt blijven uitgeven. Geïnteresseerd in een gesprek of demonstratie? Neem contact met Danny Francken op! +31 (0) 88 88 21 000 | danny@biblio3.nl | www.biblio3.nl
Marius van Campen, directeur Gottmer: “Met Biblio3/Finall maken we een duidelijk stap richting de toekomst. Een toekomst waarin Gottmer haar content op steeds meer verschillende manieren gaat uitgeven. We anticiperen tegelijkertijd op de verschillende verdien-modellen die we voor ogen hebben. De software van Biblio3/Finall ondersteunt ons hierbij intern zodanig dat wij ons als uitgeverij maximaal naar buiten kunnen richten.”
Tibor Kuijs, IT Director OverAmstel Uitgevers: “Binnen Overamstel uitgevers staat de aandacht voor het boek en de auteur centraal. In Biblio3 hebben we een totaalpakket gevonden dat specifiek ontwikkeld is voor de uitgeverijbranche en dat onze bedrijfsprocessen begrijpt. Van redactie tot marketing en van uitgever tot e-commerce: iedereen bij Overamstel werkt in dit systeem om het hele proces van manuscript tot boek beter, sneller en inzichtelijker te kunnen laten verlopen. Biblio3 is hét pakket voor uitgevers van nu.”
Merkwaardige combinatie van leerboek en columns
BOEK Vorig jaar vertrok Sjuul Paradijs met veel bombarie als hoofdredacteur bij de Telegraaf. Zijn adjunct Jan-Kees Emmer volgde in zijn voetsporen. Begin dit jaar lanceerden zij hun uitgeverij en adviesbureau Trusted Media. Dat ging gepaard met de publicatie van een boekje waarin de heren een staatsgreep in de media aankondigen: Ga uitgeven! . Dat blijkt een merkwaardige combinatie van een serieus leerboek en een verzameling columns, die leest als een grote wraakoefening tegen de machthebbers bij hun geliefde voormalige werkgever. Paradijs en Emmer beschrijven erin hoe ze zelf uitgever worden en kondigen daarbij direct het einde van alle traditionele uitgeverijen aan, waaronder de Telegraaf Media Groep. Welke lessen hebben zij voor ons in petto? Het boekje ademt met zijn vele uitroeptekens uit alle poriën de stijl van de Telegraaf. Het is volgens de heren geschreven voor mediamensen en journalisten, maar is ook bedoeld om liefhebbers van rechttoe rechtaan-commentaar te laten smullen. Dat gebeurt vooral in de twintig columns die Paradijs vorig jaar online onder de naam Better call Sjuul publiceerde. Ze hebben koppen als ‘Maak het voetbalhok maar schoon’, ‘Laat de manager geen
ondernemer worden’ en ‘Los het op’! Alle columns in het boekje zijn voorzien van drie wijze lessen van Trusted Media. Zo leren we bijvoorbeeld dat in achterkamertjes nooit een wedstrijd is gewonnen, dat onrust altijd serieus moet worden genomen en dat gladde praat altijd verliest. De toekomst van de media komt aan bod in enkele wat langere beschouwingen en vier korte stukjes van Paradijs onder de kop ‘Yeahh! Ik ben uitgever’. De staatsgreep blijkt vooral te zijn gericht tegen managers, bestuurders en traditionele uitgevers. Volgens Paradijs en Emmer raken de klassieke media hun monopolie op uitgeven kwijt omdat iedereen dat zelf kan doen. De bijbehorende Trusted Media-les: ‘Doe je uitgeverij in de verkoop nu het nog kan’. Ook adverteerders, tegenwoordig vermomd als contentpartner, kunnen tegenwoordig alles zelf doen, want de beweging van owned media naar social media is volgens de heren onomkeerbaar. En die bedrijven kunnen dankzij hun budgetten voor een grote omwenteling zorgen. Zoals Telegraaf-held Johan Cruijff niets moest hebben van de managers en
bestuurders van voetbalclubs en daarom voetballers aan de macht wilde brengen, zo willen Paradijs en Emmer dat de macht in de mediawereld verschuift van de uitgevers naar de journalisten. Want de journalisten weten hoe je de aandacht moet vangen met een goed verhaal. Dat lukt niet met een bericht van een nietszeggende voorlichter. De tijd van onafhankelijke media is volgens Trusted Media voorbij. Vroeger had je kritische journalisten, nu heb je een kritisch publiek dat overal bovenop zit en gladde praat toch altijd negeert. Het gaat nu om authenticiteit: het eerlijke verhaal dat een goede journalist zo mooi kan brengen. De praktijk bewijst volgens Paradijs en Emmer hun gelijk. Ze laten in vier cases zien hoe succesvol grote bedrijven kunnen zijn als ze een eigen newsroom inrichten, zoals de KLM heeft gedaan. Paradijs en Emmer raden iedereen – maar vooral bedrijven met een groot budget – aan om uitgever te worden en eigen journalisten in te schakelen. Trusted Media kan uiteraard helpen om een goede newsroom in te richten. Eigenlijk is het boekje gewoon een dikke reclamefolder voor het strategische media-advies voor niet-uitgevers dat Trusted Media aanbiedt. Naast de gedrukte editie heeft Einstein Cross Media Books ook een smartbookeditie van Ga uitgeven! uitgebracht. Voor € 4,99 krijg je een jaar lang (moeizame) online toegang. Omdat er dertien video’s in opgenomen zijn is dat een verrijkt e-book. Helaas hebben wij de actualisaties, reacties van lezers en nieuwe columns die in één van de filmpjes worden beloofd niet kunnen vinden. MICHIEL HATENBOER
46
inct 3-2016
KPN als spiegel van Nederland
BOEK In de jaren zeventig stond PTT dankzij Wim Kan bij veel Nederlanders voor Putje graven, Tentje bouwen, Tukkie doen. In de jaren tachtig kwam het bedrijf in een achtbaanrit terecht waarin het afwisselend een wereldbedrijf met een torenhoge beursnotering was en een bijna failliete overnameprooi. Patrick Bernhart en Jan Maarten Slagter hebben deze wilde rit met veel details beschreven in De koude kermis van KPN, Overmoed en onvermogen in de telecomjungle. Het boek gaat met name in op de strategie van het bedrijf en er komen dus tal van fusies, overnames, financieringsronden langs, maar je hoeft geen Neyenrode gedaan te hebben om het te kunnen lezen. Waarom de betrokken partijen bepaalde strategische beslissingen namen wordt steeds duidelijk toegelicht. Daardoor, en door de vele anekdotes, is het een boek dat prettig doorleest. Het verhaal van KPN loopt parallel aan het verhaal van de BV Nederland. De grijze draaischijftelefoon, het enige type dat slechts na veel papierwerk en lang wachten te verkrijgen was, staat voor het Nederland in de jaren tachtig: lusteloos, naar binnen gericht, weinig innovatief. De verzelfstandiging van KPN wordt dan ook vanuit de politiek ingezet, niet door het bedrijf. VVD en CDA (Lubbers I en II) willen naar het voorbeeld van Reagan en Thatcher de overheid verkleinen en de begroting op orde krijgen, de PvdA (Lubbers III,) is niet tegen omdat alles wat met de verkoop binnengehaald wordt niet bezuinigd hoeft te worden bijvoorbeeld op onderwijs en sociale zekerheid. Daarna breken de jaren negentig aan, vol ongebreideld zakelijk optimisme,
strakke pakken en stijgende beurskoersen. Het is de tijd waarin Wim Dik, Cees Griffioen, Ben Verwaayen en Ad Scheepbouwer de belangrijkste mannen zijn bij KPN. Zo lang zij samen optrekken is er oog voor de wensen van de klant en de opkomst van internet, data en mobiel. De beurskoers stijgt, de ene overname volgt op de andere en onder andere grootaandeelhouder Zalm is heel tevreden. Ruwweg tot de millenniumwissel weet KPN, zeker voor een voormalig staats bedrijf, snel in te haken op de technologische veranderingen. Een paar keer gokken ze verkeerd, maar dat is vaker omdat ze te vroeg zijn dan te laat. Nederland is wereldwijd nog steeds een van de koplopers in het gebruik van internet en mobiel en daarin heeft KPN een belangrijke rol gespeeld. Dat gevoel voor technologie en klanten verdwijnt als het grote monopolyspel begint waarbij cijfers en ego’s belangrijker worden dan klanten en producten. Dan versterken de verschillen tussen de topmannen elkaar niet meer, maar zorgen ze voor tweespalt. Het kortetermijnbelang van de aandeelhouders prevaleert. De dotcomcrisis doet het bedrijf wankelen, maar het overleeft en krabbelt weer op. Daarna wordt er opnieuw over overnames gepraat, maar er wordt vooral ruzie gemaakt over geld en macht. Dit deel van het boek had vanwege de financieel-economische focus taai kunnen zijn, maar gelukkig hebben de schrijvers de verhalen over vergaderingen en beurskoersen verluchtigd met details over de karakters, de levensstijl en de vele eigenaardigheden van de hoofdrolspelers. En daarbij sparen ze
niemand. Daardoor is het ook een verhaal geworden over kokervisie, hebzucht, machogedrag, arrogantie, kortetermijnbeleid en sociaal onvermogen. Opvallend is hoe weinig namen er in het boek voorkomen, en dat ligt niet aan de auteurs: de hoofdrolspelers wisselen van rol en van werkgever, maar het blijft een ongezond klein clubje. Dat verklaart mede dat er zo veel fouten gemaakt zijn: de heren kenden elkaar van haver tot gort en zaten vol vriendschap en rancune. Afwijkende geluiden bereikten hen te weinig. KPN is nog zelfstandig, maar sinds het PTT was is het wel onherkenbaar veranderd. Omdat elk mislukt overnameavontuur gecompenseerd werd door een ontslagronde is het aantal werknemers van 100.000 (inclusief post) gedaald naar 14.000. De koers die in 1994 op € 3,90 stond, was begin 2016 terug op € 3,50. In de tussentijd zijn er miljarden aangespoeld en weer even snel weggewaaid. En de topmannen (er komen nauwelijks vrouwen voor in het boek) zijn stuk voor stuk multimiljonair en hun vaste adviseurs als ABN Amro, McKinsey en Egon Zehnder hebben bakken geld verdiend.
Patrick Bernhart en Jan Maarten Slagter: De koude kermis van KPN, Overmoed en onvermogen in de telecomjungle, Prometheus, 384 pp. ISBN: 9789035142251 paperback € 24,95, e-book € 14,99 FRANK VEERKAMP
inct 3-2016
47
(Advertorial)
Het Consortium Beroepsonderwijs
Ook uitgever van leermiddelen
Het Consortium Beroepsonderwijs ontwikkelt en implementeert een krachtige en duurzame opleidings- en examineringsmethodiek voor het vmbo en mbo. Vanuit het principe voor, door en met professionals uit het onderwijs worden hierbij zowel gedrukte als digitale, ondersteunende leermiddelen uitgegeven. Directeur Michel Wouters: “Kort gezegd ontwikkelen
stenen laten we de student zijn kennis praktisch toe-
we leermiddelen, leermethoden en examenmethodie-
passen en verbreden. Onze papieren materialen blijven
ken voor het vmbo en mbo-beroepsonderwijs. Daar-
echter een belangrijke basis voor het overbrengen van
naast geven we ondersteuning en bieden we scholing
de lesstof. De productie en distributie hiervan heb-
en training aan, van beleid tot uitvoering. Omdat we
ben we uitbesteed, dit zijn complexe processen waar
veel koepel- en brancheorganisaties kennen, is het
wij de juiste kennis en middelen niet voor hebben. Na
voor ons mogelijk om aansluiting te krijgen met bedrij-
wat nare ervaringen zijn wij aan het begin van dit jaar
ven en zo te linken aan de praktijk. Dit is weer gunstig
op zoek gegaan naar een partij die ons niet alleen ont-
voor het bevorderen van de onderlinge samenwer-
zorgt maar ook voldoet aan onze hoge kwaliteitseisen
king”. Als Neerlandicus en voormalig docent heeft hij
voor de leermiddelen.”
zelf veel onderwijservaring en kennis van het werkveld. “Dat is voor ons wel een criterium, wij werken met be-
Samenwerking met Hollandridderkerk
vlogen docenten uit het onderwijs en specialisten uit
De digitaal gedrukte leermiddelen worden verzorgd
de beroepspraktijk. Alleen mensen die bij het primaire
door Hollandridderkerk, specialist op het gebied van
proces betrokken zijn, kunnen ons adviseren of de pro-
Book-On-Demand. Hollandridderkerk bouwde speciaal
ducten op de juiste manier zijn vormgegeven. Zij ken-
voor Het Consortium een digitaal platform voor het ge-
nen de praktijk, weten waar de knelpunten zitten en
automatiseerd produceren en administratief afhande-
hebben kennis van doelgroepen en leerdoelen.”
len van de grote hoeveelheid complexe orders uit de bestelomgeving van Het Consortium. Daarmee is het
Digitaal verdiepen
gehele traject van bestellen, productie en verzending
Momenteel wordt er bij Het Consortium veel nadruk
nu in handen van Hollandridderkerk. Het Consortium
gelegd op de ontwikkeling van digitale ondersteunen-
hoeft zich daarover geen zorgen meer te maken en
de leermiddelen. “Je kunt met een paar muisklikken
heeft daarmee de rust en de ruimte gecreëerd om zich
zoveel verdieping en verbreding in de lesstof krijgen
te richten op haar eigen activiteiten. Daarom koos Het
als je wilt. Met behulp van innovatieve digitale bouw-
Consortium voor Hollandridderkerk.
Hollandridderkerk | Kolenbranderstraat 14 | Postbus 49, 2980 AA Ridderkerk (0)1804 48 22 22 | sales@hollandridderkerk.nl | www.hollandridderkerk.nl
2015-02-11 Adv Publishing 185x265.indd 1
11-02-15 14:11