inct 4 2016

Page 1

kennis- en opiniemagazine voor uitgeefexperts

nr 4 september 2016 • www.inct.nl

Dina Boonstra, NDC mediagroep

'Vertrouwen is de basis voor creativiteit en innovatie'


(Advertorial)

Het Consortium Beroepsonderwijs

Ook uitgever van leermiddelen

Het Consortium Beroepsonderwijs ontwikkelt en implementeert een krachtige en duurzame opleidings- en examineringsmethodiek voor het vmbo en mbo. Vanuit het principe voor, door en met professionals uit het onderwijs worden hierbij zowel gedrukte als digitale, ondersteunende leermiddelen uitgegeven. Directeur Michel Wouters: “Kort gezegd ontwikkelen

stenen laten we de student zijn kennis praktisch toe-

we leermiddelen, leermethoden en examenmethodie-

passen en verbreden. Onze papieren materialen blijven

ken voor het vmbo en mbo-beroepsonderwijs. Daar-

echter een belangrijke basis voor het overbrengen van

naast geven we ondersteuning en bieden we scholing

de lesstof. De productie en distributie hiervan heb-

en training aan, van beleid tot uitvoering. Omdat we

ben we uitbesteed, dit zijn complexe processen waar

veel koepel- en brancheorganisaties kennen, is het

wij de juiste kennis en middelen niet voor hebben. Na

voor ons mogelijk om aansluiting te krijgen met bedrij-

wat nare ervaringen zijn wij aan het begin van dit jaar

ven en zo te linken aan de praktijk. Dit is weer gunstig

op zoek gegaan naar een partij die ons niet alleen ont-

voor het bevorderen van de onderlinge samenwer-

zorgt maar ook voldoet aan onze hoge kwaliteitseisen

king”. Als Neerlandicus en voormalig docent heeft hij

voor de leermiddelen.”

zelf veel onderwijservaring en kennis van het werkveld. “Dat is voor ons wel een criterium, wij werken met be-

Samenwerking met Hollandridderkerk

vlogen docenten uit het onderwijs en specialisten uit

De digitaal gedrukte leermiddelen worden verzorgd

de beroepspraktijk. Alleen mensen die bij het primaire

door Hollandridderkerk, specialist op het gebied van

proces betrokken zijn, kunnen ons adviseren of de pro-

Book-On-Demand. Hollandridderkerk bouwde speciaal

ducten op de juiste manier zijn vormgegeven. Zij ken-

voor Het Consortium een digitaal platform voor het ge-

nen de praktijk, weten waar de knelpunten zitten en

automatiseerd produceren en administratief afhande-

hebben kennis van doelgroepen en leerdoelen.”

len van de grote hoeveelheid complexe orders uit de bestelomgeving van Het Consortium. Daarmee is het

Digitaal verdiepen

gehele traject van bestellen, productie en verzending

Momenteel wordt er bij Het Consortium veel nadruk

nu in handen van Hollandridderkerk. Het Consortium

gelegd op de ontwikkeling van digitale ondersteunen-

hoeft zich daarover geen zorgen meer te maken en

de leermiddelen. “Je kunt met een paar muisklikken

heeft daarmee de rust en de ruimte gecreëerd om zich

zoveel verdieping en verbreding in de lesstof krijgen

te richten op haar eigen activiteiten. Daarom koos Het

als je wilt. Met behulp van innovatieve digitale bouw-

Consortium voor Hollandridderkerk.

Hollandridderkerk | Kolenbranderstraat 14 | Postbus 49, 2980 AA Ridderkerk (0)1804 48 22 22 | sales@hollandridderkerk.nl | www.hollandridderkerk.nl

2015-02-11 Adv Publishing 185x265.indd 1

11-02-15 14:11


Tien jaar…

David Huijzer is hoofdredacteur van inct.magazine

De zomer, voor zover daar blijkbaar sprake van was in Nederland, zit er weer op en het altijd drukke najaar staat weer voor deur. Tijd om na een betrekkelijke lange periode (lang leve de vakantiespreiding) van rust en bezinning weer aan de slag te gaan. Aan de slag betekent altijd weer een file aan e-mails wegwerken en weer even in de flow van het dagelijkse werk komen. Ik doe dat op mijn werkkamer waar voor mij aan de muur een poster hangt met de covers van de eerste 10 jaar inct.magazine. Op zoek naar inspiratie voor dit hoofdredactioneel staar ik naar die covers en terwijl ik dat doe valt mij iets op. Nummer 3 van het jaar 2003 heeft als kop ‘Ict waarborgt levensvatbaarheid uitgever’, nummer 1 van het jaar 2004 ‘Internet winstgevend dankzij juiste informatie voor doelgroep’ en in nummer 4 van het jaar 2005 hadden we een artikel over ‘Nieuwe platforms voor self-­ publishing’. Zo maar een aantal willekeurige headers van artikelen in het inct. magazine van meer dan 10 jaar geleden. Ik weet niet hoe u het ervaart, maar het zouden zo maar koppen kunnen zijn van het nummer dat u nu leest. Toegegeven, we hadden in diezelfde ook wat onderwerpen die inmiddels minder actueel klinken: 2003: ‘Het beveiligen van cd rom (sic) en dvd’; 2004 ‘Alles over RFID’ en 2005: ‘e-paper, de perfecte leeservaring’. Wat vertellen al deze headers op de covers van oude edities van het inct. magazine ons eigenlijk? Ten eerste dat

we in onze branche helemaal niet zo onwetend waren en zijn als we dachten (en soms denken). Ten tweede dat we wel degelijk oog hebben voor ontwikkelingen, maar dat de waarde ervan soms niet te voorspellen is.

Wij uitgevers moeten leidend zijn als het gaat om media en informatie Mij geven deze headers echter vooral een gevoel van vertrouwen in ons vak. Cynici zullen wellicht zeggen dat een paar weken rust en bezinning tot een ongegrond optimisme hebben geleid, maar dat laat ik dan maar aan hen. Media en informatie zijn nog nooit zo belangrijk geweest. De wifi op een vakantiebestemming is belangrijker dan de staat van het sanitair of de aanwezigheid van een zwembad. En wij, de uitgevers, moeten toch nog steeds leidend kunnen zijn als het gaat om media en informatie? Daarvoor moeten we wel durven te tornen aan onze vastigheden en dat is best lastig. Maar ook nu zijn er voldoende vakgenoten die bezig zijn om de weg te vinden in het nieuwe medialandschap. In dit nummer komen er weer een aantal van hen aan het woord. En wat denkt u, hoe zullen we over 10 jaar de headers van dit nummer ervaren?

inct 4-2016

3


In het hart Dina Boonstra: ‘Het Noorden is van ons’. NDC mediagroep lijkt een zware periode definitief achter de rug te hebben. Na een aantal turbulente jaren schreef de Noordelijke uitgever van nieuwsmedia over 2015 zwarte cijfers. Onder leiding van algemeen directeur Dina Boonstra lijkt NDC weer op koers te zijn. Op het omslag Dina Boonstra Foto Seaside Motion

30

14 TOOL

1

20

10 10 Zonder programmeren een webmagazine maken Webmagazines worden steeds populairder. Het zijn websites die op magazines lijken, zowel wat betreft lay-out als verschijningsfrequentie. De lezer opent ze in de browser en leest online. Welke tools zijn er om zo’n online magazine te maken?

14 Vakbladen overleven als community’s De afgelopen jaren hebben de grote uitgeverijen afstand gedaan van hun eens zo goed lopende vaktijdschriften. Die tijdschriften worden nu uitgegeven door nieuwe wendbare uitgeverijen en

4

inct 4-2016

drukkers. Die pionieren met nieuwe businessmodellen, community’s en digitale publicaties.

20 OneWorld Data Atlas maakt ingewikkelde data helder OneWorld Data Atlas zet met behulp van open data wereldwijde vraagstukken overzichtelijk op de kaart. Na de start in 2013 is de website flink uitgebreid. Er zijn nu elf onderwerpen: van water via bevolking tot millenniumdoelen. Redacties kunnen kaarten in hun eigen huisstijl vormgeven of visualisaties en analyses van data in opdracht laten maken.

30 De (trage) opmars van ePub3 In de discussie over de haalbaarheid van digitale uitgaven heeft lang de techniek centraal gestaan: welk documenttype bood de meeste mogelijkheden op al die verschillende apparaten met al die uiteenlopende besturingssystemen. Nu is techniek geen beperkende factor meer; op bijna alle platforms zijn goede resultaten mogelijk. Maar wat wil de lezer?

34 De opkomst van het scroll­verhaal Hoe kun je op internet een verhaal het beste vertellen? Veel websites experimenteren met nieuwe vormen. Zo


Colofon inct.magazine kennis- en opiniemagazine voor uitgeefexperts. inct.magazine verschijnt 6x per jaar. www.inct.nl Hoofdredacteur David Huijzer uitgever@inct.nl / 06-26244183 Redactioneel coördinator Frank Veerkamp: veerkamp@inct.nl

Redactie Maarten Dessing, Cathelijne Esser, Michiel Hatenboer, Dirkjan van Ittersum, Hans van der Klis, Marloes de Moor Medewerkers aan dit nummer Robert Heeg Foto omslag Anna Green Vormgeving Peter Snaterse BeeldinZicht, www.beeldinzicht.nl Uitgever David Huijzer: uitgever@inct.nl

3 4

Inct is een uitgave van inct.publishing BV Postbus 33028, 3005 EA Rotterdam www.inct.nl Advertenties uitgever@inct.nl 06-26244183 Drukwerkbegeleiding Paperware

Abonnementen Kijk voor informatie over abonnementen en lidmaatschappen op www.inct.nl Overname van artikelen is alleen toegestaan met bronvermelding en na toestemming van de uitgever. © 2016 inct.publishing bv ISSN 1571-2583

38 43

NCRV, altijd wat monitor Rtreporter, betrouwbare nieuwsdetectie

st Moving Targets, The Innovation Station Yenlo, de digitale leugendetector

40

NO Informatiemaatschappij, NewsGenius Sanoma, Nuprofiel

trum Journalistiek, The Conversation NL. LocalFocus, LocalFocus 2.0 Project Immrs

publiceert de Volkskrant regelmatig een zogeheten scrollverhaal waarin fotograUitgeverij Oostenwind, Swipebook fie, video en geluid de boventoon 0 voeren. Het systeem werd ontwikkeld door het Nederlandse Scrollytelling.

38 Moderne toneelteksten van de vergetelheid gered Het zijn kleine, handzame boekjes. De dunste tellen een pagina of veertig, de dikste bijna 250. De meeste bevatten toneelteksten, andere beschouwingen over toneel. Individueel zullen ze de bestsellerlijst niet halen, maar de 343 titels van De Nieuwe Toneelbibliotheek samen komen een heel eind.

40 Na de Brexit… een slagveld?

twijfelachtig. Maar sommige publicaties móeten er gewoon komen. Dan is subsidiëring een mogelijkheid.

In deze aflevering van onze rubriek over de Britse uitgeefmarkt kunnen we 20uiteraard niet40 60 80 100 om de Brexit heen. We peilen de meningen van kenners. Wat En verder zijn volgens hen – en volgens een aantal 3 Hoofdredactioneel Britse sterauteurs – de gevolgen voor 6 Kort hun markt? 17 inct.spiratie 46 Recensies

43 Subsidies: als het nét niet uit kan Uitgeven begint met een idee. Daarna volgt een begroting maken. In de meeste gevallen gebeurt dat in de redelijke verwachting dat er voldoende binnenkomt om de investeringen te compenseren. Soms is dat echter

46 inct 4-2016

5


Hoe kijken bezoekers naar een website? Eyetracking, het volgen van oogbewegingen om te analyseren of het ontwerp van een site functioneert, wordt steeds eenvoudiger. In de beginjaren werden nog Clockwork Orange-achtige oogklemmen gebruikt, later was een speciale headset voldoende. Maar het bleef specialistenwerk en de proefpersonen waren zich er nog erg van bewust dat ze aan een onderzoek

App wordt nicheproduct De app-markt is zo’n beetje verzadigd. De kloof tussen een paar succesvolle apps en de rest wordt steeds groter. Slechts zelden breekt een nieuwe app door, zoals Uber of Pokémon GO!. In de VS staat het aantal apps dat een smartphonegebruiker gemiddeld per maand downloadt al enige maanden dicht bij nul. Omdat de totale markt voor smartphones wereldwijd nog groeit, neemt ook het aantal downloads nog toe, maar daarbij gaat het voornamelijk om de grote namen als

Foto Trish Steel

6

inct 4-2016

Betalen met ring op OS

Facebook, WhatsApp en Baidu (het Chinese Facebook). Wie niet voor kwantiteit maar kwaliteit gaat, heeft meer kans: apps voor specifieke doeleinden worden nog wel verkocht, maar niet in de aantallen van weleer.

Praten mag weer in Britse kroeg Menige kroegbaas, theaterdirecteur en restauranthouder (m/v uiteraard) kent het fenomeen: klanten die niet met elkaar praten maar naar hun smartphone staren. Omdat het verboden is dergelijke verslaafden met een jammer te storen, heeft een Britse kroegbaas zijn etablissement voorzien van een kooi

meewerkten. Onderzoekers van de Brown University hebben nu een oplossing op basis van Javascript ontwikkeld, waarmee het onderzoek via elke pc of laptop met webcam kan worden gedaan. De bezoeker moet uiteraard wel toestemming geven. Alleen de oogbewegingen – en geen andere data – worden doorgegeven aan de sitebeheerder. Het pakket heet WebGazer.js.

van Faraday: een metalen netwerk dat alle straling tegenhoudt. Het effect is vooral bekend van het beste mobieletelefoonexcuus aller tijden: ik rij nu een tunnel in. Als kleine tegemoetkoming heeft de landlord op elke tafel een ouderwetse telefoon neergezet waarmee de bezoekers een nieuwe pint kunnen bestellen.

Omdat het lastig is om een portemonnee of betaalkaart mee te nemen als je niet meer aan hebt dan een zwempak of atletiektenue, heeft Visa speciaal voor de Olympische Spelen een nieuw betaalmiddel ontwikkeld. Het is een ring met daarin een nfc-chip, vergelijkbaar met de chip die op veel Nederlandse betaalpassen en sommige telefoons contactloos betalen mogelijk maakt. Handig, al moet het parcours wel nét langs een winkel leiden.

Iedereen selfiet Ook de selfie is al lang geen jongerendingetje meer. Weliswaar zet 93% van de millennials zichzelf regelmatig op de foto, ook 50 procent van de ouderen en 61 procent van de babyboomers kan de verleiding niet weerstaan.


Gratis e-lezen in de ICE Deutsche Bahn (de NS van onze oosterburen) geeft passagiers in de ICE (de Fyra van onze oosterburen, maar dan rijdend) de mogelijkheid om via het WiFi-netwerk gratis kranten te lezen, spelletjes te doen en audioboeken te beluisteren. De audiobooks zijn onder meer van Simon Beckett, Andreas Eschbach en

David Baldacci. Daarnaast zijn er hoorspelen over Sherlock Holmes en Jules Verne. De reizigers hebben keuze uit een wisselende collectie van acht boeken. De luisterboeken en hoorspelen zijn gratis, voor de kranten, zoals Bild am Sonntag, Handelsblatt en Süddeutsche Zeitung moet betaald worden.

Welke data lekt je telefoon Dat er uit smartphones meer data wegsijpelen dan water uit een vergiet, is bekend. Apps willen alles wat je doet, waar je bent en waarnaar je kijkt registeren en die gegevens naar hun thuisbasis sturen. Daarmee kunnen adverteerders je dan ‘klantvriendelijker’ advertenties opdringen. Om te laten zien welke data je onversleuteld weggeeft heeft Kyle McDonald de WiFi Whisperer gebouwd. De installatie toonde op het Moogfest op grote schermen welke data de bezoekers ongewild prijsgaven. Tegelijkertijd noemde een computerstem welke websites ze onlangs hadden bezocht en welke berichten op de sociale media ze hadden geliket. Het is vooral een oproep aan web- en app-bouwers dat ze data via https moeten versturen. Of minder data moeten verzamelen.

SnapChat ten prooi aan ouderen

Telefoon als sociaal scherm Millennials zitten niet de hele tijd op hun mobiel te kijken omdat ze willen weten wat er in de wereld gebeurt, maar omdat ze dan niet hoeven te praten. Dat beweert de Bank of America althans. Volgens hun onderzoekers gebruikte 40% van de millennials hun mobiel tijdens de feestdagen (Independence Day) vooral om hun familie te ontlopen.

Dit is trouwens niet exclusief voor jongeren: gemiddeld gebruikt 25 procent van de ondervraagden hun mobiel als excuus om mensen te ontwijken. En meer dan de helft laat zich liever de weg door een app wijzen dan door een familielid, zelfs als ze merken dat de app hen een doodlopende straat probeert in te sturen.

Help, zijn kinderen dan nergens meer veilig voor hun ouders? Toen volwassenen Hyves ontdekten, vluchtten de jongeren naar Facebook. Toen ze ook daar hun tantes en de buurvrouw tegenkwamen, gingen ze naar WhatsApp. En vervolgens naar SnapChat. En nu dreigen ze daar weer verjaagd te

worden. ComScore heeft bekend gemaakt dat het aantal 35-plussers op snapchat in de VS in twee jaar gestegen is van 2 naar 14 percent. In de leeftijdsgroep 25-34 is dat zelfs 38 procent. Nu moeten de arme schapen weer op zoek naar iets anders.

De NSA wil ook pacemakers en koelkasten afluisteren Ook het Internet of Things heeft de warme aandacht van de Amerikaanse inlichtingendiensten. Volgens The Intercept studeert de NSA op mogelijkheden gegevens te onderscheppen van ‘dode’ apparaten die

op het internet zijn aangesloten. Het zou nu nog meer een ‘proof of concept’ zijn dan dat er werkelijk informatie wordt afgetapt. Maar naarmate er meer apparaten op het internet zijn aangesloten, worden er

meer gegevens uitgewisseld die inzicht kunnen geven in iemands al dan niet maatschappijbedreigende contacten en gedragingen. En als je de pacemaker van een terrorist kunt hacken… inct 4-2016

7


On demand lachen Er zijn al heel veel streamingdiensten voor video, maar Laugh.ly heeft toch nog een niche weten te vinden. Het gaat on demand video’s van Amerikaanse stand-up comedians aanbieden. Via de app – zowel voor iOS als Android – zijn shows van comedians als Louis C.K., Kevin Hart, Chris Rock en Aziz Ansari te

bekijken. Amateurs kunnen hun eigen materiaal plaatsen en daarmee hun doorbraak proberen te bespoedigen. De app kost $ 3,99 per maand, maar er is ook een gratis versie met reclame.

Twitter niet aansprakelijk voor IS-video’s Een federale rechter in de VS heeft uitgesproken dat Twitter niet verantwoordelijk is voor de propaganda, rekrutering en fondswerving van IS op het netwerk. De rechtszaak was aangespannen door de weduwe van een man die in Jordanië door de terreurbeweging werd vermoord. In de Ameri-

kaanse wet is het medium niet verantwoordelijk voor de boodschap, dat is de afzender. De rechter suggereerde wel dat er andere bepalingen zijn waarmee Twitter tot actiever beheer te dwingen is, maar daarvoor is een nieuwe rechtszaak nodig. Twitter bewaakt de berichtenstroom inmiddels wel beter.

Neurochips sneller en efficiënter IBM heeft een computerchip gemaakt die volgens dezelfde principes werkt als hersenen. Bij traditionele chips worden lange lijsten van instructies één voor één afgewerkt. Dit nieuwe ontwerp heeft 4096 kleine kernen die onafhankelijk met elkaar communiceren via 256 miljoen verbindingen. Dat is afgekeken van de manier waarop

neuronen informatie uitwisselen in de hersenen. Deze architectuur is energiezuiniger en sneller dan de bestaande. Er is een nieuw concept nodig omdat het bij de huidige manier van produceren steeds moeilijker wordt om meer rekencapaciteit op een klein oppervlak te realiseren: de natuurwetten staan dat in de weg.

Apple houdt je gezondheid in de gaten Zitten is het nieuwe roken. Met deze slogan proberen gezondheidsexperts ons van onze luie kont te krijgen. De baas van Apple, Tim Cook, heeft de slogan overgenomen, al is bij hem zitten de nieuwe kanker. Patentdetectives hebben ontdekt dat Apple een nieuwe gezondheidsarmband in gedachten

8

inct 4-2016

heeft, waarvan het uiterlijk aangepast kan worden aan elke stijl. Het apparaat is in feite een hartslagmeter. Het vernieuwende is dat het zelf de afstand tot het hart kan berekenen en de metingen daarop kan aanpassen. Die afstand is van belang omdat die van invloed is op de gemeten waarden.

HDR op je telefoon: is dat wat? Samsung brengt een nieuwe lijn smartphones uit met een HDR-scherm. Dat betekent in theorie dat de beeldkwaliteit hoger is dan bij de toch al geavanceerde 4K televisies. Vooral voor mensen die films en series op hun tablet of mobiel kijken – en dat zijn er steeds meer – is dat belangrijk. Maar is de praktijk al zo ver? Volgens technologiesite CNET valt dat tegen. HDR werkt het beste met OLED-schermen. Telefoons gebruiken LED-technologie: die techniek heeft z’n voordelen, maar een nadeel is dat het geen pixels lokaal kan dimmen, wat essentieel is om de volle kleuren en het diepe zwart van HDR weer te geven. Bovendien is het etiket HDR niet beschermd, zodat het overal opgeplakt kan worden. Dat echt HDR eraan komt lijkt evenwel zeker nu zo veel producenten ermee experimenteren.

Fuchsia voor al uw ict? Google werkt aan een nieuw besturingssysteem met de codenaam Fuchsia. Het bedrijf heeft nu nog twee verschillende systemen: Chrome voor desk- en laptops en Android tablets en smart­ phones. Fuchsia moet beide aankunnen. Dat is goedkoper in het onderhoud. Bovendien moet het geschikt zijn voor embedded chips, oftewel het internet of things. Het wordt ontwikkeld voor moderne processoren, wat waarschijnlijk bekent dat oudere systemen er niet mee kunnen werken. Dat zou als voordeel hebben dat het kleiner is en nieuwere systemen er veel sneller op werken. Google wil er voorlopig nog niet veel over kwijt.


Rights Sales Manager – Gebruiksvriendelijk, intelligent, mobiel: efficiënt en flexibel beheer van uw rechtenverkopen Rights Sales Manager is de nieuwe workflow-georiënteerde en browser-gebaseerde Web App ter ondersteuning van uw rechtenverkopen. De applicatie, voor vaste en mobiele apparaten, is gebruiksvriendelijk en intelligent. Naast alle relevante informatie over rechten, titels en auteurs zijn de klantprofielen en interacties direct beschikbaar.

Voordelen en kenmerken Relevante informatie over titels direct beschikbaar Volledig actueel overzicht van alle beschikbare rechten

Flexibele en uitgebreide rapportages

met automatische signalering op stricties (zoals ‚niet

Gebruikersinterface in Nederlands, Engels, Frans,

aangekocht‘, ‚vervallen‘ of ‚reeds verkocht‘)

Duits, Italiaans, Portugees en Chinees

Koppeling van potentiële klanten aan de juiste titels

Marketing tool voor mass-marketing acties

en vice-versa op basis van classificaties als BIC, BISAC en thema Automatische notificaties om processen op te volgen

Beschikbaar als een geïntegreerde module in uw Klopotek systeem of standalone oplossing in de Cloud

voor: contracten, vooruitbetalingen en royalty statements Support voor boekenbeurzen: creatie van een

Rights Sales Manager is onderdeel van Klopotek STREAM:

‘Rights Guide’, kalenderbeheer, preparatie- en

het Cloud platform met excellente gebruikersinteractie

opvolgproces van boekenbeurzen

voor vaste en mobiele apparaten.

Klopotek BV, Oostenburgervoorstraat 120-124, 1018 MR Amsterdam

www.klopotek.nl


PUBLIEKSMEDIA | TEKST DIRKJAN VAN ITTERSUM

Zonder programmeren Deze 7 tools bieden uitkomst Webmagazines worden steeds populairder. Het zijn websites die op magazines lijken, zowel wat betreft lay-out als verschijnings­ frequentie. De lezer opent ze in de browser en leest online. Welke tools zijn er om zo’n online magazine te maken? Bij een digitaal magazine denkt u wellicht aan een magazine op de iPad in de vorm van een app. Maar er is een andere trend: magazines in de browser. Het voordeel is evident: de lezer hoeft geen app te downloaden. Via een mailtje krijgen abonnees te horen dat er een nieuwe editie is. Een goed voorbeeld van zo’n web­ magazine is Intermediair (zie kader).

Het maken van een multimediaal, interactief magazine is mogelijk dankzij moderne web­ technieken als CSS3, HTML5 en Javascript. In inct.magazine 2016-3 gingen we al uitgebreid in op de technische mogelijkheden en commerciële voordelen van een online magazine. Zo heeft KLM veel succes met iFly Magazine dat acht keer per jaar verschijnt. Het ziet er fraai uit en heeft commercieel succes. Iedere editie heeft volgens de makers een conversie van 6 tot 8 procent. De techniek achter zo’n magazine is aardig complex, maar gelukkig zijn er verschillende webdiensten die het produceren van een magazine makkelijk maken. In dit artikel bespreken we zeven aanbieders: vijf Nederlandse en twee internationale.

Intermediair Opvallend is dat vooral bedrijven en overheden actief zijn met webmagazines. Traditionele uitgevers doen er weinig mee. Een uitzondering vormt Intermediair. Dit magazine voor hoger opgeleiden verscheen tot 2012 wekelijks op papier, maar koos

10

inct 4-2016

voor een radicaal andere weg door alleen nog online te verschijnen. Het blad komt nu wekelijks uit met een digitaal magazine dat sinds kort ook responsive is. Het is dus ook goed op de mobiel te lezen.


webmagazines maken Nederlandse aanbieders TOOL

1

1. WP Magazines

2. Instant Magazine

• Vanaf € 1500 per jaar • Gebruikt door onder meer NS, De Zaak, Robeco

• Vanaf € 360 per jaar • Gebruikt door onder meer Rabobank, DWDD en Kleertjes.com

Het bedrijf achter WP Magazines is Dutch­ Giraffe. Het is al jarenlang actief met online magazines. Aanvankelijk werd iedere publicatie door het bedrijf zelf ontworpen, maar met de dienst WP Magazines kunnen redacties zelf aan de slag. De letters WP verwijzen naar WordPress. DutchGiraffe gebruikt dit contentmanagementsysteem als onderliggende techniek. De belofte is dat daardoor het maken van een magazine even makkelijk wordt als het werken met WordPress. Daar valt wel wat op af te dingen. WordPress is van origine niet bedoeld om webmagazines mee te maken. Om dit toch voor elkaar te krijgen, is gekozen voor de plugin VisualComposer. Weliswaar kan de gebruiker daarmee een pagina precies maken zoals hij wil, maar er is sprake van een steile leercurve. Gelukkig zijn er wel sjablonen die als startpunt kunnen dienen. www.wp-magazines.com

Wie inlogt op Instant Magazine wordt begroet door een overzichtelijk dashboard. Het maken van een magazine is een kwestie van klikken, slepen en plakken. De eerste keer verschijnt er uitleg in beeld. Dat is wel nodig, want hier is eveneens sprake van een steile leercurve. Sjablonen vormen de basis van een publicatie. Die zijn op bepaalde punten aan te passen. Vergeleken met sommige andere aanbieders biedt Instant Magazine wat minder flexibiliteit: u kunt de pagina’s niet volledig naar wens wijzigen. Vanuit het dashboard kunnen desgewenst meerdere magazinetitels worden gepubliceerd. Uitgeverijen met meerdere bladen kunnen er dus wel terecht, maar bij het instapabonnement mag slechts een titel worden gepubliceerd. www.instantmagazine.com

TOOL

2

inct 4-2016

11


TOOL

3

TOOL

5

12

3. Maglr Magazine

4. Magzmaker

• Vanaf € 300 (beperkt) of € 1020 per jaar. • Gebruikt door onder meer AgrofoodMotor, Erasmus MC en Zeeland

• Vanaf € 450 per jaar • Gebruikt door onder meer Rotary, Nationaal Comité 4 en 5 mei en ASN Bank

Met Maglr van het bedrijf BlueBerry kunnen uitgevers zowel native magazine apps als webmagazines maken. Het dashboard blinkt uit in gebruiksgemak. Het maken van een publicatie vergt weinig meer dan blokken naar de juiste plek toe slepen en er content in plaatsen. Dat kan gaan om tekst, beeld en video, maar ook om collages en sliders. Er is een royaal aantal sjablonen beschikbaar, maar zelf een pagina indelen kan ook. Bijzonder is de koppeling met SEOshop, een grote online aanbieder van webwinkelsoftware. Wie SEOshop gebruikt, hoeft slechts het artikelnummer in te voeren waarna de omschrijving van het product automatisch in het magazine verschijnt. Dit geldt ook voor wie de e-commerce­software Magento gebruikt. Een publicatie kan zelfs voorzien worden van een winkelwagentje. www.maglr.com

De editor van Magzmaker is redelijk makkelijk te bedienen, al vergt het de eerste keer wat uitzoekwerk. Er is keuze uit diverse sjablonen voor bijvoorbeeld fotopagina’s, inhoudsopgave of artikelen. Handig is de optie om zelf templates toe te voegen, waarbij je bestaande sjablonen als uitgangspunt neemt. Opvallend is dat de magazines van Magzmaker niet per definitie responsive zijn. Bij het aanmaken van een nieuw blad kan gekozen worden uit sjablonen voor een responsive magazine of voor een magazine dat speciaal geschikt is voor de iPad (horizontaal of verticaal). De lay-out is daarmee beter te beheersen, maar het sluit degenen die het magazine op de smartphone willen lezen wel uit. Wat ons betreft geen handige keuze, maar het zit ook niet in de weg. www.magzmaker.com

5. Publ.sh

Publ.sh richt zich meer dan de andere besproken aanbieders op reclamefolders. Dat is geen toeval, want het bedrijf achter Publ.sh is al ruim tien jaar actief op het gebied van digitale folders. Hier geen sjablonen of het zelf in elkaar klikken van een publicatie. Het creatieproces start met het uploaden van een pdf. Deze kan verrijkt worden met bijvoorbeeld video. Ook zijn er tools om een winkelwagen te koppelen. Verder is er plek voor gerelateerde producten en is er een optie om sociale media te koppelen zodat lezers aanbiedingen kunnen delen. Publ.sh is goed in analytics. Zo zijn er heatmaps om te zien welke producten populair zijn. Verder is er software ingebouwd die voorspelt welke consument wat zal kopen. www.publ.sh

• Vanaf € 170 voor een enkele editie • Gebruikt door onder meer Siemens, Vredestein en Rode Kruis

inct 4-2016

TOOL

4


Internationale aanbieders TOOL

6

6. LucidPress

7. Joomag

• Prijs: vanaf $ 71,40 per jaar • Gebruikt door onder meer La Presse en ­Lead­Pages

• Prijs: gratis (beperkt) of vanaf $ 75,60 per jaar • Gebruikt door onder meer Harper’s Bazaar en EY

Het werken met LucidPress doet een beetje denken aan het maken van een presentatie met Microsoft PowerPoint. Niet alleen de werkwijze, ook het gebruiksgemak is vergelijkbaar. Het eindresultaat kan een webmagazine zijn, maar dat hoeft niet. Er is namelijk veel meer mogelijk met LucidPress. Zowel degene die de online software wil gebruiken om een flyer te maken als wie een compleet papieren magazine wil maken, kan er terecht. Simpelweg ander (papier)formaat selecteren en de publicatie is meteen aangepast. Er zijn verschillende sjablonen om snel te starten, maar van nul af beginnen kan ook. In vergelijking met de Nederlandse initiatieven is de prijs aantrekkelijk. www.lucidpress.com

TOOL

7

Wie met Joomag aan de slag gaat, krijgt het gevoel te werken met een online versie van InDesign. Voor ontwerpers is deze dienst dan ook een aanrader. De flexibiliteit is groot en het gebruiksgemak ligt op hoog niveau. Er is keuze uit diverse sjablonen, maar starten met een wit vel kan ook. Wie al een pdf van zijn magazine heeft, kan deze uploaden en er daarna content aan toevoegen. Bijzonder aan Joomag is het goede CRM-systeem. Alle informatie over abonnees is te vinden in een overzichtelijk dashboard, inclusief een optie om groepen aan te maken op basis van interesses. Het importeren van een abonnee­ bestand uit een ander systeem naar Joomag kan ook. De instapprijs is laag, maar loopt wel op voor wie meer eisen heeft. www.joomag.com

Inspiratie voor digitale ­magazines Wanneer is een webmagazine interessant voor uitgevers? Instant Magazine noemt de volgende opties:

1. E-learning Een cursusboek in de vorm van een digitaal magazine kan een stuk aantrekkelijker zijn dan een papieren boek. Interactieve elementen dagen de leerling uit. Denk aan afbeeldingen, video’s en opdrachten. Door toetsen te maken controleert de student zelf of hij/zij de lesstof goed heeft begrepen.

2. Sneak preview Door een deel van een magazine alvast digitaal vrij te geven, worden belangstellenden warm gemaakt voor de printeditie of voor betaalde content. Een prima marketinginstrument. Deze mogelijkheid wordt ingezet door onder meer het fotografieblad Zoom.nl.

3. Event magazine

5. Digitale variant van blad

U organiseert een evenement? Maak er een digitaal blad voor. Daarbij zijn verschillende uitvoeringen denkbaar. Het kan bij wijze van uitnodiging of programmaboekje, maar ook als terugblik. De lezer krijgt zo een goede indruk van het event dankzij video’s, foto’s en downloads naar de presentaties. Het programma van inct.live is op deze manier verschenen.

Wie al een papieren blad uitgeeft, kan de uitgave vertalen naar een digitale versie. Met een betaalmuur kan toegang tegen betaling afgedwongen worden. Uiteraard is een digital only-uitgave ook mogelijk. Dit werkt vooral goed in nichemarkten waar veel vraag is naar informatie over een specifiek onderwerp.

4. Specials Een digitaal magazine is zeer geschikt om een bepaald onderwerp uit te diepen. Zo maakte fotolenzenspecialist Tamron een webmagazine over de nieuwste objectieven. Dit werd overigens gedaan in samenwerking met het blad Zoom.nl. Zo zorgt een gesponsorde digitale uitgave voor een nieuwe bron van inkomsten.

In al deze gevallen geldt dat een goede database met mailadressen van geïnteresseerden essentieel is. Het versturen van een mailing zorgt steevast voor een piek in de bezoekcijfers. Overigens letten steeds meer magazinetools op de SEO van een blad, waardoor artikelen ook via zoekmachines vindbaar zijn. inct 4-2016

13


VAKMEDIA | TEKST HANS VAN DER KLIS

Nieuwe uitgevers, nieuwe media Vakbladen overleven als community’s De afgelopen jaren hebben de grote uitgeverijen afstand gedaan van hun eens zo goed lopende vaktijdschriften. Die tijdschriften zijn in meerderheid niet verdwenen. Ze worden uitgegeven door nieuwe wendbare uitgeverijen en drukkers. Die pionieren met nieuwe businessmodellen, community’s en digitale publicaties. Maar economisch gezien is ook voor hen schaalgrootte de doorslaggevende factor. Wat ziet BDUvakmedia in een failliete vakbladenuitgeverij als Koggeschip? Zou de uitgeverij net als het mediaschuwe Pijper Media titels opkopen om de eigen drukpersen aan de gang te houden? Zo groot zullen titels als StyleVison Magazine, Esthéticienne, Prof Nail, Voetvak+, Massage Magazine en Laboratorium Magazine toch niet zijn? ‘De drukopdrachten hebben wel een rol gespeeld, maar zijn zeker niet de belangrijkste reden geweest om Koggeschip over te nemen’, vertelt Wiljo Klein Wolterink, directeur/uitgever van BDUvakmedia. ‘De belangrijkste reden dat wij toekomst

14

inct 4-2016

zien in deze titels, is dat wij een totaal andere kostenstructuur hebben dan Koggeschip. Een aantal vakbladuitgevers is nog steeds op dezelfde manier georganiseerd als in de jaren dat het goed ging. Dat is financieel niet vol te houden in deze tijd. Wanneer je bijvoorbeeld een duur en langlopend contract voor de huisvesting hebt, kom je in de problemen.’

Grote concerns De laatste jaren zijn veel vakbladen van eigenaar veranderd. Grote uitgevers als Kluwer, Reed Business en Sdu hebben hun


vaktijdschriften grotendeels van de hand gedaan. In een poging de marges op peil te houden, wilden zij de ‘topple rate’, de snelheid waarmee toonaangevende bedrijven hun marktleiderschap verliezen, voor zijn. Wolters Kluwer en Reed Elsevier (RELX) richten zich op software en big data. Sdu kreeg begin 2013 van de nieuwe Franse eigenaar Editions

Daarmee werd Vakmedianet een van de nieuwe grootmachten op het gebied van vakinformatie. Een andere nieuwe grote speler is Sijthoff Media Groep, die in 2012 de Adfo Groep overnam van Kluwer en later ook Binnenlands Bestuur (2013), AutomatiseringGids (2015) en inGovernment (2015) uit de stal van Sdu/BIM Media inlijfde.

Andere prioriteiten

Vakmedianet is een nieuwe grootmacht in vakinformatie Lefebvre Sarrut (ELS) de opdracht de strategische koers aan te scherpen en focust nu op harde digitale juridische, fiscale en bestuurlijke vakinformatie. Vakmedianet nam in 2012 het HR-portfolio van VNU over, in 2013 een aantal titels van Kluwer, eind 2014 17 titels van Reed Business en onlangs het bouwportfolio van BIM Media.

De nieuwe marktleiders begrijpen dat de leveranciers van vakinformatie niet langer op dezelfde voet door kunnen gaan. De traditionele inkomstenbronnen, advertenties en personeelswerving, zijn opgedroogd. Onder de vorige eigenaren kwijnden de belangrijkste vaktitels weg: de grote concerns deden niet veel meer dan het personeelsbestand uitdunnen. De prioriteiten lagen elders. Bij de Adfo Groep, die heel lang werkte met controlled circulation, heeft Sijthoff het roer omgegooid: de lezers moeten nu betalen voor de content. Ook veel andere vakmedia hebben betaalmuren geïnstalleerd; niet allemaal even succesvol, maar zoals Willem Sijthoff vorig inct 4-2016

15


jaar in Het Financieele Dagblad zei: deze transitie vergt een lange adem. Het nieuwe businessmodel bestaat uit meer dan een betaalmuur. Uitgevers van vakinformatie zien hun klanten als community's, gemeenschappen van mensen met dezelfde interesses en belangen, die zij met tijdschriften, online nieuws en events als congressen, workshops en webinars kunnen bedienen. Omdat het tijdschrift nog maar één onderdeel van het aanbod is spreken zij niet meer van

Uitgevers spreken niet meer van titels, maar van ‘platforms’ titels, maar van ‘platforms’. Dat bleek ook weer bij de lancering van de nieuwe naam van AutomatiseringGids, AG Connect: ‘Het nieuwe platform voor álle IT-professionals van Nederland’, zoals de pay-off luidt. Het onderstreept het nieuwe elan dat de nieuwe eigenaren met zich mee hebben gebracht, na jaren van afknijpen en bezuinigen. Voormalig Mediafacts-uitgever Marjolein Margadant sprong begin 2015 met Accountancy Vanmorgen in het gat dat ontstond toen Kluwer stopte met Accountancynieuws. Zij begon zelfs met het opbouwen van een community, niet met een magazine. Kluwer had het beheer van de LinkedIn-groep van Accountancynieuws aan een buitenstaander overgelaten, waardoor Margadant daarmee een vliegende start kon maken. Onlangs lanceerde uitgever Alex van Groningen een concurrent: Accoun-

tantsmagazine. Dat bestaat eveneens uit een heel palet van activiteiten: de website Accountantsweek.nl, een wekelijkse nieuwsbrief, het maandelijks magazine Accoutantsmagazine, cursussen, een beurs en events, zoals De Dag van de MKB-accountant.

Schaalgrootte De nieuwe businessmodellen zijn veelbelovend, maar dat betekent niet dat de gouden jaren terug zijn. Het uitgeven van vakinformatie is aanmerkelijk minder profijtelijk dan vroeger, vertelde directeur Ruud Bakker van Vakmedianet begin dit jaar in een interview in het FD. Tegenwoordig is de ebitda-marge 10 procent, de helft van wat in de jaren ’90 gebruikelijk was. Zonder aanvullende diensten – Vakmedianet pioniert met het aanbieden van juridisch advies – gaat het niet. De belangrijkste reden voor BDUvakmedia om Koggeschip over te nemen is ook een stuk prozaïscher dan een baanbrekend nieuw businessmodel: schaalgrootte. ‘Wil je overleven in de huidige marktomstandigheden, dan heb je schaalgrootte nodig’, zegt Klein Wolterink. ‘Wij hebben de redactie en de commerciële mensen van Koggeschip overgenomen, maar geen mensen voor de back-office. Dat deel hebben wij zelf uitstekend op orde. Of onze administratie nu 11.000 of 12.000 facturen moet verzenden, maakt niet uit. Dat gaat in een moeite door. Hetzelfde geldt voor de automatisering. Daar ligt onze winst. Om die afdelingen goed te kunnen laten draaien, hebben we expansie en de bijbehorende nieuwe omzet nodig.’ Dat wil niet zeggen dat BDUvakmedia zijn ogen sluit voor de veranderingen op de markt. ‘Ook wij zullen multimedialer gaan werken, of transmedialer, zoals wij dat hier noemen. Dat is een ontwikkeling die je niet kunt negeren.’

PublishOne Jade nu beschikbaar! Het krachtigste document management systeem voor auteur en redacteur. Verkort de time-to-market van publicaties door te schrijven, verrijken, doorzoeken en publiceren vanuit één omgeving.

Vraag nu een demo aan op www.publishone.nl PublishOne is een product van Diskad - publishone@diskad.nl - twitter.com/publish_one

16

inct 4-2016



vormgeving van digitale en gedrukte media

kennis- en opiniemagazine voor uitgeefexperts

LEERLINGENBOEK

HANDLEIDING

REKENEN METEN

BEGRIJPEND LEZEN

nr 1 februari 2016 • www.inct.nl

Alle media tekst Dirkjan van Ittersum

Dirkjan

Een uitgever tussen je WhatsAppvrienden

GROEP 6 - 7 - 8

GROEP 5

Lezer

Wat kunnen uitgevers met WhatsApp?

Ton van Poelgeest, Uitgeverij Elmar

Dirkjan

We zijn een klassieke moderne uitgeverij

Waar uitgevers massaal berichten delen via Facebook en Twitter, valt het gebruik van Whats­ App tegen. Er zijn maar nauwelijks uitgevers die de enorme populariteit van WhatsApp benutten. Toch zijn er mogelijkheden. 14

inct 1-2016

ONVEILIGE GEHECHTHEIDSPATRONEN perspectief voor ieder kind

Uitgave van Ouder vereniging Balans • 28 e jaargang • € 6,95

nr

7

De Amerikaanse psychologe Mary Ainsworth (1913-1999) ontwikkelde in samenwerking met de Britse psychiater John Bowlby (19071990) de zogenaamde ‘Vreemde Situatie Procedure’ (Ainsworth et al., 1978) om de gehechtheidsstijl van een kind te bepalen. Er wordt milde stress opgeroepen bij het jonge

september/oktober 2015

kind, doordat de ouder het enkele minuten alleen laat in een vreemde ruimte. De reactie op de hereniging met de ouder is het belangrijkste moment. Op basis van de uiteenlopende reacties van kinderen kunnen de veilige en drie onveilige gehechtheidsstijlen worden vastgesteld:

THEMANUMMER

TERUGBLIK OP EEN JAAR PASSEND ONDERWIJS

VEILIG GEHECHT

61%

15%

STAATSSECRETARIS SANDER DEKKER OVER THUISZITTERS EN SCHOLING VAN DOCENTEN.

ONVEILIG VERMIJDENDE GEHECHTHEID: de veilige basis is goed maar de veilige haven niet. Als het kind bijvoorbeeld valt of moe is, wordt de emotie niet goed gespiegeld. Dan wordt gezegd: ‘Stel je niet aan’ of ‘Zo erg is het niet’. Kinderen leren: ouders zijn er wel voor me als ik me goed ontwikkel en zelfstandig ben, maar niet als het op het uiten van emoties en het bespreken van dingen aankomt. Bij het kind kunnen heftige gevoelens van frustratie vermengd met angst optreden. Kinderen stoppen die gevoelens vervolgens weg en denken: ‘Ik heb daar niet zo’n last van, ik word toch niet getroost’. Het jonge kind zal de ouder mijden in situaties waarin het schrikt of angstig is. Bij oudere kinderen is de strategie zichtbaar in neutrale reacties op verbrekingen en herenigingen van contact en het vermijden van affectieve uitingen.

15%

9%

ONVEILIG ANGSTIG-AMBIVALENTE GEHECHTHEID: de veilige haven is goed, maar de veilige basis niet. Deze kinderen komen moeilijk tot exploratie. Het zijn kinderen die dicht bij de ouders blijven en erg gaan hangen en claimen. Het kind houdt de hechtingsfiguur voortdurend in de gaten en raakt in paniek als deze uit het blikveld verdwijnt. De ouder reageert mogelijk inconsequent op het kind, is angstig als het kind weggaat of heeft het kind nodig voor zichzelf. Je ziet bij kinderen die ambivalent gehecht zijn vaker dat ze blijven huilen als ze getroost zijn. Het is de ouder die zegt: ‘Hij kon alleen maar een beetje spelen als ik ernaast zat’.

ONVEILIG GEDESORIËNTEERD GEHECHT: dit is de meest ernstige vorm van onveiligheid, zowel de veilige haven als de veilige basis is niet goed. Deze kinderen hebben bijvoorbeeld ouders die zelf zijn getraumatiseerd en daardoor onvoorspelbaar reageren. Of de kinderen worden mishandeld of misbruikt. De gehechtheidsfiguur is tegelijkertijd een bron van troost als angst. Het jonge kind kan zich niet aanpassen aan deze onoplosbare paradox en laat daarom vreemd, tegenstrijdig, gedesoriënteerd gedrag zien. Het kind kan tegelijk lachen en huilen als het zijn ouder weer ziet na een korte scheiding. Oudere kinderen kunnen extreem angstig, controlerend en bazig gedrag laten zien. Deze kinderen hebben een heel slechte emotieen stressregulatie en de persoonlijkheidsontwikkeling kan stagneren. Door de stress kunnen ze vaak minder goed leren en ontwikkelt het geweten zich minder goed. Er is een grote kans op psychopathologie.

DYSLEXIE: WAT LEVERDE DECENNIALANG ONDERZOEK OP? ADHD: DE INVLOED VAN MEDICATIE EN BLAUW LICHT OP SLAAP. 38

EN VERDER: HENK KROL (50PLUS), RINDA DEN BESTEN, PAUL ROSENMÖLLER, SURFEN OP DE NOORDZEE

01-Omslag-BM 20150828 SM.indd 1

30-08-15 15:37

BALANS 2-2016

31-47-ThemaHechting_BM2.indd 38

24-01-16 12:14

info@beeldinzicht.nl • www.beeldinzicht.nl


te nieuws s t a la t e h r oo spiratie.nl v t c n .i w w w Kijk op

inct.spiratie: datastrategie voor uitgevers Event op hoog niveau Op 23 november kunt u weer naar het evenement inct.spiratie. Dit keer is het thema datastrategie voor uitgevers. Het onderwerp 'data' is veel­ besproken, maar wat ­betekent het voor uitgevers? Traditioneel was content het centrale thema voor uitgevers, de laatste jaren kwam daarbij (of daarvoor in de plaats) service en nu is data het centrale woord. Niet Big Data, maar de data die uitgevers hebben of zouden kunnen hebben of zouden moeten willen hebben. Met die data kun je nieuwe uitgeefstrategiën vormgeven. Hans Lodders in zijn column op inct.nl stelt het zo: ‘Een data-strategie voor uitgevers is niet veel anders dan dat je als uitgever kijkt in hoeverre je data kunt gebruiken bij het behalen van je businessdoelstellingen. En dat je vervolgens je (marketing- en ICT-) organisatie zodanig inricht dat je de relevante data kunt verzamelen, analyseren en vertalen naar input voor businessbeslissingen en -acties. En dat je daar ook weer relevante data over verzamelt, zodat de datacirkel sluit en je kunt toewerken naar een lerende en ontwikkelende organisatie.’ Op 23 november nemen we u mee langs alles wat met data-strategie te maken heeft. Alleen voor grote uitgevers? Nee, iedere uitgever van klein naar groot kan een zinvolle data-strategie ontwerpen en volgen.

Eerste sprekers bekend Emiel van Bockel, Manager Information Services van het CB. Hij is ervan overtuigd dat een uitgever die geen datastrategie heeft over vijf jaar geen business meer heeft. Hij houdt een uitdagend verhaal over de toekomst van de sector aan de hand van goede voorbeelden en de stelling: je verkoopt je product niet meer er als het geen analytics en tracking heeft. Stefan Havik, Directeur Marketing & Advertising Sanoma. Zijn verhaal zal gaan over het verzilveren van data. Havik zal vertellen wat de datastrategie van Sanoma inhoudt, hoe men data te gelde maakt, zowel aan de B2B- als de B2C-kant, en wat de belangrijkste ervaringen zijn. Een leerzaam verhaal uit de praktijk. Erik van Heeswijk, CEO van CleverLions: Big Data wordt door velen als een wondermiddel gezien; als je maar genoeg verzamelt, openbaart de waarheid zich vanzelf en wordt iedereen als vanzelf effectief en efficient, zo luidt de sage. De werkelijkheid is uiteraard weerbarstiger. Erik vertelt aan de hand van de NPO-case (het nieuwe Uitzending Gemist), waaraan hij een substantiele bijdrage heeft geleverd, wat er komt kijken bij een data-strategie.

Locatie inct.spiratie biedt uitzicht, nu ook letterlijk. Dit jaar hebben we gekozen voor een toplocatie in het midden van Rotterdam: de 23e verdieping van het WTC.

Meer weten & inschrijven: www.inctspiratie.nl

Kosten en inschrijven Niet-leden tot en met 15 oktober € 325, daarna € 450. Leden altijd € 300.


ALLE MEDIA | TEKST MARLOES DE MOOR

OneWorld Data Atlas maakt ingewikkelde data

helder

Cijfers checken en daar iets moois van maken OneWorld Data Atlas zet met behulp van open data wereldwijde vraagstukken overzichtelijk op de kaart. Na de start in 2013 is de website flink uitgebreid. Er zijn nu elf onderwerpen: van water via bevolking tot millenniumdoelen. ­Redacties kunnen nu kaarten in hun eigen huisstijl vormgeven of visualisaties en analyses van data in opdracht laten maken. Ellen de Lange, projectleider van OneWorld Data Atlas: ‘We willen steeds meer maatwerk gaan leveren.’ Stel dat je een achtergrondverhaal schrijft over overgewicht wereldwijd. Je wilt weten hoeveel mensen te dik zijn in Libië en hoe zich dat verhoudt tot bijvoorbeeld Madagaskar. En stel dat het zweet je uitbreekt bij de gedachte dat je deze cijfers ergens in misschien wel vuistdikke, wollige rapporten moet achterhalen. Dan kun je opgelucht ademhalen als je ze met een paar muisklikken online ziet staan in de OneWorld Data Atlas. Op een overzichtelijke kaart of in een staafdiagram kun je de vergelijking tussen beide landen te bekijken. Daaronder staat een keurige analyse van het probleem overgewicht. OneWorld Data Atlas brengt de ontwikkelingen van verschillende landen letterlijk en figuurlijk in kaart en vertaalt ingewikkelde data naar infographics, heldere analyses en factsheets, zodat ze voor een breed publiek begrijpelijk en toegankelijk worden.

Datajournalistiek Ellen de Lange, projectleider bij OneWorld Data Atlas, startte drie jaar geleden met het project. ‘Dat deed ik vanuit mijn interesse in datajournalistiek, die op dat moment steeds

20

inct 4-2016

meer opkwam. Mensen zagen het belang in van open data en transparantie en van toegang tot overheidsgegevens. De OneWorld Data Atlas voorzag in die behoefte. Een gat in de markt voor ons. Het was destijds “in het land der blinden is eenoog koning”. Niemand hield zich ermee bezig en toen ben ik het gaan doen.’ OneWorld Data Atlas is een onderdeel van OneWorld, uitgegeven door NCDO, centrum voor mondiaal burgerschap, en trekt zo’n twintigduizend bezoekers per maand. Op de website vind je helder weergegeven data van bronnen als de Wereldbank, niet-gouvernementele organisaties (ngo’s), het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de Verenigde Naties, universiteiten, kenniscentra en onderzoeksinstituten. Deze kaarten mag je gratis embedden op je eigen website of blog. Je bent vervolgens vrij om alle aangeboden data zelf verder te analyseren. Als je bijvoorbeeld het overgewicht in bepaalde landen onderzoekt, kun je met andere kaarten bekijken hoe dit in verhouding staat tot het aantal mensen dat honger lijdt of het aantal auto’s per duizend inwoners in een land.


Als je meer dan drie getallen in een tekst gebruikt, maak het dan visueel

De driekoppige redactie van OneWorld Data Atlas begon met twee thema’s: voedsel en water. Inmiddels zijn daar negen andere onderwerpen aan toegevoegd: bevolking, mobiliteit, grondstoffen, landbouw, gezondheidszorg, gezondheid, liefde en seks, man en vrouw en de millenniumdoelen. ‘We zijn nu bezig om de site verder door te ontwikkelen en meer in te spelen op de actualiteit. Zo verzamelen we gegevens over het klimaatakkoord en de werelddoelen, de sustainable development goals, die de 193 lidstaten van de VN ondertekenden om een einde te maken aan extreme armoede, ongelijkheid en klimaatverandering. We monitoren in hoeverre de gestelde doelen gehaald worden. In het kader daarvan gaan we bijvoorbeeld onderzoek doen naar duurzaamheidsclaims van bedrijven. In hoeverre dragen die echt bij aan een beter klimaat?’

Feiten checken ‘Daarnaast proberen we alles up to date te houden, al komen we daar niet altijd aan toe. Het maken van de kaarten is heel arbeids­ intensief. Het visualiseren kan snel gaan, maar

vooral het checken van data en bronnen kost veel tijd. Soms zijn dat wetenschappers die we nabellen. We schakelen ook wel eens een expert in om bepaalde cijfers te interpreteren.’ Mooi werk is het wel, vindt De Lange. ‘Over sommige onderwerpen, zoals het vluchtelingenprobleem, is veel discussie. Je leest dan over tsunami’s aan vluchtelingen. Ik vind het belangrijk om de feiten te checken, te bekijken hoeveel vluchtelingen er nu écht naar ons land komen en dat te visualiseren.’ De redactie probeert data zo dicht mogelijk bij de bron te verkrijgen. Zo werkte OneWorld Data Atlas samen met Track FM, een organisatie die data verzamelt via radiostations in Afrika. ‘We wilden weten hoe belangrijk de toegang tot internet is voor mensen in rurale gebieden. Je kunt die informatie niet zo makkelijk vinden. Met behulp van het radiostation hebben we toen een oproep uitgezet onder de bevolking, zodat we dit in kaart konden brengen.’ De Lange is van plan om vaker zo te gaan werken. ‘We ontwikkelen een tool waarmee internationale journalisten kunnen samenwerken. Afrikaanse journalisten kunnen zelf

inct 4-2016

21


gegevens uit hun land toevoegen. Voor ons is dit een goede manier om het realiseren van de werelddoelen te bekijken. Journalisten uit landen waar de informatie minder inzichtelijk is kunnen ons aan informatie helpen.’

Kaarten en grafieken in huisstijl Aanvankelijk maakten vooral ngo’s, scholen en aardrijkskundedocenten gebruik van de OneWorld Data Atlas. Nu beginnen ook redacties en journalisten er steeds meer de voordelen van in te zien. Om die reden ontwikkelde het team van OneWorld Data Atlas een Atlas 2.0. Gebruikers kunnen met een online tool kaarten en grafieken in hun eigen huisstijl maken die beter aansluit bij hun tijdschrift, krant of website. ‘We werken ook steeds vaker in opdracht en hebben bijvoorbeeld samengewerkt met Vrij Nederland en onderzoeksbureau SOMO. Voor Vrij Nederland maakten we een visualisatie bij een verhaal over vrijhandelsverkeer van China in Afrika. Met SOMO deden we onderzoek naar belastingontduiking. Zij hadden al data, maar wisten niet goed hoe ze de analyse konden doen. Wij hebben de geldstromen van import naar export bekeken en zagen dat veel via Nederland liep. Van deze data hebben we een analyse gemaakt en die vervolgens gevisualiseerd.’ De opdrachten die OneWorld Data Atlas krijgt variëren van een eenvoudige infographic tot het onderzoek doen naar een bepaald onderwerp. ‘We willen steeds meer maatwerk gaan leveren en we merken dat de behoefte eraan groeit. Onze stelregel is: als je meer dan drie getallen gebruikt, maak het dan visueel. De helft van de mensen is visueel ingesteld. Een grafiek of kaart werkt dan beter dan tekst.’ Daarnaast blijft het team experimenteren, zoals met kaarten waarbij de interactie nog groter is. ‘We brachten alle Nederlandse wijken in kaart: wat is de bevolkingsdichtheid, de gemiddelde leeftijd, het aandeel allochtonen, de hoogte van de inkomens? Je kunt je eigen wijk

22

inct 4-2016

terugvinden en bekijken of het beeld dat je ervan hebt klopt met de werkelijkheid.’ Hetzelfde deed de redactie met het thema duurzaamheid. Aan de hand van een test kun je bekijken hoe duurzaam je bent ten opzichte van de rest van Nederland en dat vervolgens terug zien in een grafiek.

We experimenteren met data­snacks: ­grafiekjes die je kunt delen op sociale media De Lange: ‘We experimenteren op dit moment met de zogenaamde datasnacks: grafiekjes waarin we een kleine hoeveelheid data verpakken. Die kun je vervolgens delen op sociale media.’ OneWorld wordt nu nog deels gesubsidieerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, waardoor de redactie veel mogelijkheden heeft om te experimenteren. ‘Maar we krijgen steeds minder geld,

dus het is van belang dat we de markt op gaan. Embedden van kaarten is gratis, maar voor het gebruik van de online tool moeten gebruikers betalen. De prijs hangt af van hoe vaak je wilt publiceren, hoe customised je het wilt hebben en bij ngo’s ook hoe groot de organisatie is. Ook de opdrachten zijn natuurlijk betaald.’ De Lange hoopt de verdiensten vooral uit het maatwerk te halen en uit verbetering van de abonnementsdienst. ‘We hebben al interessante samenwerkingen gehad, maar dat kunnen er nog meer zijn. Voor onze OneWorld-redactie hebben we eerder dit jaar een zogenaamde Dataweek georganiseerd met trainingen, lezingen en workshops. Ik denk dat het voor andere redacties ook een waardevolle toevoeging kan zijn om zoiets te organiseren. Zo kun je het onderwerp “data” wat meer laten leven onder de journalisten. Het is niet saai, maar juist leuk om cijfers te checken en daar vervolgens iets moois van maken.’


BENUT DE KRACHT VAN WOORD EN BEELD CCJ: opleidingen voor professionals in communicatie en journalistiek

Online usability

Zie voor het volledige aanbod www.ccj.hu.nl

Maak van uw website een uithangbord Start 8 november 2016: 10 avonden, € 1.450,-

New media management

Een strategische benadering voor uw (social) mediadomein Start 16 november 2016: 8 avonden, € 1.595,-

Customer media

Effectieve content marketing vanuit een strategisch concept Start 6 april 2017: 9 avonden, € 1.195,-

Informatief schrijven

Schrijf aantrekkelijke informatieve teksten met journalistieke technieken Start 29 september 2016: 9 middagen, € 1.195,Start 2 februari 2017: 9 avonden, € 1.195,-

Storytelling

Het verhaal als medium om uw doelgroep in beweging te krijgen Start 24 november 2016: 8 avonden, € 1.250,-

CCJ traint al meer dan 25 jaar professionals in communicatie en journalistiek. CCJ is onderdeel van de School voor Journalistiek, Hogeschool Utrecht. En deelt graag de schat aan kennis en ervaring die daar is opgebouwd; door hogeschooldocenten, onderzoekers en trainers met twee voeten in de werkpraktijk.


NIEUWSMEDIA | TEKST DAVID HUIJZER FOTO’S SEASIDE MOTION

Dina Boonstra:

‘ Het Noorden

24

inct 4-2016


is van ons’ De wederopstanding van NDC mediagroep NDC mediagroep lijkt een zware periode definitief achter de rug te hebben. Na een aantal turbulente jaren schreef de noordelijke uitgever van nieuwsmedia over 2015 zwarte cijfers. Onder leiding van algemeen directeur Dina Boonstra lijkt NDC weer op koers te zijn. Hoogste tijd dus om naar Leeuwarden af te reizen om de ontwikkelingen van NDC mediagroep nader te bespreken.

inct 4-2016

25


Net als Angélique Wouters in het vorige nummer van inct.magazine is Dina Boonstra na een uitstapje buiten het vak teruggekeerd in de uitgeefbranche. Haar lange carrière bracht haar langs onder meer Wegener, FD/ BNR en Wolters Noordhoff. In 2010 besloot ze het vak vaarwel te zeggen en te gaan werken bij Lentis, een zorgverlener in het Noorden van het land. ‘Ik dacht dat ik definitief uit het uitgeefvak was gestapt. De uitgeefsector zat in een zware tijd en alles in die branche leek moeizaam. De stap opzij leek mij een goed besluit. Bij Lentis werd ik directeur ondersteunende diensten, zoals ICT, HR en facilitaire diensten. Daardoor kreeg ik snel inzicht in hoe die sector functioneerde. Mijn focus lag eerlijk gezegd op een verdere loopbaan in de zorgsector, maar toen stond NDC mediagroep ineens op de stoep.’

Ik was de vijfde directeur in vier jaar Boonstra’s ervaring in de branche strekte van internet tot sales & commercie: bij Wegener was zij verantwoordelijk voor Autotrack en Jobtrack, bij Wolters Noordhoff was zij als directeur consumentenproducten verantwoordelijk voor bekende merken als de Bosatlas en de Lijsters. Hoe reageerde zij op het verzoek van het krantenconcern NDC mediagroep om daar als algemeen directeur aan de slag te gaan?

Die overnames en fusies waren gedaan toen het in de markt nog prima ging, maar de bankencrisis en de daarop volgende economische crisis zorgden ervoor dat het geheel uit elkaar viel. Alle drie partijen gingen hun eigen weg. ‘Daarbij is veel geld verloren gegaan,’ licht Boonstra toe. ‘Er was ook nog heel veel legacy van die oude situatie. Het positieve is wel dat ik mijn eigen team samen kon samenstellen: nagenoeg de hele oude directie was opgestapt. Daar heb ik wel wat tijd voor nodig gehad, maar nu hebben we een managementteam met vier mensen die allemaal hun roots hebben in het Noorden en die de benodigde ervaring hebben. De algemeen hoofdredacteur is de enige die uit de oude tijd is gebleven, de rest heb ik zelf kunnen aantrekken.’

Verwarring ‘Wat ik aantrof is een bedrijf in verwarring. Dat betekende dat er een persoonlijk afbreukrisico in zat, maar ik kan onderdeel van het probleem zijn of onderdeel van de oplossing. Het is duidelijk waarvoor ik heb gekozen.’ Dat Boonstra de vijfde directeur in korte tijd was zorgde voor veel wantrouwen in de organisatie. De medewerkers hadden de één na de ander zien komen en gaan. ‘Het lijnmanagement dat er op dat moment zat was wel realistisch. Zij zagen ook wel dat er een omzet- en kostenprobleem was en dat een reorganisatie onvermijdelijk zou zijn.’ ‘We zijn allereerst de cruciale processen gaan bekijken, zoals redactie, marketing, order to cash en het inkooptraject. De vraag was natuurlijk: waar zit de waste. Dat hebben we met eigen mensen gedaan. Voorheen liepen hier veel externen rond die flinke facturen voor dit soort werkzaamheden stuurden.’

Uitdaging ‘Natuurlijk moest ik er wel even over nadenken. Ik wist hoe lastig de problematiek was, zowel bij het bedrijf als in de sector. Ik was me er ook van bewust hoe NDC er op dat moment voorstond. Aan de andere kant, ik ken de uitgeefwereld, ik ben zelf ook een noorderling dus dat waren goede redenen om het toch te doen. Het was natuurlijk een uitdaging en dat trekt me altijd wel.’ Nadat ze had besloten om de zorgsector vaarwel te zeggen en terug te keren naar de uitgeverij, schrok Boonstra wel toen ze bij NDC binnen kwam. ‘Er was verwarring in de onderneming. Bedenk wel, ik was de vijfde directeur in vier jaar. Vanzelfsprekend zorgt dat voor onrust.’ NDC mediagroep bevond zich op dat moment in de nasleep van de ontvlechting van de fusie met VBK en de verkoop van ThiemeMeulenhoff.

26

inct 4-2016

Angst en wantrouwen vormen geen goede bodem voor creativiteit en innovatie Boonstra stelde projectteams samen van eigen mensen die als opdracht kregen om ‘back to basics’ te gaan en de voornoemde processen kritisch door te lichten. Die aanpak koos Boonstra bewust om vertrouwen te wekken.


‘Angst en wantrouwen vormen geen goede bodem voor creativiteit en innovatie. Dus fase 1 was vertrouwen wekken en de processen efficiënter maken.’ Dat is inmiddels volbracht, dus lijkt de rust weergekeerd in het Noorden. ‘Rust is niet het goede woord,’ zegt Boonstra stellig. ‘We moeten wel in beweging blijven. Het grootste gevaar na een jaar met zwarte cijfers is dat iedereen gaat denken dat alles weer goed is. Wij moeten scherp blijven en onzekerheden aangaan. We hebben als bedrijf een goede basis, maar feit is wel dat zowel de advertentiemarkt als de lezersmarkt in een dalende lijn zit, dus de primaire basis van ons bedrijf staat onder druk.’

Samenwerking De NDC richt zich op het uitbreiden van de mogelijke verdienmodellen. Daarbij is de regionale gebondenheid één van de belangrijkste verkoopargumenten. ‘Het Noorden is van ons; onze tagline is dan ook “Alles wijst op het Noorden”. Daarbij kijk ik naar wat we zelf kunnen en waar we samenwerking nodig hebben.’ Een voorbeeld van een nieuw verdienmodel is het drukken en in het Noorden van Nederland verspreiden van een aantal landelijke kranten. NDC doet inmiddels de distributie voor alle landelijke kranten in het Noorden. Voor TMG drukt NDC De Telegraaf en een groot gedeelte van de oplage van Metro. ‘Ik geloof in samenwerking in de krantensector. We moeten ervan af om elkaar als concurrenten te zien. De concurrentie komt tegenwoordig van buiten, Google, Facebook, Instagram. Onze positie in het Noorden geeft ons kansen om dat te doen. We doen dat al met drukken en distributie, maar ook op salesgebied.’

Centraal mediabureau ‘Wij kunnen een soort centraal mediabureau zijn voor wie het Noorden van Nederland wil bereiken. Er is eigenlijk te weinig belangstelling voor de 1,7 miljoen mensen die in deze regio wonen en werken. Het is onverstandig om deze doelgroep links te laten liggen. Wij zijn in staat om deze groep direct en gericht aan te spreken. Wij hebben het antwoord op de vraag hoe je 1,7 miljoen noorderlingen crossmediaal kunt bereiken.’

Op redactioneel vlak werkten de NDC-titels al samen bij de inkoop van artikelen over nationale en internationale aangelegenheden. De redactionele focus bij NDC ligt op de regio. ‘Daardoor zijn de andere uitgevers soms klant bij ons als het gaat om drukken en distributie, soms zijn wij klant bij hen als het gaat om redactionele content. Dat zou in 2000 ondenkbaar zijn geweest,’ zegt Boonstra. ‘Onze focus moet primair regionaal zijn, daar zit onze kracht. Je moet dicht bij degene zitten voor wie je uitgeeft. Wij kijken ook serieus naar burgerjournalistiek en de mogelijkheden daarvan. Daarbij hebben we een mooie gelegenheid: Leeuwarden is in 2018 culturele hoofdstad van Europa. Daarvoor ontstaat een platform waar burgers zelf content kunnen aanleveren. Wij werken samen met het Friesland College en de NHL Hogeschool om mensen hierbij te begeleiden en tegelijkertijd een platform op te zetten dat vanaf 2019 kan blijven draaien.’

Je moet dicht bij degene zitten voor wie je uitgeeft

Sterke merken ‘De drie dagbladen die we hebben zijn sterke merken, die lopen in verhouding met andere kranten minder hard terug in oplage. De merken zijn gekend bij lezers en adverteerders en met dat gegeven moeten we aan de slag. We hebben nu het vertrouwen intern, het is tijd om dat ook buiten te krijgen. Wij moeten de spin in het web zijn in het Noorden. Dat doen we door samen te werken met noordelijke partijen.’ ‘Dit proces is nog niet klaar. De afdelingen hebben inmiddels de draai gemaakt en nu moeten we verder ontwikkelen. Daarbij kijken we zowel naar redactionele concepten als naar concepten voor adverteerders, rondom thema’s als cultuur, gezondheid en onderwijs.’ Als voorbeeld van de nieuwe samenwerkingsinct 4-2016

27


verbanden noemt Boonstra de initiatieven op het gebied van cultuur. Daar besteden de kranten van NDC veel aandacht aan. Een nieuwe loot aan de stam is de app Van Plan. Daarop kun je evenementen vinden en daar meteen tickets voor kopen. ‘Daar zit een nieuw verdienmodel voor ons: ticketing in combinatie met marketing van evenementen. Dat kunnen we inzetten voor derden.’

Nieuwe doelgroepen Een ander voorbeeld zijn de games die NDC heeft ontwikkeld, de meeste rondom sport zoals Coach van het Jaar, Ploegleider en een game rondom de Formule 1. Daarmee boort NDC nieuwe doelgroepen aan en kan het de bestaande doelgroepen nog meer bieden. ‘Meer activiteiten voor noorderlingen. Ook willen wij het loket zijn voor partijen van buiten.’ NDC is dus duidelijk bezig de transitie te maken van content naar services, een bewe-

28

inct 4-2016

ging die in de hele branche is waar te nemen. ‘We kijken voor het ontwikkelen van nieuwe diensten juist heel erg naar de expertise die we al in huis hebben. Het gaat om het anders inzetten van bestaande expertise.’ Over de transitie van service naar data, volgens velen de volgende stap die de uitgeverij moet maken, is Boonstra nog wat terughoudend. ‘Daar zitten we nog erg op het basis­ niveau. We zien wel dat het die richting uit gaat. We hebben net een groot project rondom ons CRM-systeem afgerond, dus op dat gebied zijn we er klaar voor. Mijn visie is dat je altijd eerst de basis stevig moet neerzetten.’ Een andere belangrijke transitie is de redactionele focus van print naar online. Op dat gebied heeft NDC ook technologisch een sprong gemaakt met een geheel nieuw redactiesysteem. ‘Daar zijn we dus ook up-to-date. Daardoor kunnen we nu al het nieuws sneller brengen. Bijvoorbeeld: als voorheen FC


De bedreigingen komen van buiten, niet van de traditionele concurrenten

Groningen scoorde duurde het minuten voor het online stond, nu zijn we er direct bij. Dat zijn basisdingen die we nu goed doen. Nu kunnen we verder gaan denken. Een voorbeeld is het Friesch Dagblad dat van oudsher meer gericht is op langere achtergrondartikelen, bijna essay-achtig. We onderzoeken serieus de mogelijkheid om die artikelen te hergebruiken in een digitaal magazine dat we in de rest van Nederland kunnen verkopen. Dat zouden we vorig jaar nog niet gekund hebben, nu dus wel.’

Ambitie en degelijkheid Voor de nabije toekomst is er ambitie genoeg, maar eerst wil Boonstra dat 2016 wederom een topuitvoering is: zwarte cijfers. ‘Ik doe liever drie dingen goed dan tien half. De focus in 2016 ligt op drie projecten: Van Plan, Gezondheid & Co en NoordZ, een B2B-project voor het Noorden. We hebben in totaal twaalf

thema’s benoemd, maar dit zijn de drie die we dit jaar doen. Daarbij zoeken we heel expliciet de samenwerking met andere partijen in deze regio.’ 2016 moet volgens Boonstra de blauwdruk zijn voor hoe het bedrijf zich de komende jaren ontwikkelt. ‘Ambitie in combinatie met gedegen te werk gaan, dat past bij ons.’ Boonstra blikt nog even terug op het recente verleden. ‘Het bedrijf heeft nu weer vertrouwen en dat is de basis voor creativiteit en innovatie. Maar bedenk wel, we hebben nu ongeveer 520 fte in dienst, dat waren er vorig jaar nog bijna 600 en niet lang daarvoor nog ruim 800. Er is dus een heleboel gebeurd.’ Is Boonstra tevreden over hoe NDC er voorstaat? ‘Nee, eigenlijk niet. Het is mooi dat we een goede basis hebben en dat 2015 een goed jaar is geweest, maar waar ik mee worstel is hoe we ons model duurzaam transformeren. We hebben allerlei aanzetten tot die transformatie gedaan, maar of ze allemaal duurzaam zijn, dat weet ik niet. De nieuwe initiatieven zijn wel lichtpuntjes maar ze zorgen nog niet voor de omzet die we nodig hebben. Daarom moeten we in de sector meer samenwerken.’ Boonstra herhaalt nog maar eens dat de bedreigingen van buiten komen en niet van de traditionele concurrenten: ‘Daar moeten we ons samen sterk tegen maken.’ Als spin in het noordelijke web lijkt NDC zijn plaats te hebben gevonden. Uitdagingen zijn er nog genoeg: de vooruitzichten voor de sector blijven lastig en de traditionele modellen staan onder druk. Boonstra lijkt in ieder geval een nieuw elan te hebben gebracht bij NDC mediagroep. Tenslotte heeft Boonstra nog een wijze les voor iedereen in de branche: ‘Let goed op wat je zelf doet en wat je samen kunt doen. Concurrenten kunnen ook collega’s zijn.’ inct 4-2016

29


ALLE MEDIA | TEKST MICHIEL HATENBOER INFOGRAPHIC BEELDINZICHT

De trage opmars van ePub3 Uitgevers zoeken een markt voor verrijkte e-books In de discussie over de haalbaarheid van digitale uitgaven heeft lang de techniek centraal gestaan: welk documenttype bood de meeste mogelijkheden op al die verschillende apparaten met al die uiteenlopende besturingssystemen. Nu is techniek geen beperkende factor meer; op bijna alle platforms zijn goede resultaten mogelijk. Maar wat wil de lezer? En wil die wel betalen voor al dat moois? Bijna vijf jaar geleden introduceerde het International Digital Publishing Platform (IDPP) ePub3. Dat was de opvolger van het succesvolle open ePub2-formaat waarmee het e-book een grote opmars aan het maken was. ePub3 biedt meer mogelijkheden om multi­ media en interactiviteit aan publicaties toe te voegen dan zijn voorganger. Daarmee lag een gouden toekomst in het verschiet voor ePub3. Volgens de meest recente cijfers van CB Logistics is het gebruik van dit geavanceerde formaat het afgelopen jaar met meer dan dertig procent toegenomen. Dat lijkt mooi, maar dertig procent van weinig erbij is nog steeds niet veel. Bijna negentig procent van alle verkochte e-books wordt nog geproduceerd in het eenvoudige ePub2. Slechts 2,7 procent van de geleverde e-books is, ondanks de technische superioriteit, in het inmiddels al zeker niet meer nieuwe formaat ePub3. Welke drempels zijn er voor het uitgeven van verrijkte boeken in ePub3 en welk andere formaten zijn er?

Op tekst gericht We kunnen gerust stellen dat ePub2 op dit moment in ons taalgebied het standaard­ formaat is voor e-books. Het formaat heeft dan ook flinke voordelen: het is tamelijk eenvoudig

30

inct 4-2016

te produceren als spin-off van het papieren boek, de belangrijkste opmaakprogramma's kunnen ermee overweg en er zijn eenvoudige programma’s zoals Sigil en Calibre waarmee auteurs en kleine uitgevers zelf elektronische boeken kunnen produceren. Ook conversie vanuit ePub2 naar de bestandsformaten voor de platforms van Apple en Amazon is tamelijk eenvoudig te realiseren, bijvoorbeeld via CB Logistics. Het nadeel van ePub2 is dat het vooral geschikt is voor uitgaven die overwegend tekst bevatten. Het is dan ook geen wonder dat tachtig procent van de verkochte e-books in ePub2 tot het genre ‘literaire fictie’ behoort, terwijl bij de papieren boeken nog geen veertig procent in die categorie valt. De enige niet-literaire genres waarbij de afzet van digitale boeken in de buurt blijft bij die van de papieren boeken zijn ‘management’ en ‘mens en ontwikkeling’, niet toevallig allebei ook sterk op tekst gericht. In genres waar de opmaak en illustraties een belangrijke rol spelen, zoals non-fictie, kinderboeken, reisgidsen en educatieve publicaties worden veel minder digitale dan papieren boeken verkocht. Twee factoren spelen daarbij volgens ons een rol. De trend dat e-books steeds goedkoper worden aangeboden stimu-


2011 Introductie ePUB3 formaat Voordelen - Eenvoudig te produceren - Converteren naar Apple en Amazon zonder problemen - Geschikt voor vrijwel ieder apparaat / beeldscherm Nadelen - Alleen geschikt voor uitgaven met tekst en het (moeizaam) weergeven van een foto of illustratie - Niet bruikbaar voor het weergeven van bewegend beeld en animatie - Geen vaste vormgeving mogelijk

2016 Productie ePUB2 en ePUB3 formaat

90%

-book

ePUB2

2,7% ePUB3

8% van de e-books is opgebouwd uit een PDF bestand

55% of minder is de prijs van een e-book t.o.v. een papieren boek

leert niet om extra te investeren in goed geproduceerde e-books die veel meer te bieden hebben dan tekst alleen. Gemiddeld kost een e-book nu minder dan 55 % van de prijs van een papieren boek. Dan blijft er natuurlijk weinig marge over om elektronische illustraties tot hun recht te laten komen, en zeker niet om dure audio, video of interactiviteit toe te voegen. Terwijl dat juist in die genres de digitale boeken een grote plus zou kunnen opleveren. Naast de hogere kosten voor verrijkte e-books zijn ook de ingewikkelde productie- en distributiemethoden geen stimulans om dergelijke e-books uit te geven.

De beperkingen van ePub2 en e-ink ePub2 is uitstekend geschikt voor uitgaven die vrijwel uitsluitend uit tekst bestaan. Ze zijn geoptimaliseerd voor e-readers met elektronisch papier, maar die zijn eigenlijk niet geschikt om verrijkte publicaties op te lezen. Het veelal zwart-witte beeldscherm reageert traag, waardoor bewegend beeld niet of niet goed wordt getoond. Ook geluid en interactieve elementen komen maar matig tot hun recht. Een digitale publicatie heeft extra meerwaarde ten opzichte van een papieren uitgave omdat die multimediale en interactieve elementen kan bevatten. Juist het meest

Voordelen - Goed geschikt voor het toevoegen van multimedia en interactiviteit - Vormgeving goed mogelijk door gebruik van vaste layout - Meer hergebruik mogelijk door html5 structuur Nadelen - Hogere productiekosten dan ePub2 (door vormgever) - Niet eenvoudig te converteren naar Amazon; beperkte conversie naar Apple - Opmaak komt niet over op apparaten met een klein beeldscherm - Multimedia niet geschikt voor e-reader met elektronisch papier

gebruikte leesapparaat, de e-reader, heeft moeite met die elementen. Multimediale en interactieve boeken komen op de meeste tablets, smartphones en laptops juist wel goed tot hun recht. Epub3 is daarvoor ontwikkeld. Het bestandsformaat is eigenlijk een zip-bestand met daarin een soort offline website, aangevuld met meta-informatie. Het formaat is gebaseerd HTML5, met zijn vele mogelijkheden voor geluid, bewegend beeld, animaties, vormgeving en interne links. Eén van de belangrijkste voordelen van ePub is het feit dat teksten herschikbaar (­reflowable) zijn: de regellengte wordt automatisch aangepast aan de schermbreedte. Nu is juist deze karaktertrek een belemmering bij het maken van elektronische boeken met veel vormgeving en al dan niet bewegend beeld. Beeld en tekst verschuiven ten opzichte van elkaar of er ontstaan grote vlakken wit. Een bestaand complex ontwerp een-op-een overzetten is vrijwel niet mogelijk en een heel nieuw ontwerp maken is kostbaar. De worsteling om tot een goed leesbaar resultaat te komen heeft vanaf het begin een rem gezet op de acceptatie van ePub3. Om aan de bezwaren die herschikbaarheid met zich meebrengt

De infographic is er ook als ePub3 FXL, geoptimaliseerd voor de smart­ phone. Scan de QR-code om hem interactief te bekijken.

inct 4-2016

31


tegemoet te komen zijn er de laatste jaren verschillende extensies ontwikkeld waarmee fixed format e-books kunnen worden geproduceerd: elektronische boeken met een vaste layout. Sinds 2014 kan ook in ePub3 het herschikken van de tekst worden uitgeschakeld. Bijkomend voordeel is dat boeken in dat formaat geconverteerd kunnen worden naar het KF8-formaat voor verrijkte e-books van Amazon. Apple stelt dit zelfs als eis: anders komen elektronische boeken in ePub3 niet in de iBookstore. Het lijkt vreemd om ePub te ontdoen van zijn meest karakteristieke kenmerk, maar langzaamaan beginnen door deze stap steeds meer stripboeken en kookboeken als e-book te verschijnen. In de categorieën kinderboeken en lesmateriaal worden inmiddels ook mooie voorbeelden aangeboden in de e-bookwinkels. Op het grotere beeldscherm van de tablets is een vaste layout veel minder bezwaarlijk dan op de kleine schermpjes van smartphones. De e-books in ePub3 zijn dan ook vooral gericht op mensen die lezen op een tablet.

PDF Als er dan toch wordt gekozen voor een vaste opmaak, waarom wordt er dan geen gebruik gemaakt van het beproefde PDF-formaat, dat ook allerlei mogelijkheden biedt om audio, video en interactiviteit toe te voegen? Hoewel het gebruik van PDF voor e-books de laatste twee jaar bijna is gehalveerd tot ongeveer acht procent van het totaal, wordt het

32

inct 4-2016

nog steeds best veel toegepast. Het past immers goed bij de productie van papieren boeken. Als die in bijvoorbeeld Adobe Acrobat worden opgemaakt, is zelfs het toevoegen multimediale en interactieve toepassingen tamelijk eenvoudig. Toch verwachten we dat steeds vaker ePub3 zal worden gekozen als bestandsformaat. Voor een goede weergave op een tablet moet toch een aparte PDF-layout worden gemaakt. Bovendien is de productie en distributie van e-books al ingericht op ePub. Ook het feit dat ePub onder de motorkap gebruik maakt van open webformaten zoals HTML5 en CSS3 is een voordeel. Daardoor kunnen de bestanden goed worden geconverteerd voor andere doeleinden, bijvoorbeeld bij (her)gebruik op websites. Ook specifiek voor het formaat ontwikkelde extra's zoals het synchroniseren van geluid en het accentueren van tekst (vooral van nut bij het uitgeven van kinder­ boeken) zullen de balans al snel doen doorslaan in het voordeel van ePub3.

Vormgever in de hoofdrol Als voor vaste opmaak wordt gekozen, ligt het voor de hand om de productie van verrijkte ePub3-boeken aan de vormgever over te laten. Voor ontwerpers die zich vooral bezig houden met de productie van traditionele boeken zal het maken van verrijkte e-books wel wat moeilijker zijn dan voor vormgevers die een achtergrond als webdesigner hebben, omdat een ePub meer als een offline website is opgezet. Maar voor de lezer wint een e-book aan

herkenbaarheid als het met dezelfde beeldtaal is opgemaakt als een papieren boek. De nieuwste versies van InDesign en Quark Xpress kunnen beide goed uit de voeten met fixed format ePub3. Om alle mogelijkheden goed te kunnen benutten is een grondige kennis van deze opmaakprogramma's wel noodzakelijk. De vormgever moet geld en tijd investeren om alles uit de programma’s te halen wat erin zit. Dat is nog wel een drempel voor de verdere opmars van de e-books met audio, video en interactieve elementen. Wie e-books via en Apple en Amazon wil verkopen, moet de ePub3-bestanden converteren naar hun eigen formaten. Dat kan bij CB Logistics, maar beide bedrijven hebben ook een eigen productietool voor verrijkte e-books; met iBooks author en KindleGen2 kun je tamelijk eenvoudig ePub3-bestanden converteren. Je kunt er ook mooie multimediale boeken mee produceren, maar dan kan de output alleen worden verkocht in de eigen e-book stores van de twee multinationals. Het ePub3 formaat biedt al met al uitstekende mogelijkheden als je aan de slag wilt gaan met het uitgeven van verrijkte e-books. Een goede en ondernemende vormgever en een gevulde beurs zijn wel belangrijke randvoorwaarden. De opmars van het geavanceerde e-book zal voort gaan, maar wel traag.


“Ook toevallig dat u nu belt. Ik ben nét met uw factuur bezig.”

Inderdaad, héél toevallig. Vertrouwt u het niet? Heeft u ook het gevoel dat uw debiteuren u aan het lijntje houden en staat uw eigen liquiditeit daardoor onder druk? Tijd om contact met ons op te nemen! Incassobureau Plaggemars: een professioneel en NVI gecertificeerd kantoor. Beschikt over een eigen juridische afdeling. De meeste vorderingen worden echter minnelijk afgewikkeld, dus zonder tussenkomst van de rechter. Kennismaken? Bel 035 548 65 30 of kijk op www.plaggemars.nl

w w w. pla g g ema rs.nl


NIEUWSMEDIA | TEKST DIRKJAN VAN ITTERSUM

s c r De opkomst o van het l l Van lezer naar kijker v e r h a a l

Hoe kun je op internet een verhaal het beste vertellen? Veel websites experimenteren met nieuwe vormen. Zo publiceert de Volkskrant regelmatig een zogeheten scrollverhaal waarin fotografie, video en geluid de boventoon voeren. Het systeem erachter werd ontwikkeld door het Nederlandse Scrollytelling.

Om meteen een misverstand uit de weg te ruimen: het gaat hier niet over longreads met veel tekst en hier en daar een plaatje. Bij een scrollverhaal draait het juist om beeld en geluid. De lezer (of misschien is kijker beter) scrollt door het verhaal van de ene naar de andere schermvullende foto. Meestal staat er een kort tekstje bij, soms is er ook video. Op de achtergrond kan geluid klinken.

100.000 keer

Afgelopen jaar introduceerden diverse grote nieuwsorganisaties scrollverhalen. De NOS bijvoorbeeld maakte een jaaroverzicht waarin werd teruggeblikt op prominenten die vorig jaar overleden zijn. De Volkskrant publiceerde meerdere scrollverhalen, onder meer over het in 2012 verongelukte cruiseschip Costa

34

inct 4-2016

Concordia. Beide organisaties kozen voor de techniek van het Nederlandse Scrollytelling. Het bedrijf startte in 2013 en werkte aanvankelijk exclusief voor de Volkskrant. Inmiddels is hun dienst ook voor andere bedrijven beschikbaar tegen een vast maandbedrag.

Wat maakt een scrollverhaal zo aantrekkelijk? Volgens Scrollytelling-oprichter Martijn van Tol begint alles met een goed verhaal. ‘Vervolgens wek je zo’n verhaal tot leven met de juiste keuze van media en techniek. Soms bereik je dat met een fullscreen fotografieverhaal met enige tekst. Maar soms heeft het de dynamiek van video


Do’s en don’ts Waar moet een goed scrollverhaal aan voldoen? Martijn van Tol heeft een aantal gouden tips. 1. Story first: er moet een goed verhaal zijn dat het hart vormt van het scrollverhaal. 2. Navigatie en inhoud moeten dicht op elkaar zitten. Laat de kijker niet te veel klikken en geef niet te veel opties voor extra’s. Anders gaat de flow van het verhaal verloren. 3. Creëer ruimte en rust in het verhaal door media weg te laten. Toon je een video die veel informatie bevat, zet daar dan geen alinea tekst overheen. 4. Volg een cursus videomontage voor het onder de knie krijgen van zaken als beeldrijm. 5. Gebruik alleen – en echt alleen – mooi materiaal.

Mooi beeldmateriaal, zoals in het scrollverhaal Doder dan dood van de Volkskrant.

en geluid nodig.’ Dat er behoefte aan is, blijkt uit de bezoekersaantallen. ‘Sommige verhalen worden meer dan 100.000 keer bekeken.’

Chocoladeverhaal Opmerkelijk is dat de genoemde websites niet het eigen contentmanagementsysteem (cms) gebruiken, maar technologie van een startup kiezen. ‘De systemen van grote uitgevers zitten niet zo flexibel in elkaar. Er missen specifieke functies om zo’n scrollverhaal te maken. Het laten doorlopen van geluid als je naar een volgend beeld scrollt is onmogelijk bij bestaande cms’en. Voor ons is dat essentieel. Natuurlijk kan dat aan een bestaand cms worden toegevoegd, maar in de praktijk gebeurt dat niet zo snel. De ontwikkeling van dergelijke systemen gaat erg traag.’ Overigens vinden redacties het niet erg om een tweede systeem te gebruiken voor de scroll­ verhalen. ‘Integendeel. Ze zijn juist erg positief omdat ons systeem veel gebruiksvriendelijker is dan de cms’en voor grote websites.’ Van Tol richtte samen met zijn technisch compagnon Joost Baaij Scrollytelling op toen de Volkskrant interesse toonde in het nieuwe type verhaal. ‘De redactie vroeg me om een verhaal te produceren over de chocoladepro-

ductie in Ivoorkust,’ zegt hij terugblikkend. ‘De krant wilde graag een videoproductie, maar ik had bij The New York Times net een scrollverhaal gezien. Het chocoladeverhaal leende zich goed voor die vorm.’

Vier dagen De Volkskrant begreep niet zo goed wat hij bedoelde. ‘Ze konden zich er geen voorstelling bij maken, maar ze gingen wel akkoord. Dat was best spannend, want wij hadden zo’n verhaal nog nooit gemaakt. Bovendien was de deadline vier dagen later, dus we hadden weinig tijd. Gelukkig konden we iets goeds in elkaar zetten.’ De Volkskrant was enthousiast over het resultaat. Het verhaal is meer dan 120.000 keer bekeken.

Tools voor longreads Scrollytelling levert een tool voor scrollverhalen waarbij het draait om beeld en geluid. De dienst is minder geschikt voor longreads. Daarvoor zijn andere systemen beschikbaar, waaronder Atavist (www.atavist. com). Vanaf 8 dollar per maand kun je er verhalen publiceren met teksten, foto’s en video’s. Desgewenst kan dat ook op een eigen URL. Natuurlijk ontbreken de bekende parallax-effecten niet.

Niet verrassend dus dat de krant snel weer aan de lijn hing voor meer scrollverhalen. Wijs geworden door de eerste productie, kwam Van Tol met een offerte die hoger uitviel dan de Volkskrant had gedacht. ‘Het eerste verhaal hadden we voor een inct 4-2016

35


vriendenprijsje gemaakt, maar inmiddels kon ik beter inschatten hoeveel tijd je kwijt bent met programmeren, fotografie, video, geluidsopnamen, et cetera.’

Prijs aantrekkelijk Ondanks de hogere prijs, wilde de Volkskrant er wel verder over praten. Van Tol: ‘Om het toch betaalbaar te houden, stelden we voor om een systeem te bouwen waarmee de webredacteur zelf zo’n verhaal in elkaar kan zetten. Vanaf het begin was het idee om het niet exclusief voor de Volkskrant te bouwen. Door de techniek aan meerdere bedrijven aan te bieden, werd de prijs aantrekkelijk.’ Inmiddels publiceren Volkskrant­redacteuren bijna dagelijks scrollverhalen. Overigens gaat het niet altijd om uitgebreide producties met zelfgeproduceerd foto-, video- en audiomateriaal. ‘Dat is niet altijd nodig,’ legt Van Tol uit. ‘Een voorbeeld: onlangs won Leonardo DiCap-

Binnen twee uur maak je een eenvoudig scrollverhaal Festival ontdekt scrollverhaal Muziekfestival Grasnapolsky bewijst dat het scrollverhaal niet alleen geschikt is voor journalistieke verhalen, maar ook voor promotionele doeleinden. De organisatie maakte een bijzonder fraai verhaal over de plek waar het festival jaarlijks plaatsvindt: Radio Kootwijk. Foto’s van het markante gebouw worden afgewisseld met beelden van de omgeving. Zangeres Eefje de Visser leest de introductietekst. Verderop in het verhaal horen we de boswachter die de natuur in de omgeving beheert. Af en toe zien we archiefbeelden of horen we archiefgeluid. Natuurlijk zijn er ook beelden van het festival. ‘Zo’n productie is wel behoorlijk kostbaar,’ zegt Van Tol. ‘We doen meer muziek: onlangs nog voor de nieuwe cd van Stevie Ann, die tegenwoordig onder haar eigen naam Stephanie Struijk muziek maakt.’

36

inct 4-2016

rio zijn eerste Oscar. Een redacteur heeft binnen korte tijd mooie portretten van DiCaprio in zijn tien grootste films bij elkaar gezocht en aangevuld met wat tekstjes. Op die manier maak je binnen twee uur een scrollverhaal.’

Andere bedrijven Scrollytelling verzorgt ook de hosting. ‘We gebruiken een wereldwijd serverpark, waardoor de verhalen overal en altijd snel laden. Ook zijn we in staat grote pieken op te vangen als een verhaal plotseling populair is. Voor de gemiddelde Volkskrant-lezer is niet te zien dat het met een ander systeem is ontwikkeld. Alleen de oplettende bezoeker valt op dat de verhalen op een andere URL staan, namelijk verhalen.volkskrant.nl.’ Inmiddels gebruiken ook andere organisaties het systeem van Scrollytelling. Niet alleen journalistieke bedrijven, maar ook sportclubs, muzikanten, festivals (zie kader), verenigingen en bedrijven. De teller van het aantal gepubliceerde verhalen staat inmiddels op 170. Scrollytelling gebruiken kost € 395 per maand. Onder water combineert het bedrijf eigen code met opensource technologie van Pageflow (github.com/codevise/pageflow).


PU BLI SHIN G

SOLU TI O N S

De software voor uitgeverijen

Biblio3 is een webbased standaard software pakket voor uitgeverijen. Biblio3 biedt workflow support voor marketing, sales, redactie, productie, contracten, rechten, royalties, Digital Asset Management (BiblioDAM) en rapportages. Door de uitgebreide interfacemogelijkheden kan Biblio3 naadloos in huidige IT landschappen worden geïntegreerd. Biblio3 is modulair opgebouwd, gebaseerd op de nieuwste Microsoft .NET en browserbased SQL technologieën. Crossplatform voor Mac en PC en klaar voor alle toekomstige ontwikkelingen in de uitgeverijsector. Biblio3 zet zich volledig in om aan de eisen van uitgeverijen te voldoen. Vandaag, morgen en in de toekomst. Juist om die reden ontwikkelen wij continue nieuwe functionaliteiten en modules die onze huidige systemen uitbreiden zodat u optimaal kunt blijven uitgeven. Geïnteresseerd in een gesprek of demonstratie? Neem contact met Danny Francken op! +31 (0) 88 88 21 000 | danny@biblio3.nl | www.biblio3.nl

Marius van Campen, directeur Gottmer: “Met Biblio3/Finall maken we een duidelijk stap richting de toekomst. Een toekomst waarin Gottmer haar content op steeds meer verschillende manieren gaat uitgeven. We anticiperen tegelijkertijd op de verschillende verdien-modellen die we voor ogen hebben. De software van Biblio3/Finall ondersteunt ons hierbij intern zodanig dat wij ons als uitgeverij maximaal naar buiten kunnen richten.”

Tibor Kuijs, IT Director OverAmstel Uitgevers: “Binnen Overamstel uitgevers staat de aandacht voor het boek en de auteur centraal. In Biblio3 hebben we een totaalpakket gevonden dat specifiek ontwikkeld is voor de uitgeverijbranche en dat onze bedrijfsprocessen begrijpt. Van redactie tot marketing en van uitgever tot e-commerce: iedereen bij Overamstel werkt in dit systeem om het hele proces van manuscript tot boek beter, sneller en inzichtelijker te kunnen laten verlopen. Biblio3 is hét pakket voor uitgevers van nu.”


PUBLIEKSMEDIA | TEKST FRANK VEERKAMP

Prijswinnend concept: De Nieuwe Toneelbibliotheek

Moderne toneelteksten van de

vergetelheid gered

Het zijn kleine, handzame boekjes. Een centimeter of 15 hoog en 10 breed. De dunste tellen een pagina of veertig, de dikste bijna 250. De meeste bevatten toneelteksten, andere beschouwingen over toneel. Individueel zullen ze de bestsellerlijst niet halen, maar de 343 titels van De Nieuwe Toneelbibliotheek samen komen een heel eind. Begin jaren negentig verdween langzaam de traditie dat toneelgezelschappen hun toneelteksten uitdeelden of verkochten aan de bezoekers van een voorstelling. ‘Dat vonden we om verschillende redenen jammer’, zegt Ditte Pelgrom, hoofdredacteur, uitgever, medeoprichter en drijvende kracht achter De Nieuwe Toneelbibliotheek (www. nieuwetoneelbibliotheek.nl). ‘Voor veel bezoekers was het een mooi aandenken aan de voorstelling. Maar belangrijker was dat de teksten ‘verdwenen’. Als een gezelschap klaar was met een reeks voorstellingen kon een ander gezelschap moeilijk aan de tekst komen. De teksten werden niet meer gelezen en daardoor niet doorgegeven. Moderne toneelschrijvers konden daardoor geen oeuvre opbouwen, werken konden geen klassiekers worden. Daarom heeft in 2009 een aantal auteurs uit toneelschrijforganisaties onderzocht of het mogelijk was om een bibliotheek van toneelteksten op te zetten.’

Toneeltekst lezen De doelgroep van De Nieuwe Toneelbibliotheek zijn theatermakers, toneelschrijvers, amateurgezelschappen en het theaterpubliek. Ook alle theateropleidingen en sommige

38

inct 4-2016

middelbare scholen en bibliotheken nemen regelmatig boekjes af. Dat is een duidelijke doelgroep, maar geen grote. Daarom is printing on demand een uitkomst. ‘Dat printen een goed alternatief voor drukken is geworden, is een doorslaggevende factor geweest toen we de bibliotheek opzetten. Als we van iedere titel een drukkersoplage op voorraad zouden moeten houden, was dit niet mogelijk geweest. Bovendien is het redelijk eenvoudig geworden om een site met webshop op te zetten’, zegt Ditte Pelgrom. ‘We hebben een aantal leveranciers uitgezocht en zijn langs gegaan. Bij Hollandridderkerk waren ze het verst: zij hadden de techniek en de flexibiliteit om de boekjes zo te maken als wij ze wilden hebben. Bovendien hebben ze meegedacht met het businessmodel. En wat voor ons ook belangrijk is: zij verzorgen de distributie. Dat scheelt ons een heleboel werk.’ Een ander belangrijk voordeel van printing on demand is voor De Nieuwe Toneelbibliotheek dat titels altijd leverbaar blijven: zo lang de bestanden op de server staan kunnen ze geprint worden. Als een nieuwe titel verschijnt is er natuurlijk een verkooppiek. Maar daarna blijven er bestellingen binnenkomen.

Er zijn eigenlijk geen titels die nooit meer verkocht worden.

Boekjes maken Gezelschappen en auteurs uit Nederland én Vlaanderen stellen ook zelf teksten voor die in de bibliotheek opgenomen kunnen worden. Margreet Huizing, zakelijk leider van zowel De nieuwe Toneelbibliotheek als theatergezelschap Mug met de gouden tand: ‘De theaterwerelden in beide landen zijn best gescheiden, maar er gebeuren aan beide kanten van de grens veel interessante dingen. Wij willen die twee een beetje dichter bij elkaar brengen.’ Als Ditte Pelgrom er meteen wat in ziet, begint het productieproces direct. Bij twijfel heeft ze vier meelezers die de tekst beoordelen. Als alle redactiewerkzaamheden zijn gedaan, maakt Connie Nijman, de vormgever, er een boekje van. Dat bestand gaat met alle bijbehorende metadata naar Hollandridderkerk. Dan zet Ditte Pelgrom de titel op de website en in de webshop en kan de verkoop, productie en distributie beginnen. ‘Het proces is zo veel mogelijk geautomatiseerd,’ zegt Henny Korevaar, Manager Sales van Hollandridderkerk. ‘Daardoor kunnen


we snel leveren en voorkomen we fouten.’ De order komt geautomatiseerd binnen en gaat meteen het systeem is. Soms gaat het om een enkel exemplaar, maar vaak ook om bestellingen van een stuk of tien: twee van de ene titel, drie van een andere enzovoort. Omdat de boekjes zo klein zijn, wordt een titel telkens in een oplage van vier geprint: anders zouden er te veel snijresten zijn. De boeken worden per order verzameld, in een vouwdoos gedaan en gaan nog dezelfde dag met de post mee.

Toch verkopen de gezelschappen vaak – soms tot hun eigen verbazing – goed. ‘Dan beginnen ze met honderd stuks en hangen ze al heel snel aan de lijn om bij te bestellen. Levering: liefst dezelfde dag nog.’ Ten slotte zijn er verschillende abonnementsvormen, bijvoorbeeld voor studenten, boekwinkels of bibliotheken.

Herkenbare serie Het omslag is sober en helder. Het doet denken aan de Universal Bibliothek van Reclam. Dankzij de kleuren zijn boekjes uit verschillende reeksen meteen te onderscheiden. Die kleuren staan voor verschillende soorten teksten: groen voor origineel Nederlands toneelwerk, oranje voor vertalingen, paars voor teksten in een andere taal, bruin voor meertalig en blauw voor beschouwingen over toneel. Daarnaast is er een aantal witte boekjes, voor producties die niet in het vaste format passen en waarvoor auteurs carte blanche hebben gekregen. Daarin is bijvoorbeeld een complete getekende scenografie opgenomen. Maar veruit de meeste zijn toneelteksten die nieuw geschreven of vertaald zijn.

Verkoopkanalen De meeste boeken worden via de webshop besteld, maar er worden ook veel boekjes in het theater verkocht. Daarvoor moeten de gezelschappen wel mensen beschikbaar hebben. Als alternatief is er een omgebouwde snoepautomaat, die al in verschillende steden in Nederland en Vlaanderen heeft gestaan. Toch is verkoop door acteurs het effectiefst, weet Margreet Huizing: ‘Als Marcel Musters ze verkoopt en ze nog signeert ook, vliegen ze over de toonbank. Maar meestal is boekjes verkopen slecht te combineren met een hele avond op het toneel staan.’

Nieuwe Toneel­ bibliotheek wint Prijs van de ­kritiek De Nieuwe Toneelbibliotheek krijgt de Prijs van de Kritiek 2016. De prijs wordt op woensdag 7 september 2016 uitgereikt tijdens het Nederlands Theaterfestival. De verzamelde Nederlandse theatercritici vinden dat ‘de Nieuwe Toneelbibliotheek niet alleen een belangwekkende steunpilaar voor de toneelliteratuur in Nederland en Vlaanderen [is] maar zeker ook een onmisbare pijler voor het theatergeheugen.’

Alle boekjes zijn niet alleen op papier, maar ook digitaal beschikbaar. Die gratis digitale versie laat zich niet downloaden of printen, maar bevat wel de complete tekst. Vooral jonge theatermakers en studenten lezen online. ‘Toch lezen nog veel mensen graag van papier. Dit zijn waardevolle teksten, die wil je toch bij je houden,’ zegt Ditte Pelgrom. ‘Bovendien: toneel heeft een fysiek aspect: het gebeurt in de zaal, je bent er als bezoeker bij. Boekjes hebben dat fysieke aspect ook.’ ‘Als ik tegen mensen van de Mug zeg dat ze een tekst van een auteur die we op het oog hebben online kunnen lezen, komt het er vaak niet van’, voegt Margreet Huizing aan, ‘maar als ik ze een boekje in handen stop, beginnen ze liefst meteen te lezen. Ik geef ze ook vaak aan mensen die ziek zijn: dit formaat is heerlijk om in bed te lezen.’ Hoewel de oplages per boekje klein zijn, maken zowel Pelgrom en Huizing als Korevaar bezwaar tegen het woord nichemarkt. ‘We geven bijna elke week een nieuwe titel uit binnen het professionele circuit, dat doet geen enkele andere toneeluitgeverij,’ aldus Ditte Pelgrom. ‘De oplage per titel is weliswaar beperkt,’ vult Korevaar aan. ‘Je zou dus kunnen zeggen dat elk boekje een niche-product is, maar met meer dan driehonderd titels is de totale oplage zeer de moeite waard, dat is geen niche meer.‘ inct 4-2016

39


ALLE MEDIA | TEKST ROBERT HEEG

De Britse uitgeefmarkt

Na de Brexit… een slagveld? In deze editie van onze rubriek over de Britse uitgeefmarkt kunnen we uiteraard niet om de Brexit heen. We peilen de meningen van kenners. Wat zijn volgens hen – en volgens een aantal Britse sterauteurs – de gevolgen voor hun markt? ‘De Brexit is hier en het is een gebeurtenis die zo bizar is, dat het wel fictie lijkt.’ Aldus een commentaar op vox.com. Inderdaad, in de directe nasleep van het EU-referendum overheerste vooral verbijstering en chaos. Toen gelijk daarop de aandelen en het Britse pond kelderden, begonnen financiële experts de eerste horrorscenario’s te schetsen. De uitgeefwereld bleef niet achter met enkele rake commentaren, goed giswerk maar ook keiharde feiten. Een bloemlezing:

In de ijskast ‘Ongetwijfeld waren er een paar mensen in de boekenwereld die voor een vertrek hebben gestemd, maar ik ken ze niet.’ Dat zegt uitgeefjournalist en auteur Liz Thomson in Publishers Weekly. Thomson, die de internationale boekhandel al zo’n drie decennia in kaart brengt, weet dan ook zeker dat de uitslag van het referendum niet de wens van de uitgeef­ wereld was. ‘Wij zijn overwegend een ruimdenkend stel. Boeken hebben ons zo gemaakt. Als we aankomen in Beijing, Bologna, Frankfurt, Guadalajara of Sharjah, dan voelen we ons deel van een internationale gemeenschap.’ Wat de Brexit betekent voor haar ruimdenkende industrie? Alleen al de onzekerheid is volgens Thomson per definitie slecht voor de omzet. Daardoor moeten kleine uitgevers nog

40

inct 4-2016

meer op de kosten letten. Ook van ten minste één van de grote internationale spelers weet ze dat die nieuwe projecten en contracten voorlopig in de ijskast heeft gezet. ‘En net als tijdens de recessie van 2008 zullen sommige de Brexit gebruiken als excuus om ouder,

Wij zijn een ruimdenkend stel; boeken hebben ons zo gemaakt wijzer maar ook duurder personeel eruit te werken, om dat te vervangen door jongere, goedkopere krachten.’

Wereldmarkt Zowel in de winkelstraten als bij Amazon zullen de verkopen teruglopen, verwacht Thomson. De Brexit gaat het leven duurder maken en dus gaat het bestedingspatroon omlaag. ‘Uiteraard raakt dat de Britse boekverkopers en uitgevers; releaselijsten worden ingekort en misschien wel geschrapt.’ De omzet zal ook teruglopen omdat EU-afspraken wegvallen, voorspelt ze. Zo was er na veel gekonkel enkele jaren geleden een deal tot stand gekomen die Britse uitgevers de exclu-


Brrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr rrrrrrrrrrrrrrrrrexit ▲ J.K. Rowling (kort voor de stemming): ‘Ik ben het bastaardproduct van dit Europese continent en ik ben een internationalist.’

Schrijver Robert Harris: ‘Ik zie hoe de premier aftreedt, ik zie de gouverneur van de Bank of England om kalmte vragen… Het voelt alsof ik in een slechte Dystopische politieke thriller zit.’ ▼

sieve uitgeefrechten voor de gehele EU op Engelstalige edities gaf. ‘Na de Brexit wordt Europa weer een open markt, een slagveld waar de goedkoopste uitgave wint. Academische en educatieve uitgevers zullen nog steeds wereldwijde Engelse rechten kunnen verkrijgen met waarschijnlijk een volledig copyright, maar commerciële uitgevers niet.’ En die laatste groep heeft Europa hard nodig voor schaalgrootte. Hun Amerikaanse concurrenten hebben immers Latijns-Amerika en (soms) Canada al in handen. Britse auteurs gaan dat voelen, waarschuwt Thomson. ‘Hun inkomen loopt terug want Europa hoort qua royalty’s momenteel bij hun thuismarkt. Als Schotland besluit om zich van Groot-Brittannië af te scheiden om in de EU te blijven, kon die situatie wel eens nijpend worden.’ Ze ziet wel een klein lichtpuntje: de hogere dollar en euro betekenen op korte termijn dat overzeese royaltycheques meer waard zijn. ‘Auteurs moeten hooien wanneer de zon schijnt. Maar de Britse uitgevers zullen toch vooral de extra verzend- en drukkosten zien.’

Rampenplan Kort voor het referendum peilde The Bookseller het sentiment in de uitgeefbranche: 78% was voor blijven, 59% vreesde negatieve gevolgen voor hun handel, iets meer dan 12% geloofde dat een Brexit ‘catastrofale’ gevolgen zou

▲ Schrijver Neil Gaiman: ‘Beste UK, veel succes. Ik ben bang dat je het nodig gaat hebben. Liefs, Neil.’

hebben en 21% voorzag een neutrale impact. Slechts 4,6% zag een vertrek uit de EU als positief, terwijl 3% het zelfs als zeer voordelig beschouwde. Van de 239 ondervraagden zei 16% dat hun bedrijf een rampenplan maakte. Daarin werden onder meer uitgeefschema’s

Auteurs moeten hooien wanneer de zon schijnt bijgesteld vanwege de verwachte verslechterde economie en werd een verhuizing van het hoofdkwartier naar een EU-land opgenomen. Velen overwegen serieus om te verkassen naar ‘cultureel meer open, op integratie gerichte plekken’, zoals Duitsland, Scandinavië, New York en Frankrijk. Slechts 2% zei dat de debatten in de aanloop naar het referendum hun mening hadden veranderd.

Waarde John Whittingdale, inmiddels voormalig staatssecretaris van Cultuur beloofde zich hard te blijven maken voor de culturele branche: ‘DCMS (Department for Culture, Media & Sport, red.) zal nauw samenwerken met al onze sectoren om er zeker van te zijn dat zij een stem hebben nu we gaan onderhandelen over een vertrek uit de EU. Onze sectoren inct 4-2016

41


behoren tot de sterkste en snelst groeiende, en dragen 16 procent van de bruto toegevoegde waarde bij aan de Britse economie. We zullen onze sectoren steunen bij het vinden van nieuwe overeenkomsten die de handelsrelaties blijven waarborgen en we zullen ze wereldwijd helpen bij het vinden van nieuwe kansen.’ Liz Thomson

Intellectueel eigendom Voor het intellectueel eigendomsrecht van de Britse creatieven heeft de uittreding voorlopig geen grote gevolgen, drukte barones NevilleRolfe haar toehoorders op het hart tijdens een zomerreceptie van UNION (Union of European Practitioners in Intellectual Property). Neville-Rolfe, minister van Intellectual Property en zelf tegen de Brexit, zegt dat de veranderingen in wet- en regelgeving veel tijd nodig hebben om verwerkt te worden. ‘Er gaat niets onmiddellijk veranderen. Voor nu is Groot-Brittannië lid van de EU en het zal gewoon blijven zakendoen met EU-bedrijven.’

John Whittingdale

Uit de pas De Brexit verleidt Bookseller-hoofdredacteur Philip Jones tot een meer filosofische kijk op zijn industrie: ‘De boekenhandel is overwegend middenklasse, stads en naar buiten gericht. Er zijn momenten waarop je beseft hoezeer we uit de pas lopen met de rest van de maatschappij. Dit is misschien wel zo’n moment.’

Barones NevilleRolfe

Jaren van onzekerheid Neil Denny, hoofdredacteur van het Londense vakblad BookBrunch,

42

inct 4-2016

Philip Jones

gelooft dat de boekenindustrie redelijk in de luwte vertoeft en dat de Brexit-gevolgen traag, geleidelijk en soms zelfs positief kunnen zijn. Denny denkt dat de bredere impact op de economie banen gaat kosten, ook in de boekhandel, en hij vreest vooral het dalende consumenten­ vertrouwen. ‘Er zou heel snel een recessie kunnen intreden en daar gaan mensen niet meer boeken van kopen. Jaren van onzekerheid gaan volgen. Ja, importtarieven dalen misschien, maar het zal lang duren voor de economie weer op koers ligt.’ Hij waarschuwt ook dat door de lagere koers van het pond de importkosten van papier en drukmaterialen gaan stijgen. De prijzen van inter­ nationale contracten gaan omhoog vanwege de duurdere dollars en euro’s. Ten slotte verdwijnen de EU-subsidies voor vertalingen en voor onderzoek, waardoor academische uitgaven het moeilijk krijgen, aldus Denny. Hij ziet echter ook pluspunten. ‘We kunnen ons eigen btw-beleid weer gaan voeren op e-boeken. Het lagere pond zal de boekenexport stimuleren; aangezien 44 procent van de Britse uitgeefomzet uit het buitenland komt, is dat geen gering voordeel.’ Met typisch Britse luchtigheid concludeert hij: ‘De afwijzing van Europa zal onrust veroorzaken maar we zitten in de entertainmentbusiness; mensen hebben de komende moeilijke maanden vermaak en afleiding nodig, en er is geen enkele reden waarom een goed boek daarin niet kan voorzien.’


PUBLIEKSMEDIA | TEKST FRANK VEERKAMP

Kleine niche, krappe begroting

Subsidies: als het nét niet uit kan Uitgeven begint met een idee. Daarna volgt een begroting. In de meeste gevallen gebeurt dat in de redelijke verwachting dat er voldoende binnenkomt om de investeringen te compenseren. Soms is dat echter twijfelachtig. Maar sommige publicaties móeten er gewoon komen. Dan is subsidiëring (naast crowdfunding, zie inct.magazine 2016-3) een mogelijkheid.

Subsidies zijn er in soorten en maten. Vrijwel altijd zijn ze additioneel: de initiatiefnemers moeten het gros zelf betalen. De subsidie is er alleen om het laatste gat te dichten of het uitgeefrisico te verkleinen. Het project moet een sluitende en realistische begroting hebben en dan kan een fonds garant staan bij calamiteiten. Een gemeenschappelijk kenmerk is dat zowel bij de aanvraag als de verantwoording nogal wat papierwerk komt kijken. De subsidieverstrekkers zijn in drie categorieën te verdelen: sommige ondersteunen het publiceren van specifieke uitgeefproducten, zoals literatuur of onderzoeksjournalistiek, andere richten zich op de uitgeefsector als werkgever. Zij stimuleren innovatie en scholing. Ten slotte zijn er die zich richten op het verspreiden van kennis over een bepaald onderwerp. Een uitgave ondersteunen is daarbij een van de methoden.

specifieke uitgaven steunt. Het Letterenfonds promoot Nederlandse literatuur in het buitenland en het ondersteunt schrijvers, vertalers, festivals en manifestaties van Nederlandse of Friese literatuur. Alle literaire genres komen in aanmerking - van romans en kinder- en jeugdliteratuur tot non-fictie, poëzie en graphic novels. Het fonds heeft ook een aantal regelingen voor Nederlandse uitgevers – al hebben die een wat bescheidener budget dan die voor makers en organisatoren van evenementen. Er zijn subsidies voor literair erfgoed en voor andere bijzondere, vaak kostbare literaire uitgaven in het Nederlands of Fries. Ook voor vertalingen van de eerste werken van in Nederland wonende migrantenauteurs, voor geïllustreerde kinder- en jeugdliteratuur en voor vertalingen naar het Nederlands van ‘vergeten’ meesterwerken uit de wereldliteratuur (de Schwob-regeling) zijn er mogelijkheden. Bij de productiesubsidies voor literaire uitgaven worden voornamelijk afgeronde werken beoordeeld, maar dit jaar worden de regels voor het aanvragen versoepeld. Vanaf volgend jaar is het niet altijd verplicht om bij de aanvraag de drukproef mee te sturen. Uitgevers en auteurs die zich hebben bewezen in het literaire veld kunnen in overleg een plan en een aantal fragmenten indienen. Dan wordt op basis daarvan een beslissing genomen.

Literatuur

Literaire vertalingen

Het Nederlands Letterenfonds (www.letterenfonds.nl) is wellicht het bekendste fonds dat

Ook de verschillende subsidies van het Letterenfonds voor vertalingen zijn bekend.

Subsidiëring binnen de uitgeverij is heel gewoon: geld dat overblijft dankzij de goed verkopende publicaties wordt geïnvesteerd in risicovollere projecten. Maar je kunt ook de hulp inroepen van derde partijen die óók vinden dat een bepaalde publicatie er per se moet komen. Voor sommigen mag subsidie een scheldwoord zijn, vaak is het de enige manier om een nicheproject gerealiseerd te krijgen of vernieuwing in gang te zetten.

inct 4-2016

43


Deze zijn bedoeld om het uitgeefrisico te verkleinen: bij vertalingen gaan de kosten immers voor de baat uit. Er zijn twee regelingen: een buitenlandse uitgever kan subsidie aanvragen om een Nederlands literair werk in een andere taal te laten vertalen. Op die manier wordt de drempel verlaagd bij het introduceren van een Nederlandse auteur bij een nieuw, buitenlands publiek. En een Nederlandse uitgeverij kan via de Schwob-regeling ondersteund worden bij de vertaling van een buitenlandse klassieker. Werken uit landen of talen waarvoor geen lokale vertaalsubsidieregelingen bestaan hebben voorrang, maar uiteindelijk is de kwaliteit van het werk (en van de beoogde literair vertaler) doorslaggevend. De Kousbroek Essay Opdrachtregeling, die gericht is op uitgevers van tijdschriften, wordt gestaakt. Daar komt een andere, bredere regeling voor literaire tijdschriften voor in de plaats.

Literaire innovatie Het Letterenfonds heeft ook een innovatiesubsidie: de regeling digitale literatuur. Die is er voor ‘vernieuwende literaire projecten in een multimediale omgeving’. Dat kunnen nieuwe werken zijn, maar het kunnen ook projecten rond de literaire praktijk of receptie zijn. Het is wel belangrijk dat de digitale, multimediale vorm meerwaarde heeft ten opzichte van een papieren uitgave. De voorbeelden die het fonds geeft zijn e-poëzie, interactieve teksten, webfiction, literaire games, apps en augmented reality. Maar ook projecten die betrekking hebben op reflectie of literaire oordeelsvorming komen in aanmerking, mits ze een (vernieuwende) digitale component hebben. Bij alle projecten geldt dat de uitgever duidelijk moet maken op welke manier hij of zij publiciteit voor het product gaat genereren. Het werk moet uiteindelijk zo veel mogelijk lezers binnen de doelgroep bereiken.

Vlaanderen Voor uitgevers van Nederlandstalige

44

inct 4-2016

schrijvers en vertalers die in België wonen kent het Vlaams Fonds voor de Letteren (www.fondsvoordeletteren.be) vergelijkbare productiesubsidies voor literaire uitgaven. Ook is er een regeling voor de ondersteuning van doelgroepgerichte literaire publicaties. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om boeken in eenvoudig Nederlands voor anderstaligen of voor minder ervaren lezers, boeken op maat van mensen met een verstandelijke beperking, meertalige boeken voor kinderen met een andere thuistaal, boeken met aandacht voor een meer representatieve weerspiegeling van de samenleving enzovoort.

Journalistiek Voor journalistieke innovatie is er het SVDJ, het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (www.svdj.nl). Dit fonds stimuleert ‘nieuwe producten, diensten, platforms of modellen om journalistieke informatie te produceren, te filteren, te distribueren, te verkopen of te presenteren’. Met de Persinnovatieregeling steunt het vernieuwende journalistieke projecten. Eerder hebben bijvoorbeeld Blendle en De Correspondent steun van het fonds ontvangen. Daarnaast zijn er fondsen voor studenten journalistiek (Challange) en initiatieven die samenwerking in de regionale journalistiek bevorderen. SVDJ is niet het enige fonds dat de journalistiek ondersteunt. Het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (fondsbjp.nl) biedt werkbeurzen, onderzoeksbeurzen, startsubsidies voor beginnende journalisten, subsidies voor vooronderzoek. Het Boy Trip fonds ondersteunt wetenschapsjournalisten. Stichting Democratie en Media (www.stdem.org), voortgekomen uit de verzetsgroep die het Parool oprichtte, ondersteunt initiatieven die een pluriform medialandschap en de individuele vrijheid van meningsuiting en –vorming bevorderen. Een van de vormen is een publicatie die bijdraagt aan de verbreiding van de denkbeelden van de oprichters. Ook Google ondersteunt innovatie in

de digitale journalistiek: van nieuwe verdienmodellen tot innovatieve vertel- en presentatievormen, via het Digital News Initiative. Het fonds staat open voor gevestigde uitgevers, online nieuwsorganisaties, start-ups en samenwerkingsverbanden. Een overzicht van journalistieke fondsen staat bij de Vereniging voor Onderzoeksjournalistiek (www.vvoj. nl/kenniscentrum/financiering-journalistieke-projecten/) In Vlaanderen ondersteunt het Journalism Fund (Journalismfund. eu, voorheen het Fonds Pascal Decroos) initiatieven die de kwaliteits- en onderzoeksjournalistiek in Vlaanderen en daarbuiten bevorderen. Het Fonds kent beurzen toe aan bijzondere journalistieke projecten die ‘binnen de reguliere werking van een redactie quasi onmogelijk zijn’ en die met de gewone redactionele middelen niet kunnen worden gefinancierd of gerealiseerd. Jongeren kunnen bij het fonds terecht om hun journalistieke talenten in de praktijk te ontwikkelen

Het onderwerp van de publicatie Naast de subsidieverstrekkers die zich op de uitgeefsector richten, zijn er ook veel fondsen die de aandacht voor een bepaald onderwerp willen vergroten. Een uitgever die een product wil maken met een culturele of educatieve inslag zou eens moeten informeren. De kans op succes is niet groot, maar er zijn veel, vaak niet zo bekende, fondsen, dus een gericht onderzoek kan nuttig zijn. Het moet dan wel om een niche-uitgave gaan die duidelijk bijdraagt aan de doelstellingen van een fonds: ‘mooi aansluiten bij’ een onderwerp is in principe niet genoeg. De meeste van dit soort fondsen hebben culturele of maatschappelijke doelstelling. Soms is het een voorwaarde dat de aanvrager een organisatie zonder winstoogmerk is: dan is voor de meeste uitgevers alleen een rol als uitvoerend producent mogelijk, maar, dat verschilt van fonds tot fonds.

Niches Er zijn heel veel fondsen die zich op hun eigen niche richten. We geven een aantal, vrij willekeurige, voor-


Subsidies in de vorm van uitkeringen ten behoeve van persinnovatie in 2014 (in €) NCRV, altijd wat monitor

92.234

Rtreporter, betrouwbare nieuwsdetectie

75.000

Fast Moving Targets, The Innovation Station

69.000

Yenlo, de digitale leugendetector

60.849

TNO Informatiemaatschappij, NewsGenius

55.000

Sanoma, Nuprofiel

53.568

Expertisecentrum Journalistiek, The Conversation NL.

50.000

LocalFocus, LocalFocus 2.0

50.000

Project Immrs

49.900

Uitgeverij Oostenwind, Swipebook

43.750

0 beelden. Bijna iedere regio heeft wel een potje voor heemkundige producties, van Walcheren tot de Achterhoek, maar ook grote steden promoten graag hun eigenheid. De gemeente Rotterdam heeft bijvoorbeeld een fonds dat een roman of dichtbundel over de stad kan ondersteunen, of een boek waarin een Rotterdams cultuurhistorisch onderwerp wordt beschreven. Ook de gemeente Leiden heeft een potje om het financieel tekort van een uitgave over de Leidse cultuur of cultuurhistorie mee te subsidiëren. Het Fries Mediafonds steunt innovatieve projecten waarbij Friese media samenwerken en projecten die de onderzoeksjournalistiek bevorderen. Maar de niche hoeft niet geografisch te zijn. Het Admiraal Van Kinsbergenfonds ondersteunt publicaties die ‘het aanzien van de zeevaart en al hetgeen met de zeevaart samenhangt’ bevorderen. De Koninklijke Nederlandse Bond van Filatelistenverenigingen heeft een subsidieregeling voor het filatelistische gedeelte van verenigingsbladen. Het Mondriaan Fonds heeft een nieuwe regeling voor beeldend kunstenaars en uitgevers die een bijzondere publicaties over het werk van levende kunstenaars uit Nederland willen maken. Voorwaarde is

20

40

wel dat ‘de publicatie de drager van het werk zelf is en in oplage wordt uitgebracht’. Oftewel, de uitgave over fotografen, grafisch ontwerpers en kunstenaars moet zélf een kunstwerk zijn. Dit is een beperkte en vrij willekeurige selectie uit de mogelijkheden. Ze zijn bedoeld om aan te geven dat niet alleen literatuur en journalistiek ondersteund worden. De budgetten zijn evenwel beperkt en de criteria vaak streng. Bovendien richten de meeste fondsen zich op ideële sectoren zoals kunst, cultuur, natuur en internationale ontwikkeling. Uitgaven over onderwerpen waar de markt regeert hebben dan

Overzichten Overzicht subsidies bij DEN, kennis­ centrum cultureel erfgoed: www.den.nl/ pagina/226/subsidiewijzer/ ook bruikbaar als ingang voor andere culturele publicaties. Ook het VSB Fonds > Kunst en Cultuur > Andere Cultuurfondsen geeft uitgebreid overzicht van relevante en minder relevatie subsidieverleners.

60

80

100

weer meer kans op ondersteuning met advertentiegeld en sponsoring, maar dat is een ander onderwerp.

Uitgeverij als bedrijf De ondersteuning kan niet alleen op basis van de producten gegeven worden, maar ook op bedrijfstakniveau. Zo heeft het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de Regeling cofinanciering sectorplannen in het leven geroepen om de gevolgen van de crisis en de digitalisering te verzachten. Het is nu niet meer mogelijk om op deze regeling in te schrijven, maar zowel het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Sociale Zaken en Werkgelegenheid als Economische Zaken hebben vele regelingen. Het is altijd verstandig om te kijken of daar een toepasselijke bij zit. In Vlaanderen ondersteunt de Mediacademie voor de Geschreven Pers de opleidingsaanbod bij de verschillende doelgroepen, zoals kranten- en magazineredacties, KMO-uitgevers, uitgevers gelieerd aan social profitorganisaties, freelancers, mediaprofessionals. Het gaat in dit geval niet om financiële ondersteuning, maar om toegang tot de opleidingen van werknemers van de aangesloten werkgevers, zowel in vaste dienst als freelance. inct 4-2016

45


Wat kan er naar Frederik Muller worden vernoemd? BOEK Sinds de oprichting in 1964 heette de opleiding voor het boekenvak decennialang de Frederik Muller Academie. Ook wie daar niet op heeft gezeten, kent ongetwijfeld de naam. In de jaren negentig ging de opleiding op in bredere studies met algemenere namen aan de Hogeschool van Amsterdam. Dat daarmee ook de naam verdween is waarschijnlijk maar beter. Het studieprogramma van ‘Media, Informatie en Communicatie’ heeft nog maar weinig van doen met de activiteiten van de man naar wie de opleiding is vernoemd. Dat blijkt uit de biografie van de uitgever en boekverkoper Frederik Muller (1817-1881) die Chris Schriks onlangs bij Walburg Pers publiceerde – de uitgeverij die Schriks zelf in 1961 oprichtte. Specialisaties binnen de HvA-opleiding als mediamarketing en digitale media staan ver af van de man die zich in de negentiende eeuw vooral bekommerde om het zo verwaarloosde historische erfgoed. Juist het verzamelen, beschrijven en verkopen van historische documenten maakte van hem een geziene boekhandelaar. Ook als mens was hij conservatief: hij voelde zich maar ongemakkelijk bij nieuwlichterij als de denkbeelden van de Franse verlichting.

Veilingen Frederik Muller raakte al vroeg begeesterd door het boekenvak dankzij zijn oom die een winkel in Amsterdam had. Amper 26 jaar oud begon hij al een eigen zaak. De kern van zijn werk waren de veilingen die hij organiseerde: eerst 19 veilingen met een compagnon, daarna 166 veilingen in zijn eentje. Daarvoor speurde hij onvermoeibaar naar interessante boeken, documenten en prenten – én aspirant-kopers daarvoor. Hij gaf ook boeken uit, maar dat bleef altijd bijzaak. Hij gaf in feite uit ‘van

46

inct 4-2016

wat voorbij kwam’, oordeelt Schriks. In zijn fonds is dan ook weinig lijn te bespeuren. Hoewel een kruideniersmentaliteit hem niet vreemd was – hij kon flink zeuren over geld en schroomde niet zijn klerken af te knijpen – kun je Muller gerust een idealist noemen. Hij zag het belang in van het gedetailleerd beschrijven van collecties voor de wetenschap. Zijn publicaties zijn ook nu nog van belang voor de boekwetenschap. Maar hij zette zich ook in voor de Vereeniging (de tegenwoordige KVB), hij pleitte voor

volksbibliotheken en hij zette een bibliotheek van het boekenvak op, waarvoor hij zelf de startcollectie doneerde en die hij dertig jaar leidde. Het idee was dat jongelingen die konden gebruiken om het vak te leren.

Auteurs(on)recht Het grootste deel van deze biografie gaat echter over Mullers gepassioneerde strijd tegen de in zijn ogen moreel onjuiste wet- en regelgeving. Dat is natuurlijk Schriks’ voorliefde, die al regelmatig publiceerde over de geschiedenis van het auteursrecht. Maar als dit werkelijk Mullers belangrijkste bijdrage

aan het boekenvak is, is het een schitterend toeval dat Muller is geboren in het jaar dat de auteurswet tot stand kwam die hij een leven lang bestreed, en stierf in het jaar dat er eindelijk een auteurswet kwam die zijn denkbeelden reflecteerde. De Wet op het Kopijrecht van 1817 ging uit van een boek als fysiek product. Een uitgever mocht de oplage dus niet stelen, maar wél ieder boek namaken. Voor vertalingen gold: wie het eerst kwam, die het eerst maalde. De auteurs hadden in beide gevallen niets te zeggen. Beide gewoonten – de nadruk en het preferentierecht, in vaktermen – waren Muller een doorn in het oog. ‘En al vonden velen hem een Don Quichot die gezonde handelsbelangen uit het oog verloor,’ schrijft Schriks, ‘met kenmerkende felheid bleef hij zijn collega’s jaar in jaar uit hekelen.’ Al Mullers inspanningen bij elkaar – helaas wat schools opgesomd door de biograaf – maken het zonder meer duidelijk dat deze legendarische man het inderdaad verdient dat zijn naam voortleeft. Dus nu de Frederik Muller Academie ter ziele is, wat kan dan naar hem worden vernoemd? Ook Schriks pleit daarvoor, maar hij laat na de meest voor de hand liggende optie te noemen: de bibliotheek van de Vereeniging die is uitgegroeid tot een van de belangrijkste boekwetenschappelijke collecties ter wereld. De Frederik Muller Bibliotheek, waarom niet? En dat vanaf 2020, als hij 175 jaar bestaat. Chris Schriks, Frederik Muller 1817-1881. Baanbreker in de wereld van het boek Walbrug Pers, 2016, € 24,95 ISBN 9789462491373 MAARTEN DESSING


Adverteerders moeten hun publiek écht leren kennen BOEK Online Brand Identity is het nieuwste boek van Joris Merks-Benjaminsen, die in het dagelijks leven Head of Digital Transformation bij Google is. Net als zijn eerdere Schizofrene marketing (2012) werd ook dit boek bekroond met de Pim Marketingliteratuurprijs. De jury prees de inhoud om zijn vernieuwing en relevantie. Centraal in het boek staan de digitale ontwikkelingen in het medialandschap die binnen vijf à tien jaar plaatsvinden en zich nu al aankondigen. In die nabije toekomst krijgen consumenten eindeloos veel keuzemogelijkheden bij het consumeren van media en de grenzen tussen media vervagen steeds verder: denk aan videokanalen die tv-kanalen worden en vice versa. Ook de scheidslijn tussen magazines en websites lijkt steeds meer te verdwijnen. Consumenten gaan zich bovendien nog veel minder tolerant opstellen jegens advertenties, waardoor er minder ruimte komt voor adverteren en andere vormen van push-marketing. De gevolgen voor adverteerders zijn aanzienlijk, stelt Merks-Benjaminsen: om handig in te kunnen spelen op de ontwikkelingen zijn nieuwe kennis en vaardigheden nodig, maar beide ontbreken nog bij veel bedrijven.

Consument beslist Merks-Benjaminsen: ‘Stel je een wereld voor waar mensen alleen naar advertenties kijken die ze zelf kiezen, op de momenten die hen uitkomen, in plaats van te kijken naar advertenties die wij willen dat ze zien op momenten die ons uitkomen.’ Zo’n wereld heeft grote invloed op een merk en op de advertentiestrategie. Welke dingen die je nu doet, zouden dan niet meer werken? Welke middelen en vaardigheden heb je nodig? En zou je baan eigenlijk nog

steeds bestaan? Welke onderdelen van je huidige strategie en huidige vaardigheden zouden nog steeds van pas komen of zelfs beter van pas komen dan nu?’ In de toekomst, stelt de auteur, is ‘digitaal’ niet langer een los onderdeel van een strategie, van de mediamix, maar is het een volledige mediamix op zichzelf die invloed heeft op alle fasen van de consumer journey. ‘In feite is digitaal de mediamix van de toekomst.’

Digitaal is dé mediamix van de toekomst Om zo veel mogelijk uit die ontwikkelingen te kunnen halen, moeten we anders over onze doelgroepen gaan nadenken, stelt de auteur. Een van de vragen die we moeten stellen is: wanneer wil onze doelgroep met ons praten? Door consumenten de keuze te geven of ze je boodschap willen zien of niet, leg je bijvoorbeeld hun gedrag en voorkeuren bloot. Daardoor kun je een boodschap beter op hen afstemmen en op voor hen relevante momenten aanbieden. Daarmee beperk je ook het aantal niet-gewenste advertenties tot een minimum.

Doelgroepen en subdoelgroepen Een merk dat ‘digital first’ denkt, beschrijft zijn doelgroep gedetailleerd: zowel de specifieke subgroepen van de doelgroep als de verschillende gebruiksmomenten. Ingevuld in een matrix (verticale as: subdoelgroepen, horizontale as: momenten) ontstaat een schema dat een digitale vingerafdruk blootlegt die weer gebruikt kan worden als basis voor het targeten van bood-

schappen. En er is nog een derde dimensie: de mate waarin consumenten al betrokken zijn bij een merk, als nieuwe gebruiker, bestaande gebruiker of loyale gebruiker, speelt ook een rol bij targeting. De auteur onderscheidt drie manieren van zinvol targeten: target by data, (zelf verzamelde of ingekochte data), target by context (getoonde interesses van consumenten), target by choice (consumenten geven toestemming een advertentie te tonen).

Denk als een uitgever Advertenties maken die mensen wél willen zien, graag zelfs, is vervolgens de uitdaging. Hoe dan? Denk als een uitgever, niet als een adverteerder, stelt de auteur. Ontwikkel branded content. ‘Om relevant te zijn voor verschillende soorten mensen, op verschillende soorten momenten, is een omgeving van branded content nodig, niet van alleen maar advertenties’. Merks-Benjaminsen laat in dit boek het hele strategische proces van branding tot het ontwerpen van een advertentiestrategie passeren, met de digitale toekomstige ontwikkelingen als focus. Dat doet hij degelijk en inspirerend.

Joris MerksBenjaminsen: Online Brand Identity. The Ultimate Guide to Designing Your (Digital) Branding Strategy. Adfo Books, 300 pp. € 34,95, ISBN 9789492196026 CATHELIJNE ESSER inct 4-2016

47


Betrouwbaar, accuraat en transparant

Abonnementenbeheer S.P.Abonneeservice Anthony van Leeuwenhoekweg 34, 2408 AN Alphen aan den Rijn, T: 0172-476085 E: sales@spabonneeservice.nl www. spabonneeservice.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.