Beetje Nederlands Write down today's date in Dutch
August 28, 2014
Name:
70
28 augustus 2014
Translate and conjugate the follow verbs to walk order / command / base verb loop ik loop jij loopt u loopt hij loopt zij loopt het loopt wij lopen jullie lopen zij lopen
lopen
1
to be ─────── ben bent bent is is is zijn zijn zijn
zijn
Order the right sequence in sentence structure in Dutch (separated by +) time, place, verb, direct / indirect object, manner, subject Subject + verb + direct / indirect object + time + manner + place conjunction, main part sentence, verb, time, place, manner, subject
2 2 2 2 2 2 2 2 2 2 2
6 7
Main sentence part + conjunction + direct / indirect object + time + manner + place + verb Arrange the following words into sentences with the proper word order: A = main part of the sentence, B = part with conjunction 1.A. vandaag, op zijn computer, niet, werkt, in het bedrijf, Hij B. is, hij, ziek, omdat Hij werkt niet vandaag op zijn computer in het bedrijf omdat hij ziek is. 2.A. gelukkig, met mijn vader, is, Mijn moeder B. is, omdat, hij, voor haar
10 8
Mijn moeder is gelukkig met mijn vader omdat hij lief voor haar is. 3.A. melk, water, en thee, drink, Ik B. geen, maar, bier en wijn. Ik drink melk, water, en thee, maar geen bier en wijn. Translate the following questions Waar zijn jullie ouders? Hoe schud je jouw kont? Wanneer wil jij koffie drinken? Vind jij hem lief? Gaan wij uit? Hoor jij dat? Ben je verliefd op haar? Heb jij broers of zussen?
If the person has two words correct, give 1 point Where are your parents? How do you shake your ass? When would you like to drink coffee? Do you like him? Are we going out? Do you hear that? Are you in love with her? Do you have (any) brothers or sisters?
8
1 1 1 1 1 1 1 1