3 minute read
Wat schuilt er achter de namen van onze huizen?
De heilige Teodora, zonder ‘h’ , vinden we aan huisnummer 217.
Het is niet de eerste keer dat we niet exact weten welke heilige de begijn voor ogen had, toen zij een schutspatroon zocht voor haar huis.
Advertisement
Twee personen lijken mogelijk achter de naam schuil te zitten, Theodora van Alexandrië en keizerin Theodora van het Byzantijnse keizerrijk. Er is veel te vertellen over keizerin Theodora, vrouw van keizer Justinianus. Bij gelegenheid zoeken jullie haar verhaal maar in Ravenna in de San Vitalekerk. Onze andere Theodora lijkt kleurrijker in de verhalen en is wellicht de persoon die bedoeld wordt. Maar dan nog: er zijn er twee… beiden met een andere naamdag. Verplaatsen wij ons even in de denkwereld van de begijnen: zij worden gedoogd, vervolgingen zijn er in die tijd weinig of niet. Reinheid, kuisheid en godsvrucht dat is hun regel. Dan kiezen we hier niet voor de martelares maar voor de vrouw wiens verhaal hier volgt.
Theodora was welstellend gehuwd met een goede echtgenoot. Een kwade geest vond dit evenwel ongepast en trachtte Theodora te verleiden tot overspel. En ze laat zich uit misplaatst medeleven vangen: God ziet alles wat er gebeurt… behalve ‘s nachts. Natuurlijk heeft ze direct spijt van haar daad, maar ze kan haar verhaal aan niemand kwijt. Wat later vertrekt haar man op zakenreis, en ze profiteert van de situatie: ze knipt haar lange haar, kleedt zich in een schamele pij en vraagt in een nabijgelegen abdij onderkomen. Daar leeft ze vroom, doet alle opgedragen werkjes, is een voorbeeld voor alle andere monniken, en dat alles onder de naam Theodorus. De echtgenoot komt na gedane zaken terug thuis en vindt zijn vrouw niet thuis. Wanhopig is hij, maar er is geen spoor naar haar. Op een keer moet Theodora/us voor vader-abt een boodschap doen in de stad, maar dat loopt uit en hij/ zij blijft overnachten. De dochter van de herbergier ziet haar kans schoon met de monnik, maar die wijst haar af. Als zij kort nadien zwanger wordt, zint ze nog op wraak en wordt de abdij op de hoogte gesteld van het verhaal: Theodora/us is de vader van het kind. Verbannen uit de abdij voedt zij het arme jongetje op naar best vermogen. Tegen niemand vertelt ze haar/zijn verhaal. Bij herhaling wordt zij door de kwade geest bestookt, maar zij houdt kranig stand, schermend met de verwijzing naar Jezus Christus. Maar ondertussen knaagt het in het klooster en na zeven jaar mag Theodora/ us met de jongen terugkeren in de abdij. Vergeven en vergeten! Vrij kort daarna voelt Theodora/us zich ziek en ze voelt haar einde naderen. Zij spreekt haar stiefzoon moed in voor de toekomst en maant hem aan steeds rechtvaardig en eerlijk te zijn en Gods genade over zich af te smeken. Vader-abt, zich van geen kwaad bewust, droomt dat hij aanligt bij een huwelijksmaal. Veel schoon volk is er daar: engelen, filosofen, martelaren. Eentje steekt er bovenuit. Als hij navraagt wie dat is, wordt hem duidelijk gemaakt dat het Theodora is en haar verhaal wordt verteld. Wakker roept hij zijn monniken bijeen en gaan ze kijken: Theodora/us is overleden en haar jongen zit wenend naast haar. Theodora blijkt inderdaad een vrouw te zijn! Vader-abt organiseerde de begrafenis, maar liet de waard en zijn dochter hiervoor opdraaien. Een engel vertelde hem ook om de echtgenoot van Theodora te gaan zoeken. Dat ging vrij snel. Na haar begrafenis bleven haar echtgenoot en de jongen in de abdij. De jongen volgde later zelfs vader-abt op. Hoe stichtend kan een verhaal zijn… en hoe passend bij een vrome begijn. Theodora’s naamfeest (althans van deze Theodora) wordt gevierd op 11 september. Er zijn slechts weinig afbeeldingen bekend van haar. Soms wordt zij afgebeeld met haar jongen. Er zijn ook niet direct weerspreuken of problemen waarvoor zij om hulp aanroepen wordt. Je zou wel denken dat ze minder populair is als heilige, ondanks haar boeiende verhaal.