3 minute read
What’s in a name?
Wat schuilt er achter de namen van onze huizen?
De heilige Hugo, terug te vinden bij huisnummer 145, is een tijdgenoot en goede vriend van de H Bruno, waarmee we ooit deze reeks begonnen in de Nieuwsbrief van mei/juni 2013.
Advertisement
Hugo was een devote jongen die geboren werd in Frankrijk, in de Drome, in 1053. Let er even op dat deze gegevens vrij nauwkeurig gegeven worden, een aanwijzing dat we hier te maken hebben met een historische figuur. In onze vorige bijdragen is al meermaals gebleken dat er weinig historische grond voor de verhalen bestond, maar dat de verhalen vooral een aansporing moesten zijn om de mensen vromer, devoter, met de beste idealen te laten (leren) leven.
Hugo werd al kanunnik in Valence, zonder gewijd te zijn. Zijn reputatie ging over de grenzen tot in Rome en hij werd door paus Gregorius VII aangesteld tot bisschop van Grenoble. Bisschop en niet eens priester… Het bisdom Grenoble was geen cadeau: misbruiken waren schering en inslag bij de geestelijkheid. Hugo zag er zich geen doen aan en trok zich als een eenvoudige monnik terug in de strenge abdij van ChaisseDieu. een klooster. Ze moesten hem allemaal alleen maar met rust laten! Maar Gregorius VII had het zo niet begrepen en na een dik jaar vloog Hugo terug naar Grenoble. De paus had Hugo nodig om een einde stellen aan de verkoop van allerlei kerkelijke diensten en hulp. Dat wordt vandaag nog steeds aangeduid met de term ‘simonie’. Terzelfdertijd werd getracht om de priesters een celibatair leven aan te praten. Dat was toen zeker een heel goede zet. Het statuut van de celibataire priester dateert dus van die tijd. Wie denkt dat dit gebruik ouder is en voorkomt uit de evangelische teksten, denkt best nog even na. Het was vooral een middel om losbandigheid in te tomen en terug een vorm van tucht
te laten heersen. Vandaag wordt dit verhaal niet langer vanuit die hoek bekeken…
Hugo deed zijn best en naast die godsdienstige beslommeringen vond hij nog tijd voor meer wereldse zaken als de bouw van een hospitaal en een nieuwe vaste brug over de verraderlijke rivier de Isère. Hugo kon altijd rekenen op zijn goede vriend Bruno, die een kleine kloosterorde leidde. Toen deze laatste een nieuwe vestigingsplaats zocht voor een klooster, hielp Hugo hem met een flinke lap grond. Een brandglasraam in de kathedraal in Grenoble, hierbij afgebeeld, herinnert hieraan. Hier bouwde Bruno de Grande Chartreuze, die ook aan de basis ligt van de naam karthuizers. Bruno was al lang en werd nog meer een geestelijke leidraad voor onze Hugo. Deze verbleef veel bij de karthuizers. Hugo was niet graag een bisschop, een belangrijke man. Tijdens Hugo’s leven passeerden er veel pausen op de heilige stoel in Rome. Iedere keer weer bood Hugo zijn ontslag aan. Ieder keer ook werd het geweigerd. Hij zou 50 jaar bisschop blijven in Grenoble. Een mens zou er depressief van worden. 79 jaar werd hij. Na zijn dood werd hij bijgezet in de kathedraal van Grenoble. Eeuwige rust was hem evenwel niet gegund: tijdens de godsdiensttroebelen in de zestiende eeuw werden zijn resten verbrand. De paus die hem zijn laatste ontslagaanvraag geweigerd had, Innocentius II, verklaarde Hugo al 2 jaar na zijn dood heilig. Zijn vriendschap voor de karthuizerorde heeft hem de bijnaam de Karthuizer gegeven, terwijl hij in feite nooit tot de orde heeft behoord. Wij vieren zijn naamfeest op 1 april, en dit is geen aprilgrap. Weerspreuken gekoppeld aan heiligen waren geliefd, zeker als er twee konden verbonden worden: ‘Regen van Hugo tot Sofie geeft volle schuren en volle ovens’. Sofie wordt herdacht op 18 september. Er wordt hier dus niet meer of niet minder over een natte zomer gesproken! Hugo behoort niet tot de schare der martelaren. Daarom is hij minder dan anderen verbonden als patroon: hij is het echter wel nog altijd van de stad Grenoble. We vragen zijn steun bij hoofdpijn of migraine. Afbeeldingen van hem zijn redelijk sober in bisschopsgewaad met mijter en staf, dikwijls wit als verwijzing naar de karthuizers. Hij wordt soms afgebeeld met een zwaan (symbool voor een eenvoudig en vooral een eenzaam leven), een lantaarn of met bloemen.