34
DE ZONDAG VIEREN
Pinksteren & Maria, Moeder van de Kerk
Begeesterd!
31 mei - 1 juni 2020
1
Strek je moedig uit Strek je moedig uit naar wat voor jou ligt, en vergeet wat achter je ligt en de dingen van deze wereld, en zie niet om naar wie losser leven en de zwakkeren, maar let op waarvoor jij gekomen bent en wat jij behoort te doen. Want wie vooruit wil gaan, moet elke dag opnieuw beginnen, en geen enkel werk uit de weg gaan en geen enkel moment ijdel laten voorbijgaan. Thomas a Kempis (ca1380- 1472) Uit: Dialoog met novicen KokBoekencentrum, Utrecht, 2018
Jean Poyer, Uitstorting van de H. Geest. Petites Heures de la reine Anne de Bretagne (1492-1495). Pierpont Morgan Library, New York.
2
OPENINGSRITUS Openingszang en begroeting Schuldbelijdenis 1 Ik belijd voor de almachtige God, en voor u allen, - dat ik gezondigd heb - in woord en gedachte, - in doen en laten, - door mijn schuld, - door mijn schuld, - door mijn grote schuld. - Daarom smeek ik de heilige Maria, altijd maagd, alle engelen en heiligen, - en u, broeders en zusters, - voor mij te bidden tot de Heer, onze God. Moge ... – Amen.
ofwel: Schuldbelijdenis 2 Heer, die in deze wereld zijt gekomen om de liefde van de Vader te openbaren en ons het leven te brengen, ontferm U over ons. − Heer, ontferm U over ons. (of gezongen, zie onder)
Christus, die eens voor al gestorven zijt voor de zonden om ons tot God te brengen, ontferm U over ons. − Christus, ontferm U over ons. Heer, die uw Geest uitstort over alle mensen en de schepping weer nieuw maakt, ontferm U over ons. − Heer, ontferm U over ons. Moge ... – Amen.
Na schuldbelijdenis 1 wordt gezegd of gezongen:
Heer, ontferm U
Norbertusmis; m. J. Vermulst
of Kyrie, eleison. Christe, eleison. Kyrie, eleison.
3
Lofzang Voorzang:
4
of Gloria in excelsis Deo et in terra pax hominibus bonae voluntatis. Laudamus te, benedicimus te, adoramus te, glorificamus te, gratias agimus tibi propter magnam gloriam tuam, Domine Deus, Rex caelestis, Deus Pater omnipotens. Domine Fili Unigenite, Iesu Christe, Domine Deus, Agnus Dei, Filius Patris, qui tollis peccata mundi, miserere nobis; qui tollis peccata mundi, suscipe deprecationem nostram. Qui sedes ad dexteram Patris, miserere nobis. Quoniam tu solus Sanctus, tu solus Dominus, tu solus Altissimus, Iesu Christe, cum Sancto Spiritu: in gloria Dei Patris. Amen.
Gebed Voor het verdere gedeelte van deze viering:
Pinksteren zie onder Maria, Moeder van de Kerk zie blz. 9
DIENST VAN HET WOORD PINKSTEREN Eerste lezing
Nu woonden er in Jeruzalem Joden, vrome mannen, die afkomstig waren uit alle volkeren onder de hemel. Toen dat geluid ontstond liepen die te hoop en tot hun verbazing hoorde iedereen hen spreken in zijn taal. Zij waren buiten zichzelf en zeiden vol verwondering: ‘Maar zijn al die daar spreken dan geen Galileeërs? Hoe komt het dan dat ieder van ons hen hoort spreken in zijn eigen moedertaal? Parten, Meden en Elamieten, bewoners van Mesopo támië, van Judéa en Kappadócië,
Handelingen 2,1-11
Toen de dag van Pinksteren aanbrak waren allen bijeen op dezelfde plaats. Plotseling kwam uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren was er vol van. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en zij begonnen te spreken in vreemde talen, naargelang de Geest hun te vertolken gaf. 5
van Pontus en Asia, van Frygië en Pamfylië, Egypte en het gebied van Líbië bij Cyréne, de Romeinen die hier verblijven, Joden zowel als proselieten, Kreténzen en Ara
bieren, wij horen hen in onze eigen taal spreken van Gods grote daden.’ Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.
Antwoordpsalm Psalm 104
t. A. Bronkhorst; m. T. Löwenthal
1. Voorzang 2. Allen
Refrein:
Zendt Gij
dan
maakt
uw
Gij
geest, dan komt er weer
uw schep ping
weer
le
ven,
nieuw.
Verheerlijk, mijn ziel, de Heer; wat zijt Gij groot, Heer mijn God! Hoeveel is het wat Gij gedaan hebt, Heer, de aarde is vol van uw Voorzang: 1. Ver heer lijk mijn ziel, de Heer, wat zijt Gij groot, schepsels. – Refrein Neemt Gij hun geest weg, dan komen zij om, en keren terug tot de aarde. Maar zendt Gij uw geest, dan komt er weer leven, dan maakt mijn God! Hoe veel– is het wat Gij ge daan hebt, Heer, Gij uwHeer schepping weer nieuw. Refrein De roem van de Heer blijve eeuwig bestaan, Hij vinde zijn vreugde in al zijn schepsels. Mogen mijn woorden Hem aangenaam zijn, dan zal de verheugen. aar de –isRefrein vol van uw schep sels. Refrein ik mij in de Heer Tweede lezing 2. Neemt Gij
hun geest weg, dan
ko
men
zij
om,
Het menselijk lichaam vormt met Broeders en zusters, niemand kan zijn vele ledematen één geheel; zeggen: ‘Jezus is de Heer’, tenzij alle ledematen, hoe vele ook, en ke ren terug tot de aar de. maken tezamen één lichaam uit. door de heilige Geest. Er zijn verschillende gaven maar Zo is het ook met de Christus. Wij slechts één Geest. Er zijn vele vor- allen, Joden en Grieken, slaven en vrijen, kracht men van dienstverlening Zendt Gij uw maar geest, dan komtzijn er immers weer lein deven, slechts één Heer. Er zijn allerlei van één en dezelfde Geest door de soorten werk maar er is slechts doop één enkel lichaam geworéén God die alles in allen tot stand den en allen werden wij gedrenkt uw schep ping Geest. weer nieuw. Refrein met één brengt. Maardan aan maakt ieder Gij van ons wordt de openbaring van de Geest Zo spreekt de Heer. meegedeeld tot welzijn van allen. Wij danken God. 1 Korintiërs 12,3b-7.12-13
3.
De roem van
Hij
vin
de
de Heer blij
zijn vreug6 de
ve
in
eeu
al
wig
be staan.
zijn schep
sels;
Kom, o Geest des Heren, kom Sequentie t. vert. J.W. Schulte Nordholt; m. Pinkstersequentie 13e eeuw
& &
œ
œœœœ
œ–
1. Kom 2. Kom
1. 2.
&
œ
œ
3. Kom 4. Kom
œ œ
o o
troos- ter, vre - de
œ œ œ œ–
œ&
œ
œ
œ
5. Licht dat 6. Zon - der
œ
& œ
œ
œ–
5. duis - ter - nis, 6. mens geen goed,
œ
kom rust
van ge -
7. dor 8. kil -
do - mein, de hart,
& œ œ œ œ
9. Geef uw ga - ven 10. Sta ons met uw
& œ
œ
œ–
ver - trouwt, 9. U zij, 10. za - lig
&
œœœ
het he - mels en schenk uw
Gods har
œ
œ œ
œ
ver - kwik die al
ze - gen hei - me
neem is
en is
de de
-
œ
œ
œ
œ
œ–
œœ
œ
ge - zicht. ten licht.
œ
zich geef
œ
–
œ
œœ œœ
œ–
œ
œ
schijn in is er
on - ze in de
œ–
œœ œ
œ
o - ver - stroom koes - ter het
ziel zelf
œ–
ge - heel ons vreugd
7
œ
œ
en mild. rust stilt.
U van
œ
œ
œ œ
zoet on -
har - ten voor ziel niet rein
œ
de wie
œ–
king le
œ–
de voor 't
œ œ œ œ
is, gloed
ze - ven - voud, lief - de bij,
œ
œ
on - rein, ver - stard,
œ
heel leid
-
œ œ œ
œœœ œ œœ œ–
œ
voor de
œ–
œ œ bœ
7. Was wat vuil is 8. Maak weer zacht wat
&œ œ œ œ
œ
heil’ - ge Geest, zacht - heid die in de strijd, la - fe - nis
œ œ œ
vol uw
staat in
œ bœ
œ
œ–
ren, kom uit daal neer, kom
œ
œ œ œ
ge- neest, dat lijdt,
œ
&
œ
waar Gij kom wees
œ
&
3. ziel 4. hart
œ œ œ
o Geest des He der ar - men troost,
hei - lig - dom, ga - ven, Heer,
œ
œ
œ
œ
œ
die de
ie dat
œ
op die
bœ
is weg
der ons
œ
œ
in. zin.
ons ver -
œ–
ge - wond. niet vond.
œ œ œ
die ein -
op de
œ
œ–
U niet
ver - laat. ver - gaat.
œ
œ
–
Alleluia
t. NRL; m. P. Schollaert
&b œ œ œ ˙
1. Voorzang 2. Allen
Refrein: Hal - le - lu - ja,
b
œ
œ œ œ œ ˙ ˙
Hal - le - lu - ja,
œ œ œ œ œ ˙
Hal - le - lu - ja.
œ Geest, œ vervul œhet hart œ œ œ œ œ ˙ van uwœ gelovigen, Kom,&heilige en ontsteek in hen het vuur van uw liefde. – Refrein Kom, hei - li - ge Geest, ver - vul het hart van uw
œ œ œ œ ˙ œ 20,19-23 œ ˙ Evangelie & b œ Johannes In de avond van de eerste dag van vreugde toen zij de Heer zagen. ge -delodeuren - vi - van gen.de Nogmaals En ont zei - steek hen ‘Vrede Jezusin tot hen: de week, toen zij u. Zoals de Vader Mij gezonden verblijfplaats der leerlingen geslo˙ deze & b uit œ vreesœvoor de œJoden, œ heeft zo˙ zend Ik u.’ Na woorten waren den blies Hij over hen en zei: kwam Jezus binnen, ging in hun Refrein het vuur van uw lief de. midden staan en zei: ‘Vrede zij u.’ ‘Ontvangt de heilige Geest. Als gij Na dit gezegd te hebben toonde iemand zonden vergeeft, dan zijn Hij hun zijn handen en zijn zijde. ze vergeven, en als gij ze niet verDe leerlingen waren vervuld van geeft, zijn ze niet vergeven.’
m. Berne Media|liturgie
Homilie of overweging Geloofsbelijdenis Ik geloof in één God, de almachtige Vader, - Schepper van hemel en aarde, - van al wat zichtbaar en onzichtbaar is. - En in één Heer, Jezus Christus, eniggeboren Zoon van God, vóór alle tijden geboren uit de Vader. - God uit God, - licht uit licht, - ware God uit de ware God. - Geboren, niet geschapen, - één in wezen met de Vader, - en dóór wie alles geschapen is. - Hij is voor ons, mensen, en omwille van ons heil uit de
hemel neergedaald. - Hij heeft het vlees aangenomen - door de heilige Geest uit de maagd Maria, - en is mens geworden. - Hij werd voor ons gekruisigd, Hij heeft geleden onder Pontius Pilatus en is begraven. - Hij is verrezen op de derde dag, volgens de Schriften. - Hij is opgevaren ten hemel: - zit aan de rechterhand van de Vader. - Hij zal wederkomen in heerlijkheid om te oordelen levenden en doden. En aan zijn rijk komt geen einde. - Ik geloof in de heilige Geest, - die 8
ene, heilige, katholieke en apos tolische kerk. - Ik belijd één doopsel tot vergeving van de zonden. - Ik verwacht de opstanding van de doden - en het leven van het komend rijk. Amen.
Heer is en het leven geeft; - die voortkomt uit de Vader en de Zoon; - die met de Vader en de Zoon tezamen wordt aanbeden en verheerlijkt; die gesproken heeft door de profeten. - Ik geloof in de
of Credo in unum Deum, Patrem omnipotentem, factorem caeli et terrae, visibilium omnium et invisibilium. - Et in unum Dominum Iesum Christum, Filium Dei Unigenitum, - et ex Patre natum ante omnia saecula. - Deum de Deo, lumen de lumine, Deum verum de Deo vero, - genitum non factum, consubstantialem Patri: per quem omnia facta sunt. - Qui propter nos homines et propter nostram salutem descendit de caelis. - Et incarnatus est de Spiritu Sancto ex Maria Virgine, et homo factus est. - Crucifixus etiam pro nobis sub Pontio Pilato; passus et sepultus est, - et resurrexit tertia die, secundum Scripturas, - et ascendit in caelum, sedet ad dexteram Patris. - Et iterum venturus est cum gloria, iudicare vivos et mortuos, cuius regni non erit finis. - Et in Spiritum Sanctum, Dominum et vivificantem: qui ex Patre Filioque procedit. - Qui cum Patre et Filio simul adoratur et conglorificatur: qui locutus est per prophetas. - Et unam, sanctam, catholicam et apostolicam Ecclesiam. Confiteor unum baptisma in remissionem peccatorum. - Et exspecto resurrectionem mortuorum, et vitam venturi saeculi. Amen. Voor het overige gedeelte van deze viering, zie blz. 11
DIENST VAN HET WOORD MARIA, MOEDER VAN DE KERK Eerste lezing
gij naakt zijt? Hebt ge soms gegeten van de boom die Ik u verboden heb?’ De mens antwoordde: ‘De vrouw die Gij mij als gezellin gegeven hebt, zij heeft mij van die boom gegeven, en toen heb ik gegeten.’ Daarop vroeg God de Heer aan de vrouw: ‘Hoe hebt ge dat kunnen doen?’ De vrouw zei: `De slang heeft mij verleid, en
Genesis 3,9-15.20
Nadat Adam in de tuin van Eden van de boom gegeten had riep God de Heer de mens en vroeg hem: ‘Waar zijt gij?’ Hij antwoordde: ‘Ik hoorde uw donder in de tuin, en toen werd ik bang, omdat ik naakt ben; daarom heb ik mij verborgen. ‘Maar God de Heer zei: ‘Wie heeft u verteld dat
9
de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Dit zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel.’ De mens noemde zijn vrouw Eva, want zij is de moeder geworden van alle levenden.
toen heb ik gegeten.’ God de Heer zei toen tot de slang: ‘Omdat ge dit gedaan hebt, zijt gij vervloekt, onder alle tamme dieren en onder alle wilde beesten! Op uw buik zult ge kruipen en stof zult ge vreten, alle dagen van uw leven! Vijandschap sticht Ik tussen u en
Zo spreekt de Heer.
Wij danken God.
of Eerste lezing Handelingen 1,12-14 dag na Pinksteren
en Matteus, Jakobus, de zoon Nadat JezusMoeder ten hemel 'Maria, vanwas deopgeKerk' van Alfeus, Simon de IJveraar en nomen keerden de apostelen van Judas, de broer van Jakobus. Zij de Olijfberg naar Jeruzalem terug. bleven allen eensgezind volharDeze berg ligt dichtbij Jeruzalem den in het gebed samen met de Psalmvrouwen, 87 met Maria de moeder op sabbatsafstand. Daar aangekovert. Bronkorst enAd. metW. zijn broeders. men gingen zij naar de bovenzaal van Jezus, muz. Fr. Bullens waar zij verblijf hielden: Petrus Zo spreekt de Heer. (1-2.God. 3 en 5. 6-7) en Johannes, Jakobus en Andreas, Wij danken Filippus en Thomas, Bartolomeus Antwoordpsalm Psalm 87
4 &4
q = 90
œ
œj œj œ
j œ
&
œJ
1. Voorzang; 2. Allen:
œ
Hoe groots
Refrein:
t. A. Bronkhorst; m. F. Bullens
œ
œJ
is het wat
er van
œ
van
œ
3
œ
œ
u
œ
Je - ru - sa - lem, stad
œj œj œ .
wordt ge - zegd,
˙.
God!
Zijn stad op de heilige bergen: de Heer heeft haar lief; œ Jakob. œ –ŒRefreinœ & œ van Sion de poorten œ alleœjtenten œj van œ veelœjmeer œj dan
1. Zijn hei - gezegd, li - ge Jeruzalem, ber - gen: stad van deGod! Hoe groots is hetstad wat erop vandeu wordt Zij zullen˙ dan zeggen: ‘Mijn moeder is zij, uit haar zijn wij allen j j œ geboœ zelfœverklaren, ˙ deŒ Allerhoogste, œ 46 b œ de œHeer; ren.’&En Hij zal het œ – Refrein˙ Heer heeft lief; de‘Ook dezen poor -horen ten van Si thuis.’ - on Hij zal in het boek derhaar volkeren schrijven: daar Dan zullen zij dansen en zingen: ‘De bron van ons leven zijt Gij!’ – Refrein 4
&
Alleluia
œ
4 œ.
œj œ
œ
œ
œ
˙
& œ œ œ œ œ ˙ jœ œ œ jœ ˙ & œ œ œ œ œj œj œ œ veel 1. Voorzang; 2.meer Allen: dan al - le
ten - ten
van
Nœ œ Œ m. F. Bullens Ja - kob. Refrein
œ œ œ œ œ œj œj œ œ˙
Refrein: Al - le - lu - ia,
al - le - lu - ia, al - le - lu - ia. 2. Hoe groots is het wat er van u wordt ge - zegd, Je -
O gelukkige Maagd, die de Heer ter wereld heeft gebracht; heilige œ œ Jezus œ œj Christus, œj moeder & œJœvanœJ deœœKerk,œdie inœœ ons deœ˙ Geest˙Œ van œ uwœ Zoon, œœ & J œ bevordert. – Refrein
O - sa - lem, ge - stad luk - van ki - God! ge Maagd, ter ru Zij zuldie - lendedanHeer zeg - gen: 10
œj œ
œ
3
˙
j
œ
œ œ
j˙ j
Evangelie Johannes 19,25-34 In die tijd stonden bij het kruis van Jezus: zijn moeder en de zuster van zijn moeder, Maria, de vrouw van Klopas, en Maria Magdalena. Toen Jezus de moeder zag en bij haar staande de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot de moeder: ‘Vrouw, zie uw zoon.’ Vervolgens zei Hij tot de leerling: ‘Zie uw moeder.’ En van dat uur af nam de leerling haar bij zich op. Hierna, wetend dat nu alles was volbracht, opdat de Schrift zou worden volbracht, zei Jezus: ‘Ik heb dorst.’ Er stond daar een kruik vol zure wijn. Ze staken dus een spons vol zure wijn op een hysopstengel, en brachten die aan zijn mond. Toen Jezus dan van de zure wijn genomen
had, zei Hij: ‘Het is volbracht’, en nadat Hij het hoofd had gebogen, gaf Hij de geest. Aangezien het voorbereidingsdag was en opdat de lichamen niet aan het kruis bleven op sabbat - want het was de grote dag van die sabbat - vroegen de Joden aan Pilatus dat van hen de benen werden gebroken en zij zouden worden weggehaald. Daarop kwamen de soldaten en braken de benen van de eerste en van de andere die met Hem was gekruisigd. Toen zij echter bij Jezus kwamen en zagen dat Hij reeds dood was, braken zij zijn benen niet; maar een van de soldaten doorstak zijn zijde met een lans en onmiddellijk kwam er bloed en water uit.
m. Berne Media|liturgie
ALLE VIERINGEN Voorbede
&
# 2 4 œ
Heer,
j j œ œ
geef ons
œ
œ œj œ J
t. NRL; m. F. Bullens
œ
vre - de en vreug - de.
Bij een viering van woord en gebed volgt nu de slotritus of eventueel de communieviering (zie blz. 16).
11
EUCHARISTIE BEREIDING VAN DE GAVEN Bidt, broeders en zusters... Moge de Heer het offer uit uw handen aannemen, tot lof en eer van zijn Naam, tot welzijn van ons en van heel zijn heilige kerk. Gebed over de gaven
EUCHARISTISCH GEBED De Heer zal bij u zijn. – De Heer zal u bewaren. Verheft uw hart. – Wij zijn met ons hart bij de Heer. Brengen wij dank aan de Heer, onze God. Hij is onze dankbaarheid waardig. Prefatie 1 Pinksteren Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal. Aan hen die door de gemeenschap met uw Zoon uw kinderen zijn geworden, hebt Gij op deze dag de heilige Geest geschonken om het paasmysterie te voltooien. Hij was met uw kerk op het eerste
pinksterfeest: alle volken heeft Hij de ware God doen kennen, alle talen heeft Hij één gemaakt in de belijdenis van hetzelfde geloof. Vreugde om het paasfeest vervult ons, mensen die op aarde wonen, vreugde vervult de engelen in de hemel, de machten en de krachten die U loven, die U dit lied toejuichen zonder einde:
Prefatie 2 Maria, Moeder van de Kerk Heilige Vader, machtige eeuwige God, om recht te doen aan uw heerlijkheid, om heil en genezing te vinden zullen wij U danken, altijd en overal. En nu verheerlijken wij U bij deze viering, omwille van de heilige maagd Maria. In haar onbevlekt hart heeft zij uw Woord opgenomen en het in haar maagdelijke schoot mogen ontvangen; haar Schepper heeft zij ter werld gebracht en in Hem het eerste begin van de kerk met haar zorg omringd.
Zij heeft onder het kruis het testament aanvaard van Gods liefde en alle mensen aangenomen als haar kinderen die door de dood van Christus tot het goddelijk leven zijn herboren. Met de leerlingen heeft zij zich in gebed verenigd, toen de apostelen wachtten op de komst van de Beloofde en zo is zij het voorbeeld geworden van de biddende kerk. Verheven tot de hemelse glorie, begeleidt zij met moederlijke liefde de kerk op haar pelgrimstocht en waakt zij vol goedheid over
12
ligen, loven en aanbidden wij U en zingen vol vreugde:
haar voortgang naar het vaderland, totdat het licht aanbreekt van de glorievolle dag des Heren. Daarom, met alle engelen en hei
Sanctus, - Sanctus, - Sanctus - Dominus Deus Sabaoth. Pleni sunt caeli et terra - gloria tua. - Hosanna in excelsis. BeneÂdictus qui venit in nomine Domini. - Hosanna in excelsis.
overgeleverd nam Hij brood en sprak daarover het dankgebed om uw Naam te verheerlijken. Toen brak Hij het brood, gaf het aan zijn leerlingen en zei: Neemt en eet hiervan, gij allen, want dit is mijn Lichaam dat voor u gegeven wordt.
Ja Heer, Gij zijt werkelijk de heilige; heel uw schepping moet U wel prijzen, want door Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer, maakt Gij alles levend en heilig, in de kracht van de heilige Geest. Altijd blijft Gij bezig U een volk bijeen te brengen uit alle naties en rassen en talen; want van oost tot west moet door een zuivere offergave hulde worden gebracht aan uw Naam.
Zo nam Hij ook na de maaltijd de beker en sprak een zegenbede om uw Naam te verheerlijken. Hij gaf hem aan zijn leerlingen en zei: Neemt deze beker en drinkt hier allen uit, want dit is de beker van het nieuwe altijddurende verbond; dit is mijn Bloed dat voor u en alle mensen wordt vergoten tot vergeving van de zonden. Blijft dit doen om Mij te gedenken. Verkondigen wij het mysterie van het geloof.
Wij hebben deze gaven dan ook hier gebracht om ze aan U toe te wijden. In alle ootmoed vragen wij U, ze te heiligen door uw Geest, en ze Lichaam en Bloed te doen zijn van Jezus Christus, uw Zoon, onze Heer, op wiens woord wij deze geheimen vieren. Want in de nacht dat Hij werd 13
m. J. Vermulst
Daarom, Heer, gedenken wij het heilzaam lijden en sterven van uw Zoon, zijn glorievolle verrijzenis en zijn verheffing aan uw rechterhand; zo staan wij vol verwachting open voor zijn wederkomst, en bieden U vol dankbaarheid dit offer aan, zo levend en heilig.
men door dit offer van uw Zoon, dat ons in handen is gegeven opdat wij met U worden verzoend. Maak uw volk, onderweg hier op aarde, sterk in liefde en geloof: samen met uw dienaar N., onze paus, en N., onze bisschop, met alle bisschoppen, de geestelijkheid en heel het gelovige volk dat Gij U hebt verworven.
Wij vragen U, Heer: zie welwillend neer op het offer van uw kerk, en wil er uw Zoon in herkennen, door wiens dood Gij ons met U verzoend hebt. Geef dat wij mogen worden verkwikt door het nuttigen van zijn Lichaam en Bloed. Vervul ons van zijn heilige Geest opdat men ons in Christus zal zien worden tot één lichaam en één geest.
Wij vragen U, welwillend te staan tegenover de wensen van deze gemeenschap die hier bij U is, en waarvan Gij de Vader zijt. Goede God, breng in uw barmhartigheid al uw kinderen van overal bijeen. Laat onze overleden broeders en zusters, ja, laat allen die U lief waren en die van hier zijn heengegaan, genadig binnen in uw rijk. Ook wijzelf hopen daar eens te mogen zijn, om met hen samen voor altijd te mogen genieten van uw heerlijkheid, door Christus onze Heer. In Hem schenkt Gij alles wat goed is aan deze wereld.
Moge Hij ons maken tot een blijvende offergave voor U: dan zullen wij het erfdeel verkrijgen dat Gij ons beloofd hebt, samen met Maria, de heilige Maagd en Moeder van God; met de heilige Jozef, haar bruidegom, samen met uw apostelen en martelaren, (met de heilige N.) en met allen die in uw heerlijkheid zijn en daar voor ons bidden.
Door Hem en met Hem en in Hem zal uw Naam geprezen zijn, Heer onze God, almachtige Vader, in de eenheid van de heilige Geest hier en nu en tot in eeuwigheid. – Amen.
Mogen de vrede in de wereld en het heil van alle mensen toene14
COMMUNIERITUS Gebed des Heren Onze Vader, die in de hemel zijt, uw naam worde geheiligd, uw rijk kome, uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel. Geef ons heden ons dagelijks brood en vergeef ons onze schulden, zoals ook wij vergeven aan onze schuldenaren en breng ons niet in beproeving maar verlos ons van het kwade.
Pater noster, qui es in caelis: sanctificetur nomen tuum; adveniat regnum tuum; fiat voluntas tua, sicut in caelo, et in terra. Panem nostrum cotidianum da nobis hodie; et dimitte nobis debita nostra, sicut et nos dimittimus debitoribus nostris; et ne nos inducas in tentationem; sed libera nos a malo.
Verlos ons, Heer...
Want van U is het koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in eeuwigheid. Vredesritus Norbertus Breken van het brood
# # # 4 K:Œ j œ œj œj œ œj œ œ œ Œ A:œ & 4 œ œ. œ J Lam Gods, dat weg - neemt de zon- den der we- reld, ont K: j j j ### j 2 4 & œ œ œ œ 4 ˙ .. 4 Œœ œ . œ œ œ œ œ œ œJ ferm U o-ver ons. (herh.) Lam Gods, dat weg- neemt de zon - den der A: ### œ œ œ œ œ œ œ ˙. Œ Œ & we - reld,
geef
ons de
vre
-
de.
of Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: miserere nobis. (herhalen)
Agnus Dei, qui tollis peccata mundi: dona nobis pacem.
Uitnodiging tot de communie Zalig zij... Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt, maar spréék en ik zal gezond worden. Communiezang Gebed na de communie 15
SLOTRITUS Zegen en wegzending Na de zegen zegt of zingt men (alleen op met Pinksteren):
.
. Voorzang: Gaat in vre - de heen! Allen: God zij dank ge - bracht.
.
Al - le - lu - ja, al - le - lu - ja. Al - le - lu - ja, al - le - lu - ja.
DANKGEBED COMMUNIEVIERING
& b 43 œ
œ
œ œj œj œ J
œ J
Uw Geest, God,geeft on - ze
t. NRL; m. Fl. v.d. Putt
j j j j œ œ œ œ ˙
aar - de een nieuw ge - zicht.
œ œroepen: God, U bprijzen Œ œ aanœ ‘Jezus ˙ & Ó wij om œ uw œ ˙ is de Heer’. wezigheid onder œons in Jezus – Acclamatie Christus, voedsel Atot eeuwig le- a men, men. ven. Mogen wij vervuld worden U vervult ons met uw Geest om van uw Geest nu wij uw woord elkaar te vergeven en de zonden en uw gaven delen. Dat wij zo de uit de wereld te bannen. Blijf ons aarde een nieuw gezicht geven nabij met uw liefde en vreugde en vrede brengen die leven doet die de wereld herscheppen tot en duurzaam is. – Acclamatie vrede, die blijven zal. – Acclamatie U overlaadt ons met uw gaven, U openbaart uw Geest tot welzijn van allen; U neemt de verdeeldheid onder3ons weg, opdat wij œlichaam, œ le-œj b 4 œ totœ één ven, & verzameld J J vervuld van de Geest die ons doet
&b Ó
U verlicht ons door uw Geest bij alles wat wij doen en roept ons op het werk te volbrengen van Jezus, Messias, jdie met j Ujleeft in j de œ œj– Allen: œeeuwigheid. œ œ œ ˙
Uw Geest, God,geeft on - ze
œ œ œ
A
-
œ
œ
men, a
16
aar - de een nieuw ge - zicht. m. M. Pirenne
œ œ ˙ -
˙
men.
Œ
GEZANGEN Psalm 150, 2
1. Psalm 150
#Refrein 3 œ (Koor) œ œ # & 4 # (Allen) & # œ œ œ
Al - les wat
Al - les
wat
œ œ œ
a - dem heeft
œ œ œ
a - dem heeft
,
t. I. Gerhardt/M. v.d. Zeyde; m. A. Oomen
œ
œ œ
lo - ve
de
œ œ œ
lo - ve
de
˙.
Heer.
˙.
Heer.
, j j j j j j j j j & œ œ œ œ œ œ œ œ . œj œj œ œ 1. Looft God in zijn hei - lig do- mein, looft Hem in zijn Looft ramshoorn, harp j œen. met, # #Hem j œmetjde stoot op, de j œHem met j j j looft n œ citer, looft Hem met handtrom en reidans, looft Hem met & œ J œ œ. œ œ œ œ J J œ snaren en fluit. – Refrein da - den van macht, groots fir-ma ment, looft Hem om zijn U, Looft Hem met klinkende cimbels. # #Hem met slaande cymbalen, j j looft j j œ– Refrein œ œ œ œ Alles wat adem heeft love de Heer. God-lof! œ œ . œ & J J J J œ œ œ J looft Hem Mijn#vreugde zingkrachik uittens zijn ma - te - lo - ze groot - heid. ,t. IWVL; m.Refrein j j 2. Danklied van Maria j j j j # j œW.j Vogel œ & œj œj œj œ œ œ œ œ œ œ Refrein 2. Looft Hem met de stoot op de rams- hoorn, looft Hem met & #b# cœjŒ œ jœ œj œœ œ, œj ˙ j œj ˙ œ nœœ œ œj œ˙ œ˙ , & J œvreug - de zing œik uit:œ GodJ isJ mijn Red J - der. Mijn looft Hem met handtrom harp en met ci ter, en reidans, Voorzang U , ˙ œ # j bdeze Van eeuw œ naœeeuw # œœdagœ œaf œzullen j œ œ ˙œ . œ & œ œ & œ œ œ– RefreinJ de mensen J mijJ gelukkig prijzen. 1. Van de - ze dag af zul - len eeuw na eeuw de Hem met sna - ren en fluit. Refrein , Hij heeft mij gehandeld naar zijn grootheid, #b# looftmet j j j j œ œ Naam. jœ – Refrein j jœ geheiligd jœ œjœ zij œ de zijn ˙ &Machtige, ˙ œ & œ œ œ œ . œ œ œ œ Refrein men sen mij ge luk kig prij - zen. Looft Hem met slaan - de steeds cym ervaren - ba - len, looft Hem— met En3.zijn barmhartigheid wordt , j j # j wanneer de mensjeerbiedig naar Hem j opziet. j – Refrein œ ˙ œ & b# œœ œJ œ œ œœ œ œœ . œœ œ œ œ œ nœ œ œ & 2. klinHij ken heeft ge - han deldwat naar groot heeft - heid, de - de met cim mij - bels. Al - - les a zijn dem U, , #b# œœ œ œœ œ j œ œ œ œ & ˙ . œ œ œ & J J œ œ œ J Naam. — Refrein Mach - ti - ge, ge - hei - ligd zij zijn Refrein lo - ve de Heer. God - lof! , , j #b# 17 j j j œ œ œ œ j j œ œ œ œ j j j j œ j j œ œ œ œ & œ œ œœ œ œ œ œ . & œ œ œ œ œ. ##
Looft God in zijn heilig domein, looft Hem in zijn groots firmanent, Voorzang (senza misura) looft Hem om zijn daden van macht, looft Hem krachtens zijn mateloze grootheid. – Refrein
3. Honger naar het levend Brood
t. Berne Media|liturgie; m. J. Vermulst
Cantor/koor
Wonderen deed Hij om nooit te vergeten, minzaam en liefdevol toon zicht de Heer. – Refrein Voedsel geeft Hij aan die Hem vereren, altijd herinnert Hij zich zijn verbond. – Refrein Geest die vuur en liefde zijt
4. Geest die vuur en liefde zijt
& b 2H œ
œ
& b œ.
j œ
1. 2. 3.
œ
œ
t. L. Michels; m. Antwerpen 1651
œ
œ
˙
œ
œ
œ
œ
œ
Geest, die vuur en lief - de zijt, Geest die leeft van Geest van wijs - heid, Geest van raad, al - ler din - gen Geest, die waak- zaam zijt en sterk, hoed het schip van
1. eeu - wig 2. zuiv’ - re 3. Chris - tus’
&b œ œ
œ
˙
heid, maat, Kerk.
œ
1. leid, o Heer, ons 2. bij - staat wie in 3. tot der tij - den
& b œ.
j œ ˙
1. door uw licht, 2. le - vens - zee: 3. sten - dig - heid
,
œ
œ
œ œ
œ
œ
œ
œ
œ œ
Va - der, voort - komt van de Zoon en Troos - ter, die met won - d’re krach- ten en - de, Stuur het tot aan’t za - lig
œ, œ
al - tijd na - der leed ver- smach- ten: loop zich wen - de
œ
œ
œ œ
tot uw hei - lig vas - te baak en in uw stra- lend’
18
œ œ œ
door uw lief - de, wees ons op de van deez’ on - be -
œ.
j œ
U ˙
aan - ge - zicht. veil’ - ge ree. eeu - wig - heid.
Kom, Schepper, Geest
5. Kom, Schepper, Geest
b & b 23 22 œ 1. 2. 3. 4. 5. 6.
b &b œ
œ
Kom, Schep Gij zijt Gij schenkt Ver - licht Ver - los Doe ons
t. J.W. Schulte; m. oud-kerkelijk
œ
œ
œ
œ
œ
per, Geest, daal tot de ga - ve Gods, uw ga - ven ze ons duis - te - re ons als de vij de Va - der en
˙ Œœ
neer, ons zijt Gij ven - voud, ver - stand, and woedt, de Zoon
houdt de o geef geef aan -
œ œ œ œ œ ˙ Œœ œ œ œ œ œ œ
1. Gij bij ons uw in- tocht, Heer; ver - vul het hart dat U ver gro - te Troos- ter in de tijd, de bron waar - uit het le - ven 2. 3. hand die God ten ze - gen houdt, o taal waar - in wij God ver dat ons hart van lief - de brandt, en dat ons zwak- ke li- chaam 4. 5. Heer, de vre - de ons voor- goed. Leid Gij ons voort, op- dat geen de ho - ge troon; o Geest van bei - den uit - ge 6. schou - wen in
b &b ˙ 1. 2. 3. 4. 5. 6.
beidt springt, staan, leeft kwaad, gaan,
œ
Œœ
met het wij van geen wij
-
he lief hef uit on bid -
œ
œ
œ
mel - se barm de - vuur dat fen on - ze de kracht die ge - val ons den U ge -
6. Vernieuw Gij mij
œ
œ
˙ Œ
har - tig - heid. ons door - dringt. lof - zang aan. Gij het geeft. le - ven schaadt. lo - vig aan.
t. A. den Besten; m. Nürnberg 1676
19
7. Geest van God, Adem van leven t. en m. J. Morin, P. en V. Mugnier, vert. Gem. Emmanuel
&
### ###
Refrein:
& & &
### ###
C œ. œ.
Geest
Geest
j j œ œ œ
j œ ˙
j j œ œ œ
van God,
j œ ˙
van God,
j œ ˙
œ.
Geest
œ
U
hei
&b
-
ligt
œœ œ œœ
œ
œ
vuur,
œ
daar waar vriend - schap u - bi ca - ri -
w
œ
˙
œ
en
kracht:
œ
˙
œ
˙
œ
˙
˙
ons.
in ons hart; hei - lig - heid. ons bij - een.
œ
ons kom in
œ
Geest maak maak
na - bij; in ons. ons hart.
van moed: onst. Taizé; één: m. J. Berthier (Taizé) ons nieuw:
j œœ ‰ œ w œ
1. wij zienvriendnaar Daar waar - schap is,U 2. wij zien naar U U - bi ca - ri - tas, 3. wij zien naar U
œ
A - dem van
œ
1. Kom, o van Geest, kom Geest van leven, Geest moed: 2. naar Kom,U uit. o Geest van wij zien 3. Kom, o Geest, houd # Kom,#o Geest van heiligheid. j # waarheid, œ. œkom œin ons. œ Geest & van Geest van liefde, maak ons één: 1. kom, wij zien naar U uit. o Geest, wees 2. Geest van waar - heid, Geest houdvan Kom, o3.Geest, ons vuur, bijeen.brand # vuur, brand in ons hart. K Geest# van om, & o #Geestœ .en maakœJons œnieuw: œ wij zien naar U uit. 1. Geest van le - ven, 2. Geest van lief is - de, 8. Daar waar vriendschap 3. Kom, o Geest en
# #2# œ & b & 4 œ
le - ven,
troost
### œ . Kom, & o Geest, kom inœJ onsœhart; œ kom, o Geest, wees ons nabij;
˙
is, tas,
20
œ
A - dem van
œ œ
van God,
˙
œ
en uit.lief et uit. a uit.
œ
-
3
œ œ œ œœ
daar is De - us i - bi
˙
Refrein de, mor,Refrein Refrein
˙
God. est.
..
9. Zingt van de Vader
t. H. Jongerius; m. J. Crüger 1653
Psalm 150
10. Looft de Heer met koop’ren trompetten, Psalm 150
& b 2 ˙œ Koor
œ
œ ˙œ œ
œ
œ
t. G. Helderenberg; m. Ign. de Sutter
œ œ
˙
œ
met koop’ - ren trom - pet - ten! de Heer met pauk en ba - zui - nen de Heer met har - pen, met gou - den cim - ba - len,
1. 2. 3.
Looft Looft Looft
1. 2. 3.
Aan uw lof sta paal noch perk; laat ons zijn glo - rie in om zijn stra- lend fir - ma - ment. Looft Hem wat a- demt in al wie leeft in eeuw en tijd. Looft Hem met dui - zend
Hem
˙ œ œ &b Œ œ œ ˙
˙ Œ œ
&b œ œ
œ
œ
˙
œ
1. groot - heid zet - ten, 2. bos - sen en tui - nen, ta - len, 3. ton - gen en
˙
œ œ œ œ œ
œ œ œ œ
˙
˙.
bij zijn tem - pel, in zijn Kerk! al wat groeit, al wie Hem kent. looft zijn naam, zijn Ma - jes - teit!
Refr. 1 3 2 U U U œ & b œ œ ˙ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ ˙ œ œ œ ˙. Al - le - lu - ia.
Al- le- lu- ia.
21
Al - le - lu - ia.
Al - le- lu- ia.
God wil een tempel bouwen
11. God wil een tempel bouwen
1 & bH œ 1. 2. 3.
God De Zijn
wil een bloem gaat warm - te
œ œ œ œ
œ
œ
œ
˙ Œ œ
œ
1. ze - gend zijn, 2. van de nacht: 3. kaar de hand.
œ œ œœ œ
œ
1. 2. 3.
door - nen nach - ten trou - wen
œ
haar naam, ge - voed; te - huis;
œ
1. Wij 2. O 3. Ons 4. Toon
œ
&b
1. teed'
-
œ
een roos die zo schijnt na men - sen die
œ
Œ œ
œ
Ma de een
œ
zon - der ve - le Hem ver -
U ˙ Œ
-
ri ri ri ri
j œ œ
re
min,
-
˙ Œ œ œ œ a: a: a: a:
œ œ 22
o
u en leid de
j œ œ
œ.
œ
groe - ten u, o Ko Moe - der van barm - har le - ven, zoet - heid, hoop ons in 't uur van on
Ma Ma Ma Ma
œ.
œ
t. bew. J. Seidenbusch; m. Salve Regina Coelitum
œ
œ
&b œœ œ œ ˙ 1. o 2. o 3. o 4. o
œ Jœ œ œ J
bloei staan. zal in ko - men le - vens - licht voor - goed. ons huis. er wor - den kind aan
12. Wij groeten u, o Koningin
&b c œ œ
om ons na het zon - licht de ar - men
Hij zich heeft ver - ko - ren: heeft zij wil - len wach - ten, zal zijn tem - pel bou - wen:
œ
ri - a is 1. zich 2. hoop in 3. we - reld - wijd
œ
œ
die zo God
œ &b œ œ œ œ Œ
œ
en bo - ven al - le vrou - wen zal zij ge ver - wacht in stil ver - trou - wen het wij - ken op aar - de vre - de stich - ten: kom reik el -
j & b œ. œ ˙ Œ œ
&b œ
œ œ J
œ J
tem - pel bou - wen zich ont - vou - wen, zal ver - lich - ten
j & b œ. œ ˙ Œ œ te zijn, 1. bij 2. wekt haar zacht, 3. in het land,
t. J. Wit; m. G. Kremer
œ
œ
œ
œ
œ
œ
-
nin - gin, tig - heid, en vreugd, ze dood,
-
œ
œ
œ
Moe - der vol van troost in al - le gij ons op de zoe - te vrucht van
œ
˙
Ma - ri
-
˙
a:
&b
3. o 4. o
Ma - ri Ma - ri
-
j œ œ
œ.
a: a:
1. teed' - re min, 2. bit ter - heid, 3. weg der deugd, 4. u we schoot,
3 &b 4
œ
1-4. Groet
& b œ. Se
&b ˙
-
œ
œ
haar,
o
œ œ J
ra - fijn,
˙
sal - ve,
˙
leid de
œ œ
o o o o
c œ.
gij ons op de zoe - te vrucht van
œ
œ
Ma Ma Ma Ma
œ.
œ œ J
che - ru - bijn;
j œ œ œ
prijst met ons uw
˙
˙
sal - ve,
1. 2. 3. 4.
Mijn ziel maakt Van nu aan, Zijn arm ver Hij heeft het
zeer, mij, macht, knecht,
want zul de zal
sal - ve,
mij, za van na
1. Hem als dienst maagd dien, ge slach ten saam, 2. le nen groot 3. Hij maakt klei A bra ham 4. Hij zal
1. 2. 3. 4.
zien naam, vloed kwam
en Hij de in
deed zal hon eeu
23
œ
a: a: a: a:
œ
prijs haar, o
œ.
j œ ˙
U
Ko - nin - gin:
˙
Re - gi - na.
mijn geest ver heugt zich de Ster ke, deed aan de gro ten uit hun aan Is ra el zijn
ge rin lig prij hun tro de schen
goed want en en
mij zijn ge wig
œ
-
˙
t. M. Jacobse; m. Straatsburg 1539
groot de Heer, om wat Hij, stoot met kracht lang voor zegd:
God heeft len mij vor sten Hij ge
ri ri ri ri
œœœœ ˙
13. Mijn ziel maakt groot de Heer
1. 2. 3. 4.
-
˙
gro trouw ri heid
ge, zen nen; ken,
die al maar en
gun stig aan ge hei lig is zijn zal met o ver al wie na hem
te din be wij gen lo ge den
gen. zen. nen. ken.
LATIJNSE GEZANGEN Veni, creátor Spíritus mentes tuórum vísita, imple supérna grátia, quae tu creásti péctora.
Kom Schepper, Geest, daal tot ons neer, houd Gij bij ons uw intocht, Heer; vervul het hart dat U verbeidt, met hemelse barmhartigheid.
Qui díceris Paráclitus, donum Dei altíssimi, fons vivus, ignis, cáritas et spiritális únctio
Gij zijt de gave Gods, Gij zijt de grote Trooster in de tijd, de bron waaruit het leven springt, het liefdevuur dat ons doordringt.
Tu septifórmis múnere, dextrae Dei tu dígitus, tu rite promíssum Patrís sermóne ditans gúttura.
Gij schenkt uw gaven zevenvoud, O hand die God ten zegen houdt, O taal waarin wij God verstaan, wij heffen onze lofzang aan.
Accénde lumen sénsibus, infunde amórem córdibus, infirma nostri córporis, virtúte firmans pérpeti.
Verlicht ons duistere verstand, geef dat ons hart van liefde brandt, en dat ons zwakke lichaam leeft vanuit de kracht die Gij het geeft.
Hostem repéllas lóngius pacémque dones prótinus, ductóre sic te práevio, vitémus omne nóxium.
Verlos ons als de vijand woedt, geef ons de vrede weer voorgoed, Leid Gij ons voort, opdat geen kwaad, geen ongeval ons leven schaadt.
Per te sciámus da Patrem, noscámus atque Fílium, te utriúsque Spíritum credámus omni témpore.
Doe ons de Vader en de Zoon aanschouwen in de hoge troon, O Geest van beiden uitgegaan, wij bidden U gelovig aan.
Introitus Wijsheid 1 Spiritus Domini replevit orbem terrarum, alleluia, et hoc quod continet omnia, scientiam habet vocis, alleluia, alleluia, alleluia.
De Geest van de Heer heeft bezit genomen van de aarde, alleluia. Hij die alles samenhoudt draagt kennis van alle taal. Alleluia, alleluia, alleluia.
1e Alleluia Psalm 104 Alleluia, alleluia. Emitte Spiritum tuum et crea buntur, et renovabis faciem terrae. Alleluia.
Alleluia, alleluia. Zend uw Geest uit en alles zal herleven en Gij zult het aanschijn van de aarde vernieuwen. Alleluia.
Sequentie (alleen met Pinksteren) Veni, sancte Spiritus, et emitte Kom, Gij, Geest van heiligheid, zend caelitus lucis tuae radium. Veni, uw licht en stralen uit van het hemelse 24
hoogaltaar. Kom, Gij, licht voor ’t pater pauperum, veni, dator munerum, veni, lumen cordium. mensenhart. Gever met uw gavenschat, Vader van de armenschaar. Consolator optime, dulcis hospes Trooster zijt Gij, zeer begeerd, Gast der zielen, hooggeëerd, een verkwikanimae, dulce refrigerium. In king overzoet. Gij biedt troost bij droelabore requies, in aestu tempefenis, sterkte bij vermoeienis, scharies, in fletu solatium. duw tegen zonnegloed. O Gij, licht vol zaligheid, stort U in het O lux beatissima, reple cordis harte uit, dat U voor zich uitverkoos. intima tuorum fidelium. Sine tuo numine, nihil est in homine, Buiten uw genade om, is er nergens adeldom, is er niemand zondeloos. nihil est innoxium. Reinig wat bezoedeld is, schenk bij Lava quod est sordidum, riga dorheid lafenis, bij verwonding mediquod est aridum, sana quod est cijn. Buig wat stug is en verstard, saucium. Flecte quod est rigikoester het verkilde hart; leid hen, al dum, fove quod est frigidum, wie dwalend zijn. rege quod est devium. Da tuis fidelibus, in te confidenti- Geef, Heer, aan de christenheid, U bus, sacrum septenarium. Da vir- vertrouwvol toegewijd ’t zevenvoudig tutis meritum, da salutis exitum, gavental. Schenk een deugdenvuur, schenk een zalig stervensuur, schenk da perenne gaudium. de vreugd, die blijven zal.
2e alleluia Alleluia. (Alleluia). Veni, Sancte Spiritus, reple tuorum corda fidelium: et tui amoris in eis ignem accende. Alleluia.
Alleluia. (Alleluia). Kom, heilige Geest, vervul de harten van uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur van uw liefde. Alleluia.
Offertorium Psalm 68 Confirma hoc, Deus, quod operatus es in nobis: a templo tuo quod est in Ierusalem, tibi offerent reges munera, alleluia.
Bevestig, God, wat Gij in ons hebt uitgewerkt. Dan zullen koningen U geschenken offeren in uw heilige tempel te Jeruzalem. Alleluia.
Communio Handelingen 2 Factus est repente de caelo sonus advenientis spiritus vehementis, ubi erant sedentes, alleluia: et repleti sunt omnes Spiritu Sancto, loquentes magnalia Dei, alleluia, alleluia.
Plotseling kwam er uit de hemel een gedruis alsof er een hevige wind opstak en heel het huis waar zij gezeten waren, was er vol van. Alleluia. Zij werden allen vervuld van de heilige Geest en spraken over Gods grote daden. Alleluia, alleluia.
25
Maria, Moeder van de Kerk Introitus Psalm 44 Vultum tuum deprecabuntur omnes divites plebis: adducentur regi virgines post eam: proximae eius adducentur tibi in laetitia et exsultatione. Eructavit cor meum verbum bonum: dico ego opera mea regi. Graduale Judith 13,23.15,10 Benedicta es tu, Virgo Maria, a Domino Deo excelso, prae omnibus mulieribus super terram. Tu gloria Ierusalem, tu laetitia Israel, tu honorificentia populi nostri.
De rijken van het volk zien allen smekend op naar uw gelaat; in haar gevolg worden maagden tot de koning geleid, haar vriendinnen worden tot U gevoerd in blijdschap en jubel. Een heerlijk lied is aan mijn hart ontweld; ik draag mijn werken voor aan de koning. Gezegend zijt gij, Maagd Maria, door de Heer, de allerhoogste God, meer dan alle vrouwen op aarde. Gij zijt de roem van Jeruzalem, de vreugde van Israël, de trots van ons volk.
Alleluia Psalm 121,1 Alleluia. (Alleluia). Laetatus sum in his quae dicta sunt mihi: in domum Domini ibimus.. Alleluia.
Alleluia. (Alleluia). Ik ben verheugd over wat mij gezegd is: naar het huis des Heren zullen wij gaan. Alleluia.
Offertorium Esther 14,12.13 Recordare mei, Domine, omni potentatui dominans: da sermonem rectum in os meum, ut placeant verba mea in conspectu principis.
Gedenk mij, Heer, heerser over alle heerschappij; leg mij het juiste woord in de mond, opdat mijn woorden bij de vorst behagen vinden.
Communio Psalm 26,4 Unam petii a Domino, hanc requiram: ut inhabitem in domo Domini omnibus diebus vitae meae.
Één ding vraag ik de Heer, meer zal ik niet wensen: dat ik in Gods huis mag wonen zolang ik leef.
© Perikopen: Nationale Raad voor Liturgie, ’s-Hertogenbosch, resp. Katholieke Bijbelstichting, Breda © Varia: Stichting Nationale Raad voor Liturgie, Zeist, 1979. © Rechthebbenden van de liederen: zie Overzicht van de Gezangen, 2020-2. Illustratie voorzijde: Juan Bautista Maíno, Pinksteren (1612-1614), Museo del Prado, Madrid. Prefatie van Pinksteren en 2 van de H. Geest en Canon IIIB: Altaarmissaal 409, 1276 en 702. Onze Vader: Klein missaal 74. Redactie: Berne Media|liturgie (www.bernemedia.com). Imprimatur et concordat cum editione approbata: Mgr. dr. G. de Korte, ’s-Hertogenbosch, 15-1-2020. © Berne Media|uitgeverij abdij van berne|Heeswijk 2020. ISSN: 1383-2018
26
Bezinning De Geest van God Is een goede Geest. Hij zet mensen in beweging. Hij maakt mensen vurig. Hij zet hen in vuur en vlam. En wat doen ze dan, die mensen? Ze maken een nieuwe wereld. Ze troosten waar verdriet is. Ze geven waar gebrek is. Ze luisteren waar nood is. Ze zingen en dansen. Congregatie van de H. Geest, Berg en Dal
Pinksteren, MariaIen de apostelen.
Geen loze belofte Wij vieren vandaag het feest van de komst van de Heilige Geest. Want die kwam op de dag van Pinksteren, die al is aangebroken. Er waren honderdtwintig personen op één plaats bijeen. Onder hen bevonden zich de apostelen, de moeder van de Heer en andere mensen, mannen en vrouwen, die aan het bidden waren en wachtten op de vervulling van Christus’ belofte, de komst van de Heilige Geest (Handelingen 2,1 en 1,14-15) De hoop van de wachtenden was geen ijdele hoop, want de belofte van de Belover was geen loze belofte. Zij wachtten en Hij kwam. En Hij trof reine vaten waarin Hij kon worden opgevangen. Er verscheen hun iets dat op vuur geleek en dat zich, in tongen verdeeld, op ieder van hen neerzette. En zij begonnen in vreemde talen te spreken, naargelang de Geest hun te vertolken gaf (Handelingen 2,3-4). Iedere persoon sprak in alle talen, omdat de toekomstige kerk hiermee in alle talen werd aangekondigd. Eén persoon was het teken van de eenheid: alle talen in één persoon, dat betekent alle volkeren tezamen in eenheid. Augustinus, bisschop van Hippo, in: Als licht in het hart, preek 266,2
II
Heilige Geest, kom in mijn hart. Trek het, o ware God, door uw macht tot U en schenk mij met de liefde ook de heilige vrees. Behoed mij, Christus, voor elke slechte gedachte: ontsteek, ontvlam in mij uw zoete liefde en alle zwarigheid zal mij licht toe schijnen. Heilige Vader, mijn beminnelijke Heer, van nu af, help mij bij al wat ik doe. O, Christus, mijn liefde! O. Christus, mijn liefde! Catharina van SiĂŤna
Adem in mij Adem in, de Geest van God Adem in mij, Heilige Geest, dat ik beseffen mag wat heilig is. Stuw mij, Heilige Geest, dat ik doen mag wat heilig is. Verleid mij, Heilige Geest, dat ik beminnen mag wat heilig is. Sterk mij, Heilige Geest, dat ik beschermen mag wat heilig is. Bescherm mij, Heilige Geest, dat ik het heilige nooit mag kwijt raken. Gebed van Augustinus, bisschop van Hippo
Ludovico Seitz, Storie de Maria (1892-1908). Santuario della Santa Casa, Loreto.
III
Moge de vrucht van de geest dag aan dag in ons groeien Heer God, geef ons de liefde om onze ogen te richten op Jezus en eerlijk te verlangen om zijn hart voor de mensen te zijn. Geef ons blijdschap om dankbaar te leven voor wat wij hebben en voor wat wij voor anderen mogen zijn. Geef ons vrede om helder te zien wat ons samenhoudt en om te vergeten wat ons scheidt. Geef ons geduld om te aanvaarden dat wij zwak zijn en veel tijd nodig hebben om te worden wat wij graag zouden willen zijn. Geef ons vriendelijkheid om gevoelig te worden voor elkaars vreugde en pijn en attentievol te leven. Geef ons goedheid om iedereen het beste te gunnen en om elkaar nooit een dienst te weigeren. Geef ons trouw om het gegeven woord nooit te breken en om in donkere dagen elkaar nabij te zijn. Geef ons zachtheid om te beseffen hoe kleine wonden pijn kunnen doen en om nooit ĂŠĂŠn mens te kwetsen. Geef ons ingetogenheid om af en toe stil te worden en tijd te maken om elkaar te ontmoeten. Valeer Deschacht pr. IV
Geef me in, Heilige Geest Geef me in, Heilige Geest aan het heilige te denken. Drijf me er toe, Heilige Geest het heilige te begeren. Verlok me Heilige Geest om het heilige na te jagen. Geef me kracht, Heilige Geest het heilige vast te houden. Bewaar me ervoor, Heilige Geest het ooit te verliezen. Augustinus, bisschop van Hippo
Maria, Moeder van de Kerk Na Pinksteren, het begin van de geschiedenis van de Kerk in de wereld, nodigt de liturgie ons uit om Maria te aanschouwen in haar hoedanigheid van moeder van de Kerk. Haar moederschap wordt al duidelijk onder het kruis, als Jezus zelf tot haar zegt: ‘Vrouw, daar is je zoon’ en tot de leerlingen: ‘Daar is je moeder.’ Deze woorden van Jezus hebben ook een betekenis voor ons, die zo gemakkelijk op veilig spelen en zo gemakkelijk wegkijken van de problemen, zeker als er lijden of kwaad mee gemoeid is. Maar overal waar onder het kruis, teken van elk menselijk lijden een gemeenschap van leerlingen gevormd wordt, dáár is de kerk. Wij moeten aanwezig zijn bij de talloze gekruisigden in de wereld om troost te ontvangen in de gedaante van een moeder en een zoon, om broers en zussen te ontvangen die ons niet alleen laten. ‘Toen, van dat uur af, nam de leerling haar bij zich in huis op.’ De moeder van Jezus in je eigen huis, in je eigen hart opnemen betekent aan haar zijde staan onder de vele kruisen van de wereld, als teken van hoop, als teken van nieuw leven dat ontstaat, van een nieuwe familie die agstvrijheid en solidariteit voortbrengt. Mgr. Vincenzo Paglia, Het Woord van God elke dag – 2020. V
Gebed voor de parochievernieuwing Heilige Geest, gast die ons hart verzacht, ontsluier voor ons de diepe zin van de parochievernieuwing en maak ons hart bereid om het in geloof te omarmen, met een hoop die niet tot ontgoocheling leidt; met een liefde die niets terug verwacht. Schepper Geest, onnaspeurbare bouwer van het Koninkrijk, sta de kerk bij met de kracht van uw heilige gaven, zodat zij met moed de vorming van de nieuwe parochies ter hand neemt om aan de komende generaties het licht te brengen van het verlossende Woord. Geest van eenheid, ziel en steun van de Kerk, geef dat de rijkdom van de charisma’s en de diensten bijdraagt aan de eenheid van het Lichaam van Christus; laat de leken en de gewijde dienaren en allen die hun leven aan God hebben toegewijd, samenwerken bij de opbouw van het ene rijk van God. Geest van leven, door wie het Woord is vleesgeworden in de schoot van de maagd, de vrouw die luisterde en alles overwoog in de stilte van haar hart, maak ons ontvankelijk voor de ingevingen van uw liefde en altijd bereid de tekens des tijds te aanvaarden die U plaatst op de wegen van onze geschiedenis. Aan U, Geest van liefde, zij samen met de Vader almachtig en zijn enige Zoon, de lof, de eer en de heerlijkheid, in alle eeuwen, zonder einde. Gebed Paus Johannes Paulus II bewerkt door Ad Verest pr.
VI H. Geest (glas in loodraam), anoniem.