"Broerie in de Beursschouwburg" - Bernard Van Eeghem

Page 1

Broerie in de Beursschouwburg Bernard Van Eeghem



Broerie In de Beursschouwburg

Bernard Van Eeghem


2

Bernard van eeghem


Broerie In de Beursschouwburg

3

“Bernard Van Eeghem is dood, Bernard Van Eeghem is dood” schreeuwt een mooi jong meisje op de Anspachlaan voor de trappen van het Beursgebouw dat na lange tijd een, toch op die plek, onnozel Biermuseum te zijn geweest nu in een festivalformule halfjaarlijks wordt vrijgegeven voor tijdelijke installaties met hedendaagse topkunstenaars van allerlei disciplines die zich hierbij meten met plaatselijk, jong en beloftevol talent. Het herbergt ook de jaarlijkse ontmoetingsruimte van het Kunstenfestivaldesarts. Het mooie jonge meisje draagt een grijze pantalon die met splitjes licht is opengewerkt op de enkels, een blauwwit horizontaal gestreepte trui van Saint-James en het blonde sluike haar kortgeknipt, ja ze is wat androgyn en terwijl ze zwierig de internationale versie van Het Laatste Nieuws omhoog zwaait articuleert ze luid en hard “Bernard Van Eeghem is dood, Bernard Van Eeghem is dood”. Een nietsvermoedende taxichauffeur, wat hij draagt heeft minder belang, koopt de laatste editie en leest de kop dat vorige week een jonge beloftevolle en knappe negentiger koelbloedig is koud gemaakt in een Brussels theater tijdens een flitsend optreden. Het nieuws is nu pas vrijgegeven. Boudweg steekt hij een sigaret op en gaat achter zijn stuur zitten wachten op klanten.


4

Bernard van eeghem

Enkele jaren geleden is de Auguste Ortsstraat die dwars op het Beursgebouw uitkomt volledig verkeersvrij gemaakt, de Auguste Ortsstraat heet nu Auguste Ortsplein en staat op deze heerlijke oktoberavond vol mensen die van twee kanten tegelijk toestromen en zich onder de glazen luifel van de Beursschouwburg gewillig vernauwen tot een flessenhals die zich langzaam naar binnen wringt om de uitvaart te kunnen bijwonen van Bernard Van Eeghem. What the hell en who the fuck godverdomme is Bernard Van Eeghem, nooit van gehoord, hoe was de naam ook weer en hij is toch Hugo Claus niet en ook Nand Buyl niet en waarom hier, in dit kleine fijne theater in de hoofdstad. ‘HIJ KAN NIET ACTEREN ZEI WIM VAN GANSBEKE OP DE RADIO MAAR HET IS WEL AUTHENTIEK. EEN FLIEREFLUITER DIE AF EN TOE WEL EENS AARDIG UIT DE HOEK KOMT ZEI POL ARIAS OP DIEZELFDE RADIO’ staat helemaal in nog grotere hoofdletters op enorme spandoeken die aan de gevel zijn opgehangen en “hoe is hij dan wel gestorven, lang ziek geweest, plots heengegaan, een ongeluk, zelfmoord of vermoord want er is veel politie zowel in burger—maar hoe weet je dat—als in uniform”, gaat het over de tongen onder de mensen. De toegang tot de Beursschouwburg wordt streng gecontroleerd, de dader is mogelijk onder ons, mannen in lange beige regenjassen met spiegelende zonnebrillen terwijl het niet eens regent en de avond veeleer fluweel aanvoelt. Aan de ingang staan de gebruikelijk bonkige kleerkasten die ongewoon gerieflijk de weerbarstige deuren openhouden voor de brede rij die als een gladde slang naar binnen glipt. Op het plein heerst een speelplaatsachtig geroezemoes en café Le Coq doet gouden zaken. Aan de ramen en binnenin hangen grote foto’s van de overledene. Het is een aangename oktoberavond anno 2043. Ik, ondergetekende, ik ben vermoord, zeg ik, zelfmoord is niet mijn ding, zeg ik, Bernard Van Eeghem die nu dood is en op weg naar zijn, nee


Broerie In de Beursschouwburg

5

mijn eigen uitvaart. Het leven zoals het is. Sommigen noemden of noemen mij Bern, den Bern of Bernie, vroeger op school ook wel Berten, Bertrand bij de scouts of gewoon Bernard als mijn moeder kwaad was. Als een leraar zijn gezag liet gelden, zei die gewoon “Van Eeghem, lees verder” omdat ik aldoor zat te dromen door het raam. Omdat wolken voorbij voeren, regen viel, sneeuw zweefde en vogels vliegen toch, eerwaarde. En mijn zus die vijf jaar na mij uit hetzelfde weeshuis in Antwerpen bij ons in Brugge kwam en van andere biologische ouders stamt, zegt gewoon BROERIE en daar heb ik uiteindelijk wel vrede mee. En nu ben ik onstoffelijk en onzichtbaar. Zoals ik het als kind altijd graag had, verstopt in een hoekje, onder tafel of vanuit een belendende kamer iedereen kunnen horen en zien door het sleutelgat maar niemand mij. Kijk, ik sta op de brug aan de Vlaamsepoort waar nog steeds de Dansaertstraat over het kanaal onbeschaamd overvloeit in de Gentsesteenweg. Die Dansaertstraat heeft zijn beste tijd gehad. De trendy winkels hebben zich wijd vertakt en zijn de kunstenaars gevolgd tot in Molenbeek. De Marokkanen vermengden zich of zijn opgeschoven richting Anderlecht. Brussel bruist. Over het kanaal zijn er enkele hoge houten voetgangersbruggen bijgekomen en het waterpeil is verhoogd nu de economische functie definitief verloren ging en het kanaal zo alsnog de stroom is geworden die Brussel zo lang heeft gemist. Links in de verte langs het water zie ik enkele zeer hoge woontorens. Geen grootse architectuur maar ’s nachts wel allemaal lichtjes en van ver. Rechts aan de Ninoofsepoort pronkt het kersverse centrum voor Hedendaagse Kunst: naast elkaar twee ranke wolkenkrabbers, de ene voor het tentoonstellen, de tweede iets lager voor alle andere functies. Op diverse plekken, ook ondergronds, met elkaar verbonden. Plus gelijkvloers en bovenop met uitzicht: uitmuntende horeca. En uit alle muuropeningen van alle


6

Bernard van eeghem

zichtbare gebouwen in de wijde omtrek stroomt licht. De stad als klank- en lichtspel. Want donker is de nacht. Wat raar om naar je eigen uitvaart te gaan, bovendien ook nog eens ’s avonds maar ik heb het toch zo gewild en gevraagd en gekregen. De prijs hiervoor is mij onbekend en ik wil het echt niet weten. D’ailleurs, c’est toujours les autres qui meurent staat te lezen op het graf van Marcel Duchamp op de monumentale begraafplaats van Rouen. De dood een feest. U bent ook uitgenodigd. Ga binnen en volg de richtlijnen met gepast respect. Nadien gratis buffet in de Zilveren Zaal, u krijgt een prentje plus korte tekst en enkele prachtige foto’s van de aflijvige. Die dingen moet u goed bewaren. Voor later.

Vermoord door wie, waarom en hoe, denk ik, ik kan het mij niet herinneren, dat is de afspraak na de dood, je kan alles zien en horen maar met niemand contact leggen, ook niet met andere doden, je bent alleen met jezelf en al je herinneringen maar uitzonderlijk niet die van je eigen dood. Een eeuwig schouwspel dus voor één toeschouwer, een kwelling en ook niet. Maar niettemin vermoord en waarom en door wie en hoe? Met de loden pijp of met de kandelaar? Met een vlijmscherp Japans keukenmes? Een gedempt pistool? Eén schot of meer? Of met de blote hand in koelen bloede? En waarom? Iedereen ziet mij toch graag, edoch blijkbaar niet dus en zo ga ik op stap. Op zoek naar de waarheid en gezwind, gevleugeld en lichtvoetig want onstoffelijk,


Broerie In de Beursschouwburg

7

onzichtbaar. Niemand ziet mij, niemand hoort mij, niemand verneemt mij. Hier ben ik.

Ik stap gewoon langs en dwars door alle mensen heen, ik luister niet naar wat ze zeggen, het is te veel, ik kan ook niet iedereen kennen, precies een trouwfeest en vele generatiegenoten zijn al lang heengegaan, en al die jonge mensen die er elk jaar bijkomen, pas op, vinger omhoog, er wordt op alle leeftijden gestorven, van het halve zaadje dat geen zaadje kan worden over het zaadje dat niet tot bij de eicel geraakt, over het kind in de buik dat sterft of de doodgeborene en al die jeugdige verkeersongevallen en alle ziekten en ongemakken op allerlei leeftijden, als astmaticus mag ik mij gelukkig prijzen toch nog zo oud te zijn geworden maar en dan zo gewelddadig worden afgemaakt, enfin, ik hou mijn mond, ik herinner het mij niet.

In de kleine inkomhal hangt een grote glazen luster van Venetiaans glas. Die hing vroeger vòòr de verbouwing in de grote zaal. Toen was er maar één grote zaal, hoewel er een tijd lang in de jaren zeventig ook een minizaaltje in gebruik was genomen, de Mini


8

Bernard van eeghem

genaamd, de grote noemde men de Maxi. De tijd van de Maxi GB. In de rij komt nu een detective te staan met deukhoed en lange kaki regenjas. Hoogstwaarschijnlijk over zijn witte hemd een holsterstuk waarin een geladen pistool. Stijl Raymond Chandler. Humphrey Bogart in The Big Sleep. Mijn moordenaar, de killer van BROERIE bevindt zich onder de genodigden. Misschien.

Geen muziek, alleen stilte en de doffe klanken van voorbijgaand schoeisel. De ongemakkelijk kijkende mensen schuiven gestadig door de gegeven ruimte. De smalle hal vloeit over in een bredere ruimte. De muren zijn van ruwe baksteen, de vloer is een schaakbord van witzwart marmeren tegels met vlekken gespikkeld. Het licht is een hangend grid met rood schijnende theaterspots. Een transparant plastic bedekt de volledige vloer. De achterwand is in een dieprood geschilderd: donker karmijn met een volledige onderlaag van fluorescerend rood. Dat creĂŤert diepte. In het midden op twee ruwe houten balken zweeft een eenvoudige lijkkist van blank en licht geschaafd dennenhout. De planken kitten in elkaar met zwaluwstaartverbindingen. Geen spijkers. Geen garnituur. Bloemen noch kransen. Schuin langs de kist en op een meter afstand staan twee keer vier meisjes in witte chintz avondjurk, op 14 centimeter hoge geblokte hakken. Op de grond vlak voor hun voeten en in acht grote verfpotten: de drie primaire kleuren, de drie secundaire plus zwart en wit. En een pot met oneindig veel penselen. Van de goedkoopste soort bij Schleiper. De bezoekers worden verzocht


Broerie In de Beursschouwburg

9

de kist een lik verf te geven met één penseelstreek uit de op een rij geplaatste potten. De verf is een sneldrogend acryl. De genodigden krijgen eerst over de schouder een plastic cape aangemeten. Het is hier niet de bedoeling om wild te gaan schilderen maar wel snel en zo secuur mogelijk. Mengen is toegelaten. De jurken van de meisjes mogen per ongeluk worden besmeurd. Na de daad wordt de schilderskwast keurig aangenomen door een ander idem dito gekleed meisje en in een grote constructie geplaatst die een enorm kwastenboeket zal voorstellen. Hierna moeten de bezoekers één na één hun handen wassen in een dichtbij geplaatste mobiele lavabo. Dan worden ze door een ander verfmeisje door de rode hal geleid naar de grote lift en in groepjes van zeven naar de Gouden Zaal gebracht. Op niveau 1 worden ze zwijgend door alweer een idem dito gekleed meisje via het zijtoneel op de scène van de Gouden Zaal gebracht, daar zien ze hun voorgangers op de tribune en zetten zich automatisch erbij. De eerste twee rijen moeten worden vrijgehouden voor de nog levende familieleden, voor de sprekers en enkele eregenodigden.

Als iedereen er is, valt korte tijd een gedragen stilte, alleen het aankomen van de lift en het terug opnemen van de kist is hoorbaar, en plots in het licht van een volgspot zien we de kleurrijke kist met het stoffelijk overschot over de scène gedragen worden


10

Bernard van eeghem

door vier gepensioneerde technici van de Beursschouwburg die op meer dan behoorlijke leeftijd zijn maar ze houden zich kranig en ze leven nog: Rudi d’Heygere en Philip Delbecque, de oudsten, achteraan, Koen Van Kerkhoven en Vincent Tetaert, de jongeren, aan het voeteneinde. Achter hen de acht verfmeisjes met elk een verfpot en verfborstel in rijen van twee. Voorop duwt een verfmeisje een hondje voort met daarop het enorme kwastenboeket. Iedereen doet dit sereen, ze hebben dit met elkaar afgesproken, gerepeteerd en enigszins ook wat afgekeken van staatsbegrafenissen en allerlei ceremonies op YouTube. De kist wordt vooraan de scène op een ruwhouten fabriekspalet geplaatst, in de breedte van het voortoneel, op de plek waar vroeger, lang geleden, de souffleursbak was. Het kwastenboeket gewoon ernaast. Hierna gaan de technici twee aan twee elk langs een kant de trappen van de tribune op naar hun technische tafels. Tot hiertoe hadden drie vrouwelijke stagiaires van het RITS hun werk even overgenomen, één in de technische cabine beneden in het café, een andere op de scène om bijvoorbeeld het brandscherm te hanteren, de derde achter de technische tafel in de Gouden Zaal. Een vierde stagiaire wacht boven in de Zilveren Zaal ongeduldig haar eigenste moment af. Tot nu toe verloopt alles foutloos. De verfmeisjes van het café beneden zitten nu per vier naast elkaar aan beide kanten van de scène. De verf op de kist is al droog maar nog glimmend want vers. Brandvrij evenwel en in alle stilte.


Broerie In de Beursschouwburg

11

Hierna gaat het brandscherm omlaag, dat duurt even, vooral de laatste seconden kunnen worden geteld. Uiteindelijk en met een korte dof ploft het tegen de toneelvloer. Even zien we nog aan beide kanten vier verfmeisjes zitten maar dan gaat gelijk alle licht uit en komt Sigrid Vinks, door osteoporose vertraagd, van boven achteraan op de tribune naar beneden, om de hals een bandopnemertje waarop ze zelf haar eigen Nederlandse vertaling van Goethe’s gedicht Prometheus rustig voorleest. Sigrid draagt symbolisch en functioneel een hoofdlamp en, op het voortoneel aangekomen, legt ze het bandopnemertje op de kist en gaat zitten op de tweede rij van de eregenodigden. Naast Jan Decorte maar die is er niet. Leeft hij nog? In ieder geval staat boven de toneelopening te lezen in grote letters: ALLES IS GOED. ER IS GEEN REDEN TOT ONGERUSTHEID OF PANIEK.

Het gedicht is nog niet gedaan, de laatste verzen weerklinken plechtig en worden opnieuw en opnieuw herhaald, het staat in een loop, we luisteren drie tot vier keer naar hetzelfde prachtige gedicht tot het verfmeisje van de rode verfpot opstaat en met


12

Bernard van eeghem

enige dikke likken rode verf het bandopnemertje het zwijgen oplegt. Het bandopnemertje plakt nu voor altijd op de kist. Tot in de verbrandingsoven van het crematorium in Ukkel, daarna in onze geest, tot ook hij in vuur verwordt:

“… / Ge dacht misschien / Dat ik het leven zou haten, / Vluchten naar een woestijn, / Omdat niet al mijn dromen / Als bloemen openbloeiden? // Ik ben hier. Ik maak mensen / Naar mijn evenbeeld. / Een ras dat mij gelijkt, / Dat lijdt en weent / En het genieten kent, de vreugde. / En u niet eert, / Als ik!”

Als blijk van herkenning klinkt geroezemoes door de zaal, een hoop ouderlingen bijeen die dit begin van Jan Decortes Torquato Tasso (Goethe), ook die memorabele kerstvoorstelling van 24 december 1982 bijvoorbeeld, nog in hoogsteigen persoon hebben meegemaakt, in deze zaal vòòr de verbouwing en die nu door de zachte stoelen die onlangs per wet in de theaters zijn voorgeschreven, geleidelijk indommelen, begrijpelijk gezien hun gemiddeld hoge leeftijd. Even denk ik dat theaterzetels niet al te comfortabel mogen zijn zodat niet iedereen meteen bij het doven


Broerie In de Beursschouwburg

13

van het licht in slaap sukkelt maar ook niet te hard om mogelijk langere voorstellingen goed te doorstaan en de aandacht erbij te houden. Zoals schoenzolen harder moeten zijn dan je voet maar zachter dan de grond. Maar ik dwaal af en zie dat er ook veel jonge vrouwelijke fans aanwezig zijn, niet meer piepjong evenwel, frisse zeventigers in ieder geval, ik herken ze allemaal. Helaas, zij zien mij niet. Gelukkig maar, hoe zie ik er uit als ik onzichtbaar en uren dood ben.

Dan plots gaat het brandscherm aan de gebruikelijke snelheid omhoog, eerst zien we niets maar ineens overvalt ons een enorme waterval van licht en daar staat de Flat Earth Society in vol ornaat paraat. Ze zetten meteen in met I’m Shoutin’ Again van Neal Hefti, door kenners beter gekend in de versie van Count Basie, hier gebracht door de zestienkoppige big band van Peter Vermeersch. Het nummer duurt oorspronkelijk ca. 3’50”. FES maakt er veertien minuten van. Die oude knarren hebben er duidelijk zin in. Iets wat ik met Peter Vermeersch ooit en passant had gevraagd toen we in 2004 samen op de Ruhrtriënnale speelden met Heliogabal. En zie, na al die jaren, hij is het niet vergeten en de kist luistert mee. Hierna wisselen Wim Willaert en Peter Vermeersch elkaar af om de komende sprekers ultrakort aan te kondigen telkens met It Don’t Mean A Thing (If It Ain’t Got That Swing) als swingend korte intro, ah, heerlijke muziek en gedragen door het vocabularium en het instrumentarium van de jazz. En daar zijn ze, zij


14

Bernard van eeghem

die er zijn, zij die er niet zijn en iets laten voorlezen of projecteren. Bij projectie komt op de voorscène snel en geruisloos een filmscherm naar beneden maar niet tot op de grond. De muzikanten blijven zichtbaar.

Als een rij fiere ganzen één na één achter elkaar, zichtbaar aangedaan dat ze nog leven, komen de oude theaterdirecteurs traag en gestadig op de scène, twee verfmeisjes staan vriendelijk klaar om hen op en over het trapje te helpen, dat duurt even, sommigen hebben een stok, een ander wordt voortgeduwd in een karretje en mag via de zijdeur naar de foyer waar de lift is, alleen Johan Wambacq loopt kaarsrecht en gelijk naar het midden van de scène, graatmager en met een wel erg lange baard. Johan, toch met afstand de meest talige onder hen, zegt dat hij het woord voert in naam van hen allen en ook van diegenen die nooit directeur zijn geweest maar van wie de bijdrage altijd zeer gesmaakt is geweest. En van diegenen die ons zijn voorgegaan, in naam van vroeger, toen iedereen er nog was. Dat bedoelt hij, zegt hij, en begint zijn speech, perfect opgebouwd, met her en der de nodige kwinkslag, soms zelf ontroerd, tenslotte is het ook zijn verleden en dan stokt hij even, neemt een slok water, hem vriendelijk aangereikt door een verfmeisje dat hij heel even stiekem geil aankijkt en trots hierna zijn tekst hervat.


Broerie In de Beursschouwburg

15

Soms zit ik op de trap van de tribune of op de technische brug, soms zweef ik gewoon wat rond en mijn gedachten vliegen mee. Ik herinner mij de eerste keer dat ik in Brussel kwam, het moet 1962 zijn geweest, met mijn lievelingstante langs moeders kant, tante Yvonne. De meest wereldse van mijn tantes, in een grijs broekpak met wijde pijpen à la Marlene Dietrich, blonde permanent en doorgaans een slanke sigaret tussen de vuurrood gestifte lippen. Zij en haar man René, een broer van mijn moeder, hadden geen kinderen en tante Yvonne hield van mij. Ik ging er soms eten, bleef af en toe overnachten en in 1962, ik was negen jaar, zit ik ineens op de lederen achterbank, Yvonne de canapé op, van een oude beige en glimmende Volvo P444, bouwjaar 1957, met van achter naar voor die imposant opwellende ronding. Van Brugge naar Brussel, op de eerste Belgische autostrade van macadam, door Koning Boudewijn in 1956 ingehuldigd om Brussel met de kust te verbinden en ook tussen Groot-Bijgaarden en Strombeek-Bever, het eerste ringstuk met het oog op de Expo in 1958 maar daar ben ik nooit geweest, wel vier jaar later in de kerstperiode met tante Yvonne in de Nieuwstraat naar de Innovation, vòòr de rampzalige brand, en alles was zo veel groter dan in die kleine Innovation van Brugge, vooral de miniatuurspoorwegen van Märklin en de enorme bijhorende landschapsmaquettes. En alles was gewoon meer.

De tweede keer Brussel was in 1979. In de Auguste Ortsstraat, aan de overkant van de Beursschouwburg, loop ik op het trottoir heen en weer langs de veranda’s van de toen nog bestaande leven-


16

Bernard van eeghem

dige horeca, langs zo’n glazen uitbouw zoals aan de kust op de dijk en nog altijd bij café Le Coq en ik was heel bedeesd, ik liep heen en weer, keek naar de overkant en durfde niet naar binnen, ik keek naar de gevel van het voor mij toch imposante theater, ik liep er vier keer langs, eerst café de Sportman en de Bierstube, dan de ingang van het theater met veel glazen deuren waarachter zichtbaar een eindeloze trap , dan de pijpenla van café Le Petit Gris, appartementen en café Le Coq, ik zou in de Beursschouwburg een week later mijn burgerdienst beginnen, twee jaar lang als het in de culturele sector was, het had heel wat administratie en juridische verantwoording gevergd en brieven heen en weer naar Hugo Vanden Driessche, ik kende hem enkel via die briefwisseling maar hij was de man die over de ploeg gewetensbezwaarden waakte en er zelf ook een was, behalve de vrouwen daar dus bijna iedereen maar dat wist ik nog niet en ik durfde niet naar binnen te gaan, dat deed ik een week later en ik duw één van de zware deuren open en traag ga ik de trap op als een hijgende ouderling, stil om niemand wakker te maken en opdat ze me niet zouden horen, boven mij hangt een glazen en stofrijke luster, ik hoor niets, bovenaan op het tweede bordes rust een immens log meubel, dit is de balie of de kassa denk ik, maar er zit niemand en er zijn nog andere trappen en bordessen, een vestiaire en dan gaat een trap nog hoger en verder. Links boven de dubbele deur lees ik het woord Mini, ernaast weer een deur die open staat, ik zie een timmeratelier, ik draai mij om en door een andere open deur ontwaar ik een metalen bureaumeubel maar niemand, ik ga binnen en wacht, even niets, ik zie enkele kasten, een bureau en linksachter een doorgang, door een laag raam ontwaar ik de horeca aan de overkant van de straat, bij Aspasia, Kretenzers bij wie we later vaak zijn gaan eten—petits os—maar dat wist ik op die eerste dag nog niet en ook niet dat men daar ging om de ingangsdeuren goed in het oog te kunnen houden wat vanuit Le


Broerie In de Beursschouwburg

17

Coq iets moeilijker lag, ook omdat het lekker was natuurlijk en omdat er een atmosphère conviviale heerste, dus ik klop met de knoken van mijn vingers op de balie, en er komt een oudere man uit de deuropening, het was Frans Van Langendonck al wist ik dat toen nog niet natuurlijk, al die dingen die ik nog niet wist, spannend, ik was echt het groentje uit het verre provinciale Brugge en durfde niets, was zeer beschermd en evenzeer welstellend opgevoed, mama’s kindje, papa’s doorn in het oog en van hun beiden de nagel hunner doodskist, stank voor dank, enfin, Frans Van Langendonck, ik zei ik kom voor Hugo Vanden Driessche, die bleek out to lunch te zijn en Frans zei dat ik even moest wachten, ik zei ik ga even weg en kom dan terug en toen kwam plots een jongeman tevoorschijn, hoe ineens dat kwam weet ik niet, hij zat toch niet verstopt in zo’n lage kantoorkast, maar hij stond er plots en vroeg waarmee hij mij van dienst kon zijn, hij sprak een haast perfect Nederlands en ik zag hem glimlachen bij elke zin die ik uitsprak, voor hem hoogstwaarschijnlijk van het slechtste binnensmondse Nederlands dat hem ooit ter ore was gekomen en ik zag hem de onweerstaanbare drang onderdrukken om niet alles wat ik zei gewoon te herhalen als om er mee te lachen zonder dat dit effectief werkelijk misschien zijn bedoeling was en hij was eerder knap, zei dat hij acteur was en zijn burgerdienst er bijna op zat, ik diegene was die hem zou moeten opvolgen en dat het plezant was geweest en dat het werk zo’n beetje manusje-vanalles-werk was, ook avondkassa’s maar bijkomend alle voorstellingen mogen zien en verschillende keren dezelfde voorstelling en dat ik wel van theater moest houden en ook van muziek, want er zat een openluchtfestival aan te komen op het Muntplein en ik dacht het Muntplein waar is dat, ik kende Brussel helemaal niet en ook niet deze jeune premier, hij zei mijn naam is Luk de Koninck en ik heb net gespeeld in Verschrikkelijk Verstandig, een productie met Raymond van het Groenewoud, ik had die naam


18

Bernard van eeghem

al gehoord maar in Brugge hadden we geen platendraaier en ik luisterde vooral naar BRT 3 en die fantastische themaprogramma’s rond Guillaume de Machaut en ook muziek van Béla Bartòk, Luk knikte en zei dat Hugo er nu niet was maar dat hij dadelijk zou terugkomen, ik zei dat ik straks ook dadelijk zou terugkomen, tijdens ons gesprek was ook vragend naar Hugo al twee keer een technicus langsgekomen, in een grijze overall met opgedroogde verfspatten en een dikke rinkelende sleutelbos aan de broeksriem, je hoorde hem van ver en hij keek nors en boos en ik dacht moet ik hier twee jaar doorbrengen, daalde de trap af en ging wat wandelen, om de hoek vond ik een broodjeszaak zoals ik het nog nooit had gezien, Au Suisse, dit was de grootstedelijkheid waar ik zo naar verlangde en naar wat nog, ja dat wist ik nog niet helemaal, ik had net een nieuw lief, Hanneke, en een van haar zussen woonde al een tijdje in Brussel, werkte af en toe voor de radio en toen ze eens op bezoek was in Brugge zei ze mij waarom zou je je burgerdienst niet in Brussel doen, ik zei ja maar waar dan wel en ze vernoemde de Beursschouwburg en toen Hanneke dan in Brussel werk had gevonden waagde ik de stap en zo kwam het dat ik in Mortsel-Oude-God met andere gewetensbezwaarden een hele dag heb doorgebracht op de terreinen van de Civiele Bescherming, zo’n dag waar je nog eens ondervraagd en medisch onderzocht en geïnstrueerd wordt in verband met de komende burgerdienst en na afloop kreeg je een doorzichtige plastic zak mee met twee lichtblauwe overhemden met epauletten, twee witkatoenen onderbroeken, twee tandenborstels en een tube tandpasta, hiermee stonden we dan, zo’n tiental gewetensbezwaarden op het korte perron van het treinstationnetje Mortsel-Oude-God en terug in de Beursschouwburg, Luk de Koninck zei die hemden draag ik nooit tenzij soms in de winter om te gaan slapen, die oneindige trappen weer op, later zag ik hoe dit de enige toegang was tot het theater en dat alle decors hoe omvangrijk en complex


Broerie In de Beursschouwburg

19

ook langs die trappen naar boven moesten gesleurd, ook alle geluidsboxen van de vele popconcerten die ik er meemaakte en toen was Hugo terug op het bureau en hij verwelkomde mij hartelijk en zei dat iedereen hier bijna burgerdienst deed, behalve Oda die zich met scholen en jeugdtheater bezig hield en Lore, zijn knappe secretaresse, hij zei dat hij zich met de financiële zaken bezighield en dat Frans Van Langendonck hier al veel te lang directeur was en dat hij dat zou gaan veranderen, dat alles anders zou worden binnenkort en hij zei dat ik van alles zou moeten doen, zoals Luk mij al had verteld, dat wil zeggen de balie overdag, ’s avonds de kassa’s, ook meehelpen met de schoolvoorstellingen overdag, zowel in de voormiddag als ‘s namiddags, dat die altijd vol zaten en natuurlijk wel wat opbrachten voor het theater, ook werd de zaal soms verhuurd, voor concerten al doen we ook eigen concerten zei Hugo en de English Comedy Club die was ik vergeten, een amateurvereniging van Britse expats die een soort au théâtre ce soir brachten, grappig, goed om het Engels bij te schaven maar vrij traditioneel en tijdverdrijverig en ik voelde die Hugo is een gedreven man, die wordt hier zeker directeur, ik weet natuurlijk niet wat ik toen echt voelde, maar ik denk, al is het makkelijk na al die jaren met al die kennis die ik toen zeker nog niet had, het is toch beter de toekomst niet te kennen, dat maakt het spannend en zo begon mijn burgerdienst, enigszins angstig voor al het nieuwe dat mij te wachten stond en privé gesteund door Hanneke, mijn lief bij wie ik altijd terecht kon, zij is nog niet heengegaan, niet van het leven nee maar wel van mij, helaas op een dag was ze weg, sigaretten halen zei ze, ze was zevenzeventig, terwijl ze al die jaren nooit meer had gerookt, in het begin wel en van bij het wakker worden al in bed en dat tot aan haar zwangerschap en nooit nog van gehoord, maar ik dwaal weer af want in het begin dat ik er werkte was er ook Lieven Van den Broeck, muziekprogrammator die al vrij snel bij een platen-


20

Bernard van eeghem

firma is gaan werken in Londen en opgevolgd werd door Dirk Vercruysse, een germanist die ook af en toe in de TTT-bladzijden van de Humo schreef en samen met Johan Wambacq een tandem vormde die zeer goed op elkaar was ingespeeld, Hugo werd dan directeur, Johan de promotiechef die eigenhandig alle teksten schreef, zeker voor wat toen de Beurskrant heette en hij was de baas van de stencilmachine die op de gang stond vlakbij bij de bureaus achteraan waar Oda zat en Luk De Koninck en later ikzelf en de twee techniekers alhoewel die eerst nog geen bureau hadden, hun uitgelezen terrein was de zaal en het atelier en de trappen en waar de miezerige loges op uitgaven en daar was enkel een gleufje daglicht door een raampje dat uitgaf op de verloren ruimte tussen twee achterkanten van gebouwen en Julien Schoenaerts kwam tijdens de late overuurse kantooruren plots binnen om op de hem kenmerkende geaffecteerde maar gezagvolle en respect afdwingende toon te vragen of iemand die deur kon dichtdoen, KAN IEMAND DIE – DEUR – DICHTDOEN, op een of andere manier viel hij altijd uit het slot en de stencilmachine produceerde onnoemelijk veel lawaai, verder gebeurde alles nog op tikmachines, Lore tikte razendsnel, ik keek er van op, soms al elektrisch en in de overgang naar computers elektronisch en dus samen met hen allen en met Dirk Vercruysse brak een nieuwe tijd aan waarin meer en vernieuwend theater werd gebracht en ook fijne muziek, tijdens het jaar en in de zomermaanden op het Muntplein. Nieuw variété voor de komende ijstijd, hoe visionair en Dirk, die veel te vroeg is gestorven aan een hersentumor na tien jaar verbeten vechten tegen een ongrijpbare ziekte, Dirk had een onbeschrijflijke humor van hoog niveau, niet de gebruikelijke geinigheden en dito woordspelletjes van gelukkig afgestudeerde germanisten, soms toevallig ook wel eens een keer maar altijd doorspekt met zijn speciaal genre empathische menselijkheid die het vuur aanwakkerde in de wat ingeslapen Beursschouwburg, al


Broerie In de Beursschouwburg

21

zeg ik dat nu wel, ik kan het niet bewijzen van dat ingeslapen, het was een theater in de overgang, van de zoekende tijd kort na het gewoel van de Werkgemeenschap in de rebelse jaren zestig en vòòr de nieuwe Vlaamse golf die er zat aan te komen begin jaren tachtig al is dat pas achteraf zo geconcipieerd of nee vrij snel zaten de media er krak op, de media zijn in de loop van de jaren ook een grotere rol gaan spelen en zolang Frans Van Langendonck nog officieel directeur was schreef hij aan zijn succesvolle revues, zeker qua publieksopkomst, eerst Brussel, ik zeen a geire en later 150 kiere santé naar aanleiding van 150 jaar België. Hierop kwam hoofdzakelijk een bejaard publiek af, ik zat aan de balie en het duurde altijd even, na het horen van een geopende deur beneden op straatniveau en het uiteindelijk zien binnenkomen van de mensen om hun tickets te kopen, bijvoorbeeld Nicole en Hugo die naar Frans vroegen en enigszins verwonderd waren dat hij er niet was en dat ze misschien zelfs zouden moeten betalen om te mogen komen kijken, ik pretendeerde dat ik hen niet kende vanuit de idee van iedereen gelijk voor de wet, wat denken ze wel en ze toonden zich kwaad maar de revues zaten altijd goed vol, 150 kiere santé is zelfs hernomen in de Ancienne Belgique in een regie van onze eigen Luk De Koninck en Brussel, ik zien a geire werd gepresenteerd door Jan Theys, de gladde presentator van de toenmalige BRT, die dan ook langs de balie en ondergetekende gewetensbezwaarde kwam om met Frans een babbel te slaan, voor Jan Theys was hij er altijd wel, sommigen wou hij zien, anderen niet, daar sprak hij met mij over, ik moest de ongewensten afwimpelen terwijl je zijn sigarenrook kon zien en zelfs horen en ik herinner mij dat ik het raar vond dat iemand die ik zoveel in Brugge op de televisie had gezien, veelal in zwartwit, mij plots ineens en met een big smile de vriendschappelijke hand kwam drukken en ook natuurlijk iets van je nodig had en de revue was een compilatie van evergreens en Vlaamse schlagers in een bedje van opgevoerde


22

Bernard van eeghem

sketches aaneengeregen door ceremoniemeester Jan Theys die een keer in het water gevallen is op een Spel Zonder Grenzen-uitzending met aan het begin die typische Eurovisiemuziek of de intro van het Te Deum van Marc-Antoine Charpentier en Frans Van Langendonck, die ten tijde van de revues minzaam achter zijn bureau een lange Romeo y Julieta zat te roken, is niet veel later met een gouden handdruk in pensionering gesteld en eveneens niet veel later overleden, hij had Germaanse gestudeerd, had de oorlog meegemaakt en was daar niet geheel ongeschonden uitgekomen, was dus wel belezen, ik herinner mij een interessante babbel over Die Blechtrommel van Günter Grass, enfin over de doden niets dan maar dat ben ik nu ook zelf en ik moet even rusten en net nu speelt FES Jeep’s Blues van Duke Ellington en Johnny Hodges (1956), ik had Peter gevraagd om ook wat grote jazznummers te spelen en zie, hij is het niet vergeten en ik ga even opzij om te kijken wie er allemaal in de zaal zit, het zijn er heel wat maar ik herken ze niet, iedereen is zo veranderd dus ik hou het maar op de herinnering, alleen de herinnering houdt aan en Hugo De Greef richtte Schaamte op, ook met Hugo Vanden Driessche, een vzw voor en met artiesten onder wie Josse De Pauw van wie ik de eerste of moet ik zeggen tweede voorstelling Radeis wegens ziekte pas in Brugge zag in Theater 19 waar ik ook de Apologie van Socrates bijwoonde met Julien Schoenaerts en de eerste voorstelling of eerder proloog van Radeis was Sierkus Radeis op Mallemunt maar dat weet ik van foto’s en de vzw Schaamte is de kiem van het Kaaitheater dat eerst vijf keer een festival is geweest, gemengd gebaseerd op de formule van Avignon en het festival in Nancy waar gretig naartoe werd gereisd en dat nu niet meer bestaat en opgericht is door Jack Lang, zelf van Nancy en minister van Cultuur onder François Mitterrand. Frankrijk had een cultuurpolitiek om provinciesteden te promoten door er specifieke festivals te droppen zoals in Avignon, in Bourges en in Nancy, in veel


Broerie In de Beursschouwburg

23

steden werden ook al sinds de jaren ’60 Les Maisons de la Culture gebouwd met de gedachte, opgezet door André Malraux, van décentralisation de la culture zoals later bij ons de culturele centra via de politiek van de cultuurspreiding hiertoe aangespoord door onze eerste minister van Cultuur, de toenmalige welsprekende voorzitter van de Bond van Grote en Jonge Gezinnen, de CVP’er prof. dr. Frans Van Mechelen en het opzet van het Cultureel Animatiecentrum Beursschouwburg is overgewaaid uit Frankrijk en op kwade frustratiemomenten, gepaard gaand met ongecontroleerde West-Vlaamse woedeaanvallen, als ik wil dat Brussel een echt grote stad is met veel hoogbouw genre New York, dan wil ik dat de provinciesteden echt provinciesteden blijven en geen culturele centra behoeven, het Concertgebouw in Brugge wordt ontmanteld en naar Brussel overgebracht, voor de kunst moeten de mensen maar naar de grote steden komen, de drie hoekstenen Antwerpen, Gent en Brussel en als ik nog veel kwader ben dan moeten ook Gent en Antwerpen eraan geloven en zelfs Nederland, zo ultrakwaad ben ik dan, dan komt Wallonië en Brussel bij Frankrijk en terroristen laten Nederland onder water lopen door de dammen op te blazen, de Nederlanders verhuizen ijlings naar Scandinavië en zo komt Brussel eindelijk aan zee te liggen en Duitsland ook, ik weet het, nu ben ik megakeikwaad en zit ik vol van allemaal veel te foute gedachten maar ’t zijn maar gedachten al staat het nu wel op papier en zegt het Nieuwe Testament van de Bijbel dat foute gedachten ook misdaden zijn, enfin, passons, het doet niet ter zake, het moet over dit theater gaan, cut cut cut dus terug naar de oude Beursschouwburg, mensen moesten altijd lachen als ik de telefoon opnam met ‘Hallo Beursschouwburg’ want eigenlijk zei ik niet echt wat hier zoëven proper geschreven stond maar eerder iets wat geruime tijd op de omslag van de luifel hing en door de kunstenaar David Helbich was bedacht, zoiets als BURSHWBOERG, BRSCHBRG, BROUSBERG, BRUGSBURG,


24

Bernard van eeghem

BROERSCHBR en andere als symbool van spraakverwarring en van de groeiende globalisering en internationalisatie van de podiumkunsten, dans ja dans dat is de taal van het lichaam dat verstaan ze overal maar ook de nieuwe trend sinds de eeuwwisseling om zeker in Brussel te gaan boventitelen, eerst op het Kunstenfestivaldesarts dat eigenlijk eenzelfde formule aanhoudt als indertijd het Kaaitheater, er zijn geen duizend manieren om festivals te organiseren, er is een stad, er zijn de theaters van de stad en alle theaters, mede ook uit eigenbelang, werken mee met het festival en er is een ontmoetingsruimte, dat was bij het Kaaitheaterfestival helemaal spontaan ontstaan in de oude Ancienne Belgique, vòòr de verbouwing, er waren wat optredens vanaf 22u30 na de reguliere voorstellingen, een beetje informeel opgezet en plots kwam iedereen daar naartoe, toen Ivo Goris er directeur was en we om 3u ’s nachts nog gingen eten naar de Zorba en we na het eten het tafellaken aan de kant schoven om de sirtaki te dansen op de houten tafelbladen en het was in het centrum van de stad en pas daarna is de Ancienne Belgique echt de muziektempel geworden die ze nu nog altijd is, aan het begin niet het minst door de drijvende impulsen van Jari Demeulemeester die aanvankelijk in de Beursschouwburg in de jaren ‘70 de concerten programmeerde en vooral de polderpop promootte, de Nederlandstalige muziek die niet enkel folk was of kleinkunst en vaak akoestich maar ook al een beetje rockmuziek en elektrisch zij het in het Nederlands en veel heb ik daarvan gemist omdat ik te laat kwam en overal te laat kwam maar ik hou ook van jazz, minder van mengvormen, wel van het Willem Breuker Collectief en de voorstellingen die Wim T. Schippers en de Instant Composers Pool samen brachten plus wat ik eerder zei over de podiumkunsten, ja acteurs nemen zelf het heft in handen, gaan collectieven oprichten en zonder regisseur werken en spelen al dan niet met boventiteling of incorporeren dit in hun voorstelling of spelen het


Broerie In de Beursschouwburg

25

stuk gewoon in de vreemde taal of maken woordloze visuele producties zoals indertijd Radeis dat zodoende over de hele wereld reisde en als Radeis dan gedaan was kwam Usurpation, een voorstelling van Josse De Pauw die mij nog altijd fris voor ogen komt, voor Josse—hem dit toch niet zeggen—het soort overgangsvoorstelling van het collectief Radeis naar de individuele stukken later, als een terug in bezit nemen van de eigen individualiteit na het collectief sociale, enfin wat zit ik hier te zeveren, ik ben dood, niemand hoort mij, niemand ziet mij, de mensen horen mij niet, zij horen alleen de speech van Johan Wambacq die uiteraard enige geschiedenis van de Beursschouwburg in zijn tekst meeneemt, hoe close hij was met Dirk Vercruysse, hoe het vaak lachen was geblazen al is hier het woord geblazen totaal incompatibel met de fijne humor die door hen werd gepleegd, Dirk had ook een specifiek oor voor ongekende muziekgroepen waar hij iets in zag, hij was een scout, een verkenner die de nieuwe dingen naar ons toe bracht en dat met goed onderbouwde argumenten verdedigde, trouw aan zijn eigen idee, niet dat hij niet open stond voor verandering maar hij had een gedacht en ging er voor, hij draaide niet mee met de wind, dat bedoel ik, soms moest hij wel enige financiële beperkingen in acht nemen maar hij was iemand uit één stuk, het is lang geleden maar ik herinner mij nog levendig het kantelmoment, we waren met Hanneke, haar moeder Jacqueline en met Dirk op weg om te gaan skiën in Filzmoos, Salzburger Land, Oostenrijk, Dirks toenmalige vriendin Brigitte en Hannekes zus Majken waren ons al met de trein een dag eerder voorgereisd en we zouden ’s nachts doorrijden, ik zat aan het stuur van Jacquelines donkerblauwe BMW en even voor Bertem kwam Dirk die met de hem eigen inherente liefde voor taal en literatuur altijd met graagte aan het woord was opeens niet meer uit zijn woorden, hij kon geen zinnen meer vormen, als werd hij ineens overvallen door een groot spraakgebrek en Jacqueline die


26

Bernard van eeghem

kinesiste was had snel door dat het cerebraal was en meteen in Leuven zijn we van de autostrade afgereden naar het ziekenhuis, Dirk zei dat het al beter ging maar uiteindelijk is het niet meer goed gekomen, af en toe wel, maar het heeft tien jaar geduurd, beterschap en dan weer niet, alles geprobeerd maar het ging bergaf, enfin, na enkele dagen en enige bezoeken in het ziekenhuis zijn we dan toch nog gaan skiën maar nog altijd vraag ik me af welke richting de Beursschouwburg zou zijn ingeslaan als Dirk was blijven leven, hij was belangrijk ja maar al is het misschien makkelijk denken in hypothesen achteraf, het kan de zaken niet keren en aanvankelijk werd er veel aan prospectie gedaan, scouting, dingen gaan zien, zowel in Vlaanderen als in Nederland of zelfs Frankrijk en Groot-Brittannië, dat deed ook Oda Van Neygen met het jeugdtheater en soms mocht ik mee met Dirk en Johan, op en af naar Amsterdam, rond 17u in het drukke stadscentrum tijdens de spits vertrekken naar bijvoorbeeld Mickery aan de Rozengracht en na de voorstelling terug naar Brussel, zes uur in de auto en ’s morgens opnieuw aan het werk in de Ortsstraat en ik dacht altijd de programmatoren komen kijken en kiezen uit maar het is eerder zo dat de kunstenaars zelf naar de programmatoren en de huizen gaan om hun werk te verkopen, zo heb ik Anne Teresa De Keersmaeker zien binnenkomen met een hele map vol tekeningen voor haar voorstelling Fase, elke dansbeweging was in grondplan uitgetekend, elk moment apart gerepeteerd en Fase was en is een memorabele voorstelling zeker met die natuurlijke schaduwen van de twee danseressen op de achtermuur die nog altijd dezelfde scherpe hoek vormt en ook Jan Fabre kwam zo zijn werk slijten en Jan Lauwers van eerst het Epigonentheater zlv later olv en na De Struiskogel waarin een kip levend werd geslacht was er wat boel met de dierenbescherming en ook bij popconcerten die niet alleen door de Beurs zelf werden georganiseerd want de zaal werd soms verhuurd aan concertma-


Broerie In de Beursschouwburg

27

nagers zoals Herman Schueremans en Paul Ambach van Make It Happen en niet zelden overboekt, viel de politie geregeld binnen omdat er klachten waren van nachtlawaai omdat de Beurs toen nog veel meer dan nu in een woonbeurt stond, lang voordat Fréderic Nicolay met de impulsen van zijn cafés de lont aanstak voor wat nu bijna een permanent terras is, met alle respect voor Nicolay die fantastische dingen doet in de horeca en zo bepaalde buurten terug mee op de kaart zet, hem zou bijvoorbeeld kunnen gevraagd worden hoe hij het Beurscafé nieuw leven zou inblazen, elke avond optredens wat in se wel mogelijk moet zijn, maar dat wil ook zeggen meer technici, meer personeel, de gouden tijd was toen Martine van café Daringman het Beurscafé leidde vòòr de verbouwing en er wel af en toe iets te doen was, vaak zeer leuke dingen maar waar het café ook trok toen er niets te doen was, het café was zelf hetgeen er te doen was, de persoon achter de bar de aantrekkingspool en dus zeer belangrijk voor de ganse sfeer maar het café dat nu op de plek is waar vroeger de Bierstube was heeft na de verbouwing zijn oude drive nooit meer teruggevonden, tenzij alles veranderd zou zijn, het is lang geleden dat ik er nog kwam, die hele buurt is trouwens in een mum van tijd compleet veranderd en ook het hele podiumlandschap, zowel de theaters als de kunstenaars als iedereen moeten constant inspelen op alle evoluties, nieuwigheden en noodzakelijke ontwikkelingen in deze exponentieel veranderende wereld en dat het internet een enorme impact heeft, prospecties nog wel gebeuren maar het internet zo’n bruikbare en levende encyclopedie is en ik voel dat ik uitgepraat raak al is er nog zoveel meer dat ik mij wil en kan herinneren maar waarvan ik in een werkelijke dagelijks-leven-situatie zou zeggen, ik ga het morgen verder vertellen, alsof ik aan mijn kinderen voorlees bij het slapengaan en dan zelf al snel in slaap val, mijn gedacht haha, dus nu misschien tijd voor een gedicht want in de Beurs, ik laat het woord schouwburg hier achterwege, is


28

Bernard van eeghem

vanalles geweest, theater, voordracht, lezingen, politieke meetings, poëzie, performance, spoken word, concerten pop, klassiek (minder toch), jazz, kleinkunst, cabaret, muziektheater, ja nu denk ik even aan Metro en Zonder van Luk Tegenbos en Guido Van Hellemont van Lamp, Lazarus en Kris (De Bruyne) en waarbij uit de hoge toneeltoren een lange touwladder naar beneden kwam en iemand vroeg hoe hij dan beneden geraakte en de ander antwoordde “als je op de sporten loopt dan vind je de ladder wel”, zoiets, ik herinner mij vooral dingen van lang geleden, niet alles kan worden vernoemd en omdat ik lange tijd toch met de Beursschouwburg heb samengewerkt zijn mijn herinneringen niet iets dat voorgoed voorbij is maar, ondanks mijn huidig afsterven, toch altijd voortduurt, het houdt nooit op, tenzij vandaag, de herinnering wordt immer meer gedragen en toegespitst op de pioniersperiode wanneer alles voor ’t eerst ervaren wordt, zoals voor iedereen de jeugd en qua Beursschouwburg voor mij die intense periode als gewetensbezwaarde en de korte tijd erna dat ik ben blijven plakken als nu plots een luid applaus de zaal verwarmt en de enige spreker, Johan Wambacq, zijn tekst netjes heeft afgerond.

Terstond zet FES op volle kracht in, uitermate freewheelin’, Wim Willaert verzoekt het publiek de zaal te verlaten en zich ogenblikkelijk naar de Zilveren Zaal te begeven voor diverse


Broerie In de Beursschouwburg

29

versnaperingen en bijhorende drinks. Plots komt een politiemacht naar voren zowel in burger—maar hoe weet je dat?—als in uniform, mannen in lange beige regenjassen met spiegelende zonnebrillen terwijl het niet eens regent en de avond eerder aan de zwoele kant is maar dat heb ik al eens gezegd, één van hen is een vrouw, zij is het die het woord voert, o vrouwelijke woordvoerders van harde in oorsprong mannelijke beroepen zoals de politie en het leger en de brandweer en ze zegt dat de mensen zo snel mogelijk de zaal moeten verlaten, dat de kist zal worden meegenomen voor verhoor (sic), dat het lijk een autopsie behoeft en dus nog niet wordt vrijgegeven omwille van schielijk zijnde overleden in niet geheel onverdachte omstandigheden, dat het gebouw streng wordt bewaakt, ook aan de buitenkant en over de daken en langs de wegen, dat het publiek dit, dat het publiek dat en dit op uitdrukkelijk verzoek van de procureur des Konings en dat tot nader order.

Met behulp van de verfmeisjes worden de ouderen behoedzaam en in aller ijl naar de grote en de kleine lift begeleid, in de mate van het nog mogelijke nemen de jongere ouderen vol jeugdig enthousiasme de smalle trappen. In de Zilveren Zaal staan de lange met wit linnen gedekte tafels te wachten op het grote immense banket dat tot op het terras doorloopt. Er is een klein en zaalbreed podium. Alom hangen gekleurde lichtjes. Het filmscherm op de achterwand van het podium toont live in de


30

Bernard van eeghem

Gouden Zaal het orkest van FES dat gewoon doorspeelt voor een lege zaal als was het een repetitie voor televisie of een opname en onder goedkeuring van dezelfde procureur des Konings als hierboven is heden de gerechtelijke politie uitzonderlijk gemachtigd de kist te openen in deze daartoe niet gewettigde ruimte in het centrum van de hoofdstad.

Op gevleugelde jazzy ritmes zien we de politie overleggen en palaveren en toch erg lang talmen voor ze tot de actie overgaan en ze zijn met velen om toe te zien op het werk dat door slechts één iemand kan worden verricht maar de wet is de wet is de wet en in wettelijke opdracht. Met zorg checken ze nog even of de verf al droog is en uiteindelijk moeten ze met een speciale zaag de mooie sterke zwaluwverbindingen kapot maken.

Huppelend dragen ondertussen de verfmeisjes de allerfijnste hapjes rond. Op het scherm kondigt Peter Vermeersch Cookin’ aan van het Miles Davis Quintet, uiteraard in de swingende bewerking van zijn gewiekste big band. En mmm: gemarineerde stukjes tomatenvlees op krokante met de beste plattelands-


Broerie In de Beursschouwburg

31

boter licht besmeerde toastjes, mousse van tuin- en waterkers, Philadelphiakaas gemixt met makreelfilet, stukjes rauwe tonijn met zachte soja en versnipperd gedroogd zeewier plus rauwe oesters en moules parquées en Brusselse bruine boterhammen met platte kaas, fijne schijfjes radijs en pijpajuintjes.

Beneden gaat het deksel van de kist. Onthutst deinst de politie achteruit. Ze zien een veelvoud aan papierpropjes van slechts één krant, de internationale versie van Het Laatste Nieuws. En onder de frommels papier, in wel duizend exemplaren, één boek. Omdat ze gedwongen in het keurslijf van de kist netjes geordend zitten worden ze snel geteld. Van één en hetzelfde boek: 1056 exemplaren!

Na de hapjes komen de verfmeisjes rond met de fijne champagne Drappier Brut Rosé en ook met plat en bruisend water en indien gewenst is bier van ‘t vat verkrijgbaar aan de bar. Een agent houdt de kaft van het boek naar de camera gericht. Een stagiaire van het RITS zoomt in met de afstandsbediening: Hugo


32

Bernard van eeghem

Claus, Gedichten (1948-1963), Amsterdam De Bezige Bij / Contact, Antwerpen, 1965. Het boek met op de voorkaft het ruitjespapier, op de achterkant zien we de dichter in volle glorie vanaf een molen een veldweg aflopen. Hopla. Een inspecteur met spiegelende zonnebril slaat lukraak een boek open en leest luid en duidelijk: De Temmer Het wordt nu tijd (De woorden kortgewiekt gaat iemand nu piano spelen) Wij worden naar de bank geleid Op een rij mijn vel en ik en mijn nabije vrienden Het wordt nu tijd Genummerd en gevouwd Zijn onze deugden: de hoogmoed en de dunne Wrede tederheid Men roept mij Een voor een zo zegt de leider (In mij: de brem de anjers de zang van de organen toen zij samen waren de heide die ik niet ken de muren van Oostende de haven en de ankers en de schelpen en de tij) Het wordt nu tijd Dag mijn bekenden Als gas nadert en klimt de adem Van wie in mijn lichaam zit en zwijgt Het wordt nu tijd: ‘Dag hondentemmer’. Hij zegt: ‘Dag lichaam als een huis’.


Broerie In de Beursschouwburg

33

Tijdens het voorgerecht, kleine porties tutjespap—aardappelpuree met karnemelk, een gepocheerd eitje en verse handgepelde garnalen—zoekt de politie het hele theater af op zoek naar de afgestorven Bernard Van Eeghem maar ze vinden hem niet, ze gaan tot in de kelder, doorzoeken alle toiletten, alle opslagateliers en achter elke spaanderplaat waar wat ruimte zit en van de kruipruimte onder het podium tot op het grid hoog in de toneeltoren. Niemand.

De politie is in alle staten, in ondertusssendoor vloeit rijkelijk de wijn, de big band beneden speelt wilder en wilder en het hoofdgerecht laat op zich wachten als plots pardoes een man op het dak staat en de oudere mensen op het terras bijna een infarct krijgen van de schrik. Op het dak staat Bernard Van Eeghem, ik, in gebroken wit glanzend kostuum en rode schoenen met hoge hakken. Mannenschoenen uit de jaren ’70 gekocht bij Idiz Bogam, een tweedehandswinkel in de Dansaertstraat naast Stijl, die dan verhuisd is naar de Hoogstraat en daar onfortuinlijk failliet is gegaan. Maar een vriendelijke eigenares van half Poolse afkomst en dat vertel ik allemaal, van die schoenen, de mensen hangen aan mijn lippen, ik zie vurige tongen op kale kruinen en ze helpen mij het dak af of nee, ik spring als een jonge adonis over de mensen heen, o ouderdom, geen stagediving, geen crowdsurfing


34

Bernard van eeghem

en ik begeef mij naar het smalle podium binnenin aan het andere einde van de Zilveren Zaal.

Ik maan aan tot enige stilte, bedank iedereen hartelijk voor hun zeer gewaardeerde en oprechte welwillendheid om tot hier te komen en ook voor alles en al en langs mijn neus zeg ik droogweg dat dit een grapje is, was gewoon een grapje, ja voor de grap (grapje), sommigen maken luid misbaar, dat doe je toch niet, anderen steunen mij, we leven maar één keer en dat ik alles zelf heb betaald, jawel, niet dus met het geld van de gemeenschap, de belastingbetaler en ik beloof het goed te maken door straks een kort toneelstukje op te voeren met enkele mensen, iets van vroeger dat ik schreef in de jaren ’90 maar straks dus want eerst wil ik nog wat herinneringen ophalen aan dit prachtige theater en aan die wonderbare tijd die voor mij een soort coming of age was en iedereen reageert nu plots wat luidruchtig maar niettemin gehoorzaam.

Dat wil zeggen, dat ze zaam zijn om te luisteren en te blijven zitten terwijl ik vertel dat ik door aan de kassa te zitten ’s avonds heel snel en op korte tijd een groot deel van de theater–en


Broerie In de Beursschouwburg

35

muziekwereld heb leren kennen en dat Hugo Vanden Driessche aan de gewetensbezwaarden nog eens hetzelfde bedrag bijpaste wat door Binnenlandse Zaken al werd gegeven, het was niet veel maar het hielp en kreeg je niet in de zorgsector in hospitalen of bij de Civiele Bescherming.

Dat de premières altijd heel laat uitliepen en we soms tot vijf uur ’s morgens aan de bar bleven plakken en Madame Matthieu die de bar runde vond het in het begin niet erg en bleef ook lang met hulp van Liesbeth maar met het kruipen van de jaren kon ze toch plots zeggen en nu allemaal naar huis en dat Wim Van Gansbeke bij de Hamletmachine (Heiner Müller) van Jan Decorte luidop in de zaal vroeg wanneer het nu ging beginnen, het brandscherm was naar beneden en onderaan zagen we een smalle strook licht en we hoorden een muziekje of radio die zeer zacht als van ver speelde en dat duurde tergend lang, met opzet natuurlijk en Wim was er meestal ook bij als het zo laat was maar om dan wel ’s anderdaags om 9 uur op de radio een degelijke en onderbouwde kritiek te geven op het door hem de avond voordien geziene stuk in de zijn eigenzinnig en liefdevol kordate stijl. Dat er een keer een technieker in slaap is gevallen tijdens een voorstelling van Jan Decorte en dat Jan dan heeft moeten ingrijpen en iedereen lachen en dat Victor en Rosalie, een Spaans koppel dat het onderhoud deed, heel veel ruzie hadden en Victor in een Spaanse colère soms luidop storend door het theater gierde en dat hij af en toe ook te slapen lag tussen de zetels net voor het begin van een schoolvoorstelling.


36

Bernard van eeghem

Dat zo’n schoolvoorstelling altijd veel volk was en dat het twee keer per dag was, om 10u en om 14u, uitzonderlijk soms op een ander uur, afhankelijk van de duur van de voorstelling en de afstand welke de leerlingen nog moesten afleggen om terug thuis te geraken, meestal met een schoolbus, tenzij scholen dichtbij waren zoals Maria-Boodschap en schoolvoorstellingen of jeugdvoorstellingen, op zondag ook om 15u de kinderzondagen, waren niet zelden luidruchtig, zeker als de leerlingen door de leraren niet goed of helemaal niet waren voorbereid en sommige leerkrachten hadden duidelijk echt geen enkel gezag.

Dat Oda Van Neygen een zeer gewaardeerde kracht was en nog is en dat de jeugd- en schoolvoorstellingen die natuurlijk wel wat geld in het laatje brachten niet voor vol werden aanzien en dat hieruit ook minder prestige kon worden gemolken maar vooral dat de Beursschouwburg maar één zaal had en dat die moest gedeeld worden met het avondprogramma zij het muziek, theater of iets anders en dat dit dus veel belangrijker was ook naar profilering toe van de Beursschouwburg in het veld van


Broerie In de Beursschouwburg

37

toen en het zou waarschijnlijk nu ook nog het geval zijn want de Beursschouwburg was begin jaren ’80 nog het enige ‘kunstencentrum’ voor podiumkunsten, immers de Vooruit in Gent was toen een immens gebouw omheen een groot café waar oude mannetjes zaten te kaarten en sigaren te roken, waar de studenten die in grote getallen vlakbij woonden zelfs niet eens binnen kwamen, zo heb ik het toch gezien in de jaren zeventig in Gent en de Vooruit is nu net een voorbeeld van een fantastisch gebouw in zijn onmiskenbare kwaliteit volop te dienen voor wat het moet dienen plus met zijn vele verschillende zalen, zoals ook in Brussel het Paleis voor Schone Kunsten, Bozar, waar op één avond een grote diversiteit aan opvoeringen simultaan kan worden georganiseerd en dat kon niet in de Beurs en nu ook amper nauwelijks. In Bozar speelt ook wel nog altijd het bicommunautaire. Enfin, de Beursschouwburg had maar één in- en uitgang en alle decors en muziekinstallaties moesten gedurig de vele trappen op en af, een ware sisyfusarbeid.

Dat Oda na haar ontslag gelukkig haar eigen huis heeft mogen verwezenlijken op de Varkensmarkt met BRONKS. Dat ze ook film bracht in de Beurs en dat ik goed met haar overweg kon, we lachten wat af toen ik verhuisde naar een bureau vlak bij haar, dicht bij die miezerige en lichtarme loges toen ik de documentalist was en alle gebruikte tijdschriften inventariseerde zoals muziek-


38

Bernard van eeghem

tijdschrift OOR, de TTT-bladzijden van Humo, later dan Etcetera, vriendelijk opgericht door Hugo De Greef en Johan Wambacq, Toneel Theatraal (nu Theatermaker) en ook Theater Heute, titanenwerk zowaar maar ik deed het graag en wat is er van overgebleven, dood papier. Dat ik goed overeenkwam met de andere gewetensbezwaarden, zowel Hugo Vanden Driessche, Dirk Vercruysse, Luk de Koninck, Marcel D’Herdt en Koen Van Kerkhoven, er zijn er nog andere geweest maar die heb ik minder gekend, zoals bijvoorbeeld een broer van Oda, grote familie, die Erik heette en muziek maakte en al weg was toen ik er aankwam. Koen Van Kerkhoven, de broer van Marianne, was vele jaren jonger, spring in ’t veld, ik weet nog dat hij zo zot was van Kid Creole en the Coconuts, later heb ik hem professioneel nog eens bezocht om brandvrij theaterdoek te kopen in zijn prachtige bedrijf SHOWTEX in Antwerpen en Luk de Koninck kwam elke dag zowel ’s ochtends bij aanvang van de dagtaak als ‘s namiddags na het middageten binnen met een nieuwe reeks platen die hij had gekocht in de Caroline Music.

Dat Marcel D’Herdt met wie ik toch veel grote onenigheden had maar ook soms momenten van goede overeenkomst te vroeg gestorven is aan aids, onder welke precieze omstandigheden is mij onbekend, ik was toen even los van de Beurs, een vreemde periode met wisselende directies, allemaal bekwame mensen zeer zeker maar de onstuitbare opkomst van de andere kunstencentra noopte


Broerie In de Beursschouwburg

39

tot bezinning en nu even kort door de bocht: Guy Gypens bracht Bruzzle, Theo Van Rompay Maatschappij Discordia en Johan Wambacq idem dito maar hij had ook een fijn oog voor de beeldende kunst waarvoor echter niet echt een eigen plek was omdat er geen eigen plek was tenzij de foyer. Later na de verbouwing is dat wat veranderd maar de foyer blijft de foyer en is eigenlijk een circulatieruimte met alle bijkomende regels van brandveiligheid en dringende nooduitgangen.

Dat op een bepaald moment de Nieuwe Workshop bij de Beursschouwburg werd ingelijfd en gelijk Lieve Van Buggenhout meekwam, geruime tijd de taaie rots in de administratieve branding en dat er mede onder impuls van Chris Dercon en Frank Vranckx een nieuwe wereld openging die in absolute oppervlakte minder plek opeiste en niet altijd gesmaakt werd door de theatermensen, was ook een programmalijn en plus en dat ik hierbij toch niet Walter Moens mag vergeten, die in de Nieuwe Workshop op de plek waar nu De Markten is een zeer belangrijke rol speelde door vernieuwende podiumkunsten te programmeren van wat nu bij performance en cross-over zou worden gecatalogeerd. Dat het spijtig is dat de ruimten van die Nieuwe Workshop niet volledig en alleen naar de kunsten zijn gegaan. Ook dat de ruimten van de BSBbis aan de Kazernestraat na de verbouwing niet bij de Beurs zijn gebleven als tweede plateau. Waarom kan in Brussel niet wat in Gent met CAMPO wel kan?


40

Bernard van eeghem

Dat ook Jan Florizoone een uitzonderlijke kracht was, het lijkt wel een hagiografie, die vanuit zijn brede visie op de kunstgeschiedenis werkelijk oorspronkelijke dingen organiseerde maar niet altijd goed begrepen werd en daar zelf ook niet steeds de aanleiding toe gaf, dat het heel misschien een beetje aan hem lag omdat hij een wat gesloten type was en is, die pas goed los komt als hij met echt gelijkgezinden in volle vertrouwen van gedachten kan wisselen en dat ik nu met Jan lange wandelingen maak aan zijn zo geliefde zee langs de lijnen van de branding die voorbijgaat en over het hoge duinpad en dat we dan garnaalkroketten nuttigen gewoon met gefrituurde peterselie en citroen en dame blanche en over kunst kouten en over alle ondraaglijke lichtheden in dit voor ons onbegrijpelijke tranendal. Dat ik nu opnieuw denk in zo’n huis met maar één zaal en één core business en slechts twee techniekers, één in-en uitgang— sommige concerten en evenementen zoals Mallemunt vereisten wel de aanwerving van tijdelijke krachten en theatergroepen brachten meestal ook hun eigen techniekers mee—kan je geen twee dingen tegelijk goed doen. Dat Dirk Seghers en Dirk Verstockt en Marijke Vandebuerie en Carine Meulders en Frederik Verrote mij enorm hebben gesteund en kansen gegeven en niet te vergeten Cis Bierinckx die in de zes jaar dat hij in de Beursschouwburg programmeerde van een zeer individuele Einzelgänger langzaam is doorgegroeid naar een directeur die er ook samen was met en voor zijn personeel, misschien niet helemaal ten volle, het was en is niet zijn echte roeping maar niettemin en hij moet programmeren en af en toe ook zelf kunstenaar zijn en is hij aanwezig, nee toch niet, hij huist in Berlijn of elders in das Nordische Raum en hij is jonger dan ik. En dat Guido Minne de moeilijke taak op zich nam een nieuw gebouw aan een bestaande werking aan te passen, terug op de sporen te zetten en op kruissnelheid te brengen en bijna was


Broerie In de Beursschouwburg

41

het een vergiftigd geschenk zoals een schuldig landschap met een diepgewortelde wijdvertakte geschiedenis die vooral remmend werkt en verder natuurlijk niemand over het hoofd zien want dat ik nu moe ben, op dit eigenste moment, dat ik straffeloos onvoorzichtig in een moerassige stijl dreig te verzinken die amper nog het niveau haalt van de gemiddelde Vlaamse streekkrant.

Gelukkig word ik gered door de vinnige verfmeisjes die als frisse bosnimfen in hun welriekende armen schalen van glas dragen waarin een mix van kleine aardbeien en rozige frambozen zich lieflijk vermengen met fijne schilfertjes sinaasappelschil plus rode besjes als top. Hierbij wordt aan kleine ijsgekoelde glaasjes grappa genipt. En koffie aan de bar. Hier dus als toetje nu het hartig stukje toneel dat ik nooit eerder schreef, de titel is ALLES VOOR DE BEURSSCHOUWBURG. Met in alfabetische orde op voornaam na IK: IK (het slachtoffer wiens dood moet worden onderzocht), CARINE Peeters (haarzelf), DIEDERIK Peeters (hemzelf), HILDE Wils (haarzelf), KRISTIEN De Proost (haarzelf), PETER Vandenbempt (hemzelf), en YOURI Dirkx (hemzelf). Enthousiast, eenzaam en alleen speelt FES onverdroten door in de Gouden Zaal, het geluid staat op zacht maar zij kunnen ons zien om wanneer het stukje gedaan is de oorverdovende finale in te luiden met hun daverende eigenzinnige versie van Jeep’s Blues.


42

Bernard van eeghem

Bij elke scène gaat IK vooraan in de lengte van de scène op de rug liggen. IK is vermoord maar het is dus toneel. Na elke scène keert iedereen meteen terug in de coulissen en terstond komt iedereen onmiddellijk weer op. Omdat er geen coulissen zijn lopen ze gewoon opzij tot aan de wand en dan terug. Als het licht nu even uit en aan kan, kunnen ze gelijk beginnen, in snel tempo, met een grote innerlijke snelheid. Allen ineens op. IK CARINE DIEDERIK HILDE KRISTIEN PETER YOURI

1

— Ik wil alleen maar helpen! ’t Zal voor ons allemaal nu een beetje moeilijker gaan! Hebt u een broeikas? Hoe doen jullie dat toch? Vuile rothoer! Jij doet het ook! Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug.

IK CARINE DIEDERIK HILDE KRISTIEN PETER YOURI

2

— Als je het niet meende, waarom zei je het dan? Whisky on the rocks? Ik kan een minnaar wel onderscheiden van een vriend! Doet er niet toe, heb ik het mis? Er is ook nog zoiets als mond aan mond reclame! Nou, Jezus zeg, het is alleen maar een glas!


Broerie In de Beursschouwburg

43

Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug. IK CARINE DIEDERIK HILDE KRISTIEN PETER YOURI

3

— Denk er toch eens aan! Ja, ik zie niet in wat we nog meer zouden kunnen doen! Ah, dat moet uw man zijn! Natuurlijk! We moeten een sluitend verhaal verzinnen! Sommige mensen zeggen dat wij allemaal Joden zijn! Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug.

IK CARINE DIEDERIK HILDE KRISTIEN PETER YOURI

4

— Wil je thee? Of een boterham? Ik wou de hele boel kort en klein slaan! Wat zijn de werktijden van uw man? Ik ben dolgelukkig! Ik heb niet het gevoel dat ik ergens bijhoor! Hier is uw tabak, ik hoop dat het de goeie is! Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug.

IK CARINE DIEDERIK HILDE

5

— Zo is het wel genoeg! Niemand was van plan om hem dood te maken! Zover komt het niet. Wie schenkt er nog een drankje voor me in?


44 KRISTIEN PETER YOURI

Bernard van eeghem Hij zou gepraat hebben, de hele stad zou het geweten hebben! Ga naar je kamer! Die is uitgeteld! Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug.

IK: CARINE HILDE KRISTIEN PETER DIEDERIK YOURI

6

— Ja, ik ben het landelijke type! Niets is walgelijk, tenzij je ervan walgt! Wij zijn zo blij dat we het gedaan hebben! Ik laat me de kaas niet van het brood heten zoals dat heet! Theorieën die uit de boeken komen, zouden in die boeken moeten blijven! Hé zeg! Weten jullie dat Venus al aan de hemel staat! Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug.

IK CARINE HILDE KRISTIEN PETER DIEDERIK YOURI

7

— Wie zegt dat? Jij, om er maar een te noemen. Niemand was van plan om hem dood te maken! Blijf bij hem vandaan! Ik geloof dat ik maar beter de politie kan opbellen? Ik zeg tegen ze … dat we een feestje hadden en dat IK dronken was!


Broerie In de Beursschouwburg

45

Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug. IK CARINE HILDE KRISTIEN PETER DIEDERIK YOURI

8

— Nee, dat kunnen we niet! Laat mij dan eerst even weggaan! Wat is de bedoeling van die diepe gleuf vlakbij die muur? Ik zocht de grenslijn van de beerput! Onzichtbaar. Tenzij je ’t weet! Op de valreep! Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug.

IK CARINE HILDE KRISTIEN PETER DIEDERIK YOURI

9

— Ik denk dat we maar beter kunnen opruimen, al die glazen en de rest! Gras erover! Wat zonde voor ons allemaal! Het is gebeurd! Ik geloof niet dat wij … dat hebben wij niet gedaan! Ja … ik denk dat je gelijk hebt! Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug, als plots een oorverdovend schot! Ik valt op de grond. De anderen kijken bezorgd. Ik krabbelt overeind.

IK

Het is toneel!


46

Bernard van eeghem Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug, als plots een oorverdovend schot! Ik valt op de grond. De anderen kijken bezorgd. Ik krabbelt overeind.

IK

Grapje! Iedereen weg en iedereen onmiddellijk terug, als plots een oorverdovend schot! Ik valt op de grond. De anderen kijken bezorgd. Ik blijft liggen!

ALLEN

Einde! Jeep’s Blues

Bernard Van Eeghem, Brussel, 14 augustus 2014




Verklaring van de tekst die volgt ENGELS FRANS DUITS ITALIAANS SPAANS PORTUGEES LATIJN GRIEKS

RUSSISCH

SWAHILI JAPANS ARABISCH CHINEES HEBREEUWS

49

Poging tot synopsis Poging tot samenvatting van synopsis Poging tot verduitsing van de Franse samenvatting van de Engelse synopsis Parafrase Se una notte d’inverno un viaggiatore – Italo Calvino Parafrase begin Cien años de soledad – Gabriel García Márquez Parafrase begin Oda Marítima – Álvaro de Campos / Pessoa Parafrase verhaal Daedalus en Icarus – Ovidius (Metamorfosen, boek 8) “Bernard Van Eeghem houdt van Griekenland, zijn geschiedenis, de tempel van Bassai op de Peloponnesos en de orakels en Oedipus natuurlijk en Elektra, Klytaemnestra en Agamemnon, waar ben je?” “Waarom is Bernard Van Eeghem indertijd naar Rusland gegaan met de trein in de winter, we zullen het nooit weten, onnozelaar, dikke vette zaag.” “Bernard Van Eeghem is nog nooit in Afrika geweest maar is het wel van plan, zeker nu hij vermoord is lijkt hem dit een goed idee.” “Bernard Van Eeghem houdt niet van dans, hij beweegt liever een beetje, een beetje veel, passioneel, in het zotte, helemaal niet.” “Hij is zot maar familie.” “Vreselijk.” “Ja.”


50

Bernard van eeghem


Polylingual résumé

51

In which a Jean Seberg lookalike girl tries to sell The Latest News International by screaming the first headline ‘Bernard Van Eeghem is dead’. No one knows that person, what the hell and who the fuck is Bernard Van Eeghem and where did he deserve such a big funeral. So he really seems to be dead and gone and what is more, say no more and don’t mention the war: he was killed, yes, in cold blood on a stage nearby where, good heavens, today is going to be, right on this very moment, his funeral. Therefore the reason for the enormous traffic bomb in the center of the city and also long rows in front of the entrance doors of the Beursschouwburg, that famous Flemish Venue for all kinds of experimental arts where today you can wave goodbye to the late Bernard Van Eeghem. But be aware, the secret police (MI5) and Brussels own Scotland Yard will be present in a very special anonimous way. Because they think the murderer or the murderers will be there too. And why not, when you killed someone it gives a kick to see how other persons will react, may it be on the place delict or in court or at the funeral. Lucky killer you are when they neither see nor know you at all kinds of everything. So, a lot of colourful prominents from the wide performing arts and theatre scene will honour the dead soul with cute little sketches, some astonishing poetry along with a


52

Bernard van eeghem

big contemporary jazz orchestra that will play continuously. They’ll play even some great jazz classics from Duke Ellington over Count Basie to Miles Davis, Pharoah Sanders, Steve Lacy and beyond. People will be dancing. But to tell the very bloody truth, Bernard Van Eeghem is not yet dead, they tried to kill him but that didn’t work out well. How come? Because he was saved by some poetry work of Hugo Claus, at the very private moment they came to kill him and whatever gets you through the night, it’s all right. At the end and as a big surprise there will be a tiny little theatre piece that he wrote especially for this extraordinary occasion. How could he know? The stars will tell and also be present after the show and that will be the very end of all that heaven allows, why bloody not? So let’s toast again on this lately deceased and beloved and honourable man who still did not know what he would become later on in life and now it is too much too little too late. Dans lequel notre petit héros sympathique se laisse proclamer mort à travers les cris hauts d’une jeune fille sur les escaliers de la Bourse des Finances au centre de Bruxelles. Ses bras se jettent en haut et tiennent La Dernière Heure Internationale dans l’air qui dans cette petite capitale se dit extrêmement pollué. Sur l’immense façade du Beursschouwburg, Bernard Van Eeghem a laissé coller de grandes pancartes en bois. Dessus sont peintes les citations de deux grands critiques de la radio des années quatrevingts du siècle précédent: Wim Van Gansbeke et Pol Arias. Ils disent respectivement que le défunt ne sait pas jouer la comédie, mais qu’au moins il est authentique; et que il est un bon-vivant qui pouvait se montrer très alerte. Néanmoins, il est décédé, et ses funérailles ont lieu aujourd’hui. Une grande foule se prosterne devant les portes inconscientes. On dit même qu’il a été assassiné. Mais par qui et comment? La police et la sécurité de l’état sont déjà arrivées. Une grande cérémonie se produit à l’intérieur avec


Polylingual résumé

53

un grand orchestre de jazz contemporain. Il y aura des discours des vieux proéminents ainsi que de quelques jeunes adeptes du théâtre qui esquisseront la vie et les oeuvres du décédé pleuré ainsi que la riche histoire du théâtre bruxellois coté flamand. Après quoi, évidemment, on boira de la bière, du café et des milliers de digestifs. Nous ferons tous ensemble la fête nationale de la mort et de la vie de Bernard Van Eeghem. Die Geschichte, in welchem unserer Held von einem unbekannten Mörder gnadenlos kaltgestellt wird. Hier, auf den Brettern die die Welt bedeuten, wird er kaltblütig liquidiert. Die Welt ist entsetzt. Warum ER und warum Jetzt? Heute findet seine Beerdigung statt, und auch Sie sind dabei. Trotz der grossen Menschenmenge die sich versammelt hat herrscht vorerst andächtige Stille. Menschen von Rang und Namen so wie das gewoehnliche Volk haben sich in grosser Zahl eingefunden um dem Verstorbenen die letzte Ehre zu erweisen. Auch die Polizei, in Uniform und in Zivil, ist vertreten. Sie vermutet das sich der Moerder unter den Trauernden befindet und hoffen darauf am Ende der Feierlichkeiten einen Verdächtigen gefunden zu haben. Die andaechtige Stille weicht langsam einer ekstatischen Stimmung. Musikalischen Beiträge, Reden, Performances wechseln sich ab. Der Verstorbene war ein Kunstliebhaber und grosser Verehrer von Bach, Goethe, Kraftwerk, Körnerfutter, Fassbinder, Ulrich Seidl und vielem mehr. Stai per cominciare a leggere la sintesi italiana del testo di Bernard Van Eeghem, dove il nostro simpatico eroe è già stato velocemente mal giudicato e comunque sia, purtroppo, non ha mai avuto successo nella sua vita eccessivamente lunga. Com’è possibile? Dove si trovano le radici del disagio? Chi l’ascolta? Chi sa dove si trovi, dove stia andando e perché, quando e, soprattutto, come, sia stato ucciso?


54

Bernard van eeghem

E’ stato freddato da ‘Cosa Nostra’ o dalla Camorra? E’ mai stato in Italia e perché? Ha dovuto eseguire lì del lavoro sporco? Era davvero un tipo del sud! Pace all’anima sua e dei suoi beni. Cos’ha davvero sofferto durante lo sparo? O era un suicidio? Sembra quasi impossibile. Amava il cinema italiano e Silvana Mangano. La Piazza Comunale di Cremona e il Lago di Como. E’ davvero tanto. Muchos años después, frente al pelotón de fusilamiento, el hombre Bernard Van Eeghem habia de recordar aquella tarde remota en la que nuestro héroe fue declarado muerto cuando una niña con el periódico en las escaleras de una réplica de un templo griego grita que Bernard van Eeghem está muerto. El entierro pasa en el lugar del crimen, con mucha gente, gente común así como personalidades excepcionales que alaban al muerto, aunque ha acumulado los errores pero era muy simpático y sobre todo perezoso, es decir, no hizo más que simplemente otra cosa que lo que se pedía. De todos modos, ahora está muerto y eso es todo. Buen viaje. Sozinho, no cais deserto, a esta manhã de verão, olho pró lado da barra, olho pró Indefinido, olho e contenta-me ver, pequeno, negro e claro, entrando Bernard Van Eeghem e como o mesmo heròi ainda esta morto, como ainda mais porque ele ainda silenciosa sem movimentos sao visìveis. O que move teria que ser e o que ele tem a dizer isso, ele nao pode dizer-lhe tudo, ele se lembra dessas coisas vai coral quando ele era criança e tudo pela primeira vez acontecendo. Que nao se aplica a todos nòs. Tenha um bom dia no final do texto. Saudaram.


Polylingual résumé

55

Bernard Van Eeghem interea Bruxellam longumque perosus exilium tactusque loci natalis amore clausus erat pelago. “Terras licet” inquit, “et undas obstruat: et caelum certe patet; ibimus illac: omnia possideat, non possidet aera Beursschouwburg.” Dixit. Bernard Van Eeghem λατρεύει την Ελλάδα, την ιστορία του, ο ναός του Βάσσες στην Πελοπόννησο και τους χρησμούς και φυσικά Οιδίποδα και την Ηλέκτρα, την Κλυταιμνήστρα και τον Αγαμέμνονα, πού είσαι? то почему Бернард Ван Eeghem ранее уехали в Россию на поезде в зимнее время, мы никогда не будем знать, дурак, большой жирный пила Bernard Van Eeghem haijawahi kwa Afrika, lakini ni mipango, hasa sasa kwamba yeye wakamuua hii inaonekana wazo nzuri. ベルナールヴァンEeghemは全く、彼はむしろ愚かで、情熱 的に、少し、少し多くを移動する、踊りません ‫ةلئاعلا ءانثتساب نونجم هنا‬ 令人畏惧地 ‫פאי‬


Credits Marina Sveta, Swetlana Anna Anna 2 Elena Sveta, Olga Svetlana, Uliya Anna Polina, Olga 2 Maria Irina Elena 2 Irina 2, Evgeniya Gulnara, Olga 3 Svetlana 2 Tatiana, Swetlana Tatiana 2 Olga 4, Yana Olga 5 Marina 2 Anna 4 Anna 5 Bernard Van Eeghem

© Dolores Bouckaert

With Hanneke Broucke (Mallemunt)

© Willy Dee

6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 28 29 30 31 33 34 35 36 37 38 39 41 3 50

V.U. / E.R.: Tom Bonte, A. Ortsstraat 20–28, 1000 Brussel / Druk: Sint-Joris / Ontwerp: Joris Kritis (with Julie Héneault)

56



Beursschouwburg stimuleert artistieke of dramaturgische publicaties, als één van de pijlers binnen de werking. Naar aanleiding van de 50ste verjaardag van Beursschouwburg (Under construction since 1965!) vroegen we aan Bernard Van Eeghem om in het verleden te duiken. Wie anders konden we deze vraag stellen, dan deze veelkoppige kunstenaar die al meer dan 40 jaar aan het huis verbonden is? Dit boek krijg je bij de voorstelling If die op 17 april in première gaat/ging.

Beursschouwburg stimulates artistic and dramaturgic publications, since they are one of the cornerstones of our artistic operations. On the occasion of Beursschouwburg’s fiftieth birthday (Under construction since 1965), we asked Bernard Van Eeghem to dive into the past. Who else could we have asked this question, than this many-faced artist who has been connected to the house for over forty years? You’ll receive this book with the performance If, which premieres/premiered on April 17th.

beurssc50uwburg


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.