31 minute read
Jobstudenten beter beschermen
Sociale bescherming voor jobstudenten
Studenten die voor hun levensonderhoud afhankelijk zijn van hun studentenjob konden niet op sociale bescherming rekenen als ze die door de coronacrisis verloren. ‘Het viel op dat we deze zomer meer oproepen kregen van studenten op zoek naar werk’, klinkt het bij de ACV Jongerenwerking.
TEKST SIMON BELLENS FOTO ID / IVAN PUT
De meeste studenten kunnen het geld dat ze verdienen gebruiken voor plezier. Ik leg het grootste deel opzij voor mijn vaste kosten’, vertelt Anne-Li Geeraert (22), derdejaars bachelor Event & Project Management aan de Artevelde Hogeschool in Gent. Zij is een van de studenten voor wie een baan meer is dan een leuke bijverdienste. Haar loon gaat onder meer naar eten, de verzekerings kosten voor de wagen die ze nodig heeft om te pendelen, en tot vorig jaar ook naar een kot. ‘De afspraak met mijn moeder was dat zij de eerste jaren van mijn studie zou betalen, vanaf volgend jaar financier ik die ook zelf.’
Vanaf het begin van de lockdown sloot de horecazaak waar Anne-Li doorheen het schooljaar werkte en moest ze noodge dwongen op zoek naar een andere studentenbaan. Gelukkig vond ze die bij een bakker. ‘Anders had ik mijn spaargeld moeten gebruiken’, zegt ze. ‘Dat zou heel jammer zijn. Eigenlijk had ik er nog niet eens aan gedacht dat er ook zoiets als sociale be scherming voor jobstudenten zou kunnen zijn. Maar zeker als je kan aantonen dat je veel zelf moet betalen, zou je recht moeten hebben op een soort van bescherming.’
Voor studenten die wekelijks een dag werken in de horeca was er in de lockdown geen sociale bescherming.
Meer nettoloon Volgens Joke Vrijs van de ACV Jongerenwerking viel het afgelopen zomer op dat er bij de infolijn studentenarbeid (ISA) meer oproepen binnenkwamen van studenten die werk zochten. ‘Door de coronacrisis was het bedrijf waar ze elke zomer werk ten gesloten, of stonden veel werknemers op tijdelijke werkloosheid’, zegt ze. ‘Voor studenten die wekelijks een dag werken in bijvoorbeeld de horeca was er niets. Jobstudenten kunnen dan nergens op te rugvallen, ze hebben geen recht op een uitkering en voor geannuleerde contracten wegens overmacht is er geen opzegter mijn.’ Dat het een hels parcours was om deze zomer een nieuwe studentenbaan te vinden, beaamt ook Anne-Li Geeraert: ‘Bij Volvo had ik bijvoorbeeld al proeven gedaan en een contract getekend, maar plots lieten ze weten dat het niet meer doorging omdat ze zouden sluiten. Bij een volgende studenten baan hoefden de studenten al na één dag niet meer te komen, omdat er niet genoeg werk was.’ Daarom werkte KAJ (Kriste lijke Arbeidsjongeren) in de zomer aan een noodfonds voor jobstudenten die zonder werk vielen. ‘Die oproep werd vooral ge dragen door Franstalige organisaties’, zegt Thibaut Tytgat van KAJ. ‘Daarop besloot de Waalse regering 2,25 miljoen euro vrij te maken voor bijstand aan studenten, maar de Vlaamse of federale regering volgde dat voorbeeld niet.’
JOKE VRIJS, ACV JONGERENWERKING
Jong ACV berekende dit voorjaar dat job studenten netto meer zouden overhouden als de normale socialezekerheidsbijdrage op hun loon van toepassing was. ‘Daardoor zijn studenten beter beschermd bij over macht of ziekte. En het zijn broodnodige extra inkomsten voor de sociale zekerheid’, verduidelijkt Vrijs. ‘Er zijn alleen maar voor - delen. Ik geloof niet dat werkgevers daar door minder studenten zullen aanwerven. ‘Studentenwerk’ blijft een uiterst flexibel statuut en in zomermaanden zullen vaste werknemers nog steeds op vakantie gaan.’
Doorgeschoven rekening Minister van Sociale Zekerheid Maggie De Block denkt daar anders over. Volgens haar zou een verhoogde werkgeversbijdrage studentenwerk wel minder aantrekkelijk maken voor werkgevers. Voor de sociale bescherming van studenten, zegt ze, be staan er studietoelagen en OCMW’s. Ook Anne-Li Geeraert zal volgend jaar een stu dietoelage aanvragen als ze zelf haar studies financiert. ‘Tot 2019 woonde ik thuis en was er geen behoefte aan’, zegt ze, ‘nu is er meer stress om rond te komen.’
‘Omdat zulke instrumenten met grensbe dragen werken’, legt Joke Vrijs uit, ‘blijft er altijd een groep studenten die niet voor toelagen in aanmerking komt, als de ou ders bijvoorbeeld net te veel verdienen, maar die het geld van hun studentenwerk wel nodig heeft.’ Op die manier schuift de minister gewoon de rekening door, stelt Vrijs. ‘Als werkgevers geen hogere sociale zekerheidsbijdrage moeten betalen voor studentenwerk en studenten voor sociale bescherming worden doorverwezen naar het OCMW, betekent dat een hogere kost voor de belastingbetaler, in plaats van extra inkomsten voor de sociale zekerheid.’
Door de stijging van het aantal toegelaten werkdagen en de flexibilisering van het aantal uren groeide het aantal studenten met een studentenjob de afgelopen jaren sterk, zo blijkt onder meer uit cijfers van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. ‘Daar enboven is voortstuderen de laatste jaren door hoger inschrijvingsgeld en hogere opleidingskosten flink duurder geworden’, besluit Vrijs. ‘Het is dus logisch dat meer studenten werk nodig hebben.’
Essentiële beroepen verdienen te weinig
Veel mensen die tijdens de lockdown hard zijn blijven doorwerken, verdienen een pak minder dan het gemiddeld bruto maandloon. Tot die vaststelling kwam Statbel, het Belgische Statistiekbureau.
Gemiddeld bruto maandloon in België
Verzorgende in kinderdagverblijf of crèche Koerier
Zorgkundige Kassier supermarkt of voedingswinkel Bedienaar machines voedings- en genotsmiddelen Vrachtwagenchauffeur
3 553 euro/maand
2 317 euro/maand
2 526 euro/maand
2 549 euro/maand
2 513 euro/maand
2 825 euro/maand
GETUIGENIS
Hendrik Vancoppenolle, Greenyard Frozen (voedingssector)
‘Ik heb nog nooit iemand horen zeggen: Ik verdien genoeg. (lacht) De lonen binnen ons bedrijf variëren. Maar de mensen met de laagste lonen moeten het stellen met zo’n 2 200 euro bruto per maand. Netto is dat 1 500 euro. Als alleenstaande hou je niet veel meer over nadat je de woningkosten en andere vaste uitgaven hebt betaald. Toch blijven die mensen in de sector werken. Ze wonen vaak in de buurt en vinden het aangenaam dat ze geen grote afstanden moeten afleggen. En ze hebben plezier in hun werk en binnen het team.’
GETUIGENIS
Winkelmedewerker bij Albert Heijn
‘Wij krijgen het minimumloon uitbetaald, meer niet. Maar in deze drukke periode verkregen we met het ACV wel enkele extra’s voor alle collega’s. Zo kregen we vijf dagen coronaverlof, extra vakantiedagen dus. En tot het einde van dit jaar wordt het bedrag van onze maaltijdcheques verhoogd naar acht euro per cheque. Dat hebben alle personeelsleden zeker verdiend.’
Vakbonden voeren actie voor welvaartsvastheid ‘Uitkeringen voor gezinshoofden moeten 5 procent stijgen’
Maandag 28 september voeren de vakbonden actie. Ze vragen van de (nieuwe) regering extra inspanningen voor de welvaartsvastheid van uitkeringen en pensioenen. Die welvaartsvastheid moet de koopkracht van gepensioneerden, zieken en werklozen garanderen.
TEKST WIM TROCH
Met het begrip welvaartsvastheid wordt bedoeld dat de uitkeringen – bijvoorbeeld de ziekte-uitkeringen of de pensioenen – de evolutie van het gemiddelde inkomen in ons land volgen. De regering houdt in haar begroting budget vrij, de zogenoemde welvaartsenveloppe, voor de sociale uitkeringen. Dat is zo sinds het Generatiepact van 2005, nadat het ACV al vele jaren pleitte om de sociale uitkeringen te koppelen aan de algemene stijging van de lonen.
Extra koopkracht Werkgevers- en werknemersorganisaties moeten in overleg beslissen hoe het geld uit de welvaartsenveloppe verdeeld wordt. ‘Normaal gezien moeten de sociale partners om de twee jaar voor 15 september aan de regering een voorstel overmaken’, licht Chris Serroyen, hoofd van de ACVstudiedienst, toe. ‘De werkgevers weigeren echter om hierover al samen te zitten. Zij willen de bespreking van de welvaartsvastheid opnieuw koppelen aan het interprofessioneel loonakkoord (IPA). Maar die besprekingen beginnen pas in het
voorjaar van 2021. Op die manier worden gepensioneerden, werklozen en zieken in het ongewisse gelaten. Aan die chantage willen wij niet toegeven, en dus hebben de vakbonden alsnog hun eisen gebundeld en overgemaakt aan de regering, aan de onderhandelende partijvoorzitters en aan de leden van de Kamercommissie Sociale Zaken.’
Binnen de welvaartsenveloppe willen de vakbonden onder meer dat de minimumuitkeringen 2,5 procent stijgen. ‘Voor gezinshoofden vragen we een stijging van vijf procent’, aldus Serroyen. ‘Daarmee bereik je ook de doelgroep van alleenstaande ouders en koppels van werklozen. Zij hebben het immers extra zwaar. Daarnaast willen we dat ook voor tijdelijk werklozen de minima worden opgetrokken met vijf procent. Een andere eis is dat het vakantiegeld voor gepensioneerden en voor invaliden verhoogt. Dat vakantiegeld is belangrijk, omdat het de koopkracht verhoogt. Voor de werklozen met een minimumuitkering komt het erbovenop. In totaal zitten onze voorstellen mooi binnen de wettelijk voorziene enveloppe.’ Concreet maken De vakbonden vragen van de (nieuwe) regering nog extra inspanningen. ‘De coronacrisis heeft aangetoond dat heel wat mensen van de ene dag op de andere in financiële moeilijkheden kunnen terechtkomen’, zegt Serroyen. ‘Daarom moeten we ambitieus zijn. De sociale uitkeringen moeten eindelijk boven de armoederisicogrens getrokken geworden, en liefst zelfs tien procent boven die grens. Daarnaast vragen wij een minimumpensioen van 1 500 euro netto. Een derde – heel belangrijke – eis is een structurele minimumuitkering voor zieken in de eerste zes maanden van hun ziekte. Tot nu toe bestond dat minimum er enkel vanaf de zevende maand. Door de coronacrisis is er nu wel in zo’n minimum voorzien. Als die tijdelijke maatregel afloopt, moet dat worden opgevangen door eindelijk structureel een minimum te bepalen. We vernemen dat dergelijke elementen aan bod komen bij de regeringsonderhandelingen, maar ze moeten dan wel voldoende concreet worden gemaakt: welk bedrag, welke timing, welk budget?’
Om hun eisen kracht bij te zetten, zullen de vakbonden op 28 september op verschillende locaties actie voeren, met respect voor de coronaregels. De regering heeft volgens de wet tot 15 oktober om een voorstel te formuleren. Dat moet dan besproken worden door de werkgevers- en werknemersorganisaties.
We trakteren op taart én een TV-Show.
Samana verjaart! Word lid van Samana via www.samana.be en wie weet krijg je wel een heerlijke Samana-taart thuis geleverd. Geniet er samen met ons van tijdens de Samana TV-show: vrijdag 9/10 om 18.15 en zondag 11/10 om 14.00 op Eclips TV.
Telenetkijkers: kanaal 51 Proximuskijkers: kanaal 90 (Vlaanderen) of 340 (Brussel)
Voor wie arbeidsongeschikt is sinds 1 maart Tijdelijk hogere ziekte-uitkering
Sommige werknemers die op of na 1 maart 2020 erkend werden als arbeidsongeschikt kunnen een bijko mende premie op hun ziekte-uitkering ontvangen. Dat is een tijdelijke maat regel in het kader van Covid-19.
MICHIEL VERPLANCKE
Waarom is deze maatregel er?
Door Covid-19 zijn heel wat werknemers tijdelijk werkloos geworden. Zij ontvangen een uitkering die 70 procent bedraagt van hun begrensd brutoloon. Dit terwijl arbeidsongeschikte werknemers slechts 60 procent van hun verloren loon ontvangen. Om sociale onrechtvaardigheden te vermijden, komt er een premie bovenop die ziekte-uitkering.
Wie krijgt deze premie?
Om de bijkomende ziekte-uitkering te ontvangen, moet je aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet je ten vroegste op 1 maart 2020 erkend zijn als arbeidsongeschikte. Daarnaast heb je een arbeidsovereenkomst. De maatregel geldt dus niet voor werklozen. Bovendien moet je een lager bruto dagloon hebben dan 132,99 euro. Ontvang je een forfaitair maandloon? Dan kun je dit delen door 26 om je dagloon te berekenen.
Hoeveel bedraagt de premie precies?
Als arbeidsongeschikte bedraagt het dagbedrag van je ziekte-uitkering in principe 60 procent van je begrensd bruto dagloon. Dat noemen we je primaire ziekte-uitkering. Heb je recht op de premie? Dan ontvang je een aanvullend dagbedrag van 10 procent van je begrensd dagloon. Daarnaast krijg je een dagelijks forfait van 5,63 euro. Ook
Wie in aanmerking komt voor de bijkomende ziekte-uitkering hoeft niets te doen. De toekenning gebeurt automatisch.
dat stemt overeen met het forfait dat werknemers in tijdelijke werkloosheid krijgen. Voor die totale daguitkering (primaire ziekte-uitkering + aanvullend dagbedrag + forfait) zijn een minimum- en maximumbedrag vastgelegd. De totale daguitkering, met in begrip van het aanvullend bedrag en forfait, mag nooit minder bedragen dan 61,22 euro. Als dat wel zo is, dan wordt je ziekte-uitke ring opgetrokken tot die 61,22 euro. Is je totale daguitkering echter hoger dan 79,80 euro? Dan wordt je ziekte-uitkering begrensd tot dat bedrag.
Houd er ten slotte rekening mee dat er een bedrijfsvoorheffing van 11,11 procent wordt ingehouden op deze bijkomende uitkering.
Wanneer wordt die aanvullende uitkering uitbetaald?
De eerste uitbetaling zal ten laatste op 31 oktober plaatsvinden. Die uitbetaling bevat de aanvullende uitkering van 1 maart tot en met 30 september. De volgende betalingen gebeuren maandelijks.
De maatregel is voorlopig van toepassing tot en met 31 december. Ze kan eventueel nog verlengd worden. Houd daarvoor de website in de gaten.
Hoe zorg ik ervoor dat ik de premie krijg?
Je hoeft niets te doen om de premie te ontvangen. De toekenning gebeurt automatisch. Enkele dagen voor de uitbetaling word je daarvan op de hoogte gebracht.
>>> www.cm.be/bijkomende-ziekte
uitkering
Voorbeelden aanvullende ziekte-uitkering
Sofyan heeft een bruto dagloon van 100 euro
Sofyans primaire ziekte-uitkering bedraagt 60 procent van zijn bruto dagloon, of 60 euro. Daarbij komt de aanvullende uitkering van 10 procent van zijn bruto dagloon (10 euro) en het forfait (5,63 euro). Samen maakt dat 15,63 euro. In het totaal krijgt Sofyan een ziekte-uitkering van 75,63 euro per dag.
Kim ontvangt een bruto dagloon van 75 euro
Kims primaire ziekte-uitkering bedraagt 60 procent van haar bruto dagloon, of 45 euro. Daarbij komt de aanvullende uitkering van 10 procent van haar bruto dagloon (7,5 euro) en het forfait (5,63 euro). Opgeteld is dat 13,13 euro. Maar omdat het totale bedrag onder de minimale daguitkering ligt van 61,22 euro, wordt Kims aanvullende uitkering verhoogd tot 16,22 euro. Zo ontvangt ze in het totaal toch 61,22 euro per dag.
Dementie beleef je samen
Lees er alles over op cm.be/dementie.
FORUM
BART VERHAEGHE STAFMEDEWERKER DE FEDERATIE SOCIAAL-CULTUREEL WERK EN AMATEURKUNSTEN
Salut, de kost en de wind vanachter
Een op en top Vlaamse uitspraak waarmee je bij het afscheid nemen iemand een behouden reis wenst. En stiekem denkt ‘daar ben ik gelukkig weer voor een tijd vanaf’. Ze schoot me te binnen toen ik de analyse bekeek van de definitieve ad viezen over waar 139 sociaal-culturele organisaties zich de komende jaren best mee bezig houden en of/hoeveel subsidie ze daarvoor mogen krijgen. Onafhankelijke beoordelingscommissies screenden de afgelo pen maanden nauwgezet de beleidsplannen van die organisaties en gaven op 15 juli hun definitief advies door aan de Vlaamse Regering. Die beslist op vrijdag 25 september of ze al dan niet de adviezen zal volgen.
Ik ben tevreden dat veel beleidsplannen een positieve evaluatie kregen. Volkomen terecht ook. Stonden de straten en de kranten in Vlaanderen de afgelopen maanden niet vol van de mooie solidariteitsinitiatieven, vaak gestart of gesteund door deze organisaties? Staat het rapport van het maatschappelijk relancecomité niet bol van de aanbevelingen om het verenigingsleven steviger en duurzamer te ondersteunen? Zegt mi nister-president Jambon niet zelf dat het sociaal-cultureel werk een cruciale rol heeft om mensen opnieuw samen te brengen en samen uit het dal te klimmen? Ja, ja en ja! Maar de middelen? Die klimmen niet. Een budget dat werd vastgeklikt in precoronatijden – na ruim tien jaar opeenvolgende besparingen – is nu bepalend voor de werking van veel organisaties de komende vijf jaar. Een werking binnen een nieuw decre taal, ambitieus kader en meteen ook – welja – in een andere wereld. Ongeveer tien miljoen euro is er extra nodig om de ambities ook effectief te realiseren.
Crisismaatregelen, noodfondsen en dergelijke waren en zijn bijzonder welkom. Maar nu we vooruit moeten kijken en relance de komende jaren hét ordewoord vormt, dreigen we de historische kans te missen om te investeren in een relance die duurzaam is. Een relatief beperkte inves tering overigens, die in het sociaal-cultureel werk steevast als vliegwiel fungeert voor innovatie en zich maatschappelijk dubbel en dik terugver dient.
Vlaanderen is overigens niet de enige die ‘relance’ als iets aparts lijkt te bekijken en niet de koppeling maakt met wat er al bestaat. Zo hekelt het Europees Parlement in een resolutie van 17 september dat Creatief Eu ropa – het Europees programma voor de brede cultuursector – geen kruimel krijgt vanuit het herstelfonds Next Generation EU, ter waarde van maar liefst 750 miljard (!) euro. Voorts put de resolutie zich uit in argumenten waarom de (sociaal-)culturele wereld belangrijk is in onze samenleving.
Die loftrompetten zullen we nog veel horen. En ze doen altijd deugd. Maar de 139 gesubsidieerde sociaal-culturele organisaties kopen daar niks mee. Integendeel: als de Vlaamse regering morgen de adviezen volgt, dan verliezen vormingsorganisaties ruim 2 miljoen euro, vereni gingen 3,5 miljoen euro en krijgen 17 van de 39 nieuw kandiderende organisaties een al bij al bescheiden startsubsidie. Kortom: salut, de kost en de wind vanachter …
Maar weet u waar het gros van de sociaal-culturele organisaties momenteel écht wakker van ligt? Van u. Zal u – na maanden in uw kot – opnieuw deelnemen aan verenigingsactiviteiten die nu overal – en binnen scherpe veiligheidsmarges – heropstarten? Kunnen ze ook op u rekenen om samen hun maatschappelijke missie waar te maken, nu méér dan ooit noodzakelijk? En vooral: kunnen ze er, samen met hun honderddui zenden vrijwilligers, nog meer staan voor de miljoenen mensen die op hen rekenen? Dáár liggen ze dus al maanden wakker van. Voilà, zocht iemand nog een argument om extra te investeren in het sociaal-cultu reel werk?
ES LEBE EUROPA
PETER WOUTERS VOORZITTER BEWEGING.NET
Ik kan er niet aan doen. arbeiders en de dumpinglonen worden EuroAls ik de toespraak van Europees Comschrijf dit omdat we er te weinig over schrijmissievoorzitter Ursula von der Leyen ven. De Europese verkiezingen kregen te weilees, word ik hoopvol. In haar eerste beleidsnig aandacht, het Europese beleid wordt te verklaring vat ze perfect de vraagstukken van weinig toegelicht. Praatprogramma’s gaan er morgen. Of het nu klimaat, migratie, eerlijke zelden over en de kranten hebben het liever fiscaliteit of minimumlonen betreft. Telkens over het kleine gehakketak in een of andere maakt ze een scherpe analyse en engageert partij. ze Europa voor oplossingen en engagementen. Wat mij opvalt in haar toespraak is de Misschien was haar toespraak te positief. We radicale keuze voor hoop, menselijke waarweten al even dat onze media houden van digheid en ambitie. En daarnaast de concrete polemiek, niet van optimisme. Kranten putvoorstellen die het kunnen waarmaken. ten zich uit in het vinden van negativiteit en Want wij mogen ons niet vergissen. Europa is krijgen meer aandacht dan de positieve planniet ver van ons bed. Dat voelen we elke dag nen van beleidsverantwoordelijken. Hoe jamen dat zal niet minderen. Meer dan het Vlaamse regeerakkoord, meer dan een federaal regeerakkoord, meer dan de plannen in steden ‘De Green Deal gaat verder en gemeenten bepaalt Europa wat kan en niet kan voor ieder van ons. Denk maar aan de miljarden dan wat ons land alleen zou durven’ euro’s die Europa in de economie pompt. De lage rente als je een lening aangaat is een rechtsreeks gevolg van mer. De lezer verdient het immers niet om het Europees beleid. Maar ook de voedselveieen indruk van hopeloosheid te krijgen. Inteligheid, het hormoongebruik, de identiteitsgendeel. Hoop geeft moed. En moed brengt kaarten en bescherming van de eigen gegeoplossingen dichterbij. Ik hoop dat u als lezer vens, de erkenning van diploma’s tot zelfs het de toespraak van de voorzitter van de Comvierde studiejaar voor de opleiding tot vermissie er eens bij haalt. En dat u ook een pleegkundige. Ik las onlangs nog een dossier sprankel van die hoop kan krijgen. over de invloed van Europese wetgeving op onze verenigingen en hoe we ons daar onvolEuropa is belangrijk en wat mij betreft op de doende bewust van zijn. De landbouwsector goede weg. Zeg het verder. en de handel worden in hoofdzaak door Europees beleid beïnvloed. Dikwijls onzichtbaar. Want Europese regels moeten door elk land in eigen wetten worden omgezet. Federale >>> Lees of bekijk de eerste beleidsveroverheidsdiensten hebben daar speciale afklaring van Europees Commissievoorzitter delingen voor om dat allemaal op te volgen Ursula von der Leyen op www.beweging.net. en voor te bereiden.
Daarom ben ik blij met de speech van mevrouw von der Leyen. Europa wijst ons de weg. De Green Deal gaat verder dan wat ons land alleen zou durven. De bescherming van
Jouw kijk
Mantelzorgverlof
In vorige Visie verscheen een artikel over mantelzorgverlof. Daarin stond dat zowel werknemers als ambtenaren die aan de voorwaarden voldoen, mantelzorgverlof kunnen aanvragen bij hun werkgever. Dat geldt (nog) niet voor alle ambtenaren. pees aangepakt en dat helpt ook ons land. Ik conflict. De zure oprispingen van eenlingen Contractuele personeelsleden komen wel in aanmerking maar dat is nog niet het geval voor alle statutaire personeels leden. Voor statutaire personeelsleden van de federale overheid en de autonome over heidsbedrijven is er alleen een ontwerp van koninklijk besluit dat het recht op mantelzorg verlof regelt. Het koninklijk besluit is nog niet van kracht. Statutaire per soneelsleden van niet-federale diensten hebben recht op man telzorgverlof als het bevoegde gewest of de bevoegde ge meenschap het voorziet in de reglementering.
Amper 1 op de 300 werknemers kocht studieperiode af voor hoger pensioen ‘Een hoogrisicobelegging met veel onzekerheden’
Lang studeren knabbelt aan je pensioenuitkering. Door een kortere werkloopbaan na een studietijd bouw je misschien geen volledige pensioenrechten op. Om toch te genieten van een volledig pensioen kun je die studiejaren afkopen. Maar werknemers maken er amper gebruik van. Grote onzekerheden zijn mogelijk de verklaring.
TEKST NILS DE NEUBOURG ILLUSTRATIE RUTGER VAN PARYS
Voor volledige pensioenrechten heb je in principe een volledige loopbaan van 45 jaar nodig. Maar dat is zo goed als onmogelijk als je eerst nog een of meerdere opleidingen volgt. Door verder te studeren kan je pensioenbedrag dus lager uitvallen. Die diplomajaren afkopen kan dan een oplossing zijn. Officieel heet dat regulariseren van studieperiodes. Sneller met pensioen ga je er wel niet door kunnen.
Tot december kun je studiejaren nog regulariseren voor de prijs van 1 560 euro per studiejaar. Daarna blijft regulariseren mogelijk, maar moet je dat binnen de tien jaar na afstuderen in orde brengen. Doe je dat later, dan betaal je meer. Die rege ling kwam er eind 2017. Daarmee hoopte de regering-Michel voor iedereen dezelfde spelregels te maken. Tot voor kort gold namelijk dat ambtenaren hun studiejaren gelijkgesteld kregen als loopbaanjaren voor hun pensioen, terwijl werknemers ervoor moesten betalen. ‘Om het systeem eerlijker te maken adviseerden we met de pensioen commissie om het regulariseren van studiejaren volledig af te schaffen. Daar ging de regering niet in mee en ze bedacht het huidige systeem’, zegt pensioenexpert Ria Janvier (Universiteit Antwerpen).
Gok niet wagen Uit cijfers die Visie bij de pensioendienst opvroeg blijkt nu dat er geen stormloop is voor die nieuwe regeling. Sinds de introductie in december 2017 hebben slechts 4 741 werknemers hun regularisatie aanVoor veel jobs heb je een specifiek diploma hoger onderwijs nodig. Maar de tijd die je nodig hebt om dat diploma te halen, werk je doorgaans niet. Daardoor bouw je tijdens die periode dus ook geen pensioenrechten op en kom je allicht niet aan een volledig pensioen. Die periode kun je compenseren door de ontbrekende jaren voor een volledige loopbaan te regulariseren. Per studiejaar betaal je ongeveer 1 560 euro. Tenminste, als je de regularisatie regelt binnen de tien jaar na het behalen van je diploma. Daarna betaal je meer. gevraagd en effectief betaald. Naar schatting is slechts één op de 300 werknemers met een diploma hoger onderwijs dus ook effectief overgegaan tot het afkopen van hun studieperiode.
‘Eigenlijk zijn het diplomajaren en geen studiejaren die je kan regulariseren’, verduidelijkt pensioenexpert Ria Janvier. ‘Regulariseren kan namelijk alleen als je je studie hebt afgemaakt.
Bisjaren tellen trouwens ook niet mee, en gelijkwaardige diploma’s, zoals twee bachelors, kun je ook niet tweemaal afkopen. Er zijn dus wel strenge regels aan verbonden.’
Of studiejaren regulariseren of ‘afkopen’ interessant is, hangt van heel veel factoren af. Maar doordat veel van die factoren nog niet bekend zijn, is het moeilijk te voorspellen of het regulariseren de moeite loont. Voor een De pensioendienst erkent dat die interesse aan de lage kant is en zoekt een verklaring in ‘de onvoorspelbaarheid van ons gedrag en keuzes’. Maar voor Janvier zijn de lage cijfers geen verrassing: ‘De meeste mensen kiezen gewoon eieren voor hun geld. Je kunt het afkopen van studiejaren als een hoogrisicobelegging beschouwen. Of het je iets oplevert, hangt af van enorm veel onzekerheden: hoelang ga je leven, hoeveel duurder zal het leven worden, hoe verandert het pensioensysteem zelf nog de komende decennia, enzovoort. Daarom is de investering vooral voor jongere generaties risicovol. Persoonlijk zou ik als jongere die gok niet wagen.’
Veel werknemers lijken dezelfde redenering te maken. Ongeveer de helft van alle regularisaties werd aangevraagd door oudere werknemers op slechts enkele jaren van hun pensioen. Janvier: ‘Ouderen weten relatief zeker wat het hen kost en wat het hen zal opbrengen. Voor hen is de rekening dus gemakkelijker te maken.’
Behalve de onvoorspelbaarheid denkt Janvier dat het bedrag ook een drempel is voor jonge mensen. Vlaamse werknemers betaalden gemiddeld 4 784 euro om hun studiejaren te regulariseren. ‘Dat is toch al een behoorlijk bedrag om ineens neer
Studiejaren regulariseren in de praktijk
te tellen, zeker als je jong bent.’ werknemer die in december 2018 een studieperiode van 12 maanden regulariseerde, levert dat een extra brutopensioen van 277 euro als alleenstaande of 347 euro als gezinsbedrag. Wat daar netto van overblijft, hangt van situatie tot situatie af. Voor ambtenaren zijn er weer andere regels.
Zelf nagaan wat het je zou kosten en wat het je bijkomend zal opleveren? Op de officiële pensioenwebsite kun je verschillende scenario’s uitproberen voor je eigen situatie.
ZELF ZORG
Werken, het huishouden, de kinderen, zorgen voor anderen, enkele hobby’s: veel mensen leiden een druk leven. De laatste jaren kwam er daardoor meer aandacht voor zelfzorg, goed voor jezelf zorgen zodat je fysiek en mentaal sterk blijft. Hoe je dat doet, is voor iedereen anders. Visie vroeg aan Wim, Peter, Tania en Margot hoe zij dit invullen.
TEKST MARJOLEIN CUVELIER, WIM TROCH, SIMON BELLENS, NILS DE NEUBOURG
Vakbondsafgevaardigden Wim en Peter ‘Rugby geeft me positieve energie’
Wie aan vakbondswerk denkt, haalt vaak meteen beelden van onderhandelingstafels in het hoofd, waarbij werkgevers en werknemers praten over arbeidsvoorwaarden en veiligheidsvoorschriften. Terwijl dat beeld inderdaad klopt, komt er veel meer bij kijken.
Niet zelden groeien vakbondsafgevaardigden in een bedrijf uit tot echte vertrouwensfiguren; personen bij wie men terechtkan voor vragen en problemen van allerlei aard. Zowel werkgerelateerd, als privé.
Peter Van Veerdeghem (49) werkt bij Milliken Textiles in Gent. Hij is al 27 jaar vakbondsafgevaardigde. ‘Meer en meer voel ik mij ook een sociaal assistent’, vertelt hij. ‘Je voelt dat mensen steeds vaker eens een luisterend oor vragen. Ze vragen raad over hun
zijn hoofd leegmaken op het rugbyveld.
relatie of familie, of over hun geldproblemen, en natuurlijk ook over problemen op het werk.’
Ook Wim Lecomte (37), vakbondsafgevaardigde bij soms emotioneel belastend is, ook al is er – net als bij Peter – een goede verstandhouding met de directie. ‘Collega’s weten dat je als vakbondsafgevaardigde te vertrouwen bent, en dat je een geheim kunt bewaren’, zegt hij. ‘Ik probeer dan vanuit mijn eigen ervaringen advies te geven, maar soms is het al voldoende om een luisterend oor te zijn.’
PETER VAN VEERDEGHEM VAKBONDSAFGEVAARDIGDE BIJ MILLIKEN TEXTILES IN GENT
Wim, vakbondsafgevaardigde bij EuroChem in Antwerpen, kan
EuroChem in Antwerpen, merkt dat vakbondswerk
Belangrijk is dat die negatieve situaties zich niet in je hoofd nestelen. ‘Met ouder te worden gaat dat steeds moeilijker’, zegt Peter. ‘Ik kom thuis en het eerste uur ben ik wat afwezig. Ik heb dan soms een kort lontje. Mijn vriendin weet dat ondertussen en ziet het snel als er iets scheelt. Dan praten we er eens over – zonder namen te noemen – en dat helpt.’ Wim maakt zijn hoofd op een andere manier leeg. ‘Vorig jaar is een collega overleden, en daar heb ik lang last van gehad. Ik merkte dat ik moeilijk in slaap geraakte, dat ik mijn hoofd niet stil kon zetten. Daarom heb ik een cursus zelfzorg gevolgd. Ik heb daar kennisgemaakt met een aantal technieken om met stress om te gaan, maar ik heb er vooral geleerd dat ik iets moest zoeken wat me positieve energie geeft. Dat heb ik gevonden in het rugby. Ik ben nu coach van een jeugdploeg. Dat is het hoogtepunt van de week, het is de plek waar ik alles kan vergeten.’
Verpleegkundige Margot ‘Je wilt hen genezen, maar soms kun je alleen nog voor een comfortabel levenseinde zorgen’
Verpleegkundige Margot Vanmeenen (25) werkt op de afdeling acute geri atrie van het UZ Gent. Daar verzorgt ze dagelijks vijfenzeventigplussers die binnenkomen via de spoed met dringende problemen als breuken, ontstekingen of verwardheid en ver minderd bewustzijn.
‘De leeftijd maakt het beroep delicaat’, vertelt Margot. ‘Ouderen hebben vaak al last van verschillende kwalen, wat het medisch ingewikkelder maakt, en denken automatisch na over hun levenseinde. Dat wordt bij ons vrij direct besproken en als verpleegkundige vind ik het mijn taak om aan te voelen wat de patiënt wil, en of ze nood hebben aan een gesprek. Wij zijn toch hun eerste contact.’ ‘Soms geven patiënten aan dat ze het niet zien zitten om nog naar intensieve zorgen te gaan, willen of kunnen ze niet verder. Het gebeurt ook dat we patiënten vaker zien terugkomen en dat we hen zien achteruitgaan. Als je dan het gevoel hebt dat je niets meer kunt of mag doen, wordt het moeilijk om het los te laten. Je kunt nog voor een comfortabel levenseinde zorgen, maar je wilt hen genezen en soms kan dat gewoon niet meer. Dan betrap ik mezelf er op de terugrit naar huis op dat ik me bedenk dat de patiënt inmiddels wel gestorven zal zijn.’ ‘Ik probeer het zoveel mogelijk op de dienst te laten, maar het helpt me ook om erover te praten. Ik heb het geluk in mijn familie omringd te zijn door veel verpleegkundigen die hetzelfde meemaken. Met een half woord weten ze genoeg. Ik vind het belangrijk om me te omringen met mensen die ik vertrouw, zoals familie, oude studievrienden of mijn partner, en die begrijpen waarover je het hebt. Zonder hen zou het voor mij moeilijker zijn.’
Tania is mantelzorger ‘Volhouden is af en toe loslaten’
Tania Leys (53) is mantelzorger voor haar twee volwassen zonen met autis me. De oudste verblijft in een woonproject, de jongste bij haar thuis. ‘Het is leefbaar, maar ik zal nooit helemaal gerust zijn.’
Matthias (29) en Joachim (21) hebben veel begeleiding nodig, zelfs nu ze volwassen zijn. Al jaren neemt Tania de zorg voor hen op zich. Toch ziet ze zichzelf pas sinds kort als mantelzorger. ‘Op het moment dat je moeder wordt, zet je – zoals elke ouder – jezelf opzij. Maar naarmate mijn jongens opgroeiden, zag ik de lasten bij andere ouders verminderen. Hun kinderen werden zelfstandiger en zij konden vaker iets voor zichzelf doen. Mijn zorgen bleven hangen in de lagere school-fase.’
Klein geluk Toen de vermoeidheid haar weer eens hoog zat, volgde Tania een cursus zelfzorg voor mantelzorgers. ‘Daar kwam ik tot het inzicht dat ik wel degelijk aan mantelzorg doe. En ik wist ook dat ik een evenwicht moest vinden tussen draaglast en draagkracht.’ Dat gebeurde met vallen en opstaan. ‘Natuurlijk kun je zeggen: ik ga een week op vakantie, ik regel het allemaal wel. Maar dat is niet ontspannend. Fysiek ben ik er dan wel uit, mentaal zit ik thuis. Ik heb immers ervaren dat mijn kinderen hun problemen opsparen als ik er niet ben.’ Een hele week weg behoort niet tot de mogelijkheden, maar Tania leerde dat je het als mantelzorger best niet zwart-wit bekijkt. ‘Het is niet alles of niets. Af en toe een uurtje weg is wél mogelijk. Bijpraten met vriendinnen, een yogales, af en toe iets nieuws leren. Je moet de kleine momenten zien en waarderen. Anders zul je nooit iets voor jezelf hebben.’ Tania neemt sinds elf jaar ook een vrijwillig engagement op. ‘Velen begrijpen dat niet. Bovenop mijn zorgen ook nog eens die inzet voor iemand anders, zonder daar iets voor terug te krijgen. Maar ik krijg er verbondenheid voor terug. Die vind ik moeilijk bij mijn zonen met autisme.’
Zorgen verlichten Hoe de toekomst eruitziet voor Tania? ‘Ik slaag er steeds beter in een evenwicht te vinden, ook op het werk. Ik ben overgestapt naar een sector die me beter ligt en ik werk er deeltijds, waardoor ik energie haal uit mijn job. In de zorg voor mijn jongens probeer ik de praktische zaken uit te besteden. Er blijven genoeg dingen over die ze enkel met mij willen delen.’
‘Ik kan en wil mijn jongens niet volledig lossen, zelfs geen dag. Maar ik kan mijn zorgen verlichten door dingen te doen waar ik energie uit haal. Keuzes maken
TANIA LEYS
en begrenzen, zo hou ik het vol.’
© James Arthur
Wat zegt de expert? ‘Je moet jezelf de vraag stellen: wat zijn mijn eigen kleine pleziertjes?’
© R u u d P o s
Minder moeten, meer leven. Hoe doe je dat? Die vraag stelde de Nederlandse journaliste Annemiek Leclaire aan filosofen, psychologen, economen en andere wetenschappers en schrijvers.
Ze documenteerde haar anderhalf jaar durend onderzoek in een reeks artikels. Later volgde het boek Minder moeten, meer leven: Hoe je ontploetert in drukke tijden. Het was voor Annemiek ook een persoonlijke zoektocht om ‘het vuur aan te steken in de dag’. ‘M’n leven was eindelijk weer wat normaal na een periode van tegenslag. Toch voelde ik me nog steeds gespannen en werd ik bedrukt wakker. Dan doe ik iets verkeerd, dacht ik. Soms is het leven is eenmaal druk en veeleisend en heb je door een samenloop van omstandigheden heel veel tegelijk te doen, maar we zijn geneigd om dat haastige gevoel van moeten en ploeteren ook vast te houden als het misschien niet hoeft. Dat is jammer, want zo staan we ons eigen geluk in de weg.’ ‘Ook ik herken bij mezelf dat er altijd wel iets af moet. Dan ga ik leuke dingen afzeggen. De verleiding is groot om ‘Aan jezelf denken is niet ‘s avonds toch maar niet naar de film te egoïstisch, eerder een gaan of iets te gaan drinken. Maar als je steeds laat vallen waar je eigenlijk van verantwoordelijkheid’ opknapt, kan je somber worden.’ ANNEMIEK LECLAIRE
‘Af en toe wat rust nemen en aan jezelf denken is dus belangrijk. Dat is ook helemaal niet egoïstisch, eerder het omgekeerde. Het is een verantwoordelijkheid tegenover jezelf en de ander. Alleen als je goed voor jezelf zorgt, kun je echt iets voor de mensen om je heen betekenen. Als je zelf onderuitgaat, lukt dat niet. Voel je dus niet schuldig als je tijd neemt voor jezelf.’
Annemiek noemt die zelfzorg eilandjes van tijd. ‘Hoe die eilandjes eruitzien, is voor iedereen anders. Voor mij is dat bijvoorbeeld minstens een half uurtje per dag een wandeling maken, zelfs in de meest veeleisende periodes. Als je niets met bewegen of sport hebt, kan dat ook eens per week afspreken of bellen met een goede vriend of vriendin. Je moet jezelf de vraag stellen: wat zijn mijn eigen kleine pleziertjes? Welke dingen zou ik ook doen als de wereld gewoon perfect was? Let er wel op dat die maatregelen tegen drukte niet net méér op je programma zetten. Misschien doe je graag aan yoga, maar het mag niet iets worden dat je na al je taken ook nog eens moet afvinken.’
Signalen van gejaagdheid moet je volgens Annemiek dan ook aux sérieux nemen. Zij geven aan wanneer je misschien wat extra nood hebt aan zelfzorg. ‘Symptomen die erop wijzen dat je jezelf voorbij rent zijn bijvoorbeeld last van je nek en schouders, een kort lontje, hoofdpijn, plots in tranen uitbarsten, somberheid …
Dat zie je zelfs soms leiden tot burn-outs, depressies of alcoholverslavingen.
Om dat te vermijden kun je voor jezelf een checklist maken met signalen die erop wijzen dat je te veel hooi op je vork neemt. Je kunt ook je omgeving vragen om er mee op te letten. Je partner of een goede vriend kan je waarschuwen wanneer hij of zij merkt dat je bijvoorbeeld snel snauwt of vaak afspraken afzegt.’
Meer weten over het onderzoek van Annemiek Leclaire?
In het boek Minder moeten, meer leven: Hoe je ontploetert in drukke tijden vertelt de journaliste over haar zoektocht. Visie geeft drie gratis exemplaren weg.
Beantwoord voor 8 oktober volgende wedstrijdvraag:
Hoe noemt Annemiek Leclaire de momenten die je voor jezelf reserveert? Pauzeknoppen – Eilandjes van tijd – Time-outs
>>> Deelnemen kan via het wedstrijdformulier op www.beweging.net of stuur je antwoord naar Visie wedstrijd, Postbus 20, 1031 Brussel.