BelgiĂŤ - Belgique P.B. - P.P. 1099 Brussel X BC 6476 Afgiftekantoor 1099 Brussel X - P3A9196
64
Driemaandelijks | Jaargang 17 | April | Mei | Juni 2010
Inhoud 3
Voorwoord
5
Een beheer- en onderhoudsplan voor het begijnhof van Hoogstraten
11
Bomen op een historische site: een zegen of staan ze in de weg?
17
Het eerste Erfgoedplein
20
Een brug te laat
30
Open Monumentendag: de vier elementen
32
Nieuwe leden
34
Nieuwe publicaties
39
Adverteren in Forum-Contact? Dat kan!
Colofon Verantwoordelijke uitgever: Bo Coolsaet | Oude Beurs 27 | 2000 Antwerpen Coördinatie: FORUM VOOR ERFGOEDVERENIGINGEN
VZW
Eindredactie: Ivo Adriaenssens Werkten mee aan dit nummer: Ivo Adriaenssens, Bo Coolsaet, Kathleen De Clercq, Liesbeth De Maeyer (OMD-Vlaanderen), Karel Dendooven, Frans Horsten (Het Convent), Adriaan Linters (VVIA), Dominique Van Staeyen, François-Xavier Carlier (Aliwen) Vormgeving: Bernhard Badie | bg.grafischevormgeving@skynet.be Druk: Drukkerij Verspecht | Londerzeel
Foto’s cover: Verbeke Foundation, Klemzeke ©Stefan Dewickere
Foto’s: François-Xavier Carlier (Aliwen), Luc Desaeger, Stefan Dewickere, Adriaan Linters (VVIA), Pascale Vanschoonbeek, Pieter Vanwildemeersch (Aliwen), vzw Het Convent, vzw IJzer en Vuur!
BO COOLSAET
Voorwoord
Wat brengt de toekomst? Dat was de centrale
praktijk blijkt dat bijvoorbeeld vergunningverle-
vraag van het eerste Erfgoedplein, dat plaatsvond
nende overheden nog niet op dezelfde golflengte
op 12 juni. Omgaan met erfgoed is uiteraard zor-
zitten. De toekomst lijkt echter vrij duidelijk. Om
gen voor het verleden, maar ook stilstaan bij erf-
het met een boutade te zeggen: erfgoed zal in de
goedzorg in de toekomst. Contradictio in terminis?
maatschappij geïntegreerd zijn of zal niet zijn.
Duidelijk niet want vandaag zal morgen gisteren zijn. En dat blijft een uitdaging, een groeiende
Het charter gaat ook expliciet in op projectma-
uitdaging zelfs, er komt immers altijd erfgoed bij.
nagement, -planning en -ontwikkeling. Wat dat
Welke items zullen in de toekomst een erfgoed-
betreft, is er voor de erfgoedsector zeker nog
label krijgen en als we die nu al kennen, moeten
werk aan de winkel. Erfgoedverenigingen, met
en kunnen we daar nu al vanuit een erfgoedvi-
zowel vrijwilligers als professionelen, moeten
sie mee omgaan? Of moet de tijd eerst zijn werk
daarin meer gestimuleerd en dus ook onder-
“
doen en zal het erfgoed vanzelf bovendrijven? In
steund worden. Het FORUM stelt al enige tijd gratis
tempo veritas…
een leidraad ter beschikking voor het ontwikkelen van een beleidsplan en een langetermijnvisie. We
Een mentale evolutie die zich wel steeds duidelij-
willen dit jaar nog een conceptnota voor erfgoed-
ker aftekent is dat - als we erfgoed ook nog in de
projecten lanceren, als nieuw basisdocument.
toekomst een plaats willen geven - de erfgoedsector deels zal moeten loskomen van de object-
Nog op het Erfgoedplein lichtte de coördinatiecel
en materiaalgerichte benadering die de voorbije
twee evoluties toe die u in de toekomst rechts-
decennia meestal gehanteerd is. Op de Ontmoe-
reeks zullen aanbelangen.
tingsdag 2008, in de Abdij van Male, lieten we u al kennismaken met het Australische Burrachar-
Momenteel is de Vlaamse overheid volop bezig
ter. Dit document reikt een kader aan voor de
met het uitdenken van een nieuw decreet Onroe-
erfgoedpraktijk en gaat verder dan het bekende
rend Erfgoed, dat alle voorgaande over monumen-
charter van Venetië uit 1964. Het Burracharter
ten, landschappen en archeologie zal vervangen.
stelt immers dat naast historische en materiaal-
Het FORUM is zeker voorstander van een grondige
technische ook sociale elementen, ecologische
herziening - en uiteraard verbetering - van de de-
uitdagingen en economische factoren integre-
creet- en regelgeving. In een kwarteeuw is het
rend deel uitmaken van het beslissingsproces. Dat
Vlaamse erfgoedland immers grondig geëvolu-
klinkt anno 2010 vrij logisch maar in de dagelijkse
eerd, nieuwe visies hebben hun intrede gedaan
F O R U M C O N TA C T
3
en het erfgoedspectrum is sterk verbreed: van pa-
één sterke Vlaamse organisatie voor onroerend
leizen tot beluiken, van de kathedraal tot en met
erfgoed. Zelf heb ik er al vaak voor gepleit om
oma’s vingerhoedje. Een nieuw decreet Onroerend
de bestaande versnippering in erfgoedland om
Erfgoed zal dan ook terdege rekening moeten
te zetten in een reële bundeling van de krachten.
houden met die verruimde en integrale context.
De reeds geschetste evolutie zal er ons vroeg of
Tegelijkertijd heeft de overheid nu ook de kans
laat sowieso toe dwingen. Nu is het moment om
om binnen het betrokken beleidsdomein werk te
ook hier het voortouw te nemen. Dit wordt echter
maken van administratieve vereenvoudiging.
geen gemakkelijke oefening omdat de taakstelling zeer divers is. Daarom vraag ik u heel nadruk-
Belangrijke aandachtspunten voor het nieuwe de-
kelijk als voorzitter om hierover na te denken en
creet zijn een effectieve afstemming met immate-
uw stem te laten horen. Als er een nieuwe orga-
rieel en roerend erfgoed en de betrokkenheid van
nisatie komt ter vervanging van wat nu bestaat,
diverse erfgoedactoren, naast de overheden. Wat
dan moet deze voldoende gedragen worden door
de afstemming betreft, stellen we voor om uit te gaan van een integraal en
onze leden. Dat is voor mij een absolute voorwaarde.
geïntegreerd erfgoedconcept en om de bestaande instrumenten
Wat herstructureringen in erf-
en begrippen open te breken.
goedland betreft, kan ik u nog
Op langere termijn moeten we
berichten over de evolutie in
ernaar streven om te werken
Nederland, die als spiegel voor
vanuit één erfgoedcodex waarin
Vlaanderen kan dienen. NCM,
zowel roerend, onroerend als immaterieel erfgoed opgenomen zijn. Het nieuwe decreet moet ook aandacht
destijds de inspiratiebron voor de oprichting van VCM, werd in 20072008 onder dwang van de overheid op-
hebben voor de grote groep van actoren. Wat de
gedoekt en ging deels over in het zeer ambtelijke
erfgoedverenigingen betreft blijft waakzaamheid
Erfgoed Nederland. Uit onvrede met deze situatie
geboden. Vanuit het FORUM moeten wij de meer-
werd door enkele belangrijke erfgoedspelers nu
waarde van een structurele relatie en constructieve
een nieuwe krachtenbundeling van het midden-
wisselwerking tussen overheden en middenveld
veld opgericht: de Federatie Instandhouding Mo-
blijven bepleiten.
numenten, kortweg FIM. We wensen onze Nederlandse collega’s alvast alle succes toe en hopen
De tweede evolutie betreft de gesprekken die
in de toekomst op een structurele samenwerking
momenteel worden gevoerd tussen Erfgoed
- zoals vroeger trouwens, want ook op dat vlak is
Vlaanderen, Open Monumentendag Vlaanderen
het verleden onze toekomst.
en het FORUM, om samen een nieuwe organisatie op te richten. Zoals uit het interview met
Warme groeten
minister Geert Bourgeois in het vorig nummer van FORUM-CONTACT al bleek, is hij een voorstander van
4
F O R U M C O N TA C T
Bo Coolsaet | Voorzitter
Verbeke Foundation, Klemzeke ©Stefan Dewickere
Een voorbeeld dat navolging verdient
Een beheer- en onderhoudsplan voor het begijnhof van Hoogstraten Toen vzw Het Convent in 1992 de eigendomsrechten van het begijnhof van Hoogstraten in erfpacht verwierf, ging alle aandacht naar het behoud en de restauratie van de woningen van het hof, dat niet meer was dan een ruïne. Nu, tien jaar na de oplevering van de werken, beschikt de vereniging over een beheer- en onderhoudsplan: een draaiboek met afspraken waardoor men nieuw verval wil voorkomen. Nadat het OCMW in 1979 een eerste restauratie-
Er werd uitdrukkelijk gekozen voor een zachte res-
dossier had zien mislukken, besliste de gemeen-
tauratie met behoud van het eigen karakter en de
teraad op 26 september 1984 het begijnhof over
waardevolle elementen van elke woning, zonder
te kopen van het OCMW. Vier jaar later werd de
het monument in die toestand te bevriezen. Zorg-
wijk ‘Begijnhof’ als herwaarderingsgebied erkend en ontving het stadsbestuur een 20-tal erfpachten restauratieprojecten. Geen van deze voorstellen bleek haalbaar, terwijl de toestand van het begijnhof zienderogen verslechterde. Vzw Het Convent Toen Het Convent zich, op 27 februari 1992, kandidaat stelde was het begijnhof dan ook niet veel meer dan een grote ruïne. De doelstellingen van de vijf initiatiefnemers kregen vaste vorm in de statuten van een vzw en in hun voorstel van erfpacht dat door de gemeenteraad op 26 juni 1992 werd goedgekeurd. Elk van de vierendertig leden van Het Convent verbond zich ertoe één woning te restaureren en samen stonden ze borg voor de restauratie van de gemeenschappelijke delen zoals de muur, de pompen en kapellen, de groenvoorziening en de drie woningen die Het Convent als museum ter beschikking zou stellen aan het stadsbestuur. © vzw Het Convent: Het begijnhof van Hoogstraten was in 1992 één grote ruïne.
F O R U M C O N TA C T
5
vuldig herstel van authentieke interieurelementen,
en zijn restauraties slechts een ultiem vangnet.
zoals plafonds en vloeren, schouwen en haarden,
Die visie vereist een andere mentaliteit en een
muurkasten, deuren en ramen, werd gecombi-
onderhoudsgerichte manier van denken. Men
neerd met de inbreng van eigentijdse elementen.
moet afstappen van de ‘alles-of-niets-planning’, waarbij men jaren niets onderneemt en na een
Contracten en conventies
relatief lange termijn van 15 of 20 jaar alle her-
De filosofie achter de restauratie van het begijn-
stellingen in een groot dossier opneemt.
hof en de afspraken met elk van de leden in ver-
Het grote voordeel van preventief onderhoud in
band met de restauratie van hun woning werden
een meerjarenplan is dat het monument perma-
vastgelegd in een conventie, een overeenkomst
nent in een betere conditie behouden blijft en dat
die integraal deel uitmaakte van de ondererf-
de eigenaar niet voor onverwacht hoge kosten
pachtcontracten.
komt te staan.
In die contracten en de conventies ging alle aandacht naar het behoud en de restauratie van de
Om dit te bereiken is routinematig en periodiek
totaal vervallen site. Het voorstel van Het Convent
technisch onderhoud noodzakelijk. Dit wordt tref-
was het voorstel van de laatste kans.
fend geïllustreerd aan de hand van de bijgaande grafiek.
Men kan het de initiatiefnemers niet kwalijk ne-
Op de verticale as wordt de ‘waardeparameter
men dat ze, geconfronteerd met het puin van de
van de toestand’ van het monument uitgezet.
woningen, geen aandacht schonken aan het on-
We denken hier bijvoorbeeld aan de technische
eventuele restauratie. Maar tien jaar na de oplevering van de restauratie, op het moment dat de eerste tekenen van gebrek aan onderhoud zich voordeden, stelde Het Convent vast dat de vzw ook wat het onderhoud betrof een sturende rol op zich
“
sche appreciatie, de kunsthistorische
om een monument goed te beheren is planmatig onderhoud essentieel
moest nemen. Restauratie versus onderhoud
6
conditie van het gebouw, de estheti-
“
derhoud van het begijnhof na een
waarde enz. De grafiek toont vanaf de oplevering van de restauratie (tijd = 0) een geleidelijke degradatie van het gebouw, die in het begin traag gaat, maar daarna steeds sneller. Bijvoorbeeld: als één dakpan verdwijnt, zullen de omliggende pannen ook verdwijnen, waardoor een steeds groter lek ontstaat dat de
Om een monument als het begijnhof goed te be-
dakstructuur kan aantasten enz. De degrada-
heren is planmatig onderhoud essentieel. Voor Het
tiesnelheid neemt dus toe als er niets onderno-
Convent is onderhoud de meest efficiënte vorm
men wordt. Vanaf een bepaald moment toont de
van monumentenzorg. Veel restauraties zijn het
grafiek aan dat het degradatieniveau onder het
gevolg van langdurig gebrek aan onderhoud. Door
functionele niveau is gezakt, waardoor effectieve
het uitvoeren van sober, doelmatig preventief on-
schade optreedt. Om grote herstellingen of res-
derhoud kan men dure herstellingen voorkomen
tauraties te vermijden, is het aangewezen tijdig
F O R U M C O N TA C T
© vzw Het Convent
het nodige onderhoud te verrichten en dus een
Een onderhoudsdraaiboek
veiligheidsmarge in te bouwen. Onderhoud heeft
Het Convent ontwikkelde een masterplan voor het
niet als doel een nieuwe constructie te realise-
beheer en het onderhoud van heel het begijnhof,
ren, maar beoogt een goed en functioneel kwa-
zowel voor het landschap als voor de verschil-
liteitsniveau. Een licht gedegradeerde staat kan in
lende onderdelen van de gemeenschappelijke
bepaalde gevallen zeker toegelaten zijn of zelfs
gebouwen en de woningen.
wenselijk
• Het landschapsbeheersplan is een afsprakenno-
Bijvoorbeeld: een historisch dak waarvan de oude
ta tussen vzw Het Convent en het stadsbestuur
gepatineerde pannen goed liggen en de water-
dat verantwoordelijk is voor het onderhoud van
dichtheid voor de onderliggende constructies ga-
de groenaanleg van het hof. Het beschrijft de
randeren, heeft geen nood aan vervanging van de
bestaande toestand (de startsituatie), de be-
pannen.
heersdoelstellingen en de beheersrichtlijnen.
Uit de grafiek blijkt ook dat geregeld onderhoud
Het geeft een lijst met periodiek uit te voeren
op lange termijn, binnen een onderhoudsinterval,
onderhoudswerkzaamheden.
sterk kostenbesparend kan werken in vergelijking
• Het onderhoudsplan gebouwen of bouwonder-
tot dure restauratiecampagnes waarbij het snel
delen is een voorstel aan de eigenaars / onder-
oplopende achterstallige onderhoud moet worden
erfpachthouders. Om het onderhoudsplan een
gecompenseerd.
bindend karakter te geven zal de vzw de vier-
Geregeld onderhoud kost relatief weinig. Op ter-
endertig leden voorstellen om het document
mijn komt men tot een uitgave die veel lager ligt
als een bijlage bij het contract van ondererf-
dan de kostprijs van restauratie op langere ter-
pacht goed te keuren.
mijn.
F O R U M C O N TA C T
7
Het onderhoudsplan en bijbehorend onderhoud-
een gebruiksvriendelijke samenvatting waarin
handboek omvatten volgende onderdelen:
alle relevante technische voorkennis is opgeno-
• informatie over de bestaande toestand van de
men, die nuttig kan zijn bij het onderhoud. Deze
onderdelen die opgenomen werden in het on-
belangrijke informatie, zoals gegevens over de
derhoudsplan of de zogenaamde startsituatie;
hydrofuges, de oorspronkelijke of nieuwe types
• de werkwijze bij de bouwkundige inspecties;
mortel, steen, pleister, verf, vormt het eerste deel
• technische richtlijnen of een beschrijving van
van het onderhoudshandboek. Het is mogelijk
de technieken en materialen die gebruikt moe-
dat men, vertrekkend vanuit de werfverslagen,
ten worden bij het onderhoud;
beslist dat een welbepaalde vroeger toegepaste
• de planning van de onderhoudswerkzaamheden.
restauratietechniek voor verbetering vatbaar is, omdat er nieuwe technische inzichten of produc-
Startsituatie
ten beschikbaar zijn. In zo’n geval is een lijst, die
Omdat er bij de oplevering geen as-builtdossier
aangeeft wat er precies gebeurd is, een grote
opgemaakt werd, was men verplicht de bestaan-
hulp om bepaalde schades te verklaren en een
de toestand en de onderhoudsgeschiedenis te
restauratie-ingreep bij te sturen.
reconstrueren aan de hand van lastenboeken en
Omdat het onderhoudsplan pas tien jaar na de op-
werfverslagen. Het resultaat is een fichesysteem,
levering van de restauratie opgemaakt werd, was men verplicht enkele herstellingen uit te voeren om tot een echte startsituatie te komen. Dit gold zowel voor de bouwonderdelen als voor het landschap, waar men in de loop der jaren afgeweken was van de aanvankelijke opties. Bouwkundige inspecties Omdat historische bouwmaterialen zich niet gedragen volgens de voor nieuwbouw uitgezette
© vzw Het Convent: Door een gebrek aan onderhoud moeten dure herstellingen uitgevoerd worden.
verouderingstabellen is het onmogelijk een planning uit te schrijven die precies aangeeft wanneer men een welbepaalde onderhoudsingreep moet uitvoeren. Er is regelmatige controle nodig om na te gaan of men bepaalde onderhoudswerkzaamheden vroeger moet uitvoeren of andere kan uitstellen omdat de materialen zich beter gedragen dan verwacht. De oprichting van de Monumentenwacht toont aan dat de noodzaak van inspectie al geruime
© vzw Het Convent: Onderhoudswerken aan de begijnhofmuur. Na zeven jaar worden de verflagen die los zitten verwijderd en wordt er een nieuwe raaplaag en kalkverf aangebracht.
8
F O R U M C O N TA C T
tijd doorgedrongen is tot het gedachtegoed van
© vzw Het Convent: De restauratie van het begijnhof van Hoogstraten staat nog altijd model voor zachte restauratie volgens het Charter van Venetië.
monumentenzorg. De woningen van het begijn-
het uit te voeren onderhoud is moeilijker.
hof worden driejaarlijks geïnspecteerd door Mo-
Op basis van inspectierapporten kan een meer-
numentenwacht, in aanwezigheid van de eige-
jarig onderhoudsplan worden gemaakt. Het Con-
naar en een afgevaardigde van Het Convent. Door
vent werkt met een 10-jaren onderhoudsplan.
voorafgaand overleg krijgen de inspecteurs inzicht
Dit geeft een goed overzicht en voorkomt dat er
in de recent onderhouden bouwonderdelen en in
te veel onderhoudswerk in een te korte periode
de geplande onderhoudsinterventies zodat de in-
wordt uitgevoerd. Het spreekt voor zich dat deze
specties integraal deel uitmaken van het master-
algemene inschatting jaarlijks moet worden bij-
plan onderhoud. De erfpachtnemers engageren
gestuurd. Na verloop van tijd zal een goed inzicht
zich om de opmerkingen die in het verslag van
ontstaan in de onderhoudscyclus van de diverse
Monumentenwacht als dringend uit te voeren
bouwelementen.
omschreven worden, binnen een termijn van zes
Bij het plannen en bijsturen van preventief on-
maanden uit te voeren.
derhoud moet men vooral rekening houden met de inspectie van de gebouwen en de levensduur
Timing van de werkzaamheden
van bepaalde elementen, bijvoorbeeld bij hydro-
Het Convent koos voor een dynamisch werkinstru-
fuges. Men dient ook rekening te houden met
ment dat kan evolueren naarmate men het be-
een meer intuïtieve benadering, waarbij men het
gijnhof in de praktijk zal onderhouden. Het opstel-
risico inschat op vervolgschade die kan optreden
len van een strategie voor de inspectie van een
bij gebrek aan onderhoud van bepaalde bouwon-
gebouw is beheersbaar, het vooraf inschatten van
derdelen.
F O R U M C O N TA C T
9
Het onderhoudsplan van het Be-
in te dienen. Bovendien haalt een
gijnhof van Hoogstraten rangschikt
samenwerkingsverband
het belang van preventief onder-
het minimumbedrag waarop de
houd per bouwonderdeel op een
overheid onderhoudssubsidies toe-
schaal van 1 tot 5, waarbij 1 een
kent. De prijs van onderhoudswerk
laag en 5 een hoog risico inhoudt.
aan één woning is daarvoor vaak
Buiten het preventief onderhoud
te laag. En tot slot is er voor de
zal men ook altijd ruimte moeten
gezamenlijke aanpak van enkele tientallen gebouwen makkelijker
laten voor curatief onderhoud, om onverwachte schade te herstellen
sneller
© vzw Het Convent
een vakbekwame aannemer te
die optreedt door weersomstandigheden, vanda-
vinden dan voor een onderhoudsopdracht aan
lisme, enz.
één huis. • Omdat het onderhoudsplan opgemaakt is in
Voordelen van een onderhoudsplan
samenwerking met de Cel Onroerend Erfgoed,
Werken met een onderhoudsdraaiboek heeft di-
krijgt de overheid meer zicht op de bouwtechni-
verse voordelen, zowel voor het monument als
sche staat van grotere en meer kwetsbare mo-
voor de eigenaar.
numenten. Dit kan leiden tot een betere sturing
• De belangrijkste reden om een onderhoudsplan
van geldmiddelen.
te maken, is natuurlijk de gezondheid van het monument. Kleinschalige onderhoudsingrepen
BOM
zorgen voor een permanente goede conditie
Het beheer- en onderhoudsplan van Het Convent
van het gebouw en voor behoud van authentici-
kwam tot stand in samenwerking met het Strate-
teit, historische, culturele en artistieke waarde.
gisch Plan Kempen en aNNo architecten. Het Con-
• Uit studies blijkt dat planmatig onderhoud van
vent maakt ook deel uit van het informeel overleg
een monument kan leiden tot een besparing
BOM, wat staat voor Beheer en Onderhoud Monu-
van zeker 25 % ten opzichte van herstelling van
menten. Het is een initiatief van Erfgoed Vlaande-
schade, waarbij ad hocoplossingen worden ge-
ren waaraan, naast Het Convent en Erfgoed Vlaan-
kozen.
deren zelf, ook De Vooruit Gent, het WTCB, de
• Bovendien kunnen de eigenaars van een beschermd monument rekenen op 40 % onder-
kathedraal van Antwerpen, Monumentenwacht, KULeuven en het bisdom Gent deelnemen.
houdssubsidies. Een samenwerkingsverband als dat van Het Convent biedt daarbij nog extra
Frans Horsten
voordelen. Het maakt het immers mogelijk de administratie rond dit subsidiedossier te cen-
10
traliseren, waardoor het voor de individuele
Meer info
belanghebbenden - die niet altijd vertrouwd
Frans Horsten is coördinator monumentenzorg van
zijn met de administratieve aanpak van premie-
de vzw Het Convent en andere herbestemmings-
aanvragen - eenvoudiger wordt een aanvraag
projecten. Contact: franshorsten@telenet.be
F O R U M C O N TA C T
Bomen op een historische site: een zegen of staan ze in de weg? Bomen hebben een opmerkelijke dubbele posi-
gronds moet de boom voldoende plaats hebben
tie in de moderne maatschappij. Enerzijds is er de
om uit te groeien tot een stevig volwassen exem-
mythische, bijna Koninklijke status van de oude,
plaar.
dikke boom. Bomen spelen niet alleen een grote
De nood aan ondergrondse waterdoorlatende
rol in legendes. Denk maar aan Yggdrasil (de we-
ruimte wordt zeer vaak onderschat. Bomen heb-
reldboom van de oude Noren) of de boom van
ben minstens drie kwart kubieke meter doorwor-
de kennis van goed en kwaad uit de Bijbel. Som-
telbare ruimte nodig per vierkante meter kroon-
mige lijvige bomen, zoals de Duizendjarige eik te
projectie. En niet elke bodem kan meetellen als
Lummen, krijgen een naam, worden vertroeteld
doorwortelbare ruimte. Een goede bodem is niet
door de gemeenschap en maken deel uit van ons
verdicht door verkeer of machines, bevat een goed
erfgoed. Ze kunnen dan ook beschouwd worden
aandeel organisch materiaal en heeft een actief
als “levend erfgoed”. Anderzijds worden bomen
bodemleven. Bomen hebben liefst een bodem die
vaak als louter straat- of tuinmeubilair, of erger,
lijkt op een gezonde bosbodem. Het klinkt logisch,
als een bron van gevaar of hinder gezien. Hier-
maar wordt soms vergeten.
door gebeurt het geregeld dat bomen onherstel-
De eisen voor de ondergrond worden soms let-
baar worden beschadigd, zodat ze hun natuurlijke
terlijk met de voeten getreden. De grond rondom
omvang of leeftijd niet bereiken en bijgevolg
de boom wordt maar al te vaak door verkeer of
geen kans krijgen om levend erfgoed te worden.
werkvoertuigen dichtgereden. Hierdoor kunnen
Meestal heeft deze beschadiging niets te maken
de wortels niet meer ademen en sterven ze af.
met kwade wil. Het zijn veeleer foute gewoonten
Deze dode wortels zijn als open wonden in de bo-
of een gebrek aan kennis van de levende aspec-
dem. Parasitaire schimmels kunnen er binnendrin-
ten van bomen die voor problemen zorgen. Wat
gen en de boom aantasten. Dit is een langzaam
kan er bij werkzaamheden aan een historische
proces en het effect van de beschadiging is soms
site mislopen voor dit levend erfgoed? In welke
pas vele jaren later te zien, waardoor het verband
mate kan het levend erfgoed de restauratie van
met de oorzaak moeilijk te leggen valt.
een historische site bemoeilijken? Hier volgt een
De vereiste bovengrondse ruimte voor een boom,
overzicht.
verschilt sterk van soort tot soort. Ze kan zeer breed en laag tot zeer smal en hoog zijn. Als al-
Leefruimte
gemene regel zou het boombeheer de kroon de
Een van de belangrijkste basisbehoeften van een
kans moeten geven om zich volledig te ontplooi-
boom is ruimte. Zowel bovengronds als onder-
en. Enkel lichte beïnvloeding van de uiteindelijke
F O R U M C O N TA C T
11
kroonvorm is aanvaardbaar, zoals de stam takvrij
gewerkt volgens de principes van de zachte snoei,
maken tot op een bepaalde hoogte of met lichte
waarbij de structuur en het functioneren van bo-
snoei de afstand bewaren tussen de takken en bij-
men gerespecteerd wordt.
voorbeeld een gebouw.
Een ander voorbeeld is het Pacheco Instituut in Brussel dat sinds 1975 als monument beschermd
Problemen door bomen bij gebouwen
wordt. In de tuin van deze historische site staan
Problemen met bomen op historische sites kunnen
twee witte paardenkastanjes (Aesculus hippo-
voortkomen uit het feit dat in het verleden geen
castanum) te dicht bij de gevels van het gebouw.
of toch niet altijd rekening werd gehouden met de
Daarom werden de kronen ter hoogte van de eer-
ruimte die bomen nodig hebben. Een voorbeeld
ste verdieping gesnoeid, maar dat gebeurde te
hiervan is de haagbeuk (Carpinus betulus) die zich
radicaal.
voor de Hofkamer van het Erfgoedhuis Den Wolsack in Antwerpen bevindt.
Haagbeuk in de tuin voor de Hofkamer - Erfgoedhuis Den Wolsack © Pascale Vanschoonbeek – Erfgoed Vlaanderen
Deze boom heeft weinig plek, waardoor de uitbreiding van de boomkroon tegen de gevel takwonden zou kunnen veroorzaken. Ook zal dit in de toekomst voor problemen zorgen bij de restauratie en het onderhoud van de Hofkamer zelf. Aangezien de boom te dicht bij het gebouw staat, wordt het reinigen van gevels en dakgoten, het vervoer van materiaal en dergelijke bemoeilijkt. In zo’n geval, is de snoei van de storende takken waarschijnlijk noodzakelijk. Soms is snoei nodig, soms gewoon gewenst, maar altijd moet deze ingreep goed uitgevoerd worden. Snoei is een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van boombeheer. Bij voorkeur wordt er
12
F O R U M C O N TA C T
Verminkte Witte paardenkastanje doordat hij te dicht gepland werd bij de gevel van de Pacheco Instituut te Brussel – François-Xavier Carlier © Aliwen S.A.
De schadelijke gevolgen zijn tot op vandaag dui-
de meest gevoelige constructies te beschermen.
delijk. De gezondheid, de belevingswaarde en de
Het risico is klein, maar voor zeer waardevol erf-
stabiliteit van de boom zijn in het gedrang ge-
goed beter niet te nemen.
bracht en de onderhoudskosten namen onnodig
In de praktijk, bestaan er twee methodes om een
toe.
historisch gebouw te beschermen tegen beschadiging door wortels. Een eerste en efficiënte tech-
Gaan die boomwortels mijn erfgoed niet be-
niek is de funderingen van het gebouw verster-
schadigen?
ken zonder de wortels te verwonden. Een tweede
Wortels lijken soms een onzichtbare dreiging. Ze
methode is een preventief antiworteldoek tussen
groeien en groeien maar en niets of niemand lijkt
de boom en een gebouw te instaleren. Dit moet
ze te kunnen tegenhouden. Zo kunnen ze een
gebeuren voordat de wortels het gebouw kunnen
muur of een buis beschadigen.
bereiken. Soms is het echter te laat om op deze
Gelukkig gebeurt dit maar zelden. Wortels groeien
manier in te grijpen of bestaan er geen toepas-
inderdaad waar ze kunnen, maar ze vernietigen
bare methoden om het erfgoed te beschermen.
niet zomaar alles op hun weg. Wanneer de wor-
In dit geval moet de beheerder afwegen hoe de
tels een levenloos voorwerp ontmoeten (een
schade beperkt kan worden. Valt de schade die de
steen, een fundering of een buis), draaien ze
boom aan het historisch gebouw berokkent mee?
zich eromheen zodat ze het in het wortelgestel
Of moet de boom in kwestie worden gekapt?
opnemen. Tenzij er gaten of barsten in een muur
Het historische kerkhof van de stad Brussel, opge-
zitten, groeien wortels dus niet dwars door een
richt in 1876 in Evere, bevat naast oude grafmo-
vreemd lichaam. Dit adaptieve gedrag versterkt
numenten ook een aantal prachtige oude bomen.
de mechanische weerstand tegen windkracht. Het
Deze bomen staan echter juist achter de grafmo-
is een bijkomende verankering. Het klopt wel dat
numenten. Veel grafmonumenten zijn zwaar be-
nauw contact tussen wortels en funderingen kan
schadigd of vernietigd door de sterke groei van de
leiden tot beweging en eventuele beschadiging
wortels. Om de schade aan het funerair erfgoed te
van het gebouw als bomen met de wind balance-
beperken werden sommige bomen gekapt.
ren of wortels dikker worden. Het is vooral opletten geblazen op korte afstand van de boom. Daar zijn de wortels het krachtigst en het dikst omdat ze voornamelijk een ondersteunende en stabiliserende functie hebben. Indien ze direct tegen een muurtje of een buis groeien, zal het niet lang duren of de eerste barsten vertonen zich. Op enkele meters afstand neemt de diktegroei van de wortels drastisch af. Daar dienen ze hoofdzakelijk voor het verzamelen van voedingsstoffen en dat vergt geen dikke wortels. Toch is het aan te raden om binnen een straal van 15 tot 20 meter
Schade aan een graf door de wortels van een beuk in het kerkhof van Brussel - François-Xavier Carlier © Aliwen S.A.
F O R U M C O N TA C T
13
Werkzaamheden in de buurt van bomen
Dit levend erfgoed is onlangs beschadigd door
Soms zijn er werkzaamheden nodig in de buurt
een parasitaire schimmel die de wortels heeft
van waardevolle bomen. Als er gegraven, gebro-
aangetast en langzaamaan doet verrotten. Hoe is
ken, gebouwd, vervoerd moet worden, is schade
dit mogelijk? Deze boom heeft immers een enor-
aan die bomen een groot risico. Wat is nu aan-
me leefruimte ter beschikking. Volgens Broeder
vaardbare en wat is onaanvaardbare schade?
Xavier, de beheerder van de ruïne, werden in de
Het antwoord komt er ruwweg op neer dat de hier-
jaren ‘80 de wegen langs de ruïnes gerenoveerd.
boven besproken leefruimte gerespecteerd moet
Hierbij werden nieuwe funderingen van ongeveer
worden. Voor een volwassen boom betekent dit
20-30 cm diep gegraven. De weg ligt slechts op 2
dat een perimeter van twee meter afstand tot de
meter van de stamvoet. Waarschijnlijk werden bij
kroonprojectie moet worden bewaard. De werk-
deze werkzaamheden de wortels geraakt waar-
zaamheden binnen deze perimeter moeten ma-
door er verwondingen ontstonden. Een parasitaire
nueel worden uitgevoerd en elke vorm van trans-
schimmel kon via deze wonden gemakkelijk in
port en opslag moet buiten deze zone gebeuren.
het levende hout binnendringen.
Grond afgraven, ophogen of greppels graven bin-
Zulke voorvallen moeten voorkomen worden.
nen deze perimeter is absoluut te vermijden.
Dat is ook de bedoeling bij de renovatie van het
De abdij Notre-Dame van Orval, gesticht in 1132,
Koninklijk Paleis op de Meir te Antwerpen. Op
is een van de opmerkelijkste cisterciënzerabdijen
de binnenplaats van het paleis staat een grote
van België. Op de ruïnes van deze middeleeuwse
Esdoorn (Acer pseudoplatanus). Naar aanleiding
abdij staat een tweehonderd jaar oude zomereik
van de renovatie heeft het Agentschap voor
(Quercus robur).
De opmerkelijk 30 m brede zomereik van de Abdij van Orval - François-Xavier Carlier © Aliwen S.A.
14
F O R U M C O N TA C T
De Esdoorn van het Koninklijke Paleis op de Meir te Antwerpen – Pieter Vanwildemeersch © Aliwen S.A.
F O R U M C O N TA C T
15
Facilitair Management van de Vlaamse Overheid
tra te verwennen. Een laagje compost van enkele
aan Aliwen gevraagd deze boom te controleren
centimeters onder zijn kroon en wat organische
op stabiliteit en gezondheid. De studie toonde aan
mulch (verhakseld loofhout, naaldhout en den-
dat de boom in goede gezondheid verkeert en dat
nenschors zijn te mijden) zal de boom extra voe-
er geen aanwijzingen voor instabiliteit zijn. Het
ding en bescherming geven.
werk ondoordacht uitvoeren zou wel een impact
Deze beschermingsmaatregelen worden best in
kunnen hebben op de gezondheid van de boom.
overleg met een boomspecialist bepaald en op-
Daarom moeten tijdens de werkzaamheden enke-
genomen in de contracten met de aannemers. De
le beschermingsmaatregelen worden genomen.
berekening van een eventuele schadevergoeding
Zo wordt aangeraden om op ongeveer 13 meter
vooraf vastleggen (bijvoorbeeld volgens de me-
van de boom een hek te plaatsen en binnen deze
thode van de Vereniging voor Openbaar Groen)
omtrek een standplaatsverbetering uit te voeren
kan voor de verschillende partijen een extra mo-
door een laag humus van 3 cm en een laag mulch
tivatie zijn om de boom in zijn geheel te respec-
van 8 cm te strooien. Op deze manier wordt het
teren.
bodemleven bevorderd en moeten werkvoertuigen en materiaalopslag buiten de beschermings-
Wie of wat is Aliwen?
feer van de boom blijven.
Aliwen is een ingenieursbureau met kennis van
Behalve leefruimte is ook water belangrijk voor
bomen. Het geeft advies in alle aspecten van
een boom. Een boom past zich aan aan de norma-
boombeheer. Zo voert het gezondheids- en sta-
le grondwaterstanden door zijn wortels tot net er-
biliteitsonderzoeken uit, maakt het cartografische
boven te laten afzakken. Indien in de buurt van de
inventarisaties en boombeheerplannen en geeft
boom water wordt weggepompt, zakt het grond-
het in het algemeen advies over bomen.
waterniveau plots en zal er een watertekort zijn. Bij werkzaamheden tijdens de zomerperiode kan
Meer informatie op:
dit tekort vermeden worden door regelmatige en
www.aliwen.com of via info@aliwen.com.
overvloedige watergift. Als het echt noodzakelijk
Aliwen verzorgde deze tekst - waarvoor dank.
is dat de boom gesnoeid wordt voor de uitvoering
Deze auteursvermelding is verder volkomen neu-
van het werk, gebeurt dit bij voorkeur met zach-
traal en kan niet worden beschouwd als de uit-
te snoei en door een specialist. Een label zoals
drukking van enige voorkeur vanwege het FORUM
European Tree Worker kan hiervan een indicatie
VOOR ERFGOEDVERENIGINGEN.
zijn (http://www.eac-arboriculture.com). De restauratie van een historische site is meestal een bijkomende stressfactor voor nabije bomen. Het is daarom zeker niet slecht de boom wat ex-
16
F O R U M C O N TA C T
Het eerste Erfgoedplein Een terugblik
Om zijn opdracht als belangenbehartiger van de erfgoedverenigingen te kunnen volbrengen, moet het FORUM op de hoogte blijven van wat er leeft in het erfgoedveld. Nauw contact met de leden-verenigingen is hiervoor onontbeerlijk. In het verleden hadden we daarvoor de rondetafels met de leden. Na grondig overleg en onderzoek werd deze formule herbekeken en hielden we op 12 juni een heel nieuw moment van overleg en contact: het ‘Erfgoedplein’.
Een 45-tal leden zakten af naar de Verbeke Foun-
Erfgoed in de toekomende tijd
dation in Kemzeke, voor het eerste Erfgoedplein.
Met haar inleiding gaf Edith Vermeiren een aan-
De Verbeke Foundation is een private kunstsite
zet tot reflectie op het thema van de dag. Edith
waar cultuur, natuur, ecologie en erfgoed samen-
is architecte bij Erfgoed & Visie bvba en namens
komen. De loodsen van dit voormalige transport-
Bouwhistorie vzw lid van de algemene vergade-
bedrijf werden omgebouwd tot unieke exposi-
ring van het FORUM.
tieruimtes voor hedendaagse kunst - een perfect
Staan onze waarden van nu garant voor de toe-
voorbeeld van herbestemming, inspirerend voor
komst? Zal men in de toekomst dezelfde waar-
de toekomstige omgang met dergelijk industrieel
den en betekenissen hanteren als wij nu? Van-
erfgoed. Met zijn 12 hectare natuurgebied annex
daag komen we meer en meer los van een enge
openluchttentoonstelling en zijn 20.000 m² over-
visie op ‘monumentenzorg’ en wordt er meer en
dekte ruimte is de Verbeke Foundation een van
meer gesproken over ‘erfgoedzorg’. Dit begrip is
de grootste privé-initiatieven voor hedendaagse
veel ruimer. Erfgoed slaat op het monument én
kunst in Europa. Deze unieke locatie leek ons dan
is tegelijk de drager van betekenissen die het
ook uitermate geschikt om de FORUMleden kennis
bouwwerk tot monument maken. Hoe meer be-
te laten maken met het thema van de dag ‘Erf-
tekenissen een monument draagt, hoe meer kans
goed van en in de toekomst’ - in 2011 ook het
het heeft om tot ‘erfgoed’ door te groeien. Een
thema voor een inhoudelijke studiedag.
betekenis gaat verder dan materiële waarde. Erfgoedzorg is dus heel wat meer dan de materiële
Behalve die kennismaking met het thema van
restauratie van een monument. Met haar lezing
2011, was het doel van dit Erfgoedplein vooral de
hield Edith Vermeiren een pleidooi voor contex-
leden een forum bieden voor hun vragen en no-
tuele en geïntegreerde erfgoedzorg, voor het on-
den, en hen toelichting en inspraak te verschaffen
derkennen van de diverse waarden en betekenis-
in de veranderingen binnen het FORUM. Ook werd
sen van het erfgoed en voor een actualisering van
voldoende tijd gemaakt voor onderlinge contac-
die betekenissen zodat ze een plaats krijgen in de
ten, als basis voor netwerking en informatie-uit-
huidige maatschappij en te continueren zijn in de
wisseling tussen de leden.
toekomst.
F O R U M C O N TA C T
17
Uit de voorbeeldprojecten
dan ook dat het verstandiger
kwam het advies naar voren
was om voor gemeenten,
om in de eerste plaats de
steden en/of particulieren
stedenbouwkundige context
een
te betrekken bij herbestem-
verlening (tegen betaling)
ming. Tegelijk dient de be-
mogelijk te maken, zonder
tekenis van het onroerende
lidmaatschap.
erfgoed onderzocht te wor-
Ook bij de ontwikkeling van
den en moet bekeken wor-
een nieuwe erfgoedorgani-
den welk roerend erfgoed
satie mogen de belangen
bij het totaalproject hoort.
van de erfgoedverenigingen
Ook de betekenis van imma-
niet uit het oog worden ver-
teriële componenten is belangrijk. En last but not least
afzonderlijke
dienst-
loren. Verbeke Foundation, Klemzeke ©Stefan Dewickere
dient te worden gezocht naar een maatschappe-
Workshops
lijk relevante bestemming. Op deze manier kan
Na de lunch gaf Geert Verbeke himself een toe-
men evolueren naar een contextuele erfgoedzorg
lichting over het doel en de visie van de Founda-
met een ruime maatschappelijke inbedding.
tion en volgde een verkwikkende en interessante rondleiding op de site. Dan was het tijd voor de
Het FORUM anders
drie workshops. Opgedeeld in drie circulerende
Na de koffiepauze werd ingegaan op de huidige
groepen, konden alle aanwezigen aan elke work-
en toekomstige FORUMwerking. De eventuele
shop deelnemen. De thema’s ‘Erfgoed en multi-
uitbreiding van de bestaande ledencategorieën,
media’ (Tijl Vereenooghe | Heemkunde Vlaande-
een nieuwe erfgoedorganisatie die de bestaande
ren), ‘Erfgoededucatie’ (Evelien Oomen | VIOE) en
krachten bundelt en het nieuwe decreet Onroe-
‘Erfgoed en herbestemming’ (Sofie De Caigny |
rend Erfgoed werden uitgebreid behandeld. Hier-
CVAa/VAI).
bij kregen de leden ruim de mogelijkheid om hun
18
bekommernissen, opmerkingen en suggesties te
Multimedia
formuleren. Het FORUM zal dit alles meenemen
Multimedia bieden veel mogelijkheden. De leden
naar verdere besprekingen en beslissingsmomen-
gaven in deze workshop wel duidelijk aan dat
ten.
deze technologie geen doel op zich mag zijn. Daar
De leden maakten onder meer de bedenking dat
schuilt immers het gevaar in; er kunnen zaken
er een belangenconflict kan ontstaan wanneer
gemanipuleerd worden en op lange termijn kan
steden en gemeenten ook lid zouden worden van
het nut om het ‘echte’ erfgoed nog te bewaren
het FORUM. Als zowel een stad als een vereniging
in vraag worden gesteld. Bij de stelling dat multi-
uit die stad aangesloten is, rijst de vraag hoe het
media geen duurzame oplossing bieden, gaven
FORUM zal omgaan met een eventueel conflict tus-
de verenigingen aan dat in feite geen enkele
sen beide. De aanwezige verenigingen opperden
ontsluiting echt duurzaam is en volledige garantie
F O R U M C O N TA C T
biedt voor de toekomst. Het is veeleer een kwes-
treden en erfgoed ook als initiatief te gebruiken
tie van afweging die gemaakt moet worden tus-
voor burgerparticipatie in het algemeen.
sen de investering en de opbrengst - ook inhoudelijk. Deze afweging moet echter bij elke vorm van
Herbestemming’
ontsluiting gebeuren. Toch blijkt dat de drempel
Als algemene conclusie bij de workshop rond ‘erf-
om multimediatechnieken toe te passen vaak nog
goed en herbestemming’ gaven de leden aan dat
te hoog is voor verenigingen. Dit heeft niet alleen
het herbestemmen van erfgoed echt teamwerk is.
met het financiële plaatje te maken maar vooral
De leden meenden dat het belangrijk is dat er een
met een gebrek aan kennis en de vele multimedi-
draagvlak wordt gecreëerd en dat diverse partijen
atoepassingen. Verenigingen hebben moeite om
bij het project betrokken worden. Welke partijen
de toepassingen die voor hen interessant zijn eruit
dat zijn, hangt af van het project zelf, de aard van
te halen. Er werd dan ook geopperd dat het FORUM
het erfgoed en de context eromheen. Een herbe-
hierin misschien een rol kan spelen en zijn leden
stemming heeft immers de grootste slaagkansen
ook op dit gebied kan ondersteunen.
als ze een breed draagvlak heeft. Toch kan de overheid niet worden weggedacht. Onderhande-
Erfgoededucatie
len met de overheid is noodzakelijk. De vereni-
Erfgoededucatie is sinds enkele jaren een hot
gingen maakten hierbij de opmerking dat het niet
topic. Als we zeker willen zijn dat het erfgoed van
altijd duidelijk is met welke overheid ze moeten
nu bewaard wordt voor de toekomst, moet de
onderhandelen. Het is vaak erg onduidelijk wie
jeugd er warm voor worden gemaakt. Verschillen-
bevoegd is voor een bepaald project. Aansluitend
de erfgoedinstellingen en -verenigingen werken
bij de maatschappelijke inbedding gaven de ver-
al rond erfgoededucatie. Toch blijft het moeilijk
enigingen aan dat men zich bij een herbestem-
om een stevige voet aan de grond te krijgen in het
ming niet mag blindstaren op het materiële. De
onderwijs. Erfgoededucatie wordt immers niet ex-
‘objectbenadering’ moet overstegen worden.
pliciet vermeld in de eindtermen, ontwikkelings-
Bovendien moet er aandacht zijn voor eventuele
doelen en leerplannen. De aanwezige erfgoedver-
toekomstige visiewijzigingen. We kunnen nu im-
enigingen hadden opvallend weinig ervaring met
mers niet weten hoe men in de toekomst zal den-
erfgoededucatie, maar zien wel het belang ervan
ken over erfgoed en de zorg ervoor. Bijgevolg rijst
in. Lokale erfgoedverenigingen zijn immers ideale
de vraag in hoeverre er bij een herbestemming of
partners voor de scholen omdat zij echt maatwerk
restauratie rekening moet worden gehouden met
kunnen leveren en perfect kunnen aansluiten op
omkeerbaarheid van de ingrepen.
het omgevingsonderwijs waar het lager onderwijs op inzet. Ook de meer technische aspecten
Het eerste Erfgoedplein was een uiterst boeiende
rond bouwen, restaureren, maar ook isoleren en
dag. De inbreng van de leden zal gepast weerklin-
ecologie zijn thema’s waarmee de verenigingen
ken in verdere actieplannen en in het beslissings-
een mooi educatiepakket kunnen ontwikkelen. De
proces over de toekomst van het FORUM.
verenigingen pleiten wel voor een verbreding van de erfgoededucatie, om buiten de leerplannen te
F O R U M C O N TA C T
19
Een brug te laat De ingestorte Vierendeelbrug over het Albertkanaal in Hasselt © privécollectie Adriaan Linters
Eind vorig jaar werd in Brugge onder internationaal protest de Scheepsdalebrug gesloopt. Het was in Vlaanderen de oudste resterende metalen brug die door ingenieur Vierendeel ontworpen werd en vermoedelijk de enige Vierendeeldraaibrug ter wereld. Het protest brak in extremis los, te laat om de brug nog te redden. Waarom zo laat? En waarom bleek niemand op de hoogte van het belang van deze brug? En hoe zit het met de andere bruggen in Vlaanderen en elders? Bruggen hebben steeds mensen en kunstenaars
wegen en recent de lucht. Verkeersinfrastructuur
gefascineerd, van de Pont d’Avignon tot de Bridge
en dus ook bruggen, werden en worden constant
over de River Kwai, de Pont d’Argenteuil van
aangepast aan technologische, economische en
Monet en de bruggetjes van Van Gogh. In inge-
maatschappelijke veranderingen. De weg van
nieurstaal zijn bruggen trouwens ‘kunstwerken’.
vandaag is de weg van morgen niet meer. We-
Bruggen zijn intussen erfgoed geworden, monu-
gen en bruggen worden vervangen, vernieuwd,
menten van techniek en bouwen, monumenten
gesloopt in de loop van decennia - veel vaker en
van het transportverleden.
sneller dan vroeger.
Tot het begin van de industriële revolutie kwam er weinig verandering in de constructie van bruggen.
Bruggen en delen van bruggen komen ook aan
Natuursteen, baksteen, hout maakten grote over-
hun eind bij overstromingen of aardverschuivin-
spanningen
weliswaar
onmogelijk,
maar vernuftige boogconstructies konden lang aan de vereisten
gen en andere natuurverschijnselen. In andere gevallen is het de constructie die te wensen overlaat
van viaducten en aquaduc-
of werden bij ontwerp of
ten voldoen. Dit veranderde
bouw onvoldoende beproef-
vanaf het midden van de
de technieken gebruikt. Zo
18de eeuw, toen nieuwe
stortte de gelaste Vieren-
verkeersinfrastructuur - eerst
deelbrug over het Albertka-
kanalen, later spoorwegen - werden gerealiseerd. De moderne tijd werd immers gekenmerkt door de toename van snelheid, schaal en actieradius van de fysieke communicatie, via wegen, kanalen en waterwegen, spoor-
naal in Hasselt op 14 maart 1938 in, onbelast, net nadat er een tram was overgereden. Het zoeken naar een verklaring van het mysterie droeg bij tot de ontdekking van het fenomeen metaalmoeheid. De brug werd na de De sloping van de Scheepsdalebrug te Brugge © Adriaan Linters
20
F O R U M C O N TA C T
De verdwenen Brantlant-voetgangersbrug over het kanaal Brussel-Chaleroi in Halle. Deze brug werd volgens dezelfde techniek gebouwd als de brug in Wissekerke, nl. met onderling verbonden smeedijzeren staven waar het brugdek aan opgehangen was. Vifquain was verbonden aan de bouw van dit kanaal. Ontwierp hij ook deze brug? © privécollectie Adriaan Linters
oorlog door een nieuwe Vierendeelbrug vervan-
gen door nieuwe vervangen onder druk van het
gen, die op haar beurt omstreeks 1990 gesloopt
toenemende verkeer. Oude bruggen vind je dus
werd en door een grotere en bredere brug ver-
niet meer zo vaak op het wegen, spoorweg- of
vangen.
waterwegennet. Maar in veel kasteelparken en
En last but not least zijn er de oorlogen. Bruggen
parken van landgoederen werden in het verleden
zijn strategische punten en worden opgeblazen
minibruggetjes over beken en vijvers gebouwd,
om het oprukken van de vijand tegen te houden
die op schaal de technieken en tradities van de
of gebombardeerd om het vervoer van materi-
bruggenbouw nog steeds illustreren.
aal en manschappen te bemoeilijken. Tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog werden in ons
Bruggen bouwen
land zowat alle strategische bruggen vernietigd
De eerste grote metalen brug, de Iron Bridge,
over waterlopen die als verdedigingslijnen dien-
werd in 1777-1781 over de Severn Rivier ge-
den. Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren de
bouwd op initiatief van ijzermagnaat Abraham
geallieerde bombardementen bijzonder efficiënt
Darby III. Ze gaf haar naam aan het dorpje dat in
bij het vernietigen van spoorwegbruggen en in-
de omgeving van het bruggenhoofd groeide en
frastructuur.
ze was een eerste mijlpaal in de geschiedenis van
Kortom, na twee gewapende conflicten, bleven
de moderne bruggenbouw. Ironbridge, de omge-
er in onze contreien maar weinig monumentale
vende industriële relicten en het netwerkmuseum
bruggen meer over. En vanaf de tweede helft
(het Ironbridge Gorge Museum) zijn nu een begrip
van de 20ste eeuw werden veel oude brug-
en een mekka voor de industriële archeologie. De
F O R U M C O N TA C T
21
Britse bruggenbouw was zeer utilitair, gedacht en
en zelfs financieel gesteund door het ministerie
gerealiseerd door mensen die hun opleiding uit de
van Openbare Werken. Vandaar dat ingenieurs
praktijk haalden, vaak in opdracht van nijveraars,
van Openbare Werken in de tweede helft van de
privépersonen, spoorweg- of kanaalmaatschap-
19de en begin 20ste eeuw ideeën en technieken
pijen. Omdat in deze vroege periode hoofdzakelijk
uit alle mogelijke windstreken beproefden en
gebruik gemaakt werd van gietijzer waren boog-
toepasten. België werd toen een staalkaart van
constructies de optimale oplossing.
Europese burgerlijke bouwkunde.
De toestand op het continent week daarvan sterk af. Omdat de kwaliteit van de bruggenbouw niet
De hangbrug van Vifquain
altijd aan de verwachtingen voldeed, zou Colbert
Een van de eerste ‘Belgische’ ingenieurs was
in 1716 het strikte ‘Corps des Ingénieurs des Ponts
Jean-Baptiste Vifquain (1789-1854) die in 1814
et Chaussées’ in het leven roepen. Deze ingeni-
in Parijs zijn diploma behaalde en korte tijd na-
eurs moesten vanaf 1747 hun opleiding krijgen in
dien als assistent-ingenieur in dienst kwam van
een gespecialiseerde school, de Ecole Nationale
de Waterstaat. Omstreeks 1820-1824 bouwde
des Ponts et Chaussées. Tot 1794 stond die school
hij in opdracht van Vilain XIIII een kleine smeed-
onder de leiding van Jean-Rodolphe Perronet, die
ijzeren hangbrug over de parkvijver van het kas-
ook zijn medewerking verleende aan de Encyclo-
teel van Wissekerke (Bazel, Kruibeke).
pédie van d’Alembert en Diderot. In 1795 werd de ENPC samengevoegd met de Ecole du Génie, tot de Ecole Polytechnique. Tot de val van Napoleon zou daar het puik van de ingenieurs voor heel het Franse rijk worden opgeleid. Ook de eerste ingenieurs die in onze contreien dienden, onder Frans, Hollands of later Belgisch bestuur, kregen er hun vorming. Zij vertegenwoordigden dus de typisch Franse gecentraliseerde en ‘wetenschappelijke’ de 19de eeuw) gebruik van de technieken die in
Gravure van de hangbrug in Wissekerk, ‘Dessiné par A.J.L. Van den Bogaerde/C. Onghena, Sc.’ (z.d.) © privécollectie Adriaan Linters
Frankrijk op punt waren gesteld: vakwerkconstruc-
Het ontwerp is vergelijkbaar met de brug van de
ties en hangbruggen.
Fransman Marc Seguin, over de Galloire in Sint-
Maar onze eerste ingenieurs gingen ook aan de
Vallier. Deze laatste haalde zijn inspiratie dan
andere kant van het Kanaal kijken hoe de Brit-
weer bij de eerste Engelse hangbruggen van Fin-
ten hun moderne infrastructuur aanlegden (o.m.
ley, Brown en Telford.
de spoorwegen) en hoe zij nieuwe technieken in
De Bazelse hangbrug is vermoedelijk de oudste
de burgerlijke bouwkunde aanwendden. Nadien
die nu nog op het Europese continent bestaat. Het
maakten ze zich ook vertrouwd met de technie-
belang van de brug werd al in 1975 gesignaleerd
ken van Duitsers en anderen. Dit werd trouwens
in het tijdschrift van het (toenmalige) Centrum
sterk aangemoedigd door de Belgische overheid
voor Industriële Archeologie.1 Het kunstwerk werd
traditie, en maakten (zeker tot in het midden van
22
F O R U M C O N TA C T
in 1981 wettelijk beschermd maar pas in 20032
vervanging van de brug van Vroenhoven opge-
2004 grondig bestudeerd. Sinds 2007 wordt een
nomen. De huidige betonnen brug dateert uit de
restauratie in het vooruitzicht gesteld. Dit unieke
jaren 40 en werd samen met de naastgelegen
bruggetje is een voorbeeld van gelijkaardige
bunker beschermd om zijn historische beteke-
kleine constructies die her en der opgetrokken
nis. Gezien het belang van de verbreding van het
werden en nu nog bestaan. Andere hangbruggen,
Albertkanaal mag de beschermde brug toch ver-
maar van latere datum, vinden we onder meer in
vangen worden. (...) De bunker dient bewaard te
het stadspark van Antwerpen (1869), in Vilvoor-
blijven. Deze is van historisch belang omdat hier
de, nabij het kasteel Cortewalle in Beveren-Waas,
op 10 mei 1940 het treffen plaatsvond tussen het
nabij het kasteel van Olsene en in het park dat nu
Belgische en het Duitse leger en hier dus voor Bel-
bij het Koninklijk Atheneum van Zelzate hoort.
gië de oorlog begon”. Hiertegen werd indertijd, zonder enig resultaat,
Vroenhoven
geprotesteerd door onder meer de Vlaamse Ver-
Beschermd betekent nog niet bewaard. Een pijnlijk
eniging voor Industriële Archeologie, Europa Nos-
verlies is de sloop van de betonnen brug die sinds
tra Belgium en enkele lokale erfgoedorganisaties.
1937 in Vroenhoven de oevers van het Albert-
Er werden ook parlementaire vragen gesteld,
kanaal verbond. Deze brug werd bij Ministerieel
waarop toenmalig minister Steve Stevaert ant-
Besluit van 17 maart 1995 (Belgisch Staatsblad 8
woordde dat: “een deklassering van zowel brug
juni 1995) wettelijk beschermd als monument.
als bunker al aangevraagd” waren. In een artikel
In de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmees-
in Het Belang van Limburg (10.02.2001) reageer-
ter (publicatiedatum 12.10.2001, dus slechts zes
de Jan Peumans, burgemeester van Riemst: “In
jaar na de bescherming) luidde het echter: “Het
‘95 worden brug en bunker geklasseerd en nu al
Albertkanaal is in het Ruimtelijk Structuurplan
maakt de minister die bescherming ongedaan. De
Vlaanderen opgenomen als drager van econo-
gemeente gaat alle rechtsmiddelen uitputten om
mische activiteiten op Vlaams niveau. Dit vergt
dat te beletten”.
een verbreding van het kanaal. Daardoor zijn een
Op 16 januari 2009 werd de brug met 700 kg dy-
aantal bruggen te vervangen. In dit project is de
namiet opgeblazen. Op dat ogenblik was ze nog steeds beschermd, want de procedure tot opheffing van de bescherming werd pas enkele maanden later ingeleid. Het had immers geen zin meer om de brug beschermd te laten. Ze was er toch niet meer... Voor zover we in het Staatsblad konden nagaan, werd een besluit tot opheffing van de bescherming van deze brug tot op vandaag nog steeds niet gepubliceerd en is Vlaanderen dus nog altijd een als monument be-
De betonnen brug over het Albertkanaal in Vroenhoven © privécollectie Adriaan Linters
schermde brug rijk, ook al is ze verdwenen.
F O R U M C O N TA C T
23
De bruggen van Brugge
schap van de toenmalige constructeurs. Het was
De door waterlopen doorregen en omgeven stad
het oudste nog bestaande voorbeeld van de oor-
Brugge bezat oorspronkelijk een rijk en gevarieerd
spronkelijke ontwerpprincipes van de metalen
bruggenerfgoed. De laatste 19de eeuwse meta-
Vierendeelbruggen, en de enige Vierendeeldraai-
len draaibruggen die vroeger in de binnenstad
brug ter wereld.
de reien kenmerkten, werden echter in de jaren
De Vlaamse Bouwmeester lanceerde in 2007 een
1975-1976 zowat allemaal vervangen door pseu-
open oproep voor de bouw van een nieuwe brug.
domiddeleeuwse stenen boogbruggetjes.
Hierbij werd enkel gesteld dat de bestaande brug “erg verouderd” was. Er werd volledig voorbijge-
24
De Scheepsdalebrug van ingenieur Vierendeel
gaan aan haar historische waarde. Voor de bouw
Sinds jaren erkennen bouwkundigen en weten-
van een nieuwe brug werd een budget van 3 mil-
schappers uit binnen- en buitenland het belang
joen euro vooropgesteld. Dat is intussen opgelo-
van ingenieur Arthur Vierendeel (1852-1940) voor
pen tot meer dan 8 miljoen euro. Hoewel het be-
de ontwikkeling van metalen bruggen. Hij bouw-
lang van deze brug bij deskundigen al lang bekend
de metaalconstructies volgens nieuwe principes,
was, hoewel er heel wat over Vierendeel en zijn
door diagonaalloze metalen liggers te ontwerpen.
bruggen gepubliceerd is en er zelfs een gespecia-
Zijn rekenmodel was revolutionair en hij oogstte
liseerde website bestaat over de Vierendeelbrug-
lof in de hele wereld. In feite was hij de grootste
gen3, bleek bij de bevoegde diensten niemand op
vernieuwer van het bouwen in metaal, na Eiffel.
de hoogte van de unieke waarde van deze brug.
Jammer genoeg zijn we ons daarvan te weinig
Daardoor werd ‘stoemelings’ een sloopvergun-
bewust...
ning zonder voorwaarden afgeleverd, ook al was
De Scheepsdalebrug verving na de Eerste Wereld-
de stad en waren diverse diensten reeds in 2006
oorlog een vernielde brug. De plannen werden
en 2007 door lokale groepen, waaronder SAK
opgemaakt op 26 juni 1926 en goedgekeurd door
(Studie- en Actiecomité) Sint-Pieters, gewezen op
Arthur Vierendeel op 1 maart 1928. De brug zou
het belang van de brug.
echter pas in 1932-1933 gebouwd zijn door de
Bij de kenners van het Vierendeelerfgoed ver-
Brugeoise. De andere metalen Vierendeelbruggen
moedde niemand echter dat men het zou aandur-
werden in de Tweede Wereldoorlog vernield.
ven deze unieke brug zomaar te slopen. Het leek
Er bestaat nog een zogenaamde Vierendeelbrug
in kringen van deskundigen evident dat de brug
in Drongen. Ze werd in 1926 gebouwd, maar is
moest en zou blijven. Dat bleek dus niet zo en pas
van beton, in tegenstelling tot de echte Vieren-
op het allerlaatste ogenblik werden zij via de pers
deelbruggen. Ook de brug van Grammene da-
gealarmeerd. Hoewel het toen al te laat was - alle
teert nog, zij het slechts gedeeltelijk, van voor de
vergunningen waren al verleend - lanceerde de
Tweede Wereldoorlog en is dus - na de sloop van
Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie
de Scheepsdalebrug - het oudste restant van een
vzw in mei 2009 in extremis nog een noodkreet.
Vierendeelconstructie in Vlaanderen.
Dat was echter in volle verkiezingsstrijd zodat de
De Scheepsdalebrug in Brugge was een getuige
respons van de politieke verantwoordelijken en
van het genie van Vierendeel en het vakman-
hun administraties nihil bleef. Hoewel het behoud
F O R U M C O N TA C T
De Scheepsdalebrug te Brugge vóór de sloping © Adriaan Linters
van de volledige brug niet haalbaar was, werd
een klein segment van deze unieke Vierendeel-
toch gehoopt dat minstens relevante onderdelen
brug zou redden. Dit bleek achteraf echter niet
zouden gered worden voor het nageslacht. Na de
zo te zijn, zodat in een samenwerking tussen het
regeringsvorming werd de oproep herhaald en
Erfgoedforum Brugge, enkele andere erfgoedver-
ontstond een hele beweging voor het behoud van
enigingen in Brugge en de Vlaamse Vereniging
de brug, waarbij tal van organisaties en promi-
voor Industriële Archeologie, beslist werd om één
nente ingenieurs de oproep ondersteunden. Op-
travee van de brug aan te kopen. Met de steun
nieuw waren de reacties van overheidswege niet
van het metallisatiebedrijf Vermander uit Brugge
begrijpend en negatief.
kon dit gerealiseerd worden op het ogenblik dat
Er kwam ook hevig internationaal protest onder
de sloop al volop bezig was. Een onderdeel van
meer van ISCARSAH (International Scientific Com-
ca. 9 ton kon op een dieplader worden geplaatst
mittee on the Analysis and Restoration of Structu-
en overgebracht naar de terreinen van de firma.
res of Architectural Heritage, afhangend van ICO-
Daar rust het nu voorlopig. Het blijft ter beschik-
MOS, de International Council of Monuments and
king van een overheid of een instelling die bereid
Landscapes) en van deskundigen uit Frankrijk, Ne-
is het te verwerven om het om te vormen tot een
derland, Duitsland, Groot-Brittannië, Zwitserland,
monument ter ere van ingenieur Vierendeel. Jam-
Spanje, Italië, de USA en Canada.4
mer genoeg kwam op dit aanbod nog steeds geen
In de loop van september-oktober 2009 werd via
respons, noch van de Vlaamse Overheid, noch van
gesprekken en onderhandelingen nog even de
de Provincie West-Vlaanderen, noch van de Stad
verwachting geschapen dat de overheid toch nog
Brugge. Wachten we op Godot?
F O R U M C O N TA C T
25
De sloping van de Scheepsdalebrug te Brugge © Adriaan Linters
Spoorwegbrug Waggelwater
was ze hersteld, maar het draaimechanisme werd
Maar het stof van de Scheepsdalebrug is nog niet
toen wel vastgezet. Door de vernieuwing van de
opgetrokken of er duikt in Brugge al een nieuw
spoorlijn en de bouw van een nieuwe brug ach-
monumentaal brugprobleem op. Bij de bouw van
ter de bestaande, lijkt ook deze brug veroordeeld,
de snelle spoorlijn Oostende-Gent-Brussel (onder
maar niemand blijkt juist te weten wat de plannen
meer voor de Wereldtentoonstelling van 1912 in
zijn. Om zeker te spelen diende het Erfgoedforum
Gent) bouwden de toenmalige Staatsspoorlijnen
Brugge daarom op 7 december 2009 een bescher-
in 1906 een monumentale metalen spoorweg-
mingsaanvraag in - voorlopig zonder reactie. Gaat
draaibrug over de Oostendse Vaart, aan het Wag-
Brugge een nieuwe brugstrijd tegemoet?
gelwater in Brugge. Deze brug werd, zoals toen
26
heel de lijn trouwens, uitgewerkt met bijzonder
Behoud van historische bruggen
fraaie architectuurdetails, onder meer in twee
Anders dan in het buitenland, staat in Vlaanderen
brugwachtershuisjes. Ze is niet alleen belangrijk
het bruggenerfgoed nog niet echt op de dagorde
wegens haar symboliek in de geschiedenis van de
van monumentenzorg. We merkten in boven-
spoorweg- en waterwegverbinding met de kust-
staande gevallen dat de bevoegde diensten niet
havens en haar beeldbepalende karakter voor de
echt bekend zijn met de materie en ook in het
buurt. Ze is ook een van de laatste spoorwegdraai-
ingenieursmilieu wordt er weinig aandacht aan
bruggen in België. In Vlaanderen is ze zelfs de
besteed. Bij de voorbije inventariscampagnes van
enige die op zo’n monumentale wijze gebouwd
het bouwkundig erfgoed (Bouwen door de Eeu-
werd. In 1918 werd de spoorwegbrug door de
wen Heen) werden bruggen slechts sporadisch
wegtrekkende Duitsers deels vernield. Pas in 1922
gerepertorieerd, de minder opvallende bruggen
F O R U M C O N TA C T
langs verkeerswegen en in parken vrijwel niet. Dit ligt anders in andere landen, waar heel wat belangstelling bestaat voor de geschiedenis en het behoud van historische bruggen en waar het aantal publicaties en websites5 over dit thema niet meer te tellen is. In Nederland is sinds 1992 de Nederlandse Bruggenstichting6 actief. Twee jaar na haar oprichting al publiceerde die, in samenwerking met de Technische Universiteit Delft, een uitgebreid rapport over waardering en selectie van historische bruggen.7 In Frankrijk - hoewel daar geen specifieke organisatie voor bruggenbehoud bestaat - verschenen de eerste rapporten en overzichten in de jaren 19808 en is inventarisatie en bescherming van de vele historische bruggen een actiepunt bij ‘les Monuments Historiques’. Vooral de USA, Canada, en Groot-Brittannië blijken op dit vlak voortrekkers. Het was ook uit die landen dat het meeste en het sterkst gemotiveerde protest kwam tegen de sloop van de Scheepsdalebrug. In die landen is de impact van ingenieurs en over-
De studie van de liggers door HAER. © privécollectie Adriaan Linters
heden, bevoegd voor wegen en infrastructuur,
plan voor de vernieuwing van de Amerikaanse infra-
toonaangevend bij de evaluatie en het behoud
structuur amendementen over het belang van het
van bruggen - naast de impact van gespeciali-
behoud van historische bruggen in te schrijven. Er
seerde organisaties en individuele deskundigen.
wordt nu hard gelobbyd bij politici in het Congress...
De Historic American Engineering Record (een af-
In Québéc (Canada) werd al in 1978 een inter-
deling van de Historic American Buildings Survey)
ministeriële overeenkomst gesloten tussen de
inventariseerde, documenteerde en registreerde
ministeries van Cultuur en van Transport, over de
vanaf het midden van de jaren 1970 bruggen en
bescherming van de typische overdekte bruggen
brugstructuren in de USA en analyseerde in 1974-
van de regio. Daarbij werden 44 van de 115 geïn-
1976 de traditionele types van Amerikaanse brug-
ventariseerde bruggen tot monument verheven.
liggers, op basis waarvan selectie voor behoud en
In 1981 startte de inventarisatie van alle bruggen
restauratie kon worden verricht.
in deze deelstaat en in 2002 werd een evaluatie-
Maar ook in de USA is niet alles koek en ei. Nadat
methode op punt gesteld voor de nog in gebruik
bleek dat - door gebrek aan onderhoud - veel brug-
zijnde bruggen en de aanpak van onderhoud en
gen onveilig waren, lanceerden een reeks organisa-
herstel. Een jaar later kwam een werkdocument
ties recent een campagne ‘About Turning the Tide
van de Directie Infrastructuur tot stand: Les ponts
- A Campaign For Change: A Future For Historic Brid-
à valeur patrimoniale, une orientation ministériel-
ges’. Deze campagne is bedoeld om in het beleids-
le d’avant-garde pour les ponts anciens. Op deze
F O R U M C O N TA C T
27
basis vaardigde het ministerie van Transport in
Moraal van het verhaal...
2005 een richtlijn uit: de Orientation ministérielle
In Vlaanderen hebben we niet alleen een achter-
sur l’identification et la gestion des ponts à valeur
stand inzake evaluatie, behoud en bescherming
patrimoniale.
van bruggen. We zijn ook een buitenbeentje in in-
In Groot-Brittannië publiceerde de National Trust
ternationale context. Hoewel er geen beleid werd
in 1984 een overzicht van de Britse historische
uitgezet en er ook geen selectie werd gemaakt
9
bruggen. Sinds 1997 worden jaarlijks de ‘Historic
op basis van een inventaris, zijn er - veeleer toe-
Bridges & Infrastructure Awards’ uitgereikt, een
vallig maar gelukkig - her en der toch bruggen
initiatief van de Institution of Civil Engineers, sa-
beschermd.
men met Network Rail, British Waterways, English
Het drama van de Scheepsdalebrug zou zich in de
Heritage en de County Surveyors’ Society. In zijn
meeste andere landen niet hebben voorgedaan;
Transport Buildings Selection Guide (maart 2007)
omdat daar gespecialiseerde organisaties zich
wijst de monumentendienst English Heritage op
voor dit erfgoed inzetten of omdat ingenieurs-
het belang van historische bruggen.
organisaties, de monumentendiensten of de be-
De Scheepsdalebrug te Brugge vóór de sloping © Adriaan Linters
28
F O R U M C O N TA C T
heersdiensten van verkeerswezen zich actief met
Meer info
het thema bemoeien. Hier luidt het: “Wir haben
Adriaan Linters is voorzitter van VVIA vzw, de
es nicht gewusst” en als men het toch te weten
Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie.
komt is het te laat. Tijdige bewustwording is be-
Contact: vvia@vvia.be.
langrijk om zich voor een type erfgoed te kunnen inzetten - een taak voor veel kleine organisaties, vrijwilligers en het FORUM
VOOR ERFGOEDVERENIGINGEN.
Bovendien moeten deze organisaties tijdig weten hoe en waar ze efficiënt kunnen optreden. Het feit dat de boodschap in 1996-1997 niet meteen op de juiste plekken terechtkwam, was er mee de oorzaak van dat het twee jaar later te laat bleek. Maar, er is ook een positieve constante in de erfgoedwereld. Een drama ligt vaak aan de basis van de ontdekking en de herwaardering van voordien onbekend of onbemind patrimonium - vooral als daar actie aan voorafgaat of op volgt. Dat was zo met de sloop van het Volkshuis van Horta (herwaardering Art Nouveau), de sloop van de Halles van Baltard in Parijs (herwaardering ijzerarchitectuur), de dreigende sloop van het Centraal Station in Antwerpen en van het Cluysenaerstation in Ninove (stationsarchitectuur), de sloop van de Koninklijke Stapelhuizen, naar ontwerp van Hennebique in Antwerpen (herwaardering van de betonarchitectuur)... De sloop van de Scheepsdalebrug heeft nu al een gelijkaardig gevolg. Er worden vragen gesteld over de toekomst van enkele andere bruggen in Vlaanderen (de Waggelwaterbrug in Brugge, de recentere Vierendeelbruggen van Adinkerke en Oelegem, de Siberiabrug in Ant-
1. Linters, A., (1975), ‘De hangbrug te Bazel (ca. 1820)’ in: Centrum voor Industriële Archeologie. Mededelingen, p. 3-5. 2. Wouters, I. en M. De Bouw, (2004), ‘De smeedijzeren hangbrug in Bazel bij Antwerpen’ in: Erfgoed van Industrie en Techniek, XIII, p. 51-55. 3. Vierendeelbruggen, (2010), Vierendeelbruggen in België, (online), http://users.telenet.be/karel.roose/vierendeel/vierendeel.html. 4. Een volledig overzicht van alle tussenkomsten, reacties en foto’s van de brug voor, tijdens en na de sloop vindt u op de website van de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie: www.vvia.be. De Scheepsdalebrug is intussen ook de meest gepubliceerde brug op fotowebsites als Flickr e.a. 5. Zie o.m. de veelheid van gegevens over bruggen in: www.structurae.info en daarnaast www.historicbridges. org en www.bridgehunter.com. 6. Nederlandse Bruggen Stichting, (2010), (online), www. bruggenstichting.nl 7. Projectbureau Industrieel Erfgoed en Nederlandse Bruggenstichting, (1994), Bruggen als industrieel erfgoed. Rapport. Waardering en selectie, werkdocument zonder paginanummering. 8. Een voorbeeld: Prade M., (1988), Les Ponts. Monuments historiques. Inventaire, description, histoire des ponts et ponts-aqueducs de France protégés au titre des monuments historiques, 429 blz. 9. Richards, J.M., (1984), The National Trust Book of Bridges, 214 blz.
werpen...) Adriaan Linters
F O R U M C O N TA C T
29
Open Monumentendag: de vier elementen Het programma van de 22ste Open Monumentendag, op zondag 12 september, wordt bepaald door de vier elementen: water, vuur, lucht en aarde. In de oudheid werden aan deze elementen mythische krachten toegekend. Zij lagen volgens de overlevering aan de basis van het universum. Hierover kan worden gediscussieerd, maar het staat wel vast dat de vier elementen een grote invloed uitoefenden op de manier waarop de mens en zijn omgeving zich hebben ontwikkeld.
Voor de primitieve mens waren
mens met de vier elementen:
de elementen een gegeven, zon-
platgetreden paden en karrenspo-
der meer. Hij leefde ermee zoals
ren groeiden uit tot grote snelwe-
ze zich voordeden. Zo bepaalden
gen, kanalen werden gegraven
ze in grote mate waar de mens
voor efficiënt vrachtvervoer over
zich ging vestigen na een eeu-
het water, steenkool werd ontgon-
wenlang
bestaan.
nen als bron van energie, parken
Meteen doken ook de eerste te-
aangelegd voor de ontspanning
nomadisch
genstrijdigheden op: de nabijheid van een rivier
van arm en rijk…
was handig voor de visvangst, waterbevoorrading,
30
transport en handel, maar er schuilde ook gevaar
Grote verscheidenheid
in voor overstromingen of een inval van de vijand.
Tijdens Open Monumentendag staat de verbon-
Maar hogerop gaan wonen bleek ook niet altijd
denheid van de mens met de elementen centraal.
de beste keuze. Het belemmerde de toegankelijk-
Deze relatie kende in de loop der eeuwen hoog-
heid voor handelaars en bewoners en maakte be-
tepunten en diepe dalen, zoveel is zeker. Soms
bouwing moeilijker. Elke woonplaats had zo haar
harmonieus, dan weer vijandig en explosief… een
problemen en de oplossingen hertekenden vaak
echte haat-liefdeverhouding. De sporen ervan zijn
drastisch de omgeving: drooglegging van poe-
heel divers en soms verrassend en ze tekenen zich
len en moerassen, dijkenbouw, beplanting tegen
niet alleen af in monumenten maar zeker ook in
de wind, aanpassing van teelten aan de grond-
landschappen en archeologische sites. Die komen
soort…
dan ook veelvuldiger aan bod dan in de voorbije
Maar daar bleef het uiteraard niet bij. Naarmate
21 edities.
dorpen uitdeinden en gemeenschappen zich gin-
Met opnieuw honderden openstellingen zal het
gen organiseren, evolueerde de relatie van de
voor de bezoeker moeilijk kiezen worden op 12
F O R U M C O N TA C T
september. We lichten alvast een tipje van de
Het volledige programma is vanaf 9 augustus 2010
sluier: cichoreiasten en steenbakkerijen, serres
te vinden op de website www.openmonumenten.
en ijskelders, sluizen en sassen, kanalen en ri-
be. Wilt u dat programma liever in gedrukte vorm?
vieren, parken en landbouwgronden, sporen en
De Monumentenkrant is vanaf begin augustus te
stations, windmolens en orgels, steenkoolmijnen
verkrijgen in alle toeristische kantoren, Fnacfili-
en stokerijen, brandweerkazernes en bakhuizen,
alen, Standaard Boekhandels, bibliotheken, ge-
holle wegen en houtkanten‌ Ook het aanbod aan
meentehuizen en cultuurdiensten.
boeiende fietstochten, wandelingen, bustochten en tentoonstellingen is dit jaar groot. Programma
Meer info
Op Open Monumentendag worden uiteraard ook
CoĂśrdinatiecentrum Open Monumentendag
de kinderen en jongeren niet vergeten: heel wat
Erfgoedhuis Den Wolsack
steden en gemeenten zetten hun beste beentje
Oude Beurs 27 | 2000 Antwerpen | 03 212 29 55
voor om kind- en gezinsvriendelijke activiteiten
info@openmonumenten.be
uit te werken voor het Open Monumentendag-
www.openmonumenten.be
programma.
F O R U M C O N TA C T
31
Nieuwe leden
IJzer en Vuur! vzw - Feu et Fer! asbl
daagse kunstsmeden uit binnen- en buitenland
Zetel: IJskelderstraat 19 | 1060 Sint-Gillis E: info@ijzerenvuur.be | W: www.ijzerenvuur.be Contactpersoon: Michel Mouton | T: 02/539.23.20
die met ijzer en vuur de schitterendste artefacten
Oprichtingsdatum: 24/06/2005
de projectoproep 10 x 10.000 euro.
De vzw IJzer en Vuur! heeft als doel de oude, bijna
Sint-Janscollege vzw
verloren gegane (kunst)ambachten waarbij me-
Zetel: Waversesteenweg 1 | 3320 Meldert-Hoegaarden E: sint-janscollege@telenet.be W: www.sint-janscollege-meldert.be Contactpersoon: Roland Severijns T: 016/766271 | F: 016/765482
taal en vuur centraal staan (smeden, koper drijven, zilversmeedkunst…) te bewaren en nieuw leven in te blazen. Ze wil ertoe bijdragen het immateriële en materiële patrimonium dat hiermee
produceren. In 2007 was deze vzw laureaat van
Oprichtingsdatum: 1967
verbonden is levendig en actueel te houden. Het is nodig dat het kunstambacht aangepast wordt aan de noden en de mogelijkheden van de huidige samenleving. Dit doet de vzw via opleidingen, stages, workshops en diverse tentoonstellingen. Via lezingen brengt IJzer en Vuur! het oeroude verhaal van de alchemie tussen ijzer en vuur opnieuw tot leven. Tijdens de workshops en stages wordt de kans geboden om zelf het ijzer in het vuur te leggen en de oeroude basishandelingen van het sme-
32
F O R U M C O N TA C T
den aan te leren. In
Het Sint-Janscollege in Meldert is een van de
samenwerking met
mooiste voorbeelden van 19de-eeuwse neogoti-
andere partners wil
sche kasteelarchitectuur in Vlaanderen. Het kas-
IJzer en Vuur! via de
teel met zijn bijgebouwen is omringd door een
tentoonstellingen
parkbos van 40ha. In 1957 werden het kasteel
het brede publiek
en het domein aangekocht door de vzw Aal-
warm maken voor
moezeniers van de Arbeid. Deze congregatie van
het werk van heden-
paters stichtten hier een school voor secundair
onderwijs met maatschappelijke relevantie in de wijde omgeving (Oost-Brabant). Tot in 1965 is de school tweetalig gebleven: de gemeente Meldert ligt namelijk op de taalgrens. Omdat ze gevestigd is op een beschermd, historisch waardevol kasteeldomein (Kasteel van Meldert, wagenhuis, oranjerie en park) is er steeds aandacht geweest voor de bewustmaking voor en de promotie van dit erfgoed. Hiertoe werd het patrimonium steeds opengesteld. De vzw besteed veel aandacht aan onderhoud en restauratie van het domein. Momenteel zijn er restauraties aan de gang in het Wagenhuis. Deze eerste grote restauratiefase wordt voltooid in de zomer van 2010. De school neemt deel aan Open Monumentendagen en aan het project ‘Op ’n Kier’ van de provincie VlaamsBrabant. De locaties worden eveneens ter beschikking gesteld van plaatselijke verenigingen. Molenvereniging van het Pajottenland vzw Zetel: Bodegemstraat 172 | 1700 Dilbeek W: www.molenverenigingpajottenland.be Contactpersoon: Jan De Bou | T: 0495/64 68 67 E: jan.debou@skynet.be Oprichtingsdatum: 02/01/2009
De vereniging heeft tot doel in en om de gemeente Dilbeek het watermolen- en windmolenbestand in traditionele zin te behouden en daartoe molens te bemalen en vrijwillige molenaars een praktische opleiding te bieden. Daarnaast wil de vereniging het molenbestand beter bekendmaken, het bakken van ambachtelijk brood bevorderen en de verwante traditionele ambachten promoten. Verder ijvert zij voor de bescherming van de molensites en hun directe omgeving. Een concreet project dat dit jaar start, is de restauratie en het weer maalvaardig maken van de Klapscheutmolen in Wambeek.
F O R U M C O N TA C T
33
Nieuwe publicaties
Het Aartsbisdom Mechelen-Brussel 450 jaar geschiedenis In de woelige 16de eeuw onderging de katholieke kerk in de Nederlanden een diepgaande verandering die in de eeuwen daarop haar sporen naliet. Als reactie op het succes van de Reformatie, had het concilie van Trente benadrukt dat de bisschop dichter bij de gelovigen moest staan. Dit leidde tot een indringende verandering; onder meer de oprichting van het aartsbisdom Mechelen (later Mechelen-Brussel) in 1559. Op basis van tal van deelstudies en nieuw wetenschappelijk onderzoek, bracht een team van twaalf historici 4,5 eeuw bisdomgeschiedenis in kaart. Het resultaat, een prachtig tweedelig standaardwerk, biedt meer dan een klassieke kerkgeschiedenis. Het eerste boekdeel beslaat de periode vanaf de oprichting van het aartsbisdom tot de ingrijpende cesuur van de Franse Revolutie. Het tweede deel behandelt de geschiedenis van het aartsbisdom vanaf 1801. Behalve bij de opeenvolgende aartsbisschoppen en hun beleid, staan de vakhistorici ook stil bij de vele facetten van het kerkelijke leven, het parochiewezen, de clerus en haar vorming, de religieuze instituten en hun betekenis voor het bisdom. Het Aartsbisdom Mechelen-Brussel is een rijkelijk geïllustreerde publicatie. Kaarten, tabellen, grafieken en gevarieerde iconografie ondersteunen het verhaal.
34
F O R U M C O N TA C T
Meerdere auteurs Uitgave: Uitgeverij Halewijn | deel 1: 296 blz. en deel 2: 410 blz. | 110 euro (exclusief 5 euro verzendingskosten) Info en bestelling: Uitgeverij Halewijn | Halewijnlaan 92 | 2050 Antwerpen halewijn.uitgaven@kerknet.be | www.halewijn.info of bij de liturgische centra en boekhandels.
Novi Monasterii Cisterciënzerabdijen en -sites tijdens de Grote Oorlog (1914-1918) Novi Monasterii, het jaarboek dat uitgegeven wordt door het Abdijmuseum Ten Duinen legt deze keer de nadruk op de Grote Oorlog. In de loop van de geschiedenis zijn abdijen altijd een baken geweest in oorlogsomstandigheden. Abdijen dienden niet alleen om bescherming af te smeken, het waren ook kazerneringplaatsen of doelwitten die al dan niet geplunderd of vernietigd werden. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, begin 20ste eeuw, werden sommige abdijen opnieuw het slachtoffer van oorlogsgeweld. Deze publicatie geeft een eerste overzicht van de oorlogsimpact op cisterciënzersites en -abdijen in België, Nederland en Frankrijk. Meerdere auteurs Uitgave: Abdijmuseum Ten Duinen | 126 blz. | 15 euro (exclusief 3 euro verzendingskosten) Info en bestelling: Abdijmuseum Ten Duinen | Koninklijke Prinslaan 6-8 | 8670 Koksijde | T.: 058/53 39 50 | F.: 058/51 00 61 | info@tenduinen.be | www.tenduinen.be of bij Uitgeverij Academia Press | www.academiapress.be of bij de betere boekhandel
Bier aan het IJzerfront Het verhaal van de dorst in de Groote Oorlog
Bier aan het IJzerfront neemt u mee naar de Westhoek tijdens de Eerste Wereldoorlog. In dit stukje onbezet België krioelde het toen van Vlaamse, Waalse, Engelse, Schotse, Ierse, Australische en andere soldaten. Bewoners met ondernemingszin sloegen munt uit hun aanwezigheid door te wassen voor de soldaten, een winkel of café te openen of een handeltje in Franse en Engelse bieren op te zetten. De brouwerijen en herbergen deden gouden zaken, ondanks de reglementering van de openingsuren en het feit dat de dronken soldaten geregeld de boel kort en klein sloegen. Dat ondervond ook de brouwer van de Fortemse mouterij-brouwerij De Snoek. Op een van zijn herbergbezoeken wou hij niet van zijn eigen brouwsel drinken. Dat vaartwater was goed genoeg voor de soldaten, niet voor hem. De aanwezige soldaten vonden dit al te gortig en bekogelden nog dezelfde avond zijn statige brouwerswoning met kasseien. Ging het korte gewin effectief ten koste van de kwaliteit? De werkelijkheid was genuanceerder dan deze anekdote laat vermoeden. Dit boek vertelt het verhaal van gewone mensen die elk op hun manier probeerden te overleven in een al te langdurige oorlog. Auteur: Frank Becuwe Uitgave: Uitgeverij De Klaproos | 175 blz. | 17,95 euro (exclusief verzendingskosten) Info en bestelling: online verkrijgbaar via www.klaproos.be of in de betere boekhandel.
Miradal Erfgoed in Heverleebos en Meerdaalwoud Ten zuiden van Leuven ligt een uniek boscomplex van meer dan 25 vierkante kilometer. De rijke ge-
schiedenis en natuurpracht van het Heverleebos en het Meerdaalwoud trekken jaarlijks ongeveer driekwart miljoen bezoekers aan. Het belang van dit natuurgebied is groot: het bos filtert niet alleen lawaai, fijn stof en broeikasgassen uit de lucht. Het bewaart ook waardevol erfgoed. Met dit boek wandelt u door het verleden en het heden van Miradal - de oudste benaming van het woud. U ontdekt de vele gezichten van het bos door de ogen van archeologen, geologen, geschiedkundigen, bosbouwers en biologen. Een grote groep onderzoekers uit diverse vakgebieden doen hun verhaal, want de geschiedenis van een bos is het resultaat van heel uiteenlopende factoren. Meerdere auteurs Uitgave: Davidsfonds Uitgeverij | 264 blz. | 34,50 euro (exclusief 4 euro verzendingskosten) Info en bestelling: Bij de betere boekhandel of online via www.davidsfondsuitgeverij.be
Kerkelijk textiel in Vlaanderen en Brussel in de 19de en 20ste eeuw In de loop der eeuwen is in de meeste kerken en kloosters een indrukwekkende hoeveelheid kerkelijk textiel verzameld: priestergewaden, vaandels, beeldkleding… In 2006 startte het Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur (CRKC) het onderzoek naar de geschiedenis en de productie van dit textiel in Vlaanderen en Brussel, vanaf de 19de eeuw tot het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Deze publicatie is daar een resultaat van. Ze belicht uitvoerig de geschiedenis van de paramentiek in de 19de en 20ste eeuw. Daarbij
F O R U M C O N TA C T
35
komen naast de maatschappelijke, liturgische en stilistische evoluties ook de gebruikte materialen en technieken aan bod. Auteur Annemie Van Dyck geeft bovendien een beeld van de productie van dit kerkelijk textiel door lokale ateliers in diverse steden en regio’s en door verschillende religieuze congregaties. Ze bekijkt 25 ateliers van nabij. Ook biedt het boek een overzicht van de ateliers per stad, met de namen van meer dan driehonderd paramentenmakers in Vlaanderen en Brussel. Een groot deel van dit materiaal werd nooit eerder grondig onderzocht of gepubliceerd. Auteur: Annemie Van Dyck Uitgave: Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur | 145 blz. 10 euro (exclusief 3 euro verzendingskosten) Info en bestelling: Centrum voor Religieuze Kunst en Cultuur vzw | t.a.v. Veerle Van Damme | Abdij van Park 7 | 3001 Heverlee | T.: 016/40 60 73 | F.: 016/40 33 02 | info@crkc. be | www.crkc.be
Tussen Antwerpen en Heide Het Joods cultuurleven in een bewogen tijd (1880-1944) De erfgoedgids Tussen Antwerpen en Heide is de tiende in een reeks, uitgegeven door de dienst Erfgoed van het provinciebestuur Antwerpen, in samenwerking met Openbaar Kunstbezit in Vlaanderen. In deze publicatie behandelen Lieven Saerens en Frans Van den Brande de rol van de Joodse gemeenschap in het culturele leven van de provincie Antwerpen, tussen 1880 en 1944. Zowel rond de eeuwwisseling als tijdens het interbellum werd de Joodse gemeenschap in Antwerpen gekenmerkt door verschillende migratiestromingen. Het is algemeen bekend dat de Antwerpse Joden zeer actief waren in de diamantsector. Veel minder bekend echter is hun ruime interesse in
36
F O R U M C O N TA C T
en deelname aan het bloeiende cultuurleven. Auteur Lieven Saerens gaat in een eerste deel in op het rijke Joodse cultuurleven en de invloed op en verwevenheid met de Vlaamse Culturele wereld. Auteur Frans van den Brande bespreekt de Joodse aanwezigheid in Heide-Kalmthout. Hij neemt de lezer mee langs de Joodse villa’s, hotels en de unieke synagoge van Heide. Deze publicatie is uitvoerig geïllustreerd met nooit eerder gepubliceerde foto’s en tekeningen. Auteurs: Lieven Saerens en Frans L. van den Brande Uitgave: Provinciebestuur Antwerpen | 104 blz. | 10 euro (exclusief verzendingskosten) Info en bestelling: Provinciebestuur Antwerpen | Departement Cultuur | Dienst Erfgoed |Koningin Elisabethlei 22 | 2018 Antwerpen | T.: 03/240.55.70 | erfgoed@admin.provant.be
In de ban van Ceres Klein- en grootmaalderijen in Vlaanderen (ca. 1850 - ca. 1950) Het derde volume van de Relicta Monografieën van het VIOE, In de ban van Ceres, vertelt het verhaal van de geleidelijke omschakeling van wind- en waterkracht naar mechanische aandrijving in de periode 1850-1950. Vanuit een industrieelarcheologische benadering en gesitueerd binnen een sociaalhistorische context onderzoekt Frank Becuwe de geleidelijke omschakeling van wind- en waterkracht naar mechanische kracht. Daarnaast brengt hij de industrialisering in beeld, die zich vooral vanaf 1880 in eerste instantie via industriele bloemmolens manifesteerde en later geleidelijk ook via de toeleveringsbedrijven, in het bijzonder de bouwers van motoren en maalderijmachines. Dit sectorale onderzoek plaatst hij ook binnen een bredere economische werkelijkheid.
Auteur: Frank Becuwe Uitgave: Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed | 293 blz. | 50 euro (exclusief 5 euro verzendingskosten) Info en bestelling: Vlaams Instituut voor het Onroerend Erfgoed | Koning Albert II-laan 19 bus 5 | 1210 Brussel | T: 02/553 16 50 | F: 02/553 16 55 | http://publicaties. vlaanderen.be/ebl-web/do/publicatieSessionFacade/ publicatieEenvoudigeDetailAction/raadplegen?method=r aadplegen&id=26634
Het schoolschip Mercator en zijn commandant Remi Van de Sande In deze publicatie geeft auteur Gust Vandegoor een gedetailleerd (beeld)verslag van de belangrijkste wereldreizen van de Mercator, gezien door de ogen van commandant Remi Van de Sande. Tijdens het Interbellum maakte hij met de Mercator een twintigtal reizen die behalve de opleiding van cadetten en matrozen vaak ook wetenschappelijk werk als opdracht hadden. Via massa’s beeldmateriaal (275 illustraties waarvan 100 ongepubliceerde foto’s) reist de lezer mee met de Mercator. Van minuut tot minuut deelt hij in alle successen, maar ook in de tegenslagen waarmee het schip en Remi Van de Sande te maken kregen. Gust Vandegoor baseerde zijn onderzoek op het privéarchief van de commandant, authentieke logboeken, officiele en persoonlijke verslagen en het archief van de Hogere Zeevaartschool te Antwerpen. Auteur: Gust Vandegoor Uitgave: Peeters nv (Herent) | 450 blz. | 48 euro (exclusief 7 euro verzendingskosten) Info en bestelling: Gust Vandegoor | Grote Baan 284 | 3150 Wespelaar (Haacht) | T: 016/60 10 64 | gust.vandegoor@skynet.be
Het Blauw Kasteel De (her)ontdekking van een fascinerend landgoed in Moerbrugge Aan de rand van het eeuwenoude Beverhoutsveld staat het Blauw Kasteel. Dit architecturaal meesterwerk, dat door de eeuwen heen wat van zijn glans verloren was, bevindt zich midden in het Brugse platteland. Dankzij de motivatie van de eigenaars en de inspanning van een hele rits vakmensen werd dit pareltje opgeblonken. Naar aanleiding van deze restauratie werd veel kunsthistorisch en bouwtechnisch vooronderzoek verricht. Bij dit onderzoek en ook tijdens de werkzaamheden zelf werd een schat aan nieuwe informatie blootgelegd. De Heemkundige Kring Oostkamp bracht dit alles samen in deze rijkelijk geïllustreerde publicatie die een nieuw licht werpt op het gebouw en zijn bewoners door de eeuwen heen. Meerdere auteurs Uitgave: Heemkundige Kring Oostkamp | 160 blz. | 28 euro (exclusief 6 euro verzendingskosten) Info en bestelling: Heemkundige Kring Oostkamp | Korte Kwadeplasstraat 8 | 8020 Oostkamp | T: 050/84 13 16
Erfgoed van Industrie en Techniek Herbestemming van industriële panden Het nieuwe (dubbel)nummer van het Vlaams-Nederlands tijdschrift Erfgoed van Industrie en Techniek is gewijd aan herbestemming. In dit nummer werden artikels opgenomen over nieuwe bestemmingen voor industriële sites. De conclusie luidt duidelijk dat het proces “vaak een kwestie is van volhouden en creativiteit, waarbij de belangeloze inzet van vele
F O R U M C O N TA C T
37
vrijwilligers en een goed publiek draagvlak onontbeerlijk is”. Het tijdschrift vergelijkt de ervaringen van Groot-Brittannië, Nederland en Frankrijk met enkele gerealiseerde projecten in Vlaanderen en Nederland. Het valt op dat vooral Groot-Brittannië en Nederland adequate systemen en structuren ontwikkeld hebben om herbestemming van leegstaande panden te stimuleren en dat herbestemming van bedrijfsgebouwen een belangrijk beleidsaspect is voor de Franse overheid, zeker in Noord-Frankrijk. Meerdere auteurs Uitgave: Stichting Erfgoed | 112 blz. | 15 euro (inclusief verzendingskosten) Info en bestelling: Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie (VVIA) | Postbus 30 | Postkantoor Stationswijk | 9000 Gent vvia@vvia.be | http://www.vvia.be/publicaties/ndx_EIT.htm
Handleiding architectuurarchieven Verwerven, selectie, beschrijven Architectuurarchieven zijn heel bijzonder cultureel erfgoed, daar bestaat geen twijfel over. Ze verstrekken niet alleen waardevolle en broodnodige informatie voor een doordachte omgang met het gebouwde patrimonium. Vaak zijn het ook de laatste getuigen van unieke maar verdwenen onherkenbaar getransformeerde gebouwen. Bovendien leren ze over ontwerpprocessen, materialen en architectuurpraktijk in het verleden. Ze worden dagelijks geconsulteerd door restaurateurs en architecten. Maar ook erfgoedwerkers en onderzoekers die de gelaagde geschiedenis van de gebouwde omgeving willen achterhalen en bekendmaken, doen veelvuldig een beroep op architectuurarchieven. Alles bewaren is echter niet mogelijk en ook niet wenselijk. Het opschonen
38
F O R U M C O N TA C T
van archief is een moeilijke maar noodzakelijke opdracht van de archivaris en dat is niet anders voor beheerders van architectuurarchieven. Dit heikele thema komt aan bod in het derde deel van de reeks Handleiding architectuurarchieven, uitgebracht door het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa). Daarnaast diept deze publicatie het beschrijven van archiefstukken uit. Internationale archiefstandaarden en afspraken zijn vertaald naar de context van architectuurarchieven en worden uitgebreid geïllustreerd met praktijkvoorbeelden. Na de reeds verschenen afleveringen over inventarisatie en materiële zorg is deze reeks nu volledig. Meerdere auteurs Uitgave: VAi/CVAa | 175 blz. | 25 euro (exclusief 5,70 euro verzendingskosten) Info en bestellingen: te koop in de gespecialiseerde boekhandel en via www.vai.be | www.cvaa.be | T: 03/242 89 70. Tot 30 juni loopt een actie waarbij u de drie volumes voor slechts 50 euro (in plaats van 70) kunt verkrijgen. Meer info op www.cvaa.be.
Adverteren in FORUM-CONTACT? Dat kan! FORUM-CONTACT is uitgegroeid tot een vaste waarde in de erfgoedsector. Met overzichtsartikels en artikels rond specifieke thema’s en cases speelt FORUM-CONTACT in op de actualiteit. Het tijdschrift verschijnt vier keer per jaar op 1.550 exemplaren en wordt verspreid binnen een specifieke doelgroep: erfgoedverenigingen (lokale en regionale), overheidsinstellingen, alle Vlaamse gemeente- en stadsbesturen, algemeen geïnteresseerden en allerlei instellingen uit de erfgoedsector.
Adverteren in FORUM-CONTACT heeft veel voordelen:
Geografische spreiding FORUM-CONTACT wordt onder meer verdeeld over 270 aangesloten erfgoedverenigingen, 308 Vlaamse gemeenten en 19 gemeenten uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hierdoor bereikt het tijdschrift alle betrokkenen en belangstellenden in Vlaanderen en Nederlandstalig Brussel. Specifiek doelpubliek FORUM-CONTACT richt zich tot een publiek dat zowel professioneel als op vrijwillige basis actief is met (onroerend) erfgoed. Eveneens tot de doelgroep behoren geïnteresseerden in de erfgoedsector. Tarieven en formules Het FORUM kiest voor betaalbare advertentieruimte en staat open voor diverse vormen van samenwerking. Heeft uw vereniging, organisatie of bedrijf interesse om reclame of een andere advertentie in FORUM-CONTACT te plaatsen? Neem dan contact op met het FORUMteam en zorg dat uw boodschap in het volgende nummer wordt opgenomen!
Meer info Kathleen De Clercq | projectcoördinator kathleen.declercq@forumerfgoedverenigingen.be T: 03/212 29 94 Dominique Van Staeyen | coördinator financiering erfgoedverenigingen dominique.vanstaeyen@forumerfgoedverenigingen.be
T: 03/212 29 64
F O R U M C O N TA C T
39
FORUM VOOR ERFGOEDVERENIGINGEN VZW Erfgoedhuis Den Wolsack | Oude Beurs 27 | 2000 Antwerpen T: 03/212 29 60 | F: 03/212 29 61 | info@forumerfgoedverenigingen.be www.forumerfgoedverenigingen.be
Het FORUM VOOR ERFGOEDVERENIGINGEN VZW is het samenwerkingsverband van het verenigingsleven in de monumentenzorg, landschapszorg, archeologie en de zorg voor het varend, rollend, rijdend en vliegend erfgoed - een krachtenbundeling waarbij elke vereniging zelfstandig blijft. Erfgoedverenigingen die in heel Vlaanderen en/of Brussel actief zijn, kunnen ‘effectief lid’ worden. Erfgoedverenigingen met een kleinere actieradius worden ‘gebruiker-lid’. De zorg voor erfgoed staat centraal en wordt nagestreefd door het scheppen van een optimaal kader voor de werking van de verenigingen, door: onderling overleg, uitwisseling van informatie, dienstverlening, representatie van de leden. FORUM-CONTACT is een driemaandelijks tijdschrift. Het is gratis voor leden. Niet-leden kunnen een individueel abonnement nemen door storting van 20 euro op rekening 409-6594371-64 van het FORUM, met vermelding ‘FORUM-CONTACT’. Het FORUM gebruikt uw adres uitsluitend om u op de hoogte te houden van zijn activiteiten of van de activiteiten van de ledenverenigingen en om u FORUM-CONTACT toe te sturen. U kunt uw gegevens in ons bestand altijd inkijken of aanpassen, zoals bepaald in de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de privacy.