Mediawijsheid en de bib op school Digital storytelling
Kim Dillen Hilde Lingier
1
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor je begint Opzet van deze gids DEEL 1 - Mediawijsheid 1.1 Wat is mediawijsheid? 1.1.1 Functionele mediageletterdheid 1.1.2 Kritische mediageletterdheid 1.1.3 Actieve mediageletterdheid 1.2 Mediawijsheid en digital storytelling DEEL 2 - Digitaal verhaal 2.1 Wat is digital storytelling? 2.1.1 Voorbeelden Nederlandstalig Engelstalig 2.2 Wie doet wat? 2.2.1 Rol van de bib De bib op school Toegang tot Mediargus/GoPress Ge誰ntegreerde zoekmodule En verder 2.2.2 Rol van de mediacoach 2.2.3 Rol van de leerkracht 2.3 Verloop (lesplan) 2.3.1 Voorbereiding 2.3.2 Les 1 2.3.3 Les 2 2.3.4 Huiswerk 2.3.5 Les 3: workshop 2.3.6 Huiswerk 2.3.7 Les 4: workshop 2.3.8 Toonmoment 2.4 Inspiratie (mogelijke onderwerpen) 2
2.5 Het verhaal 2.5.1 7 tips voor digital storytelling 2.5.2 Stappenplan digital storytelling Stap 1: Kies het verhaal dat je wilt vertellen Stap 2: Verzamel zoveel mogelijk materiaal Stap 3: Maak een storyboard Stap 4: Schrijf een script/scenario Scripttips Stap 5: Digitaliseer je materiaal Stap 6: Monteer je verhaal Stap 7: Synchroniseer film en script Stap 8: Geluid - muziek Stap 9: Neem de vertelstem op Stap 10: Voeg begin- en eindgeneriek toe Klaar! 2.5.3 De rechte weg Auteursrecht Stockfoto’s Creative Commons Creative Commons licenties Zoeken in Creative Commons Bijlagen En tot slot...
3
Voor je begint Deze praktische gids rond mediawijsheid en de bib op school werd samengesteld in het kader van de opleiding Mediacoach. De gids kan gebruikt worden als een praktische aanvulling op het waardevolle document van Bibnet: De bib op school inspiratiegids. Dit kan u bekijken en vrij downloaden op de site van Bibnet: http://www.bibnet.be/portaal/Bibnet/Lokale_Ondersteuning/Inspiratiegidsen#DeBibopschool
Opzet van deze gids Een mediacoach moet met deze gids en in samenwerking met de lokale bibliotheek en school een project rond digital storytelling kunnen opzetten waarbij de vier elementen in de mediawijsheidscirkel aan bod komen: analyse, creativiteit, reflectie en techniek. ●
Analyse: kennis over de werking van verschillende media, kunnen interpreteren van mediaboodschappen (toonmoment: wat doen we met de filmpjes, bewaren, tonen aan vrienden of publiceren op het internet, wat vonden ze van de gevonden informatie via de bib op school, gebruik van digitale tools…)
●
Creativiteit: multimedia gebruiken voor expressie, omgang met media, voor participatie en innovatie (eigen muziek of stem gebruiken voor digital storytelling, eigen filmpje maken of in groep)
●
Reflectie: bewust zijn van de eigen houding en gedrag tegenover anderen via media, rekening houden met privacy, vrijheid van meningsuiting, respect… (hoe wil ik Creative Commons gebruiken)
●
Techniek: technische vaardigheden om media te kunnen produceren en te participeren in sociale netwerken (volledig proces voor het maken van een eigen digital storytelling)
De doelgroep van dit project is jongeren van de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs. De volgende doelstellingen rond mediawijsheid worden behandeld: ●
Stimuleren van toegang tot media
●
Begrip van hoe media werken
●
Begrip van media-inhouden en vaardigheden om media te begrijpen 4
●
Inzicht in de creatieve en artistieke aspecten van media
●
Gebruik van media in bredere leer- en onderwijsprocessen
DEEL 1 - Mediawijsheid 1.1 Wat is mediawijsheid? Mediawijsheid is een ruim begrip dat een grote lading moet weten te dekken. Volgens de experten zijn er meervoudige ‘geletterdheden’ die samen het begrip mediawijsheid invullen. Bijvoorbeeld technologische geletterdheid, visuele geletterdheid, informatiegeletterdheid,... (Potter, 2004). In academische middens is de definitie van Sonia Livingstone van 2004 één van de meest geciteerde: Media-literacy is the ability to access, analyze, evaluate and create messages across a variety of contexts. (Livingstone, 2004, p. 18). Mediawijsheid is aldus het vermogen op een zinvolle manier om te gaan met de alomtegenwoordige media in al hun facetten: media-industrieën, -inhouden, -publieken en -effecten. (Martens 2010). Dat gebeurt op drie grote terreinen: media kennen, begrijpen en maken. Zo komen we tot drie dimensies van mediawijsheid: ●
functionele geletterdheid en toegang
●
kritische geletterdheid
●
actieve geletterdheid
Elk van de drie dimensies kan op ieder medium toegepast worden. Tegelijk is het duidelijk dat deze drie aspecten gerelateerd zijn aan een veel bredere maatschappelijke context. De graad van mediawijsheid van burgers is niet alleen het resultaat van media-educatie in een formele en informele leeromgeving, maar wordt ook bepaald wordt door een aantal bijkomende drempels. Persoonlijkheidskenmerken, motivatie, sociaal en cultureel kapitaal, het leervermogen, enz. (Mariën et al., 2010; Van Deurzen & Van Dijck, 2009)
1.1.1 Functionele mediageletterdheid Functionele mediageletterdheid omhelst de vaardigheden om de wegwijzers in onze 5
gemediatiseerde samenleving te lezen en zonder handleiding te kunnen hanteren. Dit houdt de mogelijkheid in om media-inhouden te vinden die geschikt zijn voor een bepaalde nood maar ook om die inhouden te vermijden die hier niet aan zouden voldoen (bijvoorbeeld gewelddadige inhoud online) (Livingstone, 2004). Functionele geletterdheid gaat zowel om het vinden en krijgen van de fysieke toegang tot media en de problemen die hierbij kunnen bestaan (cf. de eerste en tweede digitale kloof) als om de technische en instrumentele kennis om met media aan de slag te kunnen gaan.
1.1.2 Kritische mediageletterdheid Kritische mediageletterdheid handelt over hoe gebruikers omgaan met media-inhouden wanneer ze ermee in contact komen (Livingstone, 2004). Het gaat dan om de concrete omgang met media-inhouden zowel als om de analytische competenties van mensen. Die kritische omgang betreft het eigen mediagebruik (met verwante problematieken zoals netwerking, privacy, etiquette, enz.), maar veronderstelt ook een meer algemeen bewustwording van de manier waarop media tot stand komen, hoe ze gebruikt worden en welke effecten ze hebben in een gemediatiseerde samenleving (Zwanenberg & Pardoen, 2010). Met de steeds vager wordende grenzen tussen producenten en consumenten verandert ook de kennis die nodig is om kritisch met media-inhouden om te gaan.
1.1.3 Actieve mediageletterdheid Dit aspect verlegt het accent van het ervaren naar het doen (Livingstone, 2004). Het gaat over het praktische gebruik van media voor eigen communicatie. Actieve geletterdheid is rechtstreeks verbonden met functionele en kritische geletterdheid gezien mensen pas gaan creĂŤren als ze toegang hebben tot een medium en hiermee kunnen omgaan, maar ook omgekeerd gaan mensen door het zelf creĂŤren beter met een medium omgaan. Het mee creĂŤren van media-inhoud impliceert niet alleen technische productievaardigheden maar ook creativiteit. Zowel creativiteit in artistieke zin als creativiteit in de manier waarop men participeert aan een collectief gegeven en hoe men innovatief met techniek en netwerken kan omgaan (Zwanenberg & Pardoen, 2010; Picone, 2010). 6
(Bron: http://www.cjsm.vlaanderen.be/media/downloads/ZL730686_eind_WEB.PDF)
1.2 Mediawijsheid en digital storytelling Bij het maken van een digitaal verhaal komen verschillende elementen van mediawijsheid aan bod. Met een concreet doel voor ogen -hun verhaal- leren leerlingen zoekmachines, databanken en naslagwerken gebruiken, interessante bronnen selecteren en verwerken tot een boeiend en informatief geheel. Ze leren werken met digitale hardware als computer, scanner en digitale camera, en met verschillende apps en tools. Het belang van digitale privacy wordt besproken en ze krijgen inzicht in de complexe wereld van auteursrechten en (her)gebruik van digitaal materiaal.
7
DEEL 2 - Digitaal verhaal 2.1 Wat is digital storytelling? Bij digital storytelling gebruik je de mogelijkheden van digitale toestellen en computerprogramma’s om verhalen te vertellen. Net als bij traditionele verhalen richten de meeste digitale verhalen zich op een specifiek onderwerp en bevatten ze een specifiek standpunt. Ze kunnen persoonlijk zijn, maar dat hoeft niet. Zoals de naam al aangeeft, bevat digital storytelling daarnaast meestal een mengsel van digitale afbeeldingen, tekst, opgenomen gesproken tekst, video en al dan niet eigen muziek. Digitale verhalen variëren in lengte, maar tussen twee en vijf minuten is ideaal. Kort en bondig is de boodschap. De onderwerpen die in een digitaal verhaal aan bod kunnen komen zijn schier oneindig: van een kleine persoonlijk belevenis tot een hertelling van een historische gebeurtenis, van het verkennen van de eigen leefomgeving tot de zoektocht naar leven op andere planeten en alles daar tussenin. Zie verder bij het onderdeel ‘Inspiratie’ voor meer voorbeelden.
2.1.1 Voorbeelden Bekijk zeker eerst enkele van de volgende digitale verhalen. Een voorbeeld zegt zoveel meer dan woorden. Zo krijg je een beter idee van wat er allemaal kan.
Nederlandstalig ● Youtubekanaal van Digitalstorytelling.hu.nl: https://www.youtube.com/user/digistory ●
De digitale verhalen van KifKif vzw: http://www.kifkif.be/kif-kif-tv/digital-stories
Engelstalig ● Youtubekanaal van het Center for Digital Storytelling: https://www.youtube.com/user/CenterOfTheStory 8
●
Youtubekanaal van Digistories UK: https://www.youtube.com/digistoriesuk
●
Youtubekanaal van Digital Storytelling Asia: https://www.youtube.com/user/digitalstoriesasia
2.2 Wie doet wat? 2.2.1 Rol van de bib De bib op school In het project De bib op school van Bibnet worden de nieuwe mogelijkheden voor samenwerking tussen scholen en bibliotheken in de verf gezet. Voor dit project zijn twee digitale diensten ontwikkeld, die gratis ter beschikking worden gesteld aan scholen. Ze zijn heel waardevol in de context van mediawijsheidsprojecten: toegang tot de Mediargus persdatabank, en een geïntegreerde zoekmodule voor de elektronische leeromgeving van de school.
Toegang tot Mediargus/GoPress Mediargus is het digitale archief van alle Vlaamse kranten, enkele magazines en het persagentschap Belga. Het volledige archief is 24 op 24 toegankelijk en bevat alle nationale en regionale artikels. Bekijk zeker even dit filmpje: http://animoto.com/play/7IhC6BifJI1Yq3IbGgzCOw Bibnet en Mediargus sloten in 2012 een overeenkomst over ‘Mediargusscholentoegang via de bib’. De bibliotheek kan voortaan haar abonnement delen met de lokale scholen, zowel de lagere als de secundaire, en zonder meerkost. Alle leerlingen en leerkrachten krijgen binnen het netwerk van de school toegang tot de volledige databank, met uitzondering van de laatste twee dagen voor krantenartikels en twee weken voor de tijdschriftartikels. De authenticatie gebeurt op basis van het IP-adres van de school en dus zonder gebruik van een paswoord.
9
Geïntegreerde zoekmodule In Vlaanderen gebruikt het leeuwendeel van de secundaire scholen Smartschool of eloV als leeromgeving. Daarnaast zijn ook open source platformen beschikbaar, waarvan de bekendste Dokeos en Moodle zijn. Bibnet ontwikkelde een zoekmodule voor het raadplegen van de gemeentelijke openbare bibliotheekcatalogus, die makkelijk een plaats kan krijgen binnen de ELO van de school. Via deze module krijgen leerlingen en leerkrachten toegang tot de catalogus, de digitale collectie en diensten van de bibliotheek. De zoekmodule is heel eenvoudig: ze bestaat uit een zoekveld met bijhorende knop en een Bib-logo. Wanneer een leerling of leerkracht een zoekterm ingeeft, opent de catalogus van de lokale bibliotheek in een nieuw scherm met daarin de zoekresultaten. Zo garandeert de module niet alleen een eenvoudige toegang, maar ze zorgt er ook voor dat de bibliotheek heel zichtbaar wordt in de school.
Voor meer informatie over De bib op school, zie Bibnet: http://www.bibnet.be/portaal/Bibnet/Lokale_Ondersteuning/De-bib-op-school
En verder ● Inspiratie: ideeën opdoen tussen de rekken ●
Toegang tot bronnen: verhalen, sprookjes, non-fictie, krantenartikels,...
●
Toegang tot materiaal: computers, kopieermachines, scanner, internettoegang,...
●
Uitwerken verhaal: informatieve boeken, cd’s met geluidseffecten,...
●
Begeleiding: gericht zoeken in bibcatalogi, Mediargus/GoPress, internet,...
2.2.2 Rol van de mediacoach Mediabegeleiding: ●
Gebruik van de sites en tools/apps
●
Gebruik van computers en programma’s
●
Hulp met zoekopdrachten (Creative Commons) 10
2.2.3 Rol van de leerkracht Algemene begeleiding: ●
Keuze van onderwerp
●
Creatieve begeleiding
●
Verhaaltechnische / pedagogische begeleiding
11
2.3 Verloop (lesplan) 2.3.1 Voorbereiding Leerkracht en mediacoach: ●
Bepalen of het om een individueel, een partnerwerk of een klassikaal werk wordt
●
Selecteren de onderwerpen waar de leerlingen uit kunnen kiezen
●
Stellen een basisselectie materialen samen -deze worden in de klas ter beschikking gesteld voor de duur van het project (leraarskaart)
●
Leerlingen die nog geen lid zijn van de bibliotheek krijgen een (gratis) lidmaatschap. Aanvullende materialen kunnen op de persoonlijke kaarten worden uitgeleend
2.3.2 Les 1 Mediacoach: Wat is digital storytelling? Enkele voorbeelden Projectie van vooraf samengestelde afspeellijst Hoe begin je eraan? 7 elementen van een digitaal verhaal Introductie stappenplan digitaal verhaal Leerkracht en mediacoach: Keuze van de onderwerpen
2.3.3 Les 2 Leerkracht en mediacoach: Stappenplan: stap 1 en 2 Introductie zoekmodule Zoeken in bibcatalogi (zie bijlage) Introductie Mediargus/GoPress Zoeken in databank (zie bijlage) Auteursrecht: legaal foto’s en muziek downloaden Creative Commons licenties Creative Commons Search
12
2.3.4 Huiswerk Leerkracht: Stappenplan: stap 3 en 4 Het verhaal vormgeven Storyboard: teken het verloop van je digitaal verhaal uit Script: schrijf de tekst die je in het verhaal gaat gebruiken
2.3.5 Les 3: workshop Leerkracht en mediacoach: Stappenplan: stap 5 en 6 Digitaliseren van materiaal Werken met computer, scanner, digitale camera,... Eenvoudige fotobewerking met pixlr.com Monteren van de filmpjes Werken met Windows Live Movie Maker
2.3.6 Huiswerk Leerkracht en mediacoach: Stappenplan: stap 6 en 7 Afwerken van de montage (mediacoach) Finaliseren van het script (leerkracht)
2.3.7 Les 4: workshop Leerkracht en mediacoach: Stappenplan: stap 8, 9 en 10 Geluid, muziek en (eventueel) stem toevoegen aan het filmpje Werken met Windows Geluidsrecorder of digitale dictafoon Begin- en eindgeneriek
2.3.8 Toonmoment Filmvoorstelling in de klas: met medeleerlingen, leerkracht en mediacoach. Klasgesprek. Wat doen we met de filmpjes? Bewaren, tonen aan vrienden of publiceren op het 13
internet? Hoe doen we dat dan best? Wat ze vonden van: samenwerking met de bibliotheek, gevonden informatie via bib op school, gebruik digitale tools,...
Tip! Stel voor een grote of doorlopende filmvoorstelling van de digitale verhalen te voorzien op de opendeurdag van de school. Succes gegarandeerd!
2.4 Inspiratie (mogelijke onderwerpen)
Eerder eenvoudig ● ● ● ●
● ●
Vergelijk een actuele gebeurtenis met een
● ●
Decenniumproject ‘In de jaren...’ (Verschillende groepen in de klas moeten
Stel een belangrijk, bekend of markant
voor de toegewezen decennia één of
lokaal persoon voor (stijl man bijt hond)
enkele interviews afnemen over wat toen
Kies een uitvinding of ontdekking en leg
actueel was en materiaal zoeken om verder
uit waarom die belangrijk is
te illustreren)
Leg uit hoe eenvoudige machines (wiel,
●
Maak een reclamespot voor... je school/
hefboom, tandwiel, katrol, schroef) de
bibliotheek/gemeente... of promoot je
wereld hebben veranderd
favoriete hobby
Maak een korte natuurdocumentaire (bv.
●
‘Mijnheer de directeur/burgemeester...!’
insectenwereld)
(doe via film een positief voorstel aan de
Verfilm een sprookje (ook Afrikaanse,
schooldirecteur of aan de burgemeester
Indiaanse, Chinese, Arabische sprookjes
van je gemeente) ●
Vertel een dag door de ogen van een dier
Verklaar een wiskundig concept aan de
(huisdieren als hond of kat, of als je een
hand van ‘echte’ voorbeelden (breuken of
uitdaging wilt waarom niet vlinder,
gemiddelde bv.)
meeuw, eekhoorn, vleermuis,...)
Leg uit hoe een verkoudheid je precies ziek
●
Vergelijk landbouw vroeger en nu
maakt
●
Vergelijk sprookjes, mythen of legenden
Hoe blijven we gezond (interview dokter, verpleegster, foto’s ziekenhuis,...)
●
●
historische
mogelijk,...) ●
Eerder uitdagend
Vertel hoe het lichaam werkt (maak bv. van
uit verschillende werelddelen en culturen ●
Maak een infomercial (een combinatie van een advertentie (commercial) en een 14
de grote spelers als skelet, bloedsomloop,
documentaire). Bv. belang van genoeg
spijsvertering, zenuwstelsel enz.
slaap, gezonde voeding,
personages die uitleggen waarom ze de
lichaamsbeweging, waterzuivering, groene
anderen zo leuk vinden (samenwerking))
energie,...
●
Vertel de geschiedenis van een sport
●
Kies een historisch figuur en vertel zijn levensverhaal/waarom die belangrijk is
●
Maak een toeristische reportage voor een bestemming waarnaar je op schoolreis gaat
●
Leg uit waarom je een specifiek boek zo goed vond
●
●
Kunstzaken lokaal: interview enkele lokale (beeldende) kunstenaars
●
…
...
2.5 Het verhaal 2.5.1 7 tips voor digital storytelling 1. Gezichtspunt / Point of view Maak je kernboodschap duidelijk en hoe jij er tegenover staat. 2. Dramatische vraag Zorg voor een belangrijke vraag of probleemstelling die de aandacht van de kijker vasthoudt en op het einde een antwoord krijgt. 3. Emotionele inhoud Laat belangrijke punten op een menselijke, persoonlijke manier tot leven komen om je kijker beter te binden aan het verhaal. 4. Spreken is goud Zet je eigen stem, intonatie en taalgebruik in om het publiek te helpen de context van het verhaal te begrijpen. Speel geen rol, je bent wie je bent. 5. De kracht van geluid Gebruik muziek en geluiden om de verhaallijn te ondersteunen en accenten te leggen. Onderschat ook de kracht van stilte niet. 6. Eenvoud siert / Less is more Probeer met zo weinig mogelijk materiaal de boodschap toch duidelijk te maken. 7. Tempo Wees bewust van het ritme van je verhaal en hoe snel of traag je door de gebeurtenissen 15
beweegt.
2.5.2 Stappenplan digital storytelling
Stap 1: Kies het verhaal dat je wilt vertellen Wat kan allemaal? Verhalen over belangrijke mensen, over een belangrijke gebeurtenis of over een interessante plaats. Kijk alvast hierboven eens voor enkele ideeën. Zie het niet te groot. Je maakt geen nieuwe langspeelfilm, maar een digitaal werkstukje van ongeveer twee tot maximaal vijf minuten over een (persoonlijke) anekdote, een stukje kennis, een (eigen) uitvinding, een interessant persoon... Schrijf je verhaal op: een korte schets en in het klad. Begin gerust met in het wilde weg losse ideeën neer te schrijven. Je hoeft nog geen dialogen of ingewikkelde acties uit te schrijven. Beschrijf je personages en de omgeving, vertel wat er gebeurt, waarover gepraat wordt, hoe de personages zich daarbij voelen. Dat volstaat. Praat over je verhaal onder elkaar, met je familie en vrienden en vraag om advies. Speel het ruwe verhaal enkele keren uit in je hoofd en wees kritisch voor jezelf. Is de boodschap duidelijk? Kan je het niet nóg korter zeggen?
Stap 2: Verzamel zoveel mogelijk materiaal Uit je schets kan je al afleiden welke beelden en materialen je allemaal zal nodig hebben. De krachtigste beelden vind je vaak bij een zoektocht op zolder of in oude fotoalbums. Verzamel oude kranten- of tijdschriftenknipsels, platenhoezen, tekeningen, verpakkingen, foto’s, reclame, flyers, souvenirs, behangpapier,... Eigenlijk kan je om het even wat gebruiken, zolang het maar een emotionele betekenis heeft. Het is dus absoluut niet nodig om met een digitale (video-)camera op pad te gaan. Gebruik zoveel mogelijk wat je al hebt. Vaak hebben toevallig gevonden oude materialen meer emotionele impact dan splinternieuwe beelden. Als je toch nieuwe beelden wil gebruiken kan je alles wat je zelf maakt (foto’s, tekeningen) natuurlijk 16
vrij gebruiken. Aan foto’s en muziek die je op het internet vindt zijn vaak auteursrechten verbonden. Je kan dus niet zomaar vrij alles downloaden en gebruiken wat een zoekmachine je voorschotelt. Toch is er een schat aan rechtenvrij materiaal beschikbaar. Die kan je onder meer vinden door te zoeken met Creative Commons Search (zie verder, De rechte weg).
Tip: zelfs met eenvoudige digitale camera’s kan je vaak niet alleen foto’s nemen, maar ook filmen. Gebruik een digitale dictafoon als je een interview wil opnemen, of kijk eens op je gsm. Veel modellen hebben hebben een fototoestel of kunnen geluid opnemen en (belangrijk!) doorsturen.
Stap 3: Maak een storyboard Als je al een kladversie van je verhaal hebt uitgeschreven, is het vaak het makkelijkst om te beginnen met het storyboard om daarna pas het gedetailleerde script uit te schrijven. Sommige mensen werken dan weer liever verder met de tekst en maken het storyboard achteraf. Kies wat jou het beste ligt. Spendeer hoe dan ook genoeg tijd aan je storyboard, het wordt voor de rest van je creatie je belangrijkste vangnet.
Een storyboard duidt twee belangrijke dingen aan: tijd en (inter)actie. 1. Wat gebeurt er in welke volgorde 2. Hoe combineer je je tekst en je muziek/geluid met je beelden. Een goede minimumtijd om een beeld te tonen is vier seconden. Dit is een vuistregel, drukke beelden moeten langer, eenvoudige kunnen korter. Maar het betekent wel dat je voor een filmpje van twee tot vijf minuten maximum tussen de 30 en 75 beelden moet storyboarden. Denk na over je materiaal en welke beelden gepast zouden zijn om je verhaal te vertellen. Een storyboard maakt het proces van kiezen en afwegen makkelijker. Het toont je bijvoorbeeld wanneer je een vertelstem of voice-over moet afbreken, of je te veel of te weinig tekst of beelden gebruikt en of geluid of muziek past of niet.
17
Je kan het sjabloon achteraan gebruiken om te beginnen met storyboarden. Op het internet vind je ook nog andere voorbeelden. Makkelijk storyboarden: ●
Print het blanco storyboard enkele keren af, bij voorkeur op A3-formaat.
●
Teken kladjes van je beelden -of noteer de naam of een duidelijke verwijzing- op Post-its. Het voordeel is dat je zo, net zoals op de computer, later makkelijk de beelden kan verplaatsen of andere toevoegen.
●
Plak de briefjes in de juiste volgorde op het storyboard.
●
Vul nu de aanwijzingen voor acties of effecten, dialoog en geluid in onder de juiste Post-its. Schrijf met potlood, zo kan je later nog uitgommen waar nodig.
Stap 4: Schrijf een script/scenario Op basis van je ruwe verhaal en je storyboard schrijf je je script uit. Nu moet je beslissen of je met een ingesproken vertelstem of met geschreven schermteksten wil werken. Beide kunnen mooie resultaten opleveren, maar de aanpak is anders. Werk je met een vertelstem: Om een zin van zes woorden uit te spreken heb je ongeveer vier seconden nodig. Probeer in je script dus nooit meer dan zes woorden te combineren met één beeld uit je storyboard. Voor een filmpje van twee tot vijf minuten gebruik je maximaal tussen de 150 en 350 woorden. Werk je met schermteksten: Een geschreven tekst moet nog korter zijn dan een gesproken: maximaal ongeveer 100 - 175 woorden voor een filmpje van twee tot vijf minuten. Ga je de tekst apart laten verschijnen, over de beelden heen laten lopen, of een mengvorm? Pas je storyboard uit stap 3 aan tot alles goed zit. Let op dat je je kijker genoeg tijd geeft om de beelden in zich op te nemen en alle teksten rustig te lezen.
Scripttips Een verhaal is meer dan enkel de woorden. Bij een digitaal verhaal wordt gebruik gemaakt van woorden, beelden en geluiden. Een goede geschreven tekst wordt niet altijd een goede gesproken tekst. Schrijf alsof je het tegen een vriend(in) zou vertellen. Veel hangt ook af van de manier waarop je de tekst brengt. Elke stem is uniek en hoe je de jouwe 18
gebruikt is belangrijk voor je verhaal. Lees niet zomaar de tekst op. Vertel alsof een vriend(in) naar je luistert. Probeer niet mooier of anders te praten dan je gewend bent. Je bent wie je bent. De precieze lengte is minder belangrijk dan het ritme. Een A4-tje droog voorlezen duurt ongeveer drie à vier minuten. Maar een verhaal wordt beter als de verteller durft pauzeren en stiltes laten vallen, waardoor de beelden zelf het verhaal dragen. Het kan ook interessant zijn om je vertelling te variëren: trage of snelle stukken, lange of korte pauzes. Probeer te bedenken in hoe weinig beelden en woorden je je verhaal kan vertellen. Vijf minuten is meer dan genoeg tijd om ‘verloren te lopen’. Een verhaal is als een reis en het is heel makkelijk om goed te vertrekken, maar toch nooit op je bestemming aan te komen. Neem geen zijpaadjes, maar ga recht op je doel af. Dus: voeg niets toe dat afleidt van de kernboodschap van je verhaal. Let op met de vertelstem of de schermtekst. Het is overbodig om te zeggen wat de kijker kan zien of te tonen wat hij kan horen of lezen. Je hoeft alleen dingen te vertellen die de kijker niet uit de beelden kan afleiden, en dan nog enkel die dingen die essentieel zijn voor het verhaal. Laat genoeg ruimte aan de verbeelding van je kijkers. Let op muziek en geluidseffecten. Zorg dat je niet per ongeluk een verkeerde sfeer creeërt. Muziek en geluid kunnen een heel krachtig element zijn in een verhaal. Overweeg zeker om zelf muziek of geluidseffecten te maken en op te nemen. Wees er spaarzaam mee om het effect nog te vergroten.
Stap 5: Digitaliseer je materiaal De volgende stap is het digitaliseren, opslaan en eventueel bewerken van je gevonden materiaal. Dit zou je al moeten kunnen op een computer: ●
Een nieuwe map maken
●
Mappen en bestanden hernoemen en opslaan
●
Mappen en bestanden kopiëren en verplaatsen
●
Mappen en programma’s openen, minimaliseren en sluiten
●
Een geminimaliseerde map opnieuw zichtbaar maken
●
Surfen op het internet
Hiermee krijg je hulp: 19
●
Videosoftware Windows Live Movie Maker (zie bijlage)
●
Foto-app Pixlr (fotobewerking) (zie bijlage)
●
Foto’s of documenten inscannen
●
Bestanden overzetten van een digitaal fototoestel of digitale dictafoon (denk aan je kabels!)
●
...
Maak een nieuwe map met als naam ‘digitaal verhaal - [je eigen naam]’ In die map zal je alle materiaal verzamelen. Kopieer ook je script naar deze map. Je kan eventueel submappen maken om makkelijker een overzicht te houden: foto’s, scans, geluid, video,... Je kan digitale of ingescande foto’s heel makkelijk bewerken met de gratis online app Pixlr Express op http://pixlr.com. In bijlage vind je twee korte visuele stappengidsen over deze app.
Stap 6: Monteer je verhaal Software: Windows Live Movie Maker Windows Live Movie Maker online hulp/handleiding (NL): http://windows.microsoft.com/nl-be/windows-live/about-windows-live-movie-maker In bijlage vind je ook een visuele stappengids om je te helpen met Movie Maker aan de slag te gaan.
Tip! Windows Live Movie Maker is compatibel met deze bestandstypen: Afbeeldingen: .jpg, .jpeg, .tif, .tiff, .gif, .bmp, .png en .wdp Geluid: .asf, .wm, .wma, .wav, .mp3 Video: .wmv, .asf, .wm, .avi, .dvr-ms, .mpeg, .mpg, .mpe, .m1V, .mp2, .mpv2, .mod en .vob
Als je in stap 4 besloot om met geschreven schermteksten te werken, moet je je teksten nu al verwerken in je montage. Volg je aangepaste storyboard en probeer tegelijk al rekening te houden met de volgende stap.
20
Stap 7: Synchroniseer film en script Het filmpje heeft nu een eigen structuur en tempo. Vergelijk dat met de structuur en tempo van je script en stel beide op elkaar af. Wees niet bang om nu nog overbodige tekst te schrappen. Je zal ook de timing van je filmpje moeten aanpassen om te passen bij het script: sommige beelden zal je langer en sommige korter moeten tonen. Let op dat je digital story niet te lang wordt. Desnoods verwijder je toch nog enkele beelden.
Stap 8: Geluid - muziek Software: Windows Geluidsrecorder (OF: digitale dictafoon), Windows Media Player Windows Geluidsrecorder online hulp/handleiding (NL): http://windows.microsoft.com/nl-nl/windows7/record-audio-with-sound-recorder Windows Media Player online hulp/handleiding http://windows.microsoft.com/nl-nl/windows/media-player-help#media-player-help=windows-7&v 2h=win7tab1 Overweeg om zelf muziek of geluidseffecten te maken om je digitaal verhaal te ondersteunen. Zeker als je een instrument speelt, maar je kan ook veel leuke geluiden creëren met alledaags materiaal. Enkele voorbeelden: ●
Vuur: verkreukel aluminiumfolie of bakpapier
●
Regen: strooi rijst, vogelzaad of ruw zand op een dienblad of ander dun hard oppervlak
●
Donder: schud met een groot maar flexibel stuk karton
●
Slijmerige modder: Kneed natte gekookte spaghetti met je handen
●
Tijdbom: neem van heel dichtbij het geluid van een oude wekker op
●
Wandelen door bossen/struiken: wrijf over de haren van een schuurborstel
●
Kokend water: blaas met een rietje in een platte pan met water
●
Beek/rivier/water: sla zachtjes met je hand in een platte pan met water
●
Waterval: neem de harde straal van een douchekop op (let op spatten!)
●
Paarden: sla met halve kokosnootschelpen tegen mekaar
●
...
21
In de bibliotheek zijn verschillende cd’s beschikbaar met geluidseffecten. Deze effecten zijn bedoeld voor persoonlijk hergebruik, dus die kan je probleemloos in je digitaal verhaal verwerken. Net als bij foto’s en afbeeldingen geldt dat je niet zomaar muziek die je van het internet haalt mag gebruiken voor je digitale verhaal. Wil je toch muziek of geluiden downloaden, zoek dan via Creative Commons Search (zie verder, ‘De rechte weg’).
Tip! onderschat de kracht van de stilte niet. Veel goede films gebruiken erg weinig muziek en zo natuurlijk mogelijke effecten. Daardoor blijft de aandacht van de kijker beter bij de beelden en het verhaal dat de regisseur wil vertellen. Bovendien komt het zo veel krachtiger over als er dan toch plots een streep muziek of een geluid klinkt.
Stap 9: Neem de vertelstem op Software: Windows Geluidsrecorder (OF: digitale dictafoon), Windows Live Movie Maker Als je besloot om met geschreven schermteksten te werken kan je deze stap overslaan. Oefen eerst enkele keren live de verteltekst voor je hem opneemt. Speel geen rol, wees gewoon jezelf. Neem de tekst op alsof je het aan je vrienden of je ouders zou vertellen. Het is beter om de hele tekst niet in één keer op te nemen. Verdeel de tekst in enkele kortere stukken en neem op in meerdere bestanden. Dat is makkelijker en geeft je meer flexibiliteit bij het monteren. Met Windows Live Movie Maker kan je maar één geluidsspoor tegelijk aan een project toevoegen. Als je al geluid of muziek had toegevoegd, kan je dit zo oplossen: ●
Bewaar je Movie Maker project via ‘Project opslaan als’
●
Bewaar dan een film in hoge resolutie van je project via ‘Film opslaan’
●
Open een nieuw Movie Maker project via ‘Nieuw project’
●
Voeg daarin je bewaarde hoge resolutie film toe via ‘Video of foto invoegen’
In dit tweede project zal je nu opnieuw een geluidsspoor kunnen toevoegen. Elke keer je een extra geluidsspoor wil, zal je deze stappen moeten herhalen.
22
Let op! In dit tweede project kan je aan de timing en effecten van je film niets meer veranderen. Daarvoor moet je terug je oorspronkelijke project bewerken en de stappen hierboven volgen als je klaar bent om het nieuwe geluidsspoor toe te voegen.
Stap 10: Voeg begin- en eindgeneriek toe Software: Windows Live Movie Maker Begingeneriek ●
De titel van je verhaal
●
Jouw (jullie) naam (namen)
Eindgeneriek ●
Je klas, schooljaar, school, en vak (mediawijsheid)
●
De datum
●
De nodige bron- of naamsvermeldingen
Klaar! Nu kan je je digitaal verhaal bewaren, op cd of dvd branden of eventueel zelfs publiceren op het internet. Maar dat moeten we misschien eerst eens bespreken...
2.5.3 De rechte weg Auteursrecht Auteursrecht is het recht van de maker (of een rechtverkrijgende) van een werk van literatuur, wetenschap of kunst om te bepalen hoe, waar en wanneer zijn werk wordt openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Oorspronkelijk was het auteursrecht bedoeld voor de tekst van boeken, maar door een geleidelijke uitbreiding is het vandaag ook van toepassing op onder meer toespraken, software, foto's, films, opgenomen muziek, beeldende kunstwerken, bouwwerken en journalistiek werk.
23
In de praktijk betekent dit dat je materiaal dat je op het internet vindt niet zomaar mag (her)gebruiken. Voor elk gebruik van een werk moet je toestemming vragen aan de maker of eigenaar, die vaak een vergoeding zal vragen. Omdat auteursrechten steeds ingewikkelder worden, is de zogenaamde Copyleft beweging ontstaan (een woordspelletje op het Engelse copyright.). Leden gebruiken de auteurswetgeving om anderen de vrijheid te geven een werk te wijzigen en opnieuw te verdelen. Bovendien wordt het wettelijk onmogelijk gemaakt om het werk of afgeleide werken opnieuw te verdelen onder voorwaarden die die vrijheid beperken. Een van de grootste en bekendste leden van de Copyleft-beweging is Creative Commons (zie verder).
Stockfoto’s Een stockfoto is letterlijk: een foto uit voorraad. Hij is niet speciaal voor jou gemaakt en kan ook door anderen gebruikt worden. Veel kranten en tijdschriften maken gretig gebruik van dit soort foto’s als illustratie bij artikels. Op stock foto’s gelden geen auteursrechten -je hoeft dus geen toestemming te vragen- maar dat wil niet zeggen dat ze altijd gratis zijn. Op de volgende sites vind je gratis te gebruiken stock foto’s over allerlei onderwerpen: Morguefile De afbeeldingen op Morguefile worden vrij ter beschikking gesteld (publiek domein dedicatie). In hun eigen woorden: Je mag met Morguefile beelden alles doen wat je met je eigen foto’s ook mag, behalve er het eigendomsrecht van opeisen. Het is zelfs niet verplicht -maar wel aangeraden- om Morguefile te noemen als bron van gebruikte foto’s. http://www.morguefile.com/ Stock Exchange Stock Exchange vraagt dat je de toestemming van de originele eigenaars vraagt als je hun afbeeldingen commercieel wilt gebruiken -om geld te verdienen. Je mag de afbeeldingen ook niet gebruiken in onder meer politieke campagnes of reclame. Maar voor gewoon, niet-commercieel gebruik kan het wel en is een bron- en naamsvermelding voldoende. http://www.sxc.hu/
24
Tip! Als je met Nederlandstalige zoekopdrachten niet veel resultaten krijgt, zoek dan in het Engels. Gebruik Google Translate om moeilijkere zoekopdrachten voor je te vertalen. http://translate.google.nl/
Creative Commons Creative Commons biedt aan creatieve makers de vrijheid om op een flexibele manier met hun auteursrechten om te gaan. Zij kunnen zelf bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden hun werk verder verspreid mag worden. Met een Creative Commons licentie behouden ze al hun rechten, maar geven aan anderen toestemming om het werk te verspreiden, met nog anderen te delen of te bewerken. Het vinden van een werk onder een Creative Commons licentie betekent niet dat er geen auteursrechten meer op gelden. Zonder een Creative Commons-licentie zou iedereen expliciet toestemming moeten vragen voor elk gebruik van het werk. Met een Creative Commons-licentie kan je in één keer zien onder welke voorwaarden je het werk mag gebruiken, zonder dat er telkens toestemming nodig is. Creative Commons licenties worden opgebouwd rond vier bouwstenen. Deze stellen vier gebruiksvoorwaarden voor die gecombineerd kunnen worden tot zes verschillende licenties. Naast de eigenlijke licenties bestaan er ook nog twee andere tools, namelijk de CC0 publieke domein dedicatie en de Public Domain Mark. Dit zijn manieren om duidelijk te maken dat er volledig afstand van auteursrecht werd gedaan of dat het om een werk gaat waar geen auteursrecht (meer) op rust. Dit zijn de vier bouwstenen van de licenties:
Naamsvermelding. Je staat anderen toe om het werk waar jij auteursrecht op hebt te kopiëren, distribueren, vertonen, en op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken dat op jouw werk gebaseerd is – maar uitsluitend als jij vermeld wordt als maker.
Niet-commercieel. Anderen mogen je werk kopiëren, vertonen, distribueren en opvoeren, alsmede materiaal wat op jouw werk gebaseerd is, mits niet voor commerciële doeleinden.
25
Geen Afgeleide Werken. Anderen mogen je werk kopiëren, distribueren, vertonen en opvoeren mits het werk in de originele staat blijft. Het is niet toegestaan dat anderen jouw werk gebruiken als basis voor nieuw materiaal.
Gelijk Delen. Je staat anderen toe om van jouw werk afgeleid materiaal te maken onder de voorwaarde dat zij het onder dezelfde licentie vrijgeven als het originele werk.
Creative Commons licenties Naamsvermelding CC BY Deze licentie staat anderen toe om het werk te kopiëren, distribueren, vertonen, op te voeren en om afgeleide werken te maken, zelfs voor commerciële doeleinden, maar uitsluitend wanneer jij vermeld wordt als maker. Dit is de meest vrije licentie. Aangeraden voor de maximale verspreiding en gebruik van gelicenseerd materiaal. Naamsvermelding - Gelijk Delen CC BY-SA Deze licentie staat anderen toe om het werk te kopiëren, distribueren, vertonen, op te voeren, om afgeleid materiaal te maken en te gebruiken voor commerciële doeleinden – maar uitsluitend als jij vermeld wordt als maker en afgeleide werken onder identieke voorwaarden worden verspreid. Deze licentie wordt vaak vergeleken met de ‘copyleft’ vrije en open source software licenties. Alle nieuwe werken gebaseerd op jouw werken hebben dezelfde voorwaarden, dus alle afgeleide werken mogen ook voor commerciële doeleinden gebruikt worden. Deze licentie wordt gebruikt door Wikipedia en is aangeraden voor alle materialen die voordeel hebben bij integratie binnen Wikipedia of soortgelijke projecten. Naamsvermelding - Geen Afgeleide Werken CC BY-ND Deze licentie staat anderen toe het werk in zijn geheel te distribueren, zowel commercieel als niet commercieel, zolang het ongewijzigd is en jou vermeldt als de maker van het 26
werk. Naamsvermelding - Niet Commercieel CC BY-NC Deze licentie staat anderen toe het werk te kopiëren, distribueren, vertonen, en op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken dat op jouw werk gebaseerd is zolang dit geen commerciële doeleinden heeft en uitsluitend als jij wordt vermeld als maker. Afgeleide werken hoeven niet onder identieke voorwaarden te worden verspreid. Naamsvermelding - Niet Commercieel - Gelijk Delen CC BY-NC-SA Deze licentie laat anderen toe het werk te kopiëren, distribueren, vertonen, en op te voeren, en om afgeleid materiaal te maken, zolang jij vermeld wordt als maker van het werk, het werk niet commercieel gebruikt wordt en afgeleide werken onder identieke voorwaarden worden verspreid. Naamsvermelding - Niet Commercieel - Geen Afgeleide Werken CC BY-NC-ND Deze licentie is de meest restrictieve van onze zes hoofdlicenties, deze staat anderen alleen toe om jouw werken te downloaden en delen met anderen, zolang ze het werk intact laten en niet commercieel gebruiken.
Meer informatie over de verschillende licenties vind je op de site: http://creativecommons.org/licenses/?lang=nl
Zoeken in Creative Commons Veel zoekmachines zoals Google of Yahoo hebben geavanceerde instellingen om enkel te zoeken door materiaal van CC. Maar het is eenvoudiger om de zoekfunctie van Creative Commons zelf te gebruiken. Zo wordt automatisch met deze instellingen gezocht. Surf naar: http://search.creativecommons.org/
27
Klik op het vakje met de zoekmachine die je wil gebruiken, vul je zoekterm in en druk op Enter. Je kan zoeken tussen Creative Commons afbeeldingen, muziek, video of multimedia.
28
Bijlagen ●
Storyboard sjabloon
●
Stappengids Windows Live Movie Maker
●
Fotobewerking met Pixlr: verouderingseffecten
●
Fotobewerking met Pixlr: rode ogen verwijderen
●
Handleiding ‘zoeken in bibcatalogi’
●
Handleiding ‘zoeken in de Mediargus/GoPress databank’
En tot slot... ●
Dit document werd helemaal samengesteld en opgemaakt in Google Drive. Je kan de online versie vinden via Google of via deze link: https://docs.google.com/document/d/19q2vX9HtRthZk-G46BD6J5sTgTVsq-_jfjbJv-2WXRo/edi t?usp=sharing
●
Woordenwolk: www.tagxedo.com
●
Kijk zeker ook eens op: ○
www.apestaartjaren.be
○
www.bibnet.be
○
www.bytemegame.be
○
www.linc-vzw.be
○
www.mediahelpdesk.be
○
www.mediawijs.be 29
○
www.mediawijsheid.nl
○
www.vsng.be
○
www.webdetective.nl
30