Design enzo
Columns
)NĂ&#x;ONZEĂ&#x;CULTUURĂ&#x;WEEGTĂ&#x;.%%Ă&#x;ZWAARDERĂ&#x;DANĂ&#x;*! 7ATĂ&#x;ISĂ&#x;DAAROPĂ&#x;UWĂ&#x;ANTWOORD $EĂ&#x;EENĂ&#x;*! Ă&#x;DEĂ&#x;ANDERĂ&#x;.%% Ă&#x;.%%Ă&#x;DUS %ENĂ&#x;WILĂ&#x;SEX Ă&#x;*! Ă&#x;$EĂ&#x;ANDEREĂ&#x;NIET Ă&#x;.%% Ă&#x;.%%Ă&#x;DUS 2 x modaal maar toch gelukkig %NĂ&#x;ALSĂ&#x;HETĂ&#x;DANĂ&#x;HONDERDĂ&#x;KEERĂ&#x;IS
DANĂ&#x;ISĂ&#x;HETĂ&#x;NIETĂ&#x;VIJFTIGĂ&#x;KEERĂ&#x;*!Ă&#x;ENĂ&#x;VIJFTIGĂ&#x;KEERĂ&#x;.%% .EEN Ă&#x; Ă&#x;KEERĂ&#x;.%%Ă&#x;ISĂ&#x;HONDERDĂ&#x;KEERĂ&#x;.%% Ă&#x;0UNT Van Fabian, de hoofdredacteur, hoor ik dat Credits in het vervolg !LSĂ&#x;JEĂ&#x;IETSĂ&#x;*!Ă&#x;WILTĂ&#x;MOETĂ&#x;JEĂ&#x;HETĂ&#x;NOGĂ&#x;VOORĂ&#x;ELKAARĂ&#x;ZIENĂ&#x;TEĂ&#x;KRIJGENĂ&#x; meer over grafische vormgeving zal gaan. Waar beginnen ze aan? ENĂ&#x;HETĂ&#x;VERVOLGENSĂ&#x;OOKĂ&#x;DOENĂ&#x;ENZO !LSĂ&#x;JEĂ&#x;IETSĂ&#x;.%%Ă&#x;WILTĂ&#x;ISĂ&#x;HETĂ&#x;KLAAR Er is al een blad voor vormgevers waarvan ik me iedere keer als *! .%% STICKERSĂ&#x;OPĂ&#x;JEĂ&#x;DEURĂ&#x;ZIJNĂ&#x;EIGENLIJKĂ&#x;.%% ik het inkijk afvraag hoe ze het vol krijgen. Gewoon een lekker .EEMĂ&#x;!Ă&#x;WANTĂ&#x;"Ă&#x;ISĂ&#x;.%% ‘overtrekboekje’ (met dank aan Brordus Bunder voor de prachtige 6ANĂ&#x;-)33#()%.Ă&#x;WORDTĂ&#x;WELĂ&#x;GEZEGDĂ&#x;DATĂ&#x;HETĂ&#x;ERĂ&#x;TUSSENĂ&#x;INĂ&#x;ZIT Ă&#x; DATĂ&#x;ISĂ&#x;NIETĂ&#x;ZO Ă&#x;%ENĂ&#x;BEETJEĂ&#x;*!Ă&#x;ISĂ&#x;*!Ă&#x;ENĂ&#x;EENĂ&#x;BEETJEĂ&#x;.%%Ă&#x;BESTAATĂ&#x;NIET term) lijkt me dan nog het best. Een hoop mooie, lekkere, geile *!Ă&#x;HEBĂ&#x;JEĂ&#x;.%%Ă&#x;KUNĂ&#x;JEĂ&#x;KRIJGEN ontwerpjes van goede binnen- en buitenlandse vakbroeders waar ENĂ&#x;NOUĂ&#x;ZWEMMENĂ&#x;GODVERDOMME
je verlekkerd naar kan kijken en je door kunt laten ‘inspireren’. Niet te veel tekst in ieder geval. Van die verhandelingen over het vak waar volgens mij maar weinig ontwerpers iets van begrijpen. Veel ontwerpers hebben met moeite hun middelbare schooldiploma gehaald en werd vervolgens geadviseerd iets ‘met de handen’ te gaan doen. Eenmaal op een academie word je ook niet veel wijzer. Beetje kunstgeschiedenis en een scriptietje in je laatste jaar maar verder voornamelijk knippen en plakken. Ik vraag me altijd af wie die artikelen dan wĂŠl lezen. Ze worden meestal geschreven door kunsthistorici of andere universitair geschoolden. Geen ontwerpers in ieder geval. Waarschijnlijk zijn diezelfde ‘in design geĂŻnteresseerde intelectuelen’ de lezers van de artikelen. Naar mijn stellige overtuiging kijken mijn collegae en ik alleen plaatjes. Of een stuk over collega’s met foto’s van hun studio’s enzo, dat vinden we ook wel leuk. Beetje clubblaadje zeg maar, maar dat doet vormberichten van de BNO al (leuk blaadje overigens). Waar ik me over verbaas is dat zoveel mensen het zo’n interessant gebeuren vinden, dat ontwerpen. Die club mensen eromheen die erover schrijven en praten maar ook de mensen die opgewonden reageren als je ze vertelt wat je doet. Ik heb het dan wel over de provincie, waar ik tegenwoordig woon. In Amsterdam zou ik antwoorden dat ik in de zorg zit, dat maakt daar meer indruk want 10
Pagina uit ‘Lunacy’, in eigen beheer uitgegeven blaadje van Jurgen Flick.
(Door Overburen gemaakt) logo van ‘t Blaffend Hert, waar deze column is voorgedragen.
Spam Ik hoor veel mensen klagen over spam. Ik begrijp wel waarom en toch zie ik dat anders. Ik vind het altijd wel fijn om even te winkelen voor ik ’s ochtends begin. Je krijgt via het net dingen aangeboden die je in de meeste winkelstraten niet vindt. Blow jobs, penisverlengingen, horny slutjes. Het heeft doorgaans een goed effect op m’n humeur. Als ik op alle penisverleng aanbiedingen was ingegaan had ik er nu een van 10 meter. Of nee, eigenlijk had ik dan een kuil van 9 meter 85 ofzo. Ze maken ‘m helemaal niet langer maar maken er een kuiltje boven waardoor ‘ie langer lijkt. Ook al niet echt dus. En die vrouwen, ja, dat is zielig enzo en vrouwenhandel en weet ik wat voor een ellende niet allemaal meer. Maar ja, de Ikea schijnt ook kinderarbeid te gebruiken en Albert Heijn test vast op schapentestikels. Op mijn zeventiende liep ik stage als etaleurtje bij de Bijenkorf. Een keer per jaar gingen ze op filiaalbezoek in Amsterdam en ik mocht een keer mee. De baas van het clubje, Toon, leerde me waardevolle dingen in die tijd. Van het Centraal Station liepen we, op zijn commando, over de wallen naar de Bijenkorf. “En nu gaan wij naar een peepshow, want als je voor een knaak een blote vrouw kan zien moet je dat altijd doen,” doceerde hij. Ik had daar toen al weinig tegen in te brengen. Ze keek me aan en het leek of ze het speciaal voor mij deed. Ik wist en weet wel dat dat niet zo is maar het is toch fijn. Ik weet wel dat de tekst ‘good morning Joost, do you
11
Beeld in voetbalblad Johan over Guus Hiddink die het dat jaar goed voor zichzelf had geregeld bij PSV.
2005, tegenover mijn toenmalige kantoortje in Arnhem werd gewerkt aan de hoogbouw van Ben van Berkel...
Binding Tot voor kort hielden wij ons op de studio voornamelijk bezig met cultuur: theater, festivals, kunst. Ik dacht er eigenlijk nooit zo bij na of ik dat nou wel zo zinnig vond – ik vind het gewoon leuk dat het er is. Nu verleggen onze werkzaamheden zich echter meer en meer naar een wat commerciëlere hoek. Dat vind ik om een aantal redenen heel fijn, maar een probleem is dat ik toch voel dat ik een beetje binding met het onderwerp moet hebben om tot iets goeds te komen. Om die reden zou ik denk ik niet geschikt zijn voor een reclamebureau. Het lijkt me heel moeilijk om bij het maken van iets voor McDonalds, niet de hele tijd te denken aan de mensen die je die smerige troep door hun strot aan het proppen bent. Hoe lollig of mooi het filmpje ook is, je bent toch die vieze hamburgers aan het verkopen. Sportschoenen bijvoorbeeld (zijn we nu mee bezig): heel leuk. Maar een chique kattenvoermerk (waar we laatst iets voor gingen doen): op het randje. Je kunt het wel heel leuk maken en dat leek ook te gaan gebeuren (de opdrachtgever had er hele fijne ideeën over), maar het blijft kattenvoer voor verwende klote beesten die de hele dag op lelijke vrouwenbenen liggen. Nu ja, we hebben de ‘pitch’ niet gewonnen. Het is wel grappig dat je als ontwerper op deze manier in een soort schemergebied terecht komt. Zolang je je met theateraffiches of kunstcatalogi bezighoudt is het oké, maar dit?! Jaren geleden werd me dat al eens ondubbelzinnig duidelijk gemaak toen de ‘postzegeldienst’ van de voormalige
19
rrrrrrrrrrrrrrrrrr
rrrrrrrrrr rrrrrrrrrrrrrrrrrrrr
rrrrrrrrrrrrrrrrrrrrr teef
zak
+ kerstverlichting 65 rrrrrrrrrrrrrrrrr nederland
Mijn naaM is babette en ik vind spuiten geiler dan slikken
Mijn naaM is babette en ik babbel liever Met hugo en Youri dan dat ik schnabbel Met jack
Mijn naaM is babette en wij kijken liever naar een boer die een vrouw zoekt dan naar Yvon jaspers die een Mol zoekt
22
Boven: Kerstzegel. Ook verschenen als Boomerangkaart. Onder: Babette 2.0, campagne voor mensen werkzaam bij de publieke omroep.
rrrrrr Oud
2005, de aankoop van een harde schijf van 1 terrabyte.
‘Waar moet dat heen, hoe zal dat gaan…?’ Wat komt er na een terrabyte? Hoe lang kun je eigenlijk mee als ontwerper? Zijn er nog bureaus waar ontwerpers hun pensioen halen? Het zal best hoor. Ik ken niet zoveel grote bureaus van dichtbij. Alle bureaus die ík ken, bestaan uit twee tot tien mensen. Allemaal tussen de 25 en 50 jaar oud. Die van tussen de 35 en de 50, die er rondlopen, zijn dan de oprichters/maten/bazen of weet-ik-wat. Het kan ook haast niet anders. Het vraagt nogal wat om bij te blijven. In de twaalf jaar van m’n ontwerperzijn ben ik van Pagemaker, via Quark XPress, naar InDesign gegaan. Van 44 MB Syquest naar 2 terra externe HD. Van enveloppe met postzegel naar FTP, van foto uitsnedes op kalkpapier naar van het net geplukt beeld, enzovoort. De slag naar Flash enzo heb ik gemist. Ik kan wel iets, maar zal het altijd verliezen van de generatie onder me. En ik ben nog geen 40! (Het wordt een soort topsport. Voor je veertigste binnen zijn en dan de cursus ‘trainer betaald-design’ volgen ofzo. ((Om een goede trainer te worden moet je een goede voetballer zijn geweest, leert J.C. ons. Ja, zelfs over sport schrijven kun je beter als je zelf topsporter geweest bent, vertelt Hij in z’n nieuwe tijdschrift.)) Geldt dat voor ontwerpers ook? Zijn de beste docenten goede ontwerpers geweest?) Bij opdrachtgevers lijkt hetzelfde aan de hand. Oude communicatiedames kom je nauwelijks tegen, of ze zijn de baas en delegeren na één gesprek naar een jongere. Ze zijn allemaal eind twintig. Dan kun je als ontwerper ook moeilijk zestig zijn. Ik kan het nu al nauwelijks meer hebben als zo’n meiske me vertelt dat het beeld
23
Boven: vakantiefoto. Onder: column over Leni ‘t Hart in Nieuwe Revu.
2005, leuke klus voor de TU in Delft, die wordt verpest door de ‘blauwe swoesj’ die er volgens het huisstijlhandboek op moet...
Halt! Huisstijlbewaking!
Dat stamt uit de vorige eeuw, dat huisstijlhandboeken-gedoe. Vreselijk. En je komt het nog steeds tegen. Grote organisaties komen nog wel eens bij ons terecht als er iets voor jongeren gemaakt moet worden. ‘Het moet hip, humoristisch, opvallend én aansprekend... en, o ja, deze blauwe balk moet onderaan (de specificaties vind je in de meegestuurde huisstijl-pdf) én dit logo moet zus én deze krul met onze slogan moet zo...’. En verder moeten er dan nog drie logo’s op van participerende organisaties/ overheden. Wie heeft daar wat aan? De club zelf in ieder geval niet – denk je nou echt dat er één jongere denkt: ‘Hé, dat logo stond vorige keer rechts’. Of: ‘Hé, waar is die geweldige slogan van vorige keer?’ En voor de ontwerper zijn de lol en de kans om er iets van te maken ook behoorlijk afgenomen. Kortom: ophouden met die onzin. Blauwe balken, rare streepjes, van het vlak aflopende huisstijlvormen, in logo’s gewrongen slogans. Kappen! Huisstijlhandboeken en -pdf’s weg. Behalve dan voor belastingdiensten enzo, dat is wat anders, dat gaat er niet zozeer om of het er lekker uitziet. Daar zal het dan wel van belang zijn dat dingen een vaste plek hebben, waarschijnlijk. Opdrachtgevers willen het vaak omdat het zo hoort. Een bedrijf heeft een huisstijl nodig (is dat zo?) en om die strak te houden (waarom?) dient er dan dus een manual te komen. Voor
37
Uit ‘Credits’, thema wansmaak.
Ode aan de onbekende fotograaf Jaren geleden kocht ik op een rommelmarkt een plastic tas vol foto’s. Het bleek een bijzondere verzameling: de afdrukken van een (amateur-) fotograaf. Een Belgische waarschijnlijk. In de tas zijn de foto’s die hij zelf heeft gemaakt en de (privé-)foto’s waar hij zelf op staat door elkaar geraakt. Samen geeft het een prachtig beeld van het leven en het werk van de man. Naast een welhaast dubieuze voorkeur voor jonge jongens, is hij in de weer met de meest uiteenlopende vrouwen. Hij fotografeert ze, zwemt en feest met ze en lijkt met een aantal een relatie te hebben. We zien hem ook in professionele settings met modellen en zo. Wij kijken vaak in de tas en hebben al een aantal van de foto’s gebruikt. Er zitten hele intrigerende beelden bij en hoewel de man op ons niet direct een symphatieke indruk maakt, zijn we hem dankbaar voor het werk dat hij ons naliet. Wat je ziet op de pagina hiernaast, is een greep uit de plastic tas. Een ode aan de onbekende fotograaf.
wo 12.30 uur
wo 16.00 uur
wo 18.30 uur
wo 19.30 uur
wo 22.00 uur
do 02.00 uur
do 03.30 uur
do 11.00 uur
do 13.00 uur
do 15.00 uur
do 16.45 uur
do 19.00 uur
Mebabette Youtube
152
Op verzoek van Hotspot, van de Publieke Omroep, wordt Babette in 2008 weer tot leven gebracht. Babette 2.0. ‘Mijn naam is Babette en ik vind spuiten geiler dan slikken’?!
IJdel De hierboven afgebeelde foto, van de vrouw op leeftijd met de appeltaart en de vinger in de lucht, komt van een stockfoto site. Zo een waar je voor twee euro een foto kan downloaden. Waarom doet ze dat? Niet voor het geld. Als de totale operatie haar een cadeaubon oplevert is het veel, lijkt me. Waarom dan? Op de site staan ook veel foto’s van bijna mooie mensen, die net niet worden gevraagd voor echte foto’s en dan hiervoor opteren. Dat snap ik. Dat is ijdelheid. Niks mis mee. Maar deze foto snap ik echt niet. Dit lijkt me geen enkele hoofdzonde te bevredigen. Als dit haar fifteen minutes of fame waren komt ze er karig vanaf. En de fotograaf. Die zal hier toch ook noch rijk noch beroemd van worden. Bedenk maar eens een artikel waar deze plaat bij kan. Ging dit spontaan? Dat hij zei: “Annie, kun je wat geiler kijken?” en dat zij toen die rare vinger naar hem opstak? Of vroeg hij hierom? “De taart iets naar links en die vinger omhoog, en dan lachen, ja zó ja!” Hoe dan ook, ik ben blij dat het mijn moeder niet is. 153