Als je iemand met een bril ziet, moet je diens brillenglazen schoon hijgen
Als je gaapt, vliegt er een vlieg je mond in
Je moet ĂŠĂŠn dag per week uit de vuilnisbak van je buurman eten
Je scheten zijn zichtbaar
Je draagt altijd een trappelzak
Je moet altijd tandpasta in je eten smeren