MEST #9

Page 1

EXTINCE IS TERUG

HOE DANS HELPT ALS JE PARKINSON HEBT

ANTON DAUTZENBERG OP DE SOFA

OOK: HEEFT HET SYMFONIEORKEST NOG EEN TOEKOMST?

Nr 9

Maart 2015 € 7,95 bijzondere cultuur in Noord-Brabant

TONEELSCHRIJVER

RIK VAN DEN BOS:

“Ik wil een verhaal achter de muren van de samenleving doorgronden”


Kom dichter bij Vincent

[Advertentie]

Vincent van Gogh was een Brabander. Hij werd hier geboren en groeide hier op. Het Brabantse land en de Brabantse mensen waren een bron van inspiratie voor hem. Ze keren terug in zijn schilderijen en brieven. Dit jaar wordt Van Gogh groots geëerd met een uitgebreid programma. Laat je inspireren door de schilder, zijn werk en zijn leven.

Van Gogh in Brabant De Brabantse Van Gogh-erfgoedlocaties in Zundert, Etten-Leur, Tilburg, Nuenen en Het Noordbrabants Museum in ‘s-Hertogenbosch vertellen een persoonlijk verhaal in woord, beeld en geluid. Samen met lokale organisaties en ondernemers hebben ze dit jaar extra veel te bieden. Tilburg In de voetsporen van Van Gogh Expositie van foto’s uit de Brabantcollectie en Regionaal Archief Tilburg van het Brabantse platteland. In Natuurmuseum Brabant (1 oktober t/m 31 december).

Zundert Exposities Het Vincent van GoghHuis biedt een uitgebreid expositieprogramma met moderne en hedendaagse kunstenaars, door Van Gogh geïnspireerd. O.a. Robert Zandvliet (29 maart t/m 7 september).

De Nieuwe Vincent Expositie van de eindresultaten van een educatief talentenprogramma. In Vincents Tekenlokaal (1 t/m 31 december).

Bloemencorso Zundert Het grootste dahliacorso ter wereld eert Van Gogh (6 en 7 september).

Nuenen The Vincent Affair Tentoonstelling en optredens. Beleef het gedachtengoed van Van Gogh op een eigentijdse manier in het voormalige woonhuis van Margot Begemann, Vincent’s geliefde. In Nune Ville (1 april t/m 1 oktober).

Etten-Leur Festival Van Gogh Leeft! Evenement met een Kunstexplosie aan Stationsplein 45 en een expositie van Wim Schutz in de Van Gogh Kerk. Maar ook wandel-, fiets- en boottochten door het landschap van Van Gogh, 2D en 3D streetpainting en (straat)theater van o.a. CloseAct. Op 31 mei de combinatie met de meest kleurrijke koopzondag – met braderie – van het jaar. (29 mei t/m 7 juni).

Exposities Het Vincentre biedt gedurende dit jaar drie wisselexpo’s:‘De aardappeleters’, ‘De schildervrienden van Van Gogh’ en ‘Familie Van Gogh toen en nu’. Etten-Leur De start van een carrière

Zundert Geboorteplaats van Van Gogh

Tilburg De eerste tekenlessen

’s-Hertogenbosch Design uit het land van de aardappeleters vormgevers ontmoeten Van Gogh Ca. 85 werken en producten van gevestigde Brabantse designers en jong talent gekoppeld aan bekende thema’s van Van Gogh. In Het Noordbrabants Museum (25 januari t/m 26 april). Waar is Van Gogh? In deze tentoonstelling zie je hoe Van Gogh’s beeldtaal wordt toegepast in de moderne tijd en in je dagelijkse omgeving. In Het Noordbrabants Museum (3 oktober 2015 t/m 10 januari 2016). Natuurlijk is er nog veel meer te doen in Brabant rondom Van Gogh, bijvoorbeeld Festival Boulevard in ’s-Hertogenbosch, dancefestival WiSH Outdoor in Beek en Donk, de Roodharigendag in Breda en lichtfestival GLOW in Eindhoven.

’s-Hertogenbosch De originele werken Nuenen Het eerste meesterwerk

Plan je bezoek op visitbrabant.nl


INHOUD Nr 9

24

JE LICHAAM WEER TOT LEVEN DANSEN Marc Vlemmix was 37, moest danshuis Station Zuid opdoeken en kreeg van de dokter te horen dat hij Parkinson had. Uiteindelijk kreeg hij zichzelf weer op de rit. Met: dans. Samen met balletmeester Andrew Greenwood laat hij nu andere patiënten dansen. De resultaten zijn zo indrukwekkend, dat het VUmc onlangs is gestart met een onderzoek.

14

INDRUKWEKKENDE FILM VAN PETER VAN HOUTEN “Ik wil dat je van Jean-Marie gaat houden.”

MEST nr 9

10

EXTINCE, DE KEIZER VAN DE NEDERHOP, HEEFT EEN NIEUWE PLAAT “De Ex legde de basis voor elke Nederlandstalige rapper.”

7

HET GRAF VAN LUC DE VOS

20

CULTUURJOURNALIST GERRIT VAN DE HOVEN OVER DE FILM DIE ZIJN LEVEN VERANDERDE

48

VINCENTS TEKENLOKAAL

52

NIEUWE RUBRIEK: VERGETEN BRABANTSE CULTUURHELDEN. MET IN DEZE EERSTE: DE BAND NASMAK

58

NIEUWE PUBLICATIES VAN UITGEVERIJ GEROOSTERDE HOND. GOD IS DE LUL. 3


[Advertentie]

ADVERTEREN IN

Kan zowel in het magazine als online. Interessant voor: • Culturele instellingen zoals musea, bibliotheken en poppodia die de Brabantse cultuurliefhebber willen bereiken. • Bedrijven die hun product willen aanbieden aan cultuurliefhebbers en de culturele en creatieve sector in Noord-Brabant. • Overheden en fondsen met belangrijke informatie voor de cultuursector. Kijk op de site voor meer informatie.

www.mestmag.nl

Met de site en het tijdschrift tonen we de waarde van cultuur in Noord-Brabant. Onder andere door te laten zien wat de waarde van kunst en cultuur is voor verschillende facetten van ons persoonlijke en maatschappelijke leven, zoals welzijn, economie, wetenschap, politiek en milieu. MEST magazine wordt in controlled circulation verspreid onder ongeveer drieduizend personen, binnen en buiten Noord-Brabant, die belangrijk zijn, kunnen zijn of moeten zijn voor kunst & cultuur in Brabant. Daarnaast is MEST een publiekstijdschrift: het wordt verspreid via de boekhandel, het ligt op diverse leestafels en belangstellenden kunnen zich abonneren (zie ook pagina 42).

facebook.com/MestMag

@mestmagazine

mestmagazine

linkedin.com/company/ mest-magazine


28

MOETEN WE HET SYMFONIEORKEST MAAR OPDOEKEN?

vindt helemaal niet dat kunst moet aansluiten bij een ‘Brabants profiel’

“Het is een anachronisme, een afspiegeling van de negentiende-eeuwse maatschappij.”

t

opkunst, co-creatie, innovatie, kwaliteit, schoonheid, participatie, verdienmodel, aansluiten bij het DNA; als we het over kunst en cultuur hebben, dan herbergt de taal die we daarbij hanteren vaak de tijdsgeest. Want in woorden die we gebruiken zit vaak meer verscholen dan we denken.

44

JEROEN DE LEIJER ONTMOET: ANTON DAUTZENBERG “Ik begin de liefde steeds meer te waarderen.”

32

KUNSTENAAR EN LANDSCHAP VAN ZIJN JEUGD

Een van de meest opvallende gemeenplaatsen kwam ik tegen in de criteria van het nieuwe cultuurfonds Brabant C: “Kunst moet aansluiten bij het profiel van Brabant.” Wat is dat? Past het werk van Mondriaan, omdat het rode en witte blokken bevat, net als de provincievlag? En past een voorstelling van Toneelgroep Amsterdam beter bij Brabant als er worstenbroodjes na af afloop worden geserveerd? Hiphop sluit niet aan bij het profiel van New York, maar het profiel van New York is onder andere hiphop. Dan maar geen hiphop in Brabant omdat New York het al heeft? Taal zegt veel over het beeld dat we van onszelf hebben. Het beeld van kunst die moet aansluiten bij een profiel maakt me een beetje zenuwachtig. Het is een politiek Blut und Boden-argument, een Ravensburg-landschap.

“Juist omdat ik dit bos al van jongs af aan ken, kijk ik voorbij de oppervlakkige schoonheid.”

54

THE RUGGEDS: WERELDBEROEMD ZONDER DAT IEMAND HET WEET

De beste breakdance-crew ter wereld komt uit Eindhoven.

MEST nr 9

Daarom bevraag ik in deze column clichétermen. Groot voorbeeld hierbij is Flaubert, die zich met zijn Woordenboek van Pasklare Ideeën afzette tegen de maatschappelijke verstarring door stereotype zienswijzen.

Juist de gedachte dat kunst moet aansluiten bij het profiel van Brabant, bewijst waarom investeren in cultuur in deze provincie extra noodzakelijk is. En dan niet in een lokale Anton-Pieckrealiteit, die enkel lokaal geldig is. En misschien nooit bestaan heeft. De enige realiteit die geldt, is de realiteit van de wereld. En als die wereld ergens in verborgen zit, dan is het wel in de kunsten. Daarom moet kunst niet aansluiten bij het profiel van Brabant, maar moet het profiel van Brabant aansluiten bij kunst, bij de wereld.

JOOST HEIJTHUIJSEN

5


kbesprekingen ekbesprekingen besprekingen Boekbesprekingen kbesprekingen

[Advertentie]

Doe je ???? ? DoeDoe je mee mee je mee Doe je mee je mee Meld project ––van of een ander –– Melddan daneen een project vanjezelf jezelf ofvan vanof een ander Meld dan een project – van jezelf van een ander Meld dan een project – van jezelf of van een ander – Meld dan een project – van jezelf of van een ander –– aan voor de Brabantse Erfgoedprijs 2015. aanvoor voor de Brabantse Erfgoedprijs 2015.2015. aande voor de Brabantse Erfgoedprijs aan Brabantse Erfgoedprijs 2015. aan voor de Brabantse Erfgoedprijs 2015. Kijk op: www.erfgoedbrabant.nl/BEprijs2015 Kijk op: www.erfgoedbrabant.nl/BEprijs2015 Kijk op: www.erfgoedbrabant.nl/BEprijs2015 Kijk op: www.erfgoedbrabant.nl/BEprijs2015

Kijk op: www.erfgoedbrabant.nl/BEprijs2015

De Erfgoedprijs isisde voor innovatie DeBrabantse Brabantse Erfgoedprijs deprijs prijs voor innovatie De Brabantse Erfgoedprijs is devoor prijsinnovatie voor innovatie De Brabantse Erfgoedprijs is de prijs met Brabants cultureel erfgoed De Brabantse Erfgoedprijs is als de prijs voor innovatie met Brabants cultureel erfgoed alsvertrekpunt. vertrekpunt. met Brabants cultureel erfgoed als vertrekpunt. met Brabants cultureel erfgoed als vertrekpunt.

met Brabants cultureel erfgoed als vertrekpunt.

11 1

Boek auteur Boek auteur Boek auteur Boek auteur Boekbesprekingen titel Boekbesprekingen titel Boekbesprekingen titel Boekbesprekingen titel Boek auteur Boekbesprekingen door doorBoekbespreking Boekbesprekingnaam naam door Boekbespreking door Boekbespreking naam naam

Boekbesprekingen titel

Doe je mee ?

Boekbesprekingen Boekbesprekingenplatte plattetekst. tekst.Pero Peromolorion molorionprestiu prestiu

Boekbesprekingen platte tekst. Pero molorion platte tekst. Pero molorion prestiu prestiu doorBoekbesprekingen Boekbespreking naam rehentis conecus Ad rehentis conecusmoluptur? moluptur? Admodit moditmcevewvedmcevewved-

rehentis moluptur? Admcevewvedmodit mcevewvedrehentis conecusconecus moluptur? Ad modit cero ceromolorion molorionprestiu prestiurehentis rehentisconecus conecusmoluptur? moluptur? cero molorion prestiu rehentis conecus moluptur? cero molorion prestiu rehentis conecus moluptur? Ad Admodit moditmi. mi.Pero Peromolorion molorionprestiu prestiurehentis rehentisconecus conecus Admi. modit Pero molorion rehentis conecus Ad modit Peromi. molorion prestiu prestiu rehentis conecus Meld dan een project – van jezelf of van een moluptur? mcevewvedcero molorion Boekbesprekingen platte tekst. Pero molorion prestiu moluptur?Ad Admodit modit mcevewvedcero molorionprestiu prestiu moluptur? Ad modit mcevewvedcero molorion prestiu moluptur? Ad modit mcevewvedcero molorion prestiu rehentis conecus moluptur? mi. rehentis conecus moluptur?Ad Admodit modit mi. rehentis conecus moluptur? Ad modit mcevewvedaanmi.voor de Brabantse Erfgoedprijs 2015. rehentis conecus moluptur? Ad modit rehentis conecus moluptur? Ad modit mi. Boekbesprekingen bold italic. Boekbesprekingen bold italic. conecus moluptur? ceroBoekbesprekingen molorion prestiubold rehentis Boekbesprekingen bold italic. italic.

ander –

Kijk op: www.erfgoedbrabant.nl/BEprijs2015

Ad modit mi. Pero molorion prestiu rehentis conecus moluptur? Ad modit mcevewvedcero molorion prestiu rehentis conecus moluptur? Ad modit mi. De Brabantse Erfgoedprijs is de prijs voor innovatie Boekbesprekingen bold italic.

Illustratie: met Brabants cultureel erfgoed als vertrekpunt. Illustratie:Doret DoretEeken Eeken Illustratie: Doret Eeken Illustratie: Doret Eeken

8888 i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N Ei RnFbGrOaE b 8888 D a n t N U M M E R 5 O K T O B E R 2 0 1 1 i n b r a b a n t T I J D S C H R I F T V O O R B R A B A N T S H E E M E N Ei RnFbGrOaE b D a n t N U M M E R 5 O K T O B E R 2 0 1 1 8 r8a N TESN HEiER FbGtrOa bD Ma Mn Et R N5U OMKMTEORB E5 RO 2K 0T 1O1 B E 8 R 8 2 0 1 1 88 i n b biannbtr aT IbJ Da SnCtH RT I FJ DT SVCOHORRI FBTR VA OB OA RN TBSR AH BE EA M nEFM bGrOEaNE bDEiaRnn NE U

88

Illustratie: Doret Eeken


ER LOOPT WEER EEN HOND OVER MIJN GRAF Schrijver / journalist Eric Alink bezoekt graven van illustere Brabanders en Vlamingen. Dit keer: Luc De Vos (1962-2014)

HRAF

i

n het dienstgebouwtje klinkt een bulderlach. De deur kiert. Binnen kijken twee mannen naar schokkerige beelden op een iPad. Het is vast een leuk filmpje. Zelfs op een begraafplaats. Klopklopklop. De werkplunjemannen kijken op. Een van hen drukt op pauze. Waar Luc De Vos ligt? In plat Gents, waarbij elke g in een h verandert, legt hij het uit. Linksaf, over het hrindpad, op de Kapelleberh naast de omhezaahde boom. Dan draait Bulderlach zich om. Hij drukt op play. Het is oneerlijk. Het filmpje speelt verder, De Vos niet. De zanger van Gorki is dood. Rewind. Naar 29 november 2014. Feest. Bruno, enig kind van Luc De Vos, viert zijn veertiende verjaardag. Die avond sterft zijn vader. Acuut orgaanfalen, zegt het autopsierapport. Snik, zegt België. Dagenlang verzoekt de federale milieudienst de ramen dicht te houden. Er hangt een wolk van zout boven Vlaanderen. Op Sinterklaasdag pakken zo’n 15.000 fans het verdriet uit. Op het Sint-Pietersplein in Gent nemen ze afscheid van hun volksheld. “Niemand gaat verloren”, heeft Luc hen in de klassieker Mia bezworen. Een liegliedje, sniffen achterblijvers. Maar troostzangers mogen jokken. Fast forward. Naar nu. Het is stil op begraafplaats Campo Santo in Sint-Amandsberg, deelgemeente van Gent. Zielsmooi kerkhof, tegendraadse doden. Hier rusten kunstpaus Jan Hoet, premier Wilfried Martens en schrijver Karel van de Woestijne. Halverwege

de heuvel ligt het gezochte graf. Geen zerk maar rulle aarde. Een sober kruis van hout vermeldt zijn naam en de jaartallen van komen en gaan. Er liggen 52 winters tussen. In het zand staan sporen van een dier. Vos? Ook pelgrims - zo’n drie per dag volgens Bulderlach - markeren hun bezoek. Vijf gitaarplectrums zijn half in de grond gestoken. Andere grafgeschenken: een koperen huissleutel, handgerold sjekkie, stenen uiltje, kaars en drie briefjes. ‘Van je Gorki-fan Isabelle Suenart en dochter Luna De Hauwere’, vertelt een lint aan een gipsen hart. Eén fan lijkt een muzikaal wonder niet uit te sluiten: er liggen oortjes, waarvan de plug in de aarde steekt. De bezoeker knielt en luistert. Maar het is stil in het vossenhol. No hidden tracks. Het leven is een langgerekte bijna-doodervaring, weten rock ’n rollers. Al ben je God op elk podium, vanaf de wieg begin je te sterven. Tartte Luc De Vos de eindigheid? “O lieve dood waar blijf je nou?”, zingt hij in Irma. Elders in het oeuvre van Gorki sterft een hond, is punk dood en zegt een man vaarwel. Afscheid van de begraafplaats. Tegenover de zij-ingang is een huisartsenpraktijk gevestigd. In de wachtkamer zitten zes mensen. Zullen ze van hun kwalen verlost raken? “Het gaat over als je niet beweegt”, zingt De Vos op het album Ik ben aanwezig. Een wachtkamervrouw kijkt naar buiten. De blik is vertwijfeld. Haar ogen zeggen het in plat Gents: elke mens haat dood. Tekst Eric Alink Beeld Anouk Essers


MOOI-LEKKER-HANDIG-

BOEIEND-PIJNLIJK-GRAPPIG

iEdErEeN iS tE kOoP Tijdschrift over kunstenaarsleven €15,00 Beeldend kunstenaar Stijn Peeters (1957) is begonnen aan een autobiografische studie van zijn kunstenaarsleven. Die studie krijgt vorm in het bijzondere tijdschrift EZEL, dat meerdere malen per jaar moet gaan verschijnen. Peeters vindt dat ‘er veel misverstanden bestaan over kunst en kunstenaarschap’ en hij noemt EZEL ‘een verslag van binnenuit’. Mooi gemaakt, met het uiterlijk van een graphic novel. Ambachtelijk, want gedrukt op de risograaf. Het omslag is een zeefdruk, gemaakt bij Grafisch Atelier Daglicht in Eindhoven. EZEL is te bestellen door een mail te sturen naar info@stijnpeeters.com. Een exemplaar kost €15 plus €3 verzendkosten. www.stijnpeeters.com LITERATUUR

KUNST

Caballero zonder filter €15,00 ‘In een tijd dat zowat elke ex-voetballer zijn biografie laat schrijven door een willekeurige journalist, komt de oud-PSV’er Björn van der Doelen met zijn nieuwe album.’ Slim, die marketingafdeling van Bastaard Platen, het platenlabel van o.a. medemuzikant Jeroen Kant. Wij van MEST zeggen: veel liever dit album, Caballero zonder filter, dan weer een biografie van een voetballer. Mooie lofzang op de gewone dingen des levens van Björn van der Doelen. www.bastaardplaten.nl www.bjornvanderdoelen.nl

MUZIEK

Bukowski in de polder €18,95 Frank Lammers noemt Ralf Mohren ‘Bukowski in de polder’. Een lekkere aanbeveling. Niet zo gek, met zinnen als ‘Lopen ging nog. De krant lezen niet meer. Helder denken ging al heel lang niet meer’. In Tonic maken we kennis met Arthur Poolman. Hij is alcoholist. Hij is leraar op een middelbare school, maar hij heeft de drank steeds meer nodig om te kunnen functioneren. Totdat hij de bodem van het leven bereikt. Daar rest hem nog maar één keuze: nooit meer drinken of alles verliezen. www.ralfmohren.nl MEST nr 9


COL

UMN

LEUK IS GEEN REDEN

m

ijn debuutroman is af. Binnenkort komt-ie uit. Dat doen boeken nu eenmaal. Als mensen me hierover aanspreken, is er één regelmatig gestelde vraag die me achtervolgt tot in paniekerige zweetnachtmerries: “Waarom?” KUNST

Nieuwe uitgeverij PANTOFLE €15,00 Eind 2014 verscheen Busted, de eerste officiële uitgave van PANTOFLE BOOKS, een onafhankelijke uitgeverij van kunstenaarsboeken, opgericht door Gertjan van Leeuwen (bekend als Gummbah) en Chantal Rens. Busted werd gemaakt door Gummbah. Het is het geïllustreerde verhaal van de flegmatieke wetovertreedster Jo van der A., wijlen de stiefgrootmoeder van de auteur. pantoflebooks.tumblr.com pantoflebooks@gmail.com

WONEN

Appartement te huur v.a. €900 per maand

In MEST#7 maakten we kennis met een aantal eerste bewoners van Mariëngaarde, ook wel het Ru van Rossemhuis genoemd. Een woonvoorziening bedoeld voor oudere kunstenaars en mensen met een achtergrond in de culturele sector die bewust kiezen voor wonen en werken onder een dak met geestverwanten. De kunstenaarssociëteit is het culturele en sociale hart van de Stichting Ru van Rossem; je moet er lid van zijn om op Mariëngaarde te kunnen wonen. Volgens bewoners is deze nieuwe Tilburgse woon- en werklocatie ‘de ultieme setting om met gelijkgestemden zo lang mogelijk creatief én actief te blijven’. Er is nog plek. www.stichtingruvanrossemhuis.nl MEST nr 9

Waarom in hemelsnaam een boek? En waarom dan precies dít boek? Wie er een kunstopleiding of wat jaartjes in het werkveld op heeft zitten, kent de regels: nooit zeggen dat je het niet weet. En zéker niet toegeven dat het je vooral leuk leek. ‘Leuk’ is geen reden. ‘Leuk’ is een augurk met oogjes. Of een Elmo-muts. ‘Leuk’ is neuken op een schommel, met een slee van de roltrap af, twee knakworsten in je neus steken en dan aan iemand vragen hoe laat het is. Er is van alles leuk, maar ‘leuk’ is geen reden voor kunst. Wie ooit heeft moeten aanschuiven voor een kruiwagentje subsidie kent de regels: wee je kunstzinnige gebeente als je met ‘leuk’ aan komt kakken. Maar ook met wat gemompel over urgentie of wereldbeeld ben je er niet. Je hoort over ‘het waarom’ te kunnen praten in klinkende volzinnen, alsof het werk al jaren bestaat en jij er zojuist een vuistdik proefschrift over hebt geschreven. Terwijl, laten we eerlijk zijn, je niet het flauwste benul hebt. Doe maar niet alsof, niemand luistert mee. Je hebt bij aanvang geen idee waarom je precies maakt wat je maakt. Er is je iets ingevallen dat je aansprak op een emotioneel niveau, een verhaal of concept, en op een bepaald punt in je werkproces begon het betekenis te krijgen. Je wilt helemaal niemand een spiegel voorhouden, kom nou toch. Mensen die spiegels voorhouden maken stijve rotkunst. Jij en ik, wij ontdekken gaandeweg wat de reden is. En soms ook nooit. Omdat de beste dingen niet ontstaan vanuit structuur, maar vanuit het rare, abstracte verkeer tussen je hoofd en je buik. En omdat je daar vooral niet te snel de vinger op moet willen leggen. Maar we doen het, uiteraard, wel. Dat is de afspraak. We lullen een weloverwogen ‘waarom’ aan elkaar en gaan er desgewenst zelf in geloven. Want leuk is geen reden. En subsidie wel. Tekst Lucas de Waard

9


HOE EXTINCE DE NEDERLANDSTALIGE HIPHOP LIET BLOEIEN

ZO GE Z EGD,

zO gEdIgG iEdAaN Altijd goed voor een luid hiphop hooray-moment: Extince is terug! Oosterhouts finest heeft een nieuw album en viert meteen de 20ste verjaardag van zijn debuutsingle Spraakwater. Voor de gelegenheid hebben we zijn werk nog eens gewikt, gewogen, gestript en voorgelegd aan de kenners – en wat blijkt: zonder Extince had de Nederlandse muziekwereld er heel anders uitgezien. Van hitmaker Def Rhymz tot undergroundgroep Opgezwolle – iedereen is schatplichtig aan de porseleinen prins. Een terugblik op zijn ronkende beginjaren.

10

MEST nr 9


MEST nr 9

11


ie bij de naam Extince glazig blikkend zijn schouders ophaalt, is waarschijnlijk niet ouder dan achttien en heeft zijn opvoeders een aantal stevige verwijten te maken. Vraag het de Zwolse rapper Rico maar. Zijn pupillen die Extince niet kennen, gaan standaard met huiswerk de deur uit. “Dan zeg ik: ‘Gast, dat moet je echt gaan checken man, we hebben het hier over de grondlegger!’” Enfin. Voorlopig negeren we de onwetenden even. De kans is immers een stuk groter dat u de zin ‘en nou allemaal uit volle borst’ probleemloos afmaakt met ‘spraakwater lest de dorst’. Of dat u bij de slotzin ‘maar Julio Iglesias dan...’ precies weet wat zich ervoor heeft afgespeeld. Extince behoeft geen introductie. Hij sloft al 48 jaar op zijn teenslippers door het leven, waarvan twintig in de hoedanigheid van grondlegger. De kletsmajoor zelve geeft ons graag een kijkje in zijn beginjaren. Goed plan? Een, twee, oké voorruit dan.

Gewoon relaxt weet je wel In 1994 zette Extince een punt achter zijn hiphopcarrière. Dat was dus een jaartje voor het verschijnen van Spraakwater. Hij – Peter Kops is zijn echte naam – was toen al jaren bezig als Engelstalige rapper. Wat ooit begon in Oosterhout en Breda, was uitgegroeid tot een uitstekende loopbaan in de hiphop. Hij had in New York opgetreden voor zijn held Ice-T en scoorde in 1987 al een bescheiden hitje met The Milkshake Rap. Allemaal uitgekomen dromen. Hij hield er alleen verdomd weinig te tellen aan over. Met zijn eerste kindje op komst, koos hij voor een verantwoordelijk burgermansleven. Keep it real, weet je wel. Extince: “Juist ja, maar toen kwam Def P dus met zijn verzoek: of ik misschien op een track van zijn hiphopgroep Osdorp Posse wilde meedoen. In het Nederlands nog wel. Ik dacht: ‘ Waarom de fok vraagt-ie mij daarvoor man? Ben ik niet stoer genoeg in het Engels of zo? Wat zullen we nou krijgen?’”

12

Een paar maanden later zond de VPRO een liveversie van Turbotaal uit op televisie. De beelden zwerven nog ergens op YouTube: Def P – gekleed in een strak leren hesje – spuugt bijtende raps over een zware metalriff. En dan sloft Extince naar voren. Zijn vriend Ringo The Rampage had hem geadviseerd toch mee te doen – het waterdichte argument: “Fok it man, wat wil je anders doen? Tot je tachtigste blijven hopen op een contract bij Def Jam in Amerika?” Aldus voegde Extince zich bij Osdorp; met wijde kleren en een muts tot over zijn oren. ‘Ik ben Ex weet je wel, gewoon relaxt weet je wel, de enige echte, oprechte MC uit Breedje-da.’ Het contrast was enorm. Vier opgefokte Amsterdammers versus een relaxte Brabander. Gebalde vuisten versus de hand in de broekzak. Historische beelden. Het zou een blijvende tweesplitsing veroorzaken in de Nederlandstalige hiphop.

“Ik wilde rapper worden, geen BN’er”

“Ex was op dat moment al zoveel verder dan Osdorp”, meent Skate The Great. Hij, Richard Simon uit Breda, was de belangrijkste rapmaat van Extince in die tijd. U kent hem wellicht van MTV ’s Gamekings. “In zijn Engelstalige jaren legde Ex zijn flow, zijn woordritme en intonatie, langs de Amerikaanse lat. Dat was het niveau dat hij ambieerde, die New York-streetwise stijl. En dat lukt hem ook. Voor mij voelde de transitie naar Nederlands als opnieuw leren lopen, maar hij pakte het heel soepel op. Bovendien was hij spitsvondig met taal. Osdorp had alleen teksten als: ‘Ik zat in tram Vijf en m’n lul stond stijf want naast me zat een lekker wijf.’ Heel banaal. Dat kon beter, vond Ex.” Rico vult aan: “Extince had gelijk een heel eigen taaltje. Door zijn bijdrage aan Turbotaal hoorde ik pas hoe tof Nederlandstalig kon zijn.”

Zestiggradenwasje ‘Een, twee, oké vooruit dan.’ Zo opende Extince Spraakwater in 1995. ‘Ik breng de binnenlandse funk op verzoek, die gaat erin als koek, ik zet stoute rappers in de hoek.’ Het verzoek kwam van Kees de Koning. De Amsterdamse journalist wantrouwde het Nederlandstalige uitstapje in eerste instantie, maar toen hij Turbotaal hoorde, wilde hij gelijk een solonummer. De rest van het verhaal heeft u zelf meegemaakt: Spraakwater kwam als eerste Nederlandstalige hiphopplaat ooit in de top 10 terecht, Kaal of Kammen volgde, Viervoeters en later het album Binnenlandse Funk. Omdat niemand het aandurfde, bracht De Koning het allemaal zelf uit. Zijn label Top Notch startte een revolutie. Opeens werd de naar boybands meurende ether opgevrolijkt met hiphophits van Ross & Iba, Spookrijders en andere halfvergeten rappers. ‘Boom, surprise, wie is d’r op de buis man?’ U kent het antwoord (níet Henny Huisman).

MEST nr 9


Even voor uw beeldvorming: Extince vertelt zijn verhaal in een hotellounge in Amsterdam. Hier promoot hij vandaag zijn nieuwe album X. Dat wij het vooral over vroeger willen hebben, deert niet, elke stap in zijn carrière is hem dierbaar. Hij praat veel, lacht hard en weeft karakteristieke stopwoordjes soepeltjes door zijn zinnen. Als de prins ‘sna’k bedoel’ zegt, knikken wij. Als hij ‘wee toch’ toch zegt, antwoorden wij met ‘ja toch’. Dat alles lekker onderuitgezakt; laconiek is nog steeds de tactiek. Hij weet zijn privéleven goed te ommuren. Wel zegt hij nog altijd in Oosterhout te wonen, samen met twee van zijn kids die af en toe zijn naam intikken op YouTube; supergaaf natuurlijk. Vader heeft geen smartphone, vader heeft een Nokia driehonderd-nog-wat. “Ik geef niets om die dingen man. Als ik jonge rappertjes zie Twitteren, dan denk ik: fok, hoe doen die gasten dat? Ik word al moe als ik een mailtje moet tikken, dus doe mij maar zo'n old-school phone. Die kan tenminste een zestiggradenwasje hebben, ja toch?”

kritiek op het succes van Extince. Het liet hem niet onberoerd en hij voelde zich genoodzaakt te reageren. Kaal of Kammen: ‘Zie hoe ik die nederhop laat groeien, je wou dat jij dat ook kon, probeer ’t anders met een potje pokon.’ Zo blies Osdorp voor de tweede keer leven in de carrière van ‘de rotte grote geldhoper’ Extince, deze keer ongewild.

Doodknuffelen Dat waren de jaren negentig: oorlogen begonnen vaker met een rap dan met een kogel. Nu, twintig jaar later, heeft de hiphopgemeenschap haar beschavingspeil genormaliseerd. Ook de one-hit-wonders zijn verdwenen. Top Notch en andere labels hebben een sterke, volwassen infrastructuur in de Nederlandse hiphopscene gebouwd, met daarin Eigen Wereld (2006) van Opgezwolle als hedendaags magnum opus. Rapper Sticks – die samen met Rico en producer Delic Opgezwolle vormde – weet nog hoe hij als beginneling voor het podium van Extince en Skate stond: “ We hadden een demootje en dat wilde ik overhandigen. Natuurlijk keek ik op tegen die gasten. Ik was fan. Nog steeds! Maar ik vond wel dat de lat nog wat hoger kon, zo arrogant waren we wel. We wilden heel Paradiso ‘Zwolle, Zwolle’ laten scanderen. Geen idee of dat we daarin geslaagd waren zonder het voorwerk van Extince. Die vraag is niet te beantwoorden, maar ik ben hem sowieso dankbaar. Hij legde de basis voor elke Nederlandstalige rapper.”

Potje pokon Een mens mag veel verwachten wanneer hij Extince gaat ontmoeten, maar dit scenario viel buiten onze fantasie. Het kostte drie maanden om het interview te regelen, telkens weer volgde een belletje van Top Notch: “De Ex laat zich niet snel optrommelen, weet je.” Er hangt een mysterieuze waas om hem heen. En wat blijkt nu: doodnormale gozer. “Ik ken Ex ook als een eenvoudige kerel”, zegt Skate. “Hij is een relaxte goedzak, tevreden met de basics van het leven. Maar ik weet ook dat het moeilijk kan zijn om met hem te werken. Je weet nooit zeker hoe je hem hebt. Hij leeft een beetje in de luwte.” Extince zelf heeft geen idee wat men zo mysterieus aan hem vindt: “Ik heb gewoon geleerd de zaken een beetje te scheiden. Na Spraakwater werd ik opeens herkend op straat. Gasten gingen op een druk kruispunt op de remmen: ‘Fok het verkeer, daar loopt de Ex!’ Dat was schrikken. Ik wilde rapper worden, geen BN’er.” Ondanks zijn bekendheid zag iedereen Extince lang als een one-hit-wonder, hijzelf incluis. Niemand hunkerde naar een volledig album na zijn eerste single. De platenbazen zagen Spraakwater ook alleen maar op ‘de Hilversum-manier’, zoals Kees de Koning dat schijnt te noemen. Zo van: oké, dan gaan we nu Bronwater opnemen en daarna Wijwater en dan dumpen we die rapper weer. Extince had wederom besloten een punt achter zijn carrière te zetten, totdat Osdorp Posse de beroemde diss-track uitbracht. Een fragment uit Osdorp’s Braakwater: ‘Zet die kutradio uit, weer die Peter in de ether, die commerciële mee-eter klinkt voor geen meter.’ Opeens kwam er vanuit de underground

MEST nr 9

Extince presenteert binnenkort zijn nieuwe album, X. Het is zijn zevende, de zes daarvoor: • Binnenlandse Funk (1998) • Vitamine E (2001) • Tweede Jeugd (2004) • De avonturen van Exter-O-Naldus (2005) • Toch? (2007) • De winnaar houdt aan (2012)

Het is een trotse Extince die hier, breed glimlachend, in de hotellounge zit. Als we hem de citaten van Rico, Sticks en Skate voorleggen, slaat hij zijn vuist op tafel: “ Yes! Wauw man.” Alsof hij het allemaal voor de eerste keer hoort. Niets is minder waar. Telkens als hij een album uitbracht, stond hiphoppend Nederland klaar om hem dood te knuffelen. “Op een gegeven moment dacht ik zelfs: waar houdt dit op? Waar blijven die nieuwe helden?” Pas nu hij zijn zoveelste comeback maakt, merkt hij dat zijn werk als grondlegger minder betekenis heeft voor de jongste generatie, voor de onwetenden. Ronnie Flex is hun held. Of Ares, de nieuwste Top Notch-aanwinst uit Oosterhout. Extince vindt het allemaal prachtig. Dat hij hier zit is sowieso een wonder. Hij heeft heel wat zetjes moeten krijgen: New York, Osdorp, Kees de Koning, Prins Extince en toen weer Osdorp. Uiteindelijk is hij de uitdaging om een nieuw genre neer te zetten aangegaan. De binnenlandse funk. Zo gezegd, zo gediggiedaan.

Tekst Thomas Snoeijs Illustratie Martyn F Overweel

13


PETER VAN HOUTEN OVER ZIJN FILM LA VIE DE JEAN-MARIE

“IK WIL DAT JE JEAN-MARIE OMHELST EN VAN HEM GAAT ”

De Bredase filmmaker Peter van Houten maakte een indrukwekkende film over de Vlaams-Franse Jean-Marie, die als pastoor in Zuid-Frankrijk 25 dorpjes bedient. Van Houten maakte de film ussen zijn werk in de thuiszorg door. De documentaire eindigde als vierde in de publiekspoll van het International Film Festival Rotterdam. Er is veel internationale belangstelling, maar (als we dit schrijven) nog geen Nederlandse distributeur. “Laatst sprak ik iemand van de VPRO. ‘Dan gaan we er samen naar kijken en eens flink in snijden’, zei hij. Ik heb jaren aan die film gewerkt, en dan begint iemand over snijden!”

atuurlijk had hij gehoopt dat het zo zou gaan. En toch was Peter van Houten verbaasd, toen hij op het filmfestival van Rotterdam de vertoningen van zijn nieuwe film La vie de Jean-Marie bijwoonde, en merkte hoeveel er door het publiek gelachen werd. “Ik had nooit gedacht dat de mensen Jean-Marie zo grappig zouden vinden.” Bijna drie uur lang volgt de film de van oorsprong Vlaamse pastoor Jean-Marie, die diep in ZuidFrankrijk maar liefst 25 dorpjes onder zijn hoede heeft. Alles aan Jean-Marie is innemend, van het borstelige baardje tot de energie waarmee hij – toch al ver in de zeventig – van kerk naar kerk sjeest. Bovendien: Jean-Marie praat voluit over zijn liefde voor vrouwen, met een eerlijkheid die niet alleen 14

verrassend en ontwapenend is, maar vaak ook erg komisch. “Ik beschouw het als een vorm van toenadering, de manier waarop het bioscooppubliek om hem lacht”, vertelt Van Houten – lichtblauw jack, dikke wenkbrauwen, zachte stem – in zijn woning in Breda. “Eerst grinniken ze om Jean-Marie’s simpelheid en charme. Vervolgens hebben ze de neiging om hem uit te lachen. Maar dat gebeurt nét niet; in plaats daarvan omarmen ze hem. Jean-Marie wordt van hen. Dat was mijn opzet: dat je als toeschouwer Jean-Marie omhelst, en van hem gaat houden.”

Autonoom maker Voor Van Houten (63) is het geen vanzelfsprekendheid om zijn film in de aanwezigheid van een groot MEST nr 9


Stills uit de documentaire La vie de Jean-Marie.

MEST nr 9

15


Jean-Marie tijdens het filmen van de documentaire.

16

MEST nr 9


MINIBESPREKING KEVIN TOMA OVER LA VIE DE JEAN-MARIE Bijna drie uur durend, maar geen moment verslappend portret van Jean-Marie, een Vlaamse pastoor die in Zuid-Frankrijk voor het zielenheil van 25 dorpjes zorgt – ondanks zijn hoge leeftijd. Regisseur Peter van Houten volgde hem zes jaar; in de uiteindelijke film praat Jean-Marie volop over het leven, religie en vrouwen, en zien we hem missen leiden, de moestuin verzorgen en verliefd worden. Onnadrukkelijk vangt Van Houten het verstrijken van de tijd, in alledaagse scènes die dankzij Jean-Marie’s charme en levensvreugde onvergetelijk worden. (KT) MEST nr 9

17


publiek in de bioscoop te kunnen zien. Voor een autonoom filmmaker die zonder bemoeienis van buitenaf aan een hoogstpersoonlijk oeuvre bouwt, zijn de middelen beperkt. Een digitale camera, een laptop en een harde schijf, daar komt Van Houtens studio op neer. “Als ik ga monteren, zet ik zwarte schermen rond het beeldscherm, zodat ik helemaal in het donker zit, in mijn eigen theater.” Zijn filmprojecten moet hij vooralsnog rond zien te krijgen zonder producer, distributeur of financiële steun van omroep of Filmfonds. La vie de Jean-Marie werd grotendeels gefinancierd met de bijdrage van een mecenas, en via crowdfunding. “Het is niet dat ik niet met het Filmfonds of met een producent of distributeur wil samenwerken. Maar zodra ze beginnen over een deadline, haak ik af. Ik wil zelf kunnen bepalen wanneer ik stop met draaien of wanneer een film af is.” Ook inhoudelijk moet een filmproject van Van Houten zijn eigen stroom kunnen volgen. Eigenlijk wilde hij een film maken over de familie van Jean-Marie: vlak na WOII streek diens vader neer in Zuid-Frankrijk, om op de door hem gekochte berg een klein paradijs voor zijn gezin te creëren. Dat onderwerp schoof meteen naar de achtergrond toen Van Houten een mis van Jean-Marie bijwoonde. Een eucharistieviering in een woonkamer was het, zo sober en simpel als Jean-Marie zelf. “Toen wist ik dat ik hiermee verder moest gaan.”

Liefde voor vrouwen Hoe beter hij Jean-Marie leerde kennen, hoe meer Van Houten door hem gefascineerd raakte. “Natuurlijk: je kunt Jean-Marie beschouwen als een simpele, naïeve man. Maar ook als iemand die volledig samenvalt met zichzelf, met de natuur en met God. Zijn priesterschap en zijn liefde voor vrouwen, dat staat voor hem helemaal niet haaks op elkaar. Als hij verliefd wordt is dat voor hem geen enkel probleem: God heeft hem die vrouw immers gezonden; het is een vorm van spirituele liefde. Hoe scheef ze hem in het dorp ook aankijken, voor hemzelf bestaat er geen conflict.” Van Houten liep zes jaar lang met zijn videocamera achter de charismatische priester aan. De karrenvracht materiaal die dat opleverde, liet zich onmogelijk tot een conventionele speelfilmlengte van anderhalf uur bewerken. “Oorspronkelijk zat ik op zeven uur. Toen ik dat naar drie uur had teruggebracht, was ‘kill your darlings’ allang een gepasseerd station. Natuurlijk zie ik dat enkele scènes op het eerste gezicht een stuk korter kunnen. Jean-Marie die naar zijn kerkje loopt, daar kan zo de helft vanaf. Maar ik wil dat het publiek langzaam in zijn wereld belandt. En dat je als toeschouwer eerst achterover leunt, om vervolgens, zonder dat je het doorhebt, weer naar het puntje van je stoel te verhuizen. Op het ritme van Jean-Marie’s leven.” 18

“IK HAD NOOIT GEDACHT DAT MENSEN JEAN-MARIE ZO GRAPPIG ZOUDEN VINDEN” Leeuw van sneeuw Creëren in totale rust en onafhankelijkheid: Van Houtens kunstenaarschap heeft het altijd nodig gehad. Dat was al zo toen hij als achtjarig jongetje zag dat het flink had gesneeuwd. “De hele straat was maagdelijk wit. Toen ben ik in de ochtend heel vroeg in het donker de straat opgegaan en heb daar onder het licht van een lantarenpaal een hele grote leeuw in de sneeuw getekend. Vervolgens keek ik vanuit mijn slaapkamerraam toe hoe de buurman met zijn brommer over mijn leeuw reed, en hoe auto’s en fietsers het beeld met hun sporen steeds verder uitwisten.” Na zijn opleiding aan de Bredase kunstacademie St. Joost en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, maakte Van Houten lange tijd vooral beeldend werk. Maar gaandeweg ontdekte hij de kracht van de fotografie en het bewegend beeld. Om zich uiteindelijk volledig toe te spitsen op film. In 2001 draaide hij zijn eerste speelfilm, het experimentele The Exposition of Anna Zharkov; de beelden in die film, over een vrouw die anonieme vrouwen op oorlogsfoto’s hun naam wil teruggeven, werden door Van Houten opnieuw opgenomen via met gestolde moedermelk bedekte glasplaten. MEST nr 9


Verliefd op de buurvrouw Na zijn tweede speelfilm (Je m’appelle Liotta, 2005) stapte Van Houten over op documentaires. “Ik merkte dat ik de realiteit interessanter vind dan de gekunstelde werkelijkheid van de speelfilm. Zodra ik met een speelfilm bezig ben, moet ik ontzettend goed weten wat ik wil; je werkt immers met acteurs, lichtmensen, cameramannen – die willen allemaal weten wat je bedoelingen zijn. Ik vind het een enorme opgave om dat voor elkaar te krijgen. Het is fantastisch om te doen, maar wat je vervolgens op de set ziet, blijft toch een kopie van wat je in je hoofd hebt. Liever laat ik me meesleuren door iets wat ik in de realiteit aantref, om vervolgens pas tijdens de montage te gaan zitten schaven aan dat materiaal.” Pas tijdens de montage ontstaat het feitelijke verhaal dat Van Houten wil vertellen; scenarioschrijven in het donker, dat is het. “Als Jean-Marie verliefd wordt op zijn buurvrouw, heeft die nieuwe energie ook zijn weerslag op de film: ik versnel de montage vanaf dat punt, zodat Jean-Marie’s verliefdheid een kantelpunt voor de hele film wordt. En dat ik steeds tussen zwart-wit en kleur schakel, doe ik om bijvoorbeeld de kleuren van Jean-Marie’s bloementuin des te intenser en feller uit te doen komen. Dat is toch de schilder in mij.”

In de thuiszorg Terwijl hij zich zoveel mogelijk concentreert op het maken van films – altijd lopen er meerdere projecten en plannen tegelijk door zijn hoofd – werkt Van Houten twee ochtenden en avonden per week in de thuiszorg. “Mensen uit bed halen, onder de douche zetten, aankleden, medicijnen, ontbijt, steunkousen – het meest basale werk denkbaar.” De verschillen tussen die baan en zijn kunstenaarschap zijn niet zo groot, vindt hij. “In de thuiszorg dring je diep door in de samenleving. Je staat een alzheimerpatiënt bij, iemand met een depressie of mensen die levensmoe zijn. Als je dat jaren doet, ga je deel van iemands leven uitmaken, je raakt in dat leven verankerd. Dat is hetzelfde als wanneer ik me aan Jean-Marie committeer en in zíjn leven terechtkom. Dat spiegelt elkaar. Het heeft steeds te maken met intimiteit en vertrouwen. Het enige verschil is dat bij een film ook de toeschouwer deelgenoot wordt.” Toch nóg een onderscheid: de thuiszorg geeft hem kracht, het maken van een film kost juist energie.

“Dat komt omdat ik nooit zeker weet of iets een goede keus is geweest. Had ik de camera niet dáár moeten zetten? Moet die scène niet ergens anders in de film? Al die vragen en twijfels, ik word er soms hartstikke gek van. Een half jaar nadat ik met de montage van La vie de Jean-Marie was gestart, wilde ik er de brui aan geven. Het materiaal ontglipte me helemaal; flikker maar op, dacht ik.” “Na lang zoeken snapte ik het eindelijk: Jean-Marie’s verlangen naar de warmte van een vrouw – dáár gaat de film over. Toen vloog ik zó (slaat ritmisch met de vlakke hand op de tafel) door de montage.”

Internationale aandacht Op het filmfestival van Rotterdam viel La vie de Jean-Marie zeer in de smaak: de film eindigde op de vierde plaats in de publiekspoll, en trok veel internationale aandacht. Amerika, Frankrijk, Portugal, Brazilië, Rusland: iedere dag krijgt Van Houten wel weer een mail uit een andere hoek van de wereld. Behalve uit Nederland. Een drie uur durende documentaire over een Vlaams-Franse pastoor, daar wil vooralsnog geen Nederlandse distributeur of omroep zich aan wagen. De volgende projecten staan alweer op stapel. Het ene is een vervolg op I’m Still Alive (2012), de hartverscheurende film over het tragische leven van de bejaarde, eenzame Poolse dame Jadwiga Kubis Waslicka. De andere nieuwe film, Staat u mij toe u een verhaal te vertellen, draait om Jean-Marie’s broer Emiel. “Die had veertig jaar geleden een bijnadoodervaring en beschouwt elke seconde die hij nog leeft als geschonken tijd. Hij wil niets meer met geld te maken hebben, niets met bezit, met werk of dingen waar hij geen zin in heeft.” In die laatste film hoopt Van Houten flink te kunnen experimenteren met beeld en geluid. “Bij Jean-Marie kon dat niet. Ik zou dan van hem afgedreven zijn, en hij zou dat zelf ook niet hebben begrepen. Miel is juist iemand die mij vrijheid geeft en gunt. Die vrijheid wil ik ook nemen. Afspraken over wat film wel of niet moet zijn, daar ga ik me dit keer helemaal niet mee bezig houden.”

Tekst Kevin Toma

PETER VAN HOUTEN (Veghel, 1951) is autonoom kunstenaar en filmmaker. Hij volgde zijn opleiding aan de Bredase kunstacademie St. Joost en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Zijn eerste film maakte hij in 1996 met het dertig minuten durende Stolen Images, om zich vanaf zijn eerste speelfilm The Exposition of Anna Zharkov (2001) volledig op film te concentreren. La vie de Jean-Marie (2015) is zijn vijfde filmproductie, vrijwel al zijn films werden geselecteerd voor het International Film Festival Rotterdam. MEST nr 9

19


HET Oftewel: hoe een boek, lied, kunstwerk

LICHT of voorstelling iemands leven heeft veranderd.

“Zo zou elk kunstwerk eigenlijk moeten zijn” Gerrit van den Hoven, kunstredacteur Brabants Dagblad

Gerrit van den Hoven (57) is coördinator van de kunstredactie bij het Brabants Dagblad. Hij vertelt over de film Playtime die voor hem een reisgezel en een ijkpunt werd. Nooit eerder en nooit later zag hij zo’n perfect kunstwerk.

“i

k groeide op in Sprang-Capelle, een protestantse enclave in het katholieke Brabant. Mijn vader werkte als archivaris bij scheepsschroevenfabriek Lips in Drunen en had een abonnement op Openbaar Kunstbezit. Elke week ontving hij per post een grote enveloppe met een kleurenfoto van een kunstwerk. Die hing hij in een wissellijst, zodat we er de hele week naar konden kijken. Tot de radio-uitzending van Openbaar Kunstbezit. Dan legde hij de reproductie op tafel en luisterden mijn vader en ik – mijn moeder en zus luisterden nooit mee – naar kunsthistorici die over het kunstwerk vertelden. Ik was zeven en begreep er niet veel van, maar genoot.” “Meestal ontvingen we reproducties die duidelijk iets voorstelden. Van Rembrandt en Rubens enzo. Maar één keer kregen we een vroeg werk van Corneille. Het was heel kleurig. Ik heb eindeloos naar de stippen erin staan kijken. De onbegrijpelijkheid van het schilderij fascineerde mij. De vrijheid en het avontuur die eruit spraken, trokken me aan.” Tweede liefde “Op de middelbare school raakte ik in de ban van literatuur. Terwijl medeleerlingen vooral uittreksels lazen, zocht ik naar bijzondere boeken die ik ademloos verslond. Ik ontdekte bijvoorbeeld Biesheuvel. Zoals die schreef… Hij begon een verhaal, kreeg een inval en vertelde vervolgens daarover, kreeg een inval en vertelde daar dan weer over. Uiteindelijk ging zijn boek nergens naartoe. Dat vond ik geweldig. Ik werkte al als regiojournalist toen ik een studie Literatuurwetenschappen begon. Ik wilde kunstredacteur worden en had extra bagage nodig, vond ik. Al studerend, raakte ik geïnteresseerd in dichtende beeldend kunstenaars zoals Van Doesburg en Lucebert. Ik ontdekte dat ik heel beeldend ben ingesteld. Ik word eerder getroffen door een beeld dan door een tekst.” Chaos “Toen ik een jaar of dertig was, ging ik met een vriend

20

naar een gerestaureerde versie van de film Playtime van Jacques Tati op het filmfestival in Rotterdam. De film – uit 1967 – overtrof alles wat ik ooit eerder had gezien. De volheid… Hij was beeldend, poëtisch, grappig, maatschappijkritisch. Geen losse eindjes. Het perfecte ritme. Alles klopte. Na afloop dacht ik: dit is zoals elk kunstwerk eigenlijk zou moeten zijn.” “De beste scène is die waarin Tati – een boomlange, wereldvreemde kerel – gaat eten in een nieuw restaurant waar allemaal hotshots dineren. Maar het restaurant is nog niet af. Er wordt gewerkt en daarbij gaat er van alles mis. Plafondplaten komen naar beneden, gerechten worden verkeerd geserveerd. Er ontstaat een totale chaos terwijl obers doen alsof er niets aan de hand is en de band steeds wildere, luidere jazz speelt. Door de diepe shots is het geheel als een kunstwerk te overzien. Ik heb die scène inmiddels al wel tien keer bekeken, maar ontdek toch steeds nieuwe dingen.” Buitenstaander “Sinds de eerste keer dat ik ’m zag, komt de film steeds terug in mijn leven. Vorig jaar ontmoette ik in het Stedelijk Museum de Belgische filosofe Ann Meskens die een boek over Tati had geschreven. Bij een expositie van David Claerbout dacht ik: het lijkt wel een scène uit Playtime. Al was dat helemaal niet Claerbouts bedoeling. En deze week zag ik in De Pont in Tilburg een filminstallatie van kunstenaar Isaac Julien, geïnspireerd op Playtime.” “Dat is geen toeval. De film reist met me mee. Als een ijkpunt om steeds naar terug te keren. Het zou kunnen dat ik me op een bepaald niveau met de Tati in Playtime identificeer. Als kunstredacteur op de krant ben ik ook een beetje een buitenstaander. De meeste collega’s hebben weinig met kunst. Soms denk ik dat ik een belangrijk item heb, maar vaak krijgt ander nieuws toch voorrang.” Tekst Esther Wittenberg Fotografie An-Sofie Kesteleyn

MEST nr 9


MEST nr 9

21


[Advertentie]

Succesvol werken met vrijwilligers VIB-scan - Vrijwilliger In Beeld Vrijwilligers zijn niet meer weg te denken bij de realisatie van doelstellingen van culturele organisaties. Maar welke vrijwilliger past het beste bij je organisatie, bij de dienstverlening, bij je doelgroep? Hoe vind je de juiste vrijwilligers? Hoe bind je ze en hoe stuur je vrijwilligers aan? De VIB-scan Cubiss heeft een scan ontwikkeld. In te zetten als belangrijke eerste stap bij het ontwikkelen of aanscherpen van werken met vrijwilligers. De vorm van de scan is een spel - de VIB-scan: Vrijwilliger In Beeld. Een creatieve aanpak voor een MT om, samen met bijvoorbeeld OR-leden en de HR-adviseur, de hoofdthema’s in kaart te brengen: hoe loopt het nu?, toekomstideaal, beeldvorming over werken met vrijwilligers, de positie van vrijwilligers, integratie, competenties, werving, aansturing, monitoring, etc.

Wat levert toepassing van de scan op? • De hoofdthema’s en prioriteiten op een rij • Een adviesrapport over hoe te komen tot het ideaalbeeld • Een actieplan op maat • Inzichten in elkaars standpunten, bijvoorbeeld OR en MT, en daardoor een breder draagvlak • Bruikbare informatie voor de gesprekken met stakeholders.

Meer informatie? Cubiss streeft ernaar dat iedereen de kans krijgt zich persoonlijk te ontwikkelen en kennis op te doen, om zo volwaardig deel te kunnen nemen. We ondersteunen organisaties, overheden en samenwerkingsinitiatieven die zich bezig houden met vraagstukken rond lezen, leren en informeren, waarbij we actief inzetten op de educatieve functie, de sociale functie en ondersteuning van het transitieproces van culturele organisaties. Succesvol werken met vrijwilligers is hierin één van de thema’s. Meer informatie? Neem contact op met Lonneke Jans - T 06 22 69 47 97 - E l.jans@cubiss.nl. Cubiss is onderdeel van

www.cubiss.nl


[Advertentie]

Ook adverteren in MEST?

Neem contact op met Angela Hoogduin 040-8447636 | 06-86884481 a.hoogduin@bcm.nl

Winnaar Boekhandelsprijs oekhandelsprij 2015

Het Parool

jeroenboschhuis.nl

de Volkskrant

der Courant Co Leeuwarder


24

MEST nr 9


AL DANSEND JE ZIEKE LICHAAM

Marc Vlemmix, oud-directeur van danshuis Station Zuid, hoorde in 2010 dat hij Parkinson had. Vlemmix, zelf geen danser, vroeg zijn balletmeester Andrew Greenwood om hulp. Sinds twee jaar laten Vlemmix en Greenwood onder de naam Dance for Health ook andere patiënten dansen. De resultaten zijn verbluffend. Het VU medisch centrum startte onlangs een onderzoek naar de effecten. “Al na de eerste les bewoog ik vrijer.”

Marc Vlemmix (l.) en Andrew Greenwood.

MEST nr 9

25


mijn ziekte, alles was gericht op wat ik niet meer kon. Toen dacht ik: ik ga hier niet meer naartoe.”

ké jongens, we gaan een Jackson Pollock maken,” zegt Andrew Greenwood. Hij zit op een klapstoel in een danszaal van Scapino Ballet Rotterdam. Greenwood trekt zijn rechterarm terug tot achter zijn schouder en maakt dan een felle werpbeweging. Die beweging blijft hij herhalen. Klassieke muziek dwarrelt door de ruimte. Samen met zestien deelnemers zit Greenwood in een cirkel. De deelnemers volgen zijn bewegingen. Lang niet iedereen lukt dat. Sommige deelnemers kunnen hun arm niet helemaal strekken of stil houden. Een enkeling zie je zichtbaar worstelen om de arm überhaupt in beweging te krijgen. De meeste deelnemers aan de les hebben Parkinson. Er zitten ook mensen met MS of reuma tussen. “Maak je geen zorgen,” zegt Greenwood. “Er is hier geen goed of fout. Jullie zijn hier veilig.”

Iets mis In 2010 hoorde Marc Vlemmix – toen 37 jaar – dat hij Parkinson had. In diezelfde tijd werd duidelijk dat de subsidiekraan voor Station Zuid, het dansproductiehuis voor Zuid-Nederland dat hij leidde, dicht zou gaan. Vlemmix wist al een tijdje dat er iets mis was met hem. “De motoriek in mijn linkerhand voelde niet goed. Alsof ik RSI had.” Alles werd doorgemeten, maar de dokters vonden niets. “Je stopt het weg en denkt: het zal wel. Totdat ik een keer in Brussel was en merkte dat ik anders liep dan normaal.” Hij ging terug naar zijn arts en na weer een reeks onderzoeken werd de oorzaak gevonden. Vlemmix kreeg een flyer mee naar huis en een doorverwijzing voor de fysiotherapeut. Dat was alles. “Een paar weken later zat ik daar, als Parkinsonpatiënt, tussen de bejaarden en rolstoelrijders. Dit was mijn voorland. Opeens was ik niets meer dan

26

Weer vrij Twee jaar lang verstopte Vlemmix zich in zijn werk. “Ik dacht: niet inleveren, gewoon doorgaan.” Na die twee jaar kon hij niet meer. Er moest iets gebeuren, maar teruggaan naar de fysio-afdeling van het ziekenhuis was geen optie. “Dat was het moment waarop ik dacht: dans!” Vlemmix belde Andrew Greenwood voor een proefles. Al na de eerste les voelde hij zich beter. “Ik voelde me voor het eerst in jaren weer vrij in mijn lichaam.” Ook voor Greenwood was het onmiddellijk duidelijk dat hij hiermee verder wilde. Hij werkte, eerst als danser en later als balletmeester, over de hele wereld. Maar ervaring met dans voor parkinsonpatiënten had hij niet. “Ik had geen idee wat het betekende om een ongeneeslijke ziekte te hebben. De danslessen zijn met vallen en opstaan tot stand gekomen. Puur door passie en naïviteit leerde ik wat werkte. Het meeste heb ik geleerd van de deelnemers. Als balletmeester was ik gewend om strikte orders te geven. Nu is het omgekeerd en sta ik in dienst van de mensen met wie ik dans.” Het heeft zijn leven ingrijpend veranderd. “Als je gezond bent en alles gaat goed, denk je alle tijd van de wereld te hebben. Als danser besteedde ik die tijd maar op één manier: om de beste te worden. Al mijn problemen waren esthetisch. Als je dan in contact komt met mensen die ongeneeslijk ziek zijn, is dat een eye-opener. Je realiseert je dat er meer in het leven is dan competitie en esthetiek. En het dringt tot je door dat tijd kostbaar is.”

Geen wondermiddel Sinds twee jaar laten Vlemmix en Greenwood onder de naam Dance for

“IK BEN NOG NOOIT ZO DICHTBIJ MEZELF GEWEEST”

MEST nr 9


Health ook andere patiënten dansen. Ze waarschuwen dat dans geen wondermiddel is. Parkinson is een ongeneeslijke en progressieve spierziekte waar geen kruid tegen gewassen is. Naast de motoriek kunnen gaandeweg ook andere functies worden aangetast. De stem kan bijvoorbeeld wegvallen en de woordenschat kan ernstig afnemen. “Parkinson kent geen genade, wat je postcode ook is”, zegt Greenwood. Wat wel kan: het aftakelingsproces vertragen en tijdelijk verlichting brengen. Op dat gebied hebben de lessen van Dance for Health een gunstige invloed. Zo gunstig dat het VU medisch centrum in Amsterdam onlangs een onderzoek startte naar de effecten van dans op het lichaam.

Opensplijtend harnas Het bewegen zelf heeft direct een verlichtende invloed op de motoriek van de patiënten. Stramme ledematen kunnen door het dansen urenlang soepeler aanvoelen. Andrew Greenwood: “Soms zie je hoe bij een patiënt zijn harnas opensplijt wanneer hij danst. Magisch is dat. Ik heb ook mensen gezien die weer gingen lopen terwijl ze zeiden dat ze dat niet meer konden. Dat klinkt erg halleluja-achtig, maar echt, die dingen gebeuren.” “ We veranderen het perspectief van de deelnemers”, zegt Greenwood. “ We laten ze ervaren dat ze niet alleen slachtoffer zijn. Dat ze meer kunnen dan ze zelf denken. Door te dansen leren ze dat hun lichaam niet alleen een hindernis is om te haten.” Vlemmix knikt instemmend. “Mijn lijf zit me de hele dag in de weg. Tijdens het eten met mes en vork, tijdens het tandenpoetsen, zelfs tijdens het omdraaien in bed. Ik heb altijd het gevoel dat mijn lichaam niet van mij is. Als je dan even een moment hebt dat dat niet zo is, is dat fantastisch.” De danslessen helpen patiënten ook tijdens moeilijke momenten. Vlemmix: “Als het slecht met me gaat, zet ik als ik loop – onbewust – vaak hele kleine stappen. Als ik dat merk, denk ik terug aan de danslessen. En voor je het weet heb ik weer een goede tred te pakken en loop ik fatsoenlijk over straat.”

MEST nr 9

Masker Als de dansles in de zaal van Scapino Ballet is afgelopen, lopen de deelnemers tevreden rond. Een van hen is Ton van Dijk. Zittend op een stoel buigt hij zich voorover om zijn veters te strikken. Naast hem zit zijn vrouw, die altijd met hem meegaat. Grote liefde en mantelzorger ineen. Al na de eerste les merkte ze verschil bij hem, vertelt Ton van Dijk. “Ik bewoog vrijer, soepeler.” En hoe meer lessen hij volgde, hoe langer dat effect aanhield. Als hij zijn veters heeft gestrikt, kijkt Van Dijk lachend omhoog. “ Vroeger was ik net prins Claus. Het leek wel alsof ik een masker ophad. Sinds ik hier kom, kan ik weer lachen.” Wie ongeneeslijk ziek is, moet vechten om optimistisch te blijven. Dance for Health is een machtig wapen in dat gevecht, weet Vlemmix. Voor hemzelf is het een levensdoel geworden. Hij is er dankbaar voor. “Ik heb iets waar ik heilig in geloof. Hoeveel mensen kunnen dat zeggen?” Dan, na een korte stilte, zegt hij bedachtzaam: “Eigenlijk is mijn leven ondanks de Parkinson nog nooit zo rijk geweest als nu. Begrijp me niet verkeerd, het is een enorme kloteziekte en ik weet dat het in de toekomst erger wordt. Maar tegelijkertijd ben ik nog nooit zo dicht bij mezelf geweest. Ik kan iets moois doen met mijn passie voor dans en daarmee andere mensen inspireren. Als ik nu moest kiezen om de Parkinson in te ruilen voor al het andere wat het me heeft gebracht, zou ik echt twijfelen.”

Tekst Bart Smout Fotografie Linelle Deunk

DANCE FOR HEALTH In Brabant geeft Dance for Health danslessen in Roosendaal, Tilburg en Hoogerheide. Bij voldoende aanmeldingen starten er binnenkort ook lessen in Eindhoven en Den Bosch. Kijk voor actuele locaties op de website, want er wordt snel uitgebreid. Lessen kosten €15 per keer, een lidmaatschap €35 per maand. Iedereen is welkom, ook als je geen Parkinson, MS of reuma hebt. Danceforhealth.nl

27


ONDER VUUR Het symfonieorkest verkeert in zwaar weer en kampt met fusies, opheffingen en een moeizame publieksaanwas. Is er nog een toekomst voor het symfonieorkest? “Het is een anachronisme, een afspiegeling van de negentiende-eeuwse maatschappij.”

28

MEST nr 9


MEST nr 9

29


ondernemend orkestbedrijf waarin het aanboren van nieuwe publieksstromen, educatieve projecten en concertformats een hoofdrol krijgt toebedeeld.

e westerse cultuur kent zo zijn afgoden. Het onvolprezen symfonieorkest is zo’n prijsbeest. Het gouden kalf van de gecomponeerde muziek. Van Beethoven tot Brahms, van Mahler tot Adams; componisten gooien alles in de strijd om maar voor een symfonieorkest te kunnen componeren. Een weelderig klanklichaam dat met niets anders is te vergelijken en generaties muziekliefhebbers heeft geïnspireerd. Toch duiken er steeds meer tegengeluiden op. De digitale tijden veranderen bliksemsnel en het kost steeds meer inspanningskracht om een oud strijdros als het symfonieorkest in Nederland overeind te houden. De recente bezuinigingsdrift heeft flinke gaten geslagen in de eens zo gedifferentieerde Hollandse cultuurpolder. Orkesten als Het Brabants Orkest en Limburgs Symfonie Orkest moesten fuseren en gingen op in philharmonie zuidnederland. Met een miljoenensubsidie wordt het orkest vooralsnog overeind gehouden door rijksoverheid en provincie. Heeft het symfonieorkest in zijn huidige vorm nog wel een toekomst? Is het niet verworden tot een elitair, antiek paradepaardje voor de ‘happy few’? In 1997 voelde de vlijmscherpe Britse muziekcriticus Norman Lebrecht al aan zijn theewater dat het symfonieorkest steeds meer onder druk zou komen staan. In zijn bijtende verhandeling Who Killed Classical Music? hekelt hij de ‘arrogantie van de orkestcultuur’. Op een gegeven moment verlies je dan je publiek, voorspelt Lebrecht. ‘Beledigd door een overvloed aan tweedehands musiceren, vlucht het publiek in grote getalen… Het concertpubliek voelt instinctief aan wanneer muziek hen niet meer ontroert en keert dan ook niet meer terug’.

Opheffing Zo zwartgallig als Lebrecht het voorspiegelt, is het nog niet gesteld in het nuchtere Nederland. Maar dat er ruimte moet zijn voor een frisse wind door orkestenland is duidelijk. Dat beseffen ook de directies van de tien symfonieorkesten die Nederland nog telt. November vorig jaar presenteerden de beroepsorkesten een gezamenlijke nota: Orkesten van nu, van waarde voor de toekomst. Een positiebepaling in cultureel onzekere tijden. Het orkest van de toekomst wordt in de nota voorgesteld als een modern,

30

Maar twijfels over het maatschappelijk belang van het zwaar gesubsidieerde symfonieorkest zijn er al langer. Ferm criticaster is Arthur van Dijk, oud-directeur van Het Brabants Orkest. Hij steekt zijn prikkelende mening over het symfonieorkest niet onder stoelen of banken. In een keynote, Het orkestlandschap in de toekomst (Brugge, november 2013), laat hij er geen twijfel over bestaan: het symfonieorkest heeft zijn langste tijd gehad. Als een zwaard van Damocles hangt een fusie of simpelweg opheffing boven alle orkesten, zo vreest Van Dijk. ‘Deze politiek van de verschroeide aarde, de sterfhuisconstructie waarvoor blijkbaar is gekozen, zal voortduren, als we er niet in slagen de inmiddels versteende organisatievormen van het orkest te doorbreken en de klassieke muziek te revitaliseren.’ In zijn keynote pleit Van Dijk voor een veel flexibelere en kostenbesparende opzet van het symfonieorkest. Voor hem past de inzet van een grote poule van freelance orkestmusici beter in deze tijd. Orkestmusici in vaste dienst zijn passé, aldus Van Dijk. ‘De cao en de vaste aanstelling verschaft de musicus zekerheid, maar degradeert hem tot een werknemer. Terwijl het orkest zich in rap tempo zou moeten aanpassen aan de eisen van de nieuwe tijd, zijn werknemers en werkgevers in langdurige gevechten verwikkeld over details.’

Vastgeroest Muziekdramaturg Geert van Boxtel onderstreept Van Dijks standpunt. Van Boxtel is onder meer adviseur voor het Brabants Kenniscentrum voor Kunst en Cultuur en de Commissie Kunsten van de Provincie Noord-Brabant. “Het orkest is in de negentiende eeuw uitgegroeid tot een onaantastbaar totem van de westerse cultuur. De organisatie van een orkest is nu helemaal vastgeroest. Veel orkestmusici hebben de illusie verloren dat ze kunstenaars zijn die er toe doen. Ze maken hun speelbeurten en willen vaak ook niet meer dan dat.” Wat ontbreekt volgens Van Boxtel is de souplesse zich te vernieuwen. “Een orkest is eigenlijk een onhandig vehikel, zeker als je vlotjes naar buiten wilt treden. Even een concert geven in het park om de hoek is onmogelijk, omdat er meteen met cao’s gewapperd wordt. Het besef moet groeien dat het vinden van andere concertvormen en andere speellocaties essentieel is.” Bovendien is het orkestrepertoire niet heilig binnen de gecomponeerde muziek, benadrukt Van Boxtel. “Het orkest is een instituut geworden dat boven de muziekwereld

MEST nr 9


is komen hangen, als een soort romantisch ideaal. De moderne maatschappij is in hoge mate geïndividualiseerd; het orkest is een afspiegeling van de negentiende-eeuwse maatschappij en een anachronisme in onze tijd. Jongeren identificeren zich met dj’s of rockgitaristen, niet met een anonieme orkestmusicus.”

De deur uit Het publieksbereik voor symfonieorkesten baart Arthur van Dijk zorgen. Uit zijn keynote: ‘Ik twijfel er niet aan dat in elke nieuwe generatie een bepaald percentage jongeren potentieel geïnteresseerd is in de muziek van Bach, Beethoven en Bruckner. Maar omdat de rijke en dynamische traditie van de klassieke muziek zich heeft teruggetrokken in een onneembaar bastion, blijft deze buit voor hen verborgen’. Geert van Boxtel ziet dezelfde tendens. “De algehele lijn is dat het publiek voor orkestmuziek steeds ouder en grijzer wordt, en op een gegeven moment is dat publiek uitgestorven. Het orkestapparaat moet zich transformeren tot een creatieve muzikale organisatie. Een flexibele groep musici die in kleine en grote bezettingen meerdere muzikale stijlen een plek kan geven. Een hels karwei, dat besef ik. Maar het orkest moet de deur uit, de concertzaal uit en dichter op zijn potentiële publiek komen te zitten.” Stefan Rosu, intendant van philharmonie zuidnederland, kent de plannen voor een flexibel orkestapparaat. “Een idee dat in de jaren zestig al werd geopperd. Je moet niet denken dat het met zo’n freelance ‘telefoon-ensemble’ allemaal goed komt. Een acceptabel resultaat ligt wel binnen handbereik maar je krijgt er geen Concertgebouworkest mee. Om een orkest van hoge kwaliteit in stand te houden, moeten musici lange tijd en op geregelde basis met elkaar samenwerken. Een harde kern van vaste musici is onontbeerlijk.”

Strijd Frank Veenstra, artistiek leider van Muziekgebouw Frits Philips Eindhoven, vindt dat ook. “Om je kwaliteitsnorm als orkest te halen, moet je altijd een goede basis aan vaste musici behouden. Of dit nu musici in dienstbetrekking zijn of een vaste fanatieke kern van freelancers zoals bij het Amsterdam Sinfonietta of het Orkest van de Achttiende Eeuw. Waar het uiteindelijk allemaal op neerkomt, is de passie en drive van de orkestmusici. Die betrokken instelling bepaalt de kwaliteit van je orkest.” Een toekomst voor het symfonieorkest is er zeker, meent Veenstra. “Kijk, toporkesten als het Concertgebouworkest en de Berliner Philharmoniker, die blijven gewoon bestaan. Maar andere orkesten zullen meer en meer de strijd aan moeten om hun financiën rond te krijgen, hun publiek te behouden en vooral, aansluiting te vinden bij een nieuwe generatie muziekliefhebbers.”

MEST nr 9

Stefan Rosu ziet de noodzaak om de concertpraktijk van het symfonieorkest verder open te breken. “Binnen de concertpraktijk is heel lang weinig veranderd. Veel formules wortelen nog in de negentiende eeuw. In Nederland is de orkestcultuur niet zo verankerd in de samenleving als in Duitsland. We moeten iets ondernemen, want voordat je het weet is zo’n cultuur hier verdwenen. Nederland moet vooroplopen in het ontwikkelen van de concertformules van de toekomst.” Philharmonie zuidnederland richt zich met de serie Spicy Classics op de jongeren. Rosu: “Klassieke orkestmuziek op de vlakke vloer. Heel informeel, waarbij het publiek met de neus op het orkest zit. Voor dertigers en veertigers houden we weer een Symphonic Attraction-clubavond. Hooguit één uur orkestmuziek met dj in een popzaal als 013 of de Effenaar.” Vergelijkbaar is de poging in de Utrechtse concertzaal TivoliVredenburg. Het Radio Filharmonisch Orkest voert daar sinds kort onder de noemer Pieces of Tomorrow één beroemde symfonische klassieker uit. Met dj, en het biertje mag mee naar binnen. Het Concertgebouw Amsterdam gooit op haar beurt hoge ogen met een avondje Symphonic Cinema. Beroemde orkestklassiekers als Stravinsky’s Vuurvogel worden begeleid door een speciale film van regisseur Lucas van Woerkum.

Kruistocht “Het klassieke muziekpubliek loopt niet alleen licht terug, het is ook definitief veranderd”, merkt Frank Veenstra. “Er is een beleveniscultuur ontstaan, zowel voor jong als oud. Het klassieke concert met ouverture, concerto en symfonie is gewoontjes geworden. Zo’n opgeprikte klassieke concertsituatie waarbij iedereen bevreesd is om op het verkeerde moment te klappen, legt het dan af tegen de totaalbeleving zoals je die op een festival ondergaat.” Festivals en eenmalige concertevents zijn belangrijker geworden. De jongeren willen liever op een avond één helder muziekstatement horen, vult Geert van Boxtel aan. “Er zijn andere concertformats nodig. Als een anonieme toeschouwer de muziekgeschiedenis aan je voorbij zien trekken, is niet meer van deze tijd.” Veenstra benadrukt dat het portfolio van een symfonieorkest moet veranderen. “Een breder repertoire, en meer aandacht voor presentatie en marketing. Een orkest zal altijd zijn legitimiteit behouden zo lang er maar genoeg mensen op af komen. Het moet geen nodeloze kruistocht worden om alleen jonge mensen naar je symfonieorkest te lokken. Maar het publiek bepaalt wel of je bestaansrecht hebt als orkest.”

Tekst Mark van de Voort Illustratie Jenna Arts

31


DE KUNSTENAAR EN DE NATUUR VAN ZIJN JEUGD

LANDSCHAPPEN VA N D E

Toen Vincent van Gogh besloot kunstenaar te worden, begon hij dรกt te schilderen waar hij zo hartstochtelijk van hield: de natuur en het boerenleven. Ook nu zijn er weer opvallend veel (jonge) kunstenaars die zich door een landelijke omgeving laten inspireren. MEST-redacteur Anneke van Wolfswinkel maakte met drie Brabantse kunstenaars een wandeling langs plekken waar ze bijzondere herinneringen aan bewaren. En analyseert aan de hand van drie citaten de relatie tussen kunstenaar en natuur.

32

MEST nr 9


Where the wild roses grow III – Ingrid Simons

MEST nr 9

33


ESSAY

CITAAT 1

'Wij toch hebben onzen wortel in een ander soort familieleven (...) en bovendien zal er altijd iets van de Brabantsche akkers en hei in ons blijven hoop ik, wat jaren van stadsleven te minder uit kunnen wisschen omdat de kunst het vernieuwt en vermeerdert'. Vincent van Gogh (1853-1890), Brief aan Theo van Gogh, Den Haag, 24 november 1882

w

We wandelen met Ingrid Simons (38) door Rietven en Raadven, bij Valkenswaard. Neve (foto: Ingrid Simons)

“Rond mijn achttiende ging ik vaak ’s nachts het bos in. Soms alleen, soms samen met een vriend. Doordat het zo donker is, staan al je zintuigen op scherp. Het is mooi, spannend en romantisch, maar er is ook een gevoel van dreiging. Al die intense, tegenstrijdige gevoelens kwamen daar bij elkaar. Vaak liep ik naar één bepaald meer, waar de maan prachtig op weerspiegelde. Als je er tussen de bomen door naartoe liep, zag je dat licht al, alsof je door een poort ging.” “Juist omdat ik dit bos al van jongs af aan ken, kan ik verder kijken dan de oppervlakkige schoonheid ervan. Kijk, dit pad met zo’n eenzame boom ernaast... dat is al hartstikke mooi. Het intrigeert me: waar leidt zo'n pad naartoe? In mijn schilderijen gaat het vaak over wat je niet ziet: om de bocht, of achter de horizon. In de natuur voel ik me nietig, maar ik vind er ook berusting. Al die ervaringen stop ik in het schilderen. Mijn schilderijen zou je landschappen van

de ziel kunnen noemen.” “Zie je dat eilandje in het ven, en die bomenrij daarachter? Dat geeft een ritme van licht en donker. En kijk eens hoe mooi de lijn van al die boomtoppen samen zich aftekent tegen de lucht.” “Ik hou van extremen. Diepe schaduwen, en fel zonlicht dat de randen van de bladeren wegvreet. Of het wit van sneeuw waar de zon op schijnt.” “ Wat ik hier in de bossen en meren van Valkenswaard zie, geef ik op een geïntensiveerde manier weer in mijn schilderijen, met grote contrasten. Toen ik een aantal jaar geleden voor het eerst in Portugal kwam, zag ik dat dat felle licht en die harde schaduwen, zoals ik ze schilder, ook in het echt bestaan. Het was alsof ik mijn eigen schilderij binnenliep.”

Ingrid Simons groeide op in Valkenswaard, volgde een opleiding aan AKV | St. Joost Den Bosch, maakt schilderijen, grafiek, keramiek. Woont een deel van het jaar in Portugal en exposeert haar werk daar ook. Landschap is hoofdonderwerp, werkt ook aan langlopend project over schilderkunstige weergave van licht. Galeries: Jan van Hoof, Den Bosch en Huub Hannen, Maastricht. Werk in collecties van o.a. Museum van Bommel van Dam en Achmea Kunstcollectie. 34

ie terugdenkt aan zijn jeugd, denkt niet alleen aan de mensen die hem omringden, maar even sterk aan de plekken waar hij de wereld ontdekte. Akkers en hei, staatsbossen en nieuwbouwwijken, vennen en boerenschuren: herinneringen hebben ruimte nodig. De omgeving waar je opgroeide blijft bewaard in je binnenste, ook als je volwassen wordt en weggaat. Júist dan, misschien. Als je je ogen sluit, kun je er moeiteloos naar terugkeren. De kunstenaar kan die plek oproepen in zijn kunst, en zo dat landschap 'vernieuwen en vermeerderen'. Vincent van Gogh zwierf in zijn jeugd eindeloos over het Brabantse platteland en leerde zichzelf daar tekenen. Kort voor zijn dood schilderde hij, in Frankrijk, nog een laatste 'Herinnering aan Brabant'. De kunstenaar die níet weggaat, maar blijft wonen in de omgeving waar hij opgroeide, raakt meer en meer vergroeid met dat landschap. Zijn wortels vertakken in de diepte en de breedte. Hij wandelt nog dagelijks door het landschap van zijn herinnering en ziet wat er verandert, en wat hetzelfde blijft. Zo groeit een langdurige, kalme liefde. En hij kijkt, zoals in een lange vriendschap, verder dan de eerste indruk. In zijn kunst verbeeldt hij het onderliggende karakter van het landschap.

MEST nr 9


In the shadows that we play VIII – Ingrid Simons

MEST nr 9

35


Heavy Metals 1 – Hugo Tieleman

Trans Niger Pipeline 7 – Hugo Tieleman

36

MEST nr 9


Wandeling met Hugo Tieleman (32), door de Eindhovense woonwijk Blixembosch en natuurgebied Aanschotse Beemden. “Dit rijtje huizen was, toen we er in 1989 naartoe verhuisden, het eerste dat gebouwd was van de nieuwbouwwijk Blixembosch. Het vormt nog steeds de grens tussen de stad en een groot groen gebied. In de loop van de tijd werd het landschap achter ons rijtje steeds verder volgebouwd. Het groen verdween en er kwamen van die geometrische betonnen blokken voor in de plaats. Voordat ze gingen bouwen, deden ze hier allerlei archeologische opgravingen. Dat vond ik mateloos interessant, ik stond daar als klein jochie met mijn neus bovenop. Een fascinatie voor het aardse, voor de bodem, heb ik nog steeds.”

een serie over mijnbouw gemaakt, en over de Trans Niger Pipeline.” “Kijk, in dit riviertje zie je hoe het water gekleurd wordt door de ijzererts in de grond. Ik werk nu aan een serie, Heavy Metals, over de vervuiling van water door zware metalen. Ik reis veel en zie op allerlei plekken de problematiek van het menselijk ingrijpen in de natuur. Dat verbeeld ik in mijn werk. Steeds zoek ik naar manieren om een beeld op te bouwen dat ook schildertechnisch interessant is, zodat vorm en inhoud elkaar versterken. In de Trans Niger Pipeline-serie gebruik ik bijvoorbeeld alkydverf om het stroperige, glanzende effect van olie in het schilderij te krijgen. Ik wil de schoonheid laten zien die schuilt in destructie.”

“Na de academie maakte ik schilderijen waarop ik vrij letterlijk natuurlijke vormen liet contrasteren met architectonische vormen. Inmiddels vind ik het interessanter om de sporen te laten zien die mensen achterlaten in de natuur, vooral door het exploiteren van grondstoffen. Ik heb

Schoolvriendje Benjamin, Hugo Tieleman en zijn zus Margo.

Hugo Tieleman: geboren in Eindhoven, opleiding aan de HKU (Utrecht). Vier keer achter elkaar (2011 tot 2014) genomineerd voor Koninklijke Prijs voor de Vrije Schilderkunst, won laatste twee keer de publieksprijs. Koningin Beatrix kocht een doek van hem. Galerie: Livingstone, Den Haag. Werk in collecties van o.a. Achmea en Rabobank. Thema's: groei en vernietiging, botsing van natuur met menselijk ingrijpen, sporen die de mens achterlaat in het landschap. MEST nr 9

37


Mining Site 1 – Hugo Tieleman

38

MEST nr 9


E S S AY

CITAAT 2

'En dan de uitgebreide klavervelden, voedsel voor de beesten, (...) krioelend van vlinders en andere insecten, die mooie klavervelden, nu vervangen door die saaie maïsvelden, een vóóroorlogs beeld, voorgoed verdwenen. Maar de gedachte, de herinnering is nog levend en kwam terug in mijn werk zo nu en dan.' Jean Nies (1924), Life and work / Painting, 1999

t

erugverlangen naar het landschap van de jeugd: dat is pure nostalgie. Dromen van lange zomers waarin je in zalig nietsdoen op je rug lag, kijkend naar de overdrijvende wolken, een grashalm tussen de tanden. De kunstenaar die het hedendaagse Brabantse landschap verbeeldt, maakt keuzes. Hij kiest wel voor het ven en de omringende bomen, maar niet voor het verkeer dat net áchter die bomen over de provinciale weg rijdt. Wel de vers geploegde akker in de mist, maar niet de megastal die het zicht op de horizon belemmert. Wel het trage en tijdloze, niet het snelle en tijdelijke. Is dat nostalgie? En zo ja, is dat erg? Niet alle verlangen naar een geromantiseerd 'vroeger' is kleingeestig. Het is óók een terugverlangen naar de intense beleving van de natuur die we als kind hadden, maar bij het opgroeien verliezen. Wolven en elfen lossen op in het niets, en het bos verschrompelt tot een decor voor de bootcamp. De kunstenaar neemt hier geen genoegen mee en blijft halsstarrig het landschap als bezield zien. En dan zijn er ook kunstenaars die de krachtmeting tussen natuur en mens, die zich ook in het Brabants landschap voltrekt, niet buiten beeld laten, maar juist tot de kern van hun werk maken. Zo wordt het kind dat speelt op de grens van de Eindhovense nieuwbouwwijk en de natuur, de kunstenaar die de door olie vervuilde Nigerdelta schildert. Hij verbeeldt waar hij als kind al iets van ervoer: de scheppende kracht van de natuur en de vernietigende kracht van de mens – én andersom.

MEST nr 9

39


2

1

3

Schuilplaats (1) Drieluik (2) Schuilplaats (3) – Huub de Kort

40

MEST nr 9


E S S AY

CITAAT 3

Met Huub de Kort (69) lopen we over landgoed Ten Vorsel, tussen Bladel en Reusel. “Ik hou van ruimte in een landschap. Dat je weg kan. De glinsterende aarde van een stuk land dat net geploegd is, de horizon erachter: daar raak ik nooit op uitgekeken. Dit weiland is helemaal omsloten door bomen, dat vind ik ook prachtig.” “ Vroeger gingen we vaak dit bos in om dennenappels te rapen, mastebollekes noemden wij die. Mijn vader was kleermaker en hij gebruikte ze om de kachel in zijn werkplaats mee aan te steken. En daar in het Kroonven heb ik als klein jochie leren zwemmen.”

gen elkaar. Ze beschermen elkaar en vormen een schuilplaats voor dieren. Die verdraagzaamheid, die harmonie, daar gaat het mij om.” “Zie je die bomen daar, midden in het weiland? Vanaf hier zie je ze allemaal achter elkaar, en zie je in feite één boom. Maar als je straks langs het rijtje loopt, trekt dat beeld als het ware uit elkaar. Dat zijn dingen die me altijd opvallen tijdens het wandelen. Hier is weer zo'n omsloten weitje. De vorm die de schaduwen van de bomen maken op het gras, het slootje erlangs... het is helemaal af. Het klopt.”

“In mijn werk zie je altijd twee elementen waartussen een spanning ontstaat. En een evenwicht. De bomen langs dit zandpad vallen mij op, die met hun kruinen in elkaar grijpen. En ook hun wortels reiken naar elkaar. Ik vertaal dat beeld niet letterlijk, maar ik maak bijvoorbeeld twee vormen, een van roestvrij staal en een van zwart staal. Niets kan zonder iets anders. Bomen verdra-

‘Mijn tweede buitenatelier is het bos verderop. Daar ben ik vaak in de ochtendnevel of bij zonsondergang; op de tijden dat nevel, mist en schemer voor mij het penseel ter hand nemen en het linnen met een prachtig diffuus licht inkleuren. Alsof hier een sluier van licht het geheim juist openbaart. In het Brabantse platteland zijn nog immer deze geheimen te vinden, verscholen ‘kamers’ tussen alle rechte akkers en eentonige maïsvelden’. Marc Mulders, in: Baest, Geheim landschap, 2010

u

iteindelijk schildert de kunstenaar niet het landschap dat hij om zich heen ziet, maar verbeeldt hij wat hij daar ervaart. Wat zich binnen in hem voltrekt. In de natuur ziet de mens zijn eigen menselijke ervaringen terug: van groei en verval, van dood en hoop. Wandelend tussen bomen die er sinds mensenheugenis staan en die hem ruimschoots zullen overleven, bespeurt hij iets van dat wat het tijdelijke overstijgt. Na de wandeling trekt hij zich terug in zijn atelier, zijn garage, zijn oude stal. Hij verbeeldt zijn landschap en geeft het als een geschenk terug aan de wereld. Tekst Anneke van Wolfswinkel

Landgoed Ten Vorsel, Bladel.

Huub de Kort: geboren in Bladel, volgde MTS-metaalopleiding, als kunstenaar autodidact. Werkte als metaalbewerker. Runt samen met zijn vrouw Galerij De Kort in Bladel, waar werk van hemzelf en andere kunstenaars wordt getoond. Exposeerde zomer 2014 bij 'Beelden aan de Scheldeboulevard' in Terneuzen. Thema's: de lijn van de horizon, geploegd land, liggen in 't gras, schuilplaats. Zoekt altijd naar spanning tussen lijn en vorm. MEST nr 9

41


[Advertentie]

MEST BESTAAT TWEE JAAR!

Als je een abonnement neemt, mag je een ander een abonnement cadeau doen. Dan heb je voor €30 per jaar, 2 x 4 edities vol bijzondere cultuur in Noord-Brabant.

DAAROM GEVEN WE WAT WEG: TWEE ABONNEMENTEN VOOR DE PRIJS VAN ÉÉN. Ga voor het afsluiten van een abonnement naar

www.mestmag.nl


[Advertentie]

Samen werken aan kunstzinnige ontplooiing van alle Brabanders


“IK HEB EEN HELE ANDERE PERCEPTIE VAN DE

KENJEZELF KIT-SESSIE 4

MET JEROEN DE LEIJER EN ANTON DAUTZENBERG

44

MEST nr 9


Jeroen de Leijer, naast briljant tekenaar ook spiritueel gids en bedenker van de Kenjezelf Kit, ontvangt een bekende culturele Brabander op zijn sofa. Aan de hand van de Kenjezelf Kit biedt hij haar of hem de unieke mogelijkheid om middels de spirituele kaarten te komen tot een bijzondere mate van zelfreflectie. In deze vierde aflevering: schrijver Anton Dautzenberg, enfant terrible van de Nederlandse literatuur, voor wie de grens tussen fictie en werkelijkheid niet lijkt te bestaan. Hij publiceerde verzonnen interviews, werd uit protest lid van pedofielenvereniging Martijn en ging een verbond aan met ‘fraudeprof ’ Stapel.

Schouten, bleek de computer gesaboteerd te hebben om Anton te pesten. “Kwajongensstreken”, gniffelt Anton. Rob Schouten is niet het enige dubbeltalent dat in Bergen zijn sporen heeft nagelaten. Van schilder en dichter Lucebert is in het pittoreske dorp een overzichtsexpositie te zien. Na een bezoek aan de huiselijke expositie – waar de bezoeker zelf een jazzplaatje op kan zetten en mag snuffelen in een nagebouwd atelier met volle asbakken – lopen we in het donker terug. Eenmaal thuis komen de kaarten op tafel.

et is een koude, grijze dag. Een waterig zonnetje priemt door de metalen lucht boven het Noord-Hollandse Bergen. Anton is opgetogen. Het is nieuwe maan en gisteren heeft hij de laatste hand gelegd aan de roman die hij tijdens zijn verblijf in het Roland Holsthuis schreef. Vanochtend stond hij vroeg op om kippensoep te maken. “Geweldig is het hier hè”, zegt Anton, terwijl we al soep slurpend uit het raam kijken. “Daar beginnen de duinen. Vroeger was dit allemaal onbebouwd.” In een vitrine in de huiskamer ligt een vuistdikke bundel poëzie van de prins der dichters, Adriaan – ‘Jany’ – Roland Holst. Vanachter het glas kijkt Jany ons aan. “De ogen van een sfinx en de bek van een leeuw”, zegt Anton terwijl hij de soep met vieze geluiden in zijn mond laat stroelen. Boven in de slaapkamer laat Anton me de spiegel zien waarvoor Holst tijdens zijn depressies krankzinnig werd van zijn eigen beeltenis. “De originele spiegel... Dat doet toch wel wat met je als je hier ’s nachts in bed ligt en de wind om het huis giert.” Ik kijk in de spiegel naar mijn bleke gezicht. Heeft hij nog wat gemerkt van de geest van Jany die hier rond schijnt te spoken? “Er worden wel verhalen verteld over deuren die vanzelf open gaan en zo. Bij mij zaten opeens alle kabeltjes van de computer verkeerd. Niks deed het meer.”

Volle asbakken De eerdere gast, dichter én criticus Rob MEST nr 9

KONIJNTJE

Konijntje Anton: “Liefde! Hier bloeit de liefde. Het konijntje, dat onderin de afbeelding te zien is, wil aan de liefde knabbelen. Hij kijkt een beetje zuur. Konijn in het zuur, dat is een Limburgs gerecht. Komt toevallig ook voor in mijn nieuwe roman. Het konijn, de seksualiteit, wordt buiten spel gezet door de liefde. Ik acht de liefde hoger dan alle driften. Heb je gelezen wat de paus vandaag heeft gezegd? ‘De mensen fokken als konijnen.’ Liefde wordt ondergesneeuwd door driften. Ik begin de liefde steeds meer te waarderen weet je dat? Compassie, mededogen, empathie....” Dat Anton een natuurlijke neiging heeft om anderen te helpen, heb ik vanmiddag zelf ondervonden. In het welvarende Bergen, met villa’s als bunkers, is geen één kleine auto te bekennen. Hoewel, in de berm staat een kek rood autootje. Een oudere vrouw in een kleurige kiel en een zonnebril in het haar spreekt ons aan. Of we haar willen helpen. Anton aarzelt geen moment, dirigeert de dame achter het stuur en begint de auto aan te duwen. Na een paar honderd meter geven we het op. De accu is leeg. Anton wil de ANWB 45


JEROEN DE LEIJER (Hilvarenbeek, 1969): “De Kenjezelf Kit is een methode die ik heb ontwikkeld om met 48, intuïtief getekende kaarten, onbestemde momenten te duiden en te laten voor wat ze zijn. Tijdens momenten die geen bestemming hebben, is er ruimte voor rust en contemplatie.”

A.H.J. DAUTZENBERG (Heerlen, 1967) studeerde economie en Nederlandse taal- en letterkunde. Hij woont en werkt in Tilburg-Noord. Hij publiceerde onder andere de absurdistische verhalenbundel Vogels met zwarte poten kun je niet vreten (2010). Daarna volgden de romans Samaritaan (2011) en Extra tijd (2012) en de pamfletten Rock € Roll (2011) en Rafelranden van de moraal (2013). Dautzenbergs verhalenbundel En dan komen de foto's verscheen in januari 2014 en is genomineerd voor de J.M.A. Biesheuvelprijs. Ook in 2014 schreef hij met Diederik Stapel De Fictiefabriek. Een bevrijdingsroman in brieven. Momenteel werkt Dautzenberg aan Vuur!, een bloemlezing van bezielde en betrokken literatuur uit Nederland en Vlaanderen (van Multatuli tot Dimitri Verhulst). Zijn literaire thriller Wie zoet is..., die hij in het Roland Holsthuis voltooide, zal dit najaar verschijnen. 46

bellen, maar dat is niet meer nodig. Een bevriend stel van de dame komt aan gekuierd om zich over het slachtoffer te ontfermen. Is Anton een lieve man? “Ja en nee. Ik snap hoe de negatieve connotatie rondom mijn persoon tot stand is gekomen. Dat vind ik niet erg, ik neem nu eenmaal geen genoegen met oneliners en een eendimensionaal beeld. Is het lief als je iemand helpt? Diederik Stapel zocht contact met mij. Ik vind het erg dat hij geen tweede kans krijgt, want ik heb Diederik leren kennen als een integere, warme jongen. Empathie voor de underdog heb ik altijd al gehad. Als kind sleepte ik al vriendjes mee die het niet zo leuk hadden thuis. Ik heb een kleine kring van mensen om me heen die ook die zachte kant van mij ziet.”

Draak Anton: “Dit is een lieve hè, deze. Hoorntjes, een tong die uitnodigend uitsteekt. De tanden staan klaar om mij te vermalen. Bijna een lunapark, een rollercoaster. Ik word hier niet bang van. Ik ben zelfs geneigd om hier naar binnen te gaan.” Anton haalt een glas water. Lauw water. “Dat is zachter”, zegt hij. Of ik ook een glas lauw water wil? Ik durf niet, ik ben bang dat ik er ziek van word. Is Anton niet bang aangelegd? “In essentie wel, maar als ik weerstand voel, als iets taboe wordt verklaard, wil ik onderzoeken waar dat vandaan komt. Het trekt me aan. Ik voel een weerstand om iets klakkeloos aan te nemen. Als iemand, zoals op deze kaart, er zo afschrikwekkend uitziet, is dat ook een weermiddel om kwetsbaarheid te camoufleren. Als je daar doorheen prikt, zie je mooie dingen.” Vleermuis A: “De vleermuis knipoogt. Half wakker, half in slaap. De schemertoestand. Een van mijn rituelen tijdens het schrijven, is even gaan liggen.” Er is een beroemde foto van Jany die op zijn sofa ligt. Zo stel ik me Anton ook voor. J: “Een tuk doen?” A: “Nee, nee, ik ga niet slapen. Ik zoek de schemerzone. Ik slaap niet, maar het onderbewuste neemt het over. Er blijven dan gedachten plakken aan de woorden die ik aan het schrijven ben. De droom neemt het nog nét niet over, ik hou de regie.” J: “Dat zit ook in je verhalen. Ze nemen een normale loop, en dan begint het langzaam te kantelen.”

DRAAK

VLEERMUIS

MEST nr 9


A: “Ik vind het een fijne staat van zijn. Het is frustrerend en relativerend tegelijkertijd.” J: “Je overschrijdt een grens?” A: “Inderdaad. Transgressie, grenzen overschrijden, dat is waar het eigenlijk om gaat. Ik hou van de subjectivering van het leven. Daar gaat ook een bepaalde tolerantie van uit.”

A: “Ik heb dat in het dagelijks leven ook. Dat ik een hele andere perceptie heb van de werkelijkheid. Dat je eigen werkelijkheid zich aan je manifesteert als dé werkelijkheid en conflicteert met de dagelijkse werkelijkheid. Waarheid en werkelijkheid, het zijn vloeibare begrippen, constructies en anders in ieder tijdsgewricht.” J: “Toch zijn we geneigd om aan die begrippen vast te houden.” A: “Ik zet vraagtekens bij de verabsolutering van die begrippen. Hoe verhouden we ons tot de begrippen ‘waarheid’ en ‘de werkelijkheid’? Eeuwenlang was het geloof de duider van de metafysische leegte. Door de secularisatie is dat weggevallen. De wetenschap heeft die lacune opgevuld.” Ik herinner me nog hoe mij op de lagere school het cijfer nul werd uitgelegd. “Nul is niets”, zei de juf. Ik was compleet van slag. “Niets.” Dat was een beetje te veel voor mijn bolletje. J: “De wetenschap heeft de waarheid niet in pacht?” A: “Nee, maar als je de objectiviteit van de wetenschap in twijfel trekt, heb je een probleem. Weerwoord is onmogelijk. Terwijl: om welke feiten het ook gaat, er vindt altijd interpretatie, selectie en duiding plaats. Opschonend realisme noem ik dat.”

KOUDE STER

Anton tuurt nog eens naar de kaart met de vleermuis. A: “Ik ben graag in die grot. Afgelopen twee weken heb ik geïsoleerd geleefd. Met boeken, muziek en films kan ik een gemoedstoestand oproepen waarin ik geconcentreerd kan werken. Ik kan heel gedisciplineerd zijn.” J: “Vind je het prettig om het houvast los te laten?”

HET ROLAND HOLSTHUIS Schrijvers, dichters en literair vertalers kunnen sinds 2002 het voormalig woonhuis van dichter Adriaan Roland Holst in Bergen (NH) voor een maand huren als werkplek tegen een gereduceerd tarief. MEST nr 9

Koude ster A: “We zien het topje van de ijsberg. Het kristal probeert de aandacht af te leiden. Het heeft iets dreigends. Die ster is heel dominant, maar het gaat eigenlijk om wat er buiten de kaart gebeurt, wat er onder het oppervlak verborgen zit.” Even is Anton stil. “Het is een MacGuffin. Zo’n ding uit de films van Hitchcock.” J: “Een koffertje met belangrijke papieren waar iedereen in de film achteraan zit, maar waarvan niemand weet wat erin zit.” A: “Het is dus eigenlijk niet belangrijk, maar het leidt wel de aandacht af van waar het eigenlijk om gaat. Als ergens veel muziek bij wordt gemaakt, ruik ik onraad. Kennelijk moet er iets overschreeuwd, gecamoufleerd of weggemoffeld worden. Als journalisten schreeuwen dat hun beroep in diskrediet wordt gebracht vanwege verzonnen citaten van Perdiep Ramesar in Trouw, dan zit daar voor mijn gevoel iets achter. Ramesar vertegenwoordigt in extreme mate wat in de journalistiek continu gebeurt. Alleen slaat hij bepaalde stappen over. Als je een bepaalde quote wilt hebben van mensen, dan vind je die altijd. Het verschil tussen een quote verzinnen of een quote afdwingen is in essentie niet zo groot. Het is alleen een kortere weg naar hetzelfde doel.” J: “Wat levert het je op om je het lot van Stapel en Ramesar aan te trekken?” A: “Ik kan geen genoegen nemen met de karikatuur die gecreëerd wordt. Ik ga een bepaalde irritatie bij mezelf te lijf, een onvrede.” J: “Ben je een wereldverbeteraar?” A: “Ik ken mijn plaats, maar mijn werk beperkt zich niet tot de kaften van mijn boeken. Mijn ideeënstroom bepaalt zijn eigen oevers.”

Tekst en illustraties Jeroen de Leijer

Een fragment van het interview is te horen op onze site, www.mestmag.nl.

47


KRONIEK DER

MINIMUSEA

VINCENTS TEKENLOKAAL

“Met meer aandacht voor zijn talent had Vincent een leuker leven gehad”

v

olgens tekenleraar Chiel heb ik de Biesbosch getekend. Hij wijst naar de groene en blauwe strepen. Water en gras. Die rode streep? Een fietspad. Overduidelijk de Biesbosch, van bovenaf getekend. Alsof ik de ogen van een drone heb. Een modern perspectief op een eeuwenoud natuurgebied, heel origineel. Verbaasd kijk ik naar de tekening. Zonder nadenken heb ik zitten kliederen. Op een scherm, met een virtuele kwast, want het is tenslotte 2015. Is deze kleurenzooi de Biesbosch? Het zal wel. Chiel is tekenleraar. Hij kan het weten. “Wil je de tekening naar jezelf mailen?”, vraagt hij. Ik aarzel. Tegenover me zit een oma met haar kleinzoon. Ze stoppen met schilderen en kijken me verwachtingsvol aan. “Tsja”, zeg ik. “Ja, natuurlijk wil je dat”, zegt Chiel. Hij drukt op het scherm. “Vul hier je e-mailadres maar in en druk op ‘versturen’. Dan staat-ie meteen in je mailbox. Kun je hem aan je vriendin laten zien.” Ik wil de tekening helemaal niet aan mijn vriendin laten zien. Toch druk ik op ‘versturen’. Groepsdruk. De oma en het jongetje kijken naar me alsof er niets mooiers bestaat dan een digitale tekening naar jezelf versturen. Ook Chiel is zichtbaar tevreden.

Ik zit in Vincents Tekenlokaal. Gevestigd aan de achterkant van het Paleis-Raadhuis in Tilburg. Hier kreeg Vincent van Gogh ooit tekenles, toen hij dertien jaar oud was. Het paleis, oorspronkelijk gebouwd voor koning Willem II, deed in die jaren dienst als Rijks-HBS. De school werd geopend in 1866, Vincent was een van de eerste leerlingen. In 1868 verliet hij de school alweer. Waarom, dat weet niemand. Zijn erfenis uit die twee jaar: één tekening. “Eigenlijk is het niet zeker of die tekening wel van Vincent is”, zegt Chiel. “Hij hangt ook niet hier.”

48

Weinig Vincent dus, in Vincents tekenlokaal. Ja goed, je kunt het oude tekenlokaal van Vincent bezoeken. Of beter gezegd: een namaakversie, want het echte tekenlokaal bevond zich ergens anders in het gebouw. Een kleine ruimte is het, met tafels en kasten. Dat oude lokaal is eigenlijk niet zo interessant, vindt Chiel. Het gaat om het nieuwe lokaal, waar ik mijn tekening van de Biesbosch maakte. Daar worden namelijk de nieuwe Van Goghs opgeleid. Kinderen tussen de 9 en 14 jaar die in Noord-Brabant wonen, mogen maximaal drie tekeningen inzenden. Uit alle inzendingen kiest de jury 45 jongeren. Die krijgen een jaar lang tekenles in Vincents Tekenlokaal. Ook bezoeken ze onder begeleiding verschillende musea. Aan het eind van het jaar worden de kunstwerken van de jongeren geëxposeerd. De tekenleraar spreidt zijn armen. “Stel je ’s voor. Je bent jong en onzeker. Je tekent graag, maar andere kinderen lachen daarom. En dan kom je hier terecht.” Ik vraag me af of het lachen daarmee minder wordt. Daar gaat het volgens Chiel niet om. Het gaat om het zelfvertrouwen van de kinderen. Dat groeit hier als een malle. “Bovendien heb je er ook echte talenten tussen zitten. Kinderen van wie je denkt: dat kan wel iets worden.” Mensen waarmee het nooit iets wordt zijn ook welkom in Vincents Tekenlokaal. Voor twee euro vijftig mag je er de hele dag tekenen. De dag na mijn bezoek open ik mijn mailbox. Ik zie de tekening. Zonder aarzelen druk ik op delete.

Tekst Bart Smout Fotografie Erik van der Burgt

MEST nr 9


Vincents Tekenlokaal, Stadhuisplein 128, Tilburg. Dinsdag t/m zondag 13-16u. www.vincentstekenlokaal.nl

MEST nr 9

49


[Advertentie]

bkkcarc chief voor de e toekomst symposium en programma t/m 25 juni 2015

In ‘archief voor de toekomst’ onderzoekt bkkc de problematiek rondom het behoud en beheer van oeuvres van hedendaagse beeldend kunstenaars programma expo | mijn archief voor de toekomst | bkkc, tilburg 19 februari t/m 12 april 2015 expo | archief voor de toekomst Verbeke Foundation, kemzeke (B) 3 mei t/m oktober 2015 symposium | auditorium Museum De Pont, tilburg | 25 juni 2015 presentatie e-book ‘archief voor de toekomst’ tijdens symposium

foto: Het atelier van Philippe Vandenberg © estate Philippe Vandenberg Dit project is een samenwerking tussen bkkc en de Verbeke Foundation. Het project is mede mogelijk gemaakt door het Mondriaan Fonds, Museum De Pont en de Janivo Stichting.

Hoe voorkomen we dat waardevolle collecties uit het zicht verdwijnen; buiten bereik van het publiek en ontoegankelijk voor onderzoek? Ligt de regie bij de kunstenaars, de erven van kunstenaars, bij presenterende instellingen, collectionerende instellingen, wetenschappers, kennisinstellingen, de markt of de overheid? En welke keuzes liggen daar aan ten grondslag? Niet alles kan immers worden bewaard. En niet alles is het ook waard te worden bewaard. Maar wie bepaalt dat? Welke esthetische, culturele en economische waarden spelen hierbij een rol?

www.bkkc.nl/archiefvoordetoekomst

symposium voor wie iedereen is welkom wanneer 25 juni 2015 tijd 10.00 – 17.00 uur entree €75,- (incl. publicatie) locatie Museum De Pont aanmelden via website


[Advertentie]

Al deze mensen hebben een Al deze mensen hebben een Al deze te mensen hebben een verhaal vertellen... verhaal verhaal te te vertellen... vertellen...

MEST nr 9

www.hetpon.nl | 013-535 1535

Weet wat er leeft onder mensen. Ontdek hun ideeën over wat uw organisatie bezighoudt. Weet er leeft onderdie mensen. Benutwat de oplossingen zij zien voor uw problemen. Weet wat er leeft onder Ontdek hun ideeën overmensen. wat uw organisatie bezighoudt. Ontdek ideeën over uw organisatie bezighoudt. Benut dehun oplossingen diewat zij zien voor uw problemen. Het PON research communities. Benut de oplossingen die zij zien voor uw problemen. De manier om écht met inwoners, doelgroepen en Het PON communities. klanten inresearch contact te komen. 51 Het PON research De manier om échtcommunities. met inwoners, doelgroepen en De manier om échttemet inwoners, doelgroepen en klanten in contact komen.


VERGETEN

HELDEN

Vergeten helden van Brabantse grond, die meer verdienen dan een voetnoot in de cultuurgeschiedenis. Een ereschavot.

Aflevering 1

NASMAK

“g

emeentepikken gillen in de goot/maar die joekels interesseert 't geen kloot/Hondebazen vinden 't zo wel mooi/En ik verdrink in die bruine zooi/ Hondepoep/Zien wij op de stoep.” De jonge vrouw, Truus de Groot, schreeuwt het op een punkpopritme boos de microfoon in. Na 1 minuut 54 is het gedaan: het eerste en laatste vinylfeit van Nasmaak. Hondepoep verscheen in 1979 op de verzamelaar Uitholling overdwars, aan de vooravond van de nederpophausse. Nederlandstalige punkpop was een curiositeit. Hier zijn de pioniers in de weer, zoals Noodweer, Braak en de eerste aanzetten tot Doe Maar en Toontje Lager. Kippenhok En dus Nasmaak, even later omgedoopt in (het Engelstalige) Nasmak. De band woont samen in een oude villa in Nuenen en repeteert in een kippenhok. De harde kern bestaat uit gitarist Henk Janssen, zanger Joop van Brakel, bassist Theo van Eenbergen, drummer Toon Bressers en zangeres Truus de Groot, eerder lid van de Foolsband, voorloper van Doe Maar. Dankzij een uitkering van de gemeente Eindhoven kunnen ze ongestoord afwijkende muziek maken: donkere, hoekige new wave-met-synthesizer à la Talking Heads, Japan en Gang of Four. Vooral De Groot valt op: ze introduceert de ‘kraakdoos’, een elektronische geluidsgenerator met metalen contacten, die bij aanraking maffe geluiden voortbrengt. In 1980 verschijnt de eerste lp, die positief wordt ontvangen, ook door de gezaghebbende Engelse dj John Peel. Als eerste Nederlanders mogen de Nuenenaren een roemruchte ‘Peel Session’ doen. De postpunkband bouwt naam op met rare, hypnotiserende optredens en wordt opgenomen in de multidisciplinaire ‘Ultra’-beweging, naast acts als The Young Lions met Rob Scholte, Mekanik Kommando en Minny Pops. De hippe Duitse band D.A.F. neemt hen op sleeptouw. En het Engelse 52

Mute Records toont interesse, maar kiest uiteindelijk toch voor Depeche Mode. Doemdenken Zangeres Truus de Groot verkast in 1981 naar New York en richt Plus Instruments op met Lee Ranaldo, later Sonic Youth. In 1982 volgt 4our Clicks, door muziekblad OOR uitgeroepen tot ‘misschien wel de beste plaat ooit door een Nederlandse groep gemaakt’. Nog twee – minder succesvolle – elpees volgen. Nasmak stopt in 1984. Dat wat ooit de beste plaat ooit werd genoemd, klinkt anno 2015 gedateerd. Maar plaats de groep in het grauwe eighties-decor – denk crisis, WW, doemdenken, Dodewaard en muzikale anarchie – en alles valt op z’n plek. De ex-Nasmakkers zitten niet stil. Van Eenbergen wordt ‘Theo Van Rock’, legendarisch producer/geluidsman, Van Brakel (theater)componist, De Groot, alias ‘Truus’, blijft actief in de VS. Met mensen als Jim Duckworth (Gun Club) en Jim Sclavunos (Cramps, Nick Cave) speelt ze punkabilly en stort zich later op exotica. Ze treedt sporadisch in Nederland op, soms met partner/kunstenaar Bosko Hrnjak, of met Beukorkest. En altijd inclusief kraakdoos. Collector’s item Muzikaal verdween Nasmak nagenoeg van de radar: onvindbaar op Spotify en mondjesmaat te zien op YouTube. Wel kreeg de band een ereplaats op een verzamelaar van Leo Blokhuis. Ook kunstenaar/fan René Daniëls rakelt de band geregeld op. Alleen 4ourclicks verscheen – in 1988 – op cd. Maar net voor die uit zou komen, ging het Tilburgse label Eksakt failliet. De eerste duizend stuks werden nog geperst, maar niemand weet waar die gebleven zijn. Af en toe duikt er eentje op, om meteen tot ‘collector’s item’ te worden gebombardeerd. Tekst Dieter van den Bergh Illustratie Trumpstein & De Leijer MEST nr 9


MEST nr 9

53


THE RUGGEDS: WERELDBEROEMD. ALLEEN NIEMAND WEET HET

eEn

gOeD

y O b b

e

mA aK t

kUn

St

vA n

aT l E t I e K ” Op de planeet der aapmannen zijn The Ruggeds koning. Al tien jaar zijn de breakdancers uit Eindhoven de meest gevreesde groep in de internationale scene. Om dat te bevestigen wonnen ze onlangs de UK Champs, zeg maar het Wimbledon voor headspins. “Als kind denk je: ik wil een salto leren. En voor je het weet sta je in Dubai op je kop te tollen.”

54

MEST nr 9


r zijn mensen die na een achterwaartse salto moeiteloos op hun hoofd belanden, drie rondjes draaien, zich met een vlotte beweging weer omdraaien en dan achteloos hun weg vervolgen. “Pauze, koffie?” Zo iemand is Niek Traa (26). Een aapman. Een machtige, veerkrachtige atleet met een nek als een eik. Brede kaaklijn, blonde kop, brutale glimlach. “Kom boys, effe pauze nemen.” Zo delegeert hij zijn crewleden richting de zithoek van de Rugged Studio op Strijp-S in Eindhoven. Niet dat hij de baas is hier – de leden van danscrew The Ruggeds onderhouden een zuivere democratie – maar een natuurlijke leider is hij zeker. Bovendien heeft hij de volste prijzenkast, met bekers van haast elk wereldtoernooi. Zijn zeven crewleden ploffen op de rode banken; voetjes op tafel, chill. Op de vraag of mensen altijd zo goed naar hem luisteren antwoordt hij “ja”, meer niet.

Spoordonkse b-boy Niek groeide op in Spoordonk, een kerkdorpje nabij Oirschot met krap tweeduizend inwoners. Alle mannen voetballen er bij de Spoordonkse Boys; laatst verloren ze nog met 8-0 van Rood Wit. Als er tijdens dorpsfeesten een springkussen was, stond Niek erop. Poing poing. Hij kon als de beste salto’s maken. Al bleek hij nog een kleintje. “Ik weet nog dat een klasgenoot zei dat zijn neef een salto vanaf de grond kon. Ik dacht toen: onzin, hij liegt.” Gefascineerd door

de salto ging hij ‘op breakdancen’, eerst in Best en later bij Vince Kemper in Eindhoven. Niek: “Elke zaterdag op het fietsje naar sporthal de Achtse Barrier in Woensel-Noord. Die gasten daar deden moves die ik alleen uit videogames als Tekken kende. Wauw. Tegenwoordig zien kids op YouTube de ziekste dingen voorbij komen, maar ik moest alles nog ontdekken. En ik wilde het ook leren. Zo begint het voor elke b-boy: de moves zijn de honing.”

Tawfig (hoge babyfreeze)

Zijn oude dansleraar Vince Kemper is wat je noemt een old-school b-boy. Zo’n beetje elk oerlid van The Ruggeds heeft les van hem gehad, waaronder zijn zoon Jessy. Veel eerder, in 1983, draaide Vince al rondjes op zijn hoofd. Hiphop en de bijbehorende dansstijl waren toen net in Nederland beland. Een oud fragment van de TV Show op YouTube laat mooi zien hoe pril het toen nog was. ‘Er is een nieuwe rage overgekomen uit Amerika’, zegt Ivo Niehe. ‘Je hebt er een beat voor nodig, een zogenoemde ‘wrapper’ die Engelse klanken uitstoot, en een aantal fabelachtige dansers. U zult het ook hier snel in de straten tegenkomen’. Die tijd dus. De doorbraak van breakdance zou echter nog jaren uitblijven. Veel b-boys noemen It’s like that, de hit van het Amerikaanse hiphoptrio Run DMC, als hun startpunt, de 1997-versie met die iconische videoclip. Drie jaar later rolde Vince voor het eerst de dansmat uit in zijn Eindhovense schooltje. De bakermat voor The Ruggeds.

‘Goed bezig knul’ “Eigenlijk heb ik die boys nooit lesgegeven”, zegt Vince over de crewleden, die hij desalniettemin ‘mijn jongens’ noemt. “Ze waren wel aanwezig tijdens de lessen, maar stonden meestal aan de andere kant van de gymzaal. Zelf proberen, samen experimenteren, terwijl ik mij richtte op minder getalenteerde leerlingen. Jongens als Virgil, Jessy en Niek hoefde je niets te leren. Een

Jessy (airbaby laag)

MEST nr 9

55


Tjalling (side breeze)

echte b-boy die The Ruggeds maken, is terug te zien laat zich niet op YouTube. Zo ook de succesfinale van de onderwijzen, die zoekt zelf UK Champs. In zo’n crewbattle staan twee wel uit hoe het spelletje werkt. Zo groepen tegenover elkaar, terwijl individuen elkaar afwisselen in het midden van ontwikkel je een eigen stijl. Als je die de dansvloer. De een blinkt uit in footwork creativiteit niet hebt, ben je gewoon (cirkelvormige bewegingen over de grond) een sportman die zijn trucje en de ander heeft zijn toprocks het beste oefent. Een goede b-boy maakt ontwikkeld (dansen in staande positie). kunst van atletiek.” Fraai De powermoves zijn het meest acrobatisch, detail: de dansleraar vond Niek denk aan de beroemde headspin. Niek: “Als destijds de minst getalenteerde. De Spoordonkse boy begon je zo’n battle danst, moet je in het nu zijn vrij laat met dansen, op zijn en een beetje in de toekomst. veertiende, en legde het af bij zijn toekomJe moet anticiperen op wat stige crewleden. “Maar hij was ontzettend de tegenstander doet. O ja, gedisciplineerd. Bijna manisch. Op een denk je dan, dadelijk ga ik díe gegeven moment heeft hij zijn move laten zien. ouders kunnen overtuigen dat Ondertussen E-MOVES hij professioneel b-boy moest moet je ook in de E-Moves: het grootworden. Vanaf dat moment is gaten houden ste urbanfestival van het hard gegaan.” wat de muziek Nederland, dit jaar op 5, je geeft. Het is 6 en 7 juni. Naast BMX, “Oh, je gaat naar Brazilië, wat een drukte in skateboarding, graffiti leuk voor je jongen”, zegt Niek je hoofd, omdat je en rap komen ook de beste breakdancers ter met de stem van zijn vader. heel snel improviseert. wereld naar Eindhoven. “Oh, je gaat naar Mexico. En je De moves waarmee je de De World BBoy Classic bent laatst, zeg maar, kampitegenstander kan laten bibis jaarlijks een van de oen van Nederland geworden. beren, voer je vervolgens uit.” hoogtepunten van het Goed bezig knul.” Hij wist zijn festival. Tijdens deze competitie strijden weouders al snel te overtuigen Dat competitieve is typerend reldtoppers tegen elkaar dat hij de juiste carrière had voor b-boys in de dansweom het prijzengeld. The gekozen. En nu zit hij hier in reld. Wie in deze wereld Ruggeds helpen bij de de Rugged Studio op Strijp-S, een foutje maakt, wordt organisatie en individuebalancerend op de achterste direct afgestraft door de le leden treden op. poten van zijn stoel, zonbrutaal wijzende vingers van der handjes, omringd door de tegenpartij: haha, kijk zeven andere aapmannen. The Ruggeds zijn hem het eens verkloten. Voor de grondlegvandaag bijna compleet. Een unicum voor gers, rivaliserende straatbendes in New jongens die zo’n veertig keer per jaar in het York, was het een manier om oorlogen uit vliegtuig stappen. Ze vlogen naar Dubai, San te vechten. Voor moderne b-boys is het wat Diego, Bahrein, New York en Taiwan. In Lononschuldiger. “De scene is hard”, zegt Niek. den versloegen ze de Spanjaarden op de UK “Als je wilt winnen, moet je iedereen willen Champs. Dichterbij huis, in Heerlen, pakten afmaken. Maar naast dat machogedrag is er ze de hoofdprijs op het prestigieuze veel respect. Een tegenstander is er, net als The Notorious IBE. Niek, droogjes: jij, elke dag mee bezig. Ook hij staat elke “Ik denk dat we zo'n dertig battles dag op zijn hoofd. Dat is toch idioot? hebben gewonnen.” Dat Wie doet dat nou? Dat is wat ons alles in de afgelopen verbindt.” twaalf maanden. Goed Meer boterhammen bezig knul. Er staat een olifant in de Rugged Oorlogen uitvechten Studio genaamd Ouderdom. Bijna elke dansmove Die staat er vaak als de

Virgil (freeze op een hand met voet vast)

Roy (turtle on a shoe)

56

MEST nr 9


Niek (elbow freeze)

b-boys iemand op visite hebben. Het is namelijk altijd de tweede vraag die mensen stellen: hoe ga jij je pensioen betalen, jongen? Van breakdancen word je niet rijk, ook niet als je tot de kaste der kampioenen behoort. Toch doen de meeste crewleden het fulltime. Ze gaven hun studie ervoor op toen het succes kwam. De jongste, de 14-jarige Leelou, zit nog op school en maakt zich geen zorgen over de toekomst. Maar voor de 22-jarige Jessy wordt het toch tijd de olifant in de ogen te kijken. “Mijn vader zegt altijd dat ik een reserveplan moet hebben. Deze fijne levensstijl is met prijzengeld en commerciële klussen goed te onderhouden, maar na je dertigste wordt het moeilijker om op wereldniveau te blijven. De komende tien jaar wil ik dus andere kwaliteiten ontwikkelen.” Het prijzengeld dat de jongens binnenslepen, varieert per competitie, meestal is het een paar duizend euro. “Daar moeten we blij mee zijn”, meent Niek. “De legendarische b-boys van vroeger kregen een beker, daar waren ze al gelukkig mee. Maar de scene professionaliseert. Wie commercieel handig is, kan er een jaarinkomen uithalen. Wij laten ons inhuren door bedrijven en we geven danslessen in de Rugged Studio. Dat laatste is duurzaam, een lesje geven kan na je dertigste ook nog hè. Bovendien huren we goedkoop op Strijp-S. Eindhoven is awesome. Als we hier niet zo chill zouden zitten, was ik allang naar Los Angeles verhuisd. Toch hoop ik dat jongens als Leelou meer boterhammen gaan verdienen.”

Hun kleine neefje Ja, Leelou. Goed dat hij ter sprake komt. Anderhalve meter hoog, veel te grote baseballpet op zijn hoofd,

blauwe plekken op zijn lijf en een paspoort vol stempels. Hij is de enige afwezige vandaag in de studio; de eigenlijke held van dit verhaal zit braaf op school. Als baby stond hij al op zijn hoofd in een poging zijn breakdancende moeder na te doen. Vele jaren later wist hij zich met een charmeoffensief en heel veel talent bij zijn gedroomde crew aan te sluiten. Sindsdien voelen alle crewleden zich een beetje oom; trots op hun neefje. Richting en hoogteverschil, impact en timing, je hoeft Leelou niets uit te leggen. “Ik zie elke generatie b-boys weer sneller over de dansvloer gaan”, zegt Vince over Leelou. “Maar ook nu moeten ze blijven vernieuwen. Dat begrijpen The Ruggeds en dat maakt ze ook zo goed: vernieuwen en creatief blijven.” Niek, reflecterend: “Als kind denk je: ik wil een salto leren. Als dat lukt ga je verder. De windmill. De headspin. Benen in je nek en op je kont draaien. En voor je het weet sta je in Dubai op je kop te tollen. Met een eigen dansstudio en een overvolle agenda.”

Apollo en Carré O ja, de agenda. The Ruggeds werken vandaag aan hun eerste theatershow. Een eigen avond, met eigen choreografie. Zo hopen ze een breder publiek in de Nederland te bereiken. Of nee, de wereld. Het Apollo Theater in New York staat al op de agenda. Cool. En laatst konden ze al warmdraaien tijdens een andere show, in dat Amsterdamse theater, hoe heet het ook al weer, oh ja, Carré. Niek staat op en klapt in zijn handen: “Kom boys, aan het werk.” Achterwaartse salto, landen op het hoofd, drie rondjes draaien. Als we het gebouw uit lopen horen we binnen iemand ‘auw!’ roepen. Het blijven mensen.

Andy (hoge sidefreeze)

Tekst Thomas Snoeijs Fotografie Maria van der Heyden

Sjoerd (lage sidefreeze)

MEST nr 9

57


3 X GEROOSTERDE HOND

DE

s C hE pP i Ng

Illustratie Wouter Gresnigt

EN ANDERE GODDELIJKE ELLENDE

De kleine Tilburgse uitgeverij Geroosterde Hond komt de eerste maanden van dit jaar met vier nieuwe boeken. Gedichtenbundels van Robert Proost, Andrew Cartwright en Bart Smout, en de korte verhalen van Twan van Bragt. MEST pikte er een paar pagina’s uit.

58

MEST nr 9


GENESIS

Uit: Blijkbaar wordt het toch erger als je er niets aan doet Van: Bart Smout Kwam uit op: 8 maart 2015

Bart Smout (1983) is schrijver, columnist, recensent en journalist. Columnist voor Joop.nl en de opiniesite van de Vara, eerder schreef hij columns voor de Volkskrant. Smout is redacteur bij MEST en Univers, het tijdschrift van Tilburg University. Ook schrijft hij literaire recensies voor Passionate en de Reactor. Bij uitgeverij Prometheus publiceerde Smout de roman Lege Lijnen. Dit is zijn eerste gedichtenbundel. Â

Er zijn figuren die het in zich hebben om uit helemaal niks een enorm probleem te laten ontstaan. God was er zo een. GEROOSTERDE HOND Kleine uitgeverij in Tilburg van Bas Jongenelen en Martijn Neggers, tevens hoofdredacteur van literatuurblad De Titaan. De Hond noemt MEST nr 9

zichzelf een uitgeverij zonder pretenties, met als enige ambitie: mooie boeken maken. De uitgeverij geeft jaarlijks ongeveer vijf boeken uit, van schrijvers die ze zelf selecteert. 59


KADETJES Een plastic zak met acht witte kadetjes op de bijrijdersstoel. Witte kadetjes met boter en kaas. Witte kadetjes met boter en chocoladepasta. Witte kadetjes met boter en pindakaas. Bij vakantie horen witte kadetjes. Door het jaar heen eet Jos nooit witte kadetjes. Vandaag wel. Een plastic zak vol, precies op de plek waar zijn vrouw de afgelopen vijftien jaar zat. Op naar de stacaravan in Zwitserland. Alleen. Net als altijd om vijf uur ’s nachts opgestaan. De file voor zijn. De auto gisteren al volgeladen, de imperiaal was niet eens nodig. De troep die hij de afgelopen jaren mee moest nemen! Onvoorstelbaar. Alles past makkelijk in de kofferbak. Bij Luik begint zijn buik te rommelen. Het is half zeven. Ontbijt. Tijd voor een eerste kadetje. Eentje met boter en pindakaas. Het plakt wat aan zijn gehemelte. Koffie gehaald bij de benzinepomp, van die typische Belgische koffie. Tong een beetje verbrand, maar zijn Volvo heeft een bijzonder handig uitklapbaar bekerhoudertje. Laat maar even afkoelen. En gewoon, omdat het kan, gaat Jos vol op de rem op de invoegstrook. Nog geen druppel over de rand. Dat is wegligging. Grens over naar Duitsland. UB40 op de radio. Jos rijdt weg van een schijtjaar. Man, wat een schijtjaar. Zwitserland is de stip aan de horizon. Het beloofde land. Dan kondigt de Duitse radio Papa Don’t Preach van Madonna aan. Wat een topnummer. Jos zingt mee. Vlakbij Saarbrücken ziet Jos een witte Mercedes in zijn achteruitkijkspiegel. Achter het stuur een vrouw van ongeveer vijfendertig. Zwarte krullen. Duits kenteken. De auto volgt hem een tijdje. Dan knippert ze met haar groot licht. Er bungelt een leeuwtje aan haar spiegel. Sjans, denkt Jos. Ik heb godverdomme sjans. Ik heb vakantie en ik straal het uit. Vrijheid. Energie. Hij zet kort zijn alarmlichten aan. Ze komt naast hem rijden. Overmand door een onmogelijke hoeveelheid zelfvertrouwen kijkt Jos opzij en durft een knipoog aan. Ze lacht. Jos lacht terug. Hij knikt stoer. Hij kijkt op zijn dashboard. Het is elf uur 's ochtends. De vakantie is begonnen. Wat heeft hij te verliezen? Mensen zouden elkaar vaker moeten uitdagen. Eigenlijk wil iedereen dat. Angst en gêne staan ons in de weg. Het is zo jammer. Waarom niet wat meer spel? Mensen gaan zo truttig met elkaar om. Jos blijft haar volgen. Hij steekt nog snel een kadetje met kaas in zijn mond. Vijf minuten later ziet hij haar knipperlichten aangaan. Ze slaat af naar een parkeerplaats vlak voor Karlsruhe. Jos kent de regels van het spel: soms moet je leiden, soms moet je volgen. Hij volgt. Hij ziet haar inparkeren. Hij parkeert ertegenover. Er staan een paar grote vrachtwagens en een wc-gebouwtje. Verder is het er verlaten. Hier gaan dingen gebeuren.

60

Jos houdt zijn handen om zijn stuur geklemd. Hij is deze spanning niet meer gewend. Het doet hem denken aan de eerste fuifjes, vroeger op school. Dan laat hij zijn stuur los en vermant zich. Hij slaat zichzelf een paar keer op de wangen, kijkt zichzelf aan in de achteruitkijkspiegel en zegt: kom op Jos! Dit is het leven. Dit wil je toch? Je hebt niks te verliezen. Met een zwaai stapt hij uit.

Uit: Jazzballet Van: Twan van Bragt Kwam uit op: 21 februari 2015 Twan van Bragt (1983) maakt theater bij De Bloem van de Natie, liedjes bij Het Wild en sketches voor ruutruutruut op Omroep Brabant. Soms gaat hij een beetje rondlopen. Gewoon, even kijken wat er te doen is. Twan is iemand die in Eindhoven is geboren, maar daar niet meer woont. Hij heeft zijn poster van A Clockwork Orange van de muur gehaald omdat zijn vriendin die te eng vond.

De Mercedes staat op tien meter afstand. Jos leunt zo nonchalant mogelijk tegen zijn auto. Afwachtend, maar bereid. De deur van de Mercedes gaat open. Een been steekt naar buiten. Een rode sportschoen. Jos’ hart bonst in zijn keel, maar zijn houding geeft hem houvast. Het is aan haar. Een tweede been steekt uit de Mercedes. In een soepele beweging komt ze recht staan. Ze komt op Jos afgelopen. Ze kijkt wat streng maar vriendelijk. Nu is het weer aan hem om de leiding te nemen. ‘Ein besonders guten Tag’, zegt Jos. Hij maakt een gebaar waarbij hij een denkbeeldig hoedje afneemt. ‘Guten Tag’, zegt de vrouw terug. Als Jos zijn hand uit wil steken ter kennismaking, loopt ze langs hem af, richting het toiletgebouwtje. Jos draait zich om, ziet haar van achteren. Dit hoort erbij, denkt hij. Dit is het spel. Ik moet reageren. Erachteraan. Hij steekt zijn hand in zijn zak en loopt er zo cool mogelijk achteraan. Als een James Bond die ergens een kijkje gaat nemen. Hij steekt de enorme parkeerplaats over. Zachtjes fluit hij Papa Don’t Preach. Het lijkt wel een videoclip. Haar billen verdwijnen het vrouwentoilet in.

Dan blijft Jos stilstaan. Te midden van die enorme woestijn van asfalt. Alsof iets onzichtbaars hem tegenhoudt. Er vormt zich een frons op zijn voorhoofd. Jos heeft even geen idee waar hij mee bezig is. Hij kijkt om zich heen of iemand hem ziet. Niemand. Verderop staat een rij enorme vrachtwagens. Hij hoort alleen de voorbijrazende auto's. Hij kijkt naar zijn eigen auto. Die staat een beetje scheef ingeparkeerd. Dan kijkt hij nog eens naar het grijze toiletgebouwtje. Een vogel landt op het platte dakje. Jos kijkt naar de lucht. Er drijven een paar kleine wolkjes voorbij. Een rilling loopt over zijn rug. Dan haalt hij diep adem, en met die teug lucht wordt hij overmeesterd door een onbekend gevoel. Enerzijds het besef dat hij ontzettend klein en eenzaam is. Anderzijds een kinderlijk gevoel van vrijheid. Hij wil iets roepen naar het toiletgebouwtje, maar er komt geen geluid. Dan draait hij zich om, rent terug naar zijn auto, gaat achter het stuur zitten en steekt een kadetje met pindakaas in zijn mond. Hij draait de sleutel om, drukt een paar keer flink op de toeter en rijdt weg.

MEST nr 9


VLIEGEN Haar eerste pogingen Om te vliegen Het leek alsof ze de lucht trachtte te porren Iedereen is piloot hier Zeiden ze Iedereen Maar jij bent anders Autodidact, bad actor Grounded in a bad way Geen ambitie, geen Hoogte

Uit: The Trent Dutchie Translations Van: Andrew Cartwright Komt uit op: 15 mei 2015

Andrew Cartwright is docent Engels bij het talencentrum van Tilburg University. Universiteitstijdschrift Univers bracht in 2010 zijn dichtbundel Een halfpipe voor een mier uit. The Trent Dutchie Translations is zijn tweede dichtbundel.

Flat Aards Dump, zelf-dumped, gloomy Only the windswept field for company, veld om van te houden, om te vullen

MOEILIJK WOORD VOOR DRIELUIK Op 28 januari dit jaar verscheen bij Geroosterde Hond ook de dichtbundel Moeilijk woord voor drieluik van Robert MEST nr 9

Proost (1985). Proost schreef onder andere voor Museum De Pont, Arty-Party en De Titaan. Geroosterde Hond bracht in 2011 zijn eerste dichtbundel Iets is wat er schijnt uit. 61


GOED

GRUT

HET KIJKENDE

bReIn

w

ie dit nog niet gezien heeft: ga! Tot en met 5 april in het Van Abbemuseum in Eindhoven. The Innocent Body van kunstenaar Roland Schimmel en specialisten van de TU/e gaat over ‘kijken’. Dat doe je met je ogen, maar vooral met je brein. En dat brein schotelt niet alleen de objectieve buitenwereld voor, maar produceert ook voortdurend subjectieve beelden, zoals nabeelden en halo’s. In het Van Abbe wordt de werking van deze processen waarneembaar. Het project bestaat uit twee ruimtes – verbonden met een lichtsluis – met verschillende soorten licht. Juist de aaneenschakeling van deze ruimtes zet de ervaring op scherp. vanabbemuseum.nl

GIPSYSURF &

kAsJoEbIsChE bRaSs

Bubliczki

62

d

e Roemeense Fanfare Ciocarlia maakte samen met de Canadese gitarist Adrian Raso een van de mooiste platen van 2014: Devil’s tale. Het instrumentale album klinkt als een hedendaagse westernsoundtrack. Eentje die rockt, swingt en ontroert, en die zwenkt van rockabilly en surf naar balkan en mariachi, van bigbandjazz naar blues, van manouche naar flamenco. Het project gaat in Nederland in première op het 19e Tilburgse Gipsy Festival, met Ciocarlia en Raso als headliner. Ook van de partij (onder vele anderen): Barcelona Gipsy Klezmer Orchestra en de aanstekelijke Kasjoebische brassband Bubliczki uit Pommeren, een woiwodschap (Poolse provincie) aan de Poolse Oostzee bij Danzig.

International Gipsy Festival, 30 en 31 mei, Interpolistuin Tilburg. gipsyfestival.nl MEST nr 9


kInDeReN DIE ALLES WETEN

w

aar komen we vandaan? Waar gaan we naar toe? In het kunstproject De kinde-

ren die alles weten van Theater Artemis uit Den Bosch gaan 260 leerlingen van basisschool Het Klokhuis in Beek en Donk op zoek naar antwoorden op De Grote Vragen Des Levens. Schrijver Eric Alink bundelt de verhalen tot een eigen scheppingsverhaal, startpunt voor tien werkgroepen waarin kinderen onder leiding van kunstenaars (waaron-

der Artemis-regisseur Jetse Batelaan), toewerken naar ‘De dag ter ere van het verhaal’ op donderdag 2 april. Die dag is er een grote optocht naar een plek buiten de school waar het verhaal wordt gevierd met beelden, kostuums, liederen, eten en drinken en een speciaal ritueel. artemis.nl

VAN LITH BIJ

hÜsStEgE

h

ardly anything sticks anymore heet de solo-expositie van Gijs van Lith (Eindhoven 1984) in Galerie Majke Hüsstege in Den Bosch. Van Lith studeerde in 2008 af aan AKV St. Joost in Den Bosch, won een jaar later de Art Award voor ‘meest belovende jonge kunstenaar’ en wordt beschouwd als een van de grote beloftes binnen de beeldende kunst. Eind vorig jaar deed de Bosschenaar nog mee aan een expositie in RH Contemporary Art New York. T/m 12 april in Galerie Majke Hüsstege, Verwersstraat 28, Den Bosch. gijsvanlith.nl

The Van Jets

PARELVISSEN OP

bElGeNpOpFeStIjN

o

nze zuiderburen hebben een naam hoog hebben te houden op het gebied van de Betere Popmuziek. Met het jaarlijkse ‘Ik Zie U Graag’ wijdt Mezz als enige concertzaal in Nederland een heel festival aan de Belgenpop. In het weekend van 24 tot en met 26 april staan weer louter Belse bandjes op het Bredase affiche. Met bekende, reeds doorgebroken namen als glamrockband The Van Jets en de Vlaamse Puertoricaan Gabriel Rios (u weet wel van de hit Broad Daylight, ook bekend van de sinaasappelMEST nr 9

drankreclame), maar vooral met bands die nog gaan doorbreken. We noemen een sixtiesband als Birds That Change Colour, het instrumentale garagejazzcollectief Dans Dans, de Gentse noiserockers Raketkanon en The Sedan Vault, drie broers die indie-elektro songs spelen met analoge synthesizers en upbeat drums. Plus uiteraard Belgische pinten en versnaperingen. Ik Zie U Graag, Mezz Breda, 24 t/m 26 april. ikzieugraag.nl 63


DE ZONE Locaties met een nabije toekomst. Dichter en fotograaf adopteren alvast een locatie waar de komende tijd wat gebouwd of anderszins gecreëerd wordt.

Wijst Hier loop je, nu nog, niet alleen jezelf voorbij. Er is een wij voor nodig, iemand die je erop wijst. Dan, gezien is geloofd, zie je verwonderd hoe verwaterd de aarde afstand van zichzelf neemt en daardoor groeit. Hoe er ijzer in de sloten bloeit. Landschap, hoe bevalt het een overtreffende trap van jezelf te zijn? Een trede van zo’n tweehonderd meter waar rivier en wind er drie van over lieten, waarover kleine mens en grote mens en hond en wie nog al richting meer bewoonde wereld liepen. Hier wil je bij hoog en laag volhouden, een roestbruine kwelgeest zien verschijnen. Je hoge poten, natte voeten laag voor laag te drogen leggen, je lijf uitwringen, drijvend op een vlot van aardlagen, kijken naar de bloemen: de dag is als bittere veldkers en uit de grond van het hart de vraag om dotterbloem. Hier zoeken we onszelf tot op de bodem uit en planten alvast een zaadje voor later.

Vicky Francken (1989) schrijft gedichten en publiceerde onder andere in Hollands Maandblad, Het Liegend Konijn, Het Nieuwste Brabant en verschillende bloemlezingen. Ze studeerde Frans en Vertaalwetenchap in Utrecht en werkt nu ook als literair vertaler uit het Engels en Frans. Francken won de Write Now Publieksprijs (2006), de Doe Maar Dicht Maar Oeuvreprijs (2007) en de Meander Dichtersprijs (2008).

64

Wijstgronden Wijst is een zeldzame vorm van kwelwater onder invloed van een breuklijn in het landschap (veel eenvoudiger kunnen we het hier even niet uitleggen), dat als opvallende eigenschap heeft dat hoger gelegen gronden natter zijn dan lager gelegen gronden. Wijstgronden zijn zichtbaar in natuurgebied De Maashorst, onder andere bij de Raktse Beemden en de Loose Beemden, gescheiden door de Karperdijk in Uden. Zichtbare wijstgronden zijn erg zeldzaam, en deze in Uden zijn mede vanwege het grote oppervlakte en de drie meter hoge helling aan de rand van de Peelrandbreuk, uniek in Europa. De Brabantse wijstgronden werden in 2004 door de provincie Noord-Brabant uitgeroepen tot het eerste aardkundig monument in de provincie. Op dit moment wordt er nagedacht om met landkunst de wijstgronden en de breuklijn in De Maashorst ‘beleefbaarder’ te maken voor bezoekers.

Gedicht Vicky Francken Fotografie David Stevens MEST nr 9



FIJNE TIPS VAN DE

LUCAS DE WAARD schrijver, columnist 16 Mei, Radio Verkade, het nieuwe literaire festival van de Verkadefabriek. Moeilijke tijden voor de literaire festivals, maar de Verkadefabriek doet daar niet aan mee. Hulde!

ESTHER WITTENBERG journalist De tentoonstelling RIOT van Isaac Julien in De Pont in Tilburg. Hoogtepunt is de filminstallatie Playtime, geïnspireerd op de film van Tati. Nog t/m 31 mei.

THOMAS SNOEIJS Journalist Elvis blijft bestaan, alleen hij, derhalve vieren we zijn 80ste verjaardag met de expositie De Elvis Code in het Breda's Museum. Tot 28 juni.

IS EEN UITGAVE VAN bkkc, Cubiss, Erfgoed Brabant, Kunstbalie, het PON, VisitBrabant, met medewerking van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Provincie Noord-Brabant. Oplage: 4500 MEST verschijnt eind maart, eind juni, eind september en eind december. ISSN 2214-451X CONTACT Redactie magazine en website: redactie@mestmag.nl Abonnementen, adreswijzigingen of nazendingen: www.mestmag.nl of info@mestmag.nl ADVERTENTIES Angela Hoogduin 040-8447636 a.hoogduin@bcm.nl

DIETER VAN DEN BERGH journalist en eindredacteur De Mens. Uit Vlaams-Brabant. Is terug. Na Gorki en Noordkaap misschien wel de beste Nederlandstalige rockband. Met nieuwe plaat. O.a. 3 april in Borgerhout en 4 april in Kalmthout.

MENSEN

ANNEKE VAN WOLFSWINKEL schrijver, journalist Lege landschappen die ruimte scheppen, waar je loom van wordt, maar die ook ongemakkelijk voelen. Precies goed, dus. Michaël de Kok, Piet Hein Eek Galerie Eindhoven, 1204 t/m 30-08.

JEROEN DE LEIJER tekenaar In 1911 liet Mondriaan zijn horoscoop trekken. In een speciaal ontworpen ruimte is het document te zien. Tot 3 januari 2016. Witte de With, Rotterdam.

REDACTIEADRES MEST, Postbus 72, 5000 AB Tilburg www.mestmag.nl HOOFDREDACTIE Stan van Herpen redactie@mestmag.nl LOGO Luis Mendo ART DIRECTION + VORMGEVING Masaya Takeda www.nthlts.com EINDREDACTIE Dieter van den Bergh en Stan van Herpen GIER-TEAM VAN #9 Maria van der Heyden (beeldredactie), Thomas Snoeijs, Anneke van Wolfswinkel en S. Lloyd Trumpstein.

KEVIN TOMA journalist Hoop dat deze zomer het slotdeel verschijnt van Knausgårds Mijn Strijd-cyclus; weinig hedendaagse auteurs die zo verslavend en veelomvattend over (hun worsteling met) het alledaagse schrijven.

ERIK VAN DER BURGT fotograaf Het boek Brief aan vader, waarin Maarten Biesheuvel zijn beste verhalen heeft verzameld.

AAN DIT NUMMER WERKTEN VERDER MEE Eric Alink, Erik van der Burgt, Vicky Francken, Bart Smout, Lucas de Waard, Anouk Essers, David Stevens, Anneke van Wolfswinkel, Linelle Deunk, Jenna Arts, Wouter Gresnigt, An-Sofie Kesteleyn, Martyn F. Overweel, Thomas Snoeijs, Kevin Toma, Mark van de Voort, Esther Wittenberg, Milan Vermeulen. LITHOGRAFIE Plusworks Amsterdam DRUKWERK PreVision Eindhoven ABONNEMENTEN Een abonnement kost €30 voor vier nummers per jaar. Zie ook pag. 42. Aanmelden kan via www.mestmag.nl. Ook voor vra-

STAN VAN HERPEN hoofdredacteur MEST Nog een eind weg, maar merk dat velen buiten Eindhoven het liefste festival van Nederland niet kennen: Naked Song, 6 juni, Muziekgebouw.

gen, adreswijzigingen of nazending van een editie kun je op de site terecht. Abonnementen worden aangegaan tot wederopzegging. Opzegging kan schriftelijk, per mail (info@mestmag.nl), tot uiterlijk één maand voor het einde van de lopende abonnementsperiode. Papier Munken Print White Fonts Macula, Brandon Text en Paperback. COPYRIGHT Alle zorg is besteed aan het achterhalen van de rechthebbenden. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen contact opnemen met de redactie. © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder nadrukkelijke toestemming van de uitgever.

MEST #10 VERSCHIJNT EIND JUNI 2015 www.mestmag.nl

66

MEST nr 9


JONG OP

DE COVER

“Ik wil iets blootleggen wat we normaal nooit zien” Toneelschrijver Rik van den Bos (1982) werkt onder meer voor het Ro Theater. Zijn stuk Leger ging onlangs in première. “Ik probeer een verhaal achter de muren van de samenleving te doorgronden.”

a

“Ik probeer zoveel mogelijk een normale structuur aan te houden, van negen tot vijf. Maar dat lukt nooit. Ik zit bij een repetitie, een bespreking of schrijf in mijn kantoortje. En ik geef les aan de HKU en de Toneelacademie Maastricht. Mijn leven bestaat nu uit schrijven en mijn gezin. Als ik op Facebook zou zitten, zou ik nog maar één vriend over hebben.”

ls het net even anders was gelopen, was hij misschien wel sportleraar geworden, zegt Rik van den Bos bij een extra sterke koffie verkeerd in café Kobalt in Amsterdam. Hij werd toneelschrijver. En maar meteen een van de meest bejubelde van het land. “Ik probeer altijd een verhaal dat zich afspeelt achter de muren van onze samenleving te doorgronden. Wil iets blootleggen wat we normaal nooit zien. Daarom voel ik me zo thuis bij het Ro. Regisseur Alize Zandwijk kiest bewust voor nieuwe teksten die het meest aan de pols van deze tijd zitten. Zij heeft ballen, durft risico’s te nemen.” Voetbal Van den Bos groeit op in Oirschot. “Ik heb er veel aan gehad om op te groeien in een dorpje. Het biedt een overzichtelijk model van de samenleving. Je ziet goed hoe de hiërarchie is, hoe de machtslijnen lopen. En je ziet ook heel goed hoe een leven kan verlopen.” Na de middelbare school in Best vertrekt hij naar de sportacademie in Tilburg. “Tot mijn achttiende was ik alleen met voetbal bezig.” Maar uiteindelijk kiest hij voor de schrijversopleiding aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. “Na mijn opleiding kon ik meteen als freelancer van het schrijven leven. Een unicum. Per jaar moet ik zo’n vier stukken maken om rond te kunnen komen. Vaste opdrachtgevers zijn het Ro Theater, Noord Nederlands Toneel en BERG&BOS, mijn eigen project met Maurits van den Berg. We doen veel op locatie, maar zijn nu bezig met onze eerste zaalvoorstelling. Die speelt in 2016, er zijn al dertig voorstellingen verkocht.” Boezemvriend Met cabaretier Henry van Loon zet Van den Bos zijn eerste theaterstappen. “Henry is sinds mijn 14e een boezemvriend. We groeiden allebei op in Oirschot. Wat hij kan op een podium, wow, daar kan ik niet aan tippen. Na het eindexamen deden we mee met een jongerenproject. Daar bleek dat ik absoluut niet kan spelen. Ik schreef toen wel mijn eerste monoloog. Stiekem wilde ik toen al naar de schrijversopleiding, maar ik vond mezelf nog te onervaren.”

MEST nr 9

RIK VAN DEN BOS • Geboren in 1982 in Eindhoven, groeit op in Oirschot. • 2008: studeert af aan de HKU. • 2010: Charlotte Köhler Stipendium voor ‘meest veelbelovende toneelschrijver’. • Schrijft o.a. Berm (Gerardjan Rijnders, 2009), Uittocht (Firma Rieks Swarte, 2011), Ik wil mijn geld terug (Veenfabriek & Asko|Schönberg, 2012), Vreugdetranen drogen snel (Ro Theater, 2013, met o.a. Jack Wouterse) en in 2015 Leger (Ro Theater), t/m 7 mei te zien. • Voor NNT schrijft hij Mijn Ede en Mijn Tweede voor Marcel Hensema, waarin hij zijn eigen dorpservaringen inzet. • Woont in AmsterdamNoord, samen met vriendin/decorontwerpster Marieke van Veen en hun zoontje (3).

Wrange humor “Leger van Ro Theater gaat over oorlog. Ik heb het geschreven voor Gijs Naber en Herman Gilis. Ze zijn allebei gefascineerd door het thema. Herman speelt de vader van een jongen die is omgekomen op missie, Gijs de buddy van de overleden jongen; hij ontsnapte aan de bermbom. Ze zitten te malen en voelen zich door iedereen verraden. Ze ontmoeten elkaar en zijn tot elkaar veroordeeld.” “Relativering speelt in Leger een grote rol, pas aan het einde is er geen ontkomen meer aan. Voor mij levert humor veel op. Je kunt mensen echt bereiken als je zware onderwerpen op een lichte manier benadert. Ik bewonder iemand als Gabriel García Márquez, zijn tragikomische stijl, wrange humor en grilligheid.” Grootste kick “Ik zou naast toneel best meer willen schrijven. Ik heb net een scenario geschreven voor een aflevering van de tv-serie Missie Aarde. Ik hou van absurde comedy, maar het is nog niet mijn sterkste kant. De wens voor een roman is er ook, maar mijn agenda zit te vol. En als ik begin met schrijven, blijkt het vaak toch weer een theatertekst.” “Ik hou ervan om achter de schermen te werken. Ze zeggen dat de macht bij de regisseur en de acteurs ligt. Daar zit ik niet mee. De taal, en de weerbarstigheid ervan, is iets levends, daar kun je mensen mee raken. Het spannendste moment voor mij is niet de première, maar díe voorstelling waarin de hele machine klopt: licht, toneelbeeld, spel, tekst. Dat geeft de grootste kick.” Tekst Dieter van den Bergh Fotografie (cover en achterpagina) Milan Vermeulen

67


Toneelschrijver

Rik van den Bos bij het Ro Theater

{ zie ook pagina 67 }


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.