MEST #8

Page 1

KINDEREN REDDEN HET LEVEN VAN JACK TIMMERMANS

Nr 8

December 2014 € 7,95 bijzondere cultuur in Noord-Brabant

ONTWERPER

DAVE – Phonebloks – HAKKENS:

“Gaaf dat je met een YouTube-filmpje een hele industrie kunt sturen.”

1

DROMEN VAN EEN OSCAR

DE LAATSTE BRIEF VAN VAN GOGH En ook: kunstenaars in het wild deel II


[Advertentie]

Al deze mensen hebben een Al deze mensen hebben Al deze te mensen hebben een een verhaal vertellen... verhaal verhaal te te vertellen... vertellen...

2

www.hetpon.nl | 013-535 1535

Weet wat er leeft onder mensen. Ontdek hun ideeën over wat uw organisatie bezighoudt. Weet er leeft onderdie mensen. Benutwat de oplossingen zij zien voor uw problemen. Weet wat er leeft onder mensen. Ontdek hun ideeën over wat uw organisatie bezighoudt. Ontdek hun ideeën over wat uw organisatie bezighoudt. Benut de research oplossingen die zij zien voor uw problemen. Het PON communities. Benut de oplossingen die zij zien voor uw problemen. De manier om écht met inwoners, doelgroepen en Het PON communities. MEST nr 8 klanten inresearch contact te komen. Het PON research communities. De manier om écht met inwoners, doelgroepen en De manier om écht met inwoners, doelgroepen en klanten in contact te komen.


INHOUD Nr 8

22

DROMEN VAN EEN OSCAR

Het succesvolle animatietrio Job, Joris en Marieke is met A Single Life in de race voor een Oscar. Ze praten, o.a. over het mysterieuze proces achter de belangrijkste filmprijs ter wereld. “In theorie zou Meryl Streep onze film kunnen gaan kijken.”

7 16

VINCENT: DE PRECIES EEN JAAR EERDER, DOODGEBOREN BROER VAN DIE ANDERE VINCENT HET BIERRECLAME MUSEUM IN BREDA

40

BURENGERUCHT. MET JOHN KÖRMELING (NL) EN CARYL STRZELECKI (B)

56

FRAGMENT UIT DE KAMERS, DE NOG TE PUBLICEREN DEBUUTROMAN VAN LUCAS DE WAARD

68

MEST nr 8

DE ZONE: DICHTER ARNOUD RIGTER EN THEATER LA DAMOISELLE

60

JACK TIMMERMANS, ARTISTIEK LEIDER VAN DE STILTE Over overleven: “Kinderen zijn het beste recept tegen zelfmoord.”

3


[Advertentie]

Op zoek naar Brabantse culturele vacatures of oproepen? De online redactie van MEST verzamelt alle interessante vacatures en oproepen op cultureel gebied, althans, die van binnen de Brabantse landsgrenzen. mestmag.nl/vacatures

Iedere week posten we de nieuwe vacatures ook op Facebook en LinkedIn. Met de site en het tijdschrift tonen we de waarde van cultuur in Noord-Brabant. Onder andere door te laten zien wat de waarde van kunst en cultuur is voor verschillende facetten van ons persoonlijke en maatschappelijke leven, zoals welzijn, economie, wetenschap, politiek en milieu. MEST magazine wordt in controlled circulation verspreid onder ongeveer drieduizend personen, binnen en buiten Noord-Brabant, die belangrijk zijn, kunnen zijn of moeten zijn voor kunst & cultuur in Brabant. Daarnaast is MEST een publiekstijdschrift: het wordt verspreid via de boekhandel en belangstellenden kunnen zich abonneren (zie ook pagina 42).

facebook.com/MestMag

@mestmagazine

linkedin.com/company/mest-magazine


18

OTIS: PUNK ZOALS PUNK BEDOELD IS “Hoi. Wij zijn de beste band van Nederland. Echt, godverdomme, wat zijn wij goed!”

24

VAN GOGH OVER ZIJN EIGEN UITVERKOOP

44

JEROEN DE LEIJER ONTMOET: ACTEUR HUUB SMIT

Stel je voor: ons Vincent had een visioen, over het Van Gogh-jaar 2015, en hij beschreef dat in zijn allerlaatste brief. “Een brooddronken waan van hoogmoed.”

(die van New Kids en Popoz) “Ik ben eigenlijk helemaal niet grappig.”

50

WAAR GAAN WE NAARTOE MET DIE 25 MILJOEN? Oftewel: MEST bepaalt wel even wat Brabant C moet gaan doen.

66

WAAR MOET JE ZIJN VOOR KUNSTENAARS IN HET WILD? MEST is op zoek naar de favoriete cafés, restaurants en koffietenten van de Brabantse creatieveling. In deel 2: Tilburg en Eindhoven. MEST nr 8

over hoe kunst je leven kan redden

W

e gaan het weer veel hebben over de waarde van kunst. Dat hoop ik tenminste. Echt, geen greintje ironie. De Tilburgse hoogleraar Hans Mommaas onderzoekt de komende tijd hoe je de waarden van cultuur kunt meten. En het nieuwe cultuurfonds Brabant C (zie het artikel in deze MEST) gaat van start; daar op kantoor bomen ze ongetwijfeld dagelijks met gepaste felheid over het belang van cultuur. Dat gaat dan geheid over de maatschappelijke waarde van kunst. Tot ergernis van hen die vinden dat we de laatste jaren te weinig oog hebben voor de intrinsieke waarde van kunst en cultuur. Maar waarom roept een functionele benadering van cultuur toch altijd zulke heftige emoties op? Natuurlijk moet je als kunstenaar de ruimte hebben om je autonoom te bewegen. Want jij moet een alternatieve blik bieden, daarom bieden we je subsidiemogelijkheden, daarom nagelen we je niet aan de meetlat van Jan Modaal. Maar nadenken over je drijfveren en de mogelijke effecten van wat je maakt, gaat toch niet ten koste van je autonomie? Het onderscheid tussen een functionele en een intrinsieke waarde van kunst en cultuur is sowieso lastig te maken. Als kunst überhaupt al een puur intrinsieke waarde kan hebben. In een ontroerend interview in deze MEST beschrijft Jack Timmermans, artistiek leider van dansgezelschap De Stilte, hoe de kunst zijn leven heeft gered. Het stelde hem in staat een eigen alternatieve werkelijkheid te scheppen. Hoe autonoom wil je het hebben. ‘Kunst maakt van slachtoffers daders.’

Stan van Herpen Hoofdredacteur

5


[Advertentie]

MakersBuzz

Wauw… op wielen! Verrassend, vernieuwend en dáár zijn waar je publiek is. Dat is de MakersBuzz. De bus speelt in op de trend van de ‘makerscultuur’. Een mobiel fablab vol maak-apparatuur, waarmee we verschillende doelgroepen in aanraking brengen met moderne digitale technieken. De mobiele crew van de bus laat kinderen, tieners, studenten, ouders en ouderen zien en vooral ervaren, hoe je kunt werken met bijvoorbeeld een lasersnijder, een 3D-printer en een folieplotter. Maar ook hoe je piano kunt spelen op bananen met de MakeyMakey. De MakersBuzz is een initiatief van de Brabantse bibliotheken. Cubiss richt zich op nieuwe manieren van leren, werken en organiseren en ontwikkelde de MakersBuzz. Kennis delen, inspiratie bieden en ontmoeting. De bus staat garant voor een ‘wauw- effect’!

Wil je de MakersBuzz op je evenement, bijeenkomst, op school of bij de bibliotheek? Neem contact op met Cubiss. Wil je de bus gewoon eens ervaren? Zie het tourschema en kom eens langs: • • • • • •

10 december 2014 - Nationaal Bibliotheekcongres | Beurs van Berlage - Amsterdam 17 december - Bibliotheek Markiezaat | Bergen op Zoom 11 januari 2015 – NOBB | Bibliotheek Zeeland, Noord-Brabant 13 januari – Bijeenkomst Bibliotheek op School | locatie volgt 14 januari – Heerbeeck College | Best 26 januari – School VO | Breda (optie)

Na januari 2015 stopt ons tourschema niet! Volg waar we staan op MakersBuzz.nl. Heb je interesse in de MakersBuzz of één van de andere educatieve of mediawijze oplossingen van Cubiss? Neem gerust contact op met: Nieke Geschiere 06 20 96 90 58 | n.geschiere@cubiss.nl Postbus 90114 | 5000 LA Tilburg | 013 46 56 700 Statenlaan 4 | 5042 RX Tilburg • Mercator 1 | 6135 KW Sittard Cubiss is onderdeel van

www.cubiss.nl


ER LOOPT WEER EEN HOND OVER MIJN GRAF Schrijver / journalist Eric Alink bezoekt graven van illustere Brabanders. Dit keer: Vincent van Gogh (1852-1852)

Voorstudie

Z

e hebben zitten suffen. Hoogstwaarschijnlijk bij Planning. Niemand weet wie op die afdeling werkt. De luxaflex is er consequent dicht. Op Planning beslissen ze over wieg en graf. Van elk mens bepalen zij de begin- en einddatum. Die leggen ze in meerjarenkalenders vast. Dat vergt precisie. Slordig agenderen heeft kwalijke gevolgen. In Zundert spreken ze zelfs van broddelwerk. Uiteraard heeft God na het drama een onderzoekscommissie ingesteld. Maar die talmt. Zij weet haar eindrapportage al 162 jaar uit te stellen. Dat is lang. Zelfs in Brabant. Zo blijft het gissen waarom Van Gogh precies één jaar te vroeg is geboren. Ingewijden vermoeden onoplettendheid bij Planning. Een knullige roosterfout, waardoor de komst van de schilder op 30 maart 1852 stond ingepland. Al tijdens de bevalling moet de afdeling Controle de administratieve vergissing hebben ontdekt. Paniek. Spoedoverleg. Iemand die kalm zei: “Rectificeren.” Tegenspraak bleef uit. Was het de stem van God? Vincent. Zo noemden ze hun doodgeboren kind. Elke vergissing heeft recht op een naam. Verder geen lelijk woord over de afdeling Planning. In de zucht naar genoegdoening hebben ze hun dwaling exact een jaar later hersteld. Op 30 maart 1853 kwam Vincent van Gogh opnieuw ter wereld. Zijn broertje dat niet uit de verf kwam, ligt op het protestantse kerkhof. Terra cognita: vader Van Gogh was dominee te Zundert. Volgens de duimstok is de zerk van Vincent 95,2 centimeter lang en 51,5 centimeter breed. Hier ligt de dood ingelijst. Een echte Van Gogh, zeggen de gebeitelde letters.

Het is een voorstudie uit 1852. Maar geen opgewekte. Vroegtijdigheid is niet zonnebloemgeel of amandelbloesemwit. Zij is grafgrijs. Wel liggen hemelse kleuren in het verschiet: ‘Laat de Kinderkens tot Mij komen, want derzulken is het Koningrijk God’, wenkt Lukas 18 vers 16 op de steen. Een breuk loopt dwars door de K van Kinderkens. De voorbarige Vincent ligt niet alleen. Zijn buurmeisje is de tweejarige Anna Maria Bloijs van Treslong. Op dit kerkhofje wachten meer namen op een bezoeker die ze hardop wil uitspreken: Aartje Goedhart, Nelly Wagner, Truitje Kleerebezem. De wind voert hun lettergrepen over de heg. Een rode Citroën remt. Te laat. In de Molenstraat eindigen Goed en Hart. Amper 250 graven telt deze begraafplaats. Vincents steen ligt pal naast de consistorie – het kerkenraadgebouw. Een onbekende heeft een stuk zeep op de vensterbank gelegd. In Zundert is de ziel nooit schoon, maar ruikt zij naar lelietje-van-dalen. De dood maakt hongerig. Geen probleem. Tegenover het kerkhof ligt Happy Garden. Dat is een Chinees restaurant. Specialiteit: naamsverloochening. Rechts wacht Van Goghs Moestuin, een sociaal-cultureel project. De prei, boerenkool en courgette staan er monter bij. De bezoeker loopt het kerkhofpad af. Hekje door. Zundert in. Toch wat bedrukt. Naar hoor, een bloedend oor. Maar afgesneden leven? Niet te doen. Tekst Eric Alink Beeld Anouk Essers


MOOI-LEKKER-HANDIG

-BOEIEND-PIJNLIJK-GRAPPIG

iedereen is te koop DESIGN

STOFFEN VAN MARC MULDERS EN RIA MUL €95,00 Vaak ontstaat er iets bijzonders als makers met afstand tot de arbeidsmarkt samenwerken met ontwerpers en kunstenaars. Stichting Social label koppelt deze mensen aan elkaar en brengt hun producten op de markt. Ontwerpers Piet Hein Eek, Roderick Vos, Dick van Hoff en architect Haiko Meijer brachten eerder al een Social label-product tot stand. Tijdens de afgelopen Dutch Design Week presenteerde Marc Mulders samen met Ria Mul van Artenzo (een werkplaats voor mensen met een beperking) het product MASK. Marc Mulders daagde Ria Mul − die autistisch is − uit haar wereld te verbeelden. Op basis van de schilderijen die ze samen maakten, werden bijzondere stoffen geweven. Die zijn los verkrijgbaar, of als sierkussen. De eerste serie sierkussens (een kussen kost €95,-) is te koop via www.sociallabel.nl/product/mask-2/. www.sociallabel.nl www.marcmulders.com

Ria Mul en Marc Mulders

BEELDENDE KUNST

“MIMUS, €34,00 Fotografe Wiesje Peels maakte als kind voor het eerst kennis met het circus en de fascinatie bleef. Onlangs verscheen van haar hand het fotoboek “Mimus,. Peels reisde mee met gezelschappen uit Nederland, België, Duitsland, Zwitserland en Italië. Op BredaPhoto waren de foto’s al te zien. Uit de catalogus: ‘Haar foto's ademen een sfeer van melancholie en eenzaamheid, ontdaan van het exotisch laagje dat vaak rond de circuswereld hangt.’ Maar mistroostig vindt Peels het circusleven niet. Noem haar beelden liever autobiografisch, zegt zij. “Ik projecteer mijn eigen stemming op de circusartiesten.’’ Het boek (uitgeverij: d’ jonge Hond/Komma) is verkrijgbaar in vier verschillende covers. www.wiesjepeels.com

8

BURGERSCHAP STIMULEREN €40,00

FOTOGRAFIE

Vorig jaar exposeerden de Parijse kunstenaars Léonore Bonaccini en Xavier Fourt in Onomatopee, kunstenaarsinitiatief in Eindhoven. In hun werk willen ze met infographics politieke, sociale en economische systemen blootleggen. Door verschillende elementen aan elkaar te koppelen, willen ze nieuwe verbanden laten zien. Samen met Onomatopee werkten Bonaccini en Fourt aan de publicatie An atlas of agendas. Mapping the power, mapping the commons. Net zo vaag als intrigerend. Doel van het boek: goed burgerschap stimuleren. www.onomatopee.net

MEST nr 8


COL

UMN

MUZIEK

VERVELING

G

elieve dit tussen ons te houden, maar ik verveel me nogal eens. Over dat soort dingen moet je als creatieve zzp’er eigenlijk je muil houden. Drankzucht is toegestaan, lijden zelfs een vereiste, maar verveling; dat recht heb je opgegeven toen je je eerste subsidieaanvraag indiende.

BIG RIFFS €15,00 Yama noemt zichzelf een ‘heavy stoner rock band’ uit Tilburg. Op 1 december verscheen hun nieuwe album Ananta op het label Lighttown Fidelity. Het album verschijnt op cd (€15), maar er worden ook 175 exemplaren op oranje vinyl (€20) en 75 exemplaren op wit gemarmerd vinyl geperst. Stevige rock voor de donkere winterdagen, ‘heavy grooves and big riffs’, aldus de band zelf. www.yamaband.com

Verveling is niet meer wat het vroeger was. Vroeger, toen je klein en dom was, was verveling een acceptabel tijdverdrijf. Je hing landerig over de bank gedrapeerd, zeulde drenzend achter je ouders aan en af en toe zei je moeder: “Ga dan een mooie tekening maken.” Of: “Je hebt laatst toch een leuk boek van oma gekregen?” Ouders zien altijd twee dingen over het hoofd als het op verveling aankomt. 1: Boeken van oma zijn nooit leuk. Boeken van oma zijn saai. 2: Als je je verveelt wil dat niet zeggen dat je niks te doen weet, je hebt gewoon nergens zín in. Voor een kind is verveling een doodgewone besteding van zondagmiddagen en uitzichtloze schoolvakanties. Als zzp’er in de creatieve sector is het een zonde. Verveling is niks doen op momenten dat je ook zou kunnen bloeden. Zweten. Tranen. Nare predicaten als luiwammes, klaploper en parasiet liggen altijd op de loer.

THEATER

PORGY FRANSSEN BIJ JE THUIS n.o.t.k. Op zijn website staat het helder: ‘Ik kom naar u toe! U blijft thuis!’ Je boekt Franssen zelf. Voor in je woonkamer. Of op een andere plek, alles kan. Franssen biedt drie voorstellingen aan. Hij bewerkte Stefan Zweigs Schachnovelle tot de voorstelling SCHAAK! Novecento is een theatermonoloog over de liefde van de Italiaanse schrijver Alessandro Baricco. En Zijde vertelt het verhaal van de Fransman Hervé Joncour, die zijn zijdehandel verplaatst van Egypte naar Japan. www.porgyfranssen.nl

MEST nr 8

Maar verveling is van levensbelang. Hou dat in godsnaam voor je, ze zullen je stenigen, maar het is zo. Ideeën komen niet naar je toe als je zit te zwoegen. Ze zullen langs je heen suizen als vleermuizen in de schemering en jij hebt niks in de smiezen. Ja, concentratie is nodig om meters te maken. Maar het is tijdens de momenten dat je je de tering verveelt dat inspiratie zich aandient. Je hebt verveling nodig. Net als escapisme. Twee uur voor het verlopen van een deadline zwengel ik steevast mijn Playstation aan voor, heel even maar, één klein potje Fifa. Dat worden er twee. Het verdrijft de demonen. Het maakt in al zijn onzinnigheid de kop leeg voor nog een laatste, objectieve blik op het in te leveren werk. Het is louterend. Het is belangrijk. Maar vertel het in godsnaam aan niemand. Vertel ze maar dat ik weer heb zitten zuipen. Tekst Lucas de Waard

9


JOB, JORIS & MARIEKE: BIJZONDERE FILMCARRIÈRE IN 17 HAPKLARE BROKKEN

DROMEN VAN EEN

OSCAR

Ze vormen met z’n drieën een van de meest succesvolle animatiestudio’s van Nederland. En begin november werd bekend dat hun kortfilm A Single Life op de shortlist staat van de laatste tien films in de race voor een Oscar voor beste korte animatie. Job, Joris en Marieke, over Oscar-dromen, de Mulisch-formule en de charmes van een confettimonster. In 17 hapklare brokken.

10

MEST nr 8


1

A Single Life

Karakter Pia krijgt een mysterieuze vinyl-single. Als ze die opzet, blijkt ze voor- en achteruit door haar leven te kunnen reizen. Hoe verder de plaat, hoe ouder ze is en andersom. Het idee was al oud, en ontstond op de studentenkamer van Joris. Daar draaiden ze op een dag een single. Toen die oversloeg, dachten ze: misschien was dit wel een hap uit ons leven. Ziedaar het kernidee. En oh ja: het interieur van Pia’s huis is gebaseerd op dat van de studentenkamer van Joris. En ook de buitenkant van Pia’s huis lijkt verdacht veel op het huis aan de Eindhovense Willemstraat. Jammer: A Single Life is nog niet online te zien. Dat mag niet van de Academy, de Oscar-organisatie. De trailer staat wel online, maar die is ultrakort omdat de Academy bepaalt dat de lengte van de trailer maximaal tien procent van de werkelijke lengte mag zijn. En omdat A Single Life maar ruim twee minuten duurt…

Job, Joris en Marieke maakten speciaal voor MEST een fictieve filmstill uit A Single Life. Met alle vijf de Pia’s.

MEST nr 8

De film is vanaf augustus 2015 te zien als voorfilm van Gooische vrouwen 2, in het kader van het project Ultrakort.

11


2

Waar kan ik Job, Joris en Marieke van kennen? Nou, bijvoorbeeld van de clip bij Ik neem je mee, de hitsingle van Gers Pardoel, in totaal zeventien miljoen keer online bekeken. Of van de korte animatie MUTE, die in binnen- en buitenland prijzen binnenhaalde, waaronder de Grand Prix op het Holland Animation Film Festival dit jaar. En dus van A Single Life, dat op de shortlist staat van de laatste tien films die in de race zijn voor een Oscar voor beste korte animatie. Job (Roggeveen) kun je ook kennen van zijn succesvolle muziekproject Happy Camper (zie blokje 16).

3

Maar, eeeh, hoezo ‘Job, Joris en Marieke’? Dat is de naam van de studio van Marieke Blaauw (1979), Joris Oprins (1980) en Job Roggeveen (1979). Tegenwoordig wonen en werken ze in Utrecht, maar de drie komen oorspronkelijk uit Noord-Brabant en voltooiden zo’n tien jaar geleden hun studie aan de Design Academy. Hun studio richt zich op animatie, illustraties, character design en muziek. Ze maken zowel autonoom werk als werk in opdracht. Denk aan korte animatiefilms, reclames en videoclips. Job: “We zijn meer een bandje dan een bedrijf.” De drie maakten in 2003 al meteen indruk met hun eerste twee films (allebei te zien op hun site): Wad en Hoe Snjezhi Tjelovek zijn voorouders vond.

MUTE

4

Wat maakt hun films uniek? Visueel zijn de animaties met weinig te vergelijken, dus lastig te omschrijven. En ze hebben er zoveel gemaakt, dat het moeilijk is om één grote gemene deler te benoemen. Toch een poging. De animaties zijn vrijwel altijd speels, zonder kinderachtig te worden. Het is lichtvoetige weemoed. Waarin wel vaak ergens een zwart, venijnig element schuilgaat. Er is ook altijd een plot, dat meestal eindigt in een onverwachte twist. Zie ook de reactie van expert Gerben Schermer (blokje 8). Job: “We zaten een keer bij DWDD. Matthijs van Nieuwkerk kwam na de opname naar ons toe en zei: ‘Ik vind jullie werk zo aanstekelijk omdat het je in beweging brengt. Je wilt wat gaan ondernemen.’” Joris

Job

Marieke

Hoe gaat dat nou, met zo’n Oscar? Daarover doen vele verhalen de ronde, maar Marieke heeft onderstaande lezing uit betrouwbare bron. A Single Life is de Nederlandse inzending voor de Oscar in de categorie ‘Animated Short Film’. In totaal waren er 58 inzendingen uit evenzoveel landen. De internationale shortlist van de laatste tien komt tot stand op basis van het oordeel van een deel van de animatiespecialisten van de in totaal zesduizend zogeheten Academy-leden. Die bepalen elk jaar bij stemming welke van de ingezonden films worden geselecteerd. De animatiespecialisten zitten daarvoor in een filmzaaltje met een zaklamp. Als een meerderheid tijdens de vertoning van een film zijn lamp aandoet, valt de film af. Joris: “Wat dat betreft was de korte lengte (2 minuut 15) van A Single Life misschien een voordeel.” Over het lot van de laatste tien films kunnen in principe alle Academy-leden meebeslissen. Alle zesduizend leden krijgen een stapel dvd’s thuis met daarop alle films die in een van de categorieën de shortlist hebben gehaald. Joris: “In theorie zou Meryl Streep dus onze film kunnen gaan kijken.” Op 15 januari wordt bekend of A Single Life bij de laatste vijf is geëindigd.

12

5 MEST nr 8


6

En? Durven ze te dromen van een Oscar? Om uiteindelijk bij de laatste vijf, daadwerkelijk genomineerde films te zitten en dus uitgenodigd te worden voor de beroemde Oscar-ceremonie, moet er nog flink worden gelobbyd bij de Academy-leden die daarover gaan stemmen. Dromen over een daadwerkelijke Oscar, dat gaat wel wat ver, vindt Job. “Maar die laatste vijf, daar durf ik nu wel op te hopen. Als we dan straks bij de Oscar-uitreiking in die zaal zitten, man, dat is al heel wat.” Marieke, lachend: “Dan hebben we wel een probleem. Want ik heb begrepen dat voor elke genomineerde film maar twee stoelen beschikbaar zijn…” Wordt die rode loper hun hoogtepunt? Joris: “Weet ik niet. Mulisch zei ooit: ‘Ik schrijf geen boek, ik schrijf een oeuvre.’ Dat ambieer ik ook wel.”

Ambities?

Marieke: “We moeten continue kiezen, en ervoor zorgen dat we ons goed blijven focussen op wat we echt willen. Elk jaar stellen we opnieuw vast waar we naartoe willen. We hebben ons jarenlang vooral gericht op advertising, omdat we dan het budget hadden om echt mooie dingen te maken. En op videoclips. Nu willen we ons meer internationaal gaan profileren. En ons weer meer gaan focussen op eigen werk. En dan met name op de productie van een lange animatiefilm, dat is de grote droom.”

Expert over hun oeuvre Gerben Schermer, directeur Holland Animation Film Festival: “Hun animatiefilms hebben een heel eigen signatuur. Het zijn vaak ogenschijnlijk luchtige films, maar ze hebben altijd wel ergens een donker randje. Niet pessimistisch, maar met een kwinkslag naar de realiteit. En hun stijl is erg herkenbaar. De personages zijn weliswaar op de computer geanimeerd, maar wekken de indruk dat ze driedimensionaal zijn ontworpen. Ze lijken erg geïnspireerd door de klassieke poppenfilms.” “Job, Joris en Marieke zijn niet alleen uniek vanwege hun stijl, maar ook vanwege hun multidisciplinaire activiteiten. En het feit dat ook bij de opdrachtfilms hun eigen stijl altijd herkenbaar is.”

8

Ook leuk: Bon Voyage! De stad Utrecht heeft de start van de Tour de France volgend jaar. Job, Joris en Marieke maakten daarvoor een promotiefilmpje, Bon Voyage!. Tevens de clip bij het gelijknamige nummer van de Nederlandse zanger/gitarist Blaudzun.

MEST nr 8

7

9

13


10

Hebben ze een verklaring voor hun succes?

De Mulisch-formule Wat hebben ze toch met Mulisch? Tijdens het gesprek valt een aantal keer het woord ‘Mulisch-formule’. Marieke: “We vroegen onszelf een tijdje geleden af: ‘Waar is ons podium?’ Toen zijn we serieus online gegaan.” Grootste succes: de miljoenen hits voor de Gers Pardoel-clip. Marieke: “Mulisch bedacht ooit: ‘Een project is geslaagd als de totale tijd die alle lezers samen aan mijn boek besteden, meer is dan de tijd die ik erin heb gestoken.’ We hebben uitgerekend dat het publiek in totaal 150 jaar lang naar Ik neem je mee heeft gekeken. Dus gerekend naar de Mulisch-formule kun je dat een geslaagd project noemen.”

Joris: “We maken redelijk toegankelijk werk. En ik denk dat we herkenbaar zijn, het vrije werk en het opdrachtwerk sluiten qua stijl goed op elkaar aan. Daarnaast vinden we aansluiting bij veel verschillende werelden. Design, muziek, commerciële opdrachtgevers, de filmwereld; het loopt bij ons allemaal in elkaar over. En wat ook belangrijk is: we zijn niet in de valkuil getrapt om alleen nog maar opdrachtfilms te maken.” Marieke: “We zijn nogal selectief in de keuze van opdrachten, omdat we dicht bij onszelf willen blijven.” Joris: “Nu worden we echt gevraagd om onze stijl. In briefings van klanten staan nu vaak plaatjes uit onze eigen films.”

11

12 Favoriete karakter uit hun oeuvre van Job: Manfred Job: “We laten Manfred allerlei nare ongemakken ondergaan op de camping. Maar hij is niet te stoppen, blijft positief doorgaan, dat maakt hem zo sympathiek en aanstekelijk. Ik ben zelf iets zwartgalliger dan Manfred denk ik, maar ik zal ook nooit bij de pakken neer gaan zitten.”

13

Favoriete karakter van Marieke: Pelle Marieke: “Pelle is die met die rooie haren, die al heel lang bij ons is. Pelle kwam uit Denemarken, nadat-ie was weggejaagd door de roddelpers, omdat hij allemaal foute dingen had gedaan. Pelle is onze steracteur, dat vindt-ie zelf ook; hij was te groot geworden voor Denemarken. Dat vind ik grappig, zo iemand die zichzelf helemaal geweldig vindt en zich nooit afvraagt of dat misschien niet helemaal het geval is.”

14

Favoriete karakter van Joris: het Confettimonster Gemaakt voor het geboortekaartje van Aag je (nu 4 jaar), dochter van Joris en Marieke. Joris: “Hij heeft niet eens een neus en ogen, hij kan alleen maar confetti strooien, verder niks. Dat vind ik mooi.” “Aag je gelooft nog steeds dat Confettimonsters echt bestaan, die brengen elk jaar de cadeautjes met haar verjaardag. Voor Aag je zijn onze karakters sowieso vaak echt bestaande wezens. We hebben haar wel eens proberen uit te leggen dat wij de Tumblies hebben gemaakt, maar dat vindt ze maar raar.”

14

MEST nr 8


Happy Camper - The Daily Drumbeat

Happy Camper

15

Job is waarschijnlijk nog bekender van zijn muziekproject Happy Camper dan van zijn werk voor Job, Joris en Marieke. Job is de componist en initiatiefnemer, en wordt ondersteund door zijn band en een indrukwekkende verzameling Nederlandse zangers en zangeressen. Met o.a. Ricky Koole, Tim Knol en Eefje Visser. Het eerste album kwam uit in 2011, het tweede volgde dit jaar. Job kreeg een Edison en er waren optredens op Noorderslag en Lowlands. Ook nu toert Happy Camper door Nederland, zij het met een beperkt aantal optredens, want de logistiek is nogal een tour de force. Er staan nog drie optredens gepland, in Groningen, Alkmaar en Leiden. Zie de site, showcase.fm/happycamper.

Welke Nederlandse animatiefilmers wonnen ooit een Oscar? In de categorie lange animatiefilm wonnen we nooit wat, maar met korte animaties heeft Nederland met drie winnaars een aardig trackrecord. • De eerste animatie-Oscar was voor Co Hoedeman met de stop motion zandanimatie Het Zandkasteel in 1977. • In 1985 volgde de Deens-Nederlandse maker Børge Ring, met Anna & Bella. • Michael Dudok de Wit won in 2001 een Oscar met het onvolprezen Father and Daugther, verplichte kost voor elke vader met een dochter en elke dochter met een vader.

16

MEST nr 8

17 100 jaar animatiekunst Werk van Job, Joris en Marieke is te zien op de expositie Move On…! 100 jaar animatiekunst. Ze richten een eigen ruimte in in kunsthal KAdE in Amersfoort. Te zien van 31 januari tot en met 3 mei 2015. www.kunsthalkade.nl. Tekst Stan van Herpen Illustraties en filmstills Job, Joris en Marieke

De vier favoriete animaties van Job, Joris en Marieke van Stan van Herpen: MUTE / Bon Voyage! / Wad / Hoe Snjezhi Tjelovek zijn voorouders vond. Links naar de films staan op onze site, mestmag.nl. 15


KRONIEK DER

MINIMUSEA

“Intimiteit is belangrijk in het Bierreclame Museum”

O

f hij het een mooi museum vindt? De man kijkt me aan alsof ik hem heb gevraagd de panty van mijn moeder over zijn hoofd te trekken. Dikke wenkbrauwen fronsen zich onder de klep van de zwartgele NAC-pet, een besnorde bovenlip krult omhoog. “Mooi museum?” Hij kijkt om zich heen, haalt zijn schouders op en zegt: “Gewoon bier drinken denk.” Gewoon bier drinken, dat wel wil lukken in het Bierreclame Museum. Gevestigd aan de Bredase Haagweg, tussen statige villa’s en oude woonhuizen, is het museum een opvallende verschijning. Het roodgeverfde, overdekte terras en de ouderwetse Britse telefooncel, die god weet waarom vlak naast de ingang staat, trekken al van een afstandje de aandacht. Maar niemand kan zich voorbereiden op wat hij binnen aantreft tijdens een zondagmiddagbezoek. Dan kan het zomaar zijn dat op een klein podium folkmuziek wordt gespeeld terwijl de ruimte uitpuilt van de mensen. De bar bereiken is een bijna onmogelijke opgave. Het is oppassen geblazen dat je niet in de fik wordt gezet door een brandende sigaar of een hoofdwond oploopt door een enthousiast rondzwaaiende bierpul. Nee, het Bierreclame Museum is niet voor mietjes. Maar vriendelijk zijn ze er wel. Als ik de hoop al heb opgegeven, biedt een vrouw in korte broek en legerlaarzen aan om mijn bestelling te halen. “Ik ken Jan”, zegt ze, “komt goed.” Jan Hemmer is de eigenaar van het Bierreclame Museum. Af en toe boekt hij op zondag een bandje: goed voor de sfeer. “Intimiteit is belangrijk in het Bierreclame Museum”, zegt hij. De bezoeker die zijn museumbezoek graag ongehavend doorkomt, kan gelukkig ook doordeweeks op afspraak terecht. Dan is het rustig in het Bierreclame Museum en kun je je blind staren op de overdaad aan bierreclames. 16

“Kunststukjes zijn het”, vindt Jan, “zo kom je ze tegenwoordig niet meer tegen.” Nog altijd struint hij beurzen, markten en brouwerijen af, op zoek naar nieuwe aanwinsten. Maar niet iedere bierreclame is museumwaardig. Het gaat Jan vooral om emaillen borden en affiches die grofweg tussen 1900 en 1960 werden geproduceerd. “Die dingen hebben een uitstraling, niet normaal.” Of het nou gaat om reclames in Jugendstil-stijl of uit de fifties, Jan heeft het allemaal. Na 1960 ging het rap bergafwaarts met de bierreclames. “Die zooi die ze tegenwoordig maken, daar zit toch niemand op te wachten. D’r zit geen gevoel meer in, snap je?” De hippe televisiespotjes van Heineken, Jan wordt er niet warm of koud van. Nee, dan zo’n emaillen plaat. “Veel daarvan zijn door echte kunstenaars gemaakt, weet je dat? Cappiello, Van Doorn, die gasten konden tenminste wat.” De vrouw met de legerlaarzen en de korte broek is binnen vijf minuten terug. Buiten geeft ze me een bockbiertje en een knipoog. “Je moet hier de weg een beetje kennen.” Het Bierreclame Museum is haar stamkroeg. Iedere zondag zit ze er. Er zijn altijd genoeg mensen die ze kent, wel zo gezellig. Soms klaagt de buurt dat ze teveel lawaai maken, maar de buurt moet niet zo zeiken. De namen Cappiello en Van Doorn zeggen haar niets. Net zoals de reclames. Sommigen zijn wel mooi, maar ze zijn vooral goed voor de sfeer. “Bier heeft helemaal geen reclame nodig joh”, zegt ze. Om haar woorden kracht bij te zetten slaat ze haar halfvolle glas in een keer achterover. “Nog eentje?” De man met het NAC-petje waggelt naar buiten, draait een sjekkie en laat een boer. Als hij mij ziet staan, grijnst hij. “Waren alle museums maar zo”, zegt hij. “Dan kwam ik godverdomme nog ’s ergens anders dan in de kroeg.” Tekst Bart Smout Fotografie Erik van der Burgt

MEST nr 8


Bierreclame Museum, Haagweg 375 Breda. 076-5220975. www.bierreclamemuseum.nl Open: iedere zondag van 11.00 tot 23.00. Doordeweeks alleen op afspraak. Toegang is gratis.

MEST nr 8

17


OTIS: DOORRAGGEN TOT JE DOOF BENT

PUNK MAAK JE MET HART EN ZIEL … OF L AAT JE MET

RUS T Otis staat niet op het punt van doorbreken. Otis staat permanent op het punt van afbreken, al tien godverdomse jaren. De Roosendaalse hardcorepunkband behoort tot de top van de Nederlandse underground. Toch mogen ze nooit bij DWDD, 3FM of op Lowlands spelen. Na drie albums – meesterwerken! – en honderden shows laat massale erkenning op zich wachten. Ooit wordt Otis de grootste rockband ooit. Ooit. We volgen de band tijdens een show in een of andere kelder van een of ander punkhol. 18

MEST nr 8


MEST nr 8

19


R

ock-’n-roll is oorlog. En wat Otis betreft ook vooral een patatje oorlog. Zodoende belanden we al vroeg in de avond bij cafetaria De Hoek op Stratumseind in Eindhoven. “Dus jij wilt een groot verhaal over ons schrijven”, vraagt gitarist Barry Knobel, terwijl hij de menukaart bestudeert. Een indringende blik. “Ik wil je niet teleurstellen hoor, maar zo'n heldhaftig rockleven hebben wij niet. Dit is het.” Verderop is zanger Mario van Meer in overleg met de cafetaria-eigenaar. Of hij even hamburgers mag flippen, leuk voor de foto. Nee, we zijn niet naar Eindhoven gekomen om een meeslepend rock-’n-rollleven op te tekenen. Een verhaal over Otis is toch vooral een verhaal over de Nederlandse underground. Leuren met versterkers, in cafetaria's hangen en daarna een openingsshowtje doen voor een halfvolle zaal. Dat is niet heldhaftig, dat is de praktijk voor duizenden bandjes. Rock-’n-roll is een hamburgerbakkende punker.

Hoerenkast

Otis staat landelijk bekend om zijn destructieve punkshows. En opdat de juiste orde van grootte in acht wordt genomen: we bedoelen hier ‘destructief’ zoals ook bands als At The Drive-In en Refused

dat waren. De band drijft op een combi van power, adrenaline, vaart, volume, scherpte én popgevoel. Bovendien heeft hun 39-jarige voorman Mario een stem die het meent. Een stem die soms gierend uit de bocht vliegt, maar dat allemaal wel binnen de scherpe grenzen van een song. Devote rockliefhebbers kennen de rosse schreeuwzanger uit Roosendaal nog wel van de band Stockholm Syndrome - en anders doet Ground Control van Otis-gitarist Walter Poppelaars wellicht een belletje rinkelen. Die band ging later over in de internationale metalmastodont Textures. Geen gebrek aan ervaring in dit beukende groepje. Het vijftal vernoemde zich naar een hoerenkast. In 2005 werd het bordeel tegenover het huis van Mario gesloopt. Uitbater Johnny ‘Otis’ Tholen is een legende in Roosendaal. De vrolijke Antiliaan zet de lokale gemeenschap regelmatig op zijn kop met escortbureautjes en andere malafide zaken. Ooit krijgt hij een bandshirtje als dank voor zijn bewezen diensten. De ruime ervaring binnen de band maakte Otis al bij de oprichting een veelgevraagde act in de harde rockscene. Pluk een (bekendere) naam uit de scene anno jetzt en de kans is groot dat de Roosendaalers in het voorprogramma speelden: Nomeansno, The Dillinger Escape Plan, Baroness, Fucked Up. Maakt niet uit waar, van het Amsterdamse Paradiso tot café De Vrijbuiter in Goes. Vanavond openen ze voor He Is Legend; bebaarde Amerikanen met bandanas – ruig hoor.

Hello Cleveland!

“Ruige jongens”, concludeert ook Barry tijdens de soundcheck van He Is Legend. We zijn aangekomen in de kelder van popzaal Dynamo. Als de huurbus van Otis openvliegt, rolt er eerst een fijngeknepen blikje bier uit de bus de Eindhovense straten in. In de kelder sloft de zanger van He Is Legend doodverveeld rond. “Where’s the fucking smokingroom”, mompelt hij. Otis antwoordt niet, maar sjouwt met apparatuur en maakt buiten de ‘keistoere’ Amerikanen belachelijk. Zo maakt de band vaker dingen belachelijk, meestal zichzelf. NRC Next kroonde Otis in 2014 tot De Beste Band van Nederland Die Niemand Kent. ‘Otis bouwt slopende riffs, is rete-technisch zonder pretentieus te worden en niet bang inspiratie uit een goed boek te halen’. De krant nam twee volle pagina’s de ruimte om het laatste ‘meesterwerk’ Otis Christ Superstar (2014) te bewieroken. Sindsdien refereert Mario elk optreden aan dat verhaal. “Hoi. Wij zijn de beste band van Nederland. Echt, godverdomme, wat zijn wij goed!” Als de Amerikanen zich met loden schoenen backstage begeven, mag Otis soundchecken. Dat blijkt een probleem; de helft van de band zit backstage

20

MEST nr 8


Otis-zanger Mario van Meer.

vast in een lift. Wie goed luistert, hoort ze een paar ruimtes verderop bezig: de punkers rammen op allerlei knoppen, maar het verdomde ding wil niet bewegen. Als een medewerker van Dynamo ze heeft verlost, is de rest van de band al klaar met de soundcheck. “Wie heeft de backstagebandjes eigenlijk?”, vraagt Mario. Onno gaat vandaag over de praktische zaken. “Ah, en waar is Onno? En waarom zijn we die gast altijd kwijt?” De bassist heeft zich alweer ergens buitengesloten. Verwarring alom, tot hij opeens weer in de kelder staat: “Hello Cleveland!”. Hiermee refereert hij aan Spinal Tap, de band die zich in de gelijknamige cultfilm steevast kwijtloopt in backstageruimtes. Zo rammelt het nog even door.

Gebalde vuisten

We zitten backstage met Mario en Barry. Belezen punker Mario noemt gitarist Barry met passend sentiment zijn beste vriend. In het dagelijks leven – vandaag dus – werken ze samen bij een IT-bureautje. De wekker ging vanochtend om zeven uur. Desalniettemin ijsbeert Mario onvermoeibaar

MEST nr 8

door zijn artiestenkamer. De ouwe punker, zoals hij zichzelf omschrijft, praat onsamenhangend en met gebalde vuisten – als een ouwe punker. Hij baseerde het album Storm is coming uit 2009 op het gedicht Le bateau ivre van Arthur Rimbaud, maar verder moeten we hem maar gewoon neerzetten als ‘un boerke uit Rockendale’. Naast Otis speelt hij in nog een aantal punkbands. The Unborn, Angstgegner en Zachte G Harde P. Ook is hij het uithangbord van Black Death Records, het label dat zo’n beetje alle goede bands in West-Brabant huisvest. En, o ja, hij is ook nog getrouwd met Marloes. “Die vindt alles leuk”, zegt hij. “Anders was ik er nooit mee getrouwd hè.” De band kent de insteek van dit verhaal ondertussen: ook MEST vindt Otis de beste band van Nederland, maar de grote doorbraak laat al tien jaar op zich wachten. Als we vragen om statistieken, schat Mario dat hij gemiddeld zeven dagen per week met muziek bezig is. De afgelopen twee jaar stonden vooral in het teken van Otis Christ Superstar. Het album werd bejubeld in de pers, maar de eerste

21


Gitarist Barry Knobel.

22

MEST nr 8


Bassist Onno Pijl en zanger Mario.

oplage (1000 stuks) is nog altijd niet uitverkocht. Als we even snel de resultaatrekening opmaken, worden we onderbroken door Mario. “Zo moet je dus niet denken! Als wij nou echt geld willen verdienen met Otis hè, dan moeten we van die mega-commerciële muziek maken. Simpel. Dan moeten we net als al die kutbands tunnels in onze oren laten zetten en fluorescerende kleren dragen. Staccato metalriffje en een beetje knallen. Maar als dat the way to go is tegenwoordig, dan hebben we het echt verloren als ouwe punkers. Dat gaat in tegen alles waar wij en onze helden voor staan. Punk maak je met hart en ziel, of laat je met rust.”

Orkaan

Geklop op de deur. Otis moet over vijf minuten op. “Kijk nou naar die gasten van He Is Legend”, gaat Mario verder. De Amerikanen hangen verveeld rond. Hun zanger bestudeert een tafel vol snoep in de gezamenlijke ruimte, draait een pluk baardhaar rond zijn wijsvinger en sjokt met een diepe zucht weer naar zijn eigen hok. Mario: “Dat is dan een band die het gemáákt heeft. Elke avond weer een showtje, goedgevulde zalen, maar ze lopen erbij als zombies. Die gasten weten misschien niet eens waar ze zijn nu. Hello Amsterdam! Zo gaat het in de commerciële industrie. Voor ons is dat anders. Wij hebben allemaal een reden om ’s ochtends de wekker te zetten en aan het eind van de dag staan we te springen om een showtje te spelen. Als we na afloop drie platen verkopen, hebben we een topavond gehad. Echt. Dat is voor mij genoeg erkenning, omdat ik weet dat het honderd procent gemeend is wat we doen. Elke keer als ik iemand met een Otis-shirtje op straat zie lopen, vind ik dat het gaafste wat ik ooit gezien heb.”

kans is deze generatie te redden. Gitarist Barry staat achter hem op aanvallen, de ene voet ver voor de ander. Bassist Onno slaat zijn hoofd achterover en kijkt naar het plafond alsof hij al zijn woede op de bovenwereld richt. In de rechterhoek laat gitarist Walter het zweet over zijn instrument stromen, achter hem zweept invaldrummer Kees zijn vier hengsten vooruit. Als drummer Martijn (tijdelijk half-actief vanwege een blessure) later het emotionele hoogtepunt Cast the first stone inzet, duikt Mario woedend het publiek in. Hij grijpt een tienerjongen bij de nek en duwt zijn neus tegen de zijne. “It’s all downhill from here”, waarschuwt hij, om de boodschap dan nog eens te herhalen: “Down! Hill! From! Here!” Met wilde vuistslagen in de ruimte mept hij de jongen van zich af. De band is al drie keer van maatsoort veranderd, zonder daar maar een moment moeilijk bij te kijken. Dan volgt een opbouw richting het finalestuk. De band begint zachtjes, dan een tikje harder, de storm zwelt aan, tornado in zicht, ORKAAN!, waaibui, over. Alleen Mario blijft brullen: “Cast the first stone!” Tot zijn microfoon met een doffe klap op de betonnen vloer valt. “Wij waren de beste band van Nederland, dank je wel.” Het publiek applaudisseert, Otis begint met opruimen. Niets heldhaftigs aan.

Doof

“Als ik doof word, is het wel afgelopen... denk ik.” Mario heeft zijn zwetende lichaam inmiddels op een klapstoel geparkeerd. De vraag was wanneer Otis de handdoek in de ring gooit. “Serieus. Ik heb al zo’n constante piep in mijn oren, dat wordt er echt niet minder op. Tinnitus noemen ze dat. Ik heb het eens gegoogled; mensen plegen zelfmoord omdat ze de herrie in hun hoofd niet meer trekken. Ik ben weleens bang dat het zo erg wordt dat ik geen muziek meer kan maken.” Vervolgens opent hij een nieuw blikje bier, toevallig op hetzelfde moment als zijn bandmaat Barry. “Stereobier!” roept de zanger vrolijk.

Doofheid dus. Een gezin zou voor deze bijna-veertiger een legitieme reden zijn om zijn band ten Een, twee, drie, vier en RAM! De diepe gitaardrone die Otis het punkhol inblaast, nestelt zich in de grave te dragen. Of een carrière. Of omdat het vijftig onderbuiken die de zaal vullen. Mario draait gewoon allemaal niet leuk meer is. Of toch omdat een microfoonkabel om zijn arm, spuwt op de de erkenning op zich laat wachten ondanks alle grond, zet zijn toch al uitpuilende ogen wijd open inzet. Maar die dingen lijken niet eens in hem op en schreeuwt: “We get dumber by the te komen. Alleen het geluid dat zijn band minute, don’t rock the boat if you’re in it!” zelf produceert zou een reden zijn om te Opener Acid soul handelt over de verstoppen. Of in ieder geval de schadelijke Otis speelt 30 vlakking van de maatschappij en ‘kids gevolgen die daaruit voortvloeien. Otis januari in De die nog te lui zijn om een fatsoenlijke tot ’ie doof is. Dat is rock-’n-roll. Nieuwe Nobelaer volzin te maken’. Zo’n vier meter onder in Etten-Leur Tekst Thomas Snoeijs de Eindhovense straten verkondigt www.hail-otis.com Fotografie David Stevens Mario de boodschap alsof het de laatste

MEST nr 8

23


25

WIE VERDIENT DIE

MIL J OEN? *

Noord-Brabant is vanaf 1 januari een nieuw cultuurfonds rijker, Brabant C. Er is 25 miljoen euro beschikbaar voor projecten die het Brabantse kunst- en cultuurklimaat naar de (inter)nationale top moeten brengen. Zes deskundigen vertellen waar volgens hen het geld naartoe moet.

H

onderden Japanners lopen met reisgids en camera door het Brabantse platteland, een groep Amerikanen staat in de rij van de Tilburgse schouwburg. Noord-Brabant wordt overspoeld door toeristen die niet kunnen wachten eindelijk toeschouwer te zijn van wat tegenwoordig wordt gezien als een van de belangrijkste culturele regio's van Europa. Maar de Brabanders klagen. Een handjevol gaat naar Amsterdam om te vragen hoe ze daar in hemelsnaam vrolijk blijven onder al die aandacht. Opeens moet alles ook in het Engels worden aangekondigd, worden de normaal zo rustige dorpskernen in de weekenden overspoeld door deelnemers aan allerlei culturele routes en zijn voorstellingen steevast uitverkocht. De Amsterdammers knikken begripvol. Het is ook niet makkelijk, maar probeer het positief te blijven

24

zien. Dit is toch een droom die uitkomt?

Geeft u ook graag advies? Omcirkel het juiste antwoord (A, B, C, D, E of F, zie volgende pagina's) en stuur het op naar postbus 90151 in Den Bosch. De Provincie kan alle goede raad gebruiken.

Zeker. Als het aan het nieuwe fonds Brabant C ligt in ieder geval wel. In 2020 moet Noord-Brabant er anders bij liggen. Het Brabantse kunst- en cultuuraanbod moet zich dan kunnen meten met de internationale top en moet voor toeristenaantallen zorgen waar de provincie nu alleen nog maar van kan dromen. Nadat in september 2013 bekend werd dat Eindhoven en Brabant de strijd om de titel Culturele Hoofdstad 2018 hadden verloren van Leeuwarden/Friesland, bleef het lang stil. Wat zou er gebeuren met de forse culturele ambities en de Essent-gelden die daarvoor gereserveerd waren? De Provincie komt nu met een antwoord. De komende jaren is 25 miljoen beschikbaar. Maar waar moet dat geld naartoe? Zes deskundigen geven de Provincie advies.

MEST nr 8


MEST nr 8

25


A

HET EXPERIMENT

Voor Joost Heijthuijsen is het duidelijk. De directeur van festival Incubate zet in op het experiment. Volgens hem focust Brabant te veel op ‘affe producten’. Heijthuijsen: “Toen Van Gogh in leven en aan het werk was, waren wij in Brabant niet geïnteresseerd in zijn werk. En nu hangt alles in Amsterdam. Dat typeert ons. Wij vinden het pas goed als het klaar is, als iemand anders gezegd heeft dat het goed is.” Het wordt volgens Heijthuijsen hoog tijd dat de Provincie weer aandacht heeft voor vernieuwing en experiment. “Daar is onze provincie ook het beste in. Of het nu gaat om innovaties bij ASML, bij Phillips of in de kunst: wij zijn vernieuwers. Daar zit ook de werkelijke top. Het fonds wil ons kunst- en cultuurklimaat naar grote hoogtes brengen. Ik pleit er voor de top in te vullen als experiment. Het geld moet gaan naar dingen die de visie van morgen laten zien. Je kunt grote artiesten uitnodigen en ze de kleedkamer laten zien, of je kunt ze al in een veel vroeger stadium, als ze nog niet zo groot zijn, uitnodigen in de stad. Brabant moet geen programmerende provincie zijn, maar een broedplek. Het is het verschil tussen een kunstje doen en kunst maken. Nodig kunstenaars voor langere tijd uit in de stad. Talent dat durft te experimenten behoort nu al tot mijn top.”

VERMIJD DE USUAL SUSPECTS, INVESTEER IN TALENT Hoogleraar kunst en economie Arjo Klamer wijst vooral op het grootste gevaar van dit fonds: de usual suspects gaan dit zien als een nieuwe geldpot. “Dat zie je natuurlijk van tevoren aankomen. De grote gezelschappen huren iemand in die niets anders doet dan voorstellen schrijven, die voldoen aan alle formele criteria van dit fonds. Je hoeft geen waarzegger te zijn om te weten dat zij het geld dan ook krijgen.” Klamer windt zich wel vaker op over dit soort voorstellen. “Ik blijf het maar zeggen, maar denk nou gewoon eerst eens vanuit de inhoud. Daar moet je beginnen. Wat heeft Brabant nodig op dit moment? Dat is talentontwikkeling. Er gaat veel geld naar eenmalige projecten in de hoop dat die uitstraling hebben. Maar investeer in het duurzame en het structurele. En dat is toch het talent.”

PRODUCTIES MET LEF

B

Ook Eric Japenga, zakelijk directeur van Het Zuidelijk Toneel, viert het experiment. Kunst voor de massa vindt hij niet interessant. Of in ieder geval is een productie niet automatisch geslaagd als de zaal vol zit. “De beste voorstellingen zijn voor mij de stukken waar de helft van het publiek wegloopt en de andere helft juichend enthousiast is.” Japenga is blij met het nieuwe fonds, maar hoopt dat de Provincie vooral kijkt naar projecten met lef. Projecten waarbij je van tevoren niet weet of ze slagen.

C

“Het geld moet gaan naar de artistiek beste plannen. Dat klinkt misschien als een open deur, maar dat is niet zo simpel. Dat zijn namelijk niet de plannen die automatisch ook het meeste publiek trekken. Bij de publieke omroep is het daar mis gegaan. Zij moesten met overheidsgeld programma's maken die zoveel mogelijk kijkers trokken. Ze werkten met formats die zich al bewezen hadden, terwijl dat geen kerntaak is van de publieke omroep. Laat de commerciëlen maar om de kijkcijfers vechten.” “Experimenteren is niet makkelijk en kunst maken met een zekerheid dat ze slaagt, bestaat niet. Dan ontstaat er ook geen spannend klimaat en dat is wel wat Brabant nodig heeft. Geef het geld dus vooral aan projecten die artistiek interessant zijn, ook al is er geen garantie op succes.”

Maximaal 30 procent: onrealistische eis? En dan nog even dit. Alle deskundigen wijzen op de financieringsregeling van Brabant C. Het fonds voorziet bij een aanvraag in maximaal dertig procent van de projectkosten (minus de exploitatie). Het overige geld moet uit andere (gemeentelijke) subsidiepotten en de markt komen. Arjo Klamer en Joop Daalmeijer vinden dat een prima idee, maar de rest 26

heeft grote bezwaren. Renée Steenbergen, fellow Mecenaatstudies aan de Universiteit Utrecht: “We weten allemaal dat de bedrijfssponsoring enorm is ingestort en dat gemeenten steeds verder bezuinigen op kunst. Banken steunden altijd de musea, maar die kunnen ook niet meer al te opzichtig dure feestjes geven. Ik denk niet dat de bedrijfssponsoring op oude sterkte terugkomt. En dus vind ik het een hele zware opdracht om van instellingen te MEST nr 8


D

GEEN LOSGEZONGEN PROJECTEN

Dat experimenteren is mooi en aardig, maar niet ieder experiment behoort tot de top, zo stelt Jan van der Putten. “Een afgestudeerde van de kunstacademie experimenteert veel, maar is niet automatisch meteen briljant.” De directeur van de Verkadefabriek in Den Bosch zou graag zien dat kunstenaars en gezelschappen, die in staat zijn om op (inter)nationale podia indruk te maken, een aanvraag doen bij Brabant C. Tegelijkertijd waarschuwt hij voor grote tekorten in de basis. “Er is de afgelopen jaren heel veel bezuinigd op kunst en cultuur. Het aantal productiehuizen is sterk afgenomen en ook in kunsteducatie is flink gesneden. Je kunt niet tegen een extra investering zijn, maar het moet niet leiden tot losgezongen projecten. De projecten moeten niet op zichzelf staan, maar moeten verbinding maken met de basis. De basisvoorzieningen die het mogelijk maken om kunst te beoefenen, te tonen en te bediscussiëren zijn flink uitgehold. Denk aan de genoemde productiehuizen, of aan de educatieprogramma’s op scholen. Ook daar moet het fonds iets aan doen. Je kunt mooie projecten subsidiëren, maar zonder basis wordt het niks.”

F

INVESTEER IN EXPLOITATIE

DESIGN EN MARKETING

Van der Putten krijgt steun uit hooggeleerde hoek. Renée Steenbergen, fellow Mecenaatstudies aan de Universiteit Utrecht, wijst er op dat Brabant C niét bedoeld is voor de ‘exploitatiekosten’. Dat is volgens haar een gemiste kans. “Brabant C wil een vernieuwend fonds zijn, maar dat zie ik helaas niet terug in het businessplan. Instellingen hebben nu al moeite om te blijven bestaan. Particuliere mecenassen willen niet betalen voor de verwarming en de suppoosten, juist overheidsgeld zou moeten worden gebruikt om de basisfaciliteiten te bekostigen.”

Joop Daalmeijer, voorzitter van de Raad voor Cultuur, laat een ander geluid horen. Natuurlijk is de basis belangrijk, maar het is volgens hem juist goed dat de Provincie de ambities zo hoog heeft liggen. “De Raad is blij met dit initiatief. Het loopt vooruit op een interprovinciaal overleg waarbij wij aan de provincies gaan vragen in hoeverre zij bereid zijn om de verantwoordelijkheid te nemen voor het dragen van de cultuur. Brabant laat zien dat zij daar niet bang voor is.”

“Ik probeer al een tijd op de agenda te krijgen dat alle fondsen alleen geld geven voor bijzondere projecten, maar dat kunstorganisaties veel extra kosten moeten maken voor zulke bewerkelijke plannen. Als instellingen het hoofd nauwelijks boven water kunnen houden, zou de overheid ook een deel van de exploitatie moeten financieren. Waardoor die extra projecten daadwerkelijk uitgevoerd kunnen worden. Daarin zou Brabant C een voortrekkersrol kunnen spelen en een voorbeeld kunnen zijn voor andere fondsen. Het is mooi dat er extra geld wordt gereserveerd voor de kunsten, maar voorzie dan ook in de basiskosten. Dat is pas echt vernieuwing.”

E

Hoewel het niveau van de kunst- en cultuursector volgens de Provincie flink omhoog moet, is Daalmeijer veel positiever over de huidige stand van zaken. “Brabant doet het helemaal niet slecht. Neem de designsector, die doet het al geweldig. Brabant C zou een extra boost kunnen geven, zodat mensen de kans krijgen om zich internationaal beter te presenteren. Het geld zou dan ook in goede marketing gestopt moeten worden, want daar schort het nogal eens aan. Denk na over hoe een product of voorstelling bij producenten en consumenten komt. Je kunt nog zulke mooie producties maken, zonder een goede verkoop ben je nergens en lukt het je niet om bij de internationale top te komen.”

vragen de meerderheid van het geld uit de markt te halen. Bovendien zou dit een revolverend fonds moeten zijn. Uiteindelijk zou er weer geld terug moeten komen in de kas . Dat is hip, maar ook onrealistisch. Dat gaat gesubsidieerde partijen nooit lukken.”

procent is een onrealistische eis. Je legt op deze manier te veel macht bij de markt. Mocht je het al bij elkaar kunnen schrapen, dan komt het principe van de vrije, ongedwongen kunst zwaar in het geding. Ik heb het gevoel dat de Provincie hier best nog eens naar wil kijken, en ik help ze daar graag bij.”

Eric Japenga heeft zijn agenda klaarliggen om een afspraak met de Provincie in te plannen. “Die dertig

Tekst Mijke Pol Illustratie Wouter Gresnigt

MEST nr 8

27


[Advertentie]

29 jan Nieuw jaar, nieuwe kansen. Op 29 januari gaat Brabant C, het nieuwe cultuurfonds van de provincie, van start. Dat willen we samen vieren. Daarom organiseren bkkc, Kunstbalie, Erfgoed Brabant, Cubiss en Brabant C een feestelijke culturele netwerkbijeenkomst. Wees erbij en ontmoet nieuwe mensen, oude bekenden en onverwachte gasten.

16 -19 uur Spoorzone Tilburg

Aanmelden kan via www.bkkc.nl /nieuwjaar


[Advertentie]

Cv-ketel

Het leukste tekenlokaal van het land

huur en lease al vanaf

€ 25,- p/mnd

Meer dan 200 installateurs staan voor u klaar!

www.vincentstekenlokaal.nl

W W W. G A S N E D . N L

Er was eens… De collectie nu vanaf 02.11.2013

PETER VAN DEN BRAKEN CENTRUM

Schilders uit Brabant

Tijdloos klassiek

Heezerweg 2, Sterksel www.petervandenbrakencentrum.nl

www.stabatmater.nl

5113035 STA advertentie 60 x 36 mm alg.indd 1

27-05-14 17:27

de nieuwe klassieker fontys.nl/kunsten

volg ons via

facebook

twitter

CACAOKADE 5 NL-5705 LA HELMOND


30

MEST nr 8


KVL OISTERWIJK

L E V END LEER Na Strijp-S in Eindhoven, de spoorzone in Tilburg en het CHV-terrein in Veghel heeft Noord-Brabant er een vierde, grote creatieve zone op een oud fabrieksterrein bij. Op het domein van de voormalige Leerfabriek KVL in Oisterwijk ontstaat nu een ‘Ambachtsplaats voor creativiTIJD’ zoals de organisatie het zelf noemt. Fotograaf Frank Ruiter doolde er voor MEST een dag rond.

MEST nr 8

31


Grootste leerlooier van Europa

De KVL was ooit de grootste leerlooierij van Europa, en wwas tot in de jaren tachtig een van de belangrijkste leerfabrikanten van het continent. Er zijn weinig families in Oisterwijk waar niet iemand bij de KVL werkte. De KVL was een gemeenschap waar hele families financieel en sociaal van afhankelijk waren. Het bedrijf bouwde eigen huizen voor hun arbeiders, had zijn eigen voetbalclub en dokterspost. En je kreeg er een gouden horloge bij een 25-jarig jubileum.

Pioniers

In 2000 moest de fabriek de deuren sluiten. 35 medewerkers had het bedrijf toen nog. Het bedrijfsterrein van elf hectare stond jarenlang leeg. Maar nu wordt het herontwikkeld. Met hulp van de provincie en een aantal marktpartijen. Het moet een plek worden voor (startende) bedrijven, creatieve pioniers, horeca en culturele activiteiten. Waarbij Leerfabriek KVL zich met name profileert als broedplaats voor ambachten van authentieke producten.

Leerfabriek voor jongeren

De eerste bewoners zijn er al. En de komende tijd worden de gebouwen een voor een in gebruik genomen. Bijzonder is het Leerlokaal, dat van a tot z door jongeren wordt herontwikkeld. Het gebouw is feitelijk van hen, en is bedoeld als een plek waar ze kunnen experimenteren en met name ervaring kunnen opdoen met ambachtelijke beroepen. Zoals restauratiedeskundige, timmerman, metselaar en meubelmaker.

Keramisch werkcentrum

Leerfabriek KVL kent al een aantal prestigieuze (toekomstige) bewoners. Zoals Robèrt van Beckhoven, één van de beste patissiers van Nederland, die hier een ambachtelijke bakkerij voor brood en patisserie begint. Belangrijke culturele bewoner: het Europees Keramisch Werkcentrum. Of beter gezegd Sundaymorning@ekwc, zoals de organisatie zich sinds een paar jaar liever noemt. Internationaal vermaard als werkplaats waar kunstenaars, ontwerpers en architecten experimenteren met keramiek. Sundaymorning@ekwc zit nu nog aan de Zuid-Willemsvaart in Den Bosch, maar verhuist in de loop van 2015 naar de voormalige Ververij op het Oisterwijkse fabrieksterrein. www.leerfabriekkvl.nl

32

MEST nr 8


MEST nr 8

33


34

MEST nr 8


MEST nr 8

35


36

MEST nr 8


Tekst Stan van Herpen Fotografie Frank Ruiter MEST nr 8

37


KENJEZELF KIT-SESSIE 3 MET JEROEN DE LEIJER EN HUUB SMIT

Z UCH U CH T E N EN

S T E U NE N, DAT T REK IK ECHT NIET

38

MEST nr 8


Jeroen de Leijer, naast briljant tekenaar ook sjamaan, spiritueel gids en bedenker van De Kenjezelf Kit, ontvangt in elke editie van MEST een bekende culturele Brabander of Vlaming op zijn sofa. Aan de hand van de Kenjezelf Kit biedt hij haar of hem de unieke mogelijkheid om middels de spirituele kaarten te komen tot een bijzondere mate van zelfreflectie. In deze tweede aflevering: acteur Huub Smit. Bekend van New Kids en Popoz, en sinds kort te zien in de sketches van ruutruutruut op Omroep Brabant.

JEROEN DE LEIJER (Hilvarenbeek, 1969): “De Kenjezelf Kit is een methode die ik heb ontwikkeld om met 48, intuïtief getekende kaarten, onbestemde momenten te duiden en te laten voor wat ze zijn. Tijdens momenten die geen bestemming hebben, is er ruimte voor rust en contemplatie.”

HUUB SMIT (Eindhoven, 1978) volgde de opleiding Docerend Theatermaker in Tilburg nadat hij kort voor docent Lichamelijke Opvoeding studeerde. Huub vertolkte de rol van ‘Richard Batsbak’ in 35 afleveringen van New Kids. Dit resulteerde in twee bioscoopfilms. Momenteel is Huub Smit te zien in de komedieserie Popoz bij Comedy Central. In het theater is hij te zien met het gezelschap De Bloem van de Natie. MEST nr 8

V

andaag ben ik naar de hoofdstad gereisd voor een ontmoeting met kijkcijferkanon Huub Smit. Er is een presentatie van nieuwe afleveringen van de populaire komedieserie Popoz, waarin Huub een politierechercheur speelt. “Ik ben eigenlijk helemaal niet grappig”, zegt Huub. “Mijn personage komt in ongemakkelijke situaties terecht en reageert daar vervolgens volkomen verkeerd op.” De presentatie vindt plaats in Club NYX, maar als we daar aankomen maakt Club NYX een gesloten indruk. “Dat is drie keer niks”, zegt Huub. “Kom, we gaan ergens anders zitten.”

Iedereen acteur

Als De Kenjezelf Kit op tafel komt, wil Huub graag instructies. “Mag ik de kaarten schudden? Mogen ze al bekeken worden? Uitspreiden? Eén kaart nemen? Of zijn er nog meer mogelijkheden?” Mogelijkheden zijn er zeker. De ‘heden, verleden en toekomst-lezing’ bijvoorbeeld, waarbij drie kaarten worden gebruikt. Of de ‘vier seizoenen-lezing’. Huub kiest voor ‘het vierkant’. Bij deze lezing staat één kaart centraal. De kaart vertegenwoordigt het onbestemde moment waarin de persoon zich op dat moment bevindt. De overige vier kaarten, die eromheen worden gelegd, vertegenwoordigen de externe factoren waar de centrale kaart door wordt beïnvloed. Als de kaders duidelijk zijn, gaat Huub er meteen tegenaan. Even schudden en hup, daar is de centrale kaart al. Het is de kaart ‘Tweeling’.

“Heb je veel onbestemde momenten?”, vraag ik aan Huub terwijl we café, bar, bodega De Zwarte Leeuw binnenstappen. “Redelijk veel. Vooral als ik op filmsets ben, dan moet je héél veel wachten. Je kunt eigenlijk niet echt iets gaan doen, je moet ieder moment klaar staan om te pieken als de regisseur ‘Actie!’ roept. Lezen vind ik moeilijk, want dan zit ik helemaal in het verhaal en moet ik omschakelen naar de scène die ik moet spelen.” “En iets doen waar je makkelijk mee op kunt houden?”, opper ik. “Ja, maar wat?” “De acteur John Malkovich schijnt te borduren op de set”, zeg ik. “Misschien moet ik dat ook maar gaan doen”, peinst Huub.

Tweeling

39


“Dode bloemen.” Huub tuurt naar de kaart. “Ze staan nog wel fier overeind. Onderaan krioelen mieren.” “De twee bloemen zijn identiek”, leg ik uit. “Ze spiegelen zich aan elkaar.” Zo bezien krijgt de kaart voor Huub opeens een diepere lading. “Als acteur spiegel ik me aan de ander. Ik word die persoon. Nou ja, min of meer dan.” J: “Ik spiegel me ook aan de ander. Dat maakt me nog geen acteur.” H: “Volgens mij is iedereen een acteur, iedereen speelt de hele tijd een rol.” Dat is waar. Ik speel nu de sjamaan. Als ik ga afrekenen speel ik de klant. Buiten krijg ik de rol van passant toebedeeld. “Als je je spiegelt aan iemand”, gaat Huub verder. “Wordt diegene dan jou? Of word jij die persoon? Of blijf je gewoon jezelf? Dat zijn goede vragen. Dat ligt heel dicht bij elkaar. Het overlapt elkaar. Soms ligt de persoon heel dicht bij jezelf en soms ben je heel iemand anders.”

bezig waren met skaten en tekenen en zo. Ik hoorde bij die laatste groep, maar ik keek wel heel erg op tegen die stoere jongens met hun auto’s en trainingspakken. Ik heb daar heel goed naar gekeken. Dat is de spiegel geweest zoals je die op deze kaart ziet. Ik ben een beetje zoals zij geworden, alleen op een later tijdstip.” J: “En als je toen op dat moment zo was geworden? Was je dan dat personage gebleven?” H: “Daar ben ik, denk ik, te sterk voor, om me zo’n groep in te laten zuigen.” J: “Dénk je.” H: “Dénk ik.”

ten? Is het wel zo ver?”, werp ik tegen. “Nou die komkommer is er klaar voor hoor.” Huub glundert. J: “Ben je zelf hedonistisch ingesteld?” H: “Zeker. En ik wil ook vrij snel genot ervaren.” J: “Lukt dat ook?” H: “Niet altijd en eigenlijk is dat ook leuker. Als het niet meteen lukt of zelfs helemaal niet. Als je iets niet bereikt terwijl je dat heel graag wil.”

Loopvogel

Genot

Het is duidelijk, Huubs centrale kaart gaat over wat acteurs onder elkaar ‘Het Vak’ noemen. De kaarten die er nu bijkomen zullen de externe factoren tonen die voor hem hierop van invloed zijn.

Trainingspakken

Het duizelt me. Kan dat dan? Iemand anders worden? J: “In New Kids speelde je Richard Batsbak, een asociale hangjongere. Hoe ontstaat zo’n personage?” H: “Toen ik vijftien, zestien was, had je twee groepen. De gabbers met hun auto’s die daar al hun passie in stopten en de jongens die een beetje creatief

Gevonden Voorwerp

ruutruutruut

Vanaf december is Huub Smit te zien bij Omroep Brabant in ruutruutruut, een nieuwe serie voor Omroep Brabant. Een vaste groep Brabantse makers produceert korte, komische sketches die een samenhangende reeks vormen. ruutruutruut belooft een gênant sketchprogramma te worden over hele gewone mensen die hun best doen, jaloers zijn, falen, worstelen, ploeteren en zich schamen. ruutruutruut is een initiatief van Ruut van der Beele en Martijn Crins.

40

Courgette De volgende kaart is de ‘Courgette’. “Ah! Genot”, verzucht Huub. “De vrouw op de kaart heeft een grote komkommer. Voor haar genot. Ze heeft een blote tiet en de komkommer kijkt er glimlachend naar. Hier gaat een bepaald genot van uit.” “Moet de courgette niet juist even wach-

H: “Cassettebandjes! Daar heb ik me vroeger veel mee bezig gehouden. Cassettebandjes opnemen. Muziek is nog steeds een passie. Ik zit zelf ook in een bandje. Ik speel contrabas.” J: “Verrassend, ik had je met een heel ander instrument geassocieerd.” H: “Ik heb een jaar lang een opleiding voor sportdocent gedaan. Op een gegeven moment kwam ik erachter dat je steeds dezelfde toestellen moet neerzetten en zo. Toen ben ik de theateropleiding gaan doen. Eigenlijk is de contrabas mijn sport. Het is een heel fysiek instrument.”

Zeemeermin

De kaart heet ‘Gevonden Voorwerp’. In de begeleidende tekst staat: ‘Was dit wat u zocht of niet helemaal?’

MEST nr 8


H: “Ik hou wel erg van het gevonden voorwerp ja. Ik vind het leuk als mensen me verrassen. Hoe ze acteren, hoe ze een zin uitspreken. Ik hou ervan om te improviseren tijdens het acteren.” J: “Is er een recept voor improvisatie?” H: “Een open houding hebben en dan maar laten waaien. Het zou op deze manier kunnen en anders doen we het op de andere manier.” Huub tuurt naar het meisje op de kaart. H: “Ik ben ook wel benieuwd wat er gebeurt als we al die cassettebandjes weghalen.” J: “Misschien is het wel een zeemeermin.” H: “Of ze heeft een hele grote pik.” J: “Dat zou ook kunnen.”

ties van buitenaf. Met nieuwe plannen ervaar je vaak weerstand. Mensen, regels, instituten.” J: “Hoe ga je daarmee om?” H: “Soms moet je de opdrachtgever ook een beetje naar de mond lullen. Of dit of dat in een subsidieaanvraag zetten omdat je dan meer kans maakt. Dat vind ik wel lastig.” J: “Je lijkt me heel positief ingesteld.” H: “Ja, inderdaad, dat is mijn manier. De schouders eronder en er wat van maken. Als mensen gaan zuchten en steunen, dat trek ik echt niet. Het heeft geen enkele zin en je maakt het jezelf er alleen maar moeilijker mee.”

Waar is de poes Obstructie H: “Dit ziet er heel ingewikkeld uit. Sloten, touwen, alsof ik ergens mee in de knoop zit.” J: “Is dat zo?” H: “Ik denk veel, maar ideeën moeten soms nog rijpen voordat ik ze kan uiten. Dat ervaar ik wel als een hindernis. Het verwoorden van gedachten gaat me soms moeilijk af. Tijdens een gesprek ben ik vaak de draad kwijt... Waar hadden we het ook alweer over?” J: “Obstructies.” H: “Vaak heb je te maken met obstruc-

MEST nr 8

J: “Hoepla! De laatste kaart. De mevrouw met de lamp.” Huub weet niet goed wat hij met deze kaart aan moet vangen. Gelukkig biedt de tekst in de handleiding uitkomst: ‘U bevindt zich in huis, uw centraal verwarmde woning met dubbel glas en een verzekerde inboedel. Er is geen enkele reden tot paniek. Toch bent u ongerust. Waar is de poes? De poes is op het dak.’ J: “Tob je veel?” H: “Ja. Ik kan goed tobben over wat ik gespeeld heb. Zeker als het is opgenomen. Dan zie ik het later terug en dan denk ik: Dát had ik moeten zeggen of

dat en dat had ik anders moeten doen. Daarom vind ik het moeilijk om mezelf terug te zien.”

Gesluierde meisjes

“Ik heb nooit werk vanaf drie maanden na nu. Soms is er zelfs geen werk na volgende week. Eigenlijk is dit zo’n moment. Er is een onderhandeling gaande maar zolang er niks getekend is, is er niks. Dat is een raar gevoel, je bent vrij maar je moet nog steeds van alles. De hypotheek loopt wel door en dan kan ik gaan tobben ja. Het is een onzeker vak, maar ik doe de dingen die ik leuk vind. Ik denk altijd: Als dit niet doorgaat, verzin ik wel iets anders waar ik geld mee kan verdienen.” Na de vertoning in Club NYX, een zwartgeschilderde nachtclub waar het leven nu moeizaam op gang komt, vraagt de bardame wat ik wil drinken. Ik besluit mij te spiegelen aan oud-politiepersvoorlichter Klaas Wilting die in een hoekje met misdaadverslaggever Peter R. de Vries een cocktail achterover slaat. Vanachter een White Lady overdenk ik deze sessie met acteur Huub Smit, wiens leven op dit moment beïnvloed wordt door plezier, toeval, onzekerheid en obstakels. Huub lijkt zich daar bijzonder goed bij te voelen, bedenk ik me terwijl ik naar hem kijk. Op de dansvloer vindt een fotoshoot plaats waarbij Huub geflankeerd wordt door gemaskerde meisjes in lingerie. Gelukkig mag Huub zelf zijn kleren aanhouden.

Tekst en illustraties Jeroen de Leijer

Een fragment van het interview is te horen op onze site, www.mestmag.nl.

41


[Advertentie]

GIER MEE EN NEEM NU EEN JAARABONNEMENT OP

Voor €30,– per jaar, 4 edities vol bijzondere cultuur in Noord-Brabant.

Wie nu een abonnement neemt op MEST, krijgt de nieuwe, veelgeprezen roman van Jaap Robben cadeau (winkelprijs: €19,95). Of je kiest voor een van de andere cadeaus, zie onze website.

Ga voor het afsluiten van een abonnement naar

www.mestmag.nl


[Advertentie]


Waar moet je zijn in Noord-Brabant voor kunstenaars in het wild? De populaire theaters en musea kennen we wel, maar waar worden de schrijvers, muzikanten en designers dronken? MEST brengt het informele circuit van de Brabantse cultuurscene in kaart, op papier en online. Op papier in twee delen. In de vorige editie waren dat Helmond, Breda en Den Bosch, in deze Tilburg en Eindhoven.

Usine Tout cultureel Eindhoven luncht, biert en brainstormt in Usine. Studenten van de Design Academy, ED-journalisten, ondernemers, maar ook de cultuurwethouder. Ook geliefd bij jonge ouders vanwege de speelhoek. TAC restaurant Gevestigd in het Temporary Art Centre, dus bevolkt door jonge beeldend kunstenaars en ontwerpers die hier hun atelier hebben. En met oudere jongeren van de progressieve Eindhovense rockscene, rondhangend op de burelen van Buro Beukorkest. Kelderman en Van Noort (incl. bakker Ludwig) Openbare kantine van kunstenaars en ontwerpers van het voormalig NRE-gebouw, die hier hun ateliers hebben. Vermaarde eigen bakkerij, Ludwig. Met exposities van jonge kunstenaars. En in het halletje zit een kapper.

44

Kazerne Net geopend, met een spannend zwart interieur. Poepsjiek, vooral een interessant decor voor zakelijk overleg tussen onbetaalbaar topdesign. Wellicht spot je er een beroemde ontwerper. In dezelfde categorie: restaurant ZARZO, rijp voor een Michelin-ster. Van Moll Stijlvol maar fijn informeel bierlokaal met een hapje, vooral populair onder muzikanten.

En verder op Strijp Koffiehuisje (piepklein hoekgebouwtje waar creatieve ondernemers pauzeren), Onder de Leidingstraat (eten, drinken en bio-winkeltje, met jong creatief Strijp-volk en Strijp-toeristen), Caffee Allee, Radio Royaal (prachtige inrichting in voormalig energiehuis), café van PopEi en het restaurant van Piet Hein Eek (bij zijn winkel en fabriek) op Strijp-R.

Ketelhuis En natuurlijk van alles op Strijp-S, hét culturele hart van Eindhoven. We pikken er een paar uit. Zoals natuurlijk het Ketelhuis, het kloppend hart van Strijp-S, speeltuin van rock-kok André Amaro. Hipster heaven. Met hele varkens aan het spit en 's zomers een buitenbarbecue. Alles en iedereen die op Strijp-S iets artistieks doet, wil hier gezien worden.

MEST nr 8


Café Weemoed Café waar verloren dichters, droeve jazzmuzikanten, aangespoelde kunstenaars en nachtburgemeesters zwijmelen in melancholie en hun weemoed verdrinken met goedkoop bier. Ilja Leonard Pfeijffer lukte het onlangs om hier een week non-stop op het terras te zitten. Raymond van het Groenewoud doopte een tournee ‘Café Weemoed’. Dáárom. De Spaarbank Prachtig vooroorlogs interieur in rijksmonument, fijne lui. Een wijntje kost hier wel vier euro, dus hier zitten alleen de jongens en meisjes die daadwerkelijk iets verdienen aan kunst. Aanschuiven als je meteen voor het grote werk gaat. Hall of Fame Broeinest van jong en ongewassen talent in de spoorzone achter het station. Vrijplaats-met-skatebanen in oude NS-loods. Van hiphop en hardcore tot acid, van poetry slams naar Bosnische punkrock. Cul de Sac Café voor de betere alternatieve dj-muziek en optredens. Groot pluspunt: dansen mag ook. Geen peil op te trekken wanneer er mensen zijn, maar als ze er zijn, ken je altijd wel iemand.

Vooruit dan, ook nog even wat hangouts van de culturele scene zelf. Natuurlijk het café van De NWE Vorst, met regelmatig op vrijdagavond culturele netwerkborrels. Wat alternatiever? Halte Kunstmaan, hoogwaardige kunst(maan)revue, geïnitieerd door Wim Verhoeven, in oud pakhuis bij Wilhelminaplein. Nog alternatiever? Gifgrond: voor de echte Tilburgse underground, in voormalige metaalwerkplaats, verstopt achter een poort aan de Gasthuisring. Zwáár onregelmatig en met krankzinnige, maar niet zelden briljante live-acts in blacklight.

Buutvrij Hangout voor de jonge hipster die uitsluitend biologisch eet en folkliedjes schrijft met eigenaardige Nederlandse teksten. Little Devil Voor (latente) headbangers place to be. En vooruit, punk mag ook. Met veel live-muziek, met regelmatig oude metalof punkclassics op het affiche.

Zo’n inventarisatie is nooit klaar natuurlijk, daarom zoeken we online door naar de culturele hangplekken van Brabant, op de site van MEST (mestmag.nl). Met een interactieve kaart, die we constant aanvullen met behulp van jullie tips op Facebook. Kom maar op. MEST nr 8

Illustratie Marjolein Schalk Met dank aan Vivian van Gaal, Anneke van Wolfswinkel, Jacki Dodemontová, Bart Smout, Dieter van den Bergh en alle tipgevers op Facebook. 45


B De Nederlander:

“ Vlamingen zijn ongelooflijke kunstliefhebbers. Nederlanders kunstháters.” serie

BURENGERUCHT #4

Leg je oor te luisteren, diep in het hart van een Brabander, en je hoort de grom van de Vlaamse leeuw. Maar de liefde lijkt nauwelijks wederzijds. Onze verslaggever en tekenaar – beiden genetisch deels geworteld in Vlaanderen – onderzoeken de culturele overeenkomsten en verschillen. Met twee culturele prominenten in een grenscafé. Deel 4 in Dancing Heidelicht in Postel (B). Met architect/kunstenaar John Körmeling (NL) en tekenaar Caryl Strzelecki (B).

V De Vlaming:

“De Nederlander is niet geneigd zichzelf aan te passen” 46

MEST nr 8


MEST nr 8

47


B JOHN KÖRMELING (Amsterdam, 1951) Balancerend op de grens van architectuur en beeldende kunst bouwt Körmeling met groot gevoel voor humor al meer dan dertig jaar aan zijn eigen ideaal. Zijn markante bouwsels zijn overal: T-Huis (Valkenbergpark Breda), Ontmoetingswolk (Station Rotterdam), Entreehuis (Van Abbemuseum), Draaiend Huis (Hasseltrotonde, Tilburg), Fiets & Stalling (Boulevard, Scheveningen), Happy Street (Shanghai), Begroetingsbrug (Piushaven Tilburg).

O

p café in België, het blijft een uitdaging, zonder auto. Wie vanuit Eindhoven naar Postel wil, zit veertig minuten in de bus naar Eersel en moet dan nog negen kilometer lopen. Andere optie: fietsen, 26 kilometer, waarvan de laatste kilometers over een onverhard slingerpad door een pikdonker bos. Het absurd deprimerende Veldhoven krijg je op de koop toe. Maar dan heb je wat, honderd meter over de grens in het midden van niks: Dancing Heidelicht. Een begrip in de grensregio. De Vlamingen dansen er broederlijk naast de Hollanders op de klanken van een Decap-orgel. Vandaag vieren twee Vlaamse stellen hun gouden bruiloft. Met een Weesgegroet vooraf. “Amen en eet smakelijk.” Zo’n tachtig ouderen mogen aan hun broodje kaas en kop koffie beginnen. De Eindhovens architect/kunstenaar John Körmeling slaat het tafereel grijnzend gade. “Bidden maakt dik”, citeert hij zijn Tilburgse kunstvrienden Gummbah en Chantal Rens.

Romantische toerist

V CARYL STRZELECKI (Koersel, 1960) Vlaams striptekenaar/illustrator. Publiceerde in Spetters, Robbedoes, Het Volk. Brengt zijn eerste boek uit in 1985 (Duistere Tijden). Het (duistere) werk van Robert Crumb heeft grote invloed. Maakt met Leander Hanssen serie kinderboeken: het Bajka-kwartet. In 2000 verschijnt graphic novel De Koffer naar een scenario van Herman Brusselmans. Voor De kleuren van het getto (2011) krijgt hij de Amerikaanse National Jewish Book Award en een nominatie voor de Thea Beckmanprijs. In 2013 verschijnt De Gierenclub met journalist Rudi Vranckx. Strzelecki werkt al jaren aan een verzameling geïllustreerde impressies van gedichten van Bukowski. 48

Zodra Eindhovenaar Körmeling in België is, wordt hij een romantische toerist. “Alles is mooi. De straten, de gebouwen. De aluminium kozijnen, de drive-in huizen. Eén grote bende, geweldig.” Het mooiste gebouw ter wereld staat er, het Atomium. “De piramides zijn er niks bij.” Het is een schande, vindt Körmeling, hoe moeilijk ze het je maken om de grens over te steken. “ Vroeger had je een trammetje van Eindhoven naar Hasselt. Wil je nu naar Antwerpen of Luik, dan ga je dood. Waarom kunnen we vanuit Eindhoven niet rechtstreeks naar Luik? Bij Lommel ligt de weg al klaar, die hoeft alleen maar doorgetrokken te worden. Maar nee, het is nog steeds oorlog!” Te zot voor woorden inderdaad, knikt de Vlaamse illustrator en striptekenaar Caryl Strzelecki. Hij woont sinds 1971 ruim tien kilometer verderop, in Lommel. “Nederland-België was een van de eerste grenzen waar je zo overheen liep zonder paspoort. Ik herinner me nog goed dat ik

dat voor de eerste keer deed.” De garçon − in Heidelicht-vestje − brengt ‘Postels Donker’ van de tap rond, de bruiloften komen op stoom. Er wordt voorzichtig geschuifeld op de dansvloer. Met en zonder looprek. Het Decap blijft uit. Met alleen het orgel kom je er niet meer tegenwoordig, merkt uitbater Patrick. “De mensen willen meer. Linedance bijvoorbeeld. Daar spelen we op in.”

Pudding en pindakaas

Caryl Strzelecki groeide op in het Belgisch-Limburgse mijnwerkersdorp Beringen-Mijn. Vader is Pools, moeder Nederlands. Na de oorlog kwam zijn vader terecht in de Limburgse mijnen. Door zijn Nederlandse moeder groeide hij op met Johan Cruijff, ijsschaatsen en Mies Bouwman. In Eindhoven doorliep Strzelecki de Grafische School. Met zijn 50cc-brommertje tufte hij dagelijks op en neer, met steeds een tussenstop bij Valkenswaard, om een sigaret te roken en z’n patatten af te gieten. Ook na zijn studie kwam de Lommelnaar nog veel in Eindhoven. Voor de (strip-) boeken. Nu − als zelfbenoemd ‘eenzaat’ − gaat hij soms nog winkelen in Bergeijk of Luyksgestel. Pindakaas of pudding halen. “Ik merk daar weinig verschil met België. Net of de mensen er nog vriendelijker zijn omdat je een Vlaming bent.” John Körmeling werd geboren in Sloten bij Amsterdam, ‘tussen de andijvie’, groeide op in Nijmegen en vertrok naar Eindhoven voor een studie Bouwkunde. Hij kwam al snel in België. “Ik wist niks van kunst, kende alleen Van Gogh en Rembrandt. In Antwerpen leerde ik Frank Demaegd kennen van galerie Zeno X, en via hem fantastische kunstenaars als Anne-Mie van Kerckhoven, Guy Rombouts en Bernd Lohaus. Lohaus had in het Van Abbe nog een keer rode pigment in een hoek gesmeten bij een kozijn. Vond ik fantastisch, zoiets moderns had ik nog nooit gezien.” Strzelecki, verbaasd: “Kunst is echt van levensbelang voor jou, hè? Ik ben helemaal niet zo gepassioneerd. Ik was in New York om een prijs op te halen en hoorde dat er een Maus-expo was van Art Spiegelman, toch wel een held. Mijn hart

MEST nr 8


ging sneller kloppen, maar de drang was niet zo groot dat ik erheen ging.”

Stilleven met bom

Wie is de held van Körmeling? Zijn Vlaamse collega-uitvinder Panamarenko misschien? Mwah. Leuk hoor en “steengoed figuur”, vindt hij, maar het moet wél werken wat je maakt. Dan liever Margritte. “Onovertroffen fenomeen.” Of Kamagurka. “Ben een totale Kama-fan. Zijn Stilleven met bom, een tafel met fruit, met daarboven een enorme bom. Kan geen Picasso tegenop. Absurdisme noemen ze het. Fout! Te negatief. Het is surrealisme. In Tilburg heb je ook zo’n stroming, met Gummbah, Ivo van Leeuwen, Jeroen de Leijer, S. Lloyd Trumpstein. Dat zijn de grote filosofen van nu.” Strzelecki heeft ondertussen “het gevoel gekregen” dat het kunstenaarschap van Körmeling drááit om humor. “Alléén maar”, bevestigt de kunstenaar. S: “U was het toch ook die een opdracht kreeg om een brug te maken en toen zei dat het beter was om géén brug te maken?” K: “Maar ik heb toch een factuur gestuurd. Ha! Daar zat feitelijk de echte humor in.” S: “Ik werkte voor het maandblad Spetters van Jan Bucquoy. Echt een idioot die letterlijk met geld strooide en tijdens vergaderingen vroeg: wie heeft hier de grootste, laat maar zien! Maar Spetters ging failliet, net als alles waar ik aan meewerkte. De humor is mij ontnomen, ik kan ’m niet meer kwijt, tekenen is nu een ernstige zaak. Ik ga nu door het leven als De Man Zonder Humor Die Overal Onheil brengt.” Körmeling komt niet meer bij. “Zie je nu dat Vlamingen humor hebben.” Juist daarom is het ook zo gek, zegt hij, dat iemand als Wim T. Schippers niet aanslaat in België. “Onze beste kunstenaar sinds Mondriaan, okay, misschien samen met René Daniëls. Te elitair? Man, Schippers is zo plat als maar zijn kan.” Strzelecki heeft wel een vermoeden: te Hollands. “Het taalprobleem speelt mee. Die man spreekt ontzettend ABN. Daar hebben Vlamingen moeite mee.” Anderzijds zie je op de Nederlandse tv veel Vlamingen opduiken, merkt de illustrator. “Maar die hebben pas kans van slagen als ze zo goed

MEST nr 8

mogelijk Nederlands spreken. Van de zotte. De Vlaming moet zich aanpassen aan de Nederlandse tv, maar de Nederlander is niet geneigd zich aan te passen aan de Vlaming.”

Kunstháters

Terug naar de kunst. Körmeling. “ Vlamingen zijn ongelooflijke kunstliefhebbers. Nederlanders zijn kunstháters.” Het Kröller-Müller, zegt hij, is een volkstuin en een fort vergeleken met het toegankelijke Middelheim-paviljoen in Antwerpen, waarvoor hij De Artiesteningang ontwierp. “Ze koesteren de werken, zijn er ongelooflijk trots op.” Dat zijn werk Gat in de wolk – “het mooiste plekje van Nederland” – in het MuHKA in Antwerpen hangt, is geen toeval. Zijn dochter Hamer studeert beeldhouwkunst in Gent. “In een zee van ruimte, fabrieken zijn omgebouwd voor de kunst. De kunstenaar wordt er serieus genomen. De Rietveld Academie is daarmee vergeleken een soort legbatterij.” Aan de andere kant: je moet er ook niet te zwaar aan tillen. Ook die kunst verstaan ze bij de zuiderburen. Körmeling: “Ik heb ooit in Lommel meegedaan aan een expositie in een café. Ik had een maquette, die werd boven op de ijskast gezet. Het was een goed café. Ik weet nog dat de barvrouw steeds een emmer water over een van de gasten gooide. Bleek dat het haar man was, de cafébaas. Die zat er niet mee.” S: “Ach ja, d’n Chris, een aparte.” K: “Ik vond het prachtig. Als je in Eindhoven zoiets doet, krijg je in het kader van De Grote Netheid de politie op je dak.”

Andere planeet

Strzelecki kreeg ook opdrachten uit Nederland: van reclamebureaus en kranten. “Een groot verschil is de waardering. Als ik in België bel naar een krant om te vragen of mijn strip bevalt, doen ze of je van een andere planeet komt. In Nederland had ik het gevoel alsof ik op handen gedragen werd. Daar kreeg ik feedback. Dat heb je nodig als tekenaar.” “Ook financieel was het interessant. Toen iedereen op de computer ging illustreren, kwam de klad erin. Ik heb me nog een computer van 180.000 frank aangeschaft, maar daar nooit ene tekening of strip op gemaakt.”

In strips vinden Strzelecki en Körmeling elkaar. Körmeling is een stripfreak. Veel van Oog & Blik. En Guus Slim, Jean Van Hamme, Marc Sleen, Roodbaard. Blueberry. Allemaal Bels. K: “Op die stripcultuur kunnen wij jaloers zijn. Ze hebben er zelfs een opleiding voor.”

Minder jonge mensen

In Heidelicht heeft zich inmiddels een groepje jongeren gemeld. Nederlanders, die iets te vieren hebben. In zijn dancing komen weinig jongeren, zegt uitbater Patrick. Soms, tijdens een vrijgezellenfeest bijvoorbeeld. “Dan hebben ze een opdracht gehad. Ga naar Heidelicht en dans met zo’n oud mens op die gekke orgelmuziek. Het grappige is: in mum van tijd staan al die jongeren zelf op de dansvloer.” Zijn publiek bestaat voornamelijk uit ‘minder jonge mensen’. “Oude mensen zitten thuis. De minder jonge zijn nog energiek, dansen nog hartstikke wulps. Wel, je ziet het hier zelf.” De sanseveria’s, in lange rijen opgesteld voor de ramen, spelen bij het wulpse dansen een grote rol, zegt Patrick. “Ouwe wijventongen. Die zuiveren de lucht en geven veel zuurstof af. Ik heb ze net opnieuw gepot. D’r verdwijnt wel ’s koffie of trappist in. Nu kunnen ze weer vijftig jaar vooruit. Vijftig jaar extra zuurstof om te dansen.”

Ambras

Rottigheid, dat kennen ze niet in Heidelicht. “Gebeurt hier nooit niks.” Ja, één keer dan. Ambras tussen twee vrouwen. Een Hollandse en een Vlaamse. “De een zei tegen de ander: ‘Het is door jou dat ik van mijne man af ben.’ Ze pakte een wit krijt en trok een lijn dwars door het café. ‘ Tot hier en niet verder.’ Nou, toen was natuurlijk het spel op de wagen.” Normaliter gaat het in Postel prima tussen de Brabanders en de Vlamingen. “Brabanders zijn halve Belgen. En andersom eigenlijk ook.”

Tekst Dieter van den Bergh Illustratie S. Lloyd Trumpstein

49


HET Oftewel: hoe een boek, lied, film, kunstwerk

LICHT of voorstelling iemands leven heeft veranderd.

“Door te lezen kun je meerdere levens leiden” Henk van Roozendaal, docent Nederlands

Henk van Roozendaal (60) is docent Nederlands op Scholengemeenschap Were Di in Valkenswaard. In zijn woonhuis in Son vertelt hij over het boek dat hem omverblies. En over het spannende leven dat daar op volgde.

“M

ijn vader werkte bij de Nederlandse Spoorwegen, mijn moeder was huisvrouw. Vanwege mijn vaders werk woonden we als katholiek Brabants gezin met vier kinderen – ik ben de derde – in het streng gereformeerde dorpje Rilland in Zeeland. Mijn wereld was klein. Mijn ouders waren allebei van eenvoudige boerenkomaf en kenden geen traditie in het lezen van boeken. Op de lagere school ontdekte ik hoe fijn ik lezen vond. Als ik klaar was met mijn werk, mocht ik een boek kiezen uit onze kleine schoolbibliotheek. Ik had veel tijd over en las vooral boeken uit de Arendsoog-serie. De avontuurlijke verhalen over cowboys en indianen gaven me een blik op een andere wereld. Ik was een braaf en stil, maar nieuwsgierig jongetje. Lezen stilde mijn nieuwsgierigheid en maakte mijn wereld spannender.” Raadsels “Toen mijn oudere broer en zus naar de middelbare school gingen, moesten zij lezen voor hun lijst. Zo kwamen er tot mijn vreugde ook andere boeken in huis. Eén daarvan was De komst van Joachim Stiller van Hubert Lampo. Dat boek maakte een overweldigende indruk. Het ging over een realistische wereld waarin onrealistische dingen gebeuren. Het zat vol raadsels en magie. Aan de ene kant bood het me een blik op de werkelijke belevingswereld van grote mensen in een grote stad. Aan de andere kant riep het een heleboel vragen op. Wat is dit? Wat betekent dit? Gewoon door simpel een boek te lezen, overkwam me iets verbazingwekkends. Toen wist ik wat ik wilde: nog eindeloos veel meer lezen.” “Op de middelbare school las ik driehonderd boeken in plaats van de 45 die ik voor mijn lijst moest lezen. Ik ging alleen maar naar de lerarenopleiding Nederlands in Tilburg om me te verdiepen in literatuur. Ik realiseerde me nauwelijks welk beroep er aan de opleiding kleefde.” Meerdere levens “Het mooie van lezen is dat je op z’n minst twee keer leeft. Je eigen leven is maar beperkt, in boeken maak je dingen mee die je zelf nooit zult meemaken. Je leeft mee, maakt 50

keuzes, voelt aan. Moeiteloos voert een boek je mee naar een bestaan waarvan je anders nooit geweten had. Goede films of theaterstukken doen dat ook, maar omdat je altijd en overal kunt lezen, vind ik lezen de makkelijkste en meest directe weg. Ik lees meestal twee of drie boeken tegelijk. Afhankelijk van mijn stemming kies ik in welke wereld ik wil stappen.” “Cees Nooteboom heeft boven op mijn werkkamer een apart plankje. Er gaat altijd een Nooteboom mee op vakantie. Zijn filosofische reisverhalen zetten me aan het denken en verschaffen me nieuwe inzichten. Zijn boeken lees ik lekker langzaam.” “Ik kan ook geen boeken weggooien. Dat gaat heel ver. Zodra ik een boek heb gelezen, hoort het bij mij en mijn geschiedenis. De hele kruipruimte onder ons schuine dak staat vol dozen. Zelfs mijn studieboeken van veertig jaar terug heb ik nog.” In tranen “Ik heb nooit meer een leerling ontmoet met een even grote liefde voor lezen als ik op die leeftijd. Tegenwoordig kunnen zoveel media de wereld van jongeren vergroten dat ze lezen vaak maar saai en inspannend vinden. Wanneer ik een leerling een boek aanraad en ze komt later vertellen dat ze het prachtig vond en helemaal in tranen was, ervaar ik dat als een geluksmoment.” “Boeken laten me ondervinden wat van waarde is doordat ze me verbazen, verwonderen of verbijsteren. Ik leid een braaf en arbeidzaam leven. Ik zoek geen avontuur in reizen of experimenten. Boeken maken mijn leven spannender.” Tekst Esther Wittenberg Fotografie An-Sofie Kesteleyn

Ook een voorbeeld van een boek, film, voorstelling, kunstwerk of lied dat je leven heeft veranderd? Mail ons: redactie@mestmag.nl

MEST nr 8


MEST nr 8

51


[Advertentie]

52

MEST nr 8


TRUMPSTEIN

MEST nr 8

& DE LEIJER

53


V I N C E N T S A L L E R L A AT S T E B R I E F

VAN GOGH OVER ZIJN EIGEN UIT VERKOOP

54

MEST nr 8


De gemarkeerde tekstdelen zijn oorspronkelijke, authentieke citaten uit de brieven van Van Gogh.

Vincent van Gogh raakt op 27 juli 1890, vlakbij het Franse dorp Auvers-sur-Oise, dodelijk verwond door een revolverschot in zijn borst. Of het een wanhoopsdaad was of een ongelukkig gevolg van een handgemeen met een groepje pestkoppen zullen we nooit weten. Zijn allerlaatste brief zou licht kunnen werpen op wat er die bewuste dag in hem omging. Maar de laatst bekende brief is van vier dagen vóór de fatale dag. Stel, hij had in de nacht van 26 op 27 juli een angstaanjagende droom, die hem het hoofd op hol bracht. Een visioen over Noord-Brabant in 2015. Een droom die hem misschien naar dat noodlottige korenveld dreef…

Auvers-sur-Oise, 27 juli 1890

Waarde Theo, Er ligt me iets op het hart dat ik u vertellen wil. Heden nacht had ik zulk een hevige droom dat ik nu nauwelijks tot werken kom. Ik kan wel wat binnenkoorts gekregen hebben ofzo, en ben beroerd. In mijn koortsdroom was ik terug in Brabant, doch wat het alles zo vreemd en angstig maakte: het was in de verre toekomst, een honderdvijfentwintig jaren na mijn dood. Aanvankelijk was ik verrukt daar weder te zijn, ge weet hoe dikwijls ik denk aan de Brabantsche figuren als mij bijzonder sympathiek zijnde. Doch algauw werd het mij zwaar te moede. In alle dorpen en steden die ik lopende aandeed, zag ik beeltenissen van mijn gelaat, van mijn schilderijen, en overal klonk mijn naam. Op aanplakbiljetten en vlaggen, op boekomslagen en in kranten. Broer, het vervult mij van schaamte het u te zeggen: het was een brooddronken waan van hoogmoed. Niet enkel in Brabant gonsde ’t van mijn naam, doch ook in Holland, tot aan Amsterdam aan toe, als zou ik de beroemdste artist van ’t land zijn! Terwijl bij dag, wanneer ik helder en wakker ben, en wanneer ik denk aan de toekomst, aan lijden, aan teleurstelling, aan het gevaar van mislukking tot schande toe – dan is mij het verlangen niet vreemd – ik zou wel van alles weg willen! Nabij Nuenen, waar ik vroeger zo dikwijls schetsen maakte van de takken van de populieren en de wilgen nijdig als ijzerdraad tegen de trieste lucht, geraakte ik op een smalle weg, bevolkt door louter wielrijders. Een wonderlijke sterrengloed lichtte op in het plaveisel, als spiegelend water onder een heldere sterrenhemel, dat bedwelmende beeld dat ik zo dikwijls heb getracht te schilderen. Toen ik het wilde onderzoeken en vooroverboog werd ik hardhandig van de weg gereden door een drietal voortrazende wielrijders. Zij slingerden mij grove verwensingen naar het hoofd. Eén der jongens had het gelaat van die kwelgeest hier uit Auvers die mij met zijn vrienden geregeld komt treiteren wanneer ik in ’t veld aan de schildersezel sta.

Grove tronie

Alors, zo ging het voort, mijn beste broer, u kunt zich waarlijk geen voorstelling maken van de dingen die ik zag. In Zundert, waar ik vergeefs ronddoolde op zoek naar de pastorie van pa, trok een stoet van gedrochtelijk grote wagens voorbij, geheel overdekt met dahlia’s, voorstellende allerhande motieven van mijn schilderijen. Ik zag de postbode, de lege stoel in Arles, de zonnebloemen die ik voor Gauguin maakte. En mijn eigen grove tronie, wagen na wagen. Dorstig en verward ging ik een dranklokaal binnen, waar ik in een verhit gesprek verwikkeld raakte met een sujet die nogal verstand van de handelswaarde van mijn schilderijen aan de dag legde. Hij noemde bespottelijke geldbedragen van vele tientallen miljoenen francs per doek. Maar ’t kan zijn dat ik hem heb misverstaan, er was daar zeer luide muziek. Voorts

55


vroeg hij mij te gissen naar het hoogste bedrag dat ooit was betaald voor ‘een Van Gogh’. Ik heb geantwoord dat ik niet de pretentie had au courant te zijn van de handelswaarde der dingen. Dat ik voor mij meer hechtte aan de artistieke waarde en mij liever verdiepte in de natuur dan in de berekening van prijzen. Lang keek hij mij in het gelaat alvorens mij hard uit te lachen, zoo dat zijn buik ervan schudde. Toen ik vertrok, hevig ontsteld over zijne grofheden, zeide hij nog: zeg kerel, gij lijkt nog wel wat op hem, met uw rossige baard. Hij betaalde mijn drank, waar ik goed mee weg kwam, want ik had ook geen stuiver op zak. Te Etten werd het mij werkelijk bang te moede. De kerk, welke zo somber en kil is in mijn droevige herinneringen, was op wonderlijke manieren opgelicht. Er waren vernuftige reproducties te zien van tekeningen en schilderijen van mijn hand. Maar gij weet toch ook hoe ik uit Etten ben weggegaan? Op Kerstmis had ik nogal een heftige scène met pa en het liep zo hoog op dat pa zei dat ’t beter was dat ik ’t huis maar zou verlaten. Nu, het werd zo gedecideerd gezegd dat ik nog dezelfde dag werkelijk vertrok. Het kwam eigenlijk aan doordat ik niet naar de kerk ging, en ook zeide dat als het naar de kerk gaan iets gedwongens was, en ik naar de kerk moest, ik er zeer zeker zelfs niet meer uit beleefdheid heen zou gaan, zoals ik die hele tijd dat ik te Etten was, vrij geregeld deed.

Doodsche dingen

Bij ’t voortduren van de nachtmerrie trachtte ik te ontsnappen aan mijn eigen alomtegenwoordigheid, wat echter onmogelijk bleek. Ik vreesde dat ik zenuwzinkingskoorts zou krijgen. In een galerie zag ik zondagsschilders zonnebloemen schilderen, in een grote tuin zag ik mijn gelaat gevormd door tulpen, zelfs waren er voorstellingen van dans en zang, die mijn armzalig bestaan tot onderwerp hadden. In Nuenen was nog het oude kerkje van pa intact, en ook de pastorie stond nog fier overeind. Drommen menschen die talen spraken welke mij exotisch klonken, kwamen ’t kerkje bezoeken. Zij kwamen er niet voor ’t woord Gods, een dominee was ook nergens te bekennen, maar wel spraken zij veelvuldig over mij. In ’t Raadhuis, waar pa zich zo dikwijls met de burgemeester onderhouden heeft over mijn omgang met wat zij noemden ‘lieden van minderen stand’, was zoals overal elders, wederom veel koopwaar uitgestald. Allerhande reistassen, kleding, affiches, eetgerei, schrijfwaar, bloemenvazen, alles bedrukt met reproducties van mijn schilderijen. Zoo vaak waren die wasachtig en glad en koud. ’t Scheen mij toe als was ik omringd door vale en ontzielde geestverschijningen van mijn schilderijen. De geschilderde portretten hebben een eigen leven dat radicaal uit de ziel van den schilder komt en waar de machine niet aan kan. Maar hier werden mijn schilderijen tot doodsche dingen gemaakt, teneinde vermaledijde koekblikken te verfraaien. In een half uur tijds werd daaraan overigens meer geld verdiend dan in mijn gansche leven mijn schilderijen hebben opgebracht. Hoor nog eens hier, Theo, de zaak is gewichtig. Zeg me nu eens waarom ze onverkoopbaar zijn, hoe zou ik ze verkoopbaar kunnen maken? Toen ik, hevig gekweld door deze mismoedige gedachten, in die winkel een vreemd glanzende pop met mijn gelaatstrekken in mijn handen nam, werd ik streng toegesproken door de winkelbediende, die mij daar weg wilde hebben. Hij noemde mij een nietsdoener en een dief en beet mij toe dat ik mij maar moest wassen eer ik kon terugkomen. ’t Gaf me een onverwachte stoot recht in de borst. De kunst is jaloers en vergt al onze tijd, al onze kracht en dan, wanneer men die eraan toewijdt, door te gaan voor een soort onpraktisch mens en weet ik wat meer, dat smaakt wel eens bitter.

Koortsachtig relaas

Heimelijk stak ik een fles bier in mijn zak, met mijn eigen kop op het etiket, en ’t bleef onopgemerkt. Er overviel me ineens een malaise door merg en been die ik niet precies weet waaraan toe te schrijven. Zelden was ik bij ’t ontwaken zo van dankbaarheid vervuld. Louter vanwege dat het mij van het hart moet, vermoei ik u met dit koortsachtig relaas, doch ge moet vooral niet denken dat ik voor mij grote verwachtingen heb betreffende de appreciatie van

56


mijn werk; ik geloof dat men tevreden moet zijn als men ’t zover krijgt dat men enige weinigen overtuigen kan van de degelijkheid van waar men naar streeft, en door hen begrepen te worden zonder opschroeverij. Nu ook Wil en Lies niet langer in Brabant wonen, is het toch zeker dat daar geen mens is die mij nog zal herinneren. En wat donder, had ik daar niet après tous vooral veel onmin en onverkwikkelijkheden te verduren? Voor het ogenblik schijnen al mijn zaken slecht te gaan en zo is het al gedurende een niet onaanzienlijke tijd geweest en zo kan het nog een tamelijk lange tijd blijven. Maar mogelijk dat nadat alles mis schijnt te zijn gegaan, alles vervolgens beter gaat. Ik reken er niet op; misschien zal het niet gebeuren, maar in het geval dat er enige verandering ten goede zou komen, zou ik het als even zoveel winst beschouwen. Ik zou er voldaan over zijn en zeggen: Eindelijk! zie je, er was dus toch iets.

Korenveld

Eerdaags liep ik in een korenveld een halfuur gaans van ’t dorp, en vandaag wil ik daar opnieuw naartoe gaan. Het koren staat hoog en met de zon in de namiddag gloeit het als ware het van goud. In de schemering verzamelen zich er de kraaien. Staand onder de wijde hemel met de voeten stevig op de aarde geplant zal ik de waan van mij af schilderen. Al val ik negenennegentig keer, ook de honderdste keer zal ik opstaan! Welk artist is er die niet getobd heeft en gescharreld en welke andere weg is er dan die van tobben en scharrelen om te geraken tot vaste grond onder de voeten. Wel ben ik voornemens zo dadelijk die revolver bij mij te dragen, welke de waard mij eerder in bruikleen gaf. Ik zal hem slechts aanwenden om die treiterende jongens wat af te schrikken. Enfin, we moeten zien door te sabelen. Nu à dieu, met een handdruk, tout à toi,

Vincent

2015: VAN GOGH-JAAR In 2015 is het 125 jaar geleden dat Vincent van Gogh overleed. Daarom is 2015 het Van Gogh-jaar, met allerlei activiteiten, in Nederland, België en Frankrijk. Overal waar hij woonde of werkte en waar zijn schilderijen bewaard en getoond worden, vinden activiteiten plaats. Enkele voorbeelden uit het programma in Brabant: Design uit het land van de aardappeleters: Vormgevers ontmoeten Van Gogh De meest bijzondere objecten van aan Brabant gerelateerde ontwerpers worden gekoppeld aan drie bekende werken van Vincent van Gogh. MEST nr 8

Het Noordbrabants Museum | 24.01.15 – 26.04.15 Starry Night fietspad Het nu al veelbesproken, lichtgevende fietspad van Daan Roosegaarde, geïnspireerd op de sterrenluchten van Van Gogh. Vanuit Nuenen worden er het hele jaar nachtelijke fiets-excursies georganiseerd naar het fietspad. Vincent’s homeland Naam van het uitgebreide programma in Noord-Brabant. Met o.a. de tentoonstellingen De Wereld van Van Gogh (12.10.14 08.03.15) en Robert Zandvliet - Een brok natuur (30.03.15 - 30.08.15) in Zundert. En in Nuenen The Vincent Affair (01.04.15 01.10.15).

En verder: • De Tuinen van Appeltern ontwerpen in 2015 tien Van Gogh-tuinen. • Tijdens het lichtfestival GLOW in Eindhoven zijn kunstwerken geïnspireerd op Van Gogh te zien. • En ook het Bloemencorso in Zundert, de Redhead Days in Breda, Dance-event Wish Outdoor en Festival Boulevard laten zich inspireren door Van Gogh. Het hele programma is te vinden op www.vangoghbrabant.com.

Tekst Anneke van Wolfswinkel Fotografie Maria van der Heyden

57


58


L

ER AT UU R

IT

LUCAS DE WA ARD Fragment uit de roman De kamers, die eind maart 2015 bij uitgeverij De Geus verschijnt

DE KAM E RS

Fragment 1: proloog ‘D us het klopt.’ ‘Wat?’ ‘Ik kon je horen. Jou. Wat je dacht. Wie je echt bent.’ ‘Blijkbaar.’ ‘En nu ben je hier.’ ‘Ja.’ ‘Waarom?’ ‘Omdat ik nergens anders heen kon, denk ik. Ik ging dood.’ Het is slecht verlicht in zijn hoofd. Het gonst er, het zoemt en gedachten vallen elkaar aan, terwijl hij het tuinhekje opent en het grindpad op loopt. Hij steekt de sleutel in het slot van de voordeur maar draait niet. Hij blijft staan, met tussen zijn wijsvinger en duim het warme metaal geklemd, en hij wacht. Naast hem, tegen de muur, ligt een vuilniszak. Die ligt er al een tijdje. Hij ruikt een zurige lucht en hoort vliegen die hij niet ziet. Het huis lijkt te ademen. Misschien moet hij niet naar binnen gaan. Hij woont hier niet. Als hij naar binnen gaat is het voor alles te laat. Dan gaan ze kapot, allebei. Maar is hij niet al kapot? Maakt het nog uit? Krijg de tering maar. Hij draait de sleutel en opent de deur. In de gang is het warm en klam, alsof hij een vlindertuin binnenstapt. Hij laat de voordeur open. Iedereen mag weten dat hij hier is. Ze komen hem maar halen.

MEST nr 8

Dan zullen ze merken dat hij nog een aantal rekeningen heeft openstaan. In de woonkamer kijkt hij om zich heen. Tot zijn ergernis merkt hij dat hij het een prettig huis vindt. Lichte muren, lichte vloeren, donkere meubels. Veel foto’s aan de muur. Veel boeken. Buiten gaat de zon onder. Ze werpt rode stralen licht door het vertrek waar kleine stofdeeltjes doorheen dansen. Het is doodstil. Over een tijdje zullen er weer krekels zijn, overal, maar nu is er niks. Hij loopt naar de keuken en opent de koelkast. Hij heeft honger, misschien kan hij even snel iets eten. Hij ziet pakjes broodbeleg, een plastic schaal gehakt, twee flessen champagne, een doosje aardbeien en een bord met kaasblokjes onder aluminiumfolie. Na een minuutje besluiteloos staren pakt hij de kaasblokjes. Hij zet het bord op het aanrecht, haalt het folie eraf, propt het op tot een balletje en begint de blokjes in zijn mond te stoppen. Zijn lijf reageert als zo’n zaklampje waar je in moet knijpen om licht te krijgen. Een knijpkat heet dat, herinnert hij zich terwijl hij kaas schrokt. Binnen een paar minuten heeft hij heel het bord leeg. Hij zet het in de gootsteen en laat er water overheen stromen. Het is lang geleden dat hij in een echte keuken was. Het is een aangename plek om te zijn. Achteloos pakt hij een mes uit het keukenblok. Het handvat is van hetzelfde roestvrije staal als het lemmet en koel. Hij rilt, terwijl buiten de zon verdwijnt.

59


DE KAM E RS

Achter in zijn hoofd wordt er gepraat. Een stem die hij herkent, maar die er niet kan zijn. Een stem die hij niet meer zou moeten kunnen horen. Ik ben hier. Het moet een vergissing zijn. Hij is in de war. Dat moet hij niet vergeten. Er is veel gebeurd, deze dag, en de dingen liggen momenteel nogal in splinters. Daar kun je best een beetje van uit evenwicht raken. En alsof hij ook fysiek zijn balans kwijt is, gaat hij op de bank zitten. De kussens zijn zacht en dik, hij zakt erin weg zoals hij al jaren niet meer is weggezakt. Even glimlacht hij, en hij vraagt zich af of dit ook zijn leven had kunnen zijn. Een huis, met goede meubelen, dubbele beglazing en een open keuken. Was dat mogelijk geweest? Of heeft hij altijd een onoverbrugbare achterstand gehad? Bestaat er zoiets als vervloekt zijn? Aangeschoven bij een spel en alleen maar kutkaarten bedeeld krijgen? Hij sluit zijn ogen zonder in slaap te vallen. Een half uur later opent hij ze weer. Hij hoort het grind in de voortuin knisperen. Aarzelende voetstappen richting de voordeur. Het is zover. Hij kijkt naar zijn schoot waarin het mes ligt. Het is een groot mes, eentje waarmee je gebraden lam in plakken snijdt. Heeft hij dat zojuist gepakt? Dat was hij alweer vergeten. Hij vraagt zich af wat hij ermee van plan is. En terwijl er voetstappen in de gang klinken, onzeker rubber op hout, omklemt hij het handvat. Het is zover. Wat ‘het’ dan ook moge zijn.

Fragment 2 Een onbestemd piepje, een knarsje, een tikje; sinds een aantal weken schrok Aram van kleine geluiden. Zodra hij niet meteen wist waar het vandaan kwam, kreeg hij de zenuwen. Het leek alsof zijn zintuiglijke waarneming intenser was geworden. Soms zat hij op een stoel in de kamer en voelde hij zich een wolf in het bos. Alles horend, alles ruikend, plaatsend, zijn omgeving en eventueel gevaar in kaart brengend door doodstil te blijven zitten en te registreren. Zo kon hij het tegenwoordig horen als de postbode zijn eerste stap op het tuinpad zette. Als dat later in de ochtend was, en Aram dus niet meer in bed lag, dan liep hij meteen naar de deur om de brieven persoonlijk in ontvangst te nemen. Hij wilde de bezorger in de ogen kunnen kijken. Alsof hij uit de blik van de

60

man kon aflezen of hij wel daadwerkelijk voor POSTNL werkte. Hij wilde weten wat er door zijn brievenbus gegooid werd. De pakketjes en enveloppen betasten, besnuffelen. Na twee listig verpakte muizenvallen had hij geleerd niet zomaar alles open te maken. En na drie keer verse stront en een keer een dode rat had hij geleerd altijd alert te zijn op het geknisper van grint. Niemand liep meer ongemerkt hun tuinpad op. Vandaag was de postbode laat. Aram hoorde hem met het tuinhekje kloten, langer dan gebruikelijk, en was dus op zijn hoede. Misschien was het een nieuwe. De vaste postbode wist precies hoe het slotje werkte. Even optillen en dan naar achteren wippen. Misschien had hij een kater. Maar het kon ook iemand anders zijn. Iemand die niets met de posterijen te maken had. Hij deed de deur open. ‘Hallo’, zei een donkere jongen in oranje jack zonder hem aan te kijken. Hij hield een stapeltje brieven voor zich uit. Aram nam ze aan. Hij produceerde een binnensmonds dankjewel tegen de rug van de bezorger, die met straffe pas terugliep naar zijn fiets, en sloot de deur. Een nieuwe. Het was een nieuwe. Niets aan de hand. Hij bekeek de enveloppen in zijn hand, constateerde twee rekeningen en een kortingsbon voor falafel, legde de post op de trap en liep terug naar de woonkamer. Daar ging hij op een stoel zitten. Hij dronk meer koffie. ‘In de studio hebben wij Aram de Smet, voormalig rijzende ster van de lokale omroep en begenadigd interviewer, die tegenwoordig de hele dag thuis op zijn luie reet zit. Welkom Aram!’, zei Aram tegen de beslagen badkamerspiegel. Hij veegde de aanslag weg en zijn vermoeide kop kwam tevoorschijn. ‘Hallo!’ ‘Fijn om je in de studio te hebben. Er kon namelijk niemand anders!’ ‘Nou, dan boffen jullie. Ik kan tegenwoordig altijd!’ Het publiek applaudisseerde en de drummer van de band deed een komisch roffeltje plus bekkenslag. ‘Aram de Smet, dames en heren,’ ging Aram de interviewer verder, ‘was nog niet zo lang geleden een gevatte kerel met creatieve itempjes voor Omroep DB7! Een vlotte vent met oog voor detail. Ik keek persoonlijk erg tegen hem op.’ ‘Dank je, Aram.’

MEST nr 8


DE KAM E RS

‘Maar Aram, op een zekere dag werd je van het centrum zat een goede broodjeszaak lokale held in één klap de meest gehate man met lekkere koffie, waar bijna alleen maar van Nederland, nietwaar? Een ster!’ bejaarden kwamen en niemand hem herkende. Ze hadden er zo’n beetje alle kranten ‘Dat klopt, jazeker!’ die er toe deden en geen WiFi. Dat was ‘En hoe gebeurde dat zo ineens?’ een voordeel. Aram werd zenuwachtig van ‘Wel, dat was eigenlijk heel simpel! Ik hoefde internet. Hij meende soms de aanwezigheid alleen maar het achtjarige keeperstalentje ervan te kunnen voelen, als iets dat in dikke van onze plaatselijke voetbalclub in een stroperige banen door de lucht stroomde. goal te zetten, een penalty te nemen – leuk Het was een gonzend, onzichtbaar organisvoor bij het interview – en vervolgens die bal me, vergeven van mensen met meningen, keihard tegen zijn koppie te schieten! Per woede en wraakzucht. En hij wilde er zo ver ongeluk natuurlijk, maar wat gaf dat? De mogelijk uit de buurt blijven. Dat was ooit schedelbasisfractuur en de sociale media anders geweest, zoals zoveel dingen. deden de rest!’ Hij ging de deur uit. Stond even stil bij de Applaus en wederom een roffel van de drummer. Het publiek joelde opgetogen. garage, liet zijn blik heen en weer gaan ‘Nou, dat klinkt inderdaad als een peulentussen de grijze Honda en zijn afgetrapte schilletje, Aram! Te makkelijk, haast! Je zou mountainbike. Het zou lekker weer worden. bijna denken dat jij zelf dat materiaal op ‘Je moet meer fietsen’, zei Liz met regelmaat. internet hebt gegooid!’ ‘Je moet zelf meer fietsen met je dikke reet’, ‘Ja, dat zou je denken, maar iemand met een antwoordde Aram dan, wat vrij gemakkelijk smartphone was me voor! Die zou ik graag kon omdat Liz verdomd goed wist dat ze de nog eens bedanken.’ billen van een bikinimodel had. ‘We hebben geprobeerd hem in de studio te Een kwartier later parkeerde Aram de krijgen, maar helaas…’, zei Aram de interHonda aan de rand van de stad, langs de viewer, ‘Goed, laten we het filmpje nog eens gracht, waar hij voor een paar euro de hele bekijken, want wij krijgen er middag mocht staan. Hij ook nog altijd geen genoeg viste zijn zonnebril uit het van!’ dashboardkastje en zette Korrelige beelden. Mist hem op. boven een grasveld. Aram die aanlegt, iets roept in Ik ben een man met een zonnebril. de trant van ‘Toekomstige keeper van het Nederlands Hij stak een sigaret op en elftal!’, een aanloop neemt wandelde het centrum in. en schiet. En dan het jongetje dat ter aarde stort. Het Het was negen uur en de publiek schatert en klapt. winkels gingen open. Jonge Lucas de Waard ‘Dank je voor dit moment, kledingverkopers met ver(Den Bosch, 1984) schrijft sufte gezichten gooiden de Aram!’ teksten voor theater, proza, deuren van het slot en rol‘Geen probleem! Het was me columns en korte verhalen. Hij heeft een maandelijkse column luiken schoven traag en raeen genoegen. En nu ga ik bij het Brabants Dagblad-café in telend omhoog. Het zou een hardlopen.’ de Verkadefabriek, is columnist volstrekt normale, warme voor MEST en treedt op met ‘De dinsdag worden. Dinsdag, Aram ging niet hardlopen. Waard en zijn gasten’. Hij maakt dacht Aram, de vegaburHij haalde een scheermes deel uit van De Zuiderlingen, ger onder de dagen. Begint over zijn gezicht en kamde een groep toneelschrijvers en en eindigt in het niets. Hij met een klodder gel zijn speelt drums in de band Mores. stond even stil en bekeek donkere haar strak naar De kamers (De Geus, 2015) zichzelf in een winkelruit. achteren. Dat deed hij sinds is zijn romandebuut. Lucas een aantal maanden. Niet staat bekend om zijn palindIk ben een man met een zonmooi, wel makkelijk. Hij room-vormige teksten en zijn nebril. Ik zie er niet uit. trok een spijkerbroek en kapsel. Ook dacht hij lang dat houthakkersblouse aan in ‘parabel’ de klemtoon op ‘bel’ ligt. Daar wordt hij nog steeds en besloot in de stad te door achtervolgd. Illustratie Jenna Arts ontbijten. Aan de rand van

MEST nr 8

61


J A C K T I M M E R M A N S , A R T I S T I E K L E I D E R VA N D E S T I LT E

K U N S T M A A K T VA N

S L AC H TO F FERS D ADERS

Dansgezelschap De Stilte bestaat twintig jaar. Eén ding weet artistiek leider Jack Timmermans zeker: als hij geen voorstellingen voor kinderen was gaan maken, had hij het bijltje er al lang bij neergegooid. “Kinderen zijn het beste recept tegen zelfmoord.”

62

MEST nr 8


MEST nr 8

63


I

n een theaterzaal vol volwassenen is de originaliteit volgens Jack Timmermans vaak ver te zoeken. Volwassenen zijn beschaafd, netjes afgericht. Ook al kots je je ziel uit op het podium, dan nog krijg je aan het einde van de voorstelling niets meer dan een keurig applaus. Want zo hoort het. Bij kinderen is dat anders. Met hen kan de artistiek leider van De Stilte communiceren. Elk kind beleeft een voorstelling anders, dat is het mooie. En ze reagéren op wat ze zien, zitten er niet zo uitgekakt bij. Met kinderen in het publiek beleef je tenminste nog ’s iets. Wie niet begrijpt wat hij bedoelt, moet maar eens de voorstelling Hihahuttenbouwers bezoeken. Dan valt het kwartje. Rondom het podium is het een drukte van jewelste. Terwijl Alex Havadi-Nagy en Mirella de Almeida Castagna op de bühne hun dans uitvoeren, zijn de kinderen in alle staten. Ze roepen naar de dansers, staren, wijzen en lachen. Een meisje van twee huilt van angst maar brabbelt tien minuten later alweer vrolijk mee. De enige keer dat er een beschaafd applaus klinkt, is wanneer een vlieger wordt uitgelicht en opstijgt – een plechtig moment. Als er popcorn uit de lucht valt, gaat het pas echt goed los. Het duurt niet lang voordat de eerste verkenners zich een weg op het podium eten. Steeds meer kinderen volgen en op het einde explodeert de voorstelling in een vrolijke wanorde. Terwijl de dansers blijven dansen, stuiven hordes kinderen heen en weer over het podium.

Idioten

Het happy end, Jack Timmermans is er dol op. Het echte leven kent geen happy ends. Het echte leven eindigt altijd onder protest. Maar til het leven op een podium en alles wordt anders. Voor de duidelijkheid: een happy end is geen

64

gesloten einde, waarschuwt de choreograaf. Zijn voorstellingen zijn altijd open, nodigen uit tot zelf nadenken. Hij maakt dans voor kinderen, niet voor idioten. Als hij een eenduidige boodschap wilde verkondigen, was hij wel priester geworden. In het pand van De Stilte, gevestigd aan de Markendaalseweg in Breda, praat hij honderduit. Stilzitten gaat moeilijk. Voortdurend vliegt-ie overeind, loopt heen en weer, gaat weer zitten. De stem ongeduldig, de ogen op scherp. Alsof hij ieder moment een SWAT-team verwacht dat met veel geweld door de ramen naar binnen stormt. Hij is net terug uit Ierland van een optreden met De Stilte. Van vermoeidheid geen spoor. Sterker nog, als Jack een rondleiding geeft door het gebouw doet hij dat op sprintsnelheid.

Waardering

De Stilte maakt sinds 2001 uitsluitend voorstellingen voor kinderen. Daarvoor richtte het gezelschap zich zes jaar lang op volwassen. De laatste productie voor volwassenen heette Eilanders. Een heel persoonlijk stuk was dat, over de onmogelijkheid om andere mensen te bereiken. Inspiratiebron was Jacks moeder, die destijds dement was en in een verzorgingstehuis zat. Na Eilanders was hij er klaar mee. Niet alleen vanwege het volwassen publiek. Zijn volwassen voorstellingen waren altijd zwaar op de hand, de dood was nooit ver weg. Dat doet iets met je. En hij was het beu om altijd op te treden in zaaltjes van dertig man. Ja goed, zegt hij, je kunt zeggen dat Jezus ook maar twaalf apostelen had. Maar als je ziet wat er van hem geworden is… Opgericht door Timmermans in 1994, staat De Stilte na twintig jaar als een van de weinige Brabantse dansgezelschappen nog fier overeind. De laatste jaren draait het gezelschap zo’n 150 à 200 voorstellingen per jaar, wereldwijd. Van Argentinië tot Ierland, van Libanon tot Amerika, het dansgezelschap reist de hele wereld over. En niet zonder succes. De Stilte stond zelfs in The New York Times en The Guardian, vermeldt Timmermans niet zonder enige trots.

Want inmiddels oogst De Stilte waardering. Toen hij begon met kindervoorstellingen, keek de danswereld met dedain op hem neer. Dans voor kinderen? Dat rook naar toegepaste kunst. Serieus kon het in ieder geval nooit zijn. Dat vooroordeel zong lang rond, begint eigenlijk pas sinds kort te verdwijnen.

Een dromer

Waar zijn afkeer van volwassenen vandaan komt? Hij haalt zijn schouders op. Ach, de gitzwarte kijk op de wereld was er altijd al. Het heeft er ongetwijfeld mee te maken dat hij als nakomertje op de wereld kwam, als elfde kind in een Tilburgs gezin. Hij groeide op in de Arke Noëstraat, waar zijn ouders een slagerij hadden. Zijn broers en zussen waren veel ouder, zijn ouders werkten, niemand keek naar de jonge Jack om. Zijn contactlenzen moest hij zelf bij elkaar verdienen en tijdens zijn diploma-uitreiking op de HBS zat hij alleen in de zaal. Het gaf hem het gevoel dat hij er niet mocht zijn. Dat hij zich voortdurend moest verontschuldigen voor het simpele feit dat hij bestond. Als puber knutselde hij op een dag een galgje van ijzerdraad in elkaar. Klaar om eruit te stappen. Een raar kind was hij. Een dromer. Anders dan de anderen. Ook dat hielp natuurlijk niet in een gezin waar je vooral niet op mocht vallen. “Je bent niet normaal”, zei zijn moeder altijd tegen hem. “Iedereen in de buurt zegt dat je niet normaal bent.” Toen hij later voor de dans koos, zagen zijn ouders dat als aanstellerij. “Je denkt toch niet dat ik kom kijken hoe jij raar loopt te doen?” vroeg zijn moeder een keer toen Jack

HihahuttenBouwers

De Stilte opereert al sinds de oprichting in 1994 vanuit Breda. Het gezelschap beschikt ook over een eigen theater, aan de Markendaalseweg (75a). De voorstelling Hihahuttenbouwers is nog tot half mei 2015 op verschillende locaties in het land te zien. Zie voor een compleet overzicht van de voorstellingen de site van De Stilte, www.destilte.nl.

MEST nr 8


haar uitnodigde. Ze was ervan overtuigd dat hij in de goot zou eindigen. Dat zei ze altijd tegen hem, dat het slecht met hem af zou lopen. Toen zijn eerste grote relatie op zijn 25e op de klippen liep, belde zijn moeder hem om te vertellen dat alleenstaande mannen vaker zelfmoord plegen. Ook vroeg ze of hij al luizen had.

De zelfkant

De zelfkant van het bestaan, daar voelde hij zich vaak toe aangetrokken. Misschien wel omdat zijn moeder hem altijd inpeperde dat hij daar thuis hoorde. Hij dronk een tijd lang meer dan goed voor hem was. Maar echt over de schreef gaan, dat zat er uiteindelijk niet in. Daarvoor is zijn levensdrang te groot. En zijn liefde voor literatuur. Schrijvers en poëten zijn altijd zijn beste vrienden geweest. Pessoa, Kouwenaar, Achterberg, bij hen vindt hij troost en herkenning. Als hij moest kiezen tussen boeken en mensen, zou hij waarschijnlijk voor boeken kiezen. Een einzelgänger is hij altijd geweest. Daar waar mensen samenkomen zul je Jack niet vinden. Behalve bij De Stilte, het enige gezelschap dat hem niet de stuipen op het lijf jaagt. Toch ziet Jack Timmermans er nu gelukkig uit. Bepaald niet het type dat zielig in een hoekje wegkwijnt. Ja, hij is veranderd de laatste jaren. Optimistischer geworden. Wat daar aan heeft bijgedragen? Ten eerste De Stilte. Dans is kunst, en kunst maakt van slachtoffers daders, stelt hij. Je bent niet langer een slachtoffer van de werkelijkheid, je zet zelf een nieuwe werkelijkheid naast de oude. Je kunt zelfs oneindig veel nieuwe werkelijkheden creëren. En dat is precies wat hij nodig heeft. Nieuwe werelden creëren is voor hem geen spel maar een noodzaak. Hij heeft zichzelf ervan moeten overtuigen dat de wereld die hij van zijn ouders meekreeg, niet de enige was.

Redding

Maar uiteindelijk zijn het vooral de kinderen die hem hebben gered. Niet alleen de kinderen waarvoor hij zijn voorstellingen maakt, maar ook zijn eigen kinderen. Jack werd pas laat vader. Lang durfde hij het niet aan, bang dat ook zijn kinderen een ongelukkige jeugd

MEST nr 8

tegemoet zouden gaan. Hij kreeg zijn eerste kind toen hij 51 was, inmiddels negen jaar geleden. Drie jaar later volgde zijn tweede. Door kinderen beleeft hij het leven opnieuw. Het is alsof je je eigen leven nog eens over mag doen, legt hij uit, zonder alle ellende. Alles wat je zelf ooit hebt meegemaakt – naar school gaan, buitenspelen, laat opblijven in het weekend – komt opnieuw voorbij. En deze keer mag je ervan genieten. Tegelijkertijd heeft het iets geruststellends. Kinderen laten zien dat het leven zich voortdurend herhaalt en dat het prima is zo. Ze laten je zien dat je eigenlijk niet zoveel voorstelt, dat je niet zo uniek of bijzonder bent als je zelf denkt. Die relativering heeft een helend effect op hem.

Elastische hersenen

Kinderen zijn het beste recept tegen zelfmoord, daar is hij van overtuigd. Ze kunnen zich nog oprecht verwonderen en zijn nog nederig. Hun hersens zijn nog elastisch. Dat geeft energie. De hersenen van volwassen hebben alle rek verloren: ze knappen als je ze spant. Kinderen worden volwassen. En volwassenen vergeten dat ze ooit kind zijn geweest, stelt hij vast. De kinderlijke blik is iets waarvoor je in deze maatschappij wordt gestraft. Dat begint al op de basisschool en dat gaat in een hogere versnelling verder op de middelbare school. Als ze ergens conformisten opleiden, dan is het daar wel, vindt hij. Als hij met De Stilte workshops geeft op scholen, leert hij de kinderen dan ook meteen dat het prima is om kind te zijn. Om jezelf te zijn. Dat je jezelf niet per se in de mal van volwassenheid hoeft te persen.

Zo jong

Of ze op scholen altijd blij met hem zijn? Hij weet het niet. Hij zwom altijd al tegen de stroom in, zo zit hij nou eenmaal in elkaar. En kijk eens wat het heeft opgeleverd. De Stilte bestaat twintig jaar en is kerngezond. Op naar de veertig. Moet lukken. Aan hem zal het in ieder geval niet liggen. Zestig jaar is hij, barstensvol ideeën en vergezichten. Hij is nog nooit zo jong geweest.

Tekst Bart Smout Fotografie Linelle Deunk

Jack Timmermans

(1954, Tilburg) 1973-1974: toneelacademie Arnhem. 1975-1979: Opleiding Dans aan de Fontys Hogeschool in Tilburg, toen nog de Dansacademie Brabant. 1979-1988: docent aan de Mikojel-opleiding in Sittard. Daarnaast de eerste vier jaar betrokken bij het Danserscollectief, waar hij werkt met (jonge) amateurdansers. 1987-2001: docent aan de Fontys Hogeschool (Dansacademie) in Tilburg. 1994: oprichting De Stilte. Eerste jaren nog met voorstellingen voor volwassenen, sinds 2001 alleen nog maar voorstellingen voor kinderen. Educatie in de vorm van schoolvoorstellingen speelt een belangrijke rol. De Stilte is een van de meest internationaal opererende gezelschappen van Noord-Brabant. 65


GOED

GRUT

CLUB SOLO

M

ooi en origineel concept: Club Solo in Breda. Club Solo stelt het oeuvre van een kunstenaar centraal in een solotentoonstelling. Curatoren van het Van Abbemuseum en/of het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (MuHKA) reageren op het werk van de kunstenaar met een werk uit hun collectie als aanvulling op de tentoonstelling. De huidige tentoonstelling, nog te zien tot en met 21 december, draait om de Belgische kunstenaar Wesley Meuris. Eerste solotentoonstelling van Meuris in Nederland, met tekeningen, prints en ruimtelijke installaties. Uit het persbericht: ‘Meuris is gefascineerd door de menselijke drang tot catalogiseren, rationaliseren en benoemen. In zijn

ruimtelijke installaties onderzoekt hij diverse architecturale typologieën waarin die notie van controleren en beheersen vervat zit.’ Als reactie op het werk van Wesley toont het Van Abbemuseum Forte! (2010), een videowerk van de Canadese kunstenaar Mark Lewis (1958). De eerstvolgende in de rij is de Bossche kunstenaar Erik Wesselo, vooral bekend van zijn performances en audiovisuele producties. Zijn tentoonstelling is te zien van 22 februari tot 22 maart 2015, met een bijdrage van het MuHKA. www.clubsolo.nl Polaroid van Erik Wesselo. Titel: Ntate-Places of smoke (2014).

STRANGER THAN PARANOIA

MET JORGE PARDO EN DAVID MURRAY

A

lweer de 22ste editie van dit jaarlijks terugkerend ritueel rond kerst en oud/nieuw: een van de leukste jazzfestivals van Nederland, Stranger Than Paranoia. In Tilburg (Paradox), Den Bosch (Toonzaal), Breda (Chassé Theater) en Amsterdam (Bimhuis). Met o.a. David Murray, Denise Jannah, Jeroen van Vliet, Wolter Wierbos en natuurlijk initiatiefnemer Paul van Kemenade zelf.

Bijzondere naam is ook Jorge Pardo, een van Spanjes meest innovatieve muzikanten, uitgeroepen tot beste jazz-muzikant van 2013 en voormalig lid van de band van Paco de Lucia. Van 24 t/m 30 dec, op verschillende locaties, check de websites van de deelnemende podia voor details. 66

Jorge Pardo (midden).

MEST nr 8


DOCWERK: EERSTE BRABANTSE AV-WERKPLAATS

B

egin september startte in het verbouwde cultuurgebouw Willem II Fabriek in Den Bosch Docwerk, een nieuwe werkplaats voor

Brabantse AV-producties. De nadruk ligt op documentaires. Twaalf talenten per jaar bekwamen zich onder leiding van ervaren filmmakers in het maken van professionele documentaires. Daarnaast wil Docwerk een bijdrage leveren aan het zichtbaar maken van de Brabantse kunst- en cultuursector met het produceren van culturele tv- en internetproducties. Zo produceert de werkplaats een dertiendelige serie over kunst en cultuur in Noord-Brabant, die o.a.

op Omroep Brabant te zien zal zijn. Makers kunnen ook eigen, autonome plannen indienen en ontwikkelen. De eerste zes makers zijn al begonnen: Iris Cuppen, Margot van Duren, Roos van den Oetelaar, Chiel Overkamp, Tamino Parren en Leontien Smit. Docwerk word geleid door documentairemakers Frank van Osch en Marijke de Bie. www.docwerk.tv

LAPLAND EN BRABANT WISSELEN STUIVERTJE

N

og een keer de nieuwe, verbouwde Willem II Fabriek, die enkele maanden geleden haar deuren heropende. De fabriek huisvest al decennialang poppodium W2, maar biedt ook onderdak aan ateliers, expositieruimtes en nog van alles. Van 18 december tot 18 januari is in de Willem II Fabriek de expositie Angle of Incidence te zien. Drie kunstenaars uit

STRP BIËNNALE MET UNDERWORLD

Z

onder twijfel een van de meest bijzondere festivals van Nederland, de STRP Biënnale, elk oneven jaar. Festival STRP is een van de belangrijkste festivals voor kunst en technologie van Europa. Oftewel: tien dagen hybride kunst, technologie en muziek op Strijp-S in Eindhoven. Met altijd een indrukwekkende muzikale line-up. De eerstvolgende editie is van 20 t/m 29 maart 2015. Daarvoor is ondertussen de komst van Underworld aangekondigd, een MEST nr 8

Fins Lapland en drie kunstenaars uit Noord-Brabant wisselden van studio, woning en netwerk. Ze werden geconfronteerd met nieuwe media, nieuwe systemen en een totaal andere omgeving. Angle of Incidence onderzoekt de invloed van een veranderende omgeving op het werk en de werkwijze van kunstenaars. www.artswap.eu www.willem2fabriek.nl

De beroemde Cyborg-kunstenaar Stelarc (1946) neemt zijn zes-potige Exoskeleton live mee uit wandelen tijdens de editie van STRP in 2013.

van de meest succesvolle danceacts van de afgelopen decennia. Underworld voert het invloedrijke album Dubnobasswithmyheadman uit 1994 integraal (live) uit. De Britten komen graag naar Eindhoven. Na hun eerdere optreden op STRP, in 2010, zei Karl Hyde: ‘Eindhoven surprised and inspired us. The old Phillips factory, the brutal architecture, the art and the smiles on the faces of everyone

who came… Your electric pure joy lifted us out of back alley moods and gave us the soulfood to dance. I loved every second of you.’ 20-19 maart 2015 www.strp.nl 67


Locaties met een geschiedenis.

Of nabije toekomst.

DE ZONE

Blikveld Voor het geval u nu ademt of leest, weet dat ergens een tribune wacht. Er volgt publiek dat vijftien jaar ouder is, het heeft inmiddels kraaienpoten, kinderen of spraakvermogen gekregen. U bent er dan vast nog. Evenals het melkwegstelsel. En de A27. Misschien bevindt zich op dit moment een merel op de tribune. Rond het podium illustreren enkele wolken feilloos een gematigd zeeklimaat. Vergeet u een buur vandaag? Weet dan dat hij u ook vergeet. Natuurlijk, niemand overziet alles. Altijd blijft er een restje wereldnieuws in het voorgeborchte van de ether zweven. Vandaag sterft een diersoort een tikje meer uit, terwijl elders honderd zitplaatsen zich berustend, boeddhistisch, bewusteloos laten overwoekeren. Het verweert, vergroent, uw kraaienpoten zetten door voor het geval het 2029 wordt.

Theater La Damoiselle In 2029 is het vierhonderd jaar geleden dat Frederik Hendrik, prins van Oranje, Den Bosch na een lange belegering veroverde op de Spanjaarden. Om Den Bosch lag een verdedigingslinie, en daar was de Jufferschans – gelegen nabij het hoekje tussen de Pettelaarseweg en de Bosscheweg (N617) in Sint-Michielsgestel – onderdeel van. In dat hoekje bouwt kunstenaar Matthijs Bosman onder de naam La Damoiselle (‘de jonkvrouw’, een knipoog naar De Jufferschans) een theater, waar in 2029 een theatervoorstelling over de belegering uitgevoerd gaat worden. Het raamwerk is de afgelopen maanden gebouwd, en de komende vijftien jaar moet dat (deels) overgroeid raken, zodat er een soort natuurtheater ontstaat. Het theater wordt met led-lampen verlicht, zodat het ook ’s avonds vanaf de weg zichtbaar is.

Arnoud Rigter (1978) is dichter en beeldend kunstenaar. Hij woont en werkt in Eindhoven. www.rigtergedichten.nl

68

Gedicht Arnoud Rigter Fotografie David Stevens

MEST nr 8



FIJNE TIPS VAN DE

MENSEN

Lucas de Waard schrijver, columnist Inherent Vice; een nieuwe film van Paul Thomas Anderson (Magnolia, The Master) is altijd reden voor een welluidend hoezee!

Thomas Snoeijs journalist De Lafaard Kapitein. Jeroen Kant trekt door het land. Vanaf december. Troubadoursverhalen gegoten in sterke melodieën.

Mijke Pol journalist Helse Tijden/The Pursuit of Happiness: Ilja Leonard Pfeijffer, Dimitri Verhulst en Tommy Wieringa onderzoeken de queeste naar geluk.

Erik van der Burgt fotograaf Modern Times in het Rijksmuseum. Imposante tentoonstelling over de ontwikkelingen van de fotografie in de 20ste eeuw.

Esther Wittenberg journalist Alice in Winter-Wonderland op Slot Loevestein (28, 29 en 30 dec, tussen 17 en 21 uur).

Stan van Herpen hoofdredacteur MEST De kleffe kerstdagen zat? Ik zeg: de Kleurrijke Kerst Klucht, 27, 28 en 29 december in De NWE Vorst. Veertien acts, samengesteld door Nick J. Swarth en Jeroen de Leijer.

Dieter van den Bergh journalist en eindredacteur Kill all hipsters, this is the real thing: Batmobile, op 10 januari back in (Mezz) Breda tijdens Bastard Fest. Baardloze rawk ’n roll, zuiver op de graat.

Anneke van Wolfswinkel schrijver, journalist Niels Broszat maakt verdraaid goede schilderijen, geïnspireerd op iconen. Dat werk hangt nu tussen oude iconen van topkwaliteit. Museum voor Religieuze Kunst Uden, 20 dec t/m 6 april.

MEST #9 VERSCHIJNT EIND MAART 2015

www.mestmag.nl IS EEN UITGAVE VAN bkkc, Cubiss, Erfgoed Brabant, Kunstbalie, het PON, VisitBrabant, met medewerking van het Prins Bernhard Cultuurfonds en de Provincie Noord-Brabant. Oplage: 4500 MEST verschijnt medio eind maart, eind juni, eind september en eind december. ISSN 2214-451X CONTACT Redactie: redactie@mestmag.nl Abonnementen, adreswijzigingen of nazendingen: www.mestmag.nl of info@mestmag.nl

70

Advertenties: info@mestmag.nl REDACTIEADRES MEST, Postbus 72, 5000 AB Tilburg www.mestmag.nl HOOFDREDACTIE Stan van Herpen, redactie@mestmag.nl LOGO Luis Mendo EINDREDACTIE Dieter van den Bergh en Stan van Herpen GIER-TEAM VAN #8 Maria van der Heyden (beeldredactie), Anneke van Wolfswinkel, Jeroen de Leijer en S. Lloyd Trumpstein.

ART DIRECTION + VORMGEVING Masaya Takeda www.nthlts.com

LITHOGRAFIE Plusworks Amsterdam

AAN DIT NUMMER ­ WERKTEN VERDER MEE Eric Alink, Erik van der Burgt, Bart Smout, Lucas de Waard, Anouk Essers, David Stevens, Linelle Deunk, Jenna Arts, Frank Ruiter, Mijke Pol, Wouter Gresnigt, Marjolein Schalk, An-Sofie Kesteleyn, Thomas Snoeijs, Esther Wittenberg, Milan Vermeulen, Arnoud Rigter.

ABONNEMENTEN Een abonnement kost €30 voor vier nummers per jaar. Zie ook pag 42. Aanmelden kan via www.mestmag.nl. Ook voor vragen, adreswijzigingen of nazending van een editie kun je op de site terecht. Abonnementen worden aangegaan tot wederopzegging. Opzegging kan schriftelijk, per mail (info@mestmag.nl) of via de website tot uiterlijk één maand voor het einde van de lopende abonnementsperiode.

DRUKWERK PreVision Eindhoven

Papier Munken Print White Fonts Macula, Brandon Grotesque en Paperback. COPYRIGHT Alle zorg is besteed aan het achterhalen van de rechthebbenden. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen contact opnemen met de redactie. © Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen zonder nadrukkelijke toestemming van de uitgever.

MEST nr 8


OP DE

COVER

“Gaaf dat je met een YouTube-filmpje een hele industrie kunt sturen” Dave Hakkens (1988) won in oktober de Young Designer Award. Daar ging een hectisch jaar aan vooraf dankzij zijn revolutionaire ontwerp: Phonebloks. Vanuit een oud postkantoor in Helmond werkt de geëngageerde ontwerper – samen met Google – verder aan zijn ideaal.

B

Binnen 24 uur was het een miljoen keer bekeken. Plots stond ik op het strand te bellen met 3FM, te skypen met de NOS. Zeer chaotisch, ik was er helemaal niet klaar voor.” Die vijfhonderd supporters werden er bijna een miljoen. Eind oktober 2013 liet Hakkens een digitaal bombardement uitvoeren: liefst 980.000 ‘believers’ deden een post over Phonebloks de deur uit, waaronder beroemdheden als acteur Elijah Wood en rapper will.i.am.

oven zijn sneakers draagt Hakkens een versleten vestje en werkbroek. Op zijn hoofd een wintermutsje. “Sorry”, zegt de succesvolle ontwerper, nadat hij een slok groene thee uit een glazen groentepotje neemt. “We hebben hier nog geen verwarming.” Zelf woont hij een stuk verderop anti-kraak, met zijn vriendin, illustratrice Lieke van der Vorst.

Dave Hakkens beleefde een onstuimig jaar dankzij zijn revolutionaire ontwerp, waarmee hij wereldwijd doorbrak: Phonebloks, een duurzame, modulaire smartphone, met inwisselbare blokken als een soort lego-bouwsel in elkaar te zetten. Als één onderdeel kapot gaat, hoef je alleen dat onderdeel te vervangen. Een telefoon ook die je kunt ‘customizen’, persoonlijk maken. De een wil meer geheugen, de ander een grotere speaker. Het ontwerp ontstond uit ergernis. “Ik had een camera die kapot ging. Heb de fabrikant gebeld of hij gemaakt kon worden. ‘Nee, koop maar een nieuwe.’ Elektronische apparaten leveren enorm veel ‘e-waste’ op, telefoons voorop.” Chaotisch Phonebloks was een van de twee projecten waarmee Hakkens in 2013 afstudeerde aan de Design Academy in Eindhoven. Cum laude, maar niet dankzij Phonebloks. “Op de academie waren ze enthousiaster over mijn recycle-installatie Precious Plastic. Daar was heel veel tijd in gaan zitten, Phonebloks had ik thuis in de avonduurtjes in elkaar gezet. Het was eigenlijk alleen een filmpje over het idee.”

DAVE HAKKENS -Geboren in 1988 in Valkenswaard. -Studeert aan SintLucas in Boxtel. -Doorloopt de Design Academy in Eindhoven en studeert in 2013 cum laude af. -Wint Social Design Talent Award voor Precious Plastic. -In oktober 2014 wint hij de Young Designer Award. -Werk is te zien op davehakkens.nl en phonebloks.com

Niet zozeer het idee was revolutionair – “Ik sprak later een dertienjarig jongetje met hetzelfde idee” – maar de manier waarop hij wereldwijd bewustwording creëerde. “Mobilisering was het achterliggende idee. Online vijfhonderd supporters vinden het doel. Mensen die een ‘petitie’ tekenden, waarmee ik weer naar producenten zou kunnen stappen. Omdat ze op school ook iets fysieks wilden zien, heb ik een prototype gemaakt.” Hakkens loopt naar een doos in de hoek van zijn atelier en haalt er iets uit. “Hier, dit is ‘m. Niet meer dan een stuk aluminium met wat fictieve ‘bloks’ erop getekend. Ik weet niet hoe een telefoon werkt, ben niet technisch. Het gaat me puur om het idee.” Dat idee sloeg in als een bom. “Ik was op vakantie in Griekenland, bleek dat mijn filmpje was uitgelekt. MEST MEST nr 8nr 8

Magisch Hakkens werd platgebeld door media van over de hele wereld. Werd benaderd door advocaten die voor hem wel het patent wilden regelen, en door bedrijven: of ze konden investeren. Meest gestelde vraag: ‘Heb je ook een businessplan?’ “Nee dus. Dan verlies je je vrijheid. Het ging me nooit om geld. Mijn doel was om de telefoon-industrie ‘modulairder’ te laten denken.” Ook Google had interesse. Die bleken in het geheim bezig met een smartphone die te ‘customizen’ was. Hakkens vloog verschillende keren naar Silicon Valley. “Wij supporten en sturen hen en kijken hoe het nog duurzamer kan. In april komt het eerste prototype uit, de Project Ara. Vrij magisch: een telefoon met Phonebloks die het echt doet.” De eventuele winst is overigens helemaal voor Google. Einddoel bereikt? “Je zou denken van wel, maar wellicht willen we toch nog verder”, lacht Hakkens, wiens tijd volledig wordt opgeslokt door het project, al wordt hij bijgestaan door drie – vrijwillige – medewerkers. Ook vanuit de kunstwereld is interesse. Zo maakte hij extra prototypes op verzoek van het MOTI en Boijmans Van Beuningen. Maar: “Het is een project, niet mijn levenswerk. Ik heb nog meer ideeën.” “Bedrijfstechnisch is het allemaal heel onlogisch misschien. Maar de impact is op deze manier groter. Ik vind het gaaf dat je met een YouTube-filmpje een hele industrie kunt sturen. Ik zou alleen geld willen hebben om een volgend project te kunnen doen.”

Prototype van de Phonebloks

Tekst Dieter van den Bergh Fotografie (cover en achterpagina) Milan Vermeulen

71 71


Ontwerper

Dave Hakkens in zijn atelier

{ zie ook pagina 71 }


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.