Specialist Development nr2

Page 1

SD SDmagazine Nut&Noodzaaknr 2

n i e u w e w e g e n n a a r m e e r wa a r d e

voorjaar

spe c ialist development

4 6

8 10 12 14

2013

VERTRO UWEN VERD IENEN

HET SL APPE KO O RD VAN D E SO LIDARITEIT

E-HEALTH IN O PKO M ST KUNSTJE O F KUND E

A AN D E KEUKENTAFEL BETERE ZO RG, L AGERE KOSTEN


2

SD s p e c i a l i s t

developm ent

Inhoud 3

Bijvoorbaat

4

MDmeetsSD

6

TheorievsPraktijk

8

MEE T B AAR E N VER B E T ER B AAR

P ROGRAMMA ‘ K WA L I T EI T VA N ZORG ’ B EGI N T ZIJ N VR U C H T E N A F T E W ER P E N

GEZO N D H EI D S ZORG I S GEE N C O N S U M P T IEGOE D

Coverillustratie Wim Stevenhagen/ComicHouse

Facts&Figures

ZE L F MA N AGEME N T VOOR C H RO N I S C H ZIE K E N E N GGZ- C L I Ë N T E N

10

Nut&Noodzaak

12

Kennis&Macht

D U U RZAAM S AME N W ER K E N W OR DT B IG B US I N E SS

‘ KO U D E ’ E N ‘ WARME ’ K A N T ZORGVE L D VERE N IG D I N O H C PA L L IAT IEVE ZORG

COLOFON Redactieadres Achmea Academy Projectteam Specialist Development Ineke van der Ploeg en José van Zeist e-mail: Jose.van.zeist@achmea.nl tel: 0615 040 515 Redactie Roeland Bos, Ineke van der Ploeg, Kees de Rijk, José van Zeist Hoofd- en eindredactie Kees de Rijk

14

Spraakmakend

16

Prospectief

I N EE N B U U RT ZORG T EAM MOE T JE MEER K U N N E N D A N GOE D ZIJ N I N JE VA K

P RO F E S S IO N A L S K IJ K E N VOOR U I T N AAR D E TOE KOM S T VA N D E ZORG

Met bijdragen van Johan Blok, Roeland Bos, Saskia Cova, Jeroen Crasborn, Tom Dalinghaus, Hans Hopmans, Wim Niesing, Kees de Rijk, Niels Sprangers, Paul Toebes, Hanna Wierts, Leonie de Zwart Vormgeving en opmaak Josta Bischoff Tulleken en Jan Mak Concept en realisatie Relatiemagazine.nu, Wormer

SD MAGAZINE is het tijdschrift van de Stichting Specialist Development. Voor meer informatie zie: www.specialistdevelopment.nl

Druk AD Mercurius bv, Almere

S


SD n i e u w e w e g e n n a a r m e e r wa a r d e

Bijvoorbaat

MEETBAAR EN VERBETERBAAR

“ W e dienen bereid te zijn om ook te kijken

naar ons eigen gedrag ”

Wat hebben zorginnovatie en solidariteit met elkaar te maken? En hoe kunnen zij elkaar versterken? Onze gezondheidszorg behoort tot de beste van Europa, maar ook tot de duurste. De oplopende kosten in de gezondheidszorg zijn vrijwel dagelijks onderwerp van krantenartikelen, en de adviezen van het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) over GGZ-hulp en de behandeling van zeldzame ziekten doen veel stof opwaaien. De solidariteit van ons zorgverzekeringsstelsel staat onder druk.

Solidariteit is de basis van het Nederlandse zorgsysteem en de zorgverzekering zoals wij die kennen: wij dragen gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de werking ervan. Daarbij dient de verdeling van zorg, risico en geld als rechtvaardig te worden ervaren en geaccepteerd door alle partijen in het stelsel: verzekerden, zorgverleners, zorgverzekeraars én overheid. Als die verdeling niet (langer) algemeen wordt geaccepteerd, komt uiteindelijk het totale systeem ter discussie te staan. Momenteel zitten we middenin die discussie over de houdbaarheid van ons zorgverzekeringsstelsel. Bij zorginnovatie denken we allereerst aan state of the art medische technieken en behandelingen. Maar die leiden veelal tot duurdere behandelingen, die bovendien vaker worden toegepast. De totale kosten nemen dus toe en de verschillen in zorgkosten tussen verzekerden worden groter. Om die reden participeert Achmea in diverse bedrijven die slimme en betaalbare toepassingen voor specifieke doelgroepen ontwikkelen. Zoals I-Cane (intelligente blindenstok) en Medimate (zelfmetingen). En in preventiegerichte e-health-toepassingen zoals zorgplatform e-Vita voor chronisch zieken, en Mirro, ter bevordering van de geestelijke volksgezondheid (zie pagina 8-9).

Waar technische zorginnovatie op termijn tot kostenbesparingen leidt, geeft procesinnovatie sneller, en over de hele breedte resultaat. Achmea introduceerde in 2010 ‘Lean in de Zorg’, een programma waarin inmiddels vele tientallen zorginstellingen participeren. De mensen op de werkvloer verbeteren hun eigen processen en dragen zo bij aan betere, efficiëntere en veiliger zorg. In een zorgsysteem waar de markt zijn werk mag doen, is consumentisme nooit ver weg. Vanuit het besef dat wij allen als zorgaanbieders, -gebruikers en -verzekeraars de solidariteit van dit systeem zullen moeten dragen, dienen we bereid te zijn om ook te kijken naar ons eigen gedrag. Achmea denkt dat het mogelijk is om de kwaliteit van zorg te verbeteren en tegelijkertijd de kosten te verlagen. In een gelijknamig grootschalig programma, zijn sinds 2011 tientallen ziektespecifieke projecten gestart die verschillen in (kwaliteit van) zorgaanbod en zorggebruik in kaart brengen. Dit leidt tot uitkomstindicatoren die de geleverde zorg vergelijkbaar, meetbaar en verbeterbaar maken. Innovatie wordt gedragen door gedreven professionals met verstand van zaken en hart voor de zorg. Alleen zo blijft het solidaire zorgsysteem voor Nederland behouden. Johan Blok Manager HR Achmea Wim Niesing Strategisch adviseur Achmea

3


4

SD sp e c i a l i s t

d e v e l o pm e n t

Hoewel de Nederlandse gezondheidszorg tot de beste van Europa behoort, vormen de stijgende kosten een potentiële bedreiging voor het solidariteitsbeginsel. Alle reden om snel tot een maatschappelijke doelmatigheidsagenda voor de zorg te komen, vindt Jeroen Crasborn. “Met meer focus op kwaliteit van zorg en leven; want met de kwaliteit neemt de doelmatigheid toe, en dalen de kosten vanzelf.” Door: Kees de Rijk

VERTROUWEN

“ W e hebben in de eerste plaats betrouwbare informatie nodig over de praktijk van de zorg ”

aanbodsturing zorgverleners

A mbities van achmea divisie zorg & gezondheid gezondheidsINFRASTRUCTUUR Samenwerking stimuleren en verbeteren vertrouwen

Zorgaanbieders Kwaliteit stimuleren en verbeteren prijs & volume inkopen Goede, betaalbare zorg contracteren vertrouwen zorgverleners Gestroomlijnd en voorspelbaar betalen

Jeroen Crasborn is senior adviseur zorgstrategie bij Achmea

vertrouwen van verzekerden Gestroomlijnd en voorspelbaar vergoeden

managen klantportefeuille Proposities voor zorgbehoefte aanbieden

zorgkeuze op basis kwaliteit Zorgkeuze helpen verbeteren

vraagsturing klanten

Beïnvloeden leefstijl & gezondheid Gedrag helpen verbeteren


MDmeetsSD

5

“ Z orgaanbieders en zorgverzekeraars zijn als burgers ook afnemers van hun eigen produ c t ”

P rogramma ‘ K waliteit van zorg ’ W E R P T Z I J N V R U C H T E N A F

VERDIENEN

Jeroen Crasborn is al zijn hele werkzame leven actief in de zorgsector. Hij verleners, een die gaat over kwaliteit, en dus niet primair over geld: “Dat is wat begon als verpleeghuisarts en - manager, en stapte 1992 over naar de me stoort aan het CVZ-advies over de ziekten van Pompe en Fabry: dat gaat zorgverzekeraarswereld, om in verschillende rollen via ziekenfonds ZAO en over kosteneffectiviteit. Als je al op die manier een doelmatigheidsdiscussie Agis bij Achmea terecht te komen. Hier werkt hij als senior adviseur voor wilt aanzwengelen, kies dan voor dementie of diabetes, zodat de maatschappelijke impact van de resultaten van die discussie veel groter is.” Volgens de divisie Zorg & Gezondheid en onderhoudt hij intensieve contacten met Crasborn is een wijdverbreid misverstand dat meer kwaliteit samengaat met belangrijke actoren in het zorgveld. Crasborn ziet dat de zorgverzekeraars hogere kosten. “Het verband is juist omgekeerd: focus op kosten leidt tot in de relatie met zorgaanbieders en hun klanten (patiënten) een nadrukkeminder kwaliteit, terwijl focus op kwaliteit van leven, van zorg, maar ook van lijker en zichtbaarder rol zijn gaan vervullen, die met name zorgaanbieders sterven, uiteindelijk tot lagere kosten leidt.” Crasborn heeft de bewijzen om prikkelt om hun (pro)positie te heroverwegen. “Om de discussie over de die bewering te staven: “Door rationeler en methodischer te werken stijgt de rationalisering van de zorg in alle openheid te kunnen voeren, hebben we kwaliteit van leven van diabetes- en COPD-patiënten, neemt het aantal extra in de eerste plaats betrouwbare informatie nodig over de praktijk van de ligdagen door postoperatieve infecties enorm af, evenals het aantal zinloze zorg. Als we daarmee integer omgaan en die informatie gebruiken om de IC-opnames van terminale patiënten. Artsen kwaliteit te verbeteren, zal het vertrouwen vinden dit laatste vaak moeilijk, maar er bestaat groeien, bij de zorgverleners én onze UITDAGINGEN DIE DE ROL VAN ACHMEA VERANDEREN een instrument dat de kans op overlijden op klanten. We staan nog aan het begin van VAN ZORG VERZEKERAAR IN ZORG VERZEKERAAR de IC betrouwbaar voorspelt. Niemand wil dat proces, want vertrouwen krijg je niet overlijden op de IC, als dat ook rustig thuis kan. zomaar, dat moet je verdienen.” Stijgende zorgvraag Leg de keus bij de patiënt en familie, daarmee groot Vergrijzing leidt tot vraagstijging. gezondheidsverschil ondersteun je de kwaliteit van hun leven.” Investeren Al 4,5 miljoen mensen hebben Laag opgeleide Nederlanders een chronische ziekte. Daarvan Crasborn merkt dat de publieke opinie leven gemiddeld 6 à 7 jaar hebben 1,3 miljoen mensen Resultaat negatief is over zorgverzekeraars: “Er wordt korter dan hoog opgeleiden. meerdere ziekten tegelijkertijd. De sleutel tot doelmatiger zorg ligt volgens geen onderscheid gemaakt tussen schadeCrasborn in de beloning van een goed resulen zorgverzekeraars. Ten onrechte: een gebrek aan taat, in plaats van beloning van de inspanning, zorgverzekeraar heeft een acceptatieplicht Kwaliteitsverschil menskracht tussen zorgverleners zoals nu gebeurt: “Als zo’n transitie van producvoor mensen met een hoog gezondheids­ Op elke 2 werknemers in de zorg Consumenten hebben nog tiefinanciering naar resultaatfinanciering wordt risico en is gericht op continuïteit en niet of moet er 1 bijkomen. Totaal geen idee over de grote 425.000 extra zorgverleners gefaciliteerd door eenduidige zorgstandaarnauwelijks op winst maken.” Ook de groekwaliteitsverschillen. nodig komende decennia. den en verbeterprogramma’s waarin zorgaanpen 2ejaars geneeskundestudenten die bieders samenwerken, zal de weerstand van hij regelmatig ontvangt, zijn overwegend zorgverleners snel afnemen.” negatief over zorgverzekeraars, als hij er bij stijgende zorgkosten gebrekkige Zonder ingrijpen zullen transparantie Sinds enkele jaren geeft Achmea dit streven aanvang naar vraagt. Als hij na afloop van de premies voor consumenten Slechts ca. 6% van de zorg naar integrale kwaliteit van zorg handen en zijn presentatie nog eens informeert, is het en werkgevers in het jaar 2030 is transparant in kwaliteit voeten in een kwaliteitsprogramma, waarin met beeld altijd bijgesteld, en meestal fors. “We tenminste verdubbeld zijn. en uitkomsten. het werkveld wordt gewerkt aan kwaliteitsmoeten nog meer investeren in de ­relatie met het veld. De afgelopen jaren is dat onder indicatoren. Andere aandachtspunten zijn andere gedaan andere door ervaren mensen uit het zorgveld aan te trekken uniforme zorgstandaarden, programma’s voor sociale innovatie, lifestyle, als medisch adviseur of manager.” Volgens Crasborn begint dat zijn vruchten therapietrouw en gedragsbeïnvloeding. Door zorgdata via benchmarks terug af te werpen: “We zijn in gesprek met specialistenverenigingen om te k­ ijken te koppelen naar aanbieders, ontstaan verbeterprogramma’s. Deze stellen op of we tot heldere en striktere normenkaders kunnen komen voor de inkoop hun beurt zorgverzekeraars in staat om overal zorg van dezelfde hoge kwalivan zorg; we hebben duidelijk kunnen maken dat we ons niet met de inteit in te kopen. houd van hun vak bemoeien, maar dat we wel willen dat ze zich beter gaan houden aan de afspraken die zij daarover zelf gemaakt hebben.” Zelfde doel “Een heel complex proces”, ervaart Crasborn, “waarin wederzijds vertrouwen centraal staat. Vertrouwen dat we hetzelfde doel dienen: zorgaanbieders en Impact zorgverzekeraars zijn immers als burgers ook afnemers van hun eigen product. De doelmatigheidsdiscussie moet gevoerd worden, vindt ook Crasborn, Als we onze verantwoordelijkheid kennen, elkaars professionaliteit erkennen want de praktijkvariatie in medisch handelen is nu onacceptabel groot. en het vertrouwen gunnen, komt het goed met de kwaliteit van zorg.” SD Maar het moet een maatschappelijke discussie zijn, tussen burgers en zorg-


6

SD sp e c i a l i s t

d e v e l o pm e n t

VS

Z org is niet vanzelfsprekend , maar wordt je gegund door mensen die minder zorg nodig hebben

Wim Niesing is vanuit zijn achtergrond als actuaris en manager actuariaat bij Achmea als geen ander thuis in de verzekeringstechnische kant van ons zorgstelsel. Toch is de instandhouding van het solidariteitsbeginsel in de

zorg voor deze strategisch adviseur veel meer dan een rekenkundige uitdaging: “Ik vind het zorgelijk dat veel mensen zorg als consumptiegoed zien, iets waar je recht op hebt, zonder een eigen verantwoordelijkheid.” Door: Kees de Rijk

HET SLAPPE KOORD VAN DE SOLIDARITEIT Hoe ziet de rekenkundige kant van solidariteit eruit? In Nederland kennen we het systeem van risicoverevening: verschillen in gezondheidsrisico en daarmee gepaard gaande kosten worden niet rechtstreeks verhaald op verzekerden die veel zorg nodig hebben of hadden - zoals dat in de VS wel gebeurt. Die verschillen worden verevend tussen zorgverzekeraars met veel of juist weinig verzekerden met een hoog gezondheidsrisico. Het fonds wat daarvoor nodig is wordt gevuld met de inkomensafhankelijke premie die ieder huishouden betaalt.

Solidariteit als gelijkheidsprincipe, is dat typisch Nederlands? Veel Europese landen hebben wel een vergelijkbaar sociaal basissysteem. Maar zelfs in de Scandinavische landen bestaan er daarnaast private zorgverzekeringen, meestal voor ziekenhuiszorg (klinieken) waarmee je een snellere en betere behandeling kunt krijgen. In Nederland worden we sinds het wegvallen van ziekenfonds- en particuliere verzekeringen juist steeds meer gelijk. Werkt dat principe goed in de praktijk? Dat verevening tussen verzekeraars plaatsvindt en over grote getallen gaat, heeft als voordeel dat individuele zorggebruikers niet worden afgerekend op hun zorggebruik. Tegelijkertijd zou het goed zijn als mensen zich bewust worden van de kosten die ze veroorzaken door zich bijvoorbeeld niet aan therapieafspraken te houden of ongezond te leven. Hoezeer staat de solidariteit momenteel onder druk? De basisverzekering is een private verzekering met publieke randvoorwaarden, maar veel verzekerden hebben nog associaties met het Ziekenfonds. Het maatschappelijke en politieke sentiment daarbij is: zorg is een maatschappelijk product, daar mag geen winst op gemaakt worden. Maar Achmea is ook een bedrijf, dat reserves nodig heeft om te kunnen reageren op onverwachte ontwikkelingen of catastrofes; de toezichthouder eist ook dat deze reserves er zijn. Dan lijkt een paar honderd miljoen winst veel, maar die marge is noodzakelijk om de reserves op peil te houden.

“ H et zou goed zijn als solidariteit weer van ons

allen wordt ”

Zijn de stijgende kosten mede te wijten aan systeemfouten? Tot vorig jaar werkten we voor de ziekenhuiszorg met diagnosebehandelingcombinaties (DBC’s), een verrichtingensystematiek die onoverzichtelijk was, en daardoor gevoelig voor overdeclaratie. Inmiddels zijn 30.000 DBC’s omgezet in 4.400 DBC-zorgproducten, die eenduidiger te beprijzen zijn en bovendien gekoppeld aan het internationale diagnostieksysteem ICD-10. Het wordt al transparanter, maar uiteindelijk moeten we uitkomen bij een systeem dat niet de verrichtingen van zorgaanbieders, maar de gezondheidswinst van zorggebruikers vergoedt. Zit er een grens aan solidariteit? Goede zorg is geen vanzelfsprekendheid, maar iets dat je gegund wordt door medemensen die geen of minder zorg nodig hebben. Onnodig zorggebruik en onnodige behandelingen laten de kosten oplopen en ondergraven de solidariteit. Solidariteit blijft alleen bestaan als alle partijen in de zorg verantwoordelijkheid nemen voor de consumptie, waardoor de zorgkosten beheersbaar blijven en de premie betaalbaar. Het zou goed zijn als solidariteit weer van ons allen wordt. SD


VS

TheorievsPraktijk

A lleen door samenwerking kunnen we kwaliteit en doelmatigheid verbeteren

Tom Dalinghaus bespeelt als adviseur public affairs het (spannings)veld tussen veranderende wet- en regelgeving uit Den Haag en de visie en strategie van Achmea. “Als zich zaken aandienen waar wij als Achmea over willen meepraten, adviseer ik over het ‘wie, wat en hoe‘ voor de gesprekken met politici of ambtenaren. Door te anticiperen op de impact van overheidsmaatregelen, bewaken we de langetermijndoelen van ons bedrijf én de solidariteit van ons zorgstelsel.” Door: Kees de Rijk

H ET TIJ IS TE KEREN “ O nze klanten

hebben re c ht op

willen ook kunnen waarmaken wat we zeggen. We kunnen alleen impact maken, als we onze zorgpartners meekrijgen met onze plannen. Achmea is bijvoorbeeld mede-initiatiefnemer van het Lean-netwerk. Hierin werken zo’n 40 zorginstellingen samen in een platform, waarin ze best practices uitwisselen om hun processen te verbeteren.

de beste zorg , die zullen

we ook van

aanbieders eisen ”

Wat is de inzet van Achmea in de maatschappelijke discussie over het zorgstelsel? Onze ambitie is de kwaliteit van zorg te verbeteren en daardoor de kosten te beheersen. Dat is ook de rol die we van de politiek en de overheid gekregen hebben, en waarover we met onze zorgpartners in gesprek gaan. Wij gaan geen kwaliteitsnormen opleggen, omdat we ervan overtuigd zijn dat zorgprofessionals zichzelf willen verbeteren en de beste zorg willen leveren. We laten die criteria en kwaliteitsnormen vaststellen door zorgprofessionals, omdat we denken dat de beoogde kwaliteits- en doelmatigheidsverbeteringen alleen door samenwerking en partnerships met zorgaanbieders kunnen worden gerealiseerd. Moet Achmea als grootste zorgverzekeraar niet wat nadrukkelijker de trom roeren? Wij zijn ons bewust van onze verantwoordelijkheid, en we zijn daarom ook op alle fronten betrokken bij kwaliteitsverbetering, innovatie en kostenbeheersing in de zorg. Maar we gooien geen knuppels in hoenderhokken alleen voor de publiciteit. Misschien zijn we soms te bescheiden, maar we

Hoe kan je als zorgverzekeraar het verschil maken? We steken veel tijd en energie in het transparant maken van de kwaliteit van zorg. Nu we over steeds meer data over, en normen voor de kwaliteit van het zorgaanbod beschikken, kunnen we zorgaanbieders aanspreken als ze ondermaats presteren en kunnen we weloverwogen kiezen voor de zorg met de beste kwaliteit. Onze klanten hebben recht op de beste zorg, die zullen we ook van aanbieders gaan eisen. Hoe verhoudt Achmea’s opvatting van solidariteit zich tot de adviezen van het CVZ? Het College voor Zorgverzekeringen is een zelfstandig bestuursorgaan dat advies geeft aan de minister over het pakket. De adviezen zijn soms stevig, en het is dan ook pijnlijk dat bij veel mensen het idee bestaat dat wij als zorgverzekeraars het CVZ aansturen. Pakketbeheer is en blijft een verantwoordelijkheid van de overheid. Dat neemt niet weg dat we vanuit onze rol en expertise kunnen deelnemen aan de discussie over de zin en het verwachte effect van voorgestelde pakketmaatregelen. Hoe urgent is de maatschappelijke bewustwording op dit thema? Heel urgent: een modaal gezin betaalt nu al zo’n 25% van zijn inkomen aan zorg. Als we niet ingrijpen is dat over 20 jaar bijna de helft. We zien nu al dat veel mensen moeite hebben om hun premie en zorgkosten te betalen. Maar als we ons hard maken voor kostenbewustzijn bij gebruikers én aanbieders, en meer kwaliteit en doelmatigheid, is het tij zeker nog te keren. SD

7


8

SD sp e c i a l i s t

d e v e l o pm e n t

ZELFMANAGEMENT VOOR CHRONISCH ZIEKEN

Stichting Zorg Binnen Bereik: innovatieve zorgconcepten Met de toenemende levensverwachting stijgt ook het aantal chronisch zieken in Nederland. Hoe houden we de zorg voor die doelgroep toegankelijk en betaalbaar? En hoe behouden zij zoveel mogelijk regie over hun eigen leven? Stichting Zorg Binnen Bereik zet zich in voor het realiseren van innovatieve concepten in de zorg. De stichting wil chronisch zieken en hun zorgverleners op korte termijn vertrouwd maken met het gebruik van e-health-toepassingen die zelfmanagement bij deze patiëntengroep bevorderen.

e-Vita Vanuit de overtuiging dat zorggebruikers en zorgverleners zelf de beste oplossingen bedenken, zijn er werkgroepen gevormd. In deze werkgroepen zijn concepten bedacht voor de drie ziektebeelden (chronisch hartfalen, COPD en diabetes mellitus) waar Stichting Zorg Binnen Bereik zich primair op richt. Inmiddels zijn de belangrijkste stappen gezet: er is een zorgplatform gebouwd en een grootschalig onderzoeksprogramma ingericht.

Zorgplatform e-Vita Zorgplatfom e-Vita maakt het voor mensen met een chronische aandoening mogelijk inzicht te krijgen in de hun gezondheidssituatie door hun meetwaarden – en de betekenis ervan – in te zien. Daarnaast zijn er handvatten te vinden om de eigen situatie te verbeteren, in de vorm van educatiemodules die precies passen bij het eigen profiel. e-Vita is een veilige omgeving voor contact tussen zorgverleners en zorggebruikers. Afstemmen en overleggen wordt eenvoudiger. Dit levert ook voor zorgverleners winst op: zij kunnen een meer coachende rol aannemen en kunnen hun reikwijdte buiten de reguliere controles vergroten.

Onderzoeksprogramma e-Vita In het grootschalige e-Vita onderzoeksprogramma naar diabetes, COPD en chronisch hartfalen wordt onderzocht wat de effecten zijn van het online aanbieden van informatie, educatie en de mogelijkheid patiëntgegevens in te zien. Dit gebeurt vanuit een aantal invalshoeken: de kwaliteit van leven die mensen met een chronische aandoening ervaren, de gezondheidswinst die ze boeken, en de doelmatigheid van het platform. In een overkoepelend onderzoek worden de kosteneffectiviteit, het gebruik en de implementatie van het e-Vita zorgplatform onderzocht.

e-Vita is uniek, omdat: • e-Vita wordt ontwikkeld in nauwe samenwerking met zorgverleners en patiënten. Zo zijn de Diabetes Vereniging Nederland (DVN) en De Hart & Vaat Groep sinds het begin actief betrokken. • e-Vita een multi-disease-platform is: patiënten met uiteenlopende aandoeningen kunnen gebruik maken van één platform. Het platform wordt momenteel doorontwikkeld voor patiënten met diabetes, COPD of chronisch hartfalen. • e-Vita interactief is: de huisarts kan (met toestemming van de patiënt) via het Huisartsen Informatie Systeem (HIS) op de hoogte worden gehouden van bezoeken van patiënten aan e-Vita. • e-Vita wetenschappelijk wordt getoetst. In tegenstelling tot andere zorgportals gaat e-Vita gepaard met grootschalig wetenschappelijk onderzoek naar de effecten van het gebruik van het zorgplatform.

Initiatiefnemers Initiatiefnemers van Zorg Binnen Bereik zijn Philips en Achmea. Zij zien in de ontwikkeling van e-health toepassingen grote kansen om de toegankelijkheid van zorg te verbeteren en een hogere kwaliteit van leven voor chronisch zieken te realiseren. SD


Facts&Figures

9

S c reening , proto c ollering en zelfmanagement verhogen kosteneffe c tiviteit en kwaliteit B asis - G G Z

Stichting mirro: de juiste zorg op het juiste moment De macro GGZ-zorgkosten zijn 5,5 miljard euro per jaar. Zo’n 8% hiervan is zorg die in de basisGGZ gaat vallen. Het betreft een kleine 700.000 behandeltrajecten.

Is het mogelijk om de basis (of eerstelijns) geestelijke gezondheidszorg effectiever en goedkoper te maken? Deze vraag resulteerde in de stichting mirro, opgericht door vier grote GGZ zorgaanbieders en Achmea. Screening aan de poort, geprotocolleerde behandeling en online zelfhulp verbeteren de kwaliteit van de zorg.

Verzekerden die een zelfhulpmodule volgen en hiermee geholpen worden stappen minder snel naar de huisarts. Bij meer modules en acceptatie van gebruik zelfhulpmodules stijgen de baten.

Impact mirro-concept op macro-zorgkosten basis-GGZ bij landelijke invoering in 2014 (progressief, fictief scenario, bedragen in MLN).

Mirro is een keurmerk voor geprotocolleerde behandeling binnen de basis-GGZ. Zorgaanbieders die aansluiten bij mirro moeten aan bepaalde criteria voor geprotocolleerd werken voldoen. Er is nu nog heel veel variatie in de mate van geprotocolleerd behandelen.

PREVENTIEWEBSITES LIVE! Stichting mirro lanceert vier preventieve thema­­websites die gebruikers inzicht geven in en helpen bij het verbeteren van hun mentale gezondheid: gezondzorgen.mirro.nl Veel mantelzorgers kampen met psychische klachten en overbelasting. Deze themasite helpt mantelzorgers mentaal gezond te blijven door somberheidsklachten en overbelasting zelf te herkennen en aan te pakken. rouwverwerking.mirro.nl Deze site helpt mensen die in een rouwproces zitten om hier zelf op een voor hen passende manier mee om te gaan. game-check.mirro.nl Gamen leuk houden door signalen van onverantwoord gamen te leren herkennen en aan te pakken; deze site biedt daarin ondersteuning. burnout.mirro.nl Een burnout voorkomen door signalen te leren herkennen en aan te pakken.

MIRRO WINT NATIONALE ZORGJAARPRI JS MEEST VERNIEUWENDE SA MENWERKING Uit het juryrapport: “Het bijzondere aan de samenwerking binnen Stichting mirro is dat het een aanpak heeft ontwikkeld voor de hele GGZsector. De betrokken GGZ-aanbieders realiseren zich dat vergroting van hun tweedelijnsactiviteiten geen duurzaam model is voor de GGZ in Nederland. Met Stichting mirro hebben zij een antwoord geformuleerd voor de politiek waarbij bekostiging van de basis-GGZ kan worden bestendigd. Zorgverzekeraar Achmea heeft de regierol adequaat opgepakt en met het veld deze oplossing tot stand gebracht.”

De online zelfhulpmodules zijn veel laagdrempeliger dan de stap naar de professionele GGZ. Ook kan men een zelfhulpmodule volgen waar en wanneer men wil. Gebruikers die na het volgen van de zelfhulpmodule nog klachten hebben wordt expliciet geadviseerd contact op te nemen met de professionele zorgverlening.

458

Zorgkosten 2013

Impact zelfhulp

– 23

– 31

Preventie door screener

Substitutie 2 e > 1 e lijn

Afbouw kapitaalslasten

– 24

Minder onnodige zorg door screening aan de poort. Met de gerationaliseerde screener worden patiënten daadwerkelijk behandeld waarvoor ze behandeld moeten worden. De juiste zorg voor wie zorg nodig heeft, en geen onnodige zorg, of zorg waarvan niet bewezen is dat die leidt tot verbetering van de kwaliteit van leven.

2de lijns GGZ-zorg wordt waar dat kan in de goedkopere 1ste lijn verleend. Het volledig potentieel wordt pas over een paar jaar bereikt.

Baten door afbouw kapitaal (met name m2) in de 2de lijn. Baten nemen jaarlijks toe door verdere afbouw van kapitaal.

Het potentieel van de screener wordt niet direct volledig benut. Permanente verrijking van de screener met nieuwe inzichten maakt dat zorgverleners meer vertrouwen in de screener krijgen.

– 13

Onderbenutting screener

– 19

Zorgkosten 2014

386

Een deel van de potentiële baten van het mirroconcept wordt bereikt door een reductie van het aantal behandelminuten. De screener garandeert dat alleen patiënten die ook geholpen zijn met een minder intensieve behandeling, minder behandelminuten krijgen. Patiënten die specialistische GGZ-zorg nodig hebben blijven die ook in de toekomst gewoon krijgen.

De totale zorgkostenbesparing in 2014 is 72 mln. Bij een ­conservatief scenario is dit 31 mln. In 2016 is de potentiële besparing 85 tot 166 mln.

– 72 mln

“De huidige GGZ is een black box. Hoewel er veel data beschikbaar zijn worden die nog niet effectief gebruikt. Mirro gaat informatie over het behandelproces koppelen aan de resultaten van screenings. Zo kunnen we de effectiviteit van een behandeling meten en de zorg verbeteren. Elke patiënt moet gegarandeerd zijn van dezelfde zorgtoewijzing en kwaliteit van GGZ, ongeacht de hulpvraag of de zorgverlener. Zo stijgt de kwaliteit van zorg terwijl de zorgkosten dalen. Mirro helpt mensen om inzicht te krijgen in de eigen geestelijke gezondheid en biedt concrete hulpmiddelen. Mirro heeft zelfhulpmodules voor rouwverwerking, gameverslaving en werkstress ontwikkeld, die moeten voorkomen dat onnodig gebruik wordt gemaakt van de GGZ”. Niels Sprangers, projectleider onderzoek bij mirro


10

SD sp e c i a l i s t

d e v e l o pm e n t

W aardeketen afhankelijk van de samenwerkingsvaar

GEEN KUNSTJE Nederland heeft een roemrijke traditie van polderen en afspraken maken. Nieuw is dat de maatschappelijke vraagstukken op terreinen als zorg, veiligheid en economie de laatste jaren buitengewoon complex én urgent zijn geworden. Tegelijkertijd komen de instituties die voor de oplossingen moeten zorgen opvallend moeizaam tot duurzame samenwerking. Door: Hans Hopmans (adviseur zorgstrategie en inkoopontwikkeling bij Achmea) Als oplossingen uitblijven, krijgt ‘Den Haag’ al snel de wind van voren. Zo ontwikkelen we met z’n allen vooral een ‘cultuur van verwijten’ in plaats van de vaardigheid waar het echt om gaat: duurzaam multidisciplinair samenwerken voor het gewenste maatschappelijke resultaat. De zorgsector is bij uitstek een voorbeeld van zo’n uiterst complexe netwerkeconomie. Het wordt ook wel aangeduid als een eco-systeem met oneindig veel actoren. Alles in de zorg lijkt met elkaar verbonden. Elke beleidsmaatregel van de minister en elke verandering in het inkoopbeleid van een zorgverzekeraar, raakt altijd meerdere spelers in de waardeketen. In plaats van bilaterale ketenafspraken zijn meestal triades of multilaterale afspraken nodig om bijvoorbeeld de gezondheidszorg voor chronisch zieken beter te laten verlopen.

1

Transformatie en innovatie Onze gezondheidszorg is zodanig gespecialiseerd geraakt dat vindingrijke en pragmatische samenwerkingafspraken nodig zijn tussen allerlei zorgdisciplines om de zorg doeltreffend en kostenefficiënt uit te voeren. Op de samenwerkingsvaardigheid van zorgverleners wordt een nog groter beroep gedaan als ‘de samenleving’ van hen verwacht grote transformaties en innovaties door te voeren om de zorg de komende decennia toegankelijk en betaalbaar te houden. Denk aan de reorganisatie van de spoedeisende zorg in Nederland of de herinrichting van het landschap van ziekenhuizen en tweedelijnsspecialismen. En aan de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO) waarin gemeenten, lokale zorg- en dienstverlenersnetwerken én zorgverzekeraars intensief moeten samenwer-

B asis c ondities voor samenwerking

• Gemeenschappelijke Agenda: op basis van een gedeelde visie op de noodzaak van verandering, een gedeelde probleemdefinitie, een gezamenlijke aanpak en heldere keuzes; • Gedeelde prestatiemeting: uniforme wijze van datacollectie en meting van prestaties, aan de hand van eenduidige indicatoren die aanleiding geven om samen te leren van good/bad practices; • Wederzijds versterkende activiteiten: deelnemers voeren specifieke activiteiten uit die bijdragen aan en synchroon lopen met activiteiten/belangen van de andere deelnemer(s); • Voortdurende communicatie: frequent overleg om vertrouwen te versterken, doelen veilig te stellen, en succes en falen te signaleren; • Ruggegraatorganisatie: facilitaire ruggegraat van een (netwerk) organsatie, waarmee stakeholders snel en adequaat op de hoogte worden gehouden van kansen en problemen die zich voordoen. [bron: John Kania & Mark Kramer. Collective Impact. Stanford Social Innovation Review, 2011]

“ V eel organisaties bes c hikken ( nog ) niet over de vakbekwaam heid om multilaterale samenwerking te ontwikkelen in de eigen waardeketen ”


Nut&Noodzaak

digheden van professionals

MAAR KUNDE

2

S u c c esfa c toren voor samenwerking

Controle: het elkaar open en eerlijk aansturen en aanspreken op geleverde prestaties; • Vertrouwen: de verwachting dat iedereen het wederzijds belang voortdurend in de gaten houdt; • Betrokkenheid: de interesse in en bereidheid tot het ontwikkelen van een langdurige relatie; • Coördinatie: afstemming op elkaars processen om de gezamenlijke prestaties te verbeteren; • Afhankelijkheid: partijen investeren gelijkelijk tijd en/of geld in de relatie; • Communicatie: continu en effectief, zodat partijen voort­­ durend op de hoogte zijn; • Conflictafhandeling: het snel en naar genoegen afhandelen van conflicten in de relatie; • Diversiteit: het erkennen en waarderen van het anders zijn van andere partijen.

[Bron: Tosca Weijers, André de Waal. Hoe bouw je een High Performance Organisatie? De vijf universele factoren van excellent presteren. Culemborg, Van Buuren Management, 2013]

ken aan de zorg voor kwetsbare en afhankelijke ouderen in de thuissituatie. Collectieve impact Als we in Nederland de urgente vraagstukken in de gezondheidszorg willen oplossen, tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten, dan moeten we onder ogen te zien dat onze samenwerkingsvaardigheden meestal tekortschieten om de problemen écht duurzaam op te lossen. Veel overheidsorganisaties en bedrijven beschikken simpelweg (nog) niet over de vakbekwaamheid om multilaterale samenwerkingsverbanden te ontwikkelen in de eigen waardeketen. Gelukkig schiet de wetenschap ons hier te hulp. In de VS wordt onderzoek gedaan naar nut en noodzaak van multilaterale samenwerkingsverbanden tussen bedrijven, overheden en consumenten om samen grote maatschappelijke vraagstukken op te lossen - of op z’n minst te beheersen. Denk aan jeugdwerkeloosheid, slechte gezondheidszorg en veiligheidsvraagstukken in achterstandswijken. Men wil een collectieve impact realiseren, door te investeren in

samenwerkingsvaardigheden en in basiscondities voor een goede samenwerking [zie kader 1] De Nederlander André de Waal doet al jaren wetenschappelijk onderzoek onder honderden bedrijven wereldwijd. Hij bracht onder andere in kaart welke factoren bepalend zijn voor excellente samenwerking tussen organisaties [zie kader 2]. Kerncompetentie Het is verheugend om te zien dat niet alleen de wetenschap meer belangstelling toont voor samenwerkingskunde maar dat ook steeds meer bedrijven en (semi)overheden inzien dat samenwerken niet zomaar een activiteit of een kunstje is, maar een betekenisvolle competentie, wellicht zelfs een kerncompetentie. Hoe complexer de waardeketens worden, zoals in de gezondheidszorg, en hoe ingewikkelder de onderlinge zakelijke en menselijke verhoudingen zijn, des te meer worden organisaties voor hun succes in de waardeketen afhankelijk van de samenwerkingsvaardigheden van hun professionals. Goed kunnen samenwerken wordt big business. SD

11


12

SD sp e c i a l i s t

d e v e l o pm e n t

‘ K oude ’ en ‘ warme ’ kant zorgveld verenigd in O pen H ealth Challenge P alliatieve Z org

Aan de keukentafel In het najaar van 2012 kwam een heterogene groep van veertien managers en vakspecialisten uit het zorgveld bijeen, om in vier sessies te werken aan een nieuwe visie op palliatieve zorg. Met de gelijknamige Open Health Challenge wil Achmea een blijvende verandering tot stand te brengen in de wijze waarop we de zorg in de laatste levensfase vorm geven. Het resultaat van vier bijeenkomsten is vastgelegd in een posterpresentatie. Door: Kees de Rijk

G E S P R E K S PA RT N E R S Bianca Buurman BB Sr Onderzoeker Ouderengeneeskunde-Geriatrie AMC André Rhebergen AR Directeur Landelijk Steunpunt Palliatieve Zorg Agora Marjon Vonck MV Directeur Zorgpartners Midden Holland Astrid Gouma AG Geestelijk Verzorger GGZ Dimence Emrik Suiches ES Directeur Fysio4U en BivAG Jeroen Craswinkel JC Sr Adviseur divisie Zorg & Gezondheid Achmea Pascal Noordover PN Directeur Evita Zorg Wim Jansen WJ Coördinator Expertisecentrum Palliatieve Zorg VUmc Evelien Roos ER Risk Manager Achmea Holding

“ J e gaat maar een keer dood , en dat moet goed geregeld zijn ”

warm


Kennis&Macht

Wat me opviel in jullie poster is dat de term euthanasie niet één keer valt. Een taboe? AR: Dat is omdat het geen onderdeel is van palliatieve zorg. Het is zodanig omschreven dat het vanzelfsprekend is dat het aan de orde komt wanneer het van toepassing is. AG: Wat mij betreft is het wel onderdeel van het gesprek over sterven, maar dat is iets anders dan het bespreken van de procedures rondom euthanasie. ER: Voor ons is het een vanzelfsprekende mogelijkheid, en daarom niet in de poster genoemd. JC: Een gewetensvraag: hebben we ons er niet te makkelijk vanaf gemaakt, waardoor het te impliciet is gebleven? Euthanasie is lang niet voor iedereen bespreekbaar. En het bespreekbaar maken is toch een wezenlijk onderdeel van onze zoektocht naar een betere kwaliteit van leven voor mensen met een ongeneeslijke ziekte? Want juist daar loopt het in de geprotocolleerde praktijk vaak spaak.

koud

Dat lijkt me een paradox: tijd maken in een praktijk waarin een gevoel van tijdgebrek overheerst? PN: Die praktijk is vaak nogal richtlijn- en aanbodgestuurd. Wij zijn gaan kijken in een hospice en wat opviel is dat ze daar geen aanbod hebben. Door af te dalen naar het mens-zijn kunnen ze precies bieden wat mensen nodig hebben: rust en aandacht. JC: Volgens mij is het opstijgen naar mens-zijn, maar je verwoordt wel hoe onveilig veel professionals zich voelen als ze de comfort zone van hun richtlijnen en protocollen moeten verlaten. Dat is eng en voelt als afdalen. Dus gaat het meestal over behandelmogelijkheden, en niet over wat de patiënt wil. BB: Die paradox was ook in de groep voelbaar, tussen de emotiegerichte en resultaatgerichte deelnemers: we hebben elkaar uitgedaagd om uit onze ‘warme’ en ‘koude’ zone te treden, door in de derde bijeenkomst ‘Over de streep’ (televisieprogramma, red.) te spelen. Door wederzijds begrip te creëren konden standpunten verlaten worden. Dat zette de groep pas echt in beweging. PN: Ik heb dat spel gespeeld met een administratieve afdeling van onze thuiszorgorganisatie. Het is bijzonder om te zien dat ook een planner verandert als hij weet welke invloed zijn werk heeft op de kwaliteit van leven van mensen.

Wat is jullie affiniteit met palliatieve zorg en wat is jullie persoonlijke challenge? AG: In de psychiatrie en worden we regelmatig geconfronteerd met sterven en dood. Ik ben op zoek naar een manier om dit onderwerp een duidelijke plaats te geven binnen onze instelling. Er ligt nu een nota bij de raad van bestuur, en ik ben bezig medewerkers te informeren en mobiliseren. MV: In het verzorgingshuis waar ik werk is dit een dagelijks onderwerp, en voor mijn gevoel leeft het overal. Maar ik heb er nog nooit in zo’n gevarieerd gezelschap over gesproken, laat staan met een verzekeraar; dat de ‘warme’ en ‘koude’ kant verenigd zijn, is voor mij de grote winst van dit traject.

Is een brede maatschappelijke discussie nodig om medici aan de keukentafel te krijgen? JC: Uit de rol van autoriteit stappen en naast de patiënt gaan zitten, vinden veel artsen moeilijk. Ze denken en handelen teveel vanuit het aanbod, wat zinloos doorbehandelen in de hand werkt. De maatschappelijke verwachtingen van de maakbaarheid van het leven zijn veel te hoog gespannen, en dat gaat ten koste van de kwaliteit die we aan het eind van ons leven overhouden. AR: Voor artsen en andere betrokken professionals geldt dat we, voor we aan andermans keukentafel aanschuiven, eerst zelf dat gesprek met onze naasten moeten voeren.

Hoe vonden jullie elkaar in dit proces? WJ: Dat ging niet vanzelf: we zijn vier keer bij elkaar geweest, en pas halverwege de derde bijeenkomst kreeg ik het gevoel dat we het over de kernwaarden eens waren. MV: Dat gebeurde pas toen we er als mens naar durfden kijken, en niet langer als professionals. PN: Ook speelde mee dat een aantal van ons aanvankelijk erg gericht was op een gemeenschappelijke agenda, in termen van resultaten, uitkomsten en groepsconsensus.

De medische en maatschappelijke status van palliatieve zorg is laag, de huisarts is al snel de aangewezen persoon om dit gesprek te initiëren. Waar gaat hij die tijd vandaan halen? JC: Als zorgverzekeraars moeten we onderkennen dat de eerstelijnszorg toegerust moet worden met de mensen en middelen die nodig zijn om dit gesprek aan te gaan. ES: Gaat het om tijd of intensiteit? Als er aandacht is, is er contact en valt de dimensie tijd weg. De verandering begint met dat besef. AR: Uit onderzoek blijkt dat een arts een patiënt gemiddeld na 18 seconden interrumpeert. Als hij twee minuten zijn mond houdt, verloopt het gesprek veel beter voor beiden. Luisteren helpt!

De huidige praktijk en jullie ideaalbeeld liggen nog ver uit elkaar. Romantiseren jullie het niet? AG: In een tijd dat de medische wereld steeds technischer en zakelijker wordt, leggen wij heel bewust het accent op de menselijke maat in de zorg. Dat kun je romantisch noemen… MV: Het is misschien een gedroomde werkelijkheid, maar geen illusie. Dood en sterven zijn onderwerp van meerdere televisieprogramma’s; gesprekken over palliatieve zorg vinden niet alleen in de behandelkamer, maar steeds vaker aan de keukentafel plaats.

Wat wil je in 2016 hebben bereikt? MV: Je gaat maar een keer dood, en dat moet gewoon goed geregeld zijn. Ik heb ’s avonds in mijn verzorgingstehuis één personeelslid op 30 bewoners - of je nou dood gaat of niet. Dat ben ik sinds dit traject anders aan het organiseren. Dat kan nu al, en niet pas in 2016! SD

13


14

SD sp e c i a l i s t

d e v e l o pm e n t

Temidden van de grote bureaucratische thuiszorgzorginstellingen organiseren de zelfsturende teams van Buurtzorg Nederland hun eigen stille revolutie. Ruim vijfhonderd teams van gemiddeld tien professionals, ondersteund door een klein landelijk bureau en een state of the art ICT-systeem, regelen al hun eigen en cliëntenzaken zelf. Betere zorg voor minder geld; iedereen enthousiast? We namen polshoogte in Breda en spraken over wat goed gaat en wat beter kan. Door: Paul Toebes en Hanna Wierts (trainers bij Fermate Maatwerk)

BETERE ZORG, LAGERE KOSTEN I n een buurtzorgteam moet je meer kunnen dan goed zijn in je vak

baten van B uurtzorg

De maatschappij

[bron: BUURTZORG NEDERLAND]

Bijdrage aan sociale cohesie Versterking samenhang / ketenzorg Effectief benutten arbeidsmarkt

cliënt

professional

Gezondheidswinst

Boeiend werk

Maatschappelijke participatie

Goed salaris

Lagere eigen bijdrage

Meer verantwoordelijkheid

verzekeraar Zorg als bate betere zorg / lagere kosten Meer inzicht in effectiviteit van zorg

de organisatie Flexibiliteit Grotere marges Innovatieve cultuur

Zomaar een huis in een Bredase woonwijk. Of niet? Beneden een fysiotherapiepraktijk, de eerste verdieping wordt ‘bewoond’ door de dames van Buurtzorg Breda-Noord. Anja, Mirjam, Ellis en Marina vormen met vijf collega’s een zelfsturend team. Deze professionals hebben naast het contact met cliënten en hun familie vrijwel dagelijks contact met collega-professionals zoals huisartsen, fysiotherapeuten, ziekenhuisverpleegkundigen, apotheken, de GGZ, en vrijwilligersorganisaties. In de communicatie met al deze partijen, met hun eigen belangen, is het soms alle zeilen bijzetten. Zakelijker worden Communiceren dus, ook binnen het team. Hoe bepaal je bijvoorbeeld wie het best bij welke cliënt ingedeeld kan worden? Daarbij is van belang dat je van elkaar weet waar ieders kracht zit en hoe die is in te zetten. Hoe open kun je hierover zijn en hoever kan je gaan in elkaar daarop bevragen? Elkaar aanspreken op gedrag


Spraakmakend B uurtzorg N ederland Buurtzorg Nederland is een (groeiend) landelijk netwerk met 500 buurtzorgteams van 8-12 personen in 2012. In dat jaar droegen 5.500 hoog opgeleide wijkverpleegkundigen en wijkziekenverzorgenden zorg voor 4.500 cliënten. De teams worden ondersteund door een klein landelijk bureau en moderne ICT-toepassingen, waardoor de overhead tot een minimum wordt beperkt. ‘Betere zorg, tegen lagere kosten’ is het motto achter deze formule, die erop is gericht het gezamenlijke oplossend vermogen van medewerkers én hun cliënten ten volle te benutten. [bron: Buurtzorg Nederland]

“ J e moet elkaars gebruiksaanwijzing kennen ”

en houding, professioneel én collegiaal, is belangrijk in de samenwerking. Ellis: “Je bent van elkaar afhankelijk, dus is het essentieel dat je van elkaar op aan kunt. Feedback kunnen geven én ontvangen is belangrijk.” De neiging de lieve vrede te willen bewaren kan behoorlijk averechts uitpakken, weet Marina: “Duidelijkheid en eerlijkheid zijn nodig. We moeten zakelijker worden.” Volgens Anja is empathie belangrijk, maar moet je soms een duidelijke grens durven trekken en weten dat je daarin door je teamleden gesteund wordt. “Moeilijke gesprekken moet je niet uit de weg gaan. Je moet oppassen dat er niet iets gaat etteren in de samenwerking.”

samen te leren en feedback te geven en incasseren.” Professionele uitwisseling is noodzakelijk, omdat sommige cliënten meerdere zorgmomenten per dag hebben met verschillende teamleden. Ook is het belangrijk om één lijn te trekken, om als collega’s niet tegen elkaar uit te worden gespeeld. Daarvoor moet je weten wat je aan elkaar hebt, vindt Mirjam: “Het doel is om lekker in je vel te zitten, dan voelen anderen dit ook. Is dit niet het geval dan wordt je uitgespeeld door cliënten, familie, artsen en collega’s.” Teamleden moeten elkaar op kunnen vangen op momenten van stress of gedoe. “Je moet elkaars gebruiksaanwijzing kennen.”

Eén lijn trekken In zo’n klein team is het van belang dat een nieuwe medewerker er bij past. Hoe bepaal je de benodigde competenties en vaardigheden, vraagt Marina zich af. “Behalve vakkennis is daarbij belangrijk dat je bereid bent je open te stellen,

Ondernemen Werken in een zelfsturend team is leuk, klinkt het eensgezind. Je doet het met elkaar en dat is zeer verrijkend. Maar goed zijn in je vak is dan niet voldoende. Je moet meer in huis hebben dan dat. Hulp aan cliënten is waar het bij buurtzorg

om gaat, en dat is vaak een kwestie van prioriteiten stellen. De praktijk van alledag gaat voor, maar er moet ook tijd gemaakt worden om te ondernemen, aan PR te doen en na te denken over de toekomst. Ze moeten nu hun eigen ‘tent’ draaiende houden. “Vroeger bij thuiszorg moest je bijvoorbeeld op 2/3 van de indicatie gaan zitten”, weet Anja, “want dat bracht geld in het laatje. Toen ging het om de indicatie nu gaat het om de cliënt, en wat die nodig heeft.” Doel is om de cliënt zo onafhankelijk mogen laten leven, en je als zorgverlener overbodig te maken. Buurtzorg doet mee aan een experiment waarin ze zelf mogen indiceren, in ruil voor een objectievere manier van registreren. Voorheen gebeurde dat volgens Anja op gevoel, net als het aannemen van nieuwe collega’s: “Vroeger keken we naar de klikfactor met nieuwe collega’s, maar dachten niet na over contractvormen, werkzaamheden en uren. Al doende leren we hiervan en groeien we als team.” SD

15


d e v e l o pm e n t

v an kelijk gheden n a fh ardi en a eket rkingsva d r a wa menwe ls a a de s rofession p van

ien o el d

en

t c u d d e n e hetzelfd en proheid k e i z at we un eigprekend h c s i n d van h nzelfs n e w o u r va

r a a m t a d a o g o je eer d tie i k d a r n t ee rijke deren

inge s s o opl

k j n i i t k n a e r p erev v e o t c i s ri is

a

d goe

m r a w eam t g r zo uurt

b

este

e zo

h rdig svaa g n i erk nals enw o sam rofessi p n va

e de

n

co n r e k

n rs ro vert fnemerg is gee

roemvan poletentie mp

S

e v e i t a n v e o t n p n i oncrieatie c va g de b zelf

eid ndh

gezo

nken

de n be

SD

e’ en org‘koud e’ kant z ‘warm erenigd v veld

SD sp e c i a l i s t

j i t et

n e r ke

t n e m

e g a n a e t k m i r f t s l n n e e e e z r r e a d r a l a b he a t

b e r e e m rbet e n i l n ve to n e em

la , g r zo

en g g e we z

z ieve t zeilnfnm a v o h ten klan e z on

eb

op echt r n be

n e w u o n r t e r n e v erdie v

nup k n e

ge

o ste z e be

rg

d

ren e t e verb zorg

zorg beste uropa E

rgurtzo n bu e meer e e in tj moe goed team en dan vak n n n je ku zijn i

ho e

in pels

den

anagorg

o onv

bin

d kou

e u zett e ben n i l d saa mas ldoen

at w n keverenigd a m r waa zorgveld

n e rend rhokke e d n vera nde

r e b

o

ie anb

ea nlin

oste k p t no

ant

euth taboe? een

n stzij u w nbe

k rme’ a w ‘ e’ en ‘koud

re bete anasie

n e n

n n- e j i l t h d is ric estuullernge? k j i g t a e ch prak aanbod onlijk erso llie p

en go e g is ptie g r zo nsum sten o k co gere ng gevi l e g en re gooien wet-

ct

n en produ a a weg n hun eig r weg e d t a ui mers va oit ve d t e n i o e n e n n f n a s sag d me i ekke i r s i e p t s e igh men t u ke g a j s i l n i m co oel mo e

nke e a fh i ensae prem m o lijk ink

ju wat is

h

en e s i en tie k r e nw peten e n m e sa com m r n r o e re n ed k

d r o o k t i d e e e k t p i lij e r p p a p a l d ha s i c s l t t a o ma he de s van eik

ge

ch

s l a t i e e t i r a incip n d i l so idspr nwerke e same h k j li

van


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.