Gemeente Amsterdam
Projectbureau Wibaut aan de Amstel
Amstelkwartier Bodemsanering Zuidergasfabriek e 2 fase
Amstelkwartier 2e fase Bodemsanering Zuidergasfabriek
Het Amstelkwartier is een onderdeel van de gebiedsontwikkeling
stond vroeger de Zuidergasfabriek, die indertijd de bodem heeft ver-
Overamstel. In 2011 start de bouw van de nieuwe woonwijk Amstel-
ontreinigd. De gemeente heeft plannen om de bodem geschikt te
kwartier 1e fase met de bouw van woningen, een school en een
maken voor de nieuwe woonbuurt. Met deze brochure wil Project-
hotel. Een paar jaar later is het aangrenzende Amstelkwartier 2e fase
bureau Wibaut aan de Amstel belangstellenden informeren over de
aan de beurt. Hier wil de gemeente een woonbuurt realiseren, met
huidige bodemsituatie en over de vragen die in het saneringsonder-
onder andere een winkelcentrum en een fraai park. Op deze plek
zoek aan de orde zullen komen.
Spaklerweg
Spaklerweg
5
1. Waarom deze brochure? Het Amstelkwartier is de naam van een nieuw te bouwen buurt aan de Amstel, juist ten zuiden van het Amstelstation en de Omval. Op het kaartje is goed te zien waar het ligt. Met de klok mee gezien wordt het terrein begrensd door de oever van de Amstel, de monding van de Weespertrekvaart, de Spaklerweg, het Bedrijventerrein Overamstel (met ondermeer de Kauwgomballenfabriek) en tot slot de Duivendrechtsevaart. Nu is het nog een beetje vergeten gebied, maar het heeft alles in zich om een waardevol stukje stad te worden, waar ook omliggende buurten van profiteren. Amstelkwartier wordt een gemengde buurt, met woningen en voorzieningen, maar ook winkels, parkachtig groen en bedrijven. Het Amstelkwartier wordt in meerdere fasen ontwikkeld: Amstelkwartier 1e en 2e fase.
Onderdeel van Overamstel Het Amstelkwartier is overigens een onderdeel van de omvangrijkere 'gebiedsontwikkeling Overamstel'. Dit bestrijkt grofweg het gebied tussen de Amstel, het volkstuinenpark Amstelglorie, de gemeentegrens met OuderAmstel, de metrolijn, de Bijlmerbajes en de Weespertrekvaart. Dit gebied bestaat voornamelijk uit bedrijvigheid. Maar de gunstige ligging ervan heeft de gemeente er toe gezet om Overamstel aan te wijzen als transformatiegebied. Het zal geleidelijk veranderen naar een gemengd woon/werkgebied met ongeveer 4.000 woningen. In het noordelijk deel komen hoofdzakelijk woningen en voorzieningen, in het zuidelijk deel domineert bedrijvigheid.
6
Plannen voor Amstelkwartier 2e fase In 2011 start de bouw van Amstelkwartier 1e fase, met ruimte voor ongeveer 1.500 woningen, een brede school, een klimaatneutraal hotel, groen en horeca aan de Amstel. Over een jaar of vijf is de tweede fase aan de beurt. Op deze plek, waar vroeger de Zuidergasfabriek stond, worden zo'n 2.000 woningen gerealiseerd met een winkelcentrum, voorzieningen, een school en een flink park. De oude monumentale watertoren, het haventje en de overige monumentale gebouwen van de gasfabriek worden daarbij in ere hersteld. Opruimen erfenis gasfabriek Tussen 1913 en 1969 stond hier de Zuidergasfabriek, die voor het zuidelijk deel van de stad lichtgas produceerde uit steenkool, toen er nog geen aardgas was. Bij die productie raakte de bodem onder het terrein van Amstelkwartier 2e fase verontreinigd; helaas een bekend probleem bij zulke fabrieken. In Amsterdam kwamen we dat al vaker tegen, zoals bij de inmiddels gesaneerde terreinen van de Westergasfabriek en de Oostergasfabriek. Voordat er gebouwd kan worden zal deze erfenis uiteraard worden aangepakt. Het moet straks veilig zijn om er te wonen, wandelen, te spelen of te tuinieren. Het scheelt dat in Amsterdam al meerdere gasfabriekterreinen zijn gesaneerd en een nieuwe bestemming hebben gekregen. Er is dus veel bekend over het type vervuiling en de oplossingen. Voortbordurend op al die ervaring maakt de gemeente in 2011 een keuze voor de saneringsoplossing en in 2012 een saneringsplan voor Amstelkwartier 2e fase. De saneringsaanpak zal op onderdelen maatwerk zijn, want elke locatie heeft zijn eigen bijzonderheden. Bij het bedenken van die aanpak zal Projectbureau Wibaut aan de Amstel omwonenden en belanghebbenden herhaaldelijk raadplegen en betrekken. In eerste instantie is deze brochure een handzame informatiebron. Wie meer wil weten kan terecht bij Projectbureau Wibaut aan de Amstel voor de achtergronddocumenten.
Leeswijzer Hoofdstuk 2 vertelt iets over de historie van het gebied, de huidige staat en het toekomstperspectief. Hoofdstuk 3 gaat in op de verontreiniging van de bodem, wat de milieuwetgeving daarover zegt en hoe de aanpak van gasfabriekterreinen zich in de loop der jaren ontwikkelde. In hoofdstuk 4 gaan we in op de belangrijkste vragen die in het saneringsonderzoek moeten worden beantwoord en hoofdstuk 5 laat zien wat de volgende stappen zijn.
7
2. Zuidergasfabriek: verleden en toekomst Zuidergasfabriek omstreeks 1912
In de negentiende eeuw was Overamstel nog een uitgestrekt veengebied, met weiden en boerderijen. Het gebied lag dicht tegen de stadsrand aan. Daardoor kwam het op een zeker moment in het vizier om er gemeentelijke nutsbedrijven te vestigen die men niet in de stad kwijt kon. Begin 20e eeuw kwam eerst de Zuidergasfabriek, vanaf de jaren dertig vergezeld door de Rioolwaterzuivering Zuid. Later trokken er ook andere bedrijven naar toe, zoals de fabrieken van Dureya pudding en Maple Leaf kauwgom.
Gashouders aan de Amstel Rond 1900 was Amsterdam voor zijn energievoorziening grotendeels afhankelijk van steenkool, waarmee kolengas werd geproduceerd en wat later ook elektriciteit. Het kolengas (of 'lichtgas') werd gebruikt voor gaslampen, koken en verwarming. De stadsuitbreidingen van die tijd maakte het noodzakelijk om een nieuwe gasfabriek te bouwen, omdat de Westergasfabriek en de Oostergasfabriek de vraag niet meer konden bijbenen. Het gebied van de Omval was een gunstige plek voor een derde gasfabriek, ook omdat kolen gemakkelijk per schip konden worden aangevoerd. In 1906 begon de bouw van de Zuidergasfabriek en in 1913 was hij in bedrijf. Vooral vanaf de Amstel gezien was de fabriek niet te missen, met zijn twee grote gashouders, de watertoren en de fabrieksgebouwen.
8
Einde van een tijdperk Lichtgas was voor de oorlog al op zijn retour, omdat elektrische verlichting snel aan populariteit won. Toen in 1959 bij Slochteren aardgas werd ontdekt, was dat het einde van de gasfabrieken. Vanaf 1969 werden bijna alle gebouwen van de Zuidergasfabriek gesloopt. Alleen de monumentale watertoren (uit 1911), de insteekhaven en een paar fraaie directiegebouwen bij de oude toegangspoort herinneren nog aan die tijd. Ook de eerder genoemde Rioolwaterzuivering Zuid is enkele jaren geleden vertrokken. Wachten op een nieuwe bestemming Het huidige Zuidergasfabriekterrein wordt gekenmerkt door niet-openbaar groen, kantoren en bedrijfshallen, een oefencentrum van de Brandweer en parkeerterreinen. Ook Nuon en Alliander (vroeger het Gemeentelijk Energiebedrijf) hebben hier nog een grote vestiging. Niet verwonderlijk, want ondanks de sloop van de gasfabriek bleef de functie van deze plek als aanvoerbron van gas intact. Het landelijk hoofdnet van aardgas komt hier Amsterdam binnen, waarna het in drie gebouwen op de juiste druk wordt gebracht en over de stad gedistribueerd. Maar al met al is het gebied toch wat onbekend en het is niet vrij toegankelijk voor het publiek. Dat gaat de komende jaren echter flink veranderen. Fabricage van lichtgas Het eerste lichtgas uit steenkool stamt al uit het begin van de negentiende eeuw, toen Parijs en Londen het gingen gebruiken voor de straatverlichting. Nederland volgde een halve eeuw later. In het fabricageproces werd steenkool op een bepaalde manier verhit, waardoor een gasmengsel (methaan en waterstof) vrijkwam dat vervolgens het gasnet in werd geperst. In Amsterdam werkten tweeduizend gasarbeiders, waarvan vierhonderd bij de zes ovens van de Zuidergasfabriek. Het was vies en zwaar werk. De fabriek braakte zwarte rookpluimen uit en op de fabrieksgrond lekten teer- en olieachtige bijproducten; afvalresten die uiteindelijk in de grond terechtkwamen.
Veelbelovend perspectief Het Amstelkwartier heeft een zeldzaam gunstige ligging. Alles wat de stad te bieden heeft aan winkels, uitgaan, uitvalswegen, openbaar vervoer en voorzieningen bevindt zich op hoogstens een kwartier fietsen. Tegelijkertijd is ook rust en ruimte onder handbereik. Voor de deur ligt de Amstel met zijn historische oevers en beginnen fraaie fietsroutes door het weidelandschap van het Groene Hart. Het voormalig terrein van de Zuidergasfabriek bestrijkt ongeveer 18 hectare. Daarbinnen wordt een nieuw woonmilieu geschapen dat qua dichtheid vergelijkbaar is met het Olympisch Kwartier, met flinke binnentuinen en weinig auto's op straat. Er is ook ruimte voor een langgerekt park, dat uitkomt op de historische watertoren, de oude directiegebouwen van de Zuidergasfabriek en het haventje aan de Amstel. Daar zal zich waarschijnlijk horeca gaan vestigen en wat pleziervaart. Qua wonen, werken en voorzieningen wordt gemikt op het volgende programma:
• • •
Ruim 2.000 woningen, met veel aandacht voor werken aan huis Parkeren vooral in ondergrondse garages Op de begane grond ruimte voor winkels, horeca, bedrijven, werkruimten en kantoren
• • • • • •
Een Brede Basisschool Kinderdagverblijf Multifunctioneel zorgcentrum Buurtwinkelcentrum Park Haventje
Het nieuwe Amstelkwartier: rechtsboven 1e fase (binnenkort in aanbouw), linksonder 2e fase
10 Profijt voor de omgeving De plannen voor Amstelkwartier zijn niet alleen relevant voor de toekomstige bewoners van dit gebied. Belangrijk is ook dat omliggende buurten er profijt van moeten hebben. Dat geldt met name voor de directe buren Amsteldorp, Van der Kunbuurt, Julianadorp en de Kop Weespertrekvaart. Zij vinden straks op korte afstand nieuwe winkels, zorg- en welzijnsvoorzieningen en scholen. Maar ook een aantrekkelijke plek om naar toe te gaan op een zonnige dag aan het water, op een terras en in het groen.
In 2011 beginnen de bouwwerkzaamheden op het terrein van Amstelkwartier 1e fase. In 2012 werkt het gemeentelijk Projectbureau Wibaut a/d Amstel aan een bestemmingsplan voor Amstelkwartier 2e fase. De daadwerkelijke bouw ervan laat nog enige jaren op zich wachten, omdat eerst de bodemverontreiniging aangepakt moet worden. Daarover meer op de volgende pagina's.
11
3. Verontreinigingen van een gasfabriek
Gasfabrieken uit de tijd van de Zuidergasfabriek waren bepaald niet schoon. Het ontbrak toentertijd aan het nodige besef, aan technologie en geld voor een adequate milieubescherming. Ook de grond onder het fabrieksterrein moest het ontgelden. Bij alle voormalige gasfabrieken wordt in de grond min of meer dezelfde mix aan afvalresten aangetroffen. Afgelopen jaren heeft de gemeente laten onderzoeken wat er aan verontreinigingen in de bodem zit. Uit de ruim 500 boringen is gebleken dat de vervuiling grotendeels bestaat uit bruinzwarte olie- en teerachtige verbindingen. Een overzicht:
• •
Minerale olie Teerachtige stoffen: mengsels van benzeenverbindingen en polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK)
• •
Cyanide Zware metalen
Gedrag van de verontreiniging De meeste verontreiniging zit op 3 tot 7 meter diepte aan zandkorrels, kleideeltjes en veen gehecht, of opgelost in het grondwater. Soms zullen er plekken zijn waar puur teer, of pure olie, alle ruimte tussen de zandkorrels opvult, zoals bij de teerput ten westen van het brandweeroefencentrum.
12
Aanpak bodemverontreiniging Zuidergasfabriek Men bekijkt verschillende saneringsopties om de bodem van het Zuidergasfabriekterrein te verbeteren en de schade aan monumenten te beperken.
[+] Situatie in de jaren ‘20 Gasfabrieken (die vroeger dienden om gas uit steenkool te winnen) veroorzaakten vaak bodemverontreiniging.
Situatie rondom park Optie A Ondiep graven (tot ca 1 m diep)
Optie B
Situatie rondom woningen
Diep graven (6 a 8 m diep) Risico van schade aan monumenten.
Grote bomen zullen verwijderd worden.
Er zijn verschillende mogelijkheden voor parkeren en parkeergarages.
Monumenten blijven bij deze optie intact. Bestaande bomen kunnen mogelijk behouden blijven.
Op Di tie B e ( 6 p gr tot ave 8mn die
p)
a fla lee re e n ho Sc
Bodem wordt nooit volledig schoon.
[+] Fabrieksterrein vandaag Voor het huidige gebruik als bedrijventerrein is de bodem veilig.
g
Op On tie A (to diep t c gr a. av 1 m en die p)
Opties parkeergarages Half alf verdiept verd t Verdiept Ve erdiept p
Vervuiling bij woning, tuin en parkeergarage.
Maaiveldniveau
13 Onder normale omstandigheden is er niets van de bodemverontreiniging te merken. Pas als er wordt gegraven, bijvoorbeeld voor kabels en leidingen, of een ondergrondse parkeergarage, kan er sprake zijn van stank en viezigheid. Een deel van de verontreiniging zit aan de grond gebonden (immobiel) en een ander deel is opgelost in het grondwater en kan zich met het grondwater verplaatsen (mobiel). Dat laatste blijkt nog nauwelijks gebeurd, want de afgelopen 50 jaar is de verontreiniging nagenoeg binnen de grenzen van het terrein gebleven. Is het (on)veilig? De genoemde verontreinigingen zijn alleen schadelijk voor de gezondheid bij inslikken of langdurige inademing van dampen. Bij het huidige gebruik als bedrijfsterrein is de kans daarop nihil; de situatie is dus veilig. Maar met de bouw van Amstelkwartier 2e fase zal de bestemming van het terrein flink gaan veranderen. Daarom moeten afdoende maatregelen worden getroffen om te verzekeren dat er veilig kan worden gewoond en gerecreĂŤerd. Een ander vraagstuk is dat de verontreiniging zich ondergronds kan verspreiden, omdat een deel ervan mee kan bewegen met het grondwater. Vanwege de grote omvang van de grondwaterverontreiniging heeft de overheid in 2009 het stempel 'spoed' aan de bodemsanering meegegeven. De overweging daarbij was dat er weliswaar nog nauwelijks ondergrondse verspreiding is waargenomen, maar dat die kans strikt genomen wel bestaat, ook omdat er puur teer in de bodem zit. Gezien de grote omvang van de verontreiniging moet op niet al te lange termijn serieus naar een oplossing worden gekeken. De beschikking schrijft dan ook voor dat er binnen enkele jaren een saneringsplan moet zijn gemaakt en dat er met de uitvoering moet zijn begonnen. Voor de goede orde, de term 'spoed' betekent niet dat er morgen moet worden ingegrepen. Het vuil beweegt zich nauwelijks, niemand komt ermee in aanraking en de bomen op het terrein zijn gezond.
Beperkt risico of niet, het terrein wordt aangepakt en wel zodanig dat de gezondheid van mens en natuur blijvend verzekerd is - dat mag niet ter discussie staan. Daarbij zal de aanpak rekening moeten houden met wettelijke regels en het landelijk beleid. Daarover eerst wat meer. Oude saneringsfilosofie In 1980 werd Nederland opgeschrokken door een gifschandaal in Lekkerkerk, toen onder een nieuwbouwwijk chemisch afval werd aangetroffen. Het daarop volgende onderzoek wees uit dat er in het land duizenden van zulke vervuilde plekken waren. Wetgeving was dringend nodig en in 1983 kwam de Interimwet bodemsanering. In die beginjaren was het beleid om alle verontreiniging weg te halen en de bodem min of meer schoon ('multifunctioneel') te herstellen. Maar eind jaren '80 zag men in dat die ambitie niet reĂŤel was. Niet alleen vanwege de enorme kosten om duizenden locaties op te ruimen, maar ook omdat het praktisch niet uitvoerbaar bleek. Het zou bijvoorbeeld betekenen - om dicht bij huis te blijven - dat de halve Amsterdamse binnenstad metersdiep afgegraven moest worden, vanwege de historische werven en fabriekjes die eeuwenlang rommel in de grond hebben gelekt. Het beleid werd daarom wat pragmatischer en bovendien werd het mogelijk om een ernstige vervuiling aan te pakken door het in te pakken en in de gaten te houden, in plaats van alles te verwijderen. De Diemerzeedijk en het Westergasfabriekterrein zijn daarvan bekende voorbeelden: damwanden en een afdeklaag isoleren het vuil van de omgeving. Nieuw landelijk beleid In het beleid werd bodemsanering ook steeds minder een doel op zich. In plaats daarvan werd pragmatischer gekeken hoe een gezonde leefomgeving kan worden gerealiseerd. De nieuwe Wet Bodembescherming van 2011 is daarvan een afspiegeling. Voortaan ligt de aanpak van een locatie niet op voorhand vast, maar wordt afhankelijk van de nieuwe bestemming van een terrein. Aan het saneren van een locatie in drinkwaterwingebied worden andere eisen gesteld dan bij woningen. En op hun beurt gelden
14
Beter laten zitten Clusterhoofd Fred Woudenberg van de Amsterdamse GGD was nauw betrokken bij de saneringsaanpak van de Oostergasfabriek en hij volgt de saneringsaanpak van de Zuidergasfabriek op de voet. Kunt u zich voorstellen dat mensen er niet gerust op zijn? Jazeker. De ervaring leert dat mensen banger zijn voor bodemvervuiling dan voor andere milieuvervuiling. Het is daarom belangrijk dat de gemeente daar goed over communiceert. Maakt de GGD zich ook zorgen? Eigenlijk niet. Er zijn meer dan 500 grondmonsters genomen en we hebben een goed beeld van de risico’s. Die zijn nihil, omdat het nauwelijks mogelijk is dat mensen gif binnen krijgen. De GGD maakt zich eigenlijk meer zorgen over luchtvervuiling langs verkeerswegen, geluidsoverlast of slecht geventileerde woningen. Het ironische is dat mensen daar dan weer nauwelijks bang voor zijn. Moeten we het dan gewoon laten zitten? Ik ben geen voorstander van bodemvervuiling en zou de bodem ook het liefst schoon zien. Maar het weghalen van het vuil van de Zuidergasfabriek levert meer gezondheidsrisico’s op dan het wegneemt; het gif komt bloot te liggen en kan zo verdampen. Daarnaast krijg je te maken met jarenlang lawaai van graafmachines en vrachtauto's, luchtverontreiniging en stank. Daar worden mensen ziek van.
Wat stelt u voor om te doen? Het belangrijkste is dat de bovenste meter grond straks schoon is. Kinderen kunnen dan bij het buiten spelen onmogelijk nog troep op hun handen krijgen en per ongeluk in hun mond stoppen. Een andere verstandige maatregel is het gebruiken van metalen leidingen. Er kan dan nooit gif in het drinkwater terechtkomen. Stel dat bewoners het straks toch niet vertrouwen? Ik verwacht wel dat er bewoners zijn die het in het begin niet vertrouwen. Daarom is het verstandig als er elk jaar gemeten wordt of de vervuiling zich netjes gedraagt en niemand ermee in contact kan komen. Als mensen er niet gerust op zijn, dan schakel je samen een onafhankelijk onderzoeksbureau in die bijvoorbeeld op bepaalde plekken gaat meten. Komt daar iets problematisch uit, dan zorg je dat er direct maatregelen worden genomen. Dat vertrouwen is misschien nog wel het belangrijkst. En er zijn misschien ook mensen die het nooit een prettig idee vinden om op een bodemverontreiniging te wonen, zelfs niet als iemand van de GGD zegt dat het veilig is. Die mensen zullen hier vermoedelijk niet komen wonen. De gemeente moet omwille van die mensen actief communiceren dat je hier op een voormalig gasfabriekterrein woont.
15 weer andere eisen aan saneren onder een park, winkelcentrum of parkeergarage. Saneringen zijn met andere woorden functiegerichte maatwerkprojecten aan het worden. Dat leidt ertoe dat dezelfde verontreiniging op de ene plek geen kwaad kan en op de andere plek juist rigoureus wordt ingepakt, gezuiverd of verwijderd. Een tweede beleidsontwikkeling is dat niet meer per se wordt ingegrepen als
een diepliggende verontreiniging zich met het grondwater verspreidt. Soms is wel degelijk haast geboden, met name als kwetsbare gebieden in het geding zijn. Er zijn echter ook situaties waarbij die verspreiding geen kwaad kan, bijvoorbeeld als de snelheid bijna nul is, het grondwater niet wordt gebruikt, of de verontreiniging in de loop van de tijd minder gevaarlijk wordt. Hierbij wordt ook gekeken naar de kosten in relatie tot de effectiviteit van de saneringsmaatregelen. Geslaagd project: het Westergasfabriekterrein
16
Saneren is interactief proces geworden Johan van der Gun staat landelijk bekend als onafhankelijk beleidsadviseur op het gebied van bodemsanering. Hij is lid van het Bodemkwaliteitsteam Zuidergasfabriek en kent de situatie van de Zuidergasfabriek goed. Het terrein kreeg het predicaat 'spoed'. Moet er morgen worden ingegrepen? Deze terminologie staat in de wet, en staat daardoor ook in de saneringsbeschikking, maar het is een ambtelijke term, die moeten voorkomen dat het op de lange baan schuift. Onderzoeken geven aan dat er bij het huidige gebruik weinig aan de hand is. Het gaat weliswaar om een groot volume aan grondwaterverontreiniging, maar de ondergrondse verspreiding is beperkt. Het zit op zo'n zeven meter diepte ingekapseld in de wadzandlaag. Vindt u dat de gemeente uiteindelijk alles moet weghalen? Nee. Vroeger zouden we eerst de meeste verontreiniging weggraven en daarna alles weer aanvullen met schone grond. Daarna ging alles opnieuw open voor de bouwplannen. Maar we hebben geleerd dat zo'n drastische aanpak meestal gewoon niet nodig is, en soms zelfs meer problemen creëert dan zij oplost. Tegenwoordig wordt het saneren en het inrichten op elkaar afgestemd. Bij de uitvoering moet je steeds kijken wat er op een bepaalde plaats gebouwd gaat worden en welke verontreinigingen je daar tegenkomt. Komen er tuintjes? Dan een dikke schone leeflaag. Komt er een ondergrondse parkeergarage? Dan alleen zorgen voor een dampdichte vloer.
Gaan de sanering van het Zuidergasfabriekterrein nog verrassingen geven? Alle oude gasfabrieken lijken op elkaar, dus weet je wat je kunt tegenkomen op zo’n terrein, maar ondanks alle onderzoeken weet je nooit zeker waar het exact ligt. Fabrieksprocessen werden vroeger binnen het terrein nogal eens verplaatst, zonder dit goed te documenteren. Al gravende kun je daarom zeker tegen verrassingen aanlopen. Blijft de bodem een zorg voor generaties na ons? In zekere zin wel, maar het is te overzien. Hotspots (concentraties van verontreiniging, red.) zou je bij voorkeur moeten verwijderen, voor zover redelijkerwijs mogelijk. Dat is dan een kosteneffectieve aanpak, omdat je daarmee de bulk aan verontreiniging weghaalt. Voor de verontreiniging in het diepe grondwater ligt dit anders. Hier moet je goed kijken naar de feitelijke risico’s ervan, omdat verwijdering ervan heel veel geld kost. Een positief punt is wel dat een groot deel van de grondwaterverontreiniging zich vaak traag verspreidt en in de loop der tijd langzaam afbreekt, onder meer door bodembacteriën. Ooit lost het probleem zich dus deels vanzelf op.
17
4. De saneringsaanpak De gebruikelijke procedure bij saneringslocaties is om eerst een saneringsonderzoek te doen en daarna een saneringsplan op te stellen. In 2011 wordt gewerkt aan het saneringsonderzoek voor Amstelkwartier 2e fase. Er is tussen 2008 en 2011 al wel veel voorwerk gedaan, waarbij ruim 500 grondmonsters werden genomen. Naast historisch en milieutechnisch onderzoek is ook gesproken met huidige gebruikers van het terrein, omwonenden, bouwende partijen en onafhankelijke bodemexperts. Die opgedane kennis is verzameld in het document 'Verkenning Sanering Amstelkwartier 2e fase'. Dit lijvige document is te downloaden via de site www.overamstel.nl.
Leren van het verleden Als gevolg van een lang industrieel verleden, en het drukke autoverkeer, is de bodem onder Amsterdam op veel plekken niet schoon. De stad heeft inmiddels generaties lang ervaring opgedaan met verontreinigde bodemlocaties, ook met voormalige gasfabriekterreinen. Het was overigens niet altijd de gangbare praktijk om zulke locaties te saneren. Ooit stonden bij het Leidseplein, de Weteringschans en de Marnixstraat ook gasfabrieken, maar na hun vertrek is daar toentertijd gewoon overheen gebouwd. Uit later onderzoek bleek dat volstrekt geen probleem. Heel anders ging het er aan toe bij grote bodemsaneringslocaties uit recenter tijden. Met name de saneringen van de Diemerzeedijk, de Westergasfabriek, de Oostergasfabriek en de Volgermeerpolder hebben waardevolle lessen opgeleverd.
18 1. Veiligheid garanderen Wat de saneringsaanpak ook moge worden, het zal er straks veilig zijn voor bewoners (ook tuinierend), kinderen (ook met een schep in de weer) en recreanten in het park of aan de oever.
Een baanbrekend inzicht was bijvoorbeeld dat diepe damwanden en grootschalig afgraven van vuile grond niet alleen extreem veel belastinggeld kost, maar vaak ook onnodig blijkt. In de meeste gevallen is het afdoende om de locatie te voorzien van een laag schone grond (of tenminste schoon genoeg voor de bestemming van het terrein), waarbij meetpunten langs de randen in de gaten houden of de verontreiniging op zijn plaats blijft. Dat zien we ondermeer bij de Volgermeerpolder en het Westerpark, waar vooral preventieve, beperkte saneringsmaatregelen zijn getroffen. De nuchtere meetgegevens bevestigen dat de gebieden veilig zijn en de natuur het er goed doet. Misschien moeten we accepteren dat een draconische saneringsaanpak in veel gevallen een achterhaalde strategie is geworden. Welk gevolg heeft dat inzicht voor het Zuidergasfabriekterrein? Vragen voor het saneringsonderzoek Bij veel mensen vraagt 'het gevoel' om een ingrijpende saneringsaanpak, waarbij liefst alles wordt afgegraven en vervangen door maagdelijk bosgrond. Veel bodemdeskundigen kenmerken die aanpak echter als duur en onnodig, want ook lichte preventieve saneringsmaatregelen garanderen dat er veilig en mooi kan worden gewoond en gerecreĂŤerd. De belangrijkste opgave van het saneringsonderzoek is waarschijnlijk het vinden van een evenwicht tussen deze twee uitersten en het zoeken naar slimme win-win situaties. Gegeven de locatiespecifieke kwaliteiten van Amstelkwartier 2e fase zal die zoektocht zich gaan concentreren 7 hoofdthema's:
2. Diep afgraven of niet? Alle bodemverontreiniging afgraven is praktisch onmogelijk. Maar er is wel een optie waarbij concentraties van verontreinigingen (zogeheten 'hotspots') diep worden uitgegraven. Dat zal het theoretisch risico van ondergrondse verspreiding wat verkleinen, en het heeft voordelen voor de latere bouwplannen. Aan de andere kant is deze aanpak wel erg kostbaar en hinderlijk voor de omgeving. Er zullen dan enkele duizenden vrachtwagens grond aan- en afgevoerd moeten worden, waarbij luchtverontreiniging en veel stank vrijkomt. 3. De leeflaag van tuinen en park Een voorstel kan zijn om het terrein deels of geheel te voorzien van een leeflaag schone grond. Daarbij zullen een paar vragen moeten worden beantwoord. Bijvoorbeeld over de te gebruiken grondsoort, de dikte en de plek waar die leeflaag moet worden aangelegd. Daarnaast moet worden bekeken of er plekken zijn waar een dikkere leeflaag wenselijk is. In de praktijk kan de dikte van die laag wel uiteenlopen van 50 centimeter tot meer dan 1 meter. 4. Oude bomen en monumentale panden De oude bomen en monumentale panden zijn waardevol en geven het terrein charme. Maar de beproefde aanpak van een schone leeflaag op vervuilde bodem gaat in principe uit van kaalslag van het terrein, omdat bestaande bomen of panden 'in de weg' zouden staan bij het aanbrengen van een nieuwe bodemlaag over het terrein. Kaalslag is een optie die weinig mensen zal aanspreken. Misschien is het wel mogelijk om voorzichtig rondom de bomen en monumenten te saneren, met gevarieerde leeflaag diktes.
5. De grond onder straten en pleinen Straten, stoepen en pleinen zijn gesloten oppervlakken. Mensen kunnen daar normaliter nooit met vervuilde grond in contact komen. We moeten ons dus afvragen of een leeflaag onder de straten zinvol is. Aan de andere kant is het wel vervelend als bij graafwerkzaamheden (riolering, kabels, lantaarnpalen) vervuiling bloot komt te liggen. Hier ligt een duidelijke keuze in het verschiet. Overigens zullen drinkwaterleidingen vanzelfsprekend zo worden aangelegd dat er nooit vervuiling in het drinkwater kan komen. 6. Parkeergarages als saneringsmaatregel De uitgestrekte bak van een halfverdiepte parkeergarage is in principe bij uitstek geschikt om bodemverontreiniging onder een betonnen 'deksel op te sluiten. En omdat parkeergarages sowieso nodig zijn doet zich hier een kans voor op een win-win situatie. Volgens een andere opvatting is het juist logisch om het graven van een ondergrondse parkeergarage meteen te benutten om een hoop verontreinigde grond weg te halen: werk met werk maken. Op dit punt moet in het saneringsonderzoek een goede afweging gemaakt worden. 7. Uitvoering in fases Technisch gesproken is het handig om het hele terrein in één aaneengesloten operatie aan te pakken; dat is bij elke saneringsvariant het geval. Daar zitten echter twee grote nadelen aan. Ten eerste zouden alle zittende bedrijven eerst moeten vertrekken om een 'leeg' terrein te krijgen. Het kan misschien jaren duren voordat alle procedures zijn afgerond en bedrijven zijn uitgekocht; een zeer kostbare aanpak. Het tweede nadeel is dat in een vroeg stadium bekend moet zijn waar precies de gebouwen, tuinen en parkeergarages komen. In dat stadium liggen er echter nog geen definitieve bouwplannen. Daarom zou men praktisch en financieel gezien liever beetje bij beetje willen saneren (gefaseerd). Terwijl op één plek wordt gesaneerd wordt er op een andere plek gebouwd. Die strategie zal waarschijnlijk wel meer overlast voor omwonenden (nieuwe bewoners) geven, omdat er jarenlang vlakbij hun woning saneringswerkzaamheden plaatsvinden. Het zal duidelijk zijn dat aan het faseren allerlei technische en maatschappelijke kanten zitten, die aan de orde zullen komen in het saneringsonderzoek.
20
Buurt betrekken bij keuzes De gemeente beschikt op zich over alle deskundigheid om bovengenoemde vragen te beantwoorden en met een degelijke saneringsaanpak te komen. Maar de saneringsaanpak moet ook rekening houden met de beleving van veiligheid bij bewoners en omwonenden: wat ervaren we anno 2012 gemiddeld gesproken als een veilige aanpak? Bij zulke vragen wil de gemeente juist graag in overleg treden met direct betrokkenen, woningbouwers en omwonenden. Daarbij kunnen vragen aan de orde komen als:
• • • • •
In welke aanpak heeft men wel of geen vertrouwen? Hoe kunnen we bomen en monumenten sparen? Welke technische en faseringsopties spreken aan? Hoe maken we de sanering zo duurzaam mogelijk? Op welke wijze kunnen we overlast beperken?
Mede op basis van deze inbreng zal het gemeentebestuur een besluit nemen over de voorkeursvariant voor het saneren en de manier waarop die wordt uitgevoerd. Beperken overlast De aanpak van de bodem is nu nog niet bepaald. Daarom kan nog niet exact worden aangegeven wanneer werkzaamheden plaatsvinden en hoe lang zij duren. Het streven is om in 2013 te starten met het slopen van gebouwen op het noordelijk gedeelte. In de jaren daarna wordt grond afgevoerd, en misschien ook nieuw aangevoerd. Bij de sloop-, graaf- en bouwwerkzaamheden is enige hinder niet uit te sluiten. Uiteindelijk zal het een waardevol en levendig stuk Amsterdam opleveren met een park, winkelcentrum en mooie monumenten waar het voor iedereen prettig en veilig toeven is.
21
5. Hoe verder... Deze brochure is een momentopname in een lang proces dat voor ons ligt. Voordat de eerste bulldozer aan het werk gaat zijn er nog een paar belangrijke stappen te zetten en besluiten te nemen.
Saneringsonderzoek en -plan Aan het saneringsplan voor Amstelkwartier 2e fase gaat eerst een zogeheten saneringsonderzoek vooraf. Er is al veel voorwerk verricht, waardoor het onderzoek meteen kan inzoomen op nog resterende vragen en kansrijke oplossingen. Op basis van dat onderzoek wordt een voorkeursvariant voor de sanering gekozen en vervolgens een concreet saneringsplan opgesteld. Naar verwachting is dat in 2012 gereed. Voordat de saneringswerkzaamheden starten zullen alle belanghebbenden in de omgeving eerst uitleg krijgen over de aanpak en waar men terecht kan met vragen of klachten. Wisselwerking met bestemmingsplan Naar alle verwachting zal er een sterke wisselwerking zijn tussen het saneringsplan en de bouw- en inrichtingsplannen van Amstelkwartier 2e fase. Daarom wordt in 2011 en 2012 tegelijkertijd gewerkt aan een bestemmingsplan. Daarin zal worden vastgelegd waar woningen, kantoren, winkels en voorzieningen, wegen en fietspaden, parkeergarages, groen en recreatie zijn gepland. Het saneringsonderzoek en saneringsplan maakt gebruik van die informatie om per deellocatie de saneringsaanpak uit te werken.
22
Omgekeerd is het ook mogelijk dat bouwplannen juist slim inspelen op de vervuiling (diepte, omvang, soort) onder een bepaalde plek. De afstemming tussen saneren en herontwikkelen is een belangrijk aandachtspunt. De gemeente zal daar ervaringen in betrekken die bij het saneren van de Westeren Oostergasfabriek op zijn gedaan. Planning De gemeentelijke Dienst Milieu en Bouwtoezicht heeft in 2009 een wettelijke beschikking afgegeven waarin staat dat de sanering uiterlijk medio 2013 moet zijn gestart. Het Rijk hanteert 2015 als uiterlijke startdatum om aanspraak te kunnen maken op de beschikbare saneringsbijdragen. Daarop aankoersend vinden we de volgende duidelijke mijlpalen voor Amstelkwartier 2e fase:
•
Consultatieronde met omwonenden over de bodemaanpak (tweede helft 2011)
• • • •
Voorleggen resultaten consultatie aan gemeentebestuur (begin 2012) Bestemmingsplan en Saneringsplan gereed (2012) Start bodemsanering (2013 of 2014) Start bouw Amstelkwartier 2e fase (2015 of later)
23
Deze brochure vat slechts samen wat er in Amstelkwartier 2e fase op bodemgebied speelt. Als u meer wilt weten kunt u zich melden bij Projectbureau Wibaut aan de Amstel. U wordt dan op de hoogte
Colofon
gehouden van belangrijke momenten. Daarnaast heeft het projectbureau meer documenten over de bodemverontreiniging die u kunt opvragen. Ook voor vragen over deze brochure kunt u daar terecht.
Uitgave Projectbureau Wibaut aan de Amstel Tekst Endre Timår Beeldmateriaal Foto’s: Gemeente Amsterdam, Beeldbank Amsterdam, Stadsarchief, Ton van Rijn, Jan Willem Steenmeijer, Gerald Bockting Graphics en kaartmateriaal: DPI, Schwandt Infographics, Gemeente Amsterdam, Dienst Ruimtelijke ordening Vormgeving WisselWerking | Vanessa Rutgers Drukwerk Spinhex & Industrie drukkerij, Amsterdam Meer informatie Projectbureau Wibaut aan de Amstel 020 552 9494 overamstel@wibautaandeamstel.nl www.overamstel.nl September 2011