Gehoord aug-dec 2010

Page 1

Hoofdsponsor:

Het Gelders Orkest daar horen we

GEHOORD

AUG DEC

2010


Gemeente Apeldoorn Gemeente Arnhem Gemeente Ede

Co-sponsor:

Mediapartners:

Projectsponsors: Fourdigits i.s.m. Catharsis, Connexxion

Het Gelders Orkest daar horen we

Hoofdsponsor:

Partners: Akkermans Van Elten, Allegro Automatisering, GE Artesia Bank, Wijnhandel Appeldoorn B.V., BDO Accountants & Adviseurs, Rechtskundig Advies- en Incassobureau v/h E. Beekman, Bénard.Verstraaten Advocaten, Breed, Buro voor de Boeg, CCV Holland B.V., Cito, Deloitte Accountants, Djam B.V., Electrabel Nederland N.V., Erku B.V., Eromes Projectinrichting, Den Hartog Heuff Notarissen, Hieke de Zeeuw Communicatie & Management, K+V Interim Management Search, Ondernemers Sociëteit KAN, Kiwa Gas Technology, KplusV Organisatieadvies, KEMA, MeerWaarde Management en Advies, P2, Handels­onderneming PD, Peutz B.V., PriceWaterhouse Coopers, Q-Marq B.V., Rabobank Arnhem e.o., Saréco, Sequoia Vermogensbeheer, Stipp BV, Synthon, Thoma TBB Bedrijfsmakelaars, Tien Organisatieadvies, Tüv Rheinland Quality B.V. Donateurs: De heer H. Hierck en mevrouw J. van Nes, De heer en mevrouw B.R.C. de Roo

2


pag. 4 Seizoensopening

Operabuffet

Damian Iorio dirigent Ilse Eerens sopraan Tania Kross mezzosopraan Alexey Tatarintsev tenor

GEHOORD

pag. 14 Te gast: Orkest van het Oosten

Dvorák nr. 8

Gerd Albrecht dirigent Ralph van Raat piano

pag. 22 Operabegeleiding

Die Walküre

Nationale Reisopera Ed Spanjaard dirigent Diverse solisten

pag. 28 Weense Klassieken Gordan Nicolic´

dirigent en solist (viool)

Jelena Ristic´ viool

pag. 36 Familieconcert Muzikaal verhaal

Tijl Uilenspiegel

Ivan Meylemans dirigent

pag. 40 Mahler nr. 5 Martin Sieghart dirigent

pag. 50 Russische Ritmiek Nikolai Alexeev dirigent Vitaly Pisarenko piano

pag. 58 Uit de nieuwe wereld Ken-ichiro Kobayashi dirigent Eliane Rodrigues piano pag. 66 Beethoven nr. 2 Martin Sieghart dirigent Eduard Kiprsky piano

3


Seizoensopening

Operabuffet

Italiaanse muzikale lekkernijen

Damian Iorio dirigent Ilse Eerens sopraan Alexey Tatarintsev tenor Tania Kross mezzosopraan

Arnhem

wo. 25 augustus Musis Sacrum, 12.45 uur

Gratis toegankelijk Dit concert duurt ongeveer een half uur en bestaat uit een selectie van de stukken. Zie www.hetgeldersorkest.nl.

Apeldoorn

do. 26 augustus (Serie I en II) Orpheus, 20.00 uur

Nijmegen

vr. 27 augustus Stadsschouwburg, 20.15 uur

Arnhem

zo. 29 augustus Stadhuishal, 12.00 uur

Gratis toegankelijk Dit concert duurt ongeveer een uur en bestaat uit een selectie van de stukken. Zie www.hetgeldersorkest.nl.

4


Operabuffet

Programma Gioacchino Rossini (1792-1868) Uit La Cenerentola:

•• Ouverture •• 'Nacqui all’ affanno'

Uit Il barbiere di Siviglia:

•• Ouverture •• 'Una voce poco fa'

Giacomo Puccini (1858-1924) Capriccio sinfonico Uit La Bohème:

Mimi en Rodolfo uit de 1e akte: • • Duet ‘O soave fanciulla’

Giuseppe Verdi (1813-1901) Uit Otello:

•• Prelude •• Balletmuziek

5


Damian Iorio dirigent Geboren in Londen koos Damian Iorio aanvankelijk voor de viool. Daarvoor volgde hij een opleiding in Engeland en de Verenigde Staten. Hij stapte over op directie en studeerde in Sint Petersburg bij Alexander Polishchuk en de legendarische Ilya Mushin. Van 1999 tot 2005 was Iorio chefdirigent van het Moermansk Symfonie Orkest. Met dit ensemble gaf hij veel succesvolle concerten in Rusland en Scandinavië. Maar ook als gastdirigent groeide zijn reputatie. Zo stond hij voor het London Philharmonic Orchestra, het Philharmonisch Orkest van Sint Petersburg, het Deens Radio-orkest en in Nederland het Radio Filharmonisch Orkest. Ook op operagebied is Damian Iorio actief. Zo verzorgde hij de Russische première van The Man Who Mistook His Wife for a Hat van Michael Nyman. Zijn debuut bij de Central City Opera Denver met Brittens The rape of Lucretia bracht hem lovende kritieken. Momenteel woont Damian Iorio in Italië waar hij furore maakt bij operahuizen in onder meer Milaan (Scala), Pisa en Florence. Voor zijn activiteiten bij het Orchestra Sinfonica di San Marino werd hij in dat land geridderd. Damian Iorio stond al eerder voor Het Gelders Orkest. In het vorig seizoen dirigeerde hij met succes twee producties: in november 2009 en april 2010.

6


Operabuffet

Ilse Eerens sopraan De Belgische sopraan Ilse Eersens (1982) begon haar opleiding aan het Lemmensinstituut in Leuven. Daarna kwam zij naar de Nieuwe Opera-Academie in Amsterdam en Den Haag bij de befaamde zangeres en pedagoge Jard van Nes, waar zij met de hoogste onderscheiding haar diploma behaalde. Ze debuteerde in 2004 bij de Vlaamse Opera met zo’n succes dat zij regelmatig werd teruggevraagd voor producties als Ariadne auf Naxos van Richard Strauss en Die lustige Witwe van Franz Lehár. In het najaar van 2007 stond zij op de planken bij De Nederlandse Opera met verschillende rollen in de vermaarde Monteverdi-cyclus van regisseur Pierre Audi. En in verscheidene operahuizen schitterde zij in Le grand Macabre van Ligeti. Daarnaast is Ilse Eerens actief in de liedkunst en het concertante repertoire. Als zodanig zong zij bij diverse orkesten waaronder het Nederlands Philharmonisch Orkest, het Münchener Rundfunkorchester en Anima Aeterna. Bij Het Gelders Orkest is zij inmiddels een vertrouwde gast, onder meer als Adèle in Strauss’ Die Fledermaus tijdens het nieuwjaarsconcert van 2008, als Zerlina in Mozarts Don Giovanni in september 2008 en onlangs, mei 2010, in Mahlers Vierde symfonie.

7


Tania Kross mezzosopraan ‘Een belangrijk verschil tussen mensen die wel en niet doorbreken, is dat de eerste groep volgens mij een beetje naïef is… Ik ben zo iemand die zo naïef is om te denken dat het altijd goed zal gaan.’ Zo verwoordde mezzosopraan Tania Kross op ontwapende wijze een deel van haar succes. En inderdaad kan zij bogen op een pijlsnelle en glanzende carrière. Geboren op Curaçao in 1976, kwam zij naar het Conservatorium van Utrecht voor haar studie zang. Nog tijdens haar opleiding won zij diverse malen het concours van de Stichting Jong Muziektalent en de NPS Cultuurprijs. Na haar studie werd zij in 2004 door het Concertgebouw gekozen als “Rising Star” van het seizoen. Inmiddels reist Tania Kross de hele wereld rond voor concerten, recitals en operavoorstellingen bij gerenommeerde gezelschappen als De Nederlandse Opera, de Hamburgische Staatsoper en de Munt in Brussel. Haar eerste cd ‘Corazon’, was meteen goed voor een Edison. Ook zong zij mee in de spraakmakende uitgave van Bachs Matthäuspassion in een Nederlandse vertaling. In het stadsmuseum van Gouda heeft zij jaarlijks haar vocale festival ‘Krossin'Gouda’, waarin diverse kunstrichtingen elkaar ontmoeten.

8


Operabuffet

Alexey Tatarintsev tenor De Russische tenor Alexey Tatarintsev studeerde koordirectie aan de universiteit van Tambov, zijn geboortestad. Hij vervolgde zijn studie aan de Academie voor koorkunst in Moskou waar hij ook zang studeerde. In 2006 voltooide hij zijn studie met onderscheiding. Zijn kwaliteiten bewees hij door het behalen van diverse prijzen tijdens concoursen, waaronder in 2008 de eerste prijs tijdens de Pavarotti International Singing Competition in Sint Petersburg en een jaar later de derde prijs bij de Glinka International Singing Competition in Moskou. Tatarintsev heeft in verscheidene opera- en concertproducties meegezongen onder dirigenten als Vladimir Fedoseyev, Vladimir Spivakov en John Nelson. Natuurlijk voelt hij zich verbonden met het Russische repertoire, maar heeft ook rollen als Tamino in Mozarts Die Zauberflรถte en Almaviva in Il barbiere van Rossini op zijn naam staan. Momenteel is de tenor als solist verbonden aan het Novaya Opera Theater van Moskou.

9


Operabuffet Begeleidde Het Gelders Orkest vorig seizoen een Italiaanse opera (Rossini’s Cenerentola), ook in 2010-2011 komt Italiaans repertoire aan bod, te weten Puccini’s La Bohème. Het programma waarmee het orkest de spits afbijt in augustus kijkt zowel terug op La Cenerentola als vooruit naar La Bohème. Zoals gebruikelijk bij Rossini ontstond Cenerentola in heel korte tijd. Op zoek naar een geschikt onderwerp had librettist Jacopo Ferretti uiteindelijk, halfslapend en geeuwend (Ferretti’s eigen woorden!), het sprookje Assepoester voorgesteld. Rossini antwoordde gretig: ‘Zou u de moed op kunnen brengen een Assepoester voor me te schrijven?’, waarop Ferretti antwoordde: ‘Zou u de moed op kunnen brengen het op muziek te zetten?’ Wanneer dit gesprek plaatsvond? Twee dagen vóór kerstmis 1816, minder dan een maand voor de beoogde première van de opera… Rossini had echter voor hetere vuren gestaan, en het werk vorderde snel zodat het zonder problemen zijn eerste uitvoering kon beleven op 25 januari 1817. Véél speling was er echter niet, want het duet tussen Magnifico en Dandini ontstond bijvoorbeeld pas op de dag van de première (en werd in de pauze ervan ingestudeerd). Het beroemde ‘Nacqui all’affanno … non più mesta’, dat de finale van de opera vormt, is een van de talloze paradepaardjes voor mezzosopranen, niet alleen nu, maar ook in de tijd van Rossini. Vóór Cenerentola had Rossini al naam gemaakt met enkele andere opera’s en zijn grootste succes tot dan toe waren wellicht wel La scala di seta en Il barbiere di Siviglia geweest. Laatstgenoemde

10


Operabuffet

opera uit 1816 was gebaseerd op het eerste deel uit de trilogie van Pierre-Augustine Caron de Beaumarchais die in februari 1775 in zijn oorspronkelijke versie in première was gegaan. (Het tweede deel uit de trilogie, uit 1781, was eerder door Mozart gebruikt voor Le nozze di Figaro.) De bijzonder beperkte productietijd van Rossini's opera zou nog extra bekort worden door problemen met het libretto. Aanvankelijk zou Jacopo Ferretti dat vervaardigen, maar uiteindelijk kreeg Cesare Sterbini de opdracht. Sterbini tekende zijn contract op 17 januari 1816, leverde de eerste akte op 25 januari af en de tweede vier dagen later. Rossini moest als een bezetene aan de slag. Weliswaar is de suggestie dat hij de muziek in twee weken componeerde ietwat overdreven, maar hij kan pas in de tweede helft van januari begonnen zijn te schrijven, toen het libretto klaar was, en voltooide het werk medio februari. Overigens was niet al het materiaal nieuw: zo leende hij uit een aantal vroegere opera's, cantates of gelegenheidswerken van hemzelf en werd de ouverture gerecycled uit de opera Aureliano. Minder bekend dan zijn komische opera’s is Rossini’s dramatische oeuvre. Zo verklankte hij onder meer Shakespeares ‘Othello’, maar zijn versie wordt in onze tijd overschaduwd door de Otello waarmee Verdi zijn dramatische oeuvre afsloot (zijn allerlaatste opera Falstaff, overigens ook op een Shakespeare-thema, was een komische opera). Je zou kunnen zeggen dat Verdi het gat dichtte dat in de jaren dertig van de negentiende eeuw ontstond. Immers: toen de ‘oudere’ garde van Rossini, Bellini en Donizetti in de loop daarvan steeds minder schreef, ontstond een vacuüm dat een decennium later zou worden opgevuld door Verdi. Waarom Bellini en Donizetti een steeds kleinere rol gingen spelen na 1830 is evident: hun beider gezondheid was verre van optimaal. Bij Rossini, ofwel de ‘Zwaan van Pesaro’, zoals hij genoemd werd, is eindeloos gespeculeerd over de motieven waarom hij het na 1830 rustiger aan ging doen. Kon hij zich niet meer vinden in de stilistische veranderingen in de muziek van zijn tijd; betreurde hij het teloorgaan van het belcanto? Was het de revolutie van 1830 en de daarmee samenhangende politieke veranderingen die hem de lust tot het componeren van nieuwe opera's ontnamen? Of gelóófde hij het simpelweg wel, en prefereerde hij zijn tijd meer in de keuken dan in het theater door te brengen? Hoe het ook zij,

11


Verdi begon in de jaren veertig aan een zegetocht en zou de Italiaanse opera gedurende een halve eeuw domineren. Na Macbeth uit 1847 bleef Verdi een bijzondere liefde koesteren voor Shakespeare. Vooral aan het einde van zijn leven verdiepte hij zich in toenemende mate in het oeuvre van deze grote Engelse schrijver. Zo ontstonden achtereenvolgens Otello (1887) en zijn laatste opera Falstaff (1893), beide op een libretto van Arrigo Boito. Bovendien had Verdi plannen om ‘King Lear’ op muziek te zetten, een voornemen dat hij niet meer wist te realiseren. Aan het eind van zijn leven schrok Verdi niet terug voor experimenten: zo zijn beide Boito-opera’s doorgecomponeerd en nemen ze afstand van de traditionele Italiaanse nummeropera. De balletmuziek uit Otello is wèl traditioneel - ze haakt aan bij de traditie van de Parijse grand opéra, waarin balletten onmisbaar waren. Verdi liet in dit ballet een Arabische dans horen, gevolgd door een aanroeping van Allah, waarna een Griekse dans en eentje van Murano de brug vormen naar een krijgslied. In Otello liet Verdi zijn rijpe meesterschap horen: meesterlijk is de instrumentatie, met haar sonore kleurschakeringen. Als het één ding demonstreert dan is het wel de ongelooflijke kracht die Verdi als 72-jarige nog bezat. De instrumentale ouverture die vandaag op het programma staat, vormt een verhaal apart, want de definitieve Otello begint met een overrompelende stormscène waarin het koor direct aanwezig is. De instrumentale ouverture dook pas in onze tijd weer op. Ze is afkomstig uit de nalatenschap van Luigi Spada. Luigi was de zoon van Chiara Ferretti, de dochter van Jacopo Ferretti (inderdaad Rossini’s librettist uit het voorafgaande), op wie Verdi erg gesteld was. Toen Luigi Spada Verdi bezocht tijdens de Romeinse première van Falstaff, vroeg hij Verdi om een herinnering ter nagedachtenis aan zijn moeder. Verdi zond daarop een Prelude Otello, die hij klaarblijkelijk in het compositieproces op een gegeven moment had vervangen door de koorscène. Toch moet de Prelude in een tamelijk vergevorderd stadium van de opera zijn gecomponeerd: daarvan getuigt de aanwezigheid van belangrijke thema’s uit het werk, al meteen aan het begin het Credo van Iago. 1893, het jaar dat Verdi zijn laatste noten op papier zette met Falstaff, markeert de doorbraak van een jonge componist: Giacomo Puccini vierde dat jaar triomfen met Manon Lescaut. En drie jaar later kwam daar nog eens het doorslaande succes bij met La Bohème. Het was het verhaal van een jong clubje

12


Operabuffet

kunstenaars, vrienden voor het leven, met centraal de liefdesgeschiedenis tussen Rodolfo en zijn buurvrouw Mimi, die uiteindelijk bezwijkt aan tuberculose. (Overigens had ook Puccini’s vriend Ruggero Leoncavallo het plan opgevat om Henri Murger’s novelle op muziek te zetten en het feit dat Puccini ermee aan de haal ging, verstoorde hun jarenlange vriendschap.) De grote scène van Rodolfo en Mimi uit de eerste akte verklankt hoe de twee elkaar ontmoeten en hun ontluikende liefde bekennen. De scène wordt ingeleid door het Capriccio sinfonico. Puccini schreef het in 1883, toen hij afstudeerde aan het conservatorium van Milaan, dat tegenwoordig de naam van Verdi draagt (ironisch genoeg werd Verdi er zelf ooit afgewezen). Het werd destijds uitgevoerd door het conservatoriumorkest en bijzonder goed ontvangen. De krant Perseveranza tekende op: ‘Deze Puccini is een overtuigend en niet-alledaags muzikaal temperament, met name als symfonicus. Zijn geringe ervaring ten spijt heeft hij meer eenheid van stijl, persoonlijkheid en karakter dan de meeste andere componisten van orkeststukken en concerten. […] Zijn ideeën zijn sterk, helder en effectvol, geschraagd door afwisseling en stoutmoedige harmonieën. De verschillende onderdelen zijn aan elkaar gelinkt met een logische, doorzichtige en doordachte vorm.’ Het spreekt voor zich dat de jonge componist zéér in zijn nopjes was met deze recensie. Het Capriccio is tegelijkertijd bekend en onbekend. Want hoewel het niet regelmatig op het programma staat, zult u er moeiteloos Bohème in herkennen: het beginthema uit de opera wordt letterlijk geciteerd. Frits de Haen

CD-voordeel

Zie bladzijde 74-75 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.

13


Te gast: Orkest van het Oosten

Dvor Àk nr. 8 Gerd Albrecht dirigent Ralph van Raat piano

Arnhem

vr. 25 september (Serie B) Musis Sacrum, 20.15 uur Inleiding Jacob Jansen, 19.15 uur

14


Dvorák nr. 8

Programma Leos Janácek (1854-1928)

Taras Bulba, rapsodie voor orkest

van Andrej •• Dood Dood Ostap •• Taras van Bulba’s profetie en dood ••

Viktor Ullmann (1898-1944) Pianoconcert, opus 25

tranquillo •• Andante Allegro •• Allegro molto ••

Antonin Dvorák (1841-1904) Symfonie nr. 8 in G, opus 88

con brio •• Allegro Adagio •• Allegretto grazioso – Molto vivace •• Allegro ma non troppo ••

15


Orkest van het Oosten Orkest van het Oosten, hét symfonieorkest van en voor Overijssel, is gehuisvest in het Muziekcentrum Enschede, één van de beste concertzalen van Nederland. Het orkest heeft primair een symfonische taak en begeleidt daarnaast twee keer per seizoen een productie van de Nationale Reisopera. Tweejaarlijks staat een internationale tournee op het programma. In november 2008 is in ‘Muziekstad Enschede’ het Muziekkwartier geopend, waarmee het bestaande Muziekcentrum met een groot operapodium is uitgebreid. De artistieke mogelijkheden van het Orkest van het Oosten zijn hiermee enorm vergroot. Vanaf het seizoen 2006-2007 is Jan Willem de Vriend als chef-dirigent en artistiek leider verbonden aan het Orkest van het Oosten. Het Orkest van het Oosten is dit seizoen te gast in de Avondserie B van Het Gelders Orkest. Omgekeerd zal Het Gelders Orkest medio februari een concert in een van de series van het Orkest van het Oosten geven.

16


Dvorák nr. 8

Gerd Albrecht dirigent Gerd Albrecht (1935) is één van de dirigenten van de oudere generatie die niet gegaan is voor snelle roem, maar zijn carrière zorgvuldig heeft opgebouwd. Al op zestienjarige leeftijd nam hij de baton ter hand en studeerde naderhand aan de Musikhochschule van Hamburg. Mede door het winnen van de Internationale Dirigenten Meesterklas Hilversum van 1958 werd hij benoemd als koorrepetitor bij de opera van Stuttgart. Via diverse operahuizen in Duitsland klom Albrecht op tot één van de grote Duitse dirigenten. In 1972 werd hij chef-dirigent van de Deutsche Oper Berlin. Drie jaar later kreeg hij dezelfde functie bij het TonhalleOrchester in Zürich. Zijn benoeming in 1993 als chef van het Tsjechisch Philharmonisch Orkest was spraakmakend en leidde tot een grote opbloei van het ensemble. Daarna was hij nog muzikaal leider van het Yomiuri Nippon Symphony Orchestra en het Deens Radiosymfonie Orkest. Gerd Albrecht heeft als dirigent grote roem verworven met de vertolking van Duitse muziek uit de late romantiek en de 20e eeuw. Zijn cd-opnames van Duitse opera’s uit deze periode van onder anderen Zemlinsky, Reimann en Henze behoren nog steeds tot de top in dit genre. Ook was hij een grote stimulator van de herwaardering van in de Tweede Wereldoorlog omgebrachte componisten als Haas, Klein en Ullmann. Die laatste is dit seizoen met zijn Pianoconcert vertegenwoordigd in het programma ‘Dvorák nr. 8’.

17


Ralph van Raat piano ‘Ik zie het als mijn roeping om het concertpubliek via mijn uitvoeringen van moderne muziek in welke stijl dan ook (atonaal, serieel, postmodern, nieuw spiritueel, minimal, tonaal, enzovoorts) te overtuigen van de grootsheid van deze muziek.’ Woorden van pianist Ralph van Raat (1978) die sinds jaar en dag, naast het klassieke repertoire, warm pleitbezorger is van hedendaagse muziek. Nog voor hij het conservatorium betrad had de pianist al de Donemusprijs van het Prinses Christina Concours van 1995 gewonnen. Zijn pianostudie volgde hij in Amsterdam bij Ton Hartsuiker en Willem Brons waar hij met de grootste lof zijn diploma behaalde. Hij vervolgde zijn opleiding bij diverse gerenommeerde muziekinstellingen in het buitenland en sloot daarnaast cum laude zijn studie musicologie af aan de Universiteit van Amsterdam. Sindsdien is Ralph van Raat één van de meest gevraagde pianisten van ons land die wereldwijd concerten en recitals geeft. Inmiddels heeft hij diverse cd’s uitgebracht met werk van onder anderen Andriessen, Lindberg en Tavener. Zijn cd met composities van John Adams werd door diverse muziektijdschriften bekroond met uitzonderlijk goede beoordelingen. Veel componisten waaronder Kurtág, Rzewski en Pärt schreven muziek voor hem. Niet voor niets dat Trouw recentelijk over hem schreef: ‘Hedendaagse componisten mogen zich gelukkig prijzen als pianist Ralph van Raat hun werken vertolkt’.

18


Dvorak nr. 8 Een volk van muzikanten: muziek uit Tsjechië ‘Dvorák is mijn God’. Deze ontboezeming is afkomstig van Gerd Albrecht, jarenlang als chef-dirigent verbonden aan de Tsjechische Philharmonie Praag en tevens dirigent bij dit concert. Met het spreekwoordelijke ‘uit Bohemen komt de muziek’ zal hij het waarschijnlijk van harte eens zijn. Het Orkest van het Oosten onder leiding van Albrecht presenteert werken uit Tsjechië, het land van de muzikanten. Een terloops op straat opgepikte zin en het fluiten van een vogel waren voor Leos Janácek ‘vensters naar de ziel’. Voor Janácek, die de relatie tussen spraak, natuurgeluiden en muziek verkende, had het gewone leven een klank. Janácek spreekt in zijn muziek met een Tsjechische tongval, maar dan op een manier en met een draagwijdte die boven de pure integratie van folkloristische elementen uitgaat. Menig tijdgenoot vond het een gril van de componist dat hij steeds met een notitieboekje rondliep om taalflarden van passanten en andere alledaagse geluiden te noteren – die hij later in noten vertaalde. In een interview in een Tsjechische krant uit 1928 vertelt de componist: ‘Spreekmotieven verzamel ik al sinds 1897 en ik bezit reeds een enorme hoeveelheid. Het zijn gewoon mijn vensters naar de ziel – en die zijn, dit wil ik benadrukken, juist voor de dramatische muziek bijzonder belangrijk!’ In wezen zijn de meeste werken van Janácek, ook zijn instrumentale, gecamoufleerde drama’s. Ook al laat zich niet meer achterhalen wat hij allemaal aan bijvoorbeeld taalflarden zijn muziek heeft binnengesmokkeld: Janáceks werken, met hun snel wisselende beelden en motieven, wekken associaties met verhalen uit het dagelijks leven.

19


Zijn heroïsche klankepos Taras Bulba naar een gelijknamig verhaal van Nikolaj Gogol getuigt van Janáceks vurig patriottisme. Gogols novelle vertelt van een veldtocht van Russische Kozakken tegen Polen, waarin de drie helden, Taras Bulba en zijn zoons Andrej en Ostap, zich moeten bewijzen. Terwijl de teergevoelige Andrej op een Poolse verliefd raakt en deserteert, vechten Ostap en Taras Bulba tot de laatste druppel bloed. Alle drie vinden de dood. Maar de hymnische klanken aan het einde van het werk getuigen van hoop en de onoverwinnelijkheid van het Russische volk. Janácek ontketent in zijn werk een pandemonium van razendsnel op elkaar volgende muzikale gebeurtenissen. Men heeft de indruk paardengetrappel en sabelgekletter te horen; folkloristische motieven appelleren aan het vaderlandsgevoel, lyrische episoden van soloviool en solohobo illustreren de verliefdheid van Andrej, felle trillers en paukenslagen begeleiden de terechtstellings- en doodscenes. Het is de grote, nauwelijks in detail te beschrijven, hoeveelheid muzikale momenten, associaties en verbanden die Janácek muziek zo uniek maakt. Hoewel zijn joodse ouders zich reeds voor zijn geboorte tot het katholicisme hadden bekeerd, zijn vader als beroepsofficier in dienst was van het Oostenrijkse leger en hijzelf als vrijwilliger aan de Eerste Wereldoorlog deelnam, kon Viktor Ullmann zijn noodlot niet ontlopen: de Praagse componist was en bleef in de ogen van zijn antisemitische medeburgers een jood. Ullmann belandde in 1942 in het concentratiekamp Theresienstadt (Terezin), waar hij in opdracht van de Nazi’s concerten organiseerde en leidde. In 1944 werd hij naar het Poolse Auschwitz gedeporteerd en vermoord. Ullmann bezocht in de jaren twintig in Wenen Schönbergs compositiecursussen. Door zijn werkzaamheden als assistent-dirigent en repetitor van het ‘Neues Deutsches Theater' in Praag onder Zemlinsky, en door zijn levendige interesse voor lichte muziek en jazz, verschafte hij zich als componist een breed spectrum aan stilistische uitdrukkingsmiddelen. Ullmanns door de Nazi’s als ‘entartet’ bestempelde kunst vormt door haar stilistische veelvoud een spiegel – soms ook, zoals in zijn opera’s, een lachspiegel – van een roerige periode van de twintigste eeuw. In zijn Pianoconcert opus 25 levert de piano – een individu – een strijd met het collectief, het orkest. De hoekdelen blinken uit door virtuositeit en complexe ritmes: de finale staat in een dwarse 5/4-maat. Ze omsluiten twee middendelen: een elegisch langzaam deel (‘Andante tranquillo’) en een opgewekt scherzo (‘Allegro’), waarin piano en orkest in de vorm van een fuga met elkaar

20


Dvorák nr. 8

corresponderen. Op de keper beschouwd, is Ullmanns Pianoconcert geen tragisch werk. Het is afkomstig van een componist die tot op het laatst de hoop koesterde zich artistiek verder te kunnen ontwikkelen, maar daartoe niet de kans kreeg. Antonin Dvorák, wiens Achtste symfonie vandaag klinkt, reageerde op vleierig en onderdanig gedrag vaak geïrriteerd. Hij was gewoon een ‘eenvoudige Tsjechische muzikant’, luidde een keer zijn reactie en hij meende het echt. De slagersfamilie Dvorák, sinds generaties gevestigd in het plaatsje Nelahozeves ongeveer 30 kilometer ten zuiden van Praag, zat de muziek in het bloed. Vader František speelde citer, twee van zijn ooms stonden in de streek bekend als goede violisten en trompettisten. De kleine Antonin nam al vroeg taken over als violist op bruiloften. Brahms over Dvorák: ‘Die kerel heeft meer ideeën dan wij allemaal. Uit zijn overschotten zou ieder ander zijn hoofdthema’s bijeenzoeken.’ Ook Janácek prees Dvoráks ideeënrijkdom: ‘Hij dacht uitsluitend in tonen, iets anders was er niet voor hem’. Daadwerkelijk lijkt het of de melodieën deze ‘eenvoudige Tsjechische muzikant’ zomaar kwamen aanwaaien. Van zijn uit verschillende motieven bestaande thema’s zou men meerdere kunnen maken en nooit zegt Dvorák iets twee keer op dezelfde manier. Hij werkte niet volgens een vooropgezet compositorisch plan, maar intuïtief. Van jongs af aan had hij een onuitputtelijke vloed van volkswijzen in zijn oor. Veel verbindt hem met de klassieke traditie, karakteristiek voor Dvoráks werken zijn echter motieven zonder opmaat en syncopische ritmes die afgeleid zijn van de Tsjechische taal en de melodieën van zijn vaderland. Dit geldt ook voor zijn Achtste symfonie in G opus 88, een werk vol levensvreugde, waarover de Ierse dramaticus George Bernard Shaw schrijft: ‘De symfonie bereikt bijna het niveau van Rossini’s ouvertures en zou een uitstekende promenademuziek kunnen zijn voor zomerse landelijke feesten.’ Christiane Schima

CD-voordeel

Zie bladzijde 74-75 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.

21


Die Walk端re Nationale Reisopera

Ed Spanjaard dirigent Met onder anderen:

Harry Peeters (Wotan) Anne-Marie Owens (Fricka) Michael Weinius (Siegmund) Kelly God (Sieglinde)

Enschede

zo. 26 september Nationaal Muziekkwartier, 14.00 uur wo. 29 september Nationaal Muziekkwartier, 17.00 uur za. 2 oktober Nationaal Muziekkwartier, 16.00 uur wo. 6 oktober Nationaal Muziekkwartier, 17.00 uur za. 9 oktober Nationaal Muziekkwartier, 16.00 uur di. 12 oktober Nationaal Muziekkwartier, 17.00 uur

22


Die Walküre

Programma Richard Wagner (1813-1883)

Uit Der Ring des Nibelungen:

Walküre, • • Die Erster Tag des Bühnenfestspiels

23


Ed Spanjaard Er zijn maar weinig dirigenten in Nederland die zo veelzijdig zijn als Ed Spanjaard. Hij dirigeert oude muziek, het romantische repertoire, opera, en natuurlijk hedendaagse muziek. Niet voor niets dat hij naast zijn chef-dirigentschap van het Limburgs Symfonie Orkest ook al bijna dertig jaar dirigent is van het Nieuw Ensemble, een gezelschap dat zich richt op moderne muziek. Ed Spanjaard heeft zich terdege voorbereid op zijn carrière. Na zijn studie werkte hij als assistent bij de Opera van Covent Garden in Londen, de Bayreuther Festspiele en het Concertgebouworkest onder Bernard Haitink. Ook assisteerde hij grote dirigenten als Leonard Bernstein en Herbert von Karajan. Het maakte hem tot een allround dirigent, niet alleen qua repertoire maar ook in techniek en expressie. Naast symfonisch werk heeft Spanjaard zijn sporen meer dan verdiend in de opera. Hij leidde verscheidene producties bij De Nederlandse Opera. Zijn Pelléas et Melisande van Debussy bij de Opera van Lyon werd alom geprezen als een unieke uitvoering. En bij de Nationale Reisopera waagt hij zich de komende jaren aan de vertolking van de complete Ring des Nibelungen van Wagner. Ed Spanjaard ervaart het vak telkens weer als een groot avontuur: ‘Het is een griezelig beroep. Te vergelijken met een kraandrijver, of een koorddanser boven een ravijn - uiteraard zonder vangnet. Maar ja, ik zoek het ook zelf op.’

24


Die WalkĂźre

Nationale Reisopera De Nationale Reisopera is het enige Nederlandse gezelschap dat jaarlijks vier tot zes operaproducties verzorgt in zo’n 15 grote schouwburgen verspreid over het hele land. Naast bekende opera’s uit het standaardrepertoire laat de Nationale Reisopera u ook jaarlijks kennismaken met minder vaak gespeelde werken uit de barok of uit onze eigen tijd.

25


Die Walk端re Vorig seizoen startte de Nationale Reisopera met de uitvoering van misschien wel de meest imposante muziektheatercyclus uit onze Europese geschiedenis: de Ring des Nibelungen van Richard Wagner. Dit seizoen is deel twee, Die Walk端re, aan de beurt. In dit deel staat de dramatische liefdesverhouding tussen de tweeling Siegmund en Sieglinde centraal. Het menselijk drama inspireerde Wagner tot de meest hartstochtelijke muziek, waardoor Die Walk端re voor velen als het favoriete deel uit de Ring geldt. Het Gelders Orkest speelt het vier uur durende deel uit deze mega- opera onder de muzikale leiding van Ed Spanjaard. De regie is in handen van Antony McDonald en op de b端hne vinden we onder anderen Harry Peeters (Wotan), Anne-Marie Owens (Fricka), Michael Weinius (Siegmund) en Kelly God (Sieglinde). Voor meer informatie en kaartverkoop verwijzen wij u graag naar de website van de Nationale Reisopera: www.reisopera.nl

26


stel uw eigen

keuzeabonnement

samen

Wilt u het komende seizoen meerdere concerten van Het Gelders Orkest bezoeken in Arnhem, Nijmegen of Ede? De kaarten vast thuis ontvangen en genieten van een fijne korting? Dan is het keuzeabonnement precies iets voor u!

Geniet van uw favoriete stukken met een leuke korting Via de webshop van Het Gelders Orkest kunt u een abonnement samenstellen met concerten naar keuze in de concertzalen van bovengenoemde steden. Hiervoor geldt: voor de kaarten van de eerste 3 concerten betaalt u de volledige prijs. Bij ieder volgend concert dat u aan uw keuzeabonnement toevoegt, ontvangt u â‚Ź 5,- korting per kaartje. Tot ziens in de concertzaal.

webshop.hetgeldersorkest.nl 27


Weense Klassieken

Gordan Nikolic´ dirigent en

solist (viool)

Jelena Ristic´ viool

Arnhem

wo. 20 oktober Musis Sacrum, 12.45 uur

Gratis lunchconcert: aangepast programma Zie www.hetgeldersorkest.nl

Doetinchem

do. 21 oktober (Serie D) Schouwburg Amphion, 20.00 uur Inleiding Kees Wisse, 19.00 uur

Ede

vr. 22 oktober (Serie E) Cultura, 20.15 uur Inleiding Kees Wisse, 19.15 uur Vriendenarrangement

Barneveld

za. 23 oktober Schaffelaartheater, 20.15 uur Inleiding Kees Wisse, 19.15 uur

Arnhem

zo. 24 oktober (Serie M) Musis Sacrum, 14.15 uur

28

Inleiding Kees Wisse, 13.15 uur


Weense klassieken

Programma Joseph Haydn (1732-1809)

Symfonie nr. 103 in Es ‘Paukenroffel’

Allegro con spirito •• Adagio. Andante •• Menuet più tosto. Allegretto •• Finale. Allegro con spirito ••

Wolfgang Amadeus Mozart (1756-1791)

Concertone in C, KV 190 voor twee violen en orkest

spiritoso •• Allegro Andantino grazioso •• Tempo di menuetto ••

Ludwig van Beethoven (1770-1827) Symfonie nr. 4 in Bes, opus 60

vivace •• Adagio-Allegro Adagio •• Allegro vivace •• Allegro ma non troppo ••

29


Gordan Nikolic´ dirigent en solist (viool) De violist Gordan Nikoli´ c is geboren in 1968 in Brus (Servië) en begon op zijn zevende viool te spelen. Hij studeerde bij de bekende Franse violist en dirigent Jean-Jacques Kantorow aan de Musikhochschule van Basel, waar hij in 1990 zijn diploma behaalde. Door zijn samenwerking met Lutoslawski en Kurtág verdiepte Nikoli´ c zijn interesse voor hedendaagse muziek. In 1989 werd hij aangesteld als concertmeester en muzikaal leider van het Orchestre d’Auvergne, een ensemble dat zowel barokmuziek als moderne muziek uitvoert. Diezelfde functie bekleedde hij bij het Orchestre de Chambre de Lausanne, het Chamber Orchestra of Europe en, tot op heden, het London Symphony Orchestra. Inmiddels heeft Nikoli´ c een reputatie opgebouwd om spelend vanaf de concertmeesterstoel het orkest te dirigeren. Op deze wijze leidde hij concerten bij onder meer het Orchestre de Lille, de Chester Camerata en het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Sinds september 2004 is hij benoemd tot dirigerend concertmeester bij het Nederlands Kamerorkest. Met dit orkest maakte hij inmiddels een aantal cd-opnamen waarvan één met werk van Britten, Bartok en Hartmann in 2006 genomineerd werd voor een Grammy Award. Maar Gordan Nikoli´ c is op nog meer terreinen actief. Als gerenommeerd uitvoerder van kamermuziek speelde hij op festivals als het Edinburgh Festival en de London Proms. Ook is hij sinds enige tijd primarius van het Vellinger String Quartet. Daarnaast heeft hij nog tijd voor een lespraktijk en is hij sinds 2005 vakdocent viool aan het Rotterdams Conservatorium.

30


Weense klassieken

Jelena Ristic´ viool Jelena Risti´ c is in 1985 geboren in Niš, Servië, waar ze de middelbare school voor muziek afrondde in de klas van professor Marija Rajkovi´ c. Als zestienjarige werd ze aangenomen aan de Academie voor Schone Kunsten te Novi Sad, waar ze afstudeerde in de klas van professor Dejan Mihailovi´ c. Ze heeft met veel succes meegedaan aan diverse wedstrijden: tijdens het concours voor muziekleerlingen en -studenten in de Republiek Servië won ze in 2000 de tweede prijs, op het Internationaal concours voor jonge violisten ‘Petar Toškov’ te Belgrado in 2001 won ze de eerste prijs, en in 2006 won ze de eerste prijs in Murcia (Spanje) op het Internationaal Viool Concours. Ook heeft ze de jaarlijkse prijs gewonnen voor buitengewone resultaten op het gebied van kunst van de stichting ‘Mali Princ’. Als solist heeft ze gespeeld met het Symfonieorkest van Niš en met het orkest van de Academie voor Schone Kunsten te Novi Sad. Daarnaast is ze actief geweest in het project “Bruggen naar de toekomst”, dat is opgezet in samenwerking met het conservatorium te Bern (Zwitserland). Sinds kort bekleedt zij de functie van 1ste 2de concertmeester bij Het Gelders Orkest.

31


Weense Klassieken ‘Zoals altijd bij de grote Haydn hoorden we een onafgebroken reeks geniale vondsten, zowel in melodisch als harmonisch opzicht.’ De Engelse krant Morning Chronicle was in maart 1795 vol bewondering: de première van Haydns Symfonie nr. 103 in Es, beroemd om de ‘Paukenwirbel’, was een sensatie. Maar dat kón ook feitelijk niet anders, want Haydn had het werk speciaal voor het Engelse muziekpubliek geschreven. Een gegeven paard kijk je niet in de bek, vooral niet als de gulle gever persoonlijk aanwezig is. Men smulde vooral van de inleidende paukenroffel – een slimmigheid van Haydn om zowel kenners als liefhebbers wat te geven om over na te praten. Feitelijk veel belangrijker was de lange (bijna drie minuten), harmonisch onbestemde langzame inleiding, zo modern dat Schumann of Mendelssohn het had kunnen schrijven. Het is al even verrassend dat deze inleiding, inclusief de roffel, aan het einde van het openingsdeel nog eens terugkeert – een procedé dat talloze componisten in de negentiende eeuw zouden navolgen. Zo’n terugkeer heeft een retorisch effect, alsof een spreker na een vurig betoog nog eens de ernst van zijn onderwerp benadrukt. Het tweede deel is een set dubbelvariaties over thema’s die aan volksmuziek zijn ontleend of daarop zijn gebaseerd. Of Haydn ze overnam uit een bestaande bron, ze uit zijn herinnering opdiepte (hij was in zijn jeugd omringd geweest door folkloristische liederen en dansen) dan wel zelf nieuw componeerde, is niet met zekerheid te zeggen. Het doet er ook niet veel toe, want ook al was er een bestaand model, dan nog schrok Haydn er niet

32


Na een vrolijk menuet, een intermezzo, zet een finale in waarin Haydn behoorlijk wat van zijn luisteraars vraagt. In de vele polyfone aanzetten en gewaagde modulaties klinkt de invloed door van symfonieën en opera’s van de man die eigenlijk Haydn had moeten overleven, Mozart. Onwillekeurig komt diens 41ste symfonie in gedachten, een werk waarvan de finale ook zo’n demonstratie van technisch kunnen en verbeeldingskracht is. Een bewuste hommage van Haydn aan zijn jonggestorven vakbroeder?

Weense klassieken

voor terug dit naar eigen goeddunken te wijzigen. Uitgangspunt was dat hij er muzikaal mee uit de voeten kon. Een vioolsolo completeert dit ongewoon lange tweede deel, dat een rijke afwisseling kent tussen majeur en mineur.

Van zo’n late, serieuze Mozart is nog geen sprake in het Concertone KV 190. Hier spreken we over een teenager, een jonge spring-in-het-veld, wispelturig, eigenwijs en vol idealisme. Op reis door Mannheim haalde Mozart kattenkwaad uit: ‘Ik, Johannes Chrisostomus Amadeus Wolfgangmus Sigismundus Mozart, beken mezelf schuldig dat ik eergisteren, gisteren en al vaker, pas om 12 uur ’s nachts ben thuisgekomen en dat ik urenlang met meneer Cannabich, zijn vrouw en zijn dochter de meest lichtvoetige rijmpjes heb gemaakt. Lekker schunnige, over poep, schijten en kontlikken.’ Het kwam hem op een donderpreek te staan van zijn vader: ‘Heb je daar verdorie niet wat beters te doen, bijvoorbeeld je Hafnermuziek, je Concertone en zo te laten uitvoeren?’ Die Concertone was het dubbelconcert voor twee violen en orkest (KV 190), die Mozart in zijn bagage had. Mozart repliceerde: ‘Ik heb hier mijn Concertone voorgespeeld aan de piano. Ze zeiden: dat is nu typisch iets voor Parijs. Als ik het dáár laat horen, zijn ze vast buiten zichzelf van enthousiasme.’ Slim van Mozart, want hij wilde graag doorreizen naar Parijs, terwijl zijn vader daar eigenlijk niets in zag. Het dubbelconcert was geschreven in 1774, min of meer uit verveling. Dramatische verwikkelingen of contrasten worden vermeden, het is één en al eensgezindheid. Hier en daar klinkt Mozarts interesse in de opera door. Zo is in het openingsdeel het orkest steeds de aangever, met de violen die steeds inzetten zoals een operazanger dat doet. Opmerkelijk in dit deel is overigens een solistische rol voor de hobo. In de finale is de associatie met de opera zo mogelijk nog

33


sterker, met volksliedachtige melodieën die in een komische opera niet hadden misstaan. Soortgelijke melodieën zouden later terugkeren in de Entführung aus dem Serail. Met zijn Derde symfonie, ‘de Eroica’, lukte het Ludwig van Beethoven om zich te ontworstelen aan zijn grote voorbeelden Mozart en Haydn. Hij schiep een nieuwe ‘heroïsche’ stijl die de aanzet gaf tot de romantiek in de muziek. Dit nieuwe idioom beheerste hij steeds beter en hij leverde dan ook het ene na het andere meesterwerk af. Toen hij in 1806 aan zijn Vierde symfonie begon was diezelfde Eroica echter nog altijd niet in druk verschenen. Beethoven mocht dan een grensverleggend werk hebben geschapen, uitgevers zaten duidelijk niet op zo’n monsterlijk lange en ingewikkelde symfonie te wachten. Zijn uitgever zond hem het manuscript gewoon retour: zoek maar een ander voor zo’n moloch. Dit bevestigde het bange vermoeden bij Beethoven dat hij wellicht te ver was gegaan. De muziek dreigde op de plank te blijven liggen, niet openbaar te worden - een ramp. Na veel onderhandelen werd uiteindelijk toch een uitgever gevonden, tot Beethovens opluchting. Maar hij had zijn lesje wel geleerd: voorlopig maar gebaande wegen bewandelen. Die gebaande wegen vonden hun neerslag in de Vierde symfonie. Dat is meteen te horen aan de inzet: een groter contrast dan tussen de twee brute hamerslagen waarmee de ‘Eroica’ opent en het spannende en geheimzinnige pianissimo van de Vierde is haast niet denkbaar. Zo’n duistere, lange inleiding heeft een groots effect, had Beethoven van Haydn geleerd. De beknoptheid van de doorwerking bewijst eveneens dat Beethoven met deze Vierde weinig hemelbestormends in gedachten had. De muziek is vriendelijk, kent weinig dramatische momenten. Maar met syncopeketens, verrassende septiemakkoorden, onverwachte pianissimo’s en een meer dan gemiddeld aandeel voor de pauken plaatst Beethoven wel zijn eigen handtekening. Het langzame deel (Adagio) slaat dood wanneer het tempo te langzaam wordt genomen. Beethovens eigen metronoomindicatie is 84, aanzienlijk sneller dan dirigenten – in het verleden, maar ook tegenwoordig nog – in de regel aandurven of aankunnen. Ook bij een voortvarend tempo behoudt het lyrische hoofdthema, dat allerlei transformaties ondergaat, het voorgeschreven cantabile karakter. Het grappige scherzo (Allegro vivace) zou niet hebben misstaan als deel van een

34


Weense klassieken

pianosonate of als een zelfstandige Bagatelle. Het wordt gedragen door de ritmiek die, zoals vaak bij Beethoven, strijdig is met het metrum, waardoor ons gehoor op een dwaalspoor wordt gebracht. De driekwartsmaat wordt gemaskeerd door de dynamiek en de geraffineerde instrumentatie. In het trio lijken de kabbelende strijkersmotieven vooruit te wijzen naar de Zesde symfonie (Pastorale). De finale is een sonatevorm met twee thema’s zonder duidelijke contouren. Zelfs de inzet van doorwerking en reprise zijn gecamoufleerd, wat bijdraagt aan het rusteloze karakter. De veelal korte melodische gegevens sluiten naadloos op elkaar aan en vloeien in elkaar over, ook harmonisch. Dat maakt dit deel lastig om uit te voeren, zeker als het voorgeschreven hoge tempo wordt geÍerbiedigd. De muzikale frasen bestaan immers uit een voortdurende opeenvolging van korte, gestoten motieven die beurtelings aan verschillende groepen instrumenten ten deel vallen. Bovendien zijn er tegenstemmen met lastige triolen en hoketus-achtige passages die voor wat betreft de synchronisatie het uiterste eisen van dirigent en orkest. Jos van der Zanden

CD-voordeel

Zie bladzijde 74-75 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.

35


Familieconcert Muzikaal verhaal

Tijl Uilenspiegel Ivan Meylemans dirigent

Apeldoorn

vr. 29 oktober Orpheus, 19.00 uur*

Arnhem

zo. 31 oktober (Serie F) Musis Sacrum, 14.15 uur

* Na dit concert vindt de opening van het festival HRFSTWND 2010 plaats. Meer informatie vindt u op www.hrfstwnd.nl en www.hetgeldersorkest.nl

36


Tijl Uilenspiegel

Programma Richard Strauss (1864-1949)

Till Eulenspiegels lustige Streiche, opus 28 Prachtige verhalen, spetterende muziek en een sfeervol aangeklede concertzaal. De familieconcerten van Het Gelders Orkest zijn uitermate geschikt voor kleine broertjes, grote zussen, vaders, moeders en (groot)ouders. Een programmavel met de precieze invulling van dit Familieconcert krijgt u voor aanvang van het concert uitgereikt.

37


webshop.hetgeldersorkest.nl

Ongehoord!

Het is werkelijk:


daar horen we

Het Gelders Orkest

Neem snel een kijkje en maak uw keuze!

Hier bestelt u alles. Van CD’s tot posters, van kaartjes tot miniabonnementen. Alles van Het Gelders Orkest, altijd beschikbaar. Super handig thuis bestellen en snel thuisbezorgd.

Onze eigen webshop ONGEHOORD!


Mahler nr. 5

Martin Sieghart dirigent

Nijmegen

do. 4 november (Serie 1) De Vereeniging, 20.15 uur Inleiding Maarten Brandt, 19.15 uur

Arnhem

vr. 5 november (Serie A) Musis Sacrum, 20.15 uur

Inleiding Maarten Brandt, 19.15 uur Relatieconcert Stichting Partners Live cd-opname

Apeldoorn

zo. 7 november (Serie I en II) Orpheus, 16.00 uur Inleiding Maarten Brandt, 15.15 uur Vriendenarrangement

40


Mahler nr. 5

Programma Gustav Mahler (1860-1911)

Symfonie nr. 5 in cis

rauermarsch: in gemessenem Schritt: streng, •• Twie ein Kondukt Stürmisch bewegt: mit grösster Vehemenz •• Scherzo: nicht zu schnell •• Adagietto:kräftig: sehr langsam •• Rondo Finale: allegro giocoso; frisch ••

41


Martin Sieghart honorair gastdirigent Na ruim vijf succesvolle seizoenen als chef-dirigent is Martin Sieghart sinds januari 2009 benoemd tot honorair gastdirigent van Het Gelders Orkest. Zijn interpretaties van de symfonieën van Mahler en Bruckner, van Mozarts Da Ponte-opera’s en van werken van o.a. Schönberg en de Strauss-familie hebben hem tot een bij het orkest geliefde dirigent gemaakt. Maar ook het publiek sloot Martin Sieghart massaal in het hart. Al voor zijn benoeming tot chef-dirigent in 2003 was Martin Sieghart een graag geziene gastdirigent bij Het Gelders Orkest. Hij startte zijn carrière in zijn geboorteplaats Wenen, waar hij cello, piano en directie studeerde. In 1975 werd hij benoemd tot solocellist van de Wiener Symphoniker, het orkest dat hij in 1986 voor de eerste maal dirigeerde. Daarna was hij o.a. chef-dirigent van het Stuttgarter Kammerorchester en het Bruckner Orchester in Linz. Hij leidt de dirigentenklas van de Musikuniversität te Graz en is chef-dirigent van het Kammerorchester des Wiener Konzert-Verein. Martin Sieghart maakte met Het Gelders Orkest cd-opnamen van symfonieën van Schubert en Brahms en van Das Lied von der Erde van Mahler. Van deze componist werkt hij met Het Gelders Orkest aan een registratie van de complete symfonieën. In het seizoen 2010-2011 staan de Derde en de Vijfde op het programma. Daarnaast dirigeert hij een Beethovenprogramma met diens Tweede symfonie en Eerste pianoconcert.

42


Mahler nr. 5 Het is lange tijd gebruikelijk geweest om Mahlers symfonische oeuvre in een aantal vast omlijnde periodes op te splitsen. Deze benadering gaat voorbij aan de intrinsieke samenhang, die tussen de symfonieën bestaat. Hoewel de eerste groep symfonieën sterk is geïnspireerd op de liederen uit Des Knaben Wunderhorn (1892/98), fungeert het lied ook dikwijls in de zuiver instrumentale Vijfde, Zesde en Zevende symfonie als proeftuin. In deze composities wemelt het niet alleen van directe ontleningen aan de liederencycli (Kindertotenlieder (1901/04), Rückertlieder (1901/02)). Daar komt nog bij dat het snerpende trompetthema, waarmee het eerste deel van de Vijfde symfonie van wal steekt, ons al tegemoet klinkt tijdens het verstommen van de climax uit de doorwerking van het openingsdeel van de Vierde. Zelfs de toonsoort is identiek: cis klein. Bovendien zou men de Trauermarsch uit de Vijfde met een beetje fantasie kunnen zien als een uitvergroting, objectivering en verdieping van het late Wunderhornlied ‘Der Tambourg’sell’. Dit als lied vermomde minidrama voltooide Mahler in 1901, toen hij ook al intensief aan de Vijfde werkte. Ook de vroegere Wunderhorn-geest waart nog duidelijk rond. Zelfs letterlijk, want in de finale van dit werk citeert Mahler een melodische zinsnede uit het in 1896 geschreven lied Lob des hohen Verstandes. Een wezenskenmerk van de middengroep zuiver orkestrale symfonieën is dat de contrasten enorm zijn aangescherpt, vooral ook ten gevolge van de ingenieuze polyfonie, die speciaal de scharnierende en dissonerende kanten van het contrapunt doet uitkomen. Mahler was toen hij zijn Vijfde symfonie schreef buitengewoon gebiologeerd door de muziek van Johann Sebastian Bach, uit wiens Tweede en Derde orkestsuite hij later een arrangement zou vervaardigen.

43


Zelfbewustzijn De Vijfde symfonie staat ondubbelzinnig in het teken van het zelfbewustzijn. Nu was 1902, toen de Vijfde werd voltooid, uiteindelijk positief voor Mahler verlopen. Allereerst maakte hij toen kennis met ‘het mooiste meisje van Wenen’, Alma Schindler, met wie Mahler al datzelfde voorjaar trouwde. Voorts beleefde in dat jaar de Derde symfonie onder Mahlers eigen leiding haar succesvolle vuurdoop te Krefeld. Dit alles verklaart voor een groot deel het volwassen en realistische karakter van de Vijfde, waarin het noodlot zeker zijn tol eist, maar fier het hoofd wordt geboden. Noodlot en dood worden in dit opus behandeld in het perspectief van de aardse liefde, die de dood - althans voorlopig - overwint. In zowel de Trauermarsch als het daar onmiddellijk bij aansluitende Stürmisch bewegt is sprake van een regelmatig optredende oude en vermoedelijk Jiddische melodie. Die is in de jaren veertig in een licht gevarieerde vorm overbekend geworden, dankzij de fameuze Andrews Sisters onder de titel van hun Schlager ‘Bei mir bist du schön’. Kortom, hier is sprake van een sublimering van Mahlers liefde voor zijn echtvriendin Alma, die voor hem de strohalm betekende, waaraan hij zich kon vastklampen als de angst hem om het hart sloeg. Dat dit moedercomplex het huwelijk in een vitale crisis bracht, is maar al te bekend. Een en ander blijkt zonneklaar uit Mahlers consult bij de psychiater Siegmund Freud te Leiden (zomer 1910) en niet te vergeten de schetsen van de Tiende symfonie die, wat deze crisis betreft, evenzeer boekdelen spreken.

Expressionistisch klimaat Vooral in het tweede deel van de Vijfde wordt de ‘Bei mir ...’ melodie schaamteloos geciteerd. Dit binnen een vaak expressionistisch klimaat en een haast al op Berg vooruitlopende explosiviteit. Het haaks op elkaar monteren van muziek, die in beginsel niets met elkaar uitstaande heeft, resulteert mede in het ‘gebrokene’ van Mahlers klanktaal. De Trauermarsch en het Stürmisch bewegt verhouden zich tot elkaar als een expositie tot een doorwerking. Samen vormen zij de ‘Erste Abteilung’. Mahler zag het Stürmisch bewegt als het feitelijke hoofddeel van de ‘Erste Abteilung’, in welk kader de Trauermarsch het karakter heeft van een uitvoerige dramatische opening. Deze is opgebouwd volgens een geheel met twee coupletten: A (marsthematiek) / B (couplet 1) / A’ (terugkeer marsthematiek met een subliem citaat van de melodie ‘Heil, sei dem Freudenlicht der Welt’ uit het eerste der Kinder totenlieder) en C (couplet 2). Couplet 1 is heel impulsief. Het thema, in de door heftige en

44


Mahler nr. 5

wervelende figuren van het voltallige orkest omspeelde trompet, loopt al enigszins vooruit op het ‘Bei mir...’ gegeven, dat tijdens het meer ingetogen tweede couplet voor het eerst tot volle wasdom komt (eerste violen).

Transformatie Het opschrift Stürmisch bewegt, mit grösster Vehemenz dekt de lading volledig. De tragische toonsoort a kleine terts verleent aan de muziek een extra schrijnend karakter. Heel typerend voor Mahler is de constante transformatie van de thematische uitgangspunten. Een fenomeen dat niet lang daarna in de muziek van Schönberg en Berg een watermerk zou worden. Naarmate het deel vordert, lopen de climaxen soms witheet aan. Zozeer zelfs, dat het wel lijkt alsof de symfonische traditie uit elkaar gaat spatten. Vlak voor de coda manifesteert zich een gigantisch koraal van een haast Bruckneriaanse allure. Maar voor een triomferend slot is het tijdstip nog te vroeg. Na een torenhoge klankexplosie, die met een op het begin van de finale van de Eerste symfonie zinspelende ‘raketfiguur’ inzet, stort de zaak als een kaartenhuis in elkaar en hult de muziek zich in een geheimzinnig gefluister. Het Scherzo maakt als enig deel de ‘Zweite Abteilung’ uit. Met zijn ruim 800 maten is dit het omvangrijkste scherzo uit de symfonische literatuur. Berucht is dit stuk ook vanwege de uiterst bewerkelijke hoornpartij, die bij vlagen concertant aandoet. Anders dan bij Mahlers overige scherzi schittert hier alles wat naar het tragische, ironische of cynische zweemt, door afwezigheid. Deze muziek straalt een ongebreidelde energie uit. De hoorn valt meteen met de deur in huis en opent kloek de eerste themagroep, een magistrale ‘Walzerfolge’, die wordt afgewisseld door een fugatosectie (thema 2) waarin de middelpuntzoekende- en -vliedende krachten mooi strak worden gestroomlijnd. De volgende melodie is intiem van aard. Het gaat om een van de meest tedere, bekoorlijke en echt ‘wienerische’ ingevingen van Mahler. De recapitulatie van het eigenlijke scherzothema leidt tot een eerste hoogtepunt. Nu breekt de uitvoerige middensectie van dit deel die bijzonder uitgebalanceerd van opzet is, een pastorale atmosfeer ademt en verder wordt getypeerd door een geleidelijke vertraging van het basistempo. Als de puls het nulpunt heeft bereikt, wordt er een fenomenale, bijna verleidelijke wals in gang gezet, die resulteert in de grote climax van het Scherzo en waarbij de Holzklapper voor een gekruid effect zorgt. Deze oogverblindende schittering wordt

45


gevolgd door een korte terugblik op het voorafgaande, waarna het Scherzo met een flitsende en bruisende coda eindigt.

Zonovergoten élan De derde ‘Abteilung’ is samengesteld uit het Adagietto en de Rondo-finale, die dan ook deels sterk thematisch op elkaar zijn betrokken. Eerstgenoemd deel is inmiddels, dankzij de beroemde film van Visconti ‘Der Tod in Venedig’, een ware tophit geworden. Het is een echt ‘Lied ohne Worte’, een tot klank gesublimeerde liefdesbrief aan Alma* voor louter strijkers en harp, waarvan de thematiek zowel elementen deelt met het hoofdthema uit het Adagio van de Vierde symfonie alsmede het Rückertlied ‘Ich bin der Welt abhanden gekommen’. Mahlers fascinatie voor de compositietechnieken van Bach zet onmiskenbaar de toon in de finale, die zonder onderbreking bij het Adagietto aansluit. Na het citaat uit het Wunderhornlied ‘Lob des hohen Verstandes’ volgt een reusachtig fugato, dat in zekere zin als een verdere uitwerking van het tweede thema uit het Scherzo kan worden opgevat. Hiermee contrasteert een innemend grazioso-thema, dat bij nader inzien niets anders blijkt te zijn dan een verkleining van de prachtige melodie uit het Adagietto. Met deze ingrediënten wordt een speels en zeer onbekommerd betoog op touw gezet. Buitengewoon verrassend is het ogenblik waarop het Adagietto-thema door een draaiorgel­ achtig motief in de houtblazers wordt voorafgegaan. Dit moment fungeert als de opmaat tot de coda. Vlak voor het eind verschijnt het indrukwekkende koraal van het Stürmisch bewegt, maar dit keer is er niets dat nog roet in het eten kan gooien. Vol feestelijk en zonovergoten élan wordt de Vijfde symfonie afgesloten. Maarten Brandt * Letterlijk, want in de partituur van Mengelberg staan bij de eerste vioolpartij van het Adagietto de volgende woorden van Mahler geschreven: ‘Wie ich dich liebe, Du meine Sonne. Ich kann mit Worten Dir’s nicht sagen. Nur meine Sehnsucht, Kann ich Dir klagen, Und meine Liebe, Meine Wonne!’

CD-voordeel

Zie bladzijde 74-75 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.

46



ORKEST VAN DE ACHTTIENDE EEUW dinsdag 9 november, concertzaal, 20.15

dirigent solisten

Frans Brüggen Isabelle Faust, viool Jean-Guihen Queyras, cello Kristian Bezuidenhout, forte-piano

Beethoven Negen dansen uit WoO 8/10/12/14 Beethoven Tripelconcert in C, opus 56 Beethoven Symfonie nr. 3 in Es, opus 55 ‘Eroica’ Met dit concert waant u zich in het Wenen ten tijde van Beethoven.


CONCERTGEBOUW KAMERORKEST dinsdag 7 december, concertzaal, 20.15 uur

dirigent en Barnabas Kelemen, viool solist (Artist in Residence) Weiner Mozart Schubert Bart贸k

Divertimento nr. 1, opus 20 Vioolconcert nr. 5 in A, KV 219 Rondo in A, D. 438 (viool en orkest) Divertimento

Een orkest met louter leden van het Koninklijk Concertgebouworkest, in 2008 uitgeroepen tot het beste orkest ter wereld!

Kaartverkoop en informatie: www.mssa.nl of 026-443 73 43


Russische Ritmiek

Nikolai Alexeev dirigent Vitaly Pisarenko piano

Zutphen

do. 11 november (Serie Z) Hanzehof, 20.00 uur

Inleiding Martin Buninga, 19.00 uur

Arnhem

vr. 12 november (Serie B) Musis Sacrum, 20.15 uur

Inleiding Martin Buninga, 19.15 uur

Utrecht

zo. 14 november Vredenburg Leidsche Rijn, 15.00 uur

50


Russische ritmiek

Programma Sergej Rachmaninov (1873-1943) Pianoconcert nr. 4 in g, opus 40

vivace •• Allegro Largo •• Allegro vivace ••

Sergej Prokofjev (1891-1953) Luitenant Kijé-suite, opus 60

van Kijé •• Geboorte Romance •• Kijé’s bruiloft •• Trojka •• Kijé’s begrafenis ••

Symfonie nr. 1 in D, opus 25 ‘Klassieke’

•• Allegro •• Larghetto non troppo allegro •• Gavotte: •• Finale: molto vivace

51


Nikolai Alexeev vaste gastdirigent De in Sint Petersburg geboren en getogen Nikolai Alexeev studeerde bij Avenir Michailov en vervolgens bij Arvid en Mariss Jansons. Hij werkte enige tijd aan de Kirov Opera als assistent van Yuri Temirkanov en trok in 1982 de aandacht toen hij het Herbert von Karajan Concours te Berlijn op zijn naam schreef. Met het St. Petersburg Philharmonisch Orkest gaf Nikolai Alexeev concerten in o.a. Duitsland, Frankrijk en Amerika. Verder werkt hij regelmatig samen met het Russian National Orchestra, het Staats Academisch Symfonie Orkest en met het Bolsjoi Theater, waar hij jarenlang vaste gastdirigent was. In Nederland dirigeerde hij o.a. het Radio Filharmonisch Orkest, het Residentie Orkest, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Koninklijk Concertgebouworkest. Nikolai Alexeev is sinds het seizoen 2002-2003 vaste gastdirigent van Het Gelders Orkest. Hij legt zich bij Het Gelders Orkest vooral toe op het 19de- en 20ste-eeuwse repertoire uit zijn vaderland. In het seizoen 2010-2011 dirigeert hij naast een Prokofjev-programma de Vijfde en Vijftiende symfonie van Sjostakovitsj. Deze beide laatste werken worden ook live op cd vastgelegd als onderdeel van een opname van de complete symfonieĂŤn van deze componist.

52


Russische ritmiek

Vitaly Pisarenko piano ‘Hij speelt als een jonge Liszt’, zo typeerde het Algemeen Dagblad de Russische pianist Vitaly Pisarenko. Een treffende omschrijving voor iemand die in 2006 tijdens het Liszt Concours in Weimar drie prijzen won en twee jaar later in Utrecht de eerste prijs van het 8e Internationaal Frans Liszt Pianoconcours in de wacht sleepte. De van oorsprong Oekraïense Pisarenko begon zijn opleiding aan de muziekscholen in Kiev en Charkov, voordat hij ging studeren aan het conservatorium van Moskou. Vrijwel tegelijkertijd volgde hij lessen aan het Rotterdams Conservatorium. Sinds het winnen van het Utrechtse concours is zijn carrière in een stevige stroomversnelling gekomen. De dag na de finale soleerde hij al in het Concertgebouw. Spoedig volgden optredens in de grote concertzalen van Nijmegen, Utrecht, Enschede en Eindhoven. In 2009 maakte Pisarenko met het Noord Nederlands Orkest een tour langs diverse plaatsen in het Noorden van ons land. In datzelfde jaar debuteerde hij bij het Residentieorkest. Met zijn uitzonderlijke spel heeft de pianist, naast Nederland en Rusland, inmiddels in vele landen geconcerteerd waaronder Duitsland, Engeland, Italië, Hongarije en Argentinië.

53


Russische Ritmiek ‘Sinds ik mijn land verloor, voelde ik mij niet in staat te componeren’, vertelde Sergej Rachmaninov in 1933 in een interview, terwijl hij mijmerde over zijn vertrek uit Rusland 16 jaar ervoor. ‘Ik componeer nog wel, maar het betekent voor mij niet meer hetzelfde.’ Toen de Rus deze bekentenis deed, woonde hij al lang en breed in Amerika, waar hij vooral zijn brood verdiende als concertpianist. Na de teloorgang van zijn oude, aristocratische moederland, waar hij geen financiële zorgen kende en zijn romantische, emotionele muziek uitstekend gedijde, schreef hij in de ‘nieuwe wereld’ nog maar een handjevol grote werken. Een ervan was het Vierde pianoconcert in g, opus 40 uit 1926, dat hij baseerde op schetsen die hij al rond 1917 had genoteerd. Rachmaninov droeg het werk op aan zijn vriend Nikolai Medtner, een Russische pianist en componist die ook naar Amerika was geëmigreerd. Wie dit concert vergelijkt met zijn twee voorgangers, hoort dat de componist een andere toon aanslaat. In onder meer het eerste deel sijpelt er nog wel iets door van de meeslepende lyriek die zijn Tweede en Derde pianoconcert zo beroemd maakte, maar Rachmaninov kiest hier nieuwere, geconcentreerde wegen. Vooral in het tweede deel horen we de invloed van de jazz die destijds in Amerika steeds populairder werd. Ook Rachmaninov kwam onder de indruk van de nieuwe muziekstijl: hij behoorde tot de fans van George Gershwins swingende Rhapsody in blue (1924), hoorde en luisterde met plezier naar de improvisaties van Art Tatum en andere jazzpianisten. In zowel de eerste twee delen als in de vitale en virtuoze finale van het werk horen we dat de componist geraffineerd orkestreert, zijn emoties meer kanaliseert dan voorheen en zich van een complexere taal bediend. Dat betekende dat het Vierde

54


Russische ritmiek

pianoconcert minder populair werd dan de nummers twee en drie: veel luisteraars hadden weer gehoopt op een emotioneel concerto, en veel critici vonden juist dat Rachmaninov met zijn nieuwe koers niet ver genoeg ging. De componist vond zelf de versie van 1926 te lang en meende dat het orkest veel te veel aan het woord was. De herziene versie die hij in 1941 maakte zou uiteindelijk zo’n 200 maten korter zijn. Niet lang nadat Rachmaninov emigreerde, nam ook zijn landgenoot Sergej Prokofjev de wijk naar het buitenland. Hoewel hij aanvankelijk dacht na een paar maanden terug te keren, bleek dit het begin van een vrijwillige ballingschap die zo’n 18 jaar zou duren. De grond in Rusland was hem te heet onder de voeten geworden en voor zijn nieuwe muziek leek het klimaat na de bolsjewistische revolutie van 1917 niet erg geschikt. Prokofjev had zich – anders dan Rachmaninov – tot dan toe vooral laten zien als een creatieve, vooruitstrevende componist, die met dissonante en futuristische muziek als een enfant terrible van de Russische muziek werd beschouwd. Toch zou Prokofjev – in 1933 – wel weer in de Russische moederschoot terugkeren; waarschijnlijk hoopte de politiek nogal naïeve toonmeester dat zijn carrière in het communistische vaderland een hogere vlucht zou nemen dan in het Westen, waar zijn successen in het algemeen slechts matig waren. Vooral zijn nieuwe, eenvoudige en sobere stijl zou wellicht het goed doen in de Sovjet-Unie, zo moet hij gedacht hebben, maar ook heimwee naar zijn vaderland speelde een rol bij zijn beslissing. Terug thuis, ontkwam de ‘verloren zoon’ niet aan het componeren van propagandistische muziek, terwijl hij zich ook volop bezighield met film-, theater- en balletmuziek. De eerste film waarbij hij in 1933 muziek schreef was Luitenant Kizje van regisseur Alexander Faintsimmer. Aan de film ligt een verhaal ten grondslag dat gaat over een luitenant, die alleen maar op papier bestaat. De bureaucratische ambtenaren durven de fictieve man niet uit de boeken te schrappen, omdat de tsaar hem gunsten heeft verleend. Luitenant Kizje maakt allerlei avonturen mee, hij wordt bevordert, trouwt en wordt verbannen naar Siberië als hij meedoet aan subversieve activiteiten. Vlak voor hij uiteindelijk toch weer in genade wordt aangenomen en bij de tsaar moet komen, sterft hij. Het satirische verhaal was een kolfje naar Prokofjevs hand: als geen ander kon hij spottende en ironische muziek schrijven. In 1934 stelde de componist zelf een vijfdelige suite uit de filmmuziek samen.

55


In al de vijf delen keert een volksliedachtige melodie terug, die de virtuele hoofdpersoon uitbeeldt. Het eerste deel is marsachtig, het tweede is geschreven met een knipoog naar de romances uit het begin van de 19de eeuw, de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Het derde deel verwijst naar de feestelijkheden rond Kizje’s bruiloft, en ook in het vierde deel gaat het er vrolijk aan toe. Deel vijf is een soort samenvatting van de vorige delen. Hoe zou Joseph Haydn gecomponeerd hebben als hij in het begin van de 20ste eeuw zou hebben geleefd? Dat was een van de vragen die Prokofjev zich stelde toen hij bezig was met zijn Eerste symfonie in d, opus 25. Het was de zomer van 1917, niet lang voordat de componist de wijk zou nemen naar het Westen. Prokofjev had zich voorgenomen te componeren zonder een piano te gebruiken, om tot thema’s van een ‘betere kwaliteit’ te komen. Tijdens de compositielessen bij zijn leraar Nikolai Tscherepnin had hij zich grondig verdiept in de symfonieën van Haydn, waarvan hij vorm en instrumentatie voor zijn eigen symfonie als model koos. Het resultaat werd een vrolijk, elegant en speels neoklassiek werk, dat in de milde toon nogal afwijkt van de futuristische en modernistische werken die Prokofjev tot dan toe had geschreven. Na het afgewogen, classicistische openingsdeel volgt een lyrisch tweede deel. In plaats van een menuet – zoals in de Haydnsymfonieën – koos Prokofjev als derde deel een andere 18de-eeuwse dans: een vrolijke Gavotte. De symfonie eindigt met een wervelende, snelle finale. Prokofjev noemde het werk zelf zijn ‘Klassieke symfonie’ onder meer ‘met het doel om de domoren te ergeren en in de stille hoop dat de symfonie zich uiteindelijk als ‘klassiek’ zou bewijzen.’ Een klassieker werd het werk zeker: met Peter en de wolf behoort de Eerste symfonie tot Prokofjevs meest gespeelde en populairste werken. Dirk Luijmes

CD-voordeel

Zie bladzijde 74-75 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.

56


Russische ritmiek


Uit de nieuwe wereld

Ken-ichiro Kobayashi dirigent Eliane Rodrigues piano

Arnhem

wo. 24 november (Serie A) Musis Sacrum, 20.15 uur Inleiding Martin Buninga, 19.15 uur Adoptieconcert Dirkzwager

Doetinchem

do. 25 november (Serie D) Schouwburg Amphion, 20.00 uur Inleiding Martin Buninga, 19.00 uur

Amsterdam

vr. 26 november Concertgebouw, Amsterdam, 20.15 uur Adoptieconcert Teijin Aramid

Nijmegen

zo. 28 november (Serie M) De Vereeniging, 14.15 uur Inleiding Martin Buninga, 13.15 uur

58


Uit de nieuwe wereld

Programma Frédéric Chopin (1810-1849) Pianoconcert nr. 1 in e, opus 11

maestoso •• Allegro Romanze: larghetto •• Rondo: vivace ••

Antonín Dvorák (1841-1904)

Symfonie nr. 9 in e, opus 95 ‘Uit de nieuwe wereld’

– allegro motto •• Adagio Largo •• Scherzo: molto vivace •• Allegro con fuoco ••

59


Ken-ichiro Kobayashi vaste dirigent De Japanse dirigent Ken-ichiro Kobayashi is sinds september 2006 als vaste dirigent aan Het Gelders Orkest verbonden. Hij leidde het orkest in het voorjaar van 2007 en 2009 tijdens uitgebreide, zeer succesvolle tournees door zijn geboorteland Japan. Ook in eigen land oogstten de concerten onder zijn leiding met werken van o.a. Tsjaikovski, Berlioz, Moesorgski en Rimski-Korsakov zeer veel lof. In het seizoen 2010-2011 dirigeert hij o.a de Negende symfonie van Dvorák en Stravinsky’s Vuurvogelsuite. Ken-ichiro Kobayashi studeerde directie bij Akeo Watanabe en Kazuo Yamada aan de Tokyo National University of Fine Arts. In 1974 startte hij zijn Europese loopbaan met het winnen van het Internationale Dirigentenconcours in Boedapest. Sindsdien heeft hij met veel belangrijke orkesten in Europa gewerkt, in landen als Hongarije, Duitsland, Oostenrijk, Engeland, Frankrijk, Italië en Tsjechië. Kobayashi was gedurende tien jaar artistiek leider en chef-dirigent van het Hongaars Nationaal Philharmonisch Orkest en lange tijd als Music Director verbonden aan het Japan Philharmonic Orchestra.

60


Uit de nieuwe wereld

Eliane Rodrigues piano De piano is een doek, een klankbord waarop kleuren en geluiden in felle mengeling en levendige subtiliteit onze wereld relativerend en wezenlijk vrolijk en zintuiglijk weergeven.’ Het is het motto waarmee de van oorsprong Braziliaanse pianist Eliane Rodrigues (1959) haar liefde voor haar instrument gestalte geeft. En dat doet zij al heel wat jaren met verve. Het begon in Rio de Janeiro waar zij reeds op vijfjarige leeftijd haar eerste concert gaf. Een jaar later had zij haar eerste optreden op de Braziliaanse televisie. Grote indruk maakte zij als finalist van het Koningin Elisabeth Concours in België waar zij de publieksprijs won. Sindsdien is zij een veel geziene solist op de grote concertpodia in de wereld. Ook haar 25 cd’s getuigen van haar muzikale gave. Zeker haar opname van de vijf pianoconcerten van Prokofjev leverde haar lovende kritieken op. Niet voor niets dat zij een graag geziene en regelmatig terugkerende gast bij Het Gelders Orkest is. De ambities van Eliane Rodrigues reiken echter verder. Zij is actief als componiste, heeft haar eigen zomerfestival in het Zwitserse Saas-Fee en is als docente verbonden aan het Conservatorium van Antwerpen. Sinds enkele jaren heeft zij ook de baton opgenomen en is een succesvolle carrière als dirigent begonnen.

61


Uit de nieuwe wereld Het programma van vandaag stelt twee componisten centraal die zich, hoewel sterk georiënteerd op hun nationale muziek, ook buiten hun geboorteland manifesteerden. Zo ontstond Dvoráks Negende symfonie in Amerika, terwijl het overgrote deel van Chopins oeuvre geschreven werd buiten Polen. Reeds op zijn twintigste verliet Chopin zijn vaderland, aanvankelijk voor een concerttour, maar hij hoorde in Wenen van de bloedige wijze waarop de Russen de Poolse opstand hadden neergeslagen en besloot in het Westen te blijven. Het heimwee naar zijn vaderland bleef in zijn muziek echter altijd hoorbaar, niet alleen door de uitgesproken melancholieke ondertoon, maar ook door het gebruik van typisch Poolse dansen als de mazurka en de polonaise. Had Chopin voorvoeld dat hij Polen definitief verliet? Een brief van 4 september 1830, kort voordat hij vertrok, geeft wel die indruk: ‘Ik denk dat ik op reis wil om mijn geboorteplaats voorgoed te vergeten. Ik denk dat ik vertrek om te sterven. Maar hoe troosteloos moet het zijn in den vreemde te sterven en niet op de plek waar men heeft geleefd. Hoe vreselijk zal het zijn in plaats van mijn familie een of andere kille dokter of een bediende aan mijn sterfbed te moeten zien.’ Ondanks zijn Poolse jeugd kan Chopins West-Europese achtergrond niet ontkend worden: zijn vader was namelijk afkomstig uit de Vogezen. Voor de concerten die hij in de jaren 1828 tot 1832 gaf, schreef Chopin onder meer zijn twee pianoconcerten. In tegenstelling tot wat hun nummering suggereert, is het zogenaamde Tweede het oudste. Toen hij dat in 1830 voltooid had begon hij aan het concert dat we thans kennen als het Eerste.

62


Uit de nieuwe wereld

Chopins brieven geven een aardig inzicht in het compositieproces. In april horen we de eerste geluiden over het openings­ allegro, dat beter zou worden dan dat van het vorige concert. Op 15 mei gaat Chopin uitgebreider in op het langzame deel: ‘Het Adagio [Larghetto] is niet luid bedoeld, maar heeft meer van een romance en is rustig en melancholiek; het moet de indruk geven van het teder naar een plaats staren die duizend dierbare herinneringen oproept. Het is een soort meditatie in prachtig lenteweer, maar bij maanlicht.’ In de loop van dat jaar nadert het concert zijn voltooiing. Dat de componist zelf te spreken was over de beide hoekdelen wordt gedemonstreerd in een brief uit september. Daarin noemt hij het rond ‘effectief’ en het Allegro ‘krachtig’, maar niet zonder er aan toe te voegen ‘O, vervloekte eigenliefde’. Eigenliefde of niet; het kan niet ontkend worden dat Chopins Pianoconcert opus 11 sindsdien is gaan behoren tot het standaardrepertoire over de gehele wereld. New York Het was ene Jeannette Thurber, de echtgenote van een puissant rijke kruideniersgroothandelaar, die Antonín Dvorák uitnodigde om naar New York te komen om daar directeur te worden van het conservatorium. Wat Thurber voor ogen stond was het vestigen van een nationale muziektraditie en het was haar een doorn in het oog dat getalenteerde jonge Amerikanen in Europa hun opleiding gingen volgen. Ze was een idealist, want ze stelde ook armlastige talenten in staat een goede opleiding te doorlopen: rond 1890 kon slechts een tiende deel van 250 studenten het lesgeld betalen, maar zij bekostigde dat voor de minder draagkrachtigen. Het was háár idee om de in Europa zo gevierde Antonín Dvorák, een van de boegbeelden van een nationale stijl, naar New York te halen. Ze had er dan ook de middelen voor, want ze bood de componist een salaris dat bijna het dertigvoudige was van wat hij verdiende aan het conservatorium in Praag. Eind 1891 tekende Dvorák het contract en in oktober van het daarop volgende jaar arriveerde hij in de ‘nieuwe wereld’. De kranten riepen bij zijn aankomst dat de beroemde Europeaan uitmuntend model zou kunnen staan voor de jonge generatie Amerikaanse componisten: ‘Hij heeft voor Bohemen gedaan wat Chopin voor Polen deed, Liszt voor Hongarije en Grieg voor Noorwegen, namelijk een nieuwe tak laten ontkiemen aan de stam van de Europese muziek. [….] Laat de Amerikaanse componist nu de muziek van Dvorák bestuderen vanuit die optiek; laat hem zien hoe

63


iemand leerling is van Duitse meesters en toch schrijft in een nieuw nationaal idioom.’ Tussen 10 januari en 24 mei 1893 werkte Dvorák aan zijn Negende symfonie. Al dertig jaar eerder, in de jaren zestig, had de lectuur van Longfellows ‘Song of Hiawatha’ grote indruk op hem gemaakt. Het hoeft dan ook geen verbazing te wekken dat Dvorák, na zijn aanstelling als conservatoriumdirecteur, serieus dacht over een opera over het gegeven. Hoewel het project voortijdig strandde, waren de schetsen niet voor niets. Enkele ideeën kregen namelijk een plaats in de Negende symfonie: de begrafenis van Minnehaha werd verwerkt in het largo ervan en de indianendans in het scherzo. Om de Amerikaanse muziek beter te leren kennen liet Dvorák zich voorzingen door AfroAmerikanen aan het conservatorium; met name de spirituals maakten een grote indruk op hem. Hij wees dan ook, kort voordat hij de Negende symfonie voltooide, in een kranteninterview op het belang van deze erfenis: ‘Ik ben er nu van overtuigd dat de toekomstige muziek van dit land gebaseerd moet worden op wat je de negermelodieën zou kunnen noemen. Deze moeten de werkelijke basis zijn van de enige serieuze en originele compositieschool die ontwikkeld moet worden in de Verenigde Staten.’ En iets verderop: ‘Deze prachtige en gevarieerde melodieën zijn de producten van dit land, ze zijn Amerikaans.’ Maar hoe ‘Amerikaans’ ook, er is ook wel opgemerkt dat Dvoráks symfonie ‘Uit de nieuwe wereld’ aanmerkelijk minder Amerikaans is dan de titel suggereert. We horen soms Boheems aandoende thema’s, zij het gekleurd naar de pentatonische (vijftonige, ‘zwarte toetsen-’) melodiebouw van de negermuziek. Dvorák voltooide zijn symfonie op de dag waarop zijn kinderen, die de vakantie in Amerika zouden doorbrengen, Southampton hadden bereikt. De laatste pagina van de orkestpartituur vermeldt dan ook: ’Godlof! Voltooid op 24 mei 1893. De kinderen zijn aangekomen in Southampton. Antonín Dvorák. Ik kreeg een telegram om 13.33 uur.’ Gezien zijn opluchting is het Dvorák vergeven dat hij een klein steekje liet vallen: bij de eerste repetitie ontbraken de trombonepartijen in de laatste maten; hij had verzuimd die uit te schrijven. Frits de Haen

CD-voordeel

Zie bladzijde 74-75 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.

64


Losse kaarten

nu verkrijgbaar U kunt nu losse kaarten kopen voor de concerten van Het Gelders Orkest via onze webshop. Voor uzelf of om een concert cadeau te doen.

webshop.hetgeldersorkest.nl

Nieuw!

Tchaikovsky

Symphony no. 6 “Pathetique” € 19,95

webshop.hetgeldersorkest.nl 65


Beethoven nr. 2 Martin Sieghart dirigent Eduard Kiprsky piano

Zutphen

do. 2 december (Serie Z) Hanzehof, 20.00 uur Inleiding Kees Wisse, 19.00 uur

Nijmegen

za. 4 december (Serie 2) De Vereeniging, 20.15 uur Inleiding Kees Wisse, 19.15 uur Instapconcert- muzikale proeverij. Kennismakingsarrangement www.hetgeldersorkest.nl

Arnhem

zo. 5 december (M2) Musis Sacrum, 11.00 uur* Inleiding Kees Wisse, 10.00 uur Instapconcert- muzikale proeverij. Kennismakingsarrangement www.hetgeldersorkest.nl

66

* Aangepaste aanvangstijd i.v.m. Sinterklaas.


Beethoven nr. 2

Programma Ludwig van Beethoven (1770-1827) Ouverture Coriolan, opus 62

•• Allegro con brio

Pianoconcert nr. 1 in C, opus 15

con brio •• Allegro Largo •• Rondo: allegro scherzando ••

Symfonie nr. 2 in D, opus 36

molto - Allegro con brio •• Adagio Larghetto •• Scherzo: allegro •• Allegro molto ••

67


Martin Sieghart honorair gastdirigent Na ruim vijf succesvolle seizoenen als chef-dirigent is Martin Sieghart sinds januari 2009 benoemd tot honorair gastdirigent van Het Gelders Orkest. Zijn interpretaties van de symfonieën van Mahler en Bruckner, van Mozarts Da Ponte-opera’s en van werken van o.a. Schönberg en de Strauss-familie hebben hem tot een bij het orkest geliefde dirigent gemaakt. Maar ook het publiek sloot Martin Sieghart massaal in het hart. Al voor zijn benoeming tot chef-dirigent in 2003 was Martin Sieghart een graag geziene gastdirigent bij Het Gelders Orkest. Hij startte zijn carrière in zijn geboorteplaats Wenen, waar hij cello, piano en directie studeerde. In 1975 werd hij benoemd tot solocellist van de Wiener Symphoniker, het orkest dat hij in 1986 voor de eerste maal dirigeerde. Daarna was hij o.a. chef-dirigent van het Stuttgarter Kammerorchester en het Bruckner Orchester in Linz. Hij leidt de dirigentenklas van de Musikuniversität te Graz en is chef-dirigent van het Kammer­ orchester des Wiener Concert-Verein. Martin Sieghart maakte met Het Gelders Orkest cd-opnamen van symfonieën van Schubert en Brahms en van Das Lied von der Erde van Mahler. Van deze componist werkt hij met Het Gelders Orkest aan een registratie van de complete symfonieën. In het seizoen 2010-2011 staan de Derde en de Vijfde op het programma. Daarnaast dirigeert hij een Beethovenprogramma met diens Tweede symfonie en Eerste pianoconcert.

68


Beethoven nr. 2

Eduard Kiprsky piano De in Sint-Petersburg geboren pianist Eduard Kiprsky (1986) speelde al op vijfjarige leeftijd cello en piano. Aanvankelijk nam hij als kind les op de cello, maar bij aanvang van zijn studie aan het conservatorium in zijn geboortestad had hij definitief gekozen voor de piano. Ook studeerde hij er compositie. In 2005 sloot hij zijn studie met groot succes af. Momenteel vervolgt hij zijn opleiding aan de Folkwang Universität der Künste in Duisburg/Essen. Eduard Kiprsky heeft diverse concoursen op zijn naam staan waaronder het Prokofjev-concours in Alma Ata, de International SEILER Piano Competition in Griekenland en in 2008 in Sint Petersburg het concours ‘Three centuries of a classical Romance’. Ondanks zijn jonge leeftijd heeft Eduard Kiprsky een drukke concertagenda die hem in de afgelopen jaren op concertpodia voerde in Rusland, Italië, Duitsland, Oostenrijk en natuurlijk Nederland.

69


Beethoven nr. 2 Ouverture Coriolan De heer Ludwig van Beethoven was een koppig man. Zijn wil was wet; zijn idee was hét. ’t Was verreweg het verstandigste om er maar niet tegenin te gaan. In de stijfhoofdige Romeinse veldheer Coriolanus vond Beethoven zijn evenbeeld, en het is dan ook met een pittig, onverzettelijk muziekje dat hij hem weergeeft in zijn Ouverture Coriolan. Alleen het zachte van vrouwen kon de ijzervreter Coriolanus vermurwen; in de ouverture hoor je hoe geleidelijk dat koppige karakter aan redelijkheid toe gaat geven. Ook dat was iets wat Beethoven wel herkende: op hem had ‘het vrouwelijke’ een heel verzachtende uitwerking. Ontmoette hij iets lieftalligs, schoons, charmants, dan werd hij een ander mens. Misschien was hij daarom wel altijd verliefd en had hij vaak vrouwen om zich heen, liefst vrouwen met edel bloed: wie wil er niet zo veel mogelijk zijn beste kanten laten zien… Ja, dan spleet zijn norse buitenkant open, speelde een lach over zijn anders zo sombere gelaat, legde hij zijn ruwe boersheid af en was hij geestig en innemend. Niettemin, in hoofdzaak is Coriolan een stijfkoppig werk. Al was het alleen maar omdat het helemaal uit één hardnekkig motiefje is opgebouwd. Het publiek van het eerste uur – we schrijven 1806 in Wenen ten huize van Beethovens puissant rijke schutspatroon prins Karl Lichnowsky – begreep de muziek meteen. ‘Volheid van kracht,’ merkte het Journal des Luxus und der Moderne op en de Allgemeine Musikalische Zeitung had het zelfs over ‘vuur en kracht.’

70


Voelt u zich niet gekrenkt. U luistert met liefde en respect naar Beethovens Eerste pianoconcert en terecht. Maar gelet op wat Beethoven er zelf van vond, zou hij u dat haast kwalijk nemen. In een brief aan zijn uitgever (december 1800) noemde hij het ‘een pianoconcert dat ik echter – evenmin als een ander concert dat hier wordt uitgegeven, het is maar dat de recensenten bij u in Leipzig het weten – niet tot mijn meest geslaagde [werken] reken, want die bewaar ik nog een poos voor als ik zelf nog eens op tournee ga...’

Beethoven nr. 2

Pianoconcert nr. 1

Aan de andere kant, Beethoven gebruikte dit stuk wél om er als componist en pianist gunstig mee voor de dag te komen op het eerste grote concert dat hij in Wenen ten eigen bate gaf. Dat was in het Keizerlijk Hoftheater ‘naast de Burg’ op 2 april 1800 om 6.30 uur ’s avonds, ‘kaarten verkrijgbaar op het adres van mijnheer van Beethoven, Tiefen Graben 241, derde verdieping, en bij de kaartverkoper van het theater.’ Het was een avond die zich diep in het Weense geheugen prentte. Niet alleen dit pianoconcert klonk; ook improviseerde Beethoven ‘op meesterlijke wijze’ op de piano én ging zijn Eerste symfonie in première, een mijlpaal in de ontwikkeling van het genre. Het was al met al een concert waarop Wenen luid en duidelijk te verstaan werd gegeven dat zich binnen haar muren het soort genie had gevestigd waar het de komende decennia nog flink rekening mee zou moeten houden. Beethoven toont zich in dit Eerste pianoconcert (eigenlijk het tweede; het officiële nr. 2 in Bes opus 19 werd pas later gepubliceerd) weer eens de meester van het ‘alles uit niets’. Het hoofdthema van het eerste deel? Een octaafsprong. Vervolgens listig en voor de hand liggend opgevuld met een toonladder. Het antwoord hierop? Weer dat suffe octaaf, toontje hoger. Weer handig opgevuld met - een toonladder. En imponerend dat het klinkt, misschien wel juist omdat de dynamiek onderdrukt ‘piano’ is. Uit octaaf en toonladder trekt het genie een compleet deel op. Na het Largo laat (de jonge) Beethoven horen dat hij niet alleen stoer, krachtig en dramatisch maar vooral ook heel geestig kon zijn: een onvergetelijk rondo-thema, dwars tegen de maat in gecomponeerd.

Symfonie nr. 2 Hij liet Wenen achter zich. Drukke pleinen vol bontgeklede mensen, geel gepleisterde huizen met barokke gevelversiering,

71


rijtuigen, paarden, de boeiende gesprekken met zijn uitgevers in hun luxe hoge appartementen, de kleine steegjes met de kroegen ‘Zum Ochsen’ en ‘Zum Schwan’. Hij liep de poort door, zag, toen hij op de brug over de Donau even achterom keek, de oude stadswallen liggen. Voor hem doemde in de verte een kerk op. Al was ze niet zo groot, ze stak met sierlijke spits en rood dak hoog boven het omringende dorpje uit. Heiligenstadt. Zo liep hij een kwartiertje. Een lichte stijging van de weg en Beethoven stond op het rechthoekige pleintje voor de kerk. Er was hier zoveel groen, veel meer dan in Wenen. De tuin naast de kerk stond in bloei; bladeren en bloemen vingen het licht. Hij sloeg een zanderig zijwegje in, de Probusgasse: lage witgrijze huizen met halfronde poortjes en witte kozijnen. Voor het zesde huis bleef hij staan. Hij duwde de poort open en kwam op een binnenplaatsje. Het is er donker, koel, besloten, een kastanjeboom neemt veel licht weg. Langs het huis is een gaanderij met een trap. Hij loopt naar boven, opent een deur en herkent de kamer met z'n lage plafond en meelkleurig gepleisterde muren die wel een beetje bol lijken te staan. Vanuit het raam kijk je zo de tuin in. Beethoven blijft hier tot oktober, tot de bladeren droog en donkergeel zijn. Hij schrijft er zijn testament; of tenminste een brief aan zijn broers die onder die naam bekend staat: ‘Te lezen en uit te voeren na mijn dood.’ Waarom begint een gevierd pianist, een componist om wie de uitgevers staan te springen, een man van 32 met een goede gezondheid, daaraan? ‘Gij mensen die mij voor somber, knorrig of misantropisch houdt, welk onrecht doet gij mij aan! Gij kent de verborgen oorzaak niet van wat u zo voorkomt. Mijn hart en mijn gedachten waren van mijn jeugd af tot zachtheid en welwillendheid gestemd,’ begint het tragische document. Die oorzaak was, behalve zijn cholerisch karakter, zijn doofheid; 'Wat een vernedering was het als iemand die naast mij stond in de verte een fluit hoorde en ik hoorde niets; wanneer iemand een herder hoorde zingen en ik hoorde alweer niets'. In de zomer van 1802 realiseerde hij zich dat het niet meer goed zou komen; in oktober overwoog hij in het kamertje met het lage plafond zelfmoord. Beethoven verzegelde de brief en keerde met de herfst gewoon naar Wenen terug. Hij overhandigde zijn uitgevers drie nieuwe pianosonates, drie vioolsonates, een bundel pianostukken en bovendien: een nieuwe symfonie, zijn Tweede. Hij had hard gewerkt. Het zijn werken vol humor en levenslust; de Tweede symfonie is zonder meer het zonnigste stuk dat hij ooit schreef. Een raadsel? Het ‘Heiligenstädter Testament’ bevat een

72


Beethoven nr. 2

belangrijke zin, misschien wel de sleutel tot Beethovens karakter: ‘O Voorzienigheid - laat ooit een reine dag van vreugde voor mij dagen! - Zo lang al is de tedere weerklank der vreugde mij vreemd.’ Niet alleen zijn gehoor, hij miste ook de omgang met mensen, de vreugde die deze hem schonk, de gedeelde vreugde. ‘Die verbond hem met de wereld, zij was het fundament waarop de ideale gemeenschap der mensen hoorde te staan,’ schreef Norbert Loeser in zijn beroemde Beethoven-biografie. ‘Dat het verlies van zijn gehoor hem een onvoorwaardelijke ‘Lebensbejahung’ niet meer toestond, is het ergste wat hem kon overkomen.’ Beethoven was geen nors mens van nature, maar eerder een dionysische geest. Liever dan zijn eigen somberheid, isolement en teleurstelling bracht hij dan tenminste in zijn werk een uitgelaten levensstijl tot uitdrukking. Hieruit bestaat Beethovens heroïek - dat hij, een musicus die tenslotte stokdoof zou worden en van de mensen haast vervreemd, tegen alles in met humor, wilskracht en onbuigzaamheid de vreugde als het ware ‘belijdt’; als het hem niet in de omgang met mensen lukt, dan in muziek. En dat hoor je zeker in deze Tweede symfonie. Stephen Westra

CD-voordeel

Zie bladzijde 74-75 voor HGO/Bergmann cd-voordeel.

73


HGO/Bergmann cd-voordeel Op deze cd’s krijgt u 10% korting bij Muziekhandel Bergmann in Arnhem. Natuurlijk kunt u ook voor andere werken bij Bergmann terecht. U vindt de winkel op nummer 19 in de Koningstraat in Arnhem, tel. 026-442 30 14 of www.bergmann.nl.

Seizoensopening: Operabuffet Rossini: complete overtures The Academy of St. Martin in the Fields o.l.v. Neville Marriner (Philips) Te gast: Orkest van het Oosten Dvorák: Symfonie nr. 8 en 9 Budapest Festival Orchestra o.l.v. Iván Fischer (Channel) Operabegeleiding: Die Walküre Wagner: Die Walküre (complete) Solisten o.a. Birgitt Nilsson en John Vickers. London Symphony Orchestra o.l.v. Erich Leinsdorf (Decca) Weense Klassieken Beethoven: Symfonie nr. 4 Berliner Philharmoniker o.l.v. Claudio Abbado (DGG)

74


Familieconcert: Tijl Uilenspiegel muzikaal verhaal R. Strauss: symfonische gedichten Berliner Philharmoniker o.l.v Herbert von Karajan Mahler nr. 5 Mahler: Symfonie nr.5 Koninklijk Concertgebouw Orkest o.l.v. Mariss Jansons (RCO) Russische Ritmiek Rachmaninov: Pianoconcert 1 - 4 Vladimir Ashkenazy, piano. London Symphony Orchestra o.l.v. AndrĂŠ Previn Uit de nieuwe wereld Chopin: Pianoconcert nr.1 Krystian Zimerman, piano. Pools Festival Orkest (DGG) Beethoven nr. 2 Beethoven: Pianoconcert nr. 1 Pjotr Anreszewski, piano. Deutsche Kammerphilharmonie (Virgin)

75


76


77


Biografie Het gelders orkest Stevig verankerd in de Gelderse en Nederlandse samenleving geeft Het Gelders Orkest een groot aantal concerten per seizoen op de belangrijke podia in Nederland. Het orkest etaleert zich daarnaast graag met tournees en concerten in het buitenland. Daarmee is Het Gelders Orkest een van de meest actieve Nederlandse orkesten, en vervult het een ambassadeursrol zowel in als buiten Nederland. Dit maakt Het Gelders Orkest tot ÊÊn van de toporkesten van Nederland. Passie is een sleutelbegrip voor Het Gelders Orkest. Het orkest investeert in de ontwikkeling van creativiteit en dynamiek in de organisatie. Enthousiaste, jonge en getalenteerde musici weten we hiermee aan ons te binden. Naast de vele symfonische concerten geven de speciale kamermuziekconcerten unieke kansen voor de musici en werken we aan de toegankelijkheid van het veelzijdige klassieke repertoire. Deze intieme concerten brengen musici en publiek letterlijk en figuurlijk dichter bij elkaar. Vanuit maatschappelijk oogpunt beschouwt het orkest het als zijn taak om de passie voor live klassieke muziek over te dragen op zowel jong als oud. Daartoe organiseert het orkest jaarlijks een groot aantal familieconcerten, educatieconcerten en speciale participatieprojecten voor amateurs en neemt het jaarlijks meerdere (live) cd’s op. Het orkest voelt zich in zijn missie gesteund door een trouw publiek en een steeds groter wordende groep Vrienden, Partners en Mecenassen. Hoofdsponsor van Het Gelders Orkest is Teijin Aramid B.V.

78


1ste viool

altviool

Cécile Huijnen 1ste 1ste concertmeester Roeland Gehlen 1ste 1ste concertmeester Rémy Baudet 2de 1ste concertmeester Jelena Risti´ c 1ste 2de concertmeester Alexej Pevzner 2de 2de concertmeester Farinaz Kherad Picheh Janneke Roelofs Anna Wiersum Sylvia van der Grinten Aimée Broeders Pieternel van Lent Alexander de Blaey Melanie Jansen Ewoud Mahler Mara Milkelsone-Mahler

Bart Peters aanvoerder Meintje de Roest aanvoerder Eileen McEwan plv. aanvoerder Elka Berberich plv. aanvoerder Wouter van Ettinger Marieke Wenink Peter van Praagh Wim Traa Jan Willem van der Eyk Marian van den Berg

2de viool Marjolein van Dingstee aanvoerder Cindy Albracht aanvoerder Arthur Orneé plv. aanvoerder Bert Neisingh Saskia Bos Martijn Tjoelker Christien Gerritsen Marjo Finke Wouter Schmidt Michaela van Buuren Mark Levin Eva Bengtsson Boukje Raes Eszter Frauenholz Marte Straatsma

Biografie Het Gelders Orkest

Orkestbezetting

violoncello René Berman solo-cellist Maike Reisener solo-cellist Ran Varon plv. aanvoerder Inge Grevink plv. aanvoerder Liliana Rupp Joke den Heijer Eveline Rosenhart Mariëlla Duindam Agaath Kooistra

contrabas Aristotelis Potamianos aanvoerder Hans Blok plv. aanvoerder Joost Hillen plv. aanvoerder Jacinta Molijn Peter Rikkers

79


fluit

trompet

Peter Verduyn Lunel 1ste fluitist Eveline Poser plv. 1ste fluitist Heleen de Witte Gudrun Bourel piccolo誰st

Tonnie Kievits 1ste trompettist Bob Koertshuis 1ste/plv. 1ste trompettist Jacq Sanders

hobo

Jilt Jansma 1ste trombonist Christian Ansink plv. 1ste trombonist Dick Bolt bastrombonist

Bram Kreeftmeijer solo-hobo誰st Jeroen Soors solo-hobo誰st Arthur Mahler Sigurd Smit

trombone

tuba

klarinet

Arjan Stroop 1ste tuba誰st

Oscar Ramspek 1ste klarinettist Arno Stoffelsma plv. 1ste klarinettist Irene Teepe

slagwerk

fagot Mette Laugs 1ste fagottist Joop Bremer

hoorn Stefan Blonk 1ste hoornist Laurens Woudenberg 3de/plv. 1ste hoornist Syta IJpma Kirsten Jeurissen Jose Luis Sogorb Jover

80

Mark Voermans 1ste paukenist/ aanvoerder slagwerk Peter Wolterinck plv. 1ste paukenist/ 1ste slagwerker Jan Roel Hamersma

harp Diana de Vries 1ste harpist


81


Concertlijst Seizoensopening 2010-2011:

Operabuffet Arnhem

wo. 25 augustus Musis Sacrum, 12.45 uur

Gratis lunchconcert: aangepast programma

Arnhem

zo. 29 augustus Stadhuishal, 12.00 uur

Gratis concert: aangepast programma

Apeldoorn

do. 26 augustus (Serie I en II) Orpheus, 20.00 uur

Reserveren: 0900-123 0123 of www.orpheus.nl

Nijmegen

vr. 27 augustus Stadsschouwburg, 20.15 uur

Reserveren: 024-322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl

Te gast: Orkest van het Oosten

DvorÀk nr. 8 Arnhem

vr. 25 september (Serie B) Musis Sacrum, 20.15 uur

Inleiding Jacob Jansen, 19.15 uur Reserveren: 026-443 73 43 of www.musissacrum.nl

82


Die Walk端re

Operabegeleiding:

Enschede

zo. 26 september Nationaal Muziekkwartier, 14.00 uur wo. 29 september Nationaal Muziekkwartier, 17.00 uur za. 2 oktober Nationaal Muziekkwartier, 16.00 uur wo. 6 oktober Nationaal Muziekkwartier, 17.00 uur za. 9 oktober Nationaal Muziekkwartier, 16.00 uur di. 12 oktober Nationaal Muziekkwartier, 17.00 uur

Reserveren: 053-485 85 00 of www.muziekkwartier.nl

Weense Klassieken Arnhem

wo. 20 oktober Musis Sacrum, 12.45 uur Gratis lunchconcert

Doetinchem

do. 21 oktober (Serie D) Schouwburg Amphion, 20.00 uur Inleiding Kees Wisse. 19.00 uur Reserveren: 0314-37 60 00 of www.amphion.nl

Ede

vr. 22 oktober (Serie E) Cultura, 20.15 uur Vriendenarrangement Inleiding Kees Wisse, 19.15 uur Reserveren: 0318-67 28 00 of www.cultura-ede.nl

Barneveld

za. 23 oktober Schaffelaartheater, 20.15 uur Inleiding Kees Wisse, 19.15 uur Reserveren: 0342-84 28 48 of www.schaffelaartheater.nl

Arnhem

zo. 24 oktober (Serie M) Musis Sacrum, 14.15 uur Reserveren: 026-443 73 43 of www.musissacrum.nl

83


Familieconcert muzikaal verhaal

Tijl Uilenspiegel Apeldoorn

vr. 29 oktober Orpheus, 19.00 uur

Reserveren: 0900-123 0123 of www.orpheus.nl

Arnhem

zo. 31 oktober (Serie F) Musis Sacrum, 14.15 uur

Reserveren: 026-443 73 43 of www.musissacrum.nl

Mahler nr. 5 Nijmegen

do. 4 november (Serie 1) De Vereeniging, 20.15 uur

Inleiding Maarten Brandt, 19.15 uur Reserveren: 024-322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl

Arnhem

vr. 5 november (Serie A) Musis Sacrum, 20.15 uur

Relatieconcert Stichting Partners Live cd-opname Inleiding Maarten Brandt, 19.15 uur Reserveren: 026-443 73 43 of www.musissacrum.nl

Apeldoorn

zo. 7 november (Serie I en II) Orpheus, 16.00 uur

Vriendenarrangement Inleiding Maarten Brandt, 15.15 uur Reserveren: 0900-123 0123 of www.orpheus.nl

Russische Ritmiek Zutphen

do. 11 november (Serie Z) Hanzehof, 20.00 uur

Inleiding Martin Buninga, 19.00 uur Reserveren: 0575-51 20 13 of www.hanzehof.nl

Arnhem

vr. 12 november (Serie B) Musis Sacrum, 20.15 uur

Inleiding Martin Buninga, 19.15 uur Reserveren: 026-443 73 43 of www.musissacrum.nl

Utrecht

zo. 14 november Vredenburg Leidsche Rijn, 15.00 uur Reserveren: 030-231 45 44 of www.vredenburg.nl

84


Koorbegeleiding

Die Jahreszeiten Toonkunst Arnhem vr. 19 november Musis Sacrum, 20.15 uur

Reserveren: 026-443 73 43 of www.musissacrum.nl

Uit de nieuwe wereld Arnhem

wo. 24 november (Serie A) Musis Sacrum, 20.15 uur

Adoptieconcert Dirkzwager Inleiding Martin Buninga, 19.15 uur Reserveren: 026-443 73 43 of www.musissacrum.nl

Doetinchem

do. 25 november (Serie D) Schouwburg Amphion, 20.00 uur

Inleiding Martin Buninga, 19.00 uur Reserveren: 0314-37 60 00 of www.amphion.nl

Amsterdam

vr. 26 november Het Concertgebouw, 20.15 uur

Adoptieconcert Teijin Aramid Reserveren: 0900-671 8345 (â‚Ź 1, - per gesprek) of www.concertgebouw.nl

Nijmegen

zo. 28 november (Serie M) De Vereeniging, 14.15 uur

Inleiding Martin Buninga, 13.15 uur Reserveren: 024-322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl

Beethoven nr. 2 Zutphen

do. 2 december (Serie Z) Hanzehof, 20.00 uur

Inleiding Kees Wisse, 19.00 uur Reserveren: 0575-51 20 13 of www.hanzehof.nl

Nijmegen

za. 4 december (Serie 2) De Vereeniging, 20.15 uur

Instapconcert, muzikale proeverij, zie www.hetgeldersorkest.nl Inleiding Kees Wisse, 19.15 uur Reserveren: 024-322 11 00 of www.keizerkarelpodia.nl

Arnhem

zo. 5 december (Serie M) Musis Sacrum, 11.00 uur

Instapconcert, muzikale proeverij, zie www.hetgeldersorkest.nl Inleiding Kees Wisse, 10.00 uur Reserveren: 026-443 73 43 of www.musissacrum.nl

85


Colofon Gehoord is een uitgave van Het Gelders Orkest

Samenstelling en eindredactie:

Marco van Es, Christine Fleischhacker, Het Gelders Orkest Vormgeving: Buro voor de Boeg, Rotterdam

Aan dit nummer werkten mee: Maarten Brandt, Frits de Haen, Dirk Luijmes, Christiane Schima, Stephen Westra en Jos van der Zanden.

Fotografie: Marco Borggreve, Steven Walthem, Dik Nicolai, F. Widdershoven, Nebojsa Babic, Allard Willemse,  Bokkie Vink, Eneharry Bureau Het Gelders Orkest: Het Gelders Orkest Postbus 1180 6801 BD Arnhem telefoon 026 - 789 01 30 e-mail: info@hetgeldersorkest.nl www.hetgeldersorkest.nl Š Het Gelders Orkest, Arnhem, augustus 2010

86


87


50V777 Omslag 7_004

04.05.2009 13:19:59

Pdf_Monique

The best things in life are created in harmony Working together as a real team not only makes the work itself more pleasurable, it delivers a better end product every time. In music and in business. That’s why Teijin Aramid, one of the worlds biggest producers of the ultra strong, lightweight and sustainable aramid fiber focuses on partnership with its customers. To create the best and most sustainable solutions. Time and time again. Teijin Aramid is the main sponsor of the Arnhem Philharmonic Orchestra since 2002.

www.teijinaramid.com


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.