VERSCHIJNT 1X PER WEEK - ALTIJD OP DONDERDAG - VOOR ECHTE DEVENTERNAREN - NR. 01 - JANUARI 2021
Deventer Donder Dagblad
Nieuws dat insloeg ...
‘Boer van de Binnensingel’ neemt na vijfendertig jaar afscheid van de Rijks Landbouw Voorlichting ...
‘Boeren zijn geen koning meer op hun eigen erf ’ (Van onze correspondent / GB) DEVENTER/SCHALKHAAR - Meer dan tweehonderd mensen uit de agrarische sector hebben in de Lindeboom te Schalkhaar afscheid genomen van hun bedrijfsvoorlichter, ing. E.J. Bomans (61). Hij is bijna 35 jaar bedrijfsvoorlichter geweest in de rundveehouderij, waarvan 30 jaar in Deventer en Diepenveen. Onder de aanwezigen was H. van de Brand, hoofd van het Consulentschap Zwolle, die Bomans vooral prees om zijn voorlichting op technisch en economisch gebied. Voorzitter Herman Nieuwenhuis van de Vereniging voor Landbouwvoorlichting Diepenveen en omstreken had lof voor Bomans’ grootste verdienste: de deeltijdboekhouding. Zowel van het consulentschap als van de vereniging kreeg Bomans een cheque, die een bijdrage moeten vormen aan zijn op stapel staande reis naar Nieuw-Zeeland.
‘E
igenlijk had ik boer willen worden, maar toen ik op school het vak economie kreeg, kwam ik er achter dat je daarvoor een behoorlijk kapitaal nodig had. En dat had ik dus niet.’ Bomans laat geen twijfel bestaan over zijn ware identiteit. ‘Ik ben een boer. Ze noemen me ook wel ‘boer van de Binnensingel’, ik kan goed Nederlands, maar ik praat graag plat.’
Assistent
Eigenlijk rolde de in Herike (gemeente Markelo) geboren ‘zoon van het platteland’ toevalligerwijs, na vijf jaar boerenknecht te zijn geweest, weer in het leerproces. Toen hij tijdens de tweede wereldoorlog in 1943 in Duitsland te werk werd gesteld, bracht een ‘Ausweis’ voor schoolbezoek hem noodgewongen op de Rijks Landbouw Winterschool, een tweejarige dagopleiding waar het vak economie hem de ogen opende. Na wat werkzaamheden in de administratieve sfeer, werkte hij in 1950 een half jaar op een proefboerderij in Heino; op 9 september van dat jaar ging eindelijk zijn grote wens in vervulling en werd hij gevraagd een opengevallen plaats als ‘assistent bij de Rijkslandbouw Voorlichtingsdienst’ te bekleden. In 1968 werd deze functie omgedoopt tot ‘bedrijfsvoorlichter’.
Ingenieur E.J. Bomans: boer met de boeren ...
Oud nieuws van onder de toren ...
In de beginperiode hield Bomans zich vooral bezig met de DKB (Dienst Kleine Boeren)-regeling, die in de vorm van van subsidies de kleine bedrijven rendabeler moest maken, en de werkgelegenheid in stand moest houden. Vanaf 1968 hield hij zich voornamelijk bezig met het financieel doorlichten van de boerenbedrijven. ‘Het was gewoon rekenen, soms achter op een sigarendoosje’. >>
‘We moeten het kapitaal, de aarde, in stand houden. We mogen alleen de rente ervan gebruiken’
Bomans poserend in zijn huis aan de Binnensingel. Achter hem de telefoon, waarmee hij de boeren uit het rayon Diepenveen vaak deskundig advies gaf. >> ‘Als je honderd gulden bij een baas kunt krijgen, dan moet je als zelfstandige zeker hondervijfentwintig verdienen. Dat resultaat kwam er vaak niet uit. Ik zei echter nooit keihard dat zo’n bedrijf er maar mee op moest houden.’
Zakelijker
Met de groei van de economie in de jaren tachtig, werd de boer noodgedwongen veel zakelijker. Bomans: ‘Dertig jaar geleden waren er meer mensen op het bedrijf; er was altijd wel tijd om even te praten. Nu zijn er nog maar een paar bedrijven, die vreemde arbeidskrachten hebben. Ook de boer is 2
veranderd. Ik had meerdere jonge boeren in mijn rayon; die kun je zondermeer overplaatsen naar de stad. De gemoedelijkheid die wij als ouderen kende, is verdwenen. Ik geloof niet dat de jongeren dat missen, maar voor ons is er niks meer aan. Het is veel zakelijker nu.’
ideeën zouden de ondergang voor veel boeren hebben betekend. Toen zag ik het even niet meer zitten en heb een hele moeilijke periode gehad.’
Bomans’ wraak was zoet. Met een scriptie over de landbouw in Diepenveen (1973) wist hij, na heel wat jaren avondstudie, zijn ingenieurstitel te bemachOok de bouw van ligboxenstallen (1973-1983: de tigen. Maar hij bleef boer met de boeren. ‘Je moet eerste honderd in de gemeente Diepenveen) werkte naast de boer staan. Ik zei nooit dat ik het wel wist. die zakelijkheid in de hand en had Bomans het moei- Ik zei altijd, als het aan mij lag, deed ik het absoluut. lijk met de prediking van Europees Commissaris Dat risico zou ik wel willen lopen, maar je moet het Mansholt, die het houden van honderd koeien als zelf weten. Ik wil er geen cent aan verdienen of op minimum zag. ‘Daar heb ik nooit in geloofd. Zijn toe leggen, maar volgens mij kan het.’ DeventerDonderDagblad
Tijdens zijn werk als voorlichter was Bomans vaak bij de boeren op de akkers of zoals hier in de weilanden bij de koeien te vinden. Ook organiseerde hij regelmatig excursies naar landbouwtentoonstellingen en werd het buitenland bezocht, om de kunst af te kijken bij de agrarische collega’s.
Overproductie
Eigenlijk kende het rayon Diepenveen in de jaren tachtig de problemen van mestoverschotten en overproductie nog niet. ‘Maar,’ zei Bomans, toen al ‘wij moeten het kapitaal, de aarde, in stand houden en we mogen alleen de rente ervan gebruiken. Van de maatregelen die nu genomen zijn, superheffing en meststoffenwet, kan ik de noodzaak niet beoordelen. Daarvoor draag ik te weinig kennis. Wel is het zo, dat een marktonderzoek heeft uitgewezen dat, wanneer je vijf procent teveel produceert, de prijs met dertig procent naar beneden gaat. Je moet een keer nee kunnen verkopen. Als de vraag honderd procent is, moet je 98 produceren en geen 105. Bij Philips is dat mogelijk; die weten vrij nauwkeurig hoeveel kleurentelevisies ze per dag kunnen produceren. Als boer weet je niet of een koe 5000 of 5500 liter per jaar geeft. Het ene jaar gaat het goed, het andere wil het niet. Heb je bijvoorbeeld tachtig koeien en zit er gemiddeld 200 liter verschil tussen, dan praat je wel over 16.000 liter melk.’
Begin jaren vijftig ging Bomans elke dag met de motor van Markelo naar Zwolle.
Afscheid
Bomans (links) tijdens een lunch/vergadering met de collega’s van de Rijks Landbouw Voorlichtingsdienst.
In zijn algemeenheid kijkt Bomans tevreden terug op de periode als bedrijfsvoorlichter in de rundveehouderij. ‘Hoe de boeren mij ervaren hebben, weet ik niet, maar ik heb hier met bijzonder veel plezier gewerkt. Aan de ene kant spijt het me dat ik de dertig jaar in Diepenveen net niet heb kunnen volmaken. Aan de andere kant spijt het me niet, omdat ik door mijn ziekte (november 1983) verschoond ben gebleven van impopulaire maatregelen als de meststoffenwet en superheffing. Vroeger was de boer koning op eigen erf, dat is nu verleden tijd ...’ <<
DeventerDonderDagblad 3