VERSCHIJNT 1X PER WEEK - ALTIJD OP DONDERDAG - VOOR ECHTE DEVENTERNAREN - NR. 02 - NOVEMBER 2020
Deventer Donder Dagblad
Nieuws dat insloeg ...
‘Eén van de eerste gemeentelijke waterleidingbedrijven in Nederland in het groene hart van Deventer...’
De watertoren en de hertjes in het Nieuwe Plantsoen samen één (Bron: Norman Boekhout) Aan het eind van de negentiende eeuw begon de gemeente het belang in te zien van een goede drinkwatervoorziening. Bovendien was er winst te behalen uit de exploitatie van een drinkwaterleiding. Gemeentes namen dan ook snel het particulier initiatief over tot het oprichten van waterwinbedrijven. Het Gemeentelijk Hogedruk Waterleidingbedrijf te Deventer is in 1890 opgericht, aan het begin van een periode van snelle uitbreiding van het Nederlandse drinkwaterleidingnet. De watertoren behoort tot één van de eerste gemeentelijke waterleidingbedrijven van het land. Het pompstation met aangebouwd filtergebouw maakt onderdeel uit van de toren.
D
e aanleg van de waterleiding betekende een grote vooruitgang voor de stad. Schoon drinkwater leidde uiteindelijk tot een duidelijke verbetering van de volksgezondheid. In 1893 werd de watertoren in gebruik genomen. Trots bouwde de stad in 1898, ter gelegenheid van de inhuldiging van koningin Wilhelmina, een fontein op de Brink, pagina 5.
Ruimtegebrek en epidemieën
Het inwonersaantal in Deventer groeide van 9.000 in 1795 naar 20.000 in 1882. Die groei is op zich al opzienbarend, maar wordt des te opmerkelijker als we beseffen dat de stad qua oppervlakte in deze periode amper toenam. De beperkte ruimte werd met veel mensen gedeeld. Pas na opheffing van de vestingwet in 1874 kon de stad buiten het centrum nieuwbouw plegen. Intussen industrialiseerde de stad en werden er in hetzelfde gebied fabrieken gebouwd. In stegen, sloppen en plaatsen stonden klei-
De watertoren en het pompstation, ontwerp van stadsarchitect J.A. Mulock, gebouwd in 1892 in NeoRenaissancestijl, ook de Botermarkt, de joodse synagoge en de Wilhelmina fontein zijn door hem ontworpen. ne woningen zonder voorzieningen en soms zelfs zonder daglicht. Het is begrijpelijk dat de ellende groot was. Er vielen in verschillende jaren tientallen, soms zelfs honderden doden bij epidemieën van tyfus en cholera. De kindersterfte was hoog en in veel gezinnen verdronk vader van ellende het weinige geld in de kroeg.
De gasfabriek
Door de groei van de medische kennis en een stroom van nieuwe uitvindingen werden de leefomstandigheden van de mensen geleidelijk beter. In 1858 werd de gasfabriek aan de Raambleek gebouwd. Rond 1800 brandden er nog 152 straat-
lantaarns op olie. Die werden snel vervangen door gaslantaarns. De gasfabriek kreeg in 1911 nieuwbouw aan de Zutphenseweg en werd belangrijk uitgebreid. (Zie volgende pagina)
De vuilnisdienst
In 1862 werd ‘stadsstratendrek’ nog systematisch verzameld op de enken en bij opbod verkocht aan boeren uit de Voorstad, die het gebruikten om hun landerijen te bemesten. In 1874 werd een stelsel ingevoerd met tonnetjes die door een schoonmaakdienst op geregelde tijden werden opgehaald. Vier jaar later werd een nieuwe mestplaats op de Bergweide in gebruik genomen. Later werd ook een begin gemaakt met de aanleg van riolering.
Aanleg van de waterleiding
Een grote ziektebron in de stad vormde de gebrekkige watervoorziening. De vele privé- en stadspompen en waterputten gaven water van een matige >>
Het Hertenkamp met op de achtergrond de watertoren.
Oud nieuws van onder de toren ...
De Watertoren in Deventer
De watertoren (Ceintuurbaan 401) is een bakstenen toren met uitkragende bovenbouw, gebouwd in 1893-’94 naar plannen van J.A. Mulock Houwer. De op de Klinkenbelt gelegen toren in neorenaissance-stijl is voorzien van een stalen Intze-reservoir. De technische uitvoering lag in handen van ingenieur H. Gruner uit Bazel, wat ertoe leidde dat er een vrijwel identieke watertoren in Sélestat (Frankrijk, zie pagina 4) ontstond. Nabij de toren bevinden zich een nog origineel machinehuis en pompstation, waar een filtergebouw met zandfilters is aangebouwd, alsmede twee dienstwoningen. >> kwaliteit. Vaak waren deze vervuild door mestplaatsen en beerputten die zich in de directe omgeving bevonden. Het water uit de grachten werd ook gebruikt en vervuild door fabrieken als de leerlooierij van Chernac Sligtenbree aan de Smedenstraat. Door de aanleg van de waterleiding werd het mogelijk in de stad bij het Sint-Geertruidenziekenhuis aan de Singel een badhuis te bouwen, dat in 1886 in gebruik werd genomen. De uitvinding van telegraaf en telefoon en de toename van het postaal verkeer leidden in 1890 tot de bouw van het postkantoor, eerst in de Kleine Overstraat, later aan de Nieuwstraat.
IJsselcentrale
In het eerste decennium van de 20ste eeuw werd er door het stadsbestuur uitgebreid gediscussieerd over de aanleg van een elektriciteitscentrale. Er was toen al een aantal fabrieken in de stad met een eigen elektriciteitsvoorziening. Uiteindelijk brak het besef door
De gasfabriek kreeg in 1911 nieuwbouw aan de Zutphenseweg en werd sterk uitgebreid. dat de stad dit niet zonder haar buurstad Zwolle kon regelen. Het leidde er toe dat in 1915 bij Zwolle de IJsselcentrale (Harculo) in gebruik genomen werd.
De Watertoren
In het Nieuwe Plantsoen verrees in 1893 een watertoren, ontworpen door de Deventer stadsarchitect J.A. Mulock Houwer. Deze watertoren was nodig voor een goede drinkwatervoorziening. Vanuit de watertoren liep een uitgebreid leidingnet naar de woningen. Bovenin de toren zit een watervat van 500 kubieke meter, een belangrijk hulpmiddel om de waterdruk in het leidingnet op peil te houden. Tegenwoordig zou zo’n watertoren niet meer nodig zijn, omdat men ook met pompen de waterdruk op peil kan houden en in waterbunkers veel meer water kan opslaan dan in een toren. Het gebouw bestaat uit een reinwaterkelder, die bijna geheel aan het oog onttrokken is omdat ze gedeeltelijk ondergronds is, twee dienstwoningen en een toren. In de zijgevel van het pompstation zit een steen met het wapen van Deventer (zie foto onder rechts). De aanleg van het drinkwaternet was geen luxe, van de 51 stadspompen leverden er slechts 22 deugdelijk water. Inwoners van de Hoven moesten, weer net als bij de aansluiting op het gasnet, geduld hebben. Zij kregen in 1923 schoon drinkwater uit de kraan en pomp. Voor de winning van grondwater vormt het pompstation de spil van het bedrijf waar
De uitvinding van telegraaf en telefoon en de toename van het postaal verkeer leidden in 1890 tot de bouw van het postkantoor, eerst in de Kleine Overstraat en later op deze foto aan de Nieuwstraat.
2
DeventerDonderDagblad
omheen de andere gebouwen zijn gegroepeerd. Hier bevinden zich de opvoer- en krachtwerktuigen. Dit pompstation is nog in gebruik en vrijwel in J.A. Mulock Houwer
Van 1883 tot 1900 was Jan Anthonis Mulock Houwer stads-bouwmeester van Deventer. Hij ontwierp een aantal belangrijke gebouwen of bouwwerken, die nog steeds een sieraad vormen voor de stad, behalve de watertoren ook: * de Synagoge aan de Golstraat * de Botermarkt * het Badhuis aan de Binnensingel Hij bouwde ook een kerk (Gereformeerde kerk in de Graaf van Burenstraat) en een school (de huidige Deventer Leerschool in de Brinkpoortstraat). Toen koningin Wilhelmina in 1898 Deventer bezocht ontwierp Mulock Houwer een indrukwekkende erezuil, die tijdelijk op het Grote Kerkhof werd geplaatst. Mulock Houwer verwerkte in zijn bouwwerken hout, glas en ijzer, zoals in de Botermarkt, en vaak bracht hij ook passende versieringen aan. In 1890 werd hij stadsarchitect van Groningen.
Links: Interieur van de watertoren, met langs de wand de prachtige stalen trap die leidt naar het watervat van 500 kubieke meter bovenin de toren. Rechts: Nabij de watertoren bevinden zich een nog origineel machinehuis en pompstation, waar een filtergebouw met zandfilters is aangebouwd, alsmede twee dienstwoningen. oorspronkelijke staat. In 1970 is de oorspronkelijke installatie vervangen door elektrische pompen. De betegelde bak waarin de installatie staat is behouden. De schoorsteen voor de stoommachine is afgebroken. Nadat water is opgepompt wordt het gezuiverd. De filterketels die in het aanpalende filtergebouw zijn opgesteld zijn van na 1950. De voor Nederland betrekkelijk zeldzame zuiveringsmethode is echter niet wezenlijk veranderd.
Schoon grondwater
De watertoren, gebouwd in 1892, is 53 meter hoog, rust op een onderbouw van basaltblokken en is voorzien van een uitkragend zgn. Intze-reservoir. De windvaan heeft de vorm van een zeemeermin. De aanleg van het omringende park, Nieuwe Plantsoen, was noodzakelijk om schoon grondwater te kunnen oppompen. In 1892 ging van hieruit de waterleiding naar de stad, in het begin waren er 848 aansluitingen. Er wordt hier van 130 meter diepte zeer zuiver water opgepompt. De gronden, waarin de waterputten zich bevonden, werden gebruikt als landbouwgrond en volkstuintjes. De gronden werden regelmatig bemest met koemest, hierdoor werd
het water al op een geringe diepte verontreinigd. Al in 1899 waarschuwde de Directeur der Hoogdrukwaterleiding voor deze verontreiniging van het drinkwater, het zou echter nog enkele jaren duren voordat besloten werd de grond niet langer te verpachten. Nog later werd het gehele terrein voor de waterwinning vrijgemaakt. In 1914 kreeg de reeds in Deventer bekende tuin- en landschapsarchitect Leonard Springer (1855-1940), opdracht een ontwerp voor de inrichting van het park te maken. Springer heeft een zevental projecten in Deventer uitgevoerd, onder andere Het Rijsterborgher Plantsoen, de Algemene Begraafplaats, het Oude Plantsoen en Park Brabant. De toren met bijliggend pompstation en waterwingebied was lang de basis van het gemeentelijk waterleidingbedrijf Deventer. Sinds eind vorige eeuw is het geheel eigendom geworden van waterleidingmaatschappij Vitens. Het complex is nog steeds in gebruik voor de drinkwatervoorziening.
Herinrichting stadspark
Vitens heeft zich samen met de Gemeente Deventer ingespannen voor de herinrichting van het stadsAnsichtkaart van de watertoren, rond 1923. park. Dit is belangrijk om ook in de toekomst de drinkwaterwinning van de Deventer Ceintuurbaan goed en adequaat te kunnen blijven uitvoeren. Het Nieuwe Plantsoen is zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat hersteld. Leidend daarbij was het oorspronkelijke ontwerp van Springer. De herinrichting van het Nieuwe Plantsoen heeft ook bijgedragen aan de uitverkiezing van Deventer tot ‘Groenste stad van Europa’ in 2010. ‘De oude Hanzestad aan de IJssel heeft zich ontwikkeld tot een verrassend groene stad. Deventer is een voorbeeld van hoe landschap kan worden geïntegreerd op een harmonieuze manier met de stad, hoe natuur en cultuur elkaar op een fantastische manier versterken. De jury waardeerde vooral het Rijsterborgherpark en het Nieuwe Plantsoen’.
Nieuwe Plantsoen
Het Nieuwe Plantsoen is zoveel mogelijk in zijn oorspronkelijke staat hersteld, naar ontwerp van Leonard Springer.
Naast het Oude Plantsoen tussen de binnenstad en het station en het Worpplantsoen is het Nieuwe Plantsoen een van de grotere, groene oases die Deventer rijk is. Even de hectiek van de stad achter u laten of heerlijk tot rust komen kan uitstekend in het Nieuwe Plantsoen. De karakteristieke Watertoren en het Hertenkamp staan garant voor urenlang rustiek vermaak in dit groene hart van de stad Deventer. >> DeventerDonderDagblad 3
>> Situering Het Nieuwe Plantsoen, onder de plaatselijke bevolking ook bekend als het Hertenkamp, ligt aan de noordzijde van de driehoek Zwolseweg, Boxbergerweg en Overstichtlaan. Het plantsoen is dan ook voor veel Deventernaren binnen enkele minuten per fiets of bromfiets te bereiken. Ook per auto of scootmobiel is het park goed bereikbaar via de Ceintuurbaan. Het gebied is rijk aan enkele kolken en wordt sinds mensenheugenis beschouwd als belangrijk waterwingebied van de stad.
Relaxen
Deventernaren komen graag in het Nieuwe Plantsoen om de besognes op het werk van zich af te zetten. Veel paden zijn tijdens de grootschalige herinrichting van het park in 2005 verhard, waardoor de mogelijkheden voor joggen, fietsen en wandelen enorm zijn verbeterd. Ook zijn er voor de allerkleinste bezoekers van het park diverse nieuwe speelplekken aangelegd. Nieuw is een aantal losloopgebieden voor honden en ligweides, waar op zonnige dagen grif gebruik van wordt gemaakt. Tweelingtoren De watertoren van Sélestat staat aan de place du Général de Gaulle in Sélestat, in het Franse departement Bas-Rhin, regio Elzas. De hoogte van deze watertoren is 48 meter en hij heeft een capaciteit van 500 m3. De watertoren is ontworpen door Behr, een lokaal wateringenieur en in 1906 gebouwd naar voorbeeld van de watertoren in Deventer. De toren doet denken aan een belfort. Sinds 1992 is het een monument historique.
Hertenkamp
Het kloppend hart van het Nieuwe Plantsoen wordt gevormd door het Hertenkamp. In dit omheinde gedeelte van het plantsoen leven herten, geiten, bokken, konijnen en een scala aan pluimveesoorten. De levende have laat zich graag door de bezoekers verwennen met fruit, brood en ander GFT-afval. Het aantal bewoners van het Hertenkamp neemt overigens in rap tempo toe, daar het gebied onder veel Deventernaren hoog staat aangeschreven als een prima tussentijdse woonruimte of vakantieadres voor konijn, parkiet of hamster.
Activiteiten
Met enige regelmaat worden er door de Gemeente Deventer culturele manifestaties in het Nieuwe Plantsoen georganiseerd. Daarnaast staat het Nieuwe Plantsoen bekend om de vele spontane activiteiten die door de inwoners van de omliggende buurten en wijken worden ontplooid. Hierbij kan gedacht worden aan muziek- en dancefeesten. Befaamd zijn ook de groots opgezette barbeques in de zomermaanden. Met een beetje geluk wordt de wandelaar spontaan uitgenodigd om de smakelijkste grillgerechten te proeven en kennis te maken met de gastvrije inborst van de Deventernaar. Het Nieuwe Plantsoen is zonder voorbehoud een van de groenbestemmingen die iedere Deventenaar regelmatig zou moeten bezoeken! 4
DeventerDonderDagblad
Wilhelminafontein
In 1898 werd prinses Wilhelmina ingehuldigd tot koningin van Nederland. Als herinnering aan deze gebeurtenis werd een fontein opgericht. Er was nog een andere aanleiding voor, namelijk het gereedkomen van de Deventer waterleiding. De gietijzeren onderdelen van de fontein zijn in de ijzergieterij van Nering Bögel gemaakt. Toen de fontein klaar was, werd op 31 augustus en 1 september een groot feest gevierd. De huzaren hielden op de Brink een grote parade. Het beeld bovenop de zuil stelt niet koningin Wilhelmina voor, maar de stedenmaagd met palmtak, kroon en stadswapen. In de 20e eeuw werd de fontein sterk verwaarloosd en in 1960 werd besloten om de fontein af te breken. Daar kreeg men later toch spijt van en daarom werd in 1985 de fontein herplaatst op de Brink. Vanaf die tijd is de Brink geen parkeerplaats meer, maar een open stadsplein waar behalve markten ook allerlei andere festiviteiten plaatsvinden.
Stadspompen
Aan de Kleine Poot bij de Lebuïnuskerk staat verscholen in een nis van de kerk een hardstenen pomp uit de achttiende eeuw. Er hebben in de stad veel meer pompen gestaan, zoals op de Brink, in de tuin van het Burgerweeshuis en in de Kleine Overstraat achter het oude postkantoor. Toen in 1894 de drinkwaterleiding in gebruik werd genomen, waren de pompen minder belangrijk geworden. Sinds 2006 staat op de Brink bij de Penninckshoek, op bijna dezelfde plek als vroeger, een replica van de oude Brink-pomp (foto). De oorspronkelijke pomp dateerde, net als die bij de Lebuïnuskerk, uit de achttiende eeuw. Hij werd in de Tweede Wereldoorlog zwaar beschadigd en in 1953 weggehaald. De nieuwe pomp geeft echt drinkwater! <<
DeventerDonderDagblad
5