6 minute read

Financiële positie & Continuïteitsparagraaf 12

Next Article
Leerlingprognose

Leerlingprognose

12.1 Personele bezetting en leerlingaantallen

begrip voor anderen, verdraagzaamheid, autonomie, verantwoordelijkheidsbesef, het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie. Deze waarden moeten onderdeel zijn van de schoolcultuur, wat betekent dat de school een plek is waar leerlingen op een veilige manier hun burgerschapsvaardigheden met elkaar kunnen oefenen én dat leraren de basiswaarden voorleven. Op Onze Wereld wordt al langere tijd gewerkt met de lesmethode De Vreedzame School om dat in de praktijk te brengen. Om de den alle leraren driemaal bezocht door de CEDconsulent en de intern begeleider en/of directeur van de school. De school heeft een leerlingenraad en leerlingen van de bovenbouw zijn opgeleid tot mediatoren.

Onze Wereld stelt dat een goed pedagogisch klimaat de basis is om tot leren te komen. Daaraan heeft de school in 2022 actief invulling gegeven en de school heeft de ambitie om dat te blijven doen.

12.2 Meerjarige staat van baten en lasten

Verslagjaar versus begroting:

Ondanks het afboeken van de vordering op het Ministerie van € 2.145k in veband met de overgang van schooljaar naar kalenderjaarbekostiging is het niet gelukt om het negatieve resultaat van de begroting te halen. De oorzaken zijn voornamelijk hogere rijksbijdragen inzake NPO, cao-aanpassingen, nieuwkomers, nagekomen inkomsten zij-instroom subsidie en lagere loonkosten door het lerarentekort.

Verschillen rijksbijdragen ten opzichte van de begroting (afgerond in

Toelichting op de staat van baten en lasten over 2022

Overzicht Nationaal Programma Onderwijs (NPO)

A: Meer onderwijs, B: Effectieve inzet van onderwijs, C: Sociaal-emotionele en fysieke ontwikkeling, D: Ontwikkeling van de executieve functies, E: Inzet van personeel en ondersteuning, F: Faciliteiten en randvoorwaarden en G: Overig

Van de inzet NPO over het kalenderjaar was 27 % inhuur personeel en 66% eigen formatie.

Omdat de hogere vergoedingen (met name NPO) pas laat in het jaar bekend werden gemaakt is het niet gelukt om in tijden van lerarentekorten de plannen tijdig uit te voeren.

Onderstaande tabel geeft de uitgaven NPO weer. De uitgaven zijn lager dan de inkomsten. Het positieve resultaat ad € 2.068k wordt toegevoegd aan de bestemmingsreserve per school. De scholen hebben een NPO begroting gemaakt voor 3 schooljaren (t/m 2024-2025). De inzet van de NPO bekostiging voor nieuwkomers zijn opgenomen in de exploitaties van de stamscholen waar de nieuwkomersleerlingen zijn ingeschreven en nemen gewoon deel aan de NPO programma’s van de stamscholen.

De NPO arbeidsmarktoelage, toelage Noodplan en geldstromen via Projectenbureau (zomerschool, doorstroom PO/VO, deel middelen Passend onderwijs) zijn niet begroot in de exploitatie omdat deze werden gepresenteerd via de balans. Dit zorgt voor verschillen aan de baten en kostenkant.

De gemeentelijke bijdragen zijn hoger dan begroot door Zomerschool € 400k en reiskosten € 60k die via de balans werd gepresenteerd. De overige baten zijn met name hogere inkomsten zij instroom via de ASKO (€ 500k).

De loonkosten zijn hoger dan begroot door de CAO aanpassing en door de NPO arbeidsmarktoelage (€ 2.700k) en de Amsterdam Toelage vanuit het Noodplan (800k). De premievrijstelling participatiefonds augustus t/m december leverde een besparing op van € 300k. De pensioenpremie over de CAO verhoging wordt pas in het kalenderjaar afgedragen. Door het lerarentekort zien we een dat er minder FTE zijn ingezet ten opzichte van de begroting. De afschrijvingen zijn hoger omdat in de begroting 2022 niet alle investeringen 2021 volledig zijn meegenomen.

De huisvestingskosten overschrijden omdat niet alle onderhoudscontracten waren begroot.

De overige instellingslasten zijn hoger omdat de doorstortingen aan het Projectenbureau hierin zijn opgenomen (Zomerschool, PO/VO en samenwerkingsverband)

Verslagjaar versus afgelopen jaar:

Het resultaat is hoger dan in 2021, omdat er hogere inkomsten zij-instroom en NPO zijn ontvangen en meer nieuwkomersgelden. Er is in 2022 meer uitgegeven aan scholingskosten, onderhoud gebouwen en schoonmaak. Ook zijn de afschrijvingskosten gestegen door investeringen in ICT.

Toekomstige ontwikkelingen

De vereenvoudiging van de bekostiging per 1 januari 2023 heeft tot gevolg dat er circa €600k lagere rijksbijdragen wordt bekostigd. (o.a. door hogere GGL dan landelijk). Om aan deze lagere baten te wennen komt er een overgangsregeling van 3 jaar. De komende jaren wordt er fors geïnvesteerd om het eigen vermogen niet te hoog te laten oplopen. Voorbeelden van deze investeringen vanuit het

Strategisch Beleidsplan zijn: Taal/leesonderwijs stimuleren (investeringen schoolbibliotheken), personeel, Anders organiseren, innovatie, implementatie beleid nieuwkomers, samenwerking Swazoom. Uiteraard zijn kosten voor werving nieuw en behoud huidig personeel en kwaliteitszorg en cultuur ook opgenomen. Naast de investeringen vanuit het Strategisch beleidsplan zorgen de NPO uitgaven en tot en met juli 2025 ook voor negatieve exploitatieresultaten.

2022 voor IKC Knotwilg

2022 heeft voor IKC Knotwilg in het teken gestaan van verschillende focuspunten. Allereerst is dit het eerste schooljaar waarin wij gebruik maken het nieuwe gebouw waarin basisschool Knotwilg en kinderopvang Knotwilg samen een IKC vormen. En dat nieuwe gebouw was best even wennen! Enerzijds omdat je nog niet gewend bent aan de nieuwe omgeving waar je werkt, anderzijds doordat sommige punten nog niet afgerond waren. Na de zomervakantie is het IKC officieel geopend door Marjolein Moorman.

Tegelijkertijd waren wij begin 2022 bezig met het eerste jaar van de implementatie van de methodiek van Stichting Leerkracht. Samen werken aan onderwijsontwikkeling en iedere dag een beetje beter worden! Dit geldt ook voor de samenwerking aan het kindcentrum. Naast een IKC-studiedag waarin we met alle teamleden (leerkrachten, IB-ers, pedagogisch medewerkers, conciërge, directie administratief medewerker, kdv-leidinggevende en onderwijsassistenten) hebben gewerkt aan pedagogische tact en teambuilding, hebben we in het laatste deel van 2022 de pilot OntwikkelBSO bij de kleutergroepen uitgerold. Twee keer zes uur in de week, van 14.00-17.00 uur hebben de groepen in circuitvorm afwisselend een activiteit/workshop, warm eten en een chill moment. Begin 2023 gaan wij dit uitbreiden naar groep 3, 4 en nieuwkomers. Na de meivakantie sluiten ook de overige groepen aan.

12.3 Meerjarenbalans

Het hoge exploitatieresultaat zorgt voor een hoger eigen vermogen en liquiditeitspositie. De komende jaren wordt dit door de negatieve exploitatieresultaten gebracht naar een lager niveau. De koerswaarde van de obligaties is op een gelijkblijvend niveau begroot. (We verwachten dat de koerswaarde zal stijgen). De vorderingen zijn verlaagd eind 2022 in verband met de afboeking OCW. De bestemmingsreserve publiek zal dalen met de uitgaven NPO. Investeringen vanuit de NPO zullen wat langer doorlopen. Het benodigde buffervermogen ligt tussen de € 4.600k en € 8.800k (zie risicoparagraaf). Het normatief eigen vermogen is € 11.711k (zie kengetallen).

De voorzieningen zijn iets hoger ingeschat vanwege de nieuwe regeling werkeloosheidsuitkeringen waarin de scholen 50% gaan bijdragen in de kosten vanaf 1 augustus 2022. De kortlopende schulden zullen naar verwachting dalen als de projectgelden worden uitgegeven (basisvaardigheden, Noodplan, voorbereidingskrediet nieuwbouw).

Het Meerjaren Onderhoudsplan (inclusief buitenonderhoud) is de basis voor het uit te voeren onderhoud. Investeringen onderhoud zijn in de begroting van 2023 en verder verwerkt. Er is geen voorziening onderhoud gevormd. Er is geen vreemd vermogen (leningen) omdat de gemeente de bouwprojecten voorfinanciert.

12.4 Meerjarige kengetallen/financiële positie

De ratio’s solvabiliteit en liquiditeit zijn ruim voldoende om aan de kort en langlopende betalingsverplichtingen te kunnen voldoen.

Bovenmatig eigen vermogen

Het benodigd eigen vermogen volgens de risicoparagraaf om incidentele tegenvallers op te kunnen vangen zal tussen de € 4.600k en € 8.800k liggen. Volgens de formule van de onderwijsinspectie is het normatief eigen vermogen € 11.711k. Werkelijk eigen vermogen is € 21.646k oftewel € 9.935k is bovenmatig eigen vermogen. Hiervan is € 3.049k bestemd voor NPO. Door extra investeringen in de meerjarenbegroting zal door negatieve exploitatiesaldi het eigen vermogen dalen richting het normatief eigen vermogen.

Meerjarige investeringsbegroting

De meerjarige investeringsbegroting voor onderwijsleerpakket en meubilair is opgesteld op basis van informatie van de directeuren in de begrotingsgesprekken. De investeringen in gebouwen zijn begroot op basis van het door de afdeling Huisvesting aangepaste Meerjaren Onderhoudsplan. De ICT-begroting is opgesteld door de afdeling ICT is samenspraak met de scholen.

Signalering Omschrijving

Ondergrens: <0,30 " (Eigen vermogen+ Voorziening)/Totale passiva "

Ondergrens: <0,75 " Vlottende activa/Kort vreemd vermogen "

Afhankelijk van reservepositie van het schoolbestuur. "Resultaat/Totale baten"

Ondergrens: <15% (Eigen vermogen -/- materiële vaste activa)/Rijksbijdrage

Ondergrens: <15% (Eigen vermogen -/- materiële vaste activa)/Rijksbijdrage

Publiek eigen vermogen/normatief eigen vermogen

Ontwikkelingen rondom contractactiviteiten en zogeheten derde geldstroomactiviteiten De Stichting heeft een aantal personen gedetacheerd bij het Projectenbureau PPOZO (directie, projectcoordinatie) en Days a Week School. Hier zijn geen ontwikkelingen in.

12.4

Risicomanagement

Het risicomanagement is een integraal onderdeel van de planning & control cyclus. Door middel van het monitoren van de managementrapportages en gesprekken met de scholen wordt getoetst of de doelstellingen uit het strategisch beleidsplan worden gehaald. Bij de start van Zonova in 2020 is een model voor risicoanalyse ontwikkeld die jaarlijks wordt geactualiseerd. Bij de begroting wordt deze afgestemd met de auditcommissie van de Raad van Toezicht.

vakbewaam personeel dat mutaties in onverwachte leerlingaantallen, achterstandsscores en schoolwegingen leiden tot mutaties in de bekostiging en de bijbehorende formatie zijn om passend onderwijs afdoende te organiseren

Risico dat door het COVID-19-virus de onderwijskwaliteit onder druk komt te staan (onderwijs op afstand, afwezige leerkrachten en niet-bereikbare leerlingen)

Risico dat innovaties worden doorgevoerd die onvoldoende zijn afgestemd of ontwikkeld met hoge werkdruk en ontevreden personeel tot gevolg

Risico dat de uitstroom van leerkrachten (ontslag/pensioen) niet door vakbekwame leerkrachten kan worden ingevuld

This article is from: