Waterkracht
Een adaptieve visie voor de Zenne als fluviale commons.
Vito Timmerman
Master Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst Amsterdam Augustus 2022
Commissieleden Yttje Feddes
Claire Laeremans Dingeman Deijs
Toegevoegde leden t.b.v. examen Marieke Timmermans Dirk Sijmons
2
WATERKRACHT 3
4
INHOUDSOPGAVE Introductie 7
Water als startpunt 11
Analyse van de Zennevallei 19
Overstroming 2010 33
Overstromingsopgave 37 Strategie 37
Ruimtelijke vertaling 43 Bovenstrooms 46 Voor bebouwd gebied 66
In het bebouwd gebied 86 Drieluik 104 Dankwoord 105
WATERKRACHT 5
6
Introductie
''Het lelijkste land ter wereld', zo luidt de pamflet van architect Renaat Bream in 1968. Het stuk is een kritische lezing over de stedenbouwkundige wanorde van België, tot stand gekomen dankzij een wederopbouwpolitiek die de opgave bij de Belgische huishoudens legde. Naast een kritiek doet het ook een oproep om de gevolgen van de wildgroei en versnippering van het Belgische landschap te overwinnen. Maar meer dan 50 jaar later zijn de ruimtelijke problemen en opgaves enkel toegenomen. Met mijn afstuderen wil ik een bijdrage leveren aan het verbeteren van de ruimtelijke vraagstukken die in België spelen en het vergroten van de affiniteit met landschap.
Het versnipperde bebouwde geheel dat België vorm geeft, is moeilijk te behouden met de toekomstige uitdagingen. De transitie die het zal moeten ondergaan vormt een grote uitdaging. Ik vertrek met mijn afstuderen vanuit de waterstructuur en neem deze als basis om vanuit te werken. Deze is in zijn essentie al een verbonden systeem, of zou dat tenminste moeten zijn. Ik heb voor de Zennevallei gekozen als mijn afstudeerlocatie. De keuze hiervoor is simpel. Ik wou een Belgisch
project maken. De Zenne loopt door alle gewesten van België. Het ontspringt in Wallonië en vloeit door Brussel en mondt uit in Vlaanderen, waar het via de Rupel en de Schelde richting zee stroomt.
Tijdens mijn afstuderen en onderzoek op de Zenne ben ik gestuit op een grote waterbouwkundige opgave. Die zich bevindt in het watersysteem van de Zenne. Deze is namelijk niet klimaat adaptief. Momenteel werkt de Zenne samen met het kanaal BrusselCharleroi. Een extreme bui in 2010 heeft duidelijk gemaakt dat het watersysteem niet voldoet aan de water hoeveelheden die in de toekomst zullen vallen. Met mijn project doe ik een voorstel hoe we dit kunnen veranderen om dit probleem op te lossen en hoe we de vallei toekomst bestendiger kunnen maken. Hiervoor gebruik ik de rivier als een middel. Waarbij ik door eenvoudige interventies ingrijp in verschillende onderdelen van de rivier. En zo niet enkel de grotere wateropgave, maar ook de affiniteit met de Zenne als rivier op verschillende delen verbeter.
Het resultaat is een vallei die werkt met zijn rivier, een vallei waar het water terug in zijn kracht staat.
WATERKRACHT 7
België staat de komende tijd voor tal van uitdagingen die ook ruimtelijk zijn. Het versnipperde bebouwde geheel die België vormgeeft als land en landschap zorgt voor een opgave. Het is niet flexibel en moeilijk te lezen. De klimaat transitie die we met z'n allen moeten ondergaan zal ook hierin en vooral hierin plaatsvinden. In de ruimte. Er is momenteel een gemis aan structuur, keuzes en eenheid. Vandaag kan je vanuit het hart helemaal tot aan de kust rijden zonder echt een gevoelsmatige overgang in landschap en regio gewaar te worden. Om mee te kunnen in de toekomst dient er holistisch naar het ruimtelijk verhaal gekeken te worden.
WATERSYSTEEM
10 LANDGEBRUIK INFRASTRUCTUUR BEBOUWING
RELIEF EN HOOGTE
Beeld van verschillende ruimtelijke lagen waaruit Belgie is opgebouwd
Beeld om niet langer het watersysteem als gefragmenteerd te bekijken. Bron: Zelf bewerkt beeld, basis Erik Dhont Landscape Architects
Water als startpunt
Vandaag lopen de verschillende ruimtelijke structuren van België naast elkaar. Ze zijn niet gelijkwaardig en niet adaptief ten opzichte van elkaar. De bebouwde ruimte en het infrastructuur netwerk nemen een dominante rol in het ruimtelijk geheel. De laatste decennia echter zijn we gewaar geworden dat ook deze lagen moeten meegaan met het grotere verhaal. Ik geloof dat landschap hierbij een rol kan spelen als medium om ruimtelijke vraagstukken op te lossen. Waarbij niet langer het systeem zich moet aan passen, maar waarbij het systeem adaptief wordt benadert door zijn omgeving. Niet omgekeerd
In mijn afstuderen neem ik de waterstructuur als startpunt om vanuit te vertrekken. Kijkend om de ruimtelijke kwaliteit, affiniteit en toekomstbestendigheid te verbeteren. Hierbij moet het watersysteem niet meer als een gefragmenteerd systeem benadert worden, maar moet over bestuursgrenzen heen eenheid en een
visie worden gemaakt.
Wanneer we kijken naar de geschiedenis van het watersysteem zien we doorheen de tijd een systematische achteruitgang. De eens natuurlijke waterlopen zijn rechtgetrokken, er is meer en meer gekanaliseerd, er is geruimd en overwelfd, gedempt en omgeleid. Natuurlijke oevers en daarmee het natuurlijke gradiënt van rivieren is weggenomen.
Wanneer ik denk aan rivieren wordt ik teruggebracht naar mijn kindertijd. Wanneer ik op reis ging in de zomervakanties. Dit was meestal naar Frankrijk. Een dorpje die altijd terugkwam was L'Isle-sur-la-Sorgue. Direct vertaald eiland aan de Sorgue. Wat ik me hiervan vooral herinner is de aanwezigheid van en de relatie met de rivier die er was. Het geluid van water. De verkoeling die het bracht en hoe de mensen aangetrokken waren en georiënteerd waren naar de rivier. Het was een baken door de stad en een plek onder de vorm van een lijn.
WATERKRACHT 11
Deze kaart van de waterstructuur van België toont een fijnmazig netwerk van aaneengesloten structuren die zich doorheen het land een weg banen. In mijn afstuderen neem ik de waterstructuur als startpunt om vanuit te vertrekken. Kijkend om de ruimtelijke kwaliteit, affiniteit en toekomstbestendigheid te verbeteren. Hierbij moet het watersysteem niet meer als een gefragmenteerd systeem benadert worden, maar moet over bestuursgrenzen heen eenheid en een visie worden gemaakt. Hopelijk biedt de waterstructuur een bijdrage aan de opgaves van de bebouwde versnippering.
Historische achteruitgang van de waterlopen
Bron: De Droge Delta. Ruimtelijke hefbomen in de strijd tegen waterschaarste. Studie in opdracht van LABO RUIMTE
14
WATERKRACHT 15
SCHELDE
ZENNE
Het water begint zijn reis in Wallonië en baant zich een weg door de heuvels waar het Vlaanderen binnenloopt. Vervolgens gaat het richting Brussel. Waar het onder de stad verdwijnt in een overwelving. En in Schaarbeek weer boven de grond komt en Vlaanderen terug inloopt waar het vervolgens via de Rupel en de Schelde richting zee stroomt. De rivier kent een bovenloop, wat zich vooral in Wallonië bevindt. Een middenloop in Vlaanderen en Brussel en een benedenloop na Brussel. Doordat het een regenrivier is kent het verschillende plekken die overstromingsgevoelig zijn door de plotse hoeveelheid water.
ZENNE
18 Stroomgebied
Verschillende onderdelen van van het stroomgebied van de Zenne
Analyse van de Zennevallei
Deze herinnering van de betekenis en de waarde van een rivier heb ik meegenomen wanneer ik ben begonnen met mijn waterverhaal. De locatie die ik heb gekozen om mijn project te gaan doen is de Zenne, het is een rivier die onderdeel is van het stroomgebied van de Schelde. Het is een echte regenrivier, met een groot verhang of hoogteverschil tussen bron en monding. Namelijk 123m. Het is een echte, misschien wel de meest echte Belgische rivier van allemaal. Het water begint zijn reis namelijk in Wallonië en baant zich een weg door de heuvels waar het Vlaanderen binnenloopt. Vervolgens gaat het richting Brussel. Waar het onder de stad verdwijnt in een overwelving. En in Schaarbeek weer boven de grond komt en Vlaanderen terug inloopt waar het vervolgens via de Rupel en de Schelde richting zee stroomt. De rivier kent een bovenloop, wat zich vooral in Wallonië bevindt. Een middenloop in Vlaanderen en Brussel en een benedenloop na Brussel. Doordat het een regenrivier is kent het verschillende plekken die overstromingsgevoelig zijn door de plotse hoeveelheid water.
Tijdens mijn afstuderen ben ik de gehele Zenne afgereisd op verschillende periodes gedurende het jaar. Waarbij de Zenne begint als een klein beekje in het heuvelachtige landschap die zich langs verschillende dorpen en steengroeves een weg baant. En het in Vlaanderen al aan omvang is toegenomen. Vanuit het rurale landschap vloeit het de stadsrand van Brussel binnen, gaat langs industrie en infrastructuur en uiteindelijk onder Brussel door in het riool. Na Brussel vloeit weer bovengronds verder. Waar het als een duidelijk afgebakende lijn groeit in omvang en richting zee stroomt. Wat ik vooral heb waargenomen tijdens mijn tochten langs de Zenne is hoe eenzijdig en duidelijk de afbakening is van de rivier. En hoe moeilijk het is om een verbinding aan te gaan met dit landschappelijk element. Het is moeilijk bereikbaar, ligt verscholen of verstopt. En wordt duidelijk niet meegenomen in een ruimtelijk verhaal.
WATERKRACHT 19
20 Terreinbezoek BOVENLOOP MIDDENLOOP BENEDENLOOP
WATERKRACHT 21 Quercus robur Juglans regia Ulmus minor Lythrum salicaria Epilobium angustifolium Crataegus monogyna Achillea ptarmica Prunus avium Quercus robur Phragmites australis Populus x canadensis Artemisia vulgaris Quercus robur Achillea millefolium Corylus avellana Alnus glutinosa
Zenne analyse bestaande situatie
WATERKRACHT
Stroomgebied analyse
Zijrivieren
24
Regios en bestuur Stroomgebied
Omgeving Werking
WATERKRACHT 25
Riviermorphologie
Studies naar de werking van rivieren en de watercyclus. De verschillende onderdelen waaruit een rivier is opgebouwd, oeveropbouw, stroming en erosie en verhang. De verschillende onderdelen van de rivier/vallei en wat kenmerkend is per onderdeel.
WATERKRACHT 27
Hydrologische werking
HET WATERSYSTEEM VAN DE ZENNE
Dit schema toont schematisch de hydrologische werking van de Zennevallei. Het toont het complex systeem van de Zenne en het Kanaal, en hoe dit eens natuurlijk systeem volledig gemaakt is geworden. Waarbij het kanaal een by-pass vormt bij een teveel aan water in de Zenne.
28
Bron: Pereira, F.; Franken, T.; Smets, S.; Vanderkimpen, P.; Verwaest, T.; Mostaert, F. (2015). Interregionale studie van de overstromingsproblematiek in het Zennebekken: Versie 4.0. WL Rapporten, 12_103. Waterbouwkundig Laboratorium: Antwerpen, België.
WATERKRACHT 29
30
Historisch analyse
Ook Brussel heeft zich ontwikkeld aan de oevers van een rivier. Maar doorheen de geschiedenis is de rivier in verschillende delen overwelfd geworden. En hierdoor uit het zicht en beleving ontnomen van de Brusselaar. Het werk van de Karikatuur van het Sint-Goriksplein toont Brussel tijdens de overstroming van de Zenne in januari 1820. De overstroming werd veroorzaakt na een dooi van een lange winter. De steden Tubeke en Halle kregen ook temaken met overstromingen en het was onmogelijk voor de stad Halle om het water tegen te houden. Hiervoor liet de stad Halle kanonschoten afgaan, zoals toen gebruikelijk was, om Brussel te waarschuwen. Daarna werden de sluizen geopend en raasde het water van de Zenne verder richting Brussel.
De stad kent dus al een lange en dynamische geschiedenis met zijn rivier en blauwe ader.
WATERKRACHT 31
Bron: Beeld 1: n°1, J. DE DEVENTER, Atlas topographique des villes des Pays-Bas au XVIe siècle), Archief van de Stad Brussel Beeld 2: ref. K-573 van het Archief van de Stad Brussel
32
Overstromings problemen regenval 2010, Kanaal Brussel-Charleroi, Zenne
Overstroming 2010
NIET EEN ADAPTIEF SYSTEEM
Ik ben me gaan verdiepen in het watersysteem van de Zenne om beter te begrijpen hoe deze werkt en wat er schuilgaat achter wat we zien in het veld. Tijdens mijn onderzoek kwam ik op een interessant waterbouwkundig schema van het watersysteem van de Zenne. Waarbij het heel rationeel wordt ingezet voor het wegvoeren van water van punt A naar punt B. Wij als landschapsarchitecten hebben bij een rivier een meer natuurlijk en romantisch beeld van een rivier, zoals de tekening voorstelt. Wat een interessante discrepantie veroorzaakt. Wat ik tijdens mijn onderzoek heb gevonden is dat het watersysteem van de Zenne samenhangt met het kanaal Brussel-Charleroi. De Zenne laat bij een teveel aan water, via een overstort in Lembeek, water over in het Kanaal die het wegvoert en pas na Brussel terug in de Zenne overhevelt. Het kanaal wordt dus gebruikt als een bypass. Dit samenhangend systeem is doorheen de geschiedenis gegroeid maar is
niet zonder problemen. Het systeem is namelijk niet klimaat adaptief. De laatste overstroming in 2010 heeft dit nogmaals aangetoond. Wanneer het kanaal die de veilig buffer zou moeten zijn zelf begon te overstromen.
Opgaven voor de vallei
De overstromingsopgave is niet het enige probleem die de vallei kent. Er is een hitteopgave in de bebouwde gebieden en een infiltratieopgave in de hoger gelegen delen op de Brusselse zanden. Voor mijn afstuderen heb ik de overstromingsopgave als mijn hoofdopgave genomen.
WATERKRACHT 33
Bron: Dewolf, J (2019),
Top 5 weergebeurtenissen
van
2010-2019,
Geraadpleegd op 14 juli 2021, van https://www.persinfo.org/nl/nieuws/artikel/top-5-
weergebeurtenissen-van-2010-2019-nummer-1/41939
34
Legenda Hitteopgave overstromingopgave infiltratie opgave
WATERKRACHT 35
PROBLEEM IN CIJFERS
Hoeveelheid water tijdens de extreme regenval 2010 De bui van 2010 was een T50 bui.
EINDRESULTAAT VOOR HET STROOMGEBIED
Adaptieve vallei die meeademt met het klimaat Gewapend tegen een T100 bui.
van Kanaal = 70m3/s!!
36
!!Limiet
Hydrologisch opgave vallei in cijfers, strategie oplossing in cijfers uitgerekend
Overstromingsopgave
Wanneer we kijken naar de overstroming in 2010 in cijfers zien we wat er gebeurt. De Zenne hevelt in Lembeek een grote hoeveelheid water (80-85m3/s) over naar het Kanaal. Het kanaal bezit door het hoogteverschil veel verschillende bouwwerken. De hoeveelheid water in het kanaal was voor het overhevelen 40m3/s en werd 115-120m3/s na de overlaat. Het probleem, wat ook de overstroming heeft veroorzaakt ligt bij de bouwwerken en het feit dat het kanaal een menselijk bouwwerk is. Dus beschikt over ontworpen limieten.
Zo is het nooit ontworpen op de hoeveelheden van de later toegevoegde rivieren, Hain en Samme. En voldoen de bouwwerken niet aan de capaciteit om waterhoeveelheden van extreme buien, die in het stroomgebied vallen, op te kunnen vangen. Zo heeft de Sluis te Lembeek een limiet van 70m3/s. Wat door de 115-120m3 ruim overschreden wordt.
En ik ben tot de volgende strategie gekomen om deze opgave aan te pakken. Ik heb hiervoor hulp gekregen van onder andere hydroloog Frans Klijn. Hij heeft me bijgestaan in het ontwikkelen van de strategie, bepalen van de interventie gebieden en finaal dit terug te vertalen naar cijfers voor het watersysteem.
Strategie
Mijn voorstel voor het watersysteem is om de rivier terug uit te bouwen tot een waardige rivier gelegen in een rivierlandschap. Waarbij het als adaptieve klimaatbaken gaat werken
voor de vallei en ook de ruimtelijke kwaliteit verbetert waarlangs deze loopt. De strategie bestaat uit 3 delen. Die elk op een eigen manier werken met de rivier.
De eerste stap is ingrijpen in het bovenstrooms deel van de rivier, hier moeten we de sponswerking van het landschap versterken en herstellen. Dit omhet grondwatersysteem te verbeteren en te versterken tegen droogte, en om de hoeveelheid water die bij een regenbui valt zo lang mogelijk in dit deel van de rivier te houden. We gaan inzetten op vertragen (denk aan anders bewerken land contourploegen, hermeanderen rivier, schotten en stuwen plaatsen), en infiltreren door plaatselijk te vernatten of meer vegetatie toe te passen.
De volgende stap is ingrijpen voor de bebouwde gebieden. Daar willen we zoveel mogelijk water bufferen dit door ruimte te maken voor water. Hierdoor vindt topvervlakking van de rivier plaats.
Het waterniveau stabiliseert en neemt af in snelheid. Wat nodig is om door het bebouwde gebied te kunnen stromen. Deze stap geeft kansen om te worden gecombineerd met recreatie en natuurontwikkeling.
De laatste stap in de strategie is ingrijpen in de bebouwde gebieden. Waar we ruimte maken voor stromend water, en in de bebouwde delen vertraagd gaan afvoeren en ontharden voor infiltratie mogelijk te maken.
WATERKRACHT 37
Strategiekaart van het volledige stroomgebied
Schematische voorstelling van de grote schaal strategie
Toolkit van de verschillende stappen in de strategie
Wanneer we deze strategie projecteren op het stroomgebied dan krijgen we deze strategiekaart.
Wanneer we de strategie terugvertalen naar het watersysteem en die vergelijken met de cijfers van de overstroming van 2010 komen we op het volgende interessante resultaat. De overstroming van 2010 was een T50 bui en had al dramatische gevolgen. Volgens mijn berekeningen zou de voorgestelde strategie met interventies het stroomgebied adaptiever kunnen maken zodat het qua hoeveelheid water een T100 bui aan zou kunnen, een bui zoals gevallen is vorige zomer in de Vesder-vallei in de Ardennen. Het idee is dat er wel nog water wordt overgelaten op het kanaal. Maar enkel de hoeveelheid die het aankan. Dus tot 70m3/s. Al het andere water gaat via de Zenne waarbij de capaciteit vasthangt aan de hoeveelheid die door Brussel kan. Max 90m3/s.
STRATEGIE VOOR DE ZENNEVALLEI
De ingrepen van de strategie zorgen er voor dat er tot 50m3/s meer in het watersysteem voor Brussel past. Dit brengt het totaal van de hoeveelheid water op ongeveer 210m3/s die in het systeem zit in plaats van 160m3/s die het eerst had.
Deze berekening is vooral berekend vanuit het idee dat de 2e stap wordt uitgevoerd, dus potentieel valt er nog veel meer te winnen, wanneer bovenstrooms en in de steden de ingrepen ook worden uitgevoerd. Waarop de verschillende interventies zijn in kaart gebracht, bovenstroomse interventie, voor de bebouwde gebieden ruimte maken en in de bebouwde gebieden water terugbrengen.
Ik heb aan deze strategie een toolkit gekoppeld die meer plaats specifiek de strategie ruimtelijk weet te vertalen. Dit licht ik bij de uitwerkgebieden nog verder in detail toe.
WATERKRACHT 39
40 BOVENSTROOMS VOOR
BEBOUWD GEBIED
IN BEBOUWD GEBIED
WATERKRACHT 41
42 INTERVENTIE IN DE RIVIER
INTERVENTIE AAN DE RIVIER
INTERVENTIE LANGS DE RIVIER
Aquarel concept principes van de verschillende onderdelen
Kaart brongebied Zenne met aanduiding van steengroeves
Ruimtelijke vertaling
Hoe vertaalt deze strategie zich nu ruimtelijk? Ik heb voor elke stap van de strategie een uitwerkgebied gekozen. Bij elk gebied doe ik een interventie die reageert op de rivier, elk op een eigen manier volgens de functie die het moet vervullen in de strategie. De interventies zijn zowel hard als zacht. Er wordt een hard element geplaatst onder de vorm van een muur en er wordt afgegraven. Met mijn 3 ingrepen grijp ik op verschillende manieren in op de rivier waarbij ik een interventie doe in de rivier en ingrijp op de snelheid van het water. Een interventie doe langs de rivier en ingrijp op de ruimte die water krijgt. En als laatste een interventie doe aan de rivier die een spel aangaat met de hoogte van het water. Samen vormen de interventies een familie. Door het orgaan, de rivier waar ze op inspelen en
de uitwerking die ze hebben gekregen.
Voor de uitwerking van de 3 interventies heb ik gekozen om met een gelijk materiaal te werken uit het brongebied van de rivier. Deze grondstof van de Zenne is te vinden in de steengroeves van Zennik. Waaruit graniet wordt gedolven, ook wel bekend als arduin of Belgische blauwe hardsteen. Een Belgische materiaal voor een Belgische rivier. De interventies onder de vorm van Zennemuren worden zo gemaakt dat langs de kanten van de muur de mortel wordt uitgewassen. Hierdoor krijg je grove muren met open voegen/spleten, dit zorgt voor een toegankelijkheid voor de natuur die zich doorheen de tijd kan gaan vestigen op de muren. De bovenkanten van de muren zijn niet uitgewassen en geven ruimte voor de mens om de muren te gebruiken.
WATERKRACHT 43
Bron Zenne
Grondstof uit het brongebied
44
Type: steenslag graniet Maat:16 - 40 mm
Gebruik: landschappelijke paden, secundaire verbindingen
Transformatie van ingrepen doorheen de tijd. Materiaal laat ruimte voor toegankelijkheid voor natuur.
Materialen detail en toepassingen in projectgebieden
Type: stenen graniet Maat:40 - 90 mm Gebruik: fundering, versteviging oevers, vulmateriaal vistrappen
Type: Keien graniet Maat: 140 - 180 mm Gebruik: paden, trappen, muren, pleinen
Type: Grote stenen Maat: 200 - 550 mm
Gebruik: vistrappen, waterbreking na trappen, habitat inrichting
Type: granieten boord Maat: 400 - 600 mm Gebruik: Detail lijnen in plein Brussel, randen
WATERKRACHT 45
BOVENSTROOMS
46
INTERVENTIE IN DE RIVIER
WATERKRACHT 47
Terreinbezoek
48
WATERKRACHT 49
Strategiekaart bovenstrooms schaal: 1 : 25000 Legenda
52
Axo die de verschillende ingrepen uitlegt die op grotere schaal moeten plaatsnemen in het landschap
Aquarel bovenstoomse ingreep
Voor de eerste uitwerking heb ik een deel van de rivier gekozen bij een Waals dorp genaamd Steenkerque. Hier ga ik een interventie gaan doen in de rivier. Waarbij ik vooral op de snelheid van het water ga inspelen en tegelijk de verbinding tussen het dorp en de rivier wil versterken. Dit door het toepassen van een haakse interventie in de rivier. Bij het bezoeken van de plek werd vooral duidelijk dat de rivier gefixeerd was in het landschap, moeilijk te bereiken, slechte oevers en een snelle stroming had met plaatselijk erosie.
Als we kijken naar mijn ingreep dan heb ik een harde en zachte interventie in het rivierlandschap gedaan. Ik heb namelijk in de rivier muren geplaatst, Zennemuren. Deze staan haaks op de stroomrichting van de rivier en vormen een obstructie en een verbinding op hetzelfde moment.
INTERVENTIE IN DE RIVIER
Wanneer we kijken op de grote schaal willen we de rivier terug een sterke blauwe baken maken die zich een weg slingert doorheen het landschap. Het riviergradiënt krijgt meer ruimte, er wordt ingezet op het vertragen van de afstroming. De sponswerking van het landschap wordt verbeterd door infiltratieplassen, bosaanplant en houtkanten. De ecologische en waterkwaliteit wordt verbeterd door het versterken van natte natuur langs de rivier. Er gebeurt een verandering in delen van het landgebruik van de vallei door rivierlandbouw. En de dorpen worden terug rivierdorpen.
Daarnaast wordt de rivier met zijn stijle oevers verbreedt en de overgang tussen water en land wordt geleidelijk gemaakt. Dit door te werken met verschillende zones. De ingrepen zijn bepaald op al reeds aanwezige lijnen in het landschap, deze worden versterkt en worden geactiveerd. De ingreep verbindt beide zijden van de rivier met elkaar en maken het voor de valleibewoner mogelijk om te bij, in en over de rivier te komen op verschillende plaatsen.
Hierdoor creëer ik verschillende plekken en wandelroutes in het rivierlandschap. Dit masterplan toont de situatie tijdens een nat moment, dit is de droge situatie. De axo toont mijn interventie ruimtelijk. Ook tijdens een natte en een droge situatie. De muren vormen een knooppunt tussen mens en natuur.
WATERKRACHT 53
Masterplan bovenstrooms Natte toestand schaal: 1 : 2500
Masterplan
Droge toestand schaal: 1 :
bovenstrooms
2500
58 Ontwerpprincipes interventie
Axos ruimtelijke ingreep tijdens droge en natte situatie
Interventie getest in watertafel voor en na beeld
Watertafel testen
Voor het testen van de werking van mijn ontwerpen en het werken met een rivier in het algemeen heb ik een watertafel gebouwd. Deze kan qua verhang versteld worden en via zand is het mogelijk om verschillende plekken en ingrepen te modelleren. Ik heb verschillende zennemuur testen gemaakt vanuit gegoten voorstellen.
WatertafelWtest atertafel test
Dit filmpje toont hoe het model in zijn werking gaat en hoe het water reageert op de muren voor mijn eerste interventie. Ik heb uit deze testen conclusies kunnen maken over de breedte, diepte en wat er na de muur moet komen om uitstroming te vermijden.
WATERKRACHT 59
Zoom rivierbad Natte toestand schaal: 1 : 500
62
Dwarsdoorsnede van watertrapbad
Langsdoorsnede rivier en verschillende riviergradiënten
Visualisatie op zennemuur bij rivierbad
Het zoom plan is genomen op een plek in de rivier waar ik twee verschillende soorten zennemuur ingrepen kan tonen. Namelijk een filter interventie en een recreatieve interventie. Wanneer ik de muren namelijk dicht bij elkaar plaats dan kan het water tussen de muren hoger komen te staan en met de juiste afgraving kan ik een soort rivierbad creëren waar mensen ook kunnen zwemmen in de rivier. De kwaliteit van het water wordt dan weer door de andere interventies verbeterd aangezien deze inzetten op het filteren van het water. Dit door de verschillende zones die worden gecreëerd met het afgraven.
Zo heb je de rivier, oevers, filterzone
en dynamische zone die toeneemt naargelang de hoeveelheid water in de rivier. Het riviergradiënt toont aan hoe het water zich verhoudt in de doorsnede, het gebruik toont hoe de mens zich verhoudt. De verschillende zones zorgen ook voor een rijker gradiënt van habitat plekken. Deze zorgen vervolgens voor meer biodiversiteit en aantrek voor fauna en flora.
Als laatste heb ik een sfeerbeeld die een glimp werpt op hoe het rivierbad eruit zou kunnen komen te zien na het plaatsen van de zennemuren. Het is een plek voor vertoeven en ontdekken in het landschap.
WATERKRACHT 63
VOOR BEBOUWD GEBIED
INTERVENTIE
66
LANGS DE RIVIER
WATERKRACHT 67
Terreinbezoek
68
WATERKRACHT 69
Strategiekaart voor bebouwd gebied schaal: 1 : 25000 Legenda
72
Axo die de verschillende ingrepen uitlegt die op grotere schaal moeten plaatsnemen in het landschap
Aquarel ingreep voor bebouwde gebieden
Voor de tweede uitwerking neem ik jullie mee naar de rand van Brussel. Hier ga ik een interventie maken langs de rivier. Waarbij ik inspeel op de ruimte van het water en deze dus verbreedt, tegelijk maak ik een waterpark die dienst doet als recreatief stadsrand park voor Brussel. Dit door te werken met verschillende aanwezige waterstructuren die zich bevinden in het gebied.
Bij het bezoeken van de plek werd vooral duidelijk dat de rivier moeilijk te bereiken is, de historisch ooit open zennebeemden waarvoor de plek bekend staat. Zijn nu dichtgezet door bossen en boomstructuren. De plek oogt wel ruraal en het hoogteverschil van de helling van de vallei is duidelijk zichtbaar. We gaan van 25m bij de rivier naar 60 meter en meer in het dorp Drogenbos.
Wanneer we kijken op de grote schaal zien we hoe het gekozen gebied de laatste open plek is voor Brussel, waarbij het gebied een scheg functie kan vervullen. Het is goed bereikbaar vanuit Brussel door de E19 die het gebied doorsnijdt. Er is voldoende ruimte om te bufferen en een ander soort landgebruik toe te passen, vee in plaats van akker. Er wordt ingezet op natte agricultuur en plaats voor ecologie en natte natuur. De bebouwing gaat meespelen in het waterverhaal en ontharden, hergebruik en loskoppelen van water, tuinen aan de rivier worden riviertuinen, en industrie wordt rivierindustrie en mobiliteit wordt rivier gebonden mobiliteit.
INTERVENTIE LANGS DE RIVIER
WATERKRACHT 73
Masterplan Zennebeemden Natte toestand schaal: 1 : 5000
Masterplan Zennebeemden Droge toestand schaal: 1 : 5000
1/500 structuur
Schema waterstructuren van het waterpark, links de waterharmonica, in het midden de rivierstructuur, rechts valleiwaterstructuur van plassen
Voor de opzet van het waterpark voor Brussel, heb ik de al reeds aanwezige waterstructuur als basis genomen om mijn framework aan op te hangen. Er zijn 3 grote structuren waar ik rekening mee heb gehouden. De valleistructuur die is opgebouwd uit vijvers en beken die vanuit de hoger gelegen delen richting de rivier stromen. Deze vijvers heb ik verder aangezet en mee het park ingetrokken.
De tweede structuur is de filterstructuur. Deze start vanuit de RWZI (rioolwaterzuiveringsinstallatie) die aanwezig is in het gebied. De RWZI had de ambitie om uit te breiden, en via een waterharmonica die ik maak, koppel ik de vraag van de rwzi aan een opgave van waterretentie die ook is gelegen in dat deel van het gebied. Daarnaast wordt het water dat uit de rwzi stroomt levendig gemaakt door de verschillende stappen in de waterharmonica, alvorens het de Zenne instroomt.
De laatste waterstructuur die het park opbouwt is de rivierstructuur. Daarnaast heb ik ook gekeken naar andere sterke ruimtelijke elementen, zoals het kasteelbos en het oude industrieterrein die ik herbestem om te fungeren als knooppunt tussen Drogenbos en Ruisbroek. De grote infrastructuur die het gebied doorsnijdt en hoe deze niet losstaat van maar onderdeel wordt van het park. Daarbij vormt het park naast recreatie ook een sleutel in de verbinding tussen de verschillende omliggende dorpen. Drogenbos, Ruisbroek, Beersel en Lot. Dit masterplan toont de situatie tijdens een nat moment, dit is de droge situatie.
Voor mijn ingreep heb ik opnieuw harde en zachte interventies gedaan. Ik heb de muurelementen, zennemuren, in dit gebied langs de rivier geplaatst. Hierdoor gaan ze een spel aan met de stromingskenmerken van de rivier. Waarbij op de locatie van de stootoever in de rivier mijn muren worden geplaatst. Waar het water in bestaande toestand inbeukt op de oever, vloeit het nu bij hoogwater over mijn muur heen. De dynamische retentiezone in. Waar vloeiweiden zijn, en het water dus ruimte heeft om zich uit te spreiden. Deze zijdelingse uitwisseling van water zorgt ervoor dat de watergolf die komt bij een extreme regenbui zich uitspreidt en hierdoor afneemt in kracht. Zo zorg ik voor topvervlakking van de rivier. De muren die het water in het gebied brengen zijn de inloopmuren en de muren die het water geleidelijk terugbrengen in de rivier zijn de uitloopmuren. Naast de muren die langs de rivier zijn geplaatst komen soortgelijke elementen op verschillende plekken terug in het gebied, ook bij de vijver en zuiverstructuren.
De zennemuren die zich in het park bevinden vormen specifieke uitzichtpunten, en gaan een spel aan met het water. De axo toont mijn interventie ruimtelijk. Ook tijdens een natte en een droge situatie. De muren vormen een schakel tussen water en land.
WATERKRACHT 77
78 Ontwerpprincipes interventie
Axos ruimtelijke ingreep tijdens droge en natte situatie
Interventie getest in watertafel voor en na beeld
Watertafel testen
Ook voor deze interventie heb ik een watertafeltest gemaakt. Specifiek hoe het water bij de stootoever over de inloopmuur weet te komen. En wat hiervoor van belang is. Zo zag ik dat de lengte van de muur en de zijkanten gevoelig zijn. Dus hier moet vegetatie komen die uitspoeling en erosie tegengaat. Daarnaast moet het midden
open blijven zodat het water de minste weerstand heeft om over de muur te vloeien. Dit is goed te zien in mijn axo's hoe dit ruimtelijk werkt.
WATERKRACHT 79
Zoom retentiezone Natte toestand schaal: 1 : 1000
82
Doorsnede uitlaatmuur
Doorsnede inlaatmuur
Dwarsdoorsnede retentiezone en inlaatmuur en verschillende riviergradiënten
Visualisatie van zennemuur die uitkijkt op retentiezone
Dit is vervolgens mijn zoom-in uitwerking. Deze is genomen op een plek waar de rivier en de valleiwaterstructuur samenkomen, de waterplassen gaan trapsgewijs naar de rivier toe en vormen plekken voor natuur en mens. Daarnaast hebben we de autosnelweg E19 welke in het ontwerp een relatie aangaat met de Zenne. En niet meer dominant maar onderdeel wordt van het waterpark. Dit is een voorbeeld hoe ik mobiliteit wil linken aan het rivierlandschap. Verder zien we duidelijk de dynamische retentiezones waar we de zennemuren hebben die het water binnen laten in het gebied. En waar plekken worden gemaakt die gelinkt zijn aan de rivier en een spel aangaan met het water. Ook te zien in de doorsnedes, de vloeiweides
die dienst doen als retentiezone hebben een rijk gradiënt aan hoogtes die zorgen voor verschillende habitats, waar diverse fauna en flora een plek vinden. Ook nog een snede die de in en uitlaatmuur duiden hoe deze worden uitgewerkt, waarbij de inlaatmuur concaaf is qua vorm, en de uitlaatmuur convex in het landschap ligt net als de andere muurelementen.
Dit alles resulteert in het volgend beeld, genomen vanuit dit punt. Toon op zoom. Het toont hoe een dynamisch landschap ontstaat, waarbij verschillende lagen adaptief met elkaar een plek creëren. Het is een plek voor te wandelen en te genieten van het veranderlijke landschap.
WATERKRACHT 83
IN HET BEBOUWDE GEBIED
86
WATERKRACHT 87
Terreinbezoek
88
WATERKRACHT 89
Legenda Strategiekaart in bebouwd gebied schaal: 1 : 25000
92
Axo die de verschillende ingrepen uitlegt die op grotere schaal moeten plaatsnemen in het landschap
Aquarel ingreep in de bebouwde gebieden
Voor de laatste uitwerking heb ik gekozen voor het transformeren van een as in het hart van Brussel. Hier ga ik een interventie maken parallel aan de rivier. Waarbij vooral met de hoogte van het water wordt gespeeld in het ontwerp. En waar een verharde onbenutte plek ruimte maakt voor een levendige koele plek waar het heerlijk vertoeven is.
Bij het bezoeken van de plek, waar ik ook met Yttje ben geweest. Werd al heel snel duidelijk dat elke verandering een stap voorwaarts is. De as wordt gedomineerd voor meer dan 60% door auto’s en hoewel er momenteel een rivier loopt, weliswaar onder de grond in betonnen bakken. Wordt je hier op geen enkel moment van bewust gemaakt.
De enige link met de rivier zijn de twee historische poortgebouwen van de vroegere omwalling van Brussel. Hierop is later de ring ontstaan. Deze poortgebouwen bezitten nu het rioolmuseum van Brussel en doen het hele historische verhaal van de Zenne en hoe Brussel is ontstaan aan de Zenne. Dit maakt dus de uitgelezen plek voor een riviertransformatie. En het
maken van een rivieras in de stad. Wanneer we kijken op de grote schaal zien we hoe het meeste van het rivierlandschap is verdwenen in de stad. En er nog maar weinig ruimte is hiervoor. Het is van belang dat we de ruimtelijke structuren die onderdeel zijn van dit landschap ook openstellen en laten adapteren hierop. Ruimtelijk laten we het belang van de plek terug spreken. Industrie langs de rivier wordt rivierindustrie. Hier kunnen bijvoorbeeld filterende en zuiverende functies worden ondergebracht in en langs de rivier die ook nog eens voor energie kunnen zorgen. Straten worden blauw groene straten die infiltreren, voornamelijk in deze delen aangezien het hier lager is. Naast rivierstraten hebben we ook andere stedelijke typologieën die een voortzetting kunnen zijn van de landschappelijke en geologische identiteit van de plek, denk maar aan rivierpleinen in plaats van normale pleinen. Rivierparken, riviertuinen en rivierassen.
WATERKRACHT 93
Masterplan Zuidlaan Natte toestand schaal: 1 : 2000
Masterplan Zennebeemden Droge toestand schaal: 1 : 2500
96 Ontwerpprincipes interventie
Axos ruimtelijke ingreep tijdens droge en natte situatie
Interventie getest in watertafel voor en na beeld
Voor de opzet van de rivieras in Brussel, heb ik de historische opbouw en positie van de rivier als basis genomen. En aan de linker kant de rivier die nu in twee bakken zit aan 1 kant opengelegd. De laanstructuur kan zo voor een deel behouden blijven en de tweede bestaande bak fungeert als een extra veiligheid bij een extreme bui. Het parkeren wordt geminimaliseerd in de as en geconcentreerd op de uiteinden, in een parkeergebouw die dienst doet als cultuurhub en onder de sporen van Station Zuid. Verder zorgt de behouden tramverbinding die door de as gaat voor een goeie bereikbaarheid. En wordt ingezet op wandelen en fietsen. Dit masterplan toont de situatie tijdens een nat moment, dit is de droge situatie.
Voor mijn ontwerp heb ik opnieuw gewerkt met harde en zachte interventies. Ik heb de muurelementen, zennemuren, in dit gebied parallel aan de rivier geplaatst. Elk met verschillende combinaties. Waarbij overal de
zichtrelatie tussen de muur en de rivier een belangrijk uitgangspunt is. De muren gaan een spel aan met het water wanneer deze in hoeveelheid toeneemt wat zich vertaald in het stijgen van de hoogte van het water. Hierdoor wordt de dynamiek van de rivier extra geaccentueerd en een veranderlijk element in de stad. Waar het bij droog weer een zon georiënteerde ligweide is en tijdens een regenbui een bewegelijke waterlijn is tot waar de Brusselaar kan komen. De axo toont mijn interventie ruimtelijk. Ook tijdens een natte en een droge situatie. De muren vormen een koppelstuk tussen water en stad.
De watertafel test toon specifiek hoe de hoogte van het water en de muren op elkaar reageren. En wat hier van belang is. Zo zag ik dat de muren en de glooiingen in het park goed moeten samengaan en dat de muur hiervan ook uitsteekt. Zodat het bijna als een podium naar de rivier werkt.
WATERKRACHT 97
Zoom rivieras Natte toestand schaal: 1 : 500
100
Dwarsdoorsnede parkdeel rivieras
Dwarsdoorsnede rivierplein op de rivieras
Langsdoorsnede rivierplein, toont poortgebouwen
Visualisatie in het park op de rivieras
Voor mijn zoom-in uitwerking heb ik gekozen voor een deel van het park en van het rivierplein te tonen. Het vormt het hart van mijn project en waar het allemaal samenkomt. Rivier en bewoner. Het park is glooiend en bewegelijk opgezet net als de rivier. Deze worden door de muren aangezet en creëren plekken op de as. Het plein vertaalt dit vloeiend gebaar verder in de gebruikte verharding en uitwerking. Hier wordt de natuursteen van eerder ook gebruikt onder verschillende vormen. Het plein die momenteel een kruispunt is voor auto’s wordt terug een plek voor de rivier en de stad. De monumentale poortgebouwen krijgen hierbij terug waarde en voldoen volwaardig in hun functie. Midden op het plein komt de rivier letterlijk naar boven. Hier is een ruimte gemaakt enkel voor de rivier.
Afgesloten met een hekwerk ontworpen voor de Zenne en Brussel. Gebaseerd op de Iris het symbool van Brussel en van de Zenne. De verschillende hoogtes in het park zorgen voor een verschil in gradiënt en habitat wat positief is qua invloed op de biodiversiteit en natuur in de stad. Zoals te zien in de doorsnedes.
Dit alles resulteert in het laatste beeld, genomen vanuit dit punt. Toon op zoom. Het toont hoe de as waar voorheen geparkeerde auto’s stonden en waar identiteit zoek was, zich zou kunnen transformeren tot een rivieras. Een plek de waterstructuur letterlijk als een verbinder werkt, Bussel zo sterker maakt voor toekomstige uitdagingen. En waar de Brusselaar met affiniteit de Zenne terug kan beleven.
WATERKRACHT 101
104
Gesloten drieluik van de Zennevallei
Open drieluik met de 3 interventie delen
Dankwoord
Het drieluik vormt het sluitstuk van mijn afstuderen één werk voor één rivier met drie onderdelen.
Afgelopen anderhalf jaar was alleen niet mogelijk geweest. Ik wil daarom graag de volgende personen bedanken zonder wie mijn afstudeerproject niet was geworden wat het nu is.
Allereerst wil ik mijn commissieleden Yttje Feddes, Claire Laeremans en Dingeman Deijs bedanken voor hun begeleiding, aanmoediging, kritische en scherpe aanwezigheid tijdens de verschillende momenten waar we samenkwamen.
Daarnaast wil ik de betrokken adviseurs bedanken voor hun kennis en advies, hierbij in het bijzonder Frans Klijn voor zijn hydrologische kennis en input.
Ik wil mijn collegas van B+B bedanken voor het vertrouwen en de steun gedurende mijn gehele academietijd.
Familie en vrienden die er de afgelopen 5 jaar voor me waren, in het bijzonder de leden van Unit 4 waarmee ik samen dit avontuur ben begonnen.
Als laatse wil ik Myrna Eussen in het bijzonder bedanken voor haar onvoorwaardelijke steun.
Mede mogelijk gemaakt door Stichting N.H. Bos
WATERKRACHT 105
106
WATERKRACHT 107