Tessa Laarman-Onlosmakelijk Verbonden

Page 1


E R B O N D E N

Anders boeren we samen?

Tessa Laarman

Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst

Amsterdam, december 2024

ONLOSMAKELIJK VERBONDEN

Anders boeren we samen?

Tessa Laarman tessa@laarmanvwaay.nl

Afstudeerproject Master Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst, Amsterdam December 2024

Commissieleden

Roel van Gerwen (mentor)

Ziega van den Berk

Pieter Veen

Toegevoegde commissieleden ten behoeve van examen:

Marieke Timmermans

Remco van der Togt

Afdelingshoofd landschapsarchitectuur

Joost Emmerik

*Alle afbeeldingen, tenzij anders aangegeven met (cijfer) in de ondertitel en bron in de bibliografie, zijn eigen werk en dienen vertrouwelijk te blijven. Ze mogen niet worden gedeeld of gedupliceerd door enige persoon of entiteit, behalve voor het specifieke doel van de Academie van Bouwkunst

SAMENVATTING

Inleiding

Opgroeiend in het landelijk gebied van Maartensdijk maar tussen de stedelijkheid van Utrecht en Hilversum in, heb ik gemerkt hoe dit gradiëntenlandschap bij kan dragen aan verschillende manieren van natuurbeleving.

Mede door de politieke aandacht sinds de boerenprotesten in 2019 is mijn interesse voor de toekomst van het landelijk gebied en de landbouwtransitie gewekt. Hierbij vroeg ik me vaak af: wat zou de rol van de landschapsarchitect kunnen zijn?

Verkenning: Ruimtelijkheid van de landbouwtransitie

Het onderzoek richt zich op de landbouwtransitie, het huidige systeem van de landbouw. De provincie Utrecht vormt het decor voor onderzoek naar de ruimtelijke effecten van de landbouw op het landschap.

Strategie

Dankzij onderzoek, ervaringen en gesprekken met boeren en andere organisaties ontstaan er drie principes voor de landbouwtransitie: water- en bodemsturend, regeneratief en vanuit het collectief. De randvoorwaarden voor een nieuwe of verbeterde vorm van landbouw. De ontwerpopgave die hieruit volgt luidt: Hoe kan de landbouwtransitie het landschap versterken en een hernieuwde relatie met haar gebruikers en inwoners aangaan?

Gebiedsvisie

De gebiedsvisie richt zich op de Eemvallei, onderdeel van de provincie Utrecht. De Eemvallei als proeftuin voor een landschappelijke en ruimtelijke benadering van de landbouwtransitie. Het huidige landschap kenmerkt zich door de varieteit aan landschapstypen en ruimtelijkheid, de van verschillende dorps- en stadsranden en cultuurhistorische relicten zoals de voormalige dijken en linten.

Concept

Het concept zet in op de kwaliteiten van de verschillende landschapstypen. Dit resulteert in een gebiedsvisie waar vier typen boeren met nieuwe of andere vormen van landbouw worden geïntroduceerd. Deze boeren werken allemaal volgens de drie principes van de landbouwtransitie. Een nieuwe (landbouw-)kringloop ontstaat en in het plan worden nieuwe verbindingen voor flora en fauna gemaakt. Recreatie in het landschap en participatie in de landbouw zorgen voor verschillende manieren van beleving van natuur en een hernieuwde relatie met het landschap.

De Eemvallei, natuur en landbouw onlosmakelijk verbonden

Met een holistische benadering is inzichtelijk gemaakt hoe ons prachtige landschap is geketend in een systeem van geld, politiek en macht. Echter presenteert het plan zich als lonkend perspectief wat natuur en landbouw verbindt en hiermee de relatie tussen mens en natuur aanspreekt. Het plan laat ziet dat alle ruimtelijke opgaven integraal bekeken moeten worden. Het ontwerp draagt bij aan een evenwichtige, wederzijds versterkende relatie tussen natuur en landbouw in het landschap. Met de ingrepen vergroten we de veerkracht van zowel het natuurlijke als het agrarische systeem. Daarnaast kan het plan dienen als leidraad en inspiratie voor verdere ontwikkeling en toekomstige visie voor het landelijk gebied en de landbouwtransitie.

De relatie tussen natuur en landbouw is een symbiose die de basis vormt van ons landschap. De landbouw is de manier waarop de mens zijn plek inneemt in het ecosysteem. Dit project benadrukt dat natuur en landbouw niet los van elkaar kunnen worden gezien.

Waaien liggen als erfenis van de Zuiderzee in het landschap (1)

INHOUDSOPGAVE

2

2.1

2.3

2.4

2.5

6

6.1

6.2

Beste lezer,

Na 3 jaar studie aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam, was het dan tijd voor de laatste stap: het afstuderen. Het afstudeerproject laat zien wat ik heb geleerd de afgelopen jaren, waar mijn passie ligt in het werkveld en de positie die ik als landschapsarchitect wil innemen.

De inspiratie voor het afstuderen ligt op de plek waar ik ben opgegroeid. Het landelijk en tegelijk ook stedelijk gebied rondom het dorp Maartensdijk. Deze plek heeft door mijn opleidingen (Tuin- en Landschapsinrichting, Van Hall Larenstein, Velp en Landschapsarchitectuur, Academie van Bouwkunst, Amsterdam) heen altijd invloed gehad op mijn interesse, gedachtegang en ontwerpen.

In dit afstudeerproject ben ik op zoek gegaan naar mijn rol als landschapsarchitect in de landbouwtransitie. Het onderzoeken van de landbouwtransitie op nationale schaal, het landbouwlandschap van de Provincie Utrecht en de herontdekking van de Eemvallei als proeftuin voor gebiedsspecifiek ontwerp heeft mij veel gebracht.

Veel leesplezier, Tessa Laarman

Tessa Laarman

I INTRODUCTIE

Sinds de politiek en de landbouw niet meer op één lijn lijken te liggen voelt het alsof boer en burger tegenover elkaar staan. Dit heeft ertoe geleid dat ik als landschapsarchitect mee wil werken aan een toekomst waarin we samenwerken en een gezamenlijk doel nastreven. Ontwerpend onderzoek als tool om een strategie te ontwikkelen voor het landschap, waarin alle belanghebbenden worden meegenomen omdat wij als landschapsarchitecten integraal denken en doen. Het landschap inzetten als de verbindende factor, als gemeenschappelijk goed. Want willen we niet allemaal in een mooi en gezond landschap wonen en werken?

1.1 AANLEIDING

persoonlijke fascinatie

De plek waar ik ben opgegroeid, het dorp

Maartensdijk tussen Utrecht en Hilversum, heeft door mijn werk heen altijd invloed gehad op mijn interesse, gedachtegang en ontwerpen. Maartensdijk ligt op de overgang van het veen met haar plassen en uitgerekte kavels naar het hogere zand met prachtige natuurlijke- en productiebossen.

Het boerenleven heeft zowel mij als het dorp gevormd en doet dat op meerdere manieren nog steeds. Fietsend naar school was de openheid van het landschap voelbaar door de harde wind, maar ook de momenten met vrienden die een boerderij hadden waren voor mij belangrijk. Ik zag de druk toenemen op de mensen die het grootste gedeelte van ons landschap beheren. Ook vroeg ik mij vaak af, hoe gaat het met de flora en fauna, als elk stukje grond in eigendom van iemand is in Nederland. Hoe zorgen we ervoor dat al het natuurlijke om ons heen zijn plek houdt?

De Provinciale Statenverkiezingen van 2023 waren voor mij een keerpunt. Sindsdien wordt de landbouw uitvoerig besproken in het politiek debat, lijkt er meer dan ooit een kloof tussen stad en landschap te zijn en zijn we inmiddels nog geen steek verder gekomen. Deze gebeurtenis heeft mij laten denken over mijn rol als burger en mijn rol als landschapsarchitect ten opzichte van de landbouwtransitie.

Het debat drijft mensen uit elkaar en brengt polarisatie terwijl we juist zouden moeten verenigen en het collectief moeten opzoeken. Ik vrees voor wat er gebeurt als de overheid onze boeren uit gaat kopen omdat zij teveel stikstof uitstoten. Wat gebeurt er met de grond die vrijkomt en hoe zorgen we dat deze niet in handen komt van bijvoorbeeld ontwikkelaars van vakantieparken of distributiecentra? We hebben onze landbouw hard nodig en ik ben ook heel trots dat Nederland zo goed bekend staat om haar landbouw. Naar mijn overtuiging zouden er namelijk juist meer boeren moeten komen.

Meer boeren om samen op een andere manier het landschap te beheren en er voedsel te verbouwen. Laten we vooral meer mensen betrekken bij onze voedselvoorziening.

Het bestuur van ons land heeft, in verschillende samenstellingen, laten zien dat het enkel met technische voorwaarden en regels kan komen. Echter wat nodig is, is een visie voor langere termijn, een stip op de horizon. In mijn afstudeerproject wil ik die visie verkennen, vanuit het landschap en haar natuurlijke systemen. Niet om het zoveelste plan te maken wat op de plank belandt. Maar om duidelijk te maken hoe we deze transitie aan moeten vliegen. Vanuit mijn eigen fascinatie en overtuiging vormgeven aan het landschap en de transitie, om zo mijn rol als landschapsarchitect in de landbouwtransitie te laten zien.

Mijn persoonlijke fascinatie ligt bij de verbinding van mens en natuur door het verbouwen van voedsel. Ik denk dat landbouw een element is waarmee de mens een plek in het ecosysteem neemt. Sinds ik beschik over een volkstuin waar ik op kleine schaal voedsel verbouw, voel ik meer dan ooit een sterke verbinding met het voedsel, de bodem en alles wat leeft op de kleine 100m2. De ervaringen die ik opdoe in de tuin, brengen mij een positieve kijk op de aankomende landbouwtransitie.

Ik wil die ervaring met anderen kunnen delen. En juist daarom denk ik dat we het collectief moeten opzoeken in de landbouwtransitie. Nieuwe generaties hebben steeds minder natuurkennis. Gangbare dieren en planten, zoals merels en vinken, worden steeds minder herkend (Natuurmonumenten, 2024). Deze trend is zorgelijk omdat we als mens niet gezond kunnen leven zonder de connectie met de natuur.

In dit afstudeerproject zoek ik een weg naar de collectieve landbouwtransitie. Hoe kan de landbouw een schakel zijn in natuurherstel en op welke manier zijn niet-boeren daarbij betrokken?

1.2 HET UTRECHTSE LANDSCHAP

divers en stedelijk

Het onderzoek richt zich op de Provincie Utrecht vanwege mijn verbinding met het landschap en de aanwezigheid van verschillende steden en dorpen en de grote diversiteit aan landschappen. Utrecht is gezegend met een afwisselend landschap: aan het oosten de zandlandschappen van de Utrechtse Heuvelrug, in het noorden de voet van de Hilversumse stuwwal, het open landschap rondom de rivier de Eem, de uiterwaarden rondom de rivier de Lek, veenontginningen met de langgerekte kavels in het westen en meer rechte kavels van de droogmakerijen. Deze landschappen kennen elk een eigen type landbouw, uitdagingen en kansen.

Open landschappen

De veenweiden en droogmakerijen vormen de open landschappen in de Provincie Utrecht. Dit zijn de landschappen die in huidige vorm het meeste zijn gevormd door de mens en landbouw en vormen het decor voor de melkveehouderij. Door jarenlange ontwatering en intensivering van de landbouw heeft het landschap te maken met bodemdaling, slechte waterkwaliteit, verzilting, verdroging en mede door mono-beplanting een verlies aan habitat en biodiversiteit.

Dynamisch

Het rivierengebied is door de mens bedijkt en hierdoor een deel van haar dynamiek verloren. De fruitteelt is hier voornamelijk gevestigd dankzij de vruchtbare kleigrond rondom rivieren. Doordat rivieren buiten hun oevers treden, komt er kwelwater onder de dijken door, hierdoor ontstaat vaak wateroverlast in de boomgaarden.

Hoge en droge gronden

Veenweiden

Eemland,Vijfheerenlanden

Veenweiden

verlies aan habitat en biodiversiteit

bodemdaling

mono-beplanting

Veenweiden

Eemland,Vijfheerenlanden

VEENWEIDEN

Groenehart,Lopikerwaard

verdroging

slechte waterkwaliteit

De zandrug Utrechtse Heuvelrug heeft her en der een paar weides en akkertjes ten behoeve van de landbouw maar bestaat vooral uit bos, heide en zandverstuiving. Een deel van het bos bestaat uit restanten van de voormalige houtproductie. De hogere zandgronden hebben last van verdroging door het alsmaar ontwateren. Op de zandlaagtes zoals de Gelderse Vallei zijn voornamelijk de varkens- en pluimveehouderijen gevestigd. Vanwege niet-grondgebonden (mega-)stallen is deze vorm van landbouw minder gebonden aan het type landschap.

Veenweiden

Eemland,Vijfheerenlanden

Eemland,Vijfheerenlanden

VEENWEIDEN

Groenehart,Lopikerwaard

VEENWEIDEN

Groenehart,Lopikerwaard

VEENWEIDEN

Groenehart,Lopikerwaard

DROOGMAKERIJ Groot-Mijdrecht

verzilting

DROOGMAKERIJ Groot-Mijdrecht

DROOGMAKERIJ Groot-Mijdrecht

bodemdaling

RIVIERENGEBIED KrommeRijnstreek

De geomorfologie toont de diversiteit in landschappen in de Provincie Utrecht

RIVIERENGEBIED KrommeRijnstreek

wateroverlast

verdroging

slechte waterkwaliteit mono-beplanting

verlies aan habitat en biodiversiteit

ZANDRUG

UtrechtseHeuvelrugmetflanken

ZANDLAAGTE Geldersevallei

Abstractie in axonometrie van de verschillende landschapstypen in de Provincie Utrecht

droogte

wateroverlast

enkel ‘nuttige’ dieren worden toegelaten

Maar liefst 50% van het grondgebied van de provincie Utrecht is landbouwgrond. Bij het inzoomen op de verschillende ketens wordt duidelijk welke problematiek dit met zich meebrengt en tegen welke problematiek de landbouw aanloopt in het landschap. Ook maakt het nogmaals duidelijk hoe de boer, en dus ook het landschap vast zit in een systeem waar we niet meer de vruchten van plukken. Door bijvoorbeeld klimaatverandering hebben we soms watertekorten, alleen is ons watersysteem nog ingesteld op zo snel mogelijk water afvoeren.

teelt slecht bestand tegen verzilting

Fruitteelt

(4)

stimuleren natuurlijke bestuiving en natuurlijke vijanden

de oogst in september-november seizoensarbeiders

opslag fruit en sorteermachine huisvesting seizoensarbeiders

marktklaar voor transport

bestrijdingsmiddelen of feromonen tegen plagen en ziektes

Ongeveer de helft van de Provincie Utrecht wordt gebruikt door landbouw

wateroverlast

enkel ‘nuttige’ dieren worden toegelaten

monocultuur in beplanting

teelt slecht bestand tegen verzilting

+H2O
droogte
(5)

ziektes verspreiden snel door megastallen

Varkens- en pluimveehouderij

weinig inzicht in voedselproductie door burgers en omwonenden

fijnstof en endotoxine

ziektes verspreiden snel door megastallen

uitstoot stikstof, fijnstof en endotoxine

weinig inzicht in voedselproductie door burgers en omwonenden

mestoverschot

vlees of eieren - energie

mestoverschot

uitstoot stikstof, fijnstof en endotoxine import van veevoer en stalbedekking

ophokplicht vogelgriep

ziektes verspreiden snel door megastallen

vlees of eieren - energie

+eiwit

uitstoot stikstof, fijnstof en endotoxine import van veevoer en stalbedekking

ophokplicht vogelgriep

ziektes verspreiden snel door megastallen

bijv. beter leven ster

monitor duurzaamheid en dierenwelzijn

+eiwit

regulering stalklimaat

verwerker of groothandel

afvoer en verwerking mest door derden

verwerker of groothandel

bijv. beter leven

monitor duurzaamheid dierenwelzijn

regulering stalklimaat

(6)
(7)

afname biodiversiteit

Melkveehouderij

- H2O - energie +CH4

afname biodiversiteit

- H2O - energie +CO2 +CH4

+ N2

+winst

zuivelcoöperatie Campina

+winst

wateroverlast + H2O

leven ster duurzaamheid en dierenwelzijn

zuivelcoöperatie Campina

financier Rabobank + N2

droogte + H2O

kwel

wateroverlast

bodemdaling

bodemdaling

verzilting kwel

financier Rabobank

productie van veevoer

+eiwit

import van veevoer

import van veevoer

KPI monitor duurzaamheid

+efficiënte productie € €

productie van veevoer

De landbouw met de meeste impact op en gebondenheid aan het landschap is de melkveehouderij. Vanwege de kansen en uitdagingen zal de transitie van de melkveehouderij centraal staan in het landschapsontwerp.

+eiwit

KPI

monitor duurzaamheid

mestoverschot

+efficiënte productie € €

Tessa Laarman

II LANDBOUW IN TRANSITIE

Vanuit een bepaalde behoefte is het landschap ontwikkeld tot het landschap van nu, maar de behoefte verandert en de ontwikkeling van het landschap lijkt achter te blijven. Echter bevinden we ons duidelijk op een keerpunt in ons systeemdenken. Welke keuzes gingen hieraan vooraf en wat hebben we nog te kiezen als we zo ver van het natuurlijke systeem af staan?

2.1 LANDELIJKE PROBLEMATIEK

onderzoek naar het onderliggende systeem

20 juni 2023, het landbouwakkoord is geklapt. Landbouwminister Piet Adema, die het overleg leidde, sprak van ‘een hele trieste dag voor de landbouw en voor de natuur’ (NOS, 2023). Maar voor de landbouw en de natuur maakt het niet veel uit: voor die twee is het in Nederland al heel lang slecht gesteld. Elke 25 jaar halveerde het aantal boeren en de biodiversiteit is simpelweg gedecimeerd (CBS, 2020). De landbouwsector domineert het landschap op een manier waarop er weinig ruimte is voor het natuurlijke systeem maar loopt ook steeds vaker tegen Europese regelgeving aan.

Nu de stikstofcrisis zich aandient mengen steeds meer organisaties, belanghebbenden, politieke partijen en burgers zich in het debat rondom de landbouw. Dit resulteert vaak in polarisatie in de samenleving gevoed door (sociale) media en het politieke debat. In het debat gaat het vooral over de negatieve gevolgen van onze huidige productie, het uitkopen van boeren, reductie van de stikstofuitstoot en (on-)gewenste technische oplossingen. De vraag is echter, gaan we bewust

om met het Nederlands (agrarisch) grondgebruik? Momenteel gebruiken we onze schaarse grond om de economie en grote agrobedrijven te spekken met grote hoeveelheden exportproducten (De correspondent, 2021). De onderhandelingen over een Landbouwakkoord bieden de agrarische sector de kans om zelf medeontwerper te zijn van hoe de sector eruitziet in 2030-2040. Echter zou het moeten gaan over ruimtelijke impact op het landschap en haar natuurlijke systemen. De ruimtelijkheid en natuurlijke systemen van het landschap bepalen uiteindelijk de leefbaarheid voor mens en dier. Een integrale blik op het landschap waar de boer onderdeel van is.

Dankzij de piekbelastersregeling lijkt het stikstofprobleem opgelost terwijl verlies van biodiversiteit, waterkwaliteit en bodemkwaliteit hierop volgt. Hoeveel van wat er over is zijn we bereid om nog te verliezen? Hoewel de piekbelastersregeling vanuit een focus op stikstof begrijpelijk is, doemt er vanuit een wat breder perspectief op duurzame landbouw, natuur en landschap wel een probleem op. Door uitkoop

Waarom snippers natuur waardevol zijn, ook al wil de nieuwe coalitie ervanaf Trouw, 20 mei 2024

BBB nu in alle provincies de grootste partij geworden NOS, 17 maart 2023

De grote weeffout in het landbouwakkoord: zonder visie valt er niks te polderen

De Correspondent, 17 oktober 2023

Steeds meer burgers worden samen eigenaar van een boerderij NOS, 18 mei 2024

Adema ziet in Europa nul kans voor nieuwe derogatie Veeteelt, 5 april 2024

Nederland kampioen biodiversiteitsverlies, ‘de natuur staat er dramatisch voor‘ NOS, 22 mei 2024

Uitkopen van boeren voor stikstofrechten leidt tot meer uitstoot Volkskrant, 27 juni 2024

Planetaire grenzen worden steeds meer overschreden, onze leefomgeving is ongezond. Bron: Science Advances, 2023

van veehouders kan weliswaar de stikstofuitstoot dalen, maar zonder regie op de vrijkomende landbouwgrond werken we alsnog ongewenste situaties in de hand, zoals bijvoorbeeld de bouw van vakantieparken of mogelijkheid voor uitbreiding van Schiphol. Met als gevolg: minder ruimte voor de gewenste verweving van landbouw met natuur en landschap en eenzelfde of hogere belasting voor de bodem en het watersysteem. Het verdwijnen van de landbouw is niet wenselijk maar verandering en integraliteit is noodzakelijk.

Mede dankzij het beleid van Sicco Mansholt na de Tweede wereldoorlog is onze landbouw uitgegroeid tot een markt op wereldniveau. ‘This tiny country feeds the world’, kopte National Geographic in november 2017 (Volkskrant, 2018). Velen zien de Nederlandse manier van landbouw daarom als een ultiem voorbeeld voor de rest van de wereld. Diezelfde landbouw heeft echter ook een keerzijde en deed vogelsoorten als patrijs, grutto en veldleeuwerik in vijftig jaar tijd met meer dan 70 procent afnemen (Volkskrant, 2018). Schaalvergroting liet behalve boeren ook fraaie cultuurlandschappen verdwijnen omwille van efficiëntie. In combinatie met een hoog gebruik van inputs (zaden, meststoffen, machines, arbeid), is ook een efficiënte landbouw ontzettend milieubelastend (NOS, 2023).

Problemen stapelen zich op, fauna en flora verdwijnt en we hebben de slechtste waterkwaliteit van Europa. Nederland produceert per hectare de grootste hoeveelheid stikstof van heel Europa. Niet een klein beetje meer, maar gemiddeld vier keer zo veel. Klimaatverandering zoals extreme droogte, wateroverlast door hevige buien en hittestress zijn onderdeel van het landelijk gebied. De afgelopen eeuw is de essentie van het landelijk gebied rigoreus gewijzigd. Zeker in Nederland, waar alles zich op een relatief klein oppervlak afspeelt. Innovaties en modernisering voor een hogere efficiëntie hebben hier een grote impact gehad. Het stedelijk gebied rukt op en de recreatieve druk neemt toe. De trots en bekendheid van Nederland komt onder andere door en vanuit de landbouwsector en de manier waarop we met ons landschap zijn omgegaan.

Dit roept bij mij de vraag op: wat is de toekomst van het landelijk gebied? In mijn overtuiging vraagt de huidige tijd om aanpassing, om adaptiviteit. Niet enkel meer de roofbouw op onze grondstoffen en en leefomgeving maar een duurzame manier van het gebruiken van landschap en natuur. Landbouw is hierin de sleutel, de manier waarop de mens haar plek in een ecosysteem inneemt. Staan we als mens bovenaan of zijn we onderdeel van een groter geheel?

2.2 ONTWIKKELINGEN IN SNELTREINVAART

het landschap en haar landbouw

Om die toekomst voor te stellen, dienen we eerst te begrijpen welke keuzes er zijn gemaakt in het verleden en waarom. Die keuzes hebben geleid tot het huidige systeem en de inrichting van ons landschap. Een greep uit belangrijke historische gebeurtenissen voor de landbouw en haar landschap:

< 1900 Vroeger werd de landbouw in Nederland bedreven door kleine familiebedrijfjes, met wat koeien, een paar varkens voor vlees en paarden als trekdier. De akkerbouw was gericht op het produceren van voer voor eigen dieren en eigen consumptie.

1900 De landarbeiders en dagloners verdwijnen uit het platteland. Velen vinden in de oprukkende industrie een nieuwe en beter betaalde baan. Onder het credo ‘vele handen maken licht werk’, krijgt de boer het werk op het erf rond met familie en buren. Voor de grootste boerenbedrijven is het tekort aan landarbeiders de aanzet tot mechanisering.

1924 De eerste ruilverkavelingswet kwam tot stand ten behoeve van efficiëntie. De in- en verdeling van percelen veranderde en zo ontstonden grotere

en vlakkere kavels. Veel landschapselementen als sloten, greppels, houtwallen, bosschages, natuurlijke oneffenheden en onverharde wegen verdwenen. Er werden verharde wegen en bredere watergangen aangelegd en het watersysteem werd aangepast, onder andere door de aanleg van drainage en ontwateringsgemalen. Ook ontstonden er nieuwe ruilverkavelingsboerderijen aan doorgaande wegen.

1945 Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog maakte Nederland de hongerwinter mee. Toen de oorlog eindigde was een ding zeker: dit nooit meer. Onder het motto ‘nooit meer honger’ werd door Sicco Mansholt, minister van Landbouw sinds 1945, de voedselvoorziening op orde gebracht. Naar Amerikaans voorbeeld (Marshall-hulp) werden er maatregelen doorgevoerd om de voedselproductie te verhogen.

1950 Het nieuwe beleid was gericht op het herstel van de economie en de industriële productie. Verhoging van de productie werd bereikt door deze te mechaniseren. Dit leidde tot schaalvergroting en een stroomversnelling voor de (intensieve) landbouw. Een boer kan met zijn gezin nog leven van 12 hectare.

1962 Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de EU ging van start. Een partnerschap, enerzijds tussen landbouw en samenleving en anderzijds tussen Europa en de Europese boeren. Het GLB staat voor het ondersteunen van boeren, de landbouwproductiviteit verbeteren en zorgen voor een stabiele voorziening van betaalbare levensmiddelen. Boeren in de EU een redelijk inkomen garanderen, het klimaat beschermen en het duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen bevorderen. Plattelandsgebieden en landschappen in de hele EU in stand houden, de plattelandseconomie levensvatbaar houden door de werkgelegenheid in de landbouw, agrovoedingsindustrie en aanverwante sectoren te stimuleren.

1980 Mansholt komt met het ‘Memorandum Landbouw’ als reactie op de overproductie en prijsstagnering van het voormalig landbouwbeleid. Mansholt wil het boerenbedrijf moderner, grootschaliger en leefbaarder maken. Daarom stelt hij prijsmaatregelen voor en een vermindering van het landbouwareaal in de zes lidstaten met 5 miljoen hectare (6% van de totale oppervlakte). De actieve landbouwbevolking zou moeten afnemen

Tijdlijn van invloedrijke gebeurtenissen

met 5 miljoen landbouwers (45% van het totaal). Gestimuleerd door uittredingsvergoedingen en studiebeurzen, zouden boeren zich professioneel kunnen heroriënteren.

Daarnaast stelt Mansholt dat er nood is aan een structuurhervorming van de landbouwbedrijven.

De schaalvergroting in bedrijfsstructuur betekent dat een akkerbouwbedrijf 80 tot 120 ha groot zou moeten zijn, melkveebedrijven hebben best 40 tot 60 koeien, bij vleesproductie gaat het om 150 à 200 runderen en voor mestvarkens ligt de norm op 450 tot 600 stuks.

2020 De eerste protestacties komen op gang, georganiseerd door Agractie en Farmers Defence Force. Directe aanleiding voor de protesten is de stikstofcrisis, maar ze worden breder aangegrepen om te pleiten voor de positie van boeren en het behoud van het platteland. Er lijkt een grotere kloof te staan tussen stad, landschap en Den Haag.

De landbouw is in de aflopen 100 jaar in sneltreinvaart ontwikkeld tot de efficiënte machine die het nu is. Schaalvergroting en intensivering zijn daarbij de sleutelwoorden en maakten Nederland tot wereld’s 2e grootste landbouwexporteur.

2.3 GEKETEND IN HET SYSTEEM

Ongeveer 54% van het grondoppervlakte in Nederland wordt gebruikt voor de landbouw. De inrichting van het landelijk gebied wordt dus grotendeels bepaald door de wijze waarop we onze landbouw inrichten. De boeren lijken het hoofdonderwerp maar zijn achter de schermen vaak geketend in een groter en complex systeem. Rondom de keukentafel van (familie)bedrijven met jarenlange tradities hangt een gespannen krachtveld met bedrijven en instellingen. Niet voor niets wordt wel eens gezegd: boeren hébben geen verdienmodel, boeren zíjn een verdienmodel.

Voor de inrichting en mogelijke veranderingen in ons landbouwsysteem is het van belang om deze keten en het systeem te begrijpen. Het gros van het geld dat wordt verdiend in de landbouw gaat naar bedrijven die om de boer heen cirkelen: handelaren in veevoer, slachterijen, producenten van kunstmest en pesticiden. Deze vaak grote ondernemingen lobbyen voor behoud van het huidige landbouwsysteem, want dat is hùn verdienmodel (Volkskrant, 2022).

Minder koeien betekent namelijk dat zuivelbedrijven minder melk te verwerken hebben. Minder varkens en kippen op stal levert verlies aan werk en inkomsten op voor veetransporteurs, slachterijen en vleesverwerkers. Meer biologische landbouw leidt tot lagere omzetten voor verkopers van kunstmest en pesticiden. Bedrijven als deze hebben grote gevestigde belangen bij het systeem zoals het nu draait. Door lobbykantoren in te schakelen en de publiciteit te bespelen, door

wetenschappelijk onderzoek te sturen en korte lijntjes te houden met de politiek. Het beleid en financiering voor landbouw komt vanuit de EU. De doelstellingen die de Europese Commissie heeft afgekondigd in het kader van de Green Deal en de Farm to Fork strategie zijn ambitieus: in 2030 moet een kwart van alle landbouwgrond in de EU biologisch bewerkt worden, het gebruik van pesticiden moet in dat jaar zijn gehalveerd.

De cijfers spreken voor zich: Nederlandse boeren zijn binnen het huidige systeem slechts een speld in de hooiberg van grote bedrijven, die er het meest aan verdienen en boeren als schild gebruiken om hun eigen belangen te beschermen. De EU drukt ons met de neus op de feiten terwijl de agrarische lobby liever wegkijkt dan vooruit kijkt. We moeten toe naar een model waarin boeren ook bij lagere productie, bijvoorbeeld bij tegenvallende oogst door hevige buien, een goede boterham kunnen verdienen. Een model waar consumenten dichter bij voedselproductie komen te staan, niet alleen om de verdiensten bij de boer te houden maar ook om de relatie tussen boer (voedsel) en burger te herstellen.

Investeringen

ORGANISATIE, WET EN REGELGEVING

EUROPA DE WERELD

Klimaatakkoord Grondstoffen Voedsel

World Health Organisation (WHO) VN

Natura 2000

Biodiversiteitsherstelwet

Klimaat+Energie, Klimaatakkoord Parijs Landbouw, GLB

Derogatie

Financier Kader Richtlijn Water

NEDERLAND

NPLG

Nationaal Programma Veenweide

Energie

Waterkwaliteit, -beschikbaarheid en -veiligheid

Verdeler Europese subsidies en beleid Rijkswaterstaat, Uni van Waterschappen, LTO Uitvoering Kader Richtlijn Water

PROVINCIE

GEBIEDS PROCES STAKE HOLDER

Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) Omgevingsvisie

Natuurvisie, biodiversiteitsdoelen, faunabeleid Waterschappen - uitvoering Kader Richtlijn Water

Regionale Energie Strategie (RES) Gebiedsstrategie Belangen stakeholders Waterschap LTO

Agrariers Grondeigenaren zoals particulieren, ontwikkelaars, etc Bewoners, burgers Recreanten Waterschap

Andere gebruikers

Bodem en watersysteem

Seizoenen

Het weer

Flora en fauna

Klimaatverandering

2.4

OP VERKENNING

wat is de kern van het nieuwe systeem?

Vormgeven aan transitie

De principes voor de landbouwtransitie komen voort uit een grondige analyse en inventarisatie van trends die van invloed zijn op de toekomst van de landbouw en het landelijk gebied. Dit vooronderzoek is gedaan met een aanpassing op de stappen van Stratford, Baarsma e.a. (MCD, Master City Development). De trends zijn geclassificeerd in een assenstelsel, waarbij de focus lag op trends die zowel hoge onzekerheid als aanzienlijke impact met zich meebrengen. Dit heeft geleid tot de identificatie van twee kernonzekerheden die als uitgangspunt hebben gediend voor het scenario-assenstelsel. Door deze methode werd er ruimte gecreëerd om in uitersten te denken en de verschillende mogelijke oplossingsrichtingen te verkennen. Het assenstelsel stimuleerde een breed scala aan denk- en ontwerprichtingen, waardoor een breed spectrum aan scenario’s werd onderzocht. Deze aanpak hielp bij het identificeren van potentiële kansen en risico’s die invloed zouden kunnen hebben op het ontwerp.

Naast verschillende informele gesprekken hebben er een aantal formele interviews plaatsgevonden met de volgende mensen:

Landbouwtransitie

Roos Kobben, Boerenverstand

Robert Baayen, WUR

Anne-Charlotte Hoes, WUR

Carleen Weebers, Provincie Utrecht

Daan Dijk, Land van Ons

Systeemdenken

Markus Appenzeller, stedenbouwkundige

Boeren

Jan Huijgen, Boerderij Eemlandhoeve Josephine Schuurman, Boerderij Eyckenstein

DUURZAAMHEID

energietransitie

mobiliteit

terugdringen gebruik fossiele grondstoffen

NL volledig zelfvoorzienend

groene stroom

(korte termijn) politiek

klimaatneutraal in 2050 oorlogen

stikstof

ECONOMIE

landbouwtransitie

regeneratief, biologisch

einde tijdperk derogatie cooperaties boerenprotesten

terugkomst historische elementen zoals Herenboeren

KLIMAATADAPTIEF

water- en bodemsturend

2023 natste en warmste jaar ooit sinds 1906

circulair landschap

collectieve voorzieningen

nevenactiviteit

biodiversiteitsverlies verzilting plan Ooievaar komst van de wolf

biobased (bouwen)

NL slechtse waterkwaliteit van EU

RUIMTE

landgebruik en -kwaliteit

eigenaarschap bottom-up initiatieven gewaskeuze

waar komt ons eten vandaan?

high-tech oplossingen

NL grootste voedsel-exporteur in EU

productie en efficientie lobby van de agrarische industrie

stikstofkaart

1 miljoen woningen bouwen, bouwen, bouwen

windparken en zonnevelden

bouwen binnen de huidige bebouwingsgrenzen

toenemende recreatiedruk de buitenruimte als je eigen achtertuin festivals, sporten natuurherstel

‘in elk dorp een straatje erbij’

er is geen ruimte voor de wolf in NL ontwerp democratie

KERNONZEKERHEDEN

eigenaarschap

einde tijdperk derogatie

NL grootste voedselexporteur in EU

productie en efficientie

lobby van de agrarische industrie

windparken en zonnevelden

stikstof

terugdringen gebruik fossiele grondstoffen

klimaatneutraal in 2050

toenemende recreatiedruk

gewaskeuze

RUIMTELIJKE UITWERKING

mobiliteit

komst van de wolf

waar komt ons eten vandaan?

nevenactiviteit plan Ooievaar

de buitenruimte als je eigen achtertuin

terugkomst historische elementen zoals Herenboeren

NL slechtse waterkwaliteit van EU

cooperaties

bottom-up initiatieven

groene stroom

festivals, sporten

high-tech oplossingen

1 miljoen woningen bouwen, bouwen, bouwen

NL volledig zelfvoorzienend

‘in elk dorp een straatje erbij’

bouwen binnen de huidige bebouwingsgrenzen natuurherstel

stikstofkaart

ONZEKERHEID 1 POLITIEK

LOKAAL VS MONDIAAL

er is geen ruimte voor de wolf in NL ontwerp democratie

regeneratief, biologisch

collectieve voorzieningen

biodiversiteitsverlies verzilting

biobased (bouwen)

(korte termijn) politiek oorlogen

circulair landschap 2023 natste en warmste jaar ooit sinds 1906

ONZEKERHEID 2 KLIMAAT

NATUURLIJK VS CULTUURLIJK

boerenprotesten

SCENARIO’S

De twee kernonzekerheden, politiek en klimaat, hebben geleid tot een matrix met daarin verschillende denkrichtingen voor de landbouwtransitie. De y-as staat voor het type markt waar de landbouw voor produceert en de x-as staat voor de manier waarop de landbouw met het natuurlijke landschap omgaat.

Cultuurlijk

Een voedsellandschap wat met technische maatregelen de gevolgen van klimaatveranderingen bestrijdt.

Natuurlijk

Het voedsellandschap is zo ingericht dat het veerkrachtig is in verschillende situaties. Het is adaptief en regeneratief en heeft een natuurlijk, dynamisch karakter.

Mondiaal

De landbouw produceert voor de mondiale markt. Nederland als grootste voedselexporteur van de wereld, we hebben een duidelijke specialisatie.

Lokaal

De landbouw produceert een divers aanbod aan voedsel voor de lokale markt.

Uiteindelijk heeft deze benadering niet geleid tot de selectie van één specifieke denkrichting. Het uiteenzetten van de extremen (mondiaal, lokaal, weerstand, veerkracht) leidde tot scenario’s die enkel met goed of slecht konden worden bestempeld vanuit een bepaalde politieke richting.

In plaats daarvan zijn de relevante elementen en inzichten uit de verschillende scenario’s geïntegreerd en doorontwikkeld in principes voor de landbouwtransitie en het uiteindelijke landschapsontwerp.

Samen met de gesprekken met boeren en organisaties rondom de landbouw heeft de exercitie geholpen in het formuleren van principes voor de toekomst van ons landbouwlandschap.

schaalvergroting

genetische modificatie

innovatie

wereldleider in efficiente productie

productie voor de mondiale behoefte

CULTUURLIJK

precisielandbouw waardecreatie productieverhoging specialisatie

inrichting voor veiligheid

technologische oplossingen

grote scheiding tussen stad en landschap

productie voor de lokale behoefte

gemeenschappen community

natuur- of landschapsbeleving

circulaire economie

technologische oplossingen

wonen in en met het landschap

infrastructuur t.b.v. import en export

productieverhoging specialisatie

mondiale afzet

landbouw en natuur onlosmakelijk verbonden klimaat adaptatie robotisering robotisering

wereldleider in duurzame landbouwproductie

mondiale afzet

genetische modificatie

lokale afzet

inrichting voor veiligheid

diversificatie

natte teelt noaberschap

versterken biodiversiteit ecosysteemdiensten

productie vanuit het aanbod van de natuur

wonen in en met het landschap

waardecreatie

omarmen verzilting natte teelt

versterken biodiversiteit

infrastructuur t.b.v. import en export extensivering extensivering intensivering

ecosysteemdiensten

natuurlijke oplossingen natuurlijke oplossingen lokale afzet noaberschap omarmen verzilting

natuur- of landschapsbeleving

NATUURLIJK

diversificatie

productie vanuit het aanbod van de natuur

klimaat adaptatie

circulaire economie biologisch biologisch

landbouw en natuur onlosmakelijk verbonden

gemeenschappen community

2.5 EEN NIEUW PERSPECTIEF

voor boer en landschap

We hebben 10 jaar een neoliberale regering gehad die maximaal heeft ingezet op individuele keuzevrijheid en gericht is op vrijemarktwerking. Als de politieke wil er niet is, dan lukt het niet. Ook is er een strakke lobby van de industrie. Het kabinet Schoof wil in Europa ‘alles op alles’ zetten om het huidige verdienmodel van boeren te behouden. Ons verdienmodel bestaat uit doorgaande schaalvergroting, intensivering, specialisatie en marktverovering, echter is dat failliet omdat de Nederlandse landbouw tegen ecologische, wettelijke en financiële grenzen aanloopt.

Door jarenlang verkeerd ingezet middelenbeleid in plaats van doelenbeleid van de Nederlandse overheid is Brussel klaar met Nederland. Nederland verzaakt al decennia als het gaat om het inkrimpen van de veestapel, kunstmestgebruik of import van veevoer, waardoor te veel stikstof in het milieu komt en de biodiversiteit achteruitgaat (Volkskrant 12 april 2024, John Aarink, Johannes Regelink). De overheid was zich er al zeker sinds het Club van Rome-rapport in 1972 van bewust dat de landbouwindustrialisatie tot een ecologische catastrofe zou leiden maar deed weinig tot niets. De belangrijkste maatregelen kwamen dan ook uit Brussel. De laatste decennia heeft de overheid een oerwoud aan regels gecreëerd die overwegend niet de bedoeling hadden om milieuschade te vermijden maar om de consequenties van de Brusselse regelgeving te omzeilen. Talloze geitenpaadjes die één voor één in honderden juridische procedures, aangespannen door het MOB van Johan Vollenbroek, door rechters zijn afgesneden. Het onwettig verklaren door de Raad van State van veehouderijvergunningen op basis van het Programma Aanpak Stikstof in 2019 is het bekendste voorbeeld.

Strategie

Het is tijd voor een nieuw bewind, één waarin de overheid verantwoordelijkheid neemt voor een gezond voedselsysteem dat de basis is voor een gezonde bevolking. De agrarische lobby is ontzettend sterk, echter kies ik een strategie die hier lijnrecht tegenover staat. Op dit moment ligt de nadruk in de besluitvorming op rentabiliteit. Naar mijn mening zou de nadruk moeten liggen op gezondheid van alles wat leeft. In een levend landschap valt er meer te kiezen. Geen behoud van landbouw en onze voedselvoorziening, maar herstellen en versterken. Van industriële landbouw naar ecologische landbouw.

Om de landbouwtransitie vorm te geven zijn er drie hoofdprincipes gevormd. Deze zullen in het latere landschapsontwerp terugkomen.

Hoofdprincipes landbouwtransitie

Ten eerste dient al het landgebruik bodem- en watersturend te zijn. Of het nu landbouw of woningbouw betreft, het dient allemaal te beginnen vanuit een gezonde bodem. Die gezonde bodem krijgen we als we de unieke kwaliteiten en kenmerken van elk bodem- of landschapstype centraal stellen. We gaan uit van wat het natuurlijke ons gegeven heeft en plukken daar de vruchten van.

Samen met de kwaliteiten van een gezonde bodem, kan regeneratieve landbouw het natuurlijke systeem herstellen. Regeneratie is het vermogen van een ecosysteem, met name het milieu en de levende wezens, om volledig te herstellen van de opgelopen schade. Dit gaat over schade op korte en langere termijn. Niet langer tegen de natuur in, maar met de natuur mee werken. Zo herstellen we het natuurlijke systeem en heeft het voedselsysteem een positieve impact op haar omgeving.

Ten derde, we doen het samen, vanuit het collectief! Landbouw die gemeenschappen vormt en daardoor het voedsel centraal stelt. Voedsel en landbouw die wordt gedragen door de gemeenschap om verbinding te brengen tussen boer en burger en als verbinding tussen mens en het natuurlijke systeem. We gaan samen op een andere manier boeren en zorgen er op deze manier voor dat zoveel mogelijk mensen de relatie met de natuur aan kunnen gaan.

Water- en bodemsturend
Regeneratief landgebruik
Vanuit het collectief

Onze huidige boeren

In onze huidige gang van zaken zijn er 3 soorten boeren of rollen voor boeren te onderscheiden in de transitie. De eerste groep van de boeren wil doorgaan op dezelfde manier, met eenzelfde organisatievorm, productiewijze en verdienmodel. De tweede groep wil stoppen, omdat er geen opvolging is, of het verdienmodel is weg of er is geen motivatie meer door huidig beleid. Dan de derde groep, die wil veranderen, omdat ze zien dat het anders moet of kan maar vaak weten ze nog niet precies hoe.

Onze toekomstige boeren

Die 3 typen boeren kan je categoriseren in twee transitierichtingen: het verbeteren van het huidig systeem en omdenken. Op de volgende pagina’s zijn deze twee richtingen ruimtelijk gemaakt in visualisaties. De nieuwe boer of de nieuwe rol voor de boer komen tot uiting in het landschap. De visualisaties maken duidelijk wat voor landschappen er kunnen ontstaan na of tijdens de landbouwtransitie.

1/3 wil doorgaan op dezelfde manier

BEHEERDERS

1/3 wil stoppen

geen opvolging, geen bussinesscase, geen motivatie door huidig beleid

RUIMTE VOOR PIONIERS

VERBETEREN

1/3 wil veranderen

ziet dat het anders moet of kan maar weet nog niet precies hoe

DEELNEMERS

HUIDIG SYSTEEM OMDENKEN

VERBETEREN HUIDIG SYSTEEM

Deze richting voor de landbouwtransitie gaat uit van het verbeteren van het huidige systeem. De melkveehouderij houdt stand als hoofdmotor van de Nederlandse landbouw. Voedsel wordt geproduceerd voor de gemeenschap en export, door het bedrijfsleven. Het behoud van het huidige cultuurlijke landschap is belangrijk. Er is een hoge productie door deels technologische oplossingen en duurzaamheid is gekoppeld aan hoge opbrengst. De landbouw is top-down georganiseerd. Daarnaast is het belangrijk om natuur- en landschapseducatie te bieden om de connectie tussen mens, natuur en voedsel te versterken.

OMDENKEN

Deze richting voor de landbouwtransitie gaat uit van omdenken. Omdenken naar een nieuw systeem waar voedsel geproduceerd wordt voor en door de gemeenschap. De gemeenschap ontstaat rondom voedselproductie waardoor de relatie herstelt tussen mens en natuur. Waar natuurlijke systemen meer in balans zijn en regeneratieve landbouw in de vorm van permacultuur voorkomt. Er is sprake van bottom-up initiatieven volgens principes als degrowth.

2.6 STRATEGIE

de rol van de landschapsarchitect

(LANDBOUW-) TRANSITIE

samen bouwen aan het landschap

STUREN, OVERTUIGEN

bewust maken van maatschappelijke opgave

PIONIERS

PIONIERS VERBINDEN EN NETWERKEN BOUWEN

BEHEERDERS

GEBIEDSVISIE ALS RAAMWERK gebiedspartijen verbinden

TRANSITIE

HET NIEUWE SYSTEEM

BESTAANDE SYSTEEM verbeteren huidige systeem

COMPOST stoppersregeling

BEWAKEN VAN DE MAATSCHAPPELIJKE OPGAVE water- en bodemsturend, regeneratief, collectief

TRANSITIE

OPKOMENDE SYSTEEM omdenken

ONTWERPKRACHT de juiste plek voorzien van een passende schaal en heldere ingrepen

de rol van landschapsarchitect in magenta gebaseerd op ‘The Berkana Two

door

en

Loops Model’,
Margaret Wheatley
Deborah Frieze (2024)
Tessa Laarman |

III EEN LOCATIE

In dit hoofdstuk duiken we van de landelijke landbouwtransitie naar een locatie binnen de Provincie Utrecht. Om via landschapsanalyse een gebiedsspecifiek ontwerp te maken.

3.1 PROVINCIE UTRECHT

Het Utrechts landschap, uniek om haar diversiteit. Van de strakke, laagliggende droogmakerijen, tot de intimiteit van een kersenboomgaard langs de Kromme Rijn, de overweldigende openheid van de Eemvallei of de Lopikerwaard of de kleurrijke bossen van de Utrechtse Heuvelrug. In het landschap kom je verschillende cultuurhistorische relicten tegen, zoals de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, of de landgoederen en buitenplaatsen langs de Stichtse Lustwarande. Het landschap kent vele gezichten waarin de landbouw altijd een rol speelde.

DROOGMAKERIJ polder groot-mijdrecht

oostelijke vechtplassen

lokale kwel
lokale kwel
lokale kwel oppompen voor waterpeil polder
LAAGVEEN
VEENWEIDEN groene hart

lokale kwel

ZANDRUG utrechtse heuvelrug

onttrekking voor drinkwater

infiltratie grondwaterstand

dekzand

zand- en kleiafzettingen

lokale kwel

veenafzettingen

holocene afzettingen

jongere kwel

mariene afzettingen

jongere kwel

gestuwde afzettingen

oudere en diepere kwelstromen

oudere en diepere kwelstromen

3.2 DE EEMVALLEI

Er is één gebied dat in zijn geheel eenzelfde diversiteit in bodem- en landschapstype laat zien als heel de Provincie Utrecht: de Eemvallei. Dit zal het focusgebied vormen voor een gebiedsspecifiek landschapsontwerp in het afstudeerproject. Een prachtig open klei- en veenweidegebied omringd door de randdorpen en -steden Eemnes, Baarn, Soest, Amersfoort en Bunschoten-Spakenburg. Gelegen aan de voet van stuwwal de Utrechtse Heuvelrug, die enorm geliefd is bij recreanten vanwege de verschillende bossen en landgoederen. De rivier de Eem - de enige rivier die begint en eindigt in Nederland - stroomt door de Eemvallei en mondt uit in het Eemmeer met de Flevopolder aan de overzijde. De landbouw heeft door de jaren heen invloed gehad op het landschap en het landschap heeft zich ontwikkeld. De aanwezigheid van melkveehouderij, de diversiteit in landschapstypen, de stedelijke setting hebben ervoor gezorgd dat dit gebied is gekozen als uitwerking voor het landschapsontwerp voor de afstudeeropgave. Dankzij deze diversiteit in landschapstypen is het mogelijk de generieke en gebiedseigen principes om te vormen naar andere landschappen in transitie. Hierdoor kan het onderzoek en de ontwerpmethode toegepast worden in andere processen en ontwikkelingen.

Gebiedsspecifiek ontwerp

Het afstudeerproject betreft een gebiedseigen uitwerking voor de Eemvallei. Door de diversiteit in landschapstypen is het mogelijk de generieke en gebiedseigen principes om te vormen naar andere landschappen in transitie en zal de Eemvallei een voorbeeld zijn van een integraal ontworpen

landbouwtransitie in Nederland.

In de volgende paragrafen wordt het landschap van de Eemvallei verder toegelicht met informatie vanuit een landschapsanalyse en worden foto’s getoond van gebiedsbezoeken. Waardevolle aanknopingspunten en kansen vanuit de analyse vormen het startpunt van het landschapsontwerp, samen met de principes voor de beoogde landbouwtransitie.

3.3 ONTSTAAN

De ondergrond, in haar huidige vorm, ontstond in het Saalien, de voorlaatste ijstijd. Dankzij gletsjers werd de bevroren grond van oevers van rivieren opgestuwd tot enorme stuwwallen: de Utrechtse Heuvelrug. De interglaciaal die daarop volgde zorgde ervoor dat de zeespiegel enorm steeg waardoor de Eemzee ontstond. Hierdoor werd een dikke laag zeeklei afgezet en aan de randen van de zee vond veenvorming plaats. De laatste ijstijd, het Weichselien zorgde voor een flinke laag dekzand op de Utrechtse Heuvelrug door de koude, droge wind.

Ongeveer 10.000 jaar geleden begon het Holoceen, een warmere periode waardoor beken langs de Utrechtse Heuvelrug naar beneden stroomden. Een aantal beken kwamen bij elkaar bij wat nu Amersfoort is en zo ontstond de rivier de Eem.

Vanuit de laagten breidde het veen zich uit over steeds grotere oppervlakten van de regio. In de 10de en 11de eeuw werden grote delen van het gebied ontgonnen en omgezet in landbouwgrond. De ontginningen leidden tot bodemdaling door klink en oxidatie. Daardoor werd het gebied kwetsbaar voor overstromingen. In de 12de eeuw begon de vorming van de Zuiderzee en deze had ook invloed op de Eemvallei. Dikwijls overstroomde het gebied en werd er een kleilaag afgezet.

De laatste 100 jaar

De ontwikkelingen van de afgelopen tijd zijn impactvol geweest voor het ontstaan van het landschap hoe we het nu kennen.

1930

Vóór de bouw van de Afsluitdijk (1932) lag de Eemvallei aan de Zuiderzee en stond het onder invloed van de dynamiek van getijden. De zomerdijken (1300) beschermden de dorpen

Eemnes en Soest tegen overstromingen. In tijden van storm braken de dijken door en ontstonden wielen.

1955

De eerste ruilverkaveling vond plaats, door het ruilen van land ontstond er schaalvergroting van percelen. Dankzij de nieuwe ligging aan het IJsselmeer in plaats van de Zuiderzee kwamen er nieuwe en grotere landbouwbedrijven in de polder.

1975

De aanleg van de Rijksweg A1 zorgde voor een verbinding met het achterland als forenzenroute maar brak het landschap van de Eemvallei ook in twee aparte delen.

1990

De aanleg van Rijksweg A27 zorgde voor de ontsluiting van Flevoland en vormde een harde barrière tussen de hogere stuwwal en laaggelegen polder. Daarnaast valt door betere infrastructuur maar ook door industrialisatie de oprukkende verstedelijking op. De tweede ruilverkaveling (1988) bracht nog efficiëntere en beter bereikbare percelen ten behoeve van de landbouw.

2020

De enorme groei van alle randdorpen en -steden met vinexwijken en arbeiderswoningen. De wijken worden opzichzelfstaand ontworpen zonder verbinding met hun context en het landschap. Uitlegwijken zoals Nieuwland en Vathorst zorgen ervoor dat de stad Amersfoort verder groeit en ook in andere dorpen zoals Huizen gebeurt dat.

In 1916 was er een dijkdoorbraak in de Wakkerendijk bij Eemnes, de dynamische Zuiderzee was van invloed op het landschap (10)
Spakenburg bestond dankzij de visserij en de ligging aan de Zuiderzee (11)
Door het natte karakter van de klei- en veengronden en het beheer door landbouw bleef het landschap weids en open (13)
De Amersfoortse wijk Kattenbroek heeft weinig tot geen verbinding met haar omliggende landschap (14)
De aanleg van de A1 en A27 zorgde voor enorme barrières (12)

3.4 BEELDVERSLAG

veen- en kleigronden

Een extensief beheerd perceel, met op de achtergrond de bomenrij van de Wakkerendijk en de landmark De Omroeptoren van Hilversum

Beheer met schapen van de recreatieroute over de voormalige Zomerdijk

De beplanting rondom boerenerven vormt de enige massa in de open polders

Langs de Eemdijk is er goed zicht over de buitendijkse kleigronden, deze hebben een wat natter karakter en zijn daardoor geliefd bij weidevogels
De Eem voert, haast verscholen, door het gebied met vaak harde oevers voor de scheepvaart

De rechte watergangen hebben vaak steile oevers boven: Een van de weinige elementen in het open landschap onder: De waaien hebben vaak een meer natuurlijk karakter

BEELDVERSLAG

hoge en lage zandgronden

De dorpssrand van Blaricum grenst direct aan de van oorsprong gezamenlijk beheerde meentgrond

boven: Een Beukenlaan markeert het voormalig landgoed Crailo onder: De Tafelbergheide als open cultuurlandschap

Zicht op de zandgronden aan de Wakkerendijk, open akkers wisselen af met dicht beplantte bosrijen

Rond Amersfoort ligt een kleinschalig zandlandschap met enkele houtwallen, singels en akkers

ondertitel

Het landgebruik is op de zandgronden gelijk aan dat van de veen- en kleigronden, het dient de melkveehouderij

De zandgronden aan de voet van de stuwwal hebben een kleinschaliger karakter met bosjes, kleinere percelen en singels

3.5 KANSEN EN KWALITEITEN

waardering van de erfenis

Het huidige landschap is een erfenis van alle natuurlijke ontwikkelingen samen met ingrepen van de mens. Deze erfenis brengt zowel kansen als uitdagingen met zich mee. Deze vormen uitgangspunten voor het ontwerp.

Kansen en uitdagingen

Er liggen grote kansen om de landschappelijke onderlegger te gebruiken als basis voor landgebruik en -inrichting. Ook liggen er kansen om de verbinding tussen stad en landschap te herstellen en te versterken. Iedere stads- of dorpsrand een relatie met het unieke landschap waar het aan grenst.

Een van de grootste uitdagingen zijn de infrastructurele barrières in en rondom de Eemvallei. De A1 en A27 snijden dwars door het landschap heen en verstoren ecologische verbindingen.

Daarnaast is het behoud van de cultuurhistorische erfenis een uitdaging. De prachtige verkavelingspatronen, linten en dijken dienen te worden hergewaardeerd in een plan voor de toekomst.

Landschappelijke onderlegger als basis

3.6 OPGAVE de landbouwtransitie vanuit een landschappelijke benadering

Het is duidelijk dat een integrale benadering van de landbouwtransitie en de wederombouw van het landelijk gebied noodzakelijk is. Neem bijvoorbeeld het stikstofvraagstuk, dat in wezen te maken heeft met de biodiversiteit. We kunnen proberen de meetmethoden, modellen en normstellingen aan te passen maar dat helpt niet. Wettelijk zijn we verplicht om onze stikstofuitstoot drastisch ter verminderen. Als we het niet doen dan kan de natuur onvoldoende herstellen, wat weer grote economische schade met zich meebrengt waardoor de economie stagneert. Er is dus een visie nodig op het geheel, een gebiedsgerichte strategie voor een duurzame toekomst van landbouw, natuur en landschap. Van een geklapt landbouwakkoord naar een integraal, gedragen plan met perspectief voor boer en natuur.

Laten we nadenken over een Nederlandse landbouw die niet alleen gebaseerd is op productie en efficiëntie. We moeten accepteren dat onze boeren onmogelijk kunnen concurreren met hun collega’s in Nieuw-Zeeland of Brazilië. Laat de Nederlandse landbouw een voorbeeld zijn, maar dan een voorbeeld van symbiose tussen landbouw en natuur. In symbiose dankzij de hernieuwde relaties die het aangaat met de natuurlijke systemen en de (consumerende) mens. Waarin recreatie en ruimtelijke opgaven zoals woningbouw het landschap versterken.

Het dient niet alleen over landbouw te gaan, maar over alle problematiek, kansen en belangen op het platteland. Landbouw gecombineerd met nieuwe functies die naast of door elkaar floreren. Het moet een politiek overstijgend plan zijn waarin eventuele politieke belangen opgaven in het landschap worden en alle belanghebbende thema’s en partijen in verhouding staan tot elkaar. Het landschap staat centraal. En ook de relatie tussen het landschap en de mens moet worden hersteld. Het is een wisselwerking, het een sluit het ander niet uit. De landbouw kan niet zonder de natuur en juist de natuurlijke ecosystemen worden dankzij landbouw verrijkt met nieuwe of sterkere habitats.

De tijd dringt om de gestelde doelen voor klimaat, biodiversiteit en waterkwaliteit te halen en de druk op ruimte voor woningbouw of duurzame energie neemt alleen maar toe. De regie op ruimteen grondgebruik is noodzakelijk. Een transitie vraagt om een strategie waarmee het landschap op een duurzame manier kan transformeren richting het ecosysteem van de 21e eeuw. Laten we in Nederland doen waar we goed in zijn, laten we weer gaan polderen, compromissen sluiten. Zoeken naar hetgene waar we het wél over eens zijn, en kijken hoe we dat kunnen bereiken.

Gedeelde ambities

In dit afstudeerproject staat het versterken van de veerkracht van het landschap centraal. Het doel is om een toekomstbestendig en evenwichtig landschap te creëren dat de uitdagingen van de moderne tijd aankan en tegelijkertijd de unieke identiteit en culturele waarden van het landschap respecteert. Het ontwerp dient rekening te houden met sociale, economische en ecologische aspecten, waarbij duurzaamheid, biodiversiteit en leefbaarheid voorop staan. De landbouwtransitie als middel om het nieuwe landschap te ontwerpen en om nieuwe relaties te vormen tussen mens en voedsel.

Het landschap zal getransformeerd worden tot een dynamisch en levendig geheel, waar landbouwbedrijven niet alleen voedselproductie leveren, maar ook dienen als rentmeesters van het landschap en haar natuurlijke systemen.

De nadruk ligt op het vergroten van biodiversiteit en het herstel van natuurlijke systemen. Landbouw, recreatie en woningbouwopgaven dienen daarnaast een plek te krijgen in het landschap. Er moet gekeken worden naar plekken waar schaalvergroting of juist -verkleining noodzakelijk is om het evenwicht in het landschap te herstellen. Welke verdwenen of beschadigde natuurlijke systemen kunnen worden hersteld?

Kortom, deze afstudeeropgave beoogt een integrale strategie te ontwerpen die een verandering teweegbrengt in het systeem van het landschap. Een landschap waarin mens en natuur op harmonieuze wijze samenkomen en waar het (agrarische) landschap als geheel floreert, terwijl het tegelijkertijd in de behoeften van de huidige en toekomstige generaties voorziet.

Opgave

Het landschapsontwerp dient van een systeemverandering uit te gaan. De landbouwtransitie als middel om het landschap en de relatie tussen mens en voedsel te herstellen en te versterken. Hoe kunnen we betrokkenheid bij het landschap en natuur opnieuw vormgeven?

Vanuit monofunctioneel, ontoegankelijk landgebruik en een systeem waar de mens steeds verder van zijn voedsel(voorziening) is komen te staan, dient er een tijdperk aan waar die relatie wordt herstelt en versterkt. Waar we gezond voedsel produceren van eigen bodem en betrokken zijn bij het proces van begin tot eind.

De ontwerpopgave luidt dan ook: Hoe kan de landbouwtransitie het landschap versterken en een hernieuwde relatie met haar gebruikers en inwoners aangaan?

Rol voor de landschapsarchitect

Naast de ontwerpopgave dient het project een zoektocht te zijn naar de rol van de landschapsarchitect in de landbouwtransitie als onderdeel van een persoonlijke missie.

Zonder regie en perspectief zullen andere mono-functies de vrijgekomen grond van stoppende boeren overnemen (15)

Ontwerpopgave: ‘Hoe kan de landbouwtransitie het landschap versterken en een hernieuwde relatie met haar gebruikers en inwoners aangaan?’

Ingrepen die de landbouw in het landschap doet kunnen juist zorgen voor nieuwe of sterkere habitats (16)

Tessa Laarman

IV LONKEND PERSPECTIEF

4.1 CONCEPT

inzetten van het natuurlijke gradiënt

Het concept richt zich op het inzetten van de natuurlijk gradiënt van het landschap. Van een monocultuur aan grondgebruik, watersysteem en beplanting, naar een variatie aan type gebruik die gelieerd zijn aan de unieke kwaliteiten per landschapstype. Het versterken van verschillende landschappen en juist het verzachten van de overgangen en barrières in de gradiënt.

Met de landbouwtransitie als hoofdmotor ontstaan nieuwe mengvormen van gebruik. De verbinding tussen stad en landschap wordt versterkt door burgers deel te laten nemen aan locatie-specifieke landbouw aan de rand van stad en dorp. Het is van belang dat er voor iedereen mogelijkheden beschikbaar zijn om een relatie met de levende wereld aan te knopen, zodat het landschap de zorg en vreugde van een groot aantal mensen wordt.

We dienen de heuvelrug met haar bossen te versterken met verschillende typen bossen en de zandrug in te zetten als watermachine (A). Langs de flanken verzacht het bos en loopt het geleidelijk over in het open landschap (B). Het open landschap wordt deels behouden vanwege haar ruimtelijke en ecologische kwaliteiten (C). De Eem is een belangrijke groenblauwe drager in het landschap en krijgt zijn dynamisch karakter terug in de natte zone van het landschap (D). De randsteden en -dorpen gaan een relatie aan met het landschap dankzij een verwoven stadsrand met de landbouw en landschap (E).

Met dit ruimtelijk concept worden de unieke kenmerken van ieder landschap versterkt en hiermee de natuurlijk gradient hersteld. Landbouw is water- en bodemsturend, regeneratief en georganiseerd vanuit gradaties van collectiviteit. Mengvormen van landbouw, natuur en recreatie brengen nieuwe relaties en verbinding tussen stad en landschap. Naast het behoud van cultuurhistorisch erfgoed ontstaat er een landschap waar natuur en landbouw onlosmakelijk verbonden zijn.

oud productiebos

harde overgang

transformatie naar divers bos

watermachine in gang zetten

open weides

flanken versterken monocultuur

barrières beslechten

lint rivier de Eem rivier de Eem lint

bodemdaling

watersysteem gericht op afwateren

open weides randen verzachten

unieke kwaliteit per landschap

waterpeil omhoog

natuur tot in de dorpen en steden

De huidige situatie en concept verbeeld in doorsnede

A1
A

4.2 WATER- EN BODEMSTUREND

landschappelijke onderlegger als basis

De landschappelijke onderlegger als basis voor het gebruik en de inrichting van het landschap is de eerste stap. De unieke kwaliteiten en eigenschappen van de verschillende landschapstypen worden hersteld en hiermee krijgt het natuurlijke systeem meer de ruimte. We zetten het landschap weer in als natuurlijke watermachine en zo laten we het natuurlijke systeem voor ons werken, in plaats van ertegen in.

Water als element voor een nieuwe dynamiek De rivier ontstaat vlakbij Amersfoort uit verschillende beken en vult de zoetwatervoorraad van het Eemmeer. Bij hoge waterstanden gaan we het water vanuit de Eem meer lokaal vasthouden. Via water-inlaten in de dijk stroomt het water in een ademend bassin op de kleigronden. Het wordt hiermee onderdeel van een dynamisch kleilandschap waar moeras en nat bos kan ontstaan.

Watervoerend

De veengronden zullen met een vast, hoog waterpeil (-0.20/-0.40 onder maaiveld) de verwachte bodemdaling tegengaan. Een nieuw divers waterraamwerk zorgt voor het bufferen, zuiveren en vasthouden van lokaal water. De

verschillende kwelstromen met schoon, gezuiverd grondwater worden opgevangen in een systeem van landschapsbuffers. Door het verhogen van het waterpeil in zowel de veen- als de kleigronden en het niet meer afwateren van de heuvelrug treedt capillaire werking op waardoor de ondergrondse zoetwaterbel onder de Utrechtse Heuvelrug wordt aangevuld. Met deze ingrepen zetten we het landschap als watermachine in gang.

Functie volgt peil

Het landgebruik dient zich aan te passen aan de water- en bodemsturende principes, functie volgt peil. Dit vraagt om een nieuwe manier van boeren, uniek aan het landschapstype of gebied. Zo ontstaan veenboeren, zandboeren, kleiboeren en stadsboeren. Allen volgen ze de principes van water- en bodemsturend en hun landgebruik is gelieerd aan de unieke karakters van de landschapstypen waar ze op boeren. In de volgende paragraaf wordt deze nieuwe manier van landgebruik toegelicht.

Boeren op de kleigrond

De kleigronden krijgen dankzij de nieuwe invloeden vanuit de Eem een dynamisch karakter. Het inkomende en infiltrerende zoete water zal ervoor zorgen dat gedeeltes van de kleigrond voor langere of kortere periodes onder water staan. Hierdoor ontstaat er een dynamiek in vegetatie ontwikkeling en zal er moeras en nat bos ontstaan. Verschillende moerasvogels en amfibieën zullen hiervan profiteren. Het gebied wordt gedeeltelijk zeer extensief beheerd door vleesvee zoals Hereford of Galloway. Jaarrond natuurlijke begrazing zorgt ervoor dat er naast de natte plekken ook droge plekken zijn die open blijven en niet bebost worden. Het gebied leent zich uitstekend voor recreatie en de kleiboer zal met zijn kennis en ervaring als natuurgids fungeren. De kleigronden zullen als natuurgebied functioneren voor de omliggende randdorpen en -steden en bieden wildernisvlees aan op de lokale markt. Vanwege het natuurlijkdynamische karakter is er minder beheer nodig vanuit het collectief.

Boeren op de veengrond

De veengronden zullen het minst drastisch veranderen. Het waterpeil gaat omhoog in combinatie met een nieuw waterraamwerk. Dit zal zorgen voor een nieuwe markt op de veengronden, namelijk de natte teelt waar we bio-based bouwmateriaal kunnen produceren. Het behoud van de open veenweides is een taak van de veenboer. Hiermee maken we ruimte voor de weidevogels ofwel boerenlandvogels. Met vrijwilligers worden de nesten van deze vogels gemarkeerd zodat deze niet verstoord worden tijdens het maaien of het begrazen.

De monocultuur wordt afgeschaft en de veenweides komen vol natuurlijke eiwitten te staan door het doorzaaien en toelaten van bijvoorbeeld klaver of weegbree. De verkoop van zuivel en vlees gebeurt deels op locatie in een boerderijwinkel maar zal deels ook nog als exportproduct voor de mondiale markt dienen. Vanwege het vaste waterpeil en het beheer in de vorm van begrazing worden de veengronden meer cultuurlijk dan natuurlijk gehouden. Echter profiteren juist de boerenlandvogels hiervan en zorgen we voor nieuwe habitat.

Boeren op de zandgrond

De zandgronden zullen functioneren als overgang tussen de open weides en de dichte bossen van de Utrechtse Heuvelrug. De manier van landbouw kan meer massa geven in het landschap, zoals voedselbossen. Door in te zetten op het gradient en een brede teelt komt er variatie in ruimtelijkheid. Het oogsten in de tuinderijen en voedselbossen zal gepaard gaan met seizoenswerk en verkoop op lokale markten en boerderijwinkels. Het inzetten van kleinschalig vee, zoals kippen of varkens zal de bodem vruchtbaarder en veerkrachtiger maken.

Boeren langs de dorp- of standsrand Langs de dorps- en stadsranden in de Eemvallei ontstaan kleine voedselcommunity’s door de stadsboer. Deze zorgt voor een vorm van landbouw die het collectief aanspreekt en meerdere gradaties en mogelijkheden van participatie aanbiedt. Er ontstaan tuinderijen, boomgaarden en kleine voedselbossen waar inwoners van stad en dorp uitgenodigd worden om te participeren in het voedselsysteem. Deze manier van landbouw spreekt de lokale markt aan. Het in cultuur brengen van parken, straten en de rand van dorp of stad zal de schaal van het landschap verkleinen en hierdoor de ecologie verrijken.

4.3 DE LANDBOUW

en haar nieuwe boeren

Met deze nieuwe boeren gaat de landbouwketen van de Eemvallei van een meer lineaire economie naar een circulaire economie waar de boer niet individueel opereert maar juist door de verbinding op te zoeken met andere boeren kunnen we grondstoffen recyclen en lokaal gebruiken.

Iedere boer brengt zijn eigen schaal en vorm van cultuurlijkheid mee in het landschap. De diversiteit hierin is erg belangrijk, hoe meer verschillende boeren, hoe beter.

Principes landbouwtransitie

Iedere vorm van landbouw dient zich te houden aan de drie principes voor de landbouw: wateren bodemsturend, regeneratief en vanuit het collectief.

Water- en bodemsturend zorgt dat we op een duurzame wijze met het landschap omgaan, we gebruiken de unieke kwaliteiten van het natuurlijke systeem per landschapstype.

Regeneratief zorgt ervoor dat onze ingrepen in het landschap (o.a. de landbouw) de ecologie versterken. Onze aanwezigheid versterkt het natuurlijke systeem en maakt nieuwe habitats.

Het collectief zorgt voor participatie vanuit inwoners. De landbouw brengt verbinding tussen mens en natuur en de mens en haar voedsel.

Kringloop en productie

Zoals in het schema te zien is brengt iedere vorm van landbouw zijn eigen producten mee. Niet enkel voedsel zijn producten van het landschap. De boerenlandvogels zijn bijvoorbeeld een direct product van de wijze van landbouw op de veengronden.

Legenda

melk, vlees, weidevogels, insecten, bouwmateriaal

moerasvogels, amfibieën, wateropslag, bouwmateriaal, vlees

groente, vruchten, noten, kruiden, vlees, kleine zoogdieren

noten, vruchten, kruiden, hakhout, grote zoogdieren

oppervlaktes, in hectare veen 5.000 zand 1.900 klei 800

totaal 7.700 ha

Het speelveld van typen boeren in het toekomstige landschap

4.4 GEBIEDSVISIE

inzetten van de natuurlijk gradiënt

Met de water- en bodemsturende principes en de nieuwe vormen van landbouw en landgebruik ontstaat een gebiedsvisie voor de Eemvallei waarin de natuur en landbouw gezien worden als onlosmakelijk verbonden. De nieuwe mengvormen die ontstaan in het landschap zorgen voor verbinding tussen bebouwd gebied en landelijk gebied. Het landschap nodigt uit om te gebruiken en te bezoeken.

De kleigronden en het Eemmeer veranderen in een natuurlijk-dynamisch geheel

4.5 GROENSTRUCTUUR

flora en fauna, verbindingen en habitats

Naast de verrijking van het landschap met habitats door de nieuwe vorm van landbouw dienen barrières zoals infrastructuur te worden beslecht. Op deze manier kunnen gebieden verbonden worden en bieden we ruimte aan flora en fauna. Deze verbindingen zijn noodzakelijk om populaties gezond in stand te houden.

Een nieuwe ecologische verbinding door middel van een ecoduct over de A27 verbindt de droge bossen van de Utrechtse Heuvelrug met de meer open weides van de Eemvallei. Soorten zoals de ree en de das profiteren hiervan omdat hun leef- en foerageergebied wordt vergroot. Ook een nieuw ecoduct bij het spoor tussen Utrecht en Amersfoort verbindt het gebied ten zuiden van Amersfoort met het gebied ten westen van Soest, het gebruik van het bestaande ecoduct bij de zandverstuiving Soesterduinen zal hierdoor intensiveren.

Natuurrijke dynamiek

Door de wateringrepen op de kleigronden ontstaat er een dynamisch moeras en nat bos. De gebiedsvisie doet ingrepen op een aantal plekken, in verschillende schalen waardoor het huidige systeem ontregeld wordt. Door deze ingrepen worden er condities geschept waardoor een natuurrijke dynamiek ontstaat.

Referentie: nieuw ecoduct over de A27 (18)
Referentie: ruige natuur van de kleigronden (19)

4.6 RECREATIE

binden met de natuur

Recreatie is een vorm van gebruik van het landschap door de mens. De recreatiemogelijkheden in de Eemvallei bieden en stimuleren zoveel mogelijk verschillende natuurbelevingen. Het toekomstig landschap van de Eemvallei moet voorzien in deze vormen om ervoor te zorgen dat gebruikers van het landschap deze verbinding met de natuur kunnen maken.

Verbinden

Dankzij het opwaarderen van bestaande routing en het toevoegen van nieuwe routing wordt de Eemvallei toegankelijk en bereikbaar. Het autoverkeer wordt zoveel mogelijk verwijderd uit het landschap . Met nieuwe park&ride hubs gelinkt aan boerenerven, worden recreatieve routes toegankelijk en verbonden met de landbouw. Naast fiets- en wandelexcursies is waterrecreatie op de Eem, op het Eemmeer en op de dynamische kleigronden een winst voor het gebied. Naast bestaande bezienswaardigheden komen er ook nieuwe plekken in het landschap van een verschillende schaal. Een bezoekerscentrum op de kleigronden zal zorgen voor toerisme en gebruik van dit nieuwe natuurgebied. Nieuwe uitkijkplekken langs routes zorgen voor een de mogelijkheid tot natuureducatie en het verlangzamen in de natuur.

Legenda bezienswaardigheid

kijkpunt

autowegen, bestaand

langzaamverkeer, fiets dijken

langzaamverkeer, voet

langzaamverkeer, kano

reservaten, ontoegankelijk

intensiteit van verwacht gebruik

Referentie: uitkijkpunt (20)
Referentie: bezoekerscentrum (21)

4.7 UITWERKING

inzoomen op twee gebieden

De uitwerking van de gebiedsvisie richt zich op twee deelgebieden. Deze deelgebieden laten beiden een gradient zien. Deelgebied 1 laat het natuurlijke gradient van de stuwwal naar het open gebied zien. Het begint bij Blaricum op de hogere zandgronden van de stuwwal de Utrechtse Heuvelrug, waarna het afdaalt richting de laaggelegen veengronden, kleigronden en ten slotte de rivier de Eem. Deelgebied 2 laat de stad Amersfoort en haar landschap zien en de manier waarop de stad de verbinding met het landschap en de landbouw aangaat.

NAAR HET OPEN

GEBIED

LANDSCHAP

1. VAN DE STUWWAL
2. DE STAD EN HAAR
Tessa Laarman |

V VAN DE HEUVELRUG NAAR DE OPEN WEIDES

5.1 NIEUWE MENGVORMEN

unieke eigenschappen in de gradient

In de doorsnede is het huidige landschap schematisch weergegeven.

1. Een groot deel van het bosareaal op de Utrechtse Heuvelrug bestaat uit monoculturen van naaldbossen als erfenis van de voormalige houtproductie. Ongemengde naaldbossen verdampen meer water dan gemengde (loof-) bossen, hierdoor infiltreert er minder regenwater en ligt droogte op de loer.

2. De snelweg A27 vormt een enorme infrastructurele barrière. Doordat deze precies op de flank van de Utrechtse Heuvelrug ligt, op de overgang van open naar dicht landschap, is de natuurlijk gradiënt verstoord.

3. Al vroeg werd de dramatiek in het open landschap van de veen- en kleigronden cultuurhistorisch en ecologisch gewaardeerd. Korte rijen van statische bomen vormen poorten

van de Wakkerendijk richting het open landschap.

4. Het huidige watersysteem gaat uit van peil volgt functie. Deze aanpak heeft geleid tot een sterk ontwaterd gebied waarbij het droogliggende veen is gaan inklinken.

5. Niet alleen in de bossen maar ook in de open weides zijn vaak monoculturen van grassen te vinden die niet veel bijdragen aan de biodiversiteit.

6. De Eemvallei kent een diversiteit aan landschapstypen, echter tonen de veen- en kleigronden ruimtelijk gezien veel gelijkenissen en zijn ze gelijk in gebruik.

7. Het waterysteem is erop gemaakt om zoveel mogelijk water zo snel mogelijk af te voeren via de Eem naar de randmeren, het IJsselmeer en uiteindelijk de Noordzee. Dit leidt tot wateroverlast in de winter en droogte in de zomer.

In de doorsnede zijn de ingrepen voor het toekomstig landschap weergeven.

1. De Utrechtse Heuvelrug als watermachine. Water- en bodemsturend als hoofdprincipe bij landschapsinrichting.

2. Door capillaire werking en infiltratie wordt de zoetwaterbel in de Utrechtse Heuvelrug gevoed.

3. Het bos ontwikkelt tot een steeds gemengder en gevarieerdere habitat. De variatie in soorten is goed voor de biodiversiteit en maakt het bos beter bestand tegen klimaatverandering en ziektes. Het bos zorgt ook voor een uitbreiding van (nieuwe) landbouwgrond, langs stadsranden en recreatieve routes ontstaan voedselbossen als onderdeel van het kleinschalig landschap.

4. Steden en dorpen bufferen en hergebruiken of infiltreren eigen hemelwater.

5. De faunapassage zorgt voor verbinding tussen de hoger en lager gelegen gebieden. Dieren bewegen zich via de passage waardoor uitwisseling tussen soortgenoten mogelijk is en het leef- en foerageergebied wordt vergroot.

6. Aan de voet van de heuvelrug wordt op kleinschalige wijze een variatie aan voedsel verbouwd. Voedselbossen en tuinderijen zorgen voor een zachte overgang tussen het hogere dichte landschap en het laaggelegen open landschap en geven vanaf 2035 oogst uit de diverse beplantingslagen.

7. De veengronden staan internationaal bekend als cultuurgrond waar weidevogels dankzij peilen mozaiekbeheer hun jaarlijkse onderkomen vinden. Natuur en landbouw onlosmakelijk verbonden. Dankzij de afschaffing van het gebruik van kunstmest en gif, en het verminderen van de hoeveelheid mest die op het landschap wordt gereden is het overschot van meststoffen in 2080

volledig uit de grond. Dit heeft invloed op allerlei processen zoals de hoeveelheid stikstof en de waterkwaliteit.

8. De voormalige zeedijk die voor de bouw van de Afsluitdijk de woeste Zuiderzee tegenhield heeft weer een waterkerende functie vanwege het dynamisch peil op de kleigronden.

9. Het landschap van de veen- en kleigronden blijft open dankzij peilbeheer en extensieve begrazing.

10. De kleigronden zijn getransformeerd in een ademend waterbassin. Dit zorgt voor een dynamisch gebied.

Bestaande situatie

De bestaande situatie laat een monotoon landgebruik zien van de overgang van heuvelrug naar open weides. Er is nauwelijks verschil te zien tussen de verschillende landschapstypen. Daarnaast zijn er een aantal opvallende landschapselementen zoals de verkavelingspatronen, de rivier de Eem, de verschillende dijken en de waaien als relict van de voormalige Zuiderzee. De A27 vormt een infrastructurele barrière precies aan de flank van de heuvelrug.

Toekomstige situatie

De landbouw in de toekomstige situatie zoekt de verbinding op met de omliggende steden en dorpen. De unieke karakters en kwaliteiten van de aanwezige landschapstypen (zand, veen en klei) worden hersteld en versterkt en hiermee wordt de natuurlijk gradiënt hersteld. Nieuwe verbindingen voor flora, fauna en de mens worden gemaakt met routes voor langzaamverkeer en nieuwe habitats.

5.2

HOGE ZANDGRONDEN

verbinden van de groenstructuur

Bestaande heide

Nieuw (voedsel-)bos

Meentgronden rondom Blaricum krijgen hun collectieve karakter terug dankzij de stadsboer

Nieuw ecoduct als verbinding tussen de dichte bossen op de heuvelrug en het meer open landschap van de veen- en kleigronden

Een nieuwe brug, gelinkt aan de constructie van het ecoduct, zorgt voor een verbinding in het netwerk voor langzaam verkeer

Zandboer

Het recreatief netwerk voert langs en door een variëteit aan landschappen

(22)
(23) (24)
(25)
(26) (27)

5.3 FLANK

zachte overgang tussen zand- en veengronden

Nieuwe singel als onderdeel van het kleinschalig landschap

Zichtlijnen vanaf de dijk richting de bosrand blijven open en worden versterkt door singels en bomenrijen

Nieuw (voedsel-)bos

Nieuwe woonclusters op het erf van de stadsboer

Kleinschalige tuinderijen, moestuinen en verbouwen van klein fruit vind plaats rondom de erven

Het landschap wordt divers door het telen van verschillende gewassen zoals bieten, aardappels, luzerne, gerst en haver

De zandboer draagt bij aan het kleinschalige zandlandschap

Nieuwe recreatieve routes maken het landbouw-landschap toegankelijk

De bestaande Wakkerendijk

Stadsranden functioneren als poorten naar het landschap

Stadsrand

Zicht op het kleinschalig zandlandschap aan de flank van de heuvelrug, dankzij voedselbossen en tuinderijen wordt de overgang van open naar dicht landschap verzacht.

5.4 VEENGRONDEN

het natte, open landschap

Zandboer

De bestaande Wakkerendijk

Zichtlijnen vanaf de dijk richting de bosrand blijven open en worden versterkt door singels en bomenrijen

Van nature aanwezige laagtes in het veenweide gebied zullen grotendeels onder water staan door het hoge waterpeil en daardoor zeer in trek zijn bij boerenlandvogels, voor deze plekken krijgt de veenboer subsidie

Zuiversloot, buffert en zuivert het water en zorgt voor bio-based bouwmateriaal zoals riet

Veenboer, potstal

Het bestaande waterraamwerk wordt behouden en versterkt met buffersloten en zuiversloten

Buffersloot, brede hoofdwatergang

Eiwitrijke weides, voor een gevarieerd kruidendieet

Nieuw waterraamwerk

Het bestaande netwerk van water wordt behouden en versterkt met nieuwe landschapselementen om zo te transformeren naar nat veenweidegebied.

De axonometrie laat het nieuwe waterraamwerk zien. De zuiversloten produceren bio-based bouwmateriaal zoals riet en zuiveren hiermee het water. Daarmee wordt een groot deel van het methaan opgevangen. De watervoerende greppels op het perceel zorgen dat de grondwaterstand over de gehele breedte van het perceel hoog blijft. De buffersloten vormen de hoofdstructuur waar de natuur meer haar gang mag gaan. Het worden bredere sloten met een spontane vegetatieontwikkeling en flauwe taluds die de zuiversloten, greppels en bestaande sloten verbindt.

Zicht op de open, natte veenweides, waar de kievit en grutto onderdeel zijn van het ‘landbouwproduct‘ naast zuivel en bouwmateriaal.

5.5 KLEIGRONDEN

natuurrijke dynamiek

Van nature aanwezige laagtes transformeren in plassen en nat moeras

Knuppelpaden als routing door het ruige kleimoeras

Gedeeltes van het oude verkavelingspatroon blijven zichtbaar

Langs de oevers ontstaan rietkragen en is er sprake van jonge verlandingsstadia

zomerdijk +1.50

maaiveldhoogtes

kleigronden -0.70 infrastructuur +0.30 terpen +1.20

onderkant inlaat -0.40

oeverlijn waterstandnormale -0.55

rivier de Eem -0.20 / -0.90

Bestaande dijk

Op de van nature aanwezige hoogtes in het landschap ontstaan bos- en struweelruigtes

Het bezoekerscentrum is gevestigd op een van de bestaande terpen, hier bevinden zich naast het informatiepunt, onder andere de kanoverhuur, het startpunt voor natuurexcursies en kleinschalig ecotoerisme

Schets van de waterinlaat
(41)
(42)

Zicht op de ruigheid van de natuurrijke dynamische kleigronden, waar moerasvogels hun plek vinden en mensen te gast zijn op knuppelpaden en uitzichtpunten.

Tessa Laarman |
Bouwkunst

VI AMERSFOORT EN HAAR LANDSCHAP

6.1

NIEUWE MENGVORMEN

unieke eigenschappen in de gradient

In de doorsnede is het huidige landschap schematisch weergegeven.

1. Het waterysteem is erop gemaakt om zoveel mogelijk water zo snel mogelijk af te voeren via de Eem naar de randmeren, het IJsselmeer en uiteindelijk de Noordzee. Dit leidt tot wateroverlast in de winter en droogte in de zomer.

2. Het landelijk gebied rondom Amersfoort bestaat uit een zandlandschap met enkele landschapskamers, velden en lanen.

3. De ringweg rondom Amersfoort functioneert als infrastructurele barrière tussen de stad en het landelijk gebied. Hierdoor is er een harde scheiding tussen stad en landschap.

4. De uitlegwijken van de afgelopen 30 jaar hebben weinig connectie met het onderliggende landschap.

In de doorsnede zijn de ingrepen voor het toekomstig landschap weergegeven.

1. Een watersysteem niet enkel gebaseerd op afwateren zorgt voor een klimaatbestendig landschap.

2. Landbouw in de vorm van voedselbossen en tuinderijen verrijken het kleinschalige landschap.

3. Opstallen rondom het boerenerf die na de transitie van landbouw niet meer in gebruik zijn worden getransformeerd tot voorzieningen en kleine woonclusters in het landelijk gebied.

4. De landbouw vanuit de stadsboer maakt verbinding tussen Amersfoorters en voedselproductie. Het nodigt uit tot participatie in het landschap.

5. Infrastructurele barrières zoals de ringweg worden deels ondertunneld of overbrugd zodat het landelijk gebied toegankelijk wordt voor langzaam verkeer vanuit de stad.

6. De stad zien als een stedelijk landschap waar ook voedsel verbouwd kan worden zorgt voor een stedelijke biotoop met verschillende habitats en een verbinding tussen inwoners en voedselproductie.

Bestaande situatie

De bestaande situatie laat een harde scheiding zien tussen stad en land. De zonering in landgebruik is vaak monotoon. De stadsrand wordt gevormd door een infrastructurele barrière.

Toekomstige situatie

De landbouw in de toekomstige situatie zoekt de verbinding op met het stedelijk gebied. Het is het landschap van de zandboer en de stadsboer. Van een monotoon gebied verandert het in een afwisseling van landschapskamers met een divers palet aan beplanting. De infrastructurele barrières worden beslecht met verbindingen in de vorm van bruggen zodat het netwerk van langzaamverkeer wordt versterkt.

6.2 STADSRAND

verbinding tussen stedelijk en landelijk gebied

Nieuwe brug als verbinding tussen landelijk en stedelijk gebied

Stadsrand

Nieuw (voedsel-)bos

Zandboer, erf ingepast in het kleinschalige zandlandschap

Stadsboer, het erf onderdeel van de openbare structuur

Nieuw wooncluster

Het telen van groente, kruiden en fruit dichtbij het erf

Landschapselementen zoals windsingels en hagen versterken het kleinschalig zandlandschap en bieden habitat

Plekken zoals het bestaande ziekenhuis worden verrijkt met een vorm van stadslandbouw

(46) (47)

Zicht op het kleinschalig zandlandschap waar de stadsboer een verbinding maakt tussen stadsbewoners, voedsel, natuur en landschap.

6.3 ONLOSMAKELIJK VERBONDEN

Natuur- en beheerkalender

De kalender laat de impact en kansen van de jaarlijkse seizoenen zien. Door rekening te houden met de natuurlijke kalender in de landbouw benutten we kansen voor ontwikkeling van flora en fauna. Zo wordt de landbouw niet enkel productie, maar dient het ook het beheren en versterken van de natuur en het landschap.

Onlosmakelijk verbonden

De kalender benadrukt dat natuur en landbouw niet los van elkaar kunnen worden gezien. De relatie tussen natuur en landbouw is een symbiose die de basis vormt van ons landschap. Een menselijke ingreep in de natuurlijke omgeving. Het plan Onlosmakelijk Verbonden streeft naar een evenwichtig, wederzijds versterkende relatie tussen natuur en landbouw in het landschap. Met de ingrepen vergroot de veerkracht van zowel het natuurlijke als het agrarische systeem. Het is een pleidooi voor meer boeren die allemaal verschillende vormen van landbouw bedrijven. Diversiteit maakt veerkrachtig. De landbouw is de manier waarop de mens zijn plek inneemt in het ecosysteem. Hiermee kan de mens ook haar relatie met de natuur en voedsel herstellen.

Samen vanuit het collectief beheren we de prachtige natuur van de Eemvallei!

Tessa Laarman | Academie van Bouwkunst

NAWOORD

Terugkijkend op mijn afstudeerproces had ik van tevoren niet kunnen bedenken hoe groot dit leerproces zou zijn. Het systeemdenken heeft mijn interesse gewekt en de schaal van de gebiedsvisie en het ontwerpen trekt mij enorm. Het bleek een enorme uitdaging om niet te proberen een landbouwexpert te worden, maar om mijn kracht te laten zien als ruimtelijk ontwerper.

Mijn speciale dank gaat mijn dank uit naar mijn commissie: Roel van Gerwen, Ziega van den Berk en Pieter Veen. Met hun scherpe blik, kennis en kunde, ontwerpkracht en geduld is het project naar een hoger niveau gebracht.

Mijn dank gaat ook uit naar de volgende mensen die openstonden voor een gesprek over een van de thema’s die ik tegenkwam tijdens mijn proces: Roos Kobben (Boerenverstand), Robert Baayen (WUR), Anne-Charlotte Hoes (WUR), Carleen Weebers (Provincie Utrecht), Daan Dijk (Land van Ons), Jan Huijgen (Boerderij Eemlandhoeve), Josephine Schuurman (Boerderij Eyckenstein), Markus Appenzeller (stedenbouwkundige).

Daarnaast ben ik dankbaar voor de ondersteuning die ik heb gehad tijdens mijn afstuderen. Bas Tiben, Hannah Liem, Laura Nijmeijer, Marija Satibaldijeva, Nathalie Koren en Niek Smal hebben allen een bijdrage gehad in het scherper maken van het project. Ik wil Joost Kuijvenhoven bedanken voor het inzicht dat je me hebt gegeven in de kleine schaal van je landbouwwereld en de keren dat je me vergezelde op excursie. Mijn ouders, Annemieke en Adri en mijn opa en oma, Jan en Evelyn, wil ik bedanken alle steun en geloof in mij en voor het uitlenen van hun kantoor in Maartensdijk, zonder deze plek met fantastisch uitzicht op de velden en bossen, had ik niet zo fijn kunnen werken.

Bedankt!

Tessa Laarman

Maartensdijk, 30.11.24

BIBLIOGRAFIE

Kaartbeelden

De kaartbeelden zijn gemaakt, geabstraheerd en bewerkt met behulp van het programma QGIS, uit de volgende databronnen: Provincie Utrecht, CBS, PDOK, AHN, Topotijdreis

Bronnen

Carlijn Kingma - Architectuur van het onzichtbare. (z.d.). Rijksmuseum Twenthe. https://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ content/2713/nl/carlijn-kingma-architectuur-van-het-onzichtbare COWSPIRACY: the sustainability secret. (z.d.). COWSPIRACY. https://www.cowspiracy.com/

De mens is een plofkip - Teun van de Keuken: Hoe de voedingsindustrie ons ziek maakt. (2023). In Thomas Rap. Thomas Rap. https://www.thomasrap.nl/boek/de-mens-is-een-plofkip/

De Visser, R. (z.d.). Een halve eeuw landschapsbouw: het landschap van de landinrichting (2de editie). Dienst Landelijk Gebied en IKC Natuurbeheer.

Eemland300. (2024, 17 april). Homepage - eemland300. https:// eemland300.nl/

H+N+S Landschapsarchitecten. (2022). SchetsboekdoorontwikkelingOosterwold/deelgebied2. https://maakoosterwold.nl/wp-content/uploads/2022/07/ Schetsboek-Doorontwikkeling-Oosterwold-Deelgebied-2-HNSLandschapsarchitecten.pdf

Holland: Natuur in de Delta (2015) | Documentary. (2015, 24 september). IMDb. https://www.imdb.com/title/tt4576490/ Klompenhouwer, J. (2020). OMGEVINGSVISIE AMERSFOORT 203040.

Lenteland. (2024, 25 november). Film: Land voor het levenLenteland. https://www.lente.land/film-land-voor-het-leven/ Live to 100: Secrets of the Blue Zones (TV Mini Series 2023) | Documentary, Adventure. (2023, 30 augustus). IMDb. https://www. imdb.com/title/tt28523129/

Maaiveld, O. H. (2023, 2 maart). Film ‘Onder het Maaiveld’ toont de ongeziene wereld onder onze voeten. https://onder-het-maaiveld. nl/nieuws/108-onder-het-maaiveld-toont-de-ongeziene-wereldonder-onze-voeten

Mak, G. (2001). Hoe God verdween uit Jorwerd. Atlas Uitgeverij. Natuurtypen - BIJ12. (2023, 6 december). BIJ12. https://www. bij12.nl/onderwerp/natuursubsidies/index-natuur-en-landschap/ natuurtypen/

Pathé Nederland. (z.d.-a). De nieuwe wildernis. Pathé. https://www. pathe.nl/film/18404/de-nieuwe-wildernis

Pathé Nederland. (z.d.-b). Paved Paradise. Pathé. https://www. pathe.nl/film/26524/paved-paradise

Richardson, K., Steffen, W., Lucht, W., Bendtsen, J., Cornell, S. E., Donges, J. F., Drüke, M., Fetzer, I., Bala, G., Von Bloh, W., Feulner, G., Fiedler, S., Gerten, D., Gleeson, T., Hofmann, M., Huiskamp, W., Kummu, M., Mohan, C., Nogués-Bravo, D., . . . Rockström, J. (2023). Earth beyond six of nine planetary boundaries. Science Advances, 9(37). https://doi.org/10.1126/sciadv.adh2458

The biggest little farm - VPRO Cinema. (z.d.). VPRO Gids. https:// www.vprogids.nl/cinema/films/film~12998345~the-biggest-littlefarm~.html

Mak, G. (2001). Hoe God verdween uit Jorwerd. Atlas Uitgeverij.

Strootman Landschapsarchitecten. (z.d.). Veganland.

Van Dijk, M., Van de Velde, M., & Woudstra, A. (z.d.). Landschapsanalyse Water in Nederland. Hogeschool van Hall Larenstein.

Van Dijk, M., & Woudstra, A. (z.d.).Landschapsanalyse De bodem van Nederland. Hogeschool van Hall Larenstein.

Van Dijk, M., & Woudstra, A. (z.d.). Landschapsanalyse Geologie van Nederland. Hogeschool van Hall Larenstein.

Voederbomen in de weide - Agroforestry. (z.d.). Agroforestry Vlaanderen (Nederlands). https://www.agroforestryvlaanderen.be/ nl/nieuws/voederbomen-in-de-weide

Afbeeldingen

1. Pariss, P. (onbekend). Luchtfoto Eemland [png]. Geraadpleegd van https://eemland300.nl

2. Goelst, K.L.F. (onbekend). Eggen met paarden [jpg]. Nationaal Archief. Geraadpleegd van https://www.nationaalarchief.nl/ onderzoeken/fotocollectie/ae6de9ba-d0b4-102d-bcf8-003048976d84

3. Delta-Phot Luchtfotografie (1979). Luchtfoto van een gedeelte van Maartensdijk uit het zuidwesten; met op de achtergrond de bossen te Hollandsche Rading (gemeente Maartensdijk) en het Maartensdijksche Bosch [jpg]. Het Utrechts Archief. Geraadpleegd van https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven/ 4. (onbekend). Windscherm [jpg]. Stuurgroep Kromme Rijn. Geraadpleegd van ik-planten/windscherm-fruitteelt-geschoren-en-biodivershttps://www.krommerijnlandschap.nl/wat-kan-

5. (onbekend). Fruitteler[jpg]. Landwinkel De Woerdt. Geraadpleegd van https://dewoerdt.nl/fruitteelt-dewoerdt

6. Swart, S (2019). Luchtfoto bio industrie [jpg]. Siebe Swart. Geraadpleegd van https://www.siebeswart.nl/image/ I0000AVFN8GG.bAg

7. Trijen, P. van. (2021). Pluimveehouders [jpg]. De Stentor. Geraadpleegd van https://www.destentor.nl/hardenberg/ pluimveehouders-vrezen-nachtmerrie-door-dit-nieuwe-stukjenatuur-bij-hardenberg~a8d6fb54/

8. Hartog, N den. (onbekend). Stichting Behoud Waterland [jpg]. Geraadpleegd van https://stichtingbehoudwaterland.nl/index. php?option=com_content&view=article&id=231:verduurzamingmelkveehouderij-1&catid=52&Itemid=549

9. (onbekend). Voergang [jpg]. Farmoseal. Geraadpleegd van https://www.farmoseal.com/rundveehouderij/voergang 10. (onbekend). Dijkdoorbraak Bij Eemnes 1916 [jpg]. Werf Gusto. Geraadpleegd van dijkdoorbraak-bij-eemnes-1916/https://werf-gusto.com/1916-2/3024-51-

11. (onbekend). Havengezicht Spakenburg [jpg]. Utrechtse stichting voor industrieel erfgoed. Geraadpleegd van utrecht.nl/oude-vissershaven-spakenburg-bunschoten/https://www.usine-

12. Eyck, B. van. (onbekend). Knooppunt Eemnes [jpg]. Archief Rijkswaterstaat. Geraadpleegd op https://www.rtvutrecht.nl/ nieuws/3360476/knooppunt-eemnes-toch-niet-komend-weekenddicht-werkzaamheden-door-winters-weer-uitgesteld

13. (onbekend) De tjalk binnen- en buitenvaart [jpg]. Kustvaartforum. Geraadpleegd op com/viewtopic.php?t=3906&start=3280https://www.kustvaartforum.

14. (onbekend) 1991. Luchtfoto van de in aanleg zijnde wijk Kattenbroek te Amersfoort uit het zuiden [jpg]. Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 50024. Geraadpleegd van nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Luchtfoto_Kattenbroek_en_https:// weilanden_1991.jpg

15. (onbekend). PEXELS. [jpg]. Geraadpleegd van https:// www.1twente.nl/artikel/2013431/groen-licht-voor-drie-zonneveldenin-enschede-zuid-raad-van-state-veegt-bezwaren-van-tafel

16. Hoven, K. van den. (2019). Grutto in een Hollandse setting [jpg]. Vroege Vogels Community. Geraadpleegd van bnnvara.nl/community/fotos/vogels/grutto/340261https://vroegevogels.

17. (onbekend) 2019. Vrijmi-vlier-oogst-borrel [jpg]. Wilderland. Geraadpleegd van https://wilder-land.com/products/utopia

18. (onbekend). Brug voor dieren [jpg]. Geraadpleegd van https:// www.ecopedia.be/encyclopedie/ecoduct

19. Dirksen, E. 2017. Het Flevolandschap [jpg]. Bezoekerscentrum Nieuw Land. Geraadpleegd van nationaalparknieuwland.nl/nl/ontwikkelingen/nieuws/nieuw-https://www. bezoekerscentrum-de-trekvogel

20. Effting, K. (onbekend). Vogelobservatorium Tij[jpg]. Geraadpleegd van https://vogelkijkhut.nl/view/751/

21. Budding, E. (onbekend). Natuurbelevingscentrum [jpg]. https://almere20.nl/nieuws/cultuur-toerisme-en-sport/vernieuwdnatuurbelevingcentrum-de-oostvaarders-officieel-geopend/

22. Bueren, M. L. (onbekend). Ree op de heide [jpg]. Natuurmonumenten. Geraadpleegd van https://www. natuurmonumenten.nl/dieren/top-10-dieren-en-planten-op-deheide

23. Huurdeman, C. (2024). Theehuis [jpg]. Baarnsche Courant. Geraadpleegd van recreatie/1069063/theehuis-pas-volgend-jaar-openhttps://www.baarnschecourant.nl/lokaal/

24. (onbekend). De Zuiderheide [jpg]. De Nederlandse Toerist. Geraadpleegd van https://www.denederlandsetoerist.nl/heide- hilversum/

25. (onbekend) 1991. De Nederlandse Bijen. Geraadpleegd van https://www.denederlandsebijen.nl/BIJENBEHEER/BosBeplanting/ ZoomFot/aaZomen.htm

26. (onbekend). Natuurmonumenten [jpg]. Geraadpleegd https://res.cloudinary.com/natuurmonumenten/raw/upload/van v1683185379/2023-05/Jaarverslag%202022%20Gelderland.pdf

27. (onbekend) Adobe Stock [jpg]. Geraadpleegd van adobe.com/nl/search?k=%22utrechtse+heuvelrug%22https://stock.

28. (onbekend) [jpg]. Den Food Bosch. Geraadpleegd van https:// denfoodbosch.org

29.(onbekend) [jpg]. Den Food Bosch. Geraadpleegd van https:// denfoodbosch.org

30. (onbekend) Voedselbos Haarzuilens [jpg]. Lekker landgoed. Geraadpleegd van http://www.lekkerlandgoed.nl

31. (onbekend) [jpg]. Straatbeeld. Geraadpleegd van https://www. straatbeeld.nl/artikel/buitengewone-samenwerking-boomkwekerei

32. (onbekend) Schuurhuis Slochteren [jpg]. Bureau +PEIL. Geraadpleegd van https://www.pluspeil.nl/architectuur/schuurhuis- slochteren/

33. (onbekend) Tuinderij De Veldhof [jpg]. Geraadpleegd van https://www.tuinderijdeveldhof.nl

34. (onbekend) [jpg]. Lindenhoff. Geraadpleegd van https://www. lindenhoff.nl/natuurlijk-boeren-bij-lindenhoff/

35. (onbekend) 2024. Joost Samsom bij zijn lisdodden. [jpg]. Vee en Gewas. Geraadpleegd van https://www.vee-en-gewas.nl/ artikel/1147092-pilot-boeren-over-natte-teelten-als-verdienmodelstimuleer-biobased-bouwen/

36. (onbekend) It Fryske Gea [jpg]. Geraadpleegd van https:// www.itfryskegea.nl/nieuws-publicaties/tips-voor-weidevogelsherkennen/

37. (onbekend) 2022. Vooruit boeren op veen en water [jpg]. Melkveebedrijf. Geraadpleegd van nl/veevoer-melkvee/grasland/boeren-in-veenweidegebied-https://www.melkveebedrijf. bodemdaling-en-weidevogels/

38. (onbekend). [jpg]. Pilot Biomonitor. Geraadpleegd van pilotbiomonitor.nl/onderzoek-naar-kruidenrijk-grasland-in-https:// veenweidegebied/

39. (onbekend) 2022. Grasklaver [jpg]. V-Focus. Geraadpleegd van https://www.v-focus.nl/2022/12/22/grasklaver-onderzoekservaringen-op-een-rij/ 40. (onbekend). Wetlands safari [jpg]. IAmsterdam. Geraadpleegd van https://www.iamsterdam.com/en/whats-on/calendar/ attractions-and-sights/tours/wetlands-safari-waterland-canoe-trips 41. (onbekend) 2022. Lerend beheren in de Maasheggen [jpg]. Collectief Deltaplan Landschap. Geraadpleegd van https://www. collectiefdeltaplan.nl/2022/04/25/lerend-beheren/

42. (onbekend). Westbroekse Zodden [jpg]. Frank Wandelt. Geraadpleegd van wandeling-zwanen-op-het-bert-bospadhttps://www.frankwandelt.nl/utrecht/anwb-

43. (onbekend). Appartementen Schoonenburgh [jpg]. InterFaca. Geraadpleegd van appartementen-landgoed-schoonenburghhttps://www.interfaca.nl/projecten/

44. (onbekend) 2019. Kersentuin Utrecht [jpg]. Duurzame Scheurkalender. Geraadpleegd van https:// duurzamescheurkalender.nl/?p=537

45. (onbekend). Stadslandbouw Van Ruytenburch [jpg]. Geraadpleegd van https://stadslandbouwvanruytenburch.nl

46. Beks, F. 2023. Herenboeren aan het werk op de boerderij [jpg]. Omroep Veldhoven. Geraadpleegd van nieuws/op-weg-naar-een-draaiende-herenboerderijhttps://omroepveldhoven.nl/

47. (onbekend). Harm’s Hoeve [jpg]. Geraadpleegd van https://www. harmshoeve.nl/scholen/

48. (onbekend). Rijnvliet openbare ruimte [jpg]. Felixx. Geraadpleegd van https://www.felixx.nl/projects/rijnvliet-edibleneighborhood-1&lang=nl

Tessa Laarman

Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst Amsterdam, december 2024

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.