E R B O N D E N
Anders boeren we samen?
Tessa Laarman
Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst
Amsterdam, december 2024
E R B O N D E N
Anders boeren we samen?
Tessa Laarman
Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst
Amsterdam, december 2024
Anders boeren we samen?
Tessa Laarman tessa@laarmanvwaay.nl
Afstudeerproject Master Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst, Amsterdam December 2024
Commissieleden
Roel van Gerwen (mentor)
Ziega van den Berk
Pieter Veen
Toegevoegde commissieleden ten behoeve van examen:
Marieke Timmermans
Remco van der Togt
Afdelingshoofd landschapsarchitectuur
Joost Emmerik
*Alle afbeeldingen, tenzij anders aangegeven met (cijfer) in de ondertitel en bron in de bibliografie, zijn eigen werk en dienen vertrouwelijk te blijven. Ze mogen niet worden gedeeld of gedupliceerd door enige persoon of entiteit, behalve voor het specifieke doel van de Academie van Bouwkunst
Inleiding
Opgroeiend in het landelijk gebied van Maartensdijk maar tussen de stedelijkheid van Utrecht en Hilversum in, heb ik gemerkt hoe dit gradiëntenlandschap bij kan dragen aan verschillende manieren van natuurbeleving.
Mede door de politieke aandacht sinds de boerenprotesten in 2019 is mijn interesse voor de toekomst van het landelijk gebied en de landbouwtransitie gewekt. Hierbij vroeg ik me vaak af: wat zou de rol van de landschapsarchitect kunnen zijn?
Verkenning: Ruimtelijkheid van de landbouwtransitie
Het onderzoek richt zich op de landbouwtransitie, het huidige systeem van de landbouw. De provincie Utrecht vormt het decor voor onderzoek naar de ruimtelijke effecten van de landbouw op het landschap.
Strategie
Dankzij onderzoek, ervaringen en gesprekken met boeren en andere organisaties ontstaan er drie principes voor de landbouwtransitie: water- en bodemsturend, regeneratief en vanuit het collectief. De randvoorwaarden voor een nieuwe of verbeterde vorm van landbouw. De ontwerpopgave die hieruit volgt luidt: Hoe kan de landbouwtransitie het landschap versterken en een hernieuwde relatie met haar gebruikers en inwoners aangaan?
Gebiedsvisie
De gebiedsvisie richt zich op de Eemvallei, onderdeel van de provincie Utrecht. De Eemvallei als proeftuin voor een landschappelijke en ruimtelijke benadering van de landbouwtransitie. Het huidige landschap kenmerkt zich door de varieteit aan landschapstypen en ruimtelijkheid, de van verschillende dorps- en stadsranden en cultuurhistorische relicten zoals de voormalige dijken en linten.
Concept
Het concept zet in op de kwaliteiten van de verschillende landschapstypen. Dit resulteert in een gebiedsvisie waar vier typen boeren met nieuwe of andere vormen van landbouw worden geïntroduceerd. Deze boeren werken allemaal volgens de drie principes van de landbouwtransitie. Een nieuwe (landbouw-)kringloop ontstaat en in het plan worden nieuwe verbindingen voor flora en fauna gemaakt. Recreatie in het landschap en participatie in de landbouw zorgen voor verschillende manieren van beleving van natuur en een hernieuwde relatie met het landschap.
De Eemvallei, natuur en landbouw onlosmakelijk verbonden
Met een holistische benadering is inzichtelijk gemaakt hoe ons prachtige landschap is geketend in een systeem van geld, politiek en macht. Echter presenteert het plan zich als lonkend perspectief wat natuur en landbouw verbindt en hiermee de relatie tussen mens en natuur aanspreekt. Het plan laat ziet dat alle ruimtelijke opgaven integraal bekeken moeten worden. Het ontwerp draagt bij aan een evenwichtige, wederzijds versterkende relatie tussen natuur en landbouw in het landschap. Met de ingrepen vergroten we de veerkracht van zowel het natuurlijke als het agrarische systeem. Daarnaast kan het plan dienen als leidraad en inspiratie voor verdere ontwikkeling en toekomstige visie voor het landelijk gebied en de landbouwtransitie.
De relatie tussen natuur en landbouw is een symbiose die de basis vormt van ons landschap. De landbouw is de manier waarop de mens zijn plek inneemt in het ecosysteem. Dit project benadrukt dat natuur en landbouw niet los van elkaar kunnen worden gezien.
2
2.1
2.3
2.4
2.5
6
6.1
6.2
Beste lezer,
Na 3 jaar studie aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam, was het dan tijd voor de laatste stap: het afstuderen. Het afstudeerproject laat zien wat ik heb geleerd de afgelopen jaren, waar mijn passie ligt in het werkveld en de positie die ik als landschapsarchitect wil innemen.
De inspiratie voor het afstuderen ligt op de plek waar ik ben opgegroeid. Het landelijk en tegelijk ook stedelijk gebied rondom het dorp Maartensdijk. Deze plek heeft door mijn opleidingen (Tuin- en Landschapsinrichting, Van Hall Larenstein, Velp en Landschapsarchitectuur, Academie van Bouwkunst, Amsterdam) heen altijd invloed gehad op mijn interesse, gedachtegang en ontwerpen.
In dit afstudeerproject ben ik op zoek gegaan naar mijn rol als landschapsarchitect in de landbouwtransitie. Het onderzoeken van de landbouwtransitie op nationale schaal, het landbouwlandschap van de Provincie Utrecht en de herontdekking van de Eemvallei als proeftuin voor gebiedsspecifiek ontwerp heeft mij veel gebracht.
Veel leesplezier, Tessa Laarman
Sinds de politiek en de landbouw niet meer op één lijn lijken te liggen voelt het alsof boer en burger tegenover elkaar staan. Dit heeft ertoe geleid dat ik als landschapsarchitect mee wil werken aan een toekomst waarin we samenwerken en een gezamenlijk doel nastreven. Ontwerpend onderzoek als tool om een strategie te ontwikkelen voor het landschap, waarin alle belanghebbenden worden meegenomen omdat wij als landschapsarchitecten integraal denken en doen. Het landschap inzetten als de verbindende factor, als gemeenschappelijk goed. Want willen we niet allemaal in een mooi en gezond landschap wonen en werken?
persoonlijke fascinatie
De plek waar ik ben opgegroeid, het dorp
Maartensdijk tussen Utrecht en Hilversum, heeft door mijn werk heen altijd invloed gehad op mijn interesse, gedachtegang en ontwerpen. Maartensdijk ligt op de overgang van het veen met haar plassen en uitgerekte kavels naar het hogere zand met prachtige natuurlijke- en productiebossen.
Het boerenleven heeft zowel mij als het dorp gevormd en doet dat op meerdere manieren nog steeds. Fietsend naar school was de openheid van het landschap voelbaar door de harde wind, maar ook de momenten met vrienden die een boerderij hadden waren voor mij belangrijk. Ik zag de druk toenemen op de mensen die het grootste gedeelte van ons landschap beheren. Ook vroeg ik mij vaak af, hoe gaat het met de flora en fauna, als elk stukje grond in eigendom van iemand is in Nederland. Hoe zorgen we ervoor dat al het natuurlijke om ons heen zijn plek houdt?
De Provinciale Statenverkiezingen van 2023 waren voor mij een keerpunt. Sindsdien wordt de landbouw uitvoerig besproken in het politiek debat, lijkt er meer dan ooit een kloof tussen stad en landschap te zijn en zijn we inmiddels nog geen steek verder gekomen. Deze gebeurtenis heeft mij laten denken over mijn rol als burger en mijn rol als landschapsarchitect ten opzichte van de landbouwtransitie.
Het debat drijft mensen uit elkaar en brengt polarisatie terwijl we juist zouden moeten verenigen en het collectief moeten opzoeken. Ik vrees voor wat er gebeurt als de overheid onze boeren uit gaat kopen omdat zij teveel stikstof uitstoten. Wat gebeurt er met de grond die vrijkomt en hoe zorgen we dat deze niet in handen komt van bijvoorbeeld ontwikkelaars van vakantieparken of distributiecentra? We hebben onze landbouw hard nodig en ik ben ook heel trots dat Nederland zo goed bekend staat om haar landbouw. Naar mijn overtuiging zouden er namelijk juist meer boeren moeten komen.
Meer boeren om samen op een andere manier het landschap te beheren en er voedsel te verbouwen. Laten we vooral meer mensen betrekken bij onze voedselvoorziening.
Het bestuur van ons land heeft, in verschillende samenstellingen, laten zien dat het enkel met technische voorwaarden en regels kan komen. Echter wat nodig is, is een visie voor langere termijn, een stip op de horizon. In mijn afstudeerproject wil ik die visie verkennen, vanuit het landschap en haar natuurlijke systemen. Niet om het zoveelste plan te maken wat op de plank belandt. Maar om duidelijk te maken hoe we deze transitie aan moeten vliegen. Vanuit mijn eigen fascinatie en overtuiging vormgeven aan het landschap en de transitie, om zo mijn rol als landschapsarchitect in de landbouwtransitie te laten zien.
Mijn persoonlijke fascinatie ligt bij de verbinding van mens en natuur door het verbouwen van voedsel. Ik denk dat landbouw een element is waarmee de mens een plek in het ecosysteem neemt. Sinds ik beschik over een volkstuin waar ik op kleine schaal voedsel verbouw, voel ik meer dan ooit een sterke verbinding met het voedsel, de bodem en alles wat leeft op de kleine 100m2. De ervaringen die ik opdoe in de tuin, brengen mij een positieve kijk op de aankomende landbouwtransitie.
Ik wil die ervaring met anderen kunnen delen. En juist daarom denk ik dat we het collectief moeten opzoeken in de landbouwtransitie. Nieuwe generaties hebben steeds minder natuurkennis. Gangbare dieren en planten, zoals merels en vinken, worden steeds minder herkend (Natuurmonumenten, 2024). Deze trend is zorgelijk omdat we als mens niet gezond kunnen leven zonder de connectie met de natuur.
In dit afstudeerproject zoek ik een weg naar de collectieve landbouwtransitie. Hoe kan de landbouw een schakel zijn in natuurherstel en op welke manier zijn niet-boeren daarbij betrokken?
divers en stedelijk
Het onderzoek richt zich op de Provincie Utrecht vanwege mijn verbinding met het landschap en de aanwezigheid van verschillende steden en dorpen en de grote diversiteit aan landschappen. Utrecht is gezegend met een afwisselend landschap: aan het oosten de zandlandschappen van de Utrechtse Heuvelrug, in het noorden de voet van de Hilversumse stuwwal, het open landschap rondom de rivier de Eem, de uiterwaarden rondom de rivier de Lek, veenontginningen met de langgerekte kavels in het westen en meer rechte kavels van de droogmakerijen. Deze landschappen kennen elk een eigen type landbouw, uitdagingen en kansen.
Open landschappen
De veenweiden en droogmakerijen vormen de open landschappen in de Provincie Utrecht. Dit zijn de landschappen die in huidige vorm het meeste zijn gevormd door de mens en landbouw en vormen het decor voor de melkveehouderij. Door jarenlange ontwatering en intensivering van de landbouw heeft het landschap te maken met bodemdaling, slechte waterkwaliteit, verzilting, verdroging en mede door mono-beplanting een verlies aan habitat en biodiversiteit.
Dynamisch
Het rivierengebied is door de mens bedijkt en hierdoor een deel van haar dynamiek verloren. De fruitteelt is hier voornamelijk gevestigd dankzij de vruchtbare kleigrond rondom rivieren. Doordat rivieren buiten hun oevers treden, komt er kwelwater onder de dijken door, hierdoor ontstaat vaak wateroverlast in de boomgaarden.
Hoge en droge gronden
Veenweiden
Eemland,Vijfheerenlanden
Veenweiden
verlies aan habitat en biodiversiteit
bodemdaling
mono-beplanting
Veenweiden
Eemland,Vijfheerenlanden
VEENWEIDEN
Groenehart,Lopikerwaard
verdroging
slechte waterkwaliteit
De zandrug Utrechtse Heuvelrug heeft her en der een paar weides en akkertjes ten behoeve van de landbouw maar bestaat vooral uit bos, heide en zandverstuiving. Een deel van het bos bestaat uit restanten van de voormalige houtproductie. De hogere zandgronden hebben last van verdroging door het alsmaar ontwateren. Op de zandlaagtes zoals de Gelderse Vallei zijn voornamelijk de varkens- en pluimveehouderijen gevestigd. Vanwege niet-grondgebonden (mega-)stallen is deze vorm van landbouw minder gebonden aan het type landschap.
Veenweiden
Eemland,Vijfheerenlanden
Eemland,Vijfheerenlanden
VEENWEIDEN
Groenehart,Lopikerwaard
VEENWEIDEN
Groenehart,Lopikerwaard
VEENWEIDEN
Groenehart,Lopikerwaard
DROOGMAKERIJ Groot-Mijdrecht
verzilting
DROOGMAKERIJ Groot-Mijdrecht
DROOGMAKERIJ Groot-Mijdrecht
bodemdaling
RIVIERENGEBIED KrommeRijnstreek
De geomorfologie toont de diversiteit in landschappen in de Provincie Utrecht
RIVIERENGEBIED KrommeRijnstreek
wateroverlast
verdroging
slechte waterkwaliteit mono-beplanting
verlies aan habitat en biodiversiteit
ZANDRUG
UtrechtseHeuvelrugmetflanken
ZANDLAAGTE Geldersevallei
Abstractie in axonometrie van de verschillende landschapstypen in de Provincie Utrecht
droogte
wateroverlast
enkel ‘nuttige’ dieren worden toegelaten
Maar liefst 50% van het grondgebied van de provincie Utrecht is landbouwgrond. Bij het inzoomen op de verschillende ketens wordt duidelijk welke problematiek dit met zich meebrengt en tegen welke problematiek de landbouw aanloopt in het landschap. Ook maakt het nogmaals duidelijk hoe de boer, en dus ook het landschap vast zit in een systeem waar we niet meer de vruchten van plukken. Door bijvoorbeeld klimaatverandering hebben we soms watertekorten, alleen is ons watersysteem nog ingesteld op zo snel mogelijk water afvoeren.
teelt slecht bestand tegen verzilting
Fruitteelt
(4)
stimuleren natuurlijke bestuiving en natuurlijke vijanden
de oogst in september-november seizoensarbeiders
opslag fruit en sorteermachine huisvesting seizoensarbeiders
marktklaar voor transport
bestrijdingsmiddelen of feromonen tegen plagen en ziektes
Ongeveer de helft van de Provincie Utrecht wordt gebruikt door landbouw
wateroverlast
enkel ‘nuttige’ dieren worden toegelaten
monocultuur in beplanting
teelt slecht bestand tegen verzilting
ziektes verspreiden snel door megastallen
Varkens- en pluimveehouderij
weinig inzicht in voedselproductie door burgers en omwonenden
fijnstof en endotoxine
ziektes verspreiden snel door megastallen
uitstoot stikstof, fijnstof en endotoxine
weinig inzicht in voedselproductie door burgers en omwonenden
mestoverschot
vlees of eieren - energie
mestoverschot
uitstoot stikstof, fijnstof en endotoxine import van veevoer en stalbedekking
ophokplicht vogelgriep
ziektes verspreiden snel door megastallen
vlees of eieren - energie
+eiwit
uitstoot stikstof, fijnstof en endotoxine import van veevoer en stalbedekking
ophokplicht vogelgriep
ziektes verspreiden snel door megastallen
bijv. beter leven ster
monitor duurzaamheid en dierenwelzijn
+eiwit
regulering stalklimaat
verwerker of groothandel
afvoer en verwerking mest door derden
verwerker of groothandel
bijv. beter leven
monitor duurzaamheid dierenwelzijn
regulering stalklimaat
afname biodiversiteit
Melkveehouderij
- H2O - energie +CH4
afname biodiversiteit
- H2O - energie +CO2 +CH4
+ N2
+winst
zuivelcoöperatie Campina
+winst
wateroverlast + H2O
leven ster duurzaamheid en dierenwelzijn
zuivelcoöperatie Campina
financier Rabobank + N2
droogte + H2O
kwel
wateroverlast
bodemdaling
bodemdaling
verzilting kwel
financier Rabobank
productie van veevoer
+eiwit
import van veevoer
import van veevoer
KPI monitor duurzaamheid
+efficiënte productie € €
productie van veevoer
De landbouw met de meeste impact op en gebondenheid aan het landschap is de melkveehouderij. Vanwege de kansen en uitdagingen zal de transitie van de melkveehouderij centraal staan in het landschapsontwerp.
+eiwit
KPI
monitor duurzaamheid
mestoverschot
+efficiënte productie € €
Vanuit een bepaalde behoefte is het landschap ontwikkeld tot het landschap van nu, maar de behoefte verandert en de ontwikkeling van het landschap lijkt achter te blijven. Echter bevinden we ons duidelijk op een keerpunt in ons systeemdenken. Welke keuzes gingen hieraan vooraf en wat hebben we nog te kiezen als we zo ver van het natuurlijke systeem af staan?
onderzoek naar het onderliggende systeem
20 juni 2023, het landbouwakkoord is geklapt. Landbouwminister Piet Adema, die het overleg leidde, sprak van ‘een hele trieste dag voor de landbouw en voor de natuur’ (NOS, 2023). Maar voor de landbouw en de natuur maakt het niet veel uit: voor die twee is het in Nederland al heel lang slecht gesteld. Elke 25 jaar halveerde het aantal boeren en de biodiversiteit is simpelweg gedecimeerd (CBS, 2020). De landbouwsector domineert het landschap op een manier waarop er weinig ruimte is voor het natuurlijke systeem maar loopt ook steeds vaker tegen Europese regelgeving aan.
Nu de stikstofcrisis zich aandient mengen steeds meer organisaties, belanghebbenden, politieke partijen en burgers zich in het debat rondom de landbouw. Dit resulteert vaak in polarisatie in de samenleving gevoed door (sociale) media en het politieke debat. In het debat gaat het vooral over de negatieve gevolgen van onze huidige productie, het uitkopen van boeren, reductie van de stikstofuitstoot en (on-)gewenste technische oplossingen. De vraag is echter, gaan we bewust
om met het Nederlands (agrarisch) grondgebruik? Momenteel gebruiken we onze schaarse grond om de economie en grote agrobedrijven te spekken met grote hoeveelheden exportproducten (De correspondent, 2021). De onderhandelingen over een Landbouwakkoord bieden de agrarische sector de kans om zelf medeontwerper te zijn van hoe de sector eruitziet in 2030-2040. Echter zou het moeten gaan over ruimtelijke impact op het landschap en haar natuurlijke systemen. De ruimtelijkheid en natuurlijke systemen van het landschap bepalen uiteindelijk de leefbaarheid voor mens en dier. Een integrale blik op het landschap waar de boer onderdeel van is.
Dankzij de piekbelastersregeling lijkt het stikstofprobleem opgelost terwijl verlies van biodiversiteit, waterkwaliteit en bodemkwaliteit hierop volgt. Hoeveel van wat er over is zijn we bereid om nog te verliezen? Hoewel de piekbelastersregeling vanuit een focus op stikstof begrijpelijk is, doemt er vanuit een wat breder perspectief op duurzame landbouw, natuur en landschap wel een probleem op. Door uitkoop
Waarom snippers natuur waardevol zijn, ook al wil de nieuwe coalitie ervanaf Trouw, 20 mei 2024
BBB nu in alle provincies de grootste partij geworden NOS, 17 maart 2023
De grote weeffout in het landbouwakkoord: zonder visie valt er niks te polderen
De Correspondent, 17 oktober 2023
Steeds meer burgers worden samen eigenaar van een boerderij NOS, 18 mei 2024
Adema ziet in Europa nul kans voor nieuwe derogatie Veeteelt, 5 april 2024
Nederland kampioen biodiversiteitsverlies, ‘de natuur staat er dramatisch voor‘ NOS, 22 mei 2024
Uitkopen van boeren voor stikstofrechten leidt tot meer uitstoot Volkskrant, 27 juni 2024
Planetaire grenzen worden steeds meer overschreden, onze leefomgeving is ongezond. Bron: Science Advances, 2023
van veehouders kan weliswaar de stikstofuitstoot dalen, maar zonder regie op de vrijkomende landbouwgrond werken we alsnog ongewenste situaties in de hand, zoals bijvoorbeeld de bouw van vakantieparken of mogelijkheid voor uitbreiding van Schiphol. Met als gevolg: minder ruimte voor de gewenste verweving van landbouw met natuur en landschap en eenzelfde of hogere belasting voor de bodem en het watersysteem. Het verdwijnen van de landbouw is niet wenselijk maar verandering en integraliteit is noodzakelijk.
Mede dankzij het beleid van Sicco Mansholt na de Tweede wereldoorlog is onze landbouw uitgegroeid tot een markt op wereldniveau. ‘This tiny country feeds the world’, kopte National Geographic in november 2017 (Volkskrant, 2018). Velen zien de Nederlandse manier van landbouw daarom als een ultiem voorbeeld voor de rest van de wereld. Diezelfde landbouw heeft echter ook een keerzijde en deed vogelsoorten als patrijs, grutto en veldleeuwerik in vijftig jaar tijd met meer dan 70 procent afnemen (Volkskrant, 2018). Schaalvergroting liet behalve boeren ook fraaie cultuurlandschappen verdwijnen omwille van efficiëntie. In combinatie met een hoog gebruik van inputs (zaden, meststoffen, machines, arbeid), is ook een efficiënte landbouw ontzettend milieubelastend (NOS, 2023).
Problemen stapelen zich op, fauna en flora verdwijnt en we hebben de slechtste waterkwaliteit van Europa. Nederland produceert per hectare de grootste hoeveelheid stikstof van heel Europa. Niet een klein beetje meer, maar gemiddeld vier keer zo veel. Klimaatverandering zoals extreme droogte, wateroverlast door hevige buien en hittestress zijn onderdeel van het landelijk gebied. De afgelopen eeuw is de essentie van het landelijk gebied rigoreus gewijzigd. Zeker in Nederland, waar alles zich op een relatief klein oppervlak afspeelt. Innovaties en modernisering voor een hogere efficiëntie hebben hier een grote impact gehad. Het stedelijk gebied rukt op en de recreatieve druk neemt toe. De trots en bekendheid van Nederland komt onder andere door en vanuit de landbouwsector en de manier waarop we met ons landschap zijn omgegaan.
Dit roept bij mij de vraag op: wat is de toekomst van het landelijk gebied? In mijn overtuiging vraagt de huidige tijd om aanpassing, om adaptiviteit. Niet enkel meer de roofbouw op onze grondstoffen en en leefomgeving maar een duurzame manier van het gebruiken van landschap en natuur. Landbouw is hierin de sleutel, de manier waarop de mens haar plek in een ecosysteem inneemt. Staan we als mens bovenaan of zijn we onderdeel van een groter geheel?
het landschap en haar landbouw
Om die toekomst voor te stellen, dienen we eerst te begrijpen welke keuzes er zijn gemaakt in het verleden en waarom. Die keuzes hebben geleid tot het huidige systeem en de inrichting van ons landschap. Een greep uit belangrijke historische gebeurtenissen voor de landbouw en haar landschap:
< 1900 Vroeger werd de landbouw in Nederland bedreven door kleine familiebedrijfjes, met wat koeien, een paar varkens voor vlees en paarden als trekdier. De akkerbouw was gericht op het produceren van voer voor eigen dieren en eigen consumptie.
1900 De landarbeiders en dagloners verdwijnen uit het platteland. Velen vinden in de oprukkende industrie een nieuwe en beter betaalde baan. Onder het credo ‘vele handen maken licht werk’, krijgt de boer het werk op het erf rond met familie en buren. Voor de grootste boerenbedrijven is het tekort aan landarbeiders de aanzet tot mechanisering.
1924 De eerste ruilverkavelingswet kwam tot stand ten behoeve van efficiëntie. De in- en verdeling van percelen veranderde en zo ontstonden grotere
en vlakkere kavels. Veel landschapselementen als sloten, greppels, houtwallen, bosschages, natuurlijke oneffenheden en onverharde wegen verdwenen. Er werden verharde wegen en bredere watergangen aangelegd en het watersysteem werd aangepast, onder andere door de aanleg van drainage en ontwateringsgemalen. Ook ontstonden er nieuwe ruilverkavelingsboerderijen aan doorgaande wegen.
1945 Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog maakte Nederland de hongerwinter mee. Toen de oorlog eindigde was een ding zeker: dit nooit meer. Onder het motto ‘nooit meer honger’ werd door Sicco Mansholt, minister van Landbouw sinds 1945, de voedselvoorziening op orde gebracht. Naar Amerikaans voorbeeld (Marshall-hulp) werden er maatregelen doorgevoerd om de voedselproductie te verhogen.
1950 Het nieuwe beleid was gericht op het herstel van de economie en de industriële productie. Verhoging van de productie werd bereikt door deze te mechaniseren. Dit leidde tot schaalvergroting en een stroomversnelling voor de (intensieve) landbouw. Een boer kan met zijn gezin nog leven van 12 hectare.
1962 Het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) van de EU ging van start. Een partnerschap, enerzijds tussen landbouw en samenleving en anderzijds tussen Europa en de Europese boeren. Het GLB staat voor het ondersteunen van boeren, de landbouwproductiviteit verbeteren en zorgen voor een stabiele voorziening van betaalbare levensmiddelen. Boeren in de EU een redelijk inkomen garanderen, het klimaat beschermen en het duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen bevorderen. Plattelandsgebieden en landschappen in de hele EU in stand houden, de plattelandseconomie levensvatbaar houden door de werkgelegenheid in de landbouw, agrovoedingsindustrie en aanverwante sectoren te stimuleren.
1980 Mansholt komt met het ‘Memorandum Landbouw’ als reactie op de overproductie en prijsstagnering van het voormalig landbouwbeleid. Mansholt wil het boerenbedrijf moderner, grootschaliger en leefbaarder maken. Daarom stelt hij prijsmaatregelen voor en een vermindering van het landbouwareaal in de zes lidstaten met 5 miljoen hectare (6% van de totale oppervlakte). De actieve landbouwbevolking zou moeten afnemen
Tijdlijn van invloedrijke gebeurtenissen
met 5 miljoen landbouwers (45% van het totaal). Gestimuleerd door uittredingsvergoedingen en studiebeurzen, zouden boeren zich professioneel kunnen heroriënteren.
Daarnaast stelt Mansholt dat er nood is aan een structuurhervorming van de landbouwbedrijven.
De schaalvergroting in bedrijfsstructuur betekent dat een akkerbouwbedrijf 80 tot 120 ha groot zou moeten zijn, melkveebedrijven hebben best 40 tot 60 koeien, bij vleesproductie gaat het om 150 à 200 runderen en voor mestvarkens ligt de norm op 450 tot 600 stuks.
2020 De eerste protestacties komen op gang, georganiseerd door Agractie en Farmers Defence Force. Directe aanleiding voor de protesten is de stikstofcrisis, maar ze worden breder aangegrepen om te pleiten voor de positie van boeren en het behoud van het platteland. Er lijkt een grotere kloof te staan tussen stad, landschap en Den Haag.
De landbouw is in de aflopen 100 jaar in sneltreinvaart ontwikkeld tot de efficiënte machine die het nu is. Schaalvergroting en intensivering zijn daarbij de sleutelwoorden en maakten Nederland tot wereld’s 2e grootste landbouwexporteur.
Ongeveer 54% van het grondoppervlakte in Nederland wordt gebruikt voor de landbouw. De inrichting van het landelijk gebied wordt dus grotendeels bepaald door de wijze waarop we onze landbouw inrichten. De boeren lijken het hoofdonderwerp maar zijn achter de schermen vaak geketend in een groter en complex systeem. Rondom de keukentafel van (familie)bedrijven met jarenlange tradities hangt een gespannen krachtveld met bedrijven en instellingen. Niet voor niets wordt wel eens gezegd: boeren hébben geen verdienmodel, boeren zíjn een verdienmodel.
Voor de inrichting en mogelijke veranderingen in ons landbouwsysteem is het van belang om deze keten en het systeem te begrijpen. Het gros van het geld dat wordt verdiend in de landbouw gaat naar bedrijven die om de boer heen cirkelen: handelaren in veevoer, slachterijen, producenten van kunstmest en pesticiden. Deze vaak grote ondernemingen lobbyen voor behoud van het huidige landbouwsysteem, want dat is hùn verdienmodel (Volkskrant, 2022).
Minder koeien betekent namelijk dat zuivelbedrijven minder melk te verwerken hebben. Minder varkens en kippen op stal levert verlies aan werk en inkomsten op voor veetransporteurs, slachterijen en vleesverwerkers. Meer biologische landbouw leidt tot lagere omzetten voor verkopers van kunstmest en pesticiden. Bedrijven als deze hebben grote gevestigde belangen bij het systeem zoals het nu draait. Door lobbykantoren in te schakelen en de publiciteit te bespelen, door
wetenschappelijk onderzoek te sturen en korte lijntjes te houden met de politiek. Het beleid en financiering voor landbouw komt vanuit de EU. De doelstellingen die de Europese Commissie heeft afgekondigd in het kader van de Green Deal en de Farm to Fork strategie zijn ambitieus: in 2030 moet een kwart van alle landbouwgrond in de EU biologisch bewerkt worden, het gebruik van pesticiden moet in dat jaar zijn gehalveerd.
De cijfers spreken voor zich: Nederlandse boeren zijn binnen het huidige systeem slechts een speld in de hooiberg van grote bedrijven, die er het meest aan verdienen en boeren als schild gebruiken om hun eigen belangen te beschermen. De EU drukt ons met de neus op de feiten terwijl de agrarische lobby liever wegkijkt dan vooruit kijkt. We moeten toe naar een model waarin boeren ook bij lagere productie, bijvoorbeeld bij tegenvallende oogst door hevige buien, een goede boterham kunnen verdienen. Een model waar consumenten dichter bij voedselproductie komen te staan, niet alleen om de verdiensten bij de boer te houden maar ook om de relatie tussen boer (voedsel) en burger te herstellen.
Investeringen
Klimaatakkoord Grondstoffen Voedsel
World Health Organisation (WHO) VN
Natura 2000
Biodiversiteitsherstelwet
Klimaat+Energie, Klimaatakkoord Parijs Landbouw, GLB
Derogatie
Financier Kader Richtlijn Water
NPLG
Nationaal Programma Veenweide
Energie
Waterkwaliteit, -beschikbaarheid en -veiligheid
Verdeler Europese subsidies en beleid Rijkswaterstaat, Uni van Waterschappen, LTO Uitvoering Kader Richtlijn Water
GEBIEDS PROCES STAKE HOLDER
Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG) Omgevingsvisie
Natuurvisie, biodiversiteitsdoelen, faunabeleid Waterschappen - uitvoering Kader Richtlijn Water
Regionale Energie Strategie (RES) Gebiedsstrategie Belangen stakeholders Waterschap LTO
Agrariers Grondeigenaren zoals particulieren, ontwikkelaars, etc Bewoners, burgers Recreanten Waterschap
Andere gebruikers
Bodem en watersysteem
Seizoenen
Het weer
Flora en fauna
Klimaatverandering
2.4
wat is de kern van het nieuwe systeem?
Vormgeven aan transitie
De principes voor de landbouwtransitie komen voort uit een grondige analyse en inventarisatie van trends die van invloed zijn op de toekomst van de landbouw en het landelijk gebied. Dit vooronderzoek is gedaan met een aanpassing op de stappen van Stratford, Baarsma e.a. (MCD, Master City Development). De trends zijn geclassificeerd in een assenstelsel, waarbij de focus lag op trends die zowel hoge onzekerheid als aanzienlijke impact met zich meebrengen. Dit heeft geleid tot de identificatie van twee kernonzekerheden die als uitgangspunt hebben gediend voor het scenario-assenstelsel. Door deze methode werd er ruimte gecreëerd om in uitersten te denken en de verschillende mogelijke oplossingsrichtingen te verkennen. Het assenstelsel stimuleerde een breed scala aan denk- en ontwerprichtingen, waardoor een breed spectrum aan scenario’s werd onderzocht. Deze aanpak hielp bij het identificeren van potentiële kansen en risico’s die invloed zouden kunnen hebben op het ontwerp.
Naast verschillende informele gesprekken hebben er een aantal formele interviews plaatsgevonden met de volgende mensen:
Landbouwtransitie
Roos Kobben, Boerenverstand
Robert Baayen, WUR
Anne-Charlotte Hoes, WUR
Carleen Weebers, Provincie Utrecht
Daan Dijk, Land van Ons
Systeemdenken
Markus Appenzeller, stedenbouwkundige
Boeren
Jan Huijgen, Boerderij Eemlandhoeve Josephine Schuurman, Boerderij Eyckenstein
energietransitie
mobiliteit
terugdringen gebruik fossiele grondstoffen
NL volledig zelfvoorzienend
groene stroom
(korte termijn) politiek
klimaatneutraal in 2050 oorlogen
stikstof
landbouwtransitie
regeneratief, biologisch
einde tijdperk derogatie cooperaties boerenprotesten
terugkomst historische elementen zoals Herenboeren
water- en bodemsturend
2023 natste en warmste jaar ooit sinds 1906
circulair landschap
collectieve voorzieningen
nevenactiviteit
biodiversiteitsverlies verzilting plan Ooievaar komst van de wolf
biobased (bouwen)
NL slechtse waterkwaliteit van EU
landgebruik en -kwaliteit
eigenaarschap bottom-up initiatieven gewaskeuze
waar komt ons eten vandaan?
high-tech oplossingen
NL grootste voedsel-exporteur in EU
productie en efficientie lobby van de agrarische industrie
stikstofkaart
1 miljoen woningen bouwen, bouwen, bouwen
windparken en zonnevelden
bouwen binnen de huidige bebouwingsgrenzen
toenemende recreatiedruk de buitenruimte als je eigen achtertuin festivals, sporten natuurherstel
‘in elk dorp een straatje erbij’
er is geen ruimte voor de wolf in NL ontwerp democratie
KERNONZEKERHEDEN
eigenaarschap
einde tijdperk derogatie
NL grootste voedselexporteur in EU
productie en efficientie
lobby van de agrarische industrie
windparken en zonnevelden
stikstof
terugdringen gebruik fossiele grondstoffen
klimaatneutraal in 2050
toenemende recreatiedruk
gewaskeuze
mobiliteit
komst van de wolf
waar komt ons eten vandaan?
nevenactiviteit plan Ooievaar
de buitenruimte als je eigen achtertuin
terugkomst historische elementen zoals Herenboeren
NL slechtse waterkwaliteit van EU
cooperaties
bottom-up initiatieven
groene stroom
festivals, sporten
high-tech oplossingen
1 miljoen woningen bouwen, bouwen, bouwen
NL volledig zelfvoorzienend
‘in elk dorp een straatje erbij’
bouwen binnen de huidige bebouwingsgrenzen natuurherstel
stikstofkaart
er is geen ruimte voor de wolf in NL ontwerp democratie
regeneratief, biologisch
collectieve voorzieningen
biodiversiteitsverlies verzilting
biobased (bouwen)
(korte termijn) politiek oorlogen
circulair landschap 2023 natste en warmste jaar ooit sinds 1906
boerenprotesten
De twee kernonzekerheden, politiek en klimaat, hebben geleid tot een matrix met daarin verschillende denkrichtingen voor de landbouwtransitie. De y-as staat voor het type markt waar de landbouw voor produceert en de x-as staat voor de manier waarop de landbouw met het natuurlijke landschap omgaat.
Cultuurlijk
Een voedsellandschap wat met technische maatregelen de gevolgen van klimaatveranderingen bestrijdt.
Natuurlijk
Het voedsellandschap is zo ingericht dat het veerkrachtig is in verschillende situaties. Het is adaptief en regeneratief en heeft een natuurlijk, dynamisch karakter.
Mondiaal
De landbouw produceert voor de mondiale markt. Nederland als grootste voedselexporteur van de wereld, we hebben een duidelijke specialisatie.
Lokaal
De landbouw produceert een divers aanbod aan voedsel voor de lokale markt.
Uiteindelijk heeft deze benadering niet geleid tot de selectie van één specifieke denkrichting. Het uiteenzetten van de extremen (mondiaal, lokaal, weerstand, veerkracht) leidde tot scenario’s die enkel met goed of slecht konden worden bestempeld vanuit een bepaalde politieke richting.
In plaats daarvan zijn de relevante elementen en inzichten uit de verschillende scenario’s geïntegreerd en doorontwikkeld in principes voor de landbouwtransitie en het uiteindelijke landschapsontwerp.
Samen met de gesprekken met boeren en organisaties rondom de landbouw heeft de exercitie geholpen in het formuleren van principes voor de toekomst van ons landbouwlandschap.
schaalvergroting
genetische modificatie
innovatie
wereldleider in efficiente productie
productie voor de mondiale behoefte
precisielandbouw waardecreatie productieverhoging specialisatie
inrichting voor veiligheid
technologische oplossingen
grote scheiding tussen stad en landschap
productie voor de lokale behoefte
gemeenschappen community
natuur- of landschapsbeleving
circulaire economie
technologische oplossingen
wonen in en met het landschap
infrastructuur t.b.v. import en export
productieverhoging specialisatie
mondiale afzet
landbouw en natuur onlosmakelijk verbonden klimaat adaptatie robotisering robotisering
wereldleider in duurzame landbouwproductie
mondiale afzet
genetische modificatie
lokale afzet
inrichting voor veiligheid
diversificatie
natte teelt noaberschap
versterken biodiversiteit ecosysteemdiensten
productie vanuit het aanbod van de natuur
wonen in en met het landschap
waardecreatie
omarmen verzilting natte teelt
versterken biodiversiteit
infrastructuur t.b.v. import en export extensivering extensivering intensivering
ecosysteemdiensten
natuurlijke oplossingen natuurlijke oplossingen lokale afzet noaberschap omarmen verzilting
natuur- of landschapsbeleving
diversificatie
productie vanuit het aanbod van de natuur
klimaat adaptatie
circulaire economie biologisch biologisch
landbouw en natuur onlosmakelijk verbonden
gemeenschappen community
voor boer en landschap
We hebben 10 jaar een neoliberale regering gehad die maximaal heeft ingezet op individuele keuzevrijheid en gericht is op vrijemarktwerking. Als de politieke wil er niet is, dan lukt het niet. Ook is er een strakke lobby van de industrie. Het kabinet Schoof wil in Europa ‘alles op alles’ zetten om het huidige verdienmodel van boeren te behouden. Ons verdienmodel bestaat uit doorgaande schaalvergroting, intensivering, specialisatie en marktverovering, echter is dat failliet omdat de Nederlandse landbouw tegen ecologische, wettelijke en financiële grenzen aanloopt.
Door jarenlang verkeerd ingezet middelenbeleid in plaats van doelenbeleid van de Nederlandse overheid is Brussel klaar met Nederland. Nederland verzaakt al decennia als het gaat om het inkrimpen van de veestapel, kunstmestgebruik of import van veevoer, waardoor te veel stikstof in het milieu komt en de biodiversiteit achteruitgaat (Volkskrant 12 april 2024, John Aarink, Johannes Regelink). De overheid was zich er al zeker sinds het Club van Rome-rapport in 1972 van bewust dat de landbouwindustrialisatie tot een ecologische catastrofe zou leiden maar deed weinig tot niets. De belangrijkste maatregelen kwamen dan ook uit Brussel. De laatste decennia heeft de overheid een oerwoud aan regels gecreëerd die overwegend niet de bedoeling hadden om milieuschade te vermijden maar om de consequenties van de Brusselse regelgeving te omzeilen. Talloze geitenpaadjes die één voor één in honderden juridische procedures, aangespannen door het MOB van Johan Vollenbroek, door rechters zijn afgesneden. Het onwettig verklaren door de Raad van State van veehouderijvergunningen op basis van het Programma Aanpak Stikstof in 2019 is het bekendste voorbeeld.
Strategie
Het is tijd voor een nieuw bewind, één waarin de overheid verantwoordelijkheid neemt voor een gezond voedselsysteem dat de basis is voor een gezonde bevolking. De agrarische lobby is ontzettend sterk, echter kies ik een strategie die hier lijnrecht tegenover staat. Op dit moment ligt de nadruk in de besluitvorming op rentabiliteit. Naar mijn mening zou de nadruk moeten liggen op gezondheid van alles wat leeft. In een levend landschap valt er meer te kiezen. Geen behoud van landbouw en onze voedselvoorziening, maar herstellen en versterken. Van industriële landbouw naar ecologische landbouw.
Om de landbouwtransitie vorm te geven zijn er drie hoofdprincipes gevormd. Deze zullen in het latere landschapsontwerp terugkomen.
Hoofdprincipes landbouwtransitie
Ten eerste dient al het landgebruik bodem- en watersturend te zijn. Of het nu landbouw of woningbouw betreft, het dient allemaal te beginnen vanuit een gezonde bodem. Die gezonde bodem krijgen we als we de unieke kwaliteiten en kenmerken van elk bodem- of landschapstype centraal stellen. We gaan uit van wat het natuurlijke ons gegeven heeft en plukken daar de vruchten van.
Samen met de kwaliteiten van een gezonde bodem, kan regeneratieve landbouw het natuurlijke systeem herstellen. Regeneratie is het vermogen van een ecosysteem, met name het milieu en de levende wezens, om volledig te herstellen van de opgelopen schade. Dit gaat over schade op korte en langere termijn. Niet langer tegen de natuur in, maar met de natuur mee werken. Zo herstellen we het natuurlijke systeem en heeft het voedselsysteem een positieve impact op haar omgeving.
Ten derde, we doen het samen, vanuit het collectief! Landbouw die gemeenschappen vormt en daardoor het voedsel centraal stelt. Voedsel en landbouw die wordt gedragen door de gemeenschap om verbinding te brengen tussen boer en burger en als verbinding tussen mens en het natuurlijke systeem. We gaan samen op een andere manier boeren en zorgen er op deze manier voor dat zoveel mogelijk mensen de relatie met de natuur aan kunnen gaan.
Onze huidige boeren
In onze huidige gang van zaken zijn er 3 soorten boeren of rollen voor boeren te onderscheiden in de transitie. De eerste groep van de boeren wil doorgaan op dezelfde manier, met eenzelfde organisatievorm, productiewijze en verdienmodel. De tweede groep wil stoppen, omdat er geen opvolging is, of het verdienmodel is weg of er is geen motivatie meer door huidig beleid. Dan de derde groep, die wil veranderen, omdat ze zien dat het anders moet of kan maar vaak weten ze nog niet precies hoe.
Onze toekomstige boeren
Die 3 typen boeren kan je categoriseren in twee transitierichtingen: het verbeteren van het huidig systeem en omdenken. Op de volgende pagina’s zijn deze twee richtingen ruimtelijk gemaakt in visualisaties. De nieuwe boer of de nieuwe rol voor de boer komen tot uiting in het landschap. De visualisaties maken duidelijk wat voor landschappen er kunnen ontstaan na of tijdens de landbouwtransitie.
1/3 wil doorgaan op dezelfde manier
BEHEERDERS
1/3 wil stoppen
geen opvolging, geen bussinesscase, geen motivatie door huidig beleid
RUIMTE VOOR PIONIERS
VERBETEREN
1/3 wil veranderen
ziet dat het anders moet of kan maar weet nog niet precies hoe
DEELNEMERS
Deze richting voor de landbouwtransitie gaat uit van het verbeteren van het huidige systeem. De melkveehouderij houdt stand als hoofdmotor van de Nederlandse landbouw. Voedsel wordt geproduceerd voor de gemeenschap en export, door het bedrijfsleven. Het behoud van het huidige cultuurlijke landschap is belangrijk. Er is een hoge productie door deels technologische oplossingen en duurzaamheid is gekoppeld aan hoge opbrengst. De landbouw is top-down georganiseerd. Daarnaast is het belangrijk om natuur- en landschapseducatie te bieden om de connectie tussen mens, natuur en voedsel te versterken.
Deze richting voor de landbouwtransitie gaat uit van omdenken. Omdenken naar een nieuw systeem waar voedsel geproduceerd wordt voor en door de gemeenschap. De gemeenschap ontstaat rondom voedselproductie waardoor de relatie herstelt tussen mens en natuur. Waar natuurlijke systemen meer in balans zijn en regeneratieve landbouw in de vorm van permacultuur voorkomt. Er is sprake van bottom-up initiatieven volgens principes als degrowth.
2.6 STRATEGIE
de rol van de landschapsarchitect
samen bouwen aan het landschap
bewust maken van maatschappelijke opgave
PIONIERS
PIONIERS VERBINDEN EN NETWERKEN BOUWEN
BEHEERDERS
GEBIEDSVISIE ALS RAAMWERK gebiedspartijen verbinden
BESTAANDE SYSTEEM verbeteren huidige systeem
COMPOST stoppersregeling
BEWAKEN VAN DE MAATSCHAPPELIJKE OPGAVE water- en bodemsturend, regeneratief, collectief
OPKOMENDE SYSTEEM omdenken
ONTWERPKRACHT de juiste plek voorzien van een passende schaal en heldere ingrepen
VORMEN VAN INVLOEDRIJKE GEMEENSCHAPPEN
de rol van landschapsarchitect in magenta gebaseerd op ‘The Berkana Two
door
en
In dit hoofdstuk duiken we van de landelijke landbouwtransitie naar een locatie binnen de Provincie Utrecht. Om via landschapsanalyse een gebiedsspecifiek ontwerp te maken.
Het Utrechts landschap, uniek om haar diversiteit. Van de strakke, laagliggende droogmakerijen, tot de intimiteit van een kersenboomgaard langs de Kromme Rijn, de overweldigende openheid van de Eemvallei of de Lopikerwaard of de kleurrijke bossen van de Utrechtse Heuvelrug. In het landschap kom je verschillende cultuurhistorische relicten tegen, zoals de forten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie, of de landgoederen en buitenplaatsen langs de Stichtse Lustwarande. Het landschap kent vele gezichten waarin de landbouw altijd een rol speelde.
DROOGMAKERIJ polder groot-mijdrecht
oostelijke vechtplassen
lokale kwel
ZANDRUG utrechtse heuvelrug
onttrekking voor drinkwater
infiltratie grondwaterstand
dekzand
zand- en kleiafzettingen
lokale kwel
veenafzettingen
holocene afzettingen
jongere kwel
mariene afzettingen
jongere kwel
gestuwde afzettingen
oudere en diepere kwelstromen
oudere en diepere kwelstromen
Er is één gebied dat in zijn geheel eenzelfde diversiteit in bodem- en landschapstype laat zien als heel de Provincie Utrecht: de Eemvallei. Dit zal het focusgebied vormen voor een gebiedsspecifiek landschapsontwerp in het afstudeerproject. Een prachtig open klei- en veenweidegebied omringd door de randdorpen en -steden Eemnes, Baarn, Soest, Amersfoort en Bunschoten-Spakenburg. Gelegen aan de voet van stuwwal de Utrechtse Heuvelrug, die enorm geliefd is bij recreanten vanwege de verschillende bossen en landgoederen. De rivier de Eem - de enige rivier die begint en eindigt in Nederland - stroomt door de Eemvallei en mondt uit in het Eemmeer met de Flevopolder aan de overzijde. De landbouw heeft door de jaren heen invloed gehad op het landschap en het landschap heeft zich ontwikkeld. De aanwezigheid van melkveehouderij, de diversiteit in landschapstypen, de stedelijke setting hebben ervoor gezorgd dat dit gebied is gekozen als uitwerking voor het landschapsontwerp voor de afstudeeropgave. Dankzij deze diversiteit in landschapstypen is het mogelijk de generieke en gebiedseigen principes om te vormen naar andere landschappen in transitie. Hierdoor kan het onderzoek en de ontwerpmethode toegepast worden in andere processen en ontwikkelingen.
Gebiedsspecifiek ontwerp
Het afstudeerproject betreft een gebiedseigen uitwerking voor de Eemvallei. Door de diversiteit in landschapstypen is het mogelijk de generieke en gebiedseigen principes om te vormen naar andere landschappen in transitie en zal de Eemvallei een voorbeeld zijn van een integraal ontworpen
landbouwtransitie in Nederland.
In de volgende paragrafen wordt het landschap van de Eemvallei verder toegelicht met informatie vanuit een landschapsanalyse en worden foto’s getoond van gebiedsbezoeken. Waardevolle aanknopingspunten en kansen vanuit de analyse vormen het startpunt van het landschapsontwerp, samen met de principes voor de beoogde landbouwtransitie.
De ondergrond, in haar huidige vorm, ontstond in het Saalien, de voorlaatste ijstijd. Dankzij gletsjers werd de bevroren grond van oevers van rivieren opgestuwd tot enorme stuwwallen: de Utrechtse Heuvelrug. De interglaciaal die daarop volgde zorgde ervoor dat de zeespiegel enorm steeg waardoor de Eemzee ontstond. Hierdoor werd een dikke laag zeeklei afgezet en aan de randen van de zee vond veenvorming plaats. De laatste ijstijd, het Weichselien zorgde voor een flinke laag dekzand op de Utrechtse Heuvelrug door de koude, droge wind.
Ongeveer 10.000 jaar geleden begon het Holoceen, een warmere periode waardoor beken langs de Utrechtse Heuvelrug naar beneden stroomden. Een aantal beken kwamen bij elkaar bij wat nu Amersfoort is en zo ontstond de rivier de Eem.
Vanuit de laagten breidde het veen zich uit over steeds grotere oppervlakten van de regio. In de 10de en 11de eeuw werden grote delen van het gebied ontgonnen en omgezet in landbouwgrond. De ontginningen leidden tot bodemdaling door klink en oxidatie. Daardoor werd het gebied kwetsbaar voor overstromingen. In de 12de eeuw begon de vorming van de Zuiderzee en deze had ook invloed op de Eemvallei. Dikwijls overstroomde het gebied en werd er een kleilaag afgezet.
De laatste 100 jaar
De ontwikkelingen van de afgelopen tijd zijn impactvol geweest voor het ontstaan van het landschap hoe we het nu kennen.
1930
Vóór de bouw van de Afsluitdijk (1932) lag de Eemvallei aan de Zuiderzee en stond het onder invloed van de dynamiek van getijden. De zomerdijken (1300) beschermden de dorpen
Eemnes en Soest tegen overstromingen. In tijden van storm braken de dijken door en ontstonden wielen.
1955
De eerste ruilverkaveling vond plaats, door het ruilen van land ontstond er schaalvergroting van percelen. Dankzij de nieuwe ligging aan het IJsselmeer in plaats van de Zuiderzee kwamen er nieuwe en grotere landbouwbedrijven in de polder.
1975
De aanleg van de Rijksweg A1 zorgde voor een verbinding met het achterland als forenzenroute maar brak het landschap van de Eemvallei ook in twee aparte delen.
1990
De aanleg van Rijksweg A27 zorgde voor de ontsluiting van Flevoland en vormde een harde barrière tussen de hogere stuwwal en laaggelegen polder. Daarnaast valt door betere infrastructuur maar ook door industrialisatie de oprukkende verstedelijking op. De tweede ruilverkaveling (1988) bracht nog efficiëntere en beter bereikbare percelen ten behoeve van de landbouw.
2020
De enorme groei van alle randdorpen en -steden met vinexwijken en arbeiderswoningen. De wijken worden opzichzelfstaand ontworpen zonder verbinding met hun context en het landschap. Uitlegwijken zoals Nieuwland en Vathorst zorgen ervoor dat de stad Amersfoort verder groeit en ook in andere dorpen zoals Huizen gebeurt dat.
veen- en kleigronden
Een extensief beheerd perceel, met op de achtergrond de bomenrij van de Wakkerendijk en de landmark De Omroeptoren van Hilversum
Beheer met schapen van de recreatieroute over de voormalige Zomerdijk
De beplanting rondom boerenerven vormt de enige massa in de open polders
De rechte watergangen hebben vaak steile oevers boven: Een van de weinige elementen in het open landschap onder: De waaien hebben vaak een meer natuurlijk karakter
hoge en lage zandgronden
De dorpssrand van Blaricum grenst direct aan de van oorsprong gezamenlijk beheerde meentgrond
Zicht op de zandgronden aan de Wakkerendijk, open akkers wisselen af met dicht beplantte bosrijen
Rond Amersfoort ligt een kleinschalig zandlandschap met enkele houtwallen, singels en akkers
ondertitel
Het landgebruik is op de zandgronden gelijk aan dat van de veen- en kleigronden, het dient de melkveehouderij
De zandgronden aan de voet van de stuwwal hebben een kleinschaliger karakter met bosjes, kleinere percelen en singels
waardering van de erfenis
Het huidige landschap is een erfenis van alle natuurlijke ontwikkelingen samen met ingrepen van de mens. Deze erfenis brengt zowel kansen als uitdagingen met zich mee. Deze vormen uitgangspunten voor het ontwerp.
Kansen en uitdagingen
Er liggen grote kansen om de landschappelijke onderlegger te gebruiken als basis voor landgebruik en -inrichting. Ook liggen er kansen om de verbinding tussen stad en landschap te herstellen en te versterken. Iedere stads- of dorpsrand een relatie met het unieke landschap waar het aan grenst.
Een van de grootste uitdagingen zijn de infrastructurele barrières in en rondom de Eemvallei. De A1 en A27 snijden dwars door het landschap heen en verstoren ecologische verbindingen.
Daarnaast is het behoud van de cultuurhistorische erfenis een uitdaging. De prachtige verkavelingspatronen, linten en dijken dienen te worden hergewaardeerd in een plan voor de toekomst.
Landschappelijke onderlegger als basis
3.6 OPGAVE de landbouwtransitie vanuit een landschappelijke benadering
Het is duidelijk dat een integrale benadering van de landbouwtransitie en de wederombouw van het landelijk gebied noodzakelijk is. Neem bijvoorbeeld het stikstofvraagstuk, dat in wezen te maken heeft met de biodiversiteit. We kunnen proberen de meetmethoden, modellen en normstellingen aan te passen maar dat helpt niet. Wettelijk zijn we verplicht om onze stikstofuitstoot drastisch ter verminderen. Als we het niet doen dan kan de natuur onvoldoende herstellen, wat weer grote economische schade met zich meebrengt waardoor de economie stagneert. Er is dus een visie nodig op het geheel, een gebiedsgerichte strategie voor een duurzame toekomst van landbouw, natuur en landschap. Van een geklapt landbouwakkoord naar een integraal, gedragen plan met perspectief voor boer en natuur.
Laten we nadenken over een Nederlandse landbouw die niet alleen gebaseerd is op productie en efficiëntie. We moeten accepteren dat onze boeren onmogelijk kunnen concurreren met hun collega’s in Nieuw-Zeeland of Brazilië. Laat de Nederlandse landbouw een voorbeeld zijn, maar dan een voorbeeld van symbiose tussen landbouw en natuur. In symbiose dankzij de hernieuwde relaties die het aangaat met de natuurlijke systemen en de (consumerende) mens. Waarin recreatie en ruimtelijke opgaven zoals woningbouw het landschap versterken.
Het dient niet alleen over landbouw te gaan, maar over alle problematiek, kansen en belangen op het platteland. Landbouw gecombineerd met nieuwe functies die naast of door elkaar floreren. Het moet een politiek overstijgend plan zijn waarin eventuele politieke belangen opgaven in het landschap worden en alle belanghebbende thema’s en partijen in verhouding staan tot elkaar. Het landschap staat centraal. En ook de relatie tussen het landschap en de mens moet worden hersteld. Het is een wisselwerking, het een sluit het ander niet uit. De landbouw kan niet zonder de natuur en juist de natuurlijke ecosystemen worden dankzij landbouw verrijkt met nieuwe of sterkere habitats.
De tijd dringt om de gestelde doelen voor klimaat, biodiversiteit en waterkwaliteit te halen en de druk op ruimte voor woningbouw of duurzame energie neemt alleen maar toe. De regie op ruimteen grondgebruik is noodzakelijk. Een transitie vraagt om een strategie waarmee het landschap op een duurzame manier kan transformeren richting het ecosysteem van de 21e eeuw. Laten we in Nederland doen waar we goed in zijn, laten we weer gaan polderen, compromissen sluiten. Zoeken naar hetgene waar we het wél over eens zijn, en kijken hoe we dat kunnen bereiken.
Gedeelde ambities
In dit afstudeerproject staat het versterken van de veerkracht van het landschap centraal. Het doel is om een toekomstbestendig en evenwichtig landschap te creëren dat de uitdagingen van de moderne tijd aankan en tegelijkertijd de unieke identiteit en culturele waarden van het landschap respecteert. Het ontwerp dient rekening te houden met sociale, economische en ecologische aspecten, waarbij duurzaamheid, biodiversiteit en leefbaarheid voorop staan. De landbouwtransitie als middel om het nieuwe landschap te ontwerpen en om nieuwe relaties te vormen tussen mens en voedsel.
Het landschap zal getransformeerd worden tot een dynamisch en levendig geheel, waar landbouwbedrijven niet alleen voedselproductie leveren, maar ook dienen als rentmeesters van het landschap en haar natuurlijke systemen.
De nadruk ligt op het vergroten van biodiversiteit en het herstel van natuurlijke systemen. Landbouw, recreatie en woningbouwopgaven dienen daarnaast een plek te krijgen in het landschap. Er moet gekeken worden naar plekken waar schaalvergroting of juist -verkleining noodzakelijk is om het evenwicht in het landschap te herstellen. Welke verdwenen of beschadigde natuurlijke systemen kunnen worden hersteld?
Kortom, deze afstudeeropgave beoogt een integrale strategie te ontwerpen die een verandering teweegbrengt in het systeem van het landschap. Een landschap waarin mens en natuur op harmonieuze wijze samenkomen en waar het (agrarische) landschap als geheel floreert, terwijl het tegelijkertijd in de behoeften van de huidige en toekomstige generaties voorziet.
Opgave
Het landschapsontwerp dient van een systeemverandering uit te gaan. De landbouwtransitie als middel om het landschap en de relatie tussen mens en voedsel te herstellen en te versterken. Hoe kunnen we betrokkenheid bij het landschap en natuur opnieuw vormgeven?
Vanuit monofunctioneel, ontoegankelijk landgebruik en een systeem waar de mens steeds verder van zijn voedsel(voorziening) is komen te staan, dient er een tijdperk aan waar die relatie wordt herstelt en versterkt. Waar we gezond voedsel produceren van eigen bodem en betrokken zijn bij het proces van begin tot eind.
De ontwerpopgave luidt dan ook: Hoe kan de landbouwtransitie het landschap versterken en een hernieuwde relatie met haar gebruikers en inwoners aangaan?
Rol voor de landschapsarchitect
Naast de ontwerpopgave dient het project een zoektocht te zijn naar de rol van de landschapsarchitect in de landbouwtransitie als onderdeel van een persoonlijke missie.
Zonder regie en perspectief zullen andere mono-functies de vrijgekomen grond van stoppende boeren overnemen (15)
Ontwerpopgave: ‘Hoe kan de landbouwtransitie het landschap versterken en een hernieuwde relatie met haar gebruikers en inwoners aangaan?’
Ingrepen die de landbouw in het landschap doet kunnen juist zorgen voor nieuwe of sterkere habitats (16)
inzetten van het natuurlijke gradiënt
Het concept richt zich op het inzetten van de natuurlijk gradiënt van het landschap. Van een monocultuur aan grondgebruik, watersysteem en beplanting, naar een variatie aan type gebruik die gelieerd zijn aan de unieke kwaliteiten per landschapstype. Het versterken van verschillende landschappen en juist het verzachten van de overgangen en barrières in de gradiënt.
Met de landbouwtransitie als hoofdmotor ontstaan nieuwe mengvormen van gebruik. De verbinding tussen stad en landschap wordt versterkt door burgers deel te laten nemen aan locatie-specifieke landbouw aan de rand van stad en dorp. Het is van belang dat er voor iedereen mogelijkheden beschikbaar zijn om een relatie met de levende wereld aan te knopen, zodat het landschap de zorg en vreugde van een groot aantal mensen wordt.
We dienen de heuvelrug met haar bossen te versterken met verschillende typen bossen en de zandrug in te zetten als watermachine (A). Langs de flanken verzacht het bos en loopt het geleidelijk over in het open landschap (B). Het open landschap wordt deels behouden vanwege haar ruimtelijke en ecologische kwaliteiten (C). De Eem is een belangrijke groenblauwe drager in het landschap en krijgt zijn dynamisch karakter terug in de natte zone van het landschap (D). De randsteden en -dorpen gaan een relatie aan met het landschap dankzij een verwoven stadsrand met de landbouw en landschap (E).
Met dit ruimtelijk concept worden de unieke kenmerken van ieder landschap versterkt en hiermee de natuurlijk gradient hersteld. Landbouw is water- en bodemsturend, regeneratief en georganiseerd vanuit gradaties van collectiviteit. Mengvormen van landbouw, natuur en recreatie brengen nieuwe relaties en verbinding tussen stad en landschap. Naast het behoud van cultuurhistorisch erfgoed ontstaat er een landschap waar natuur en landbouw onlosmakelijk verbonden zijn.
oud productiebos
harde overgang
transformatie naar divers bos
watermachine in gang zetten
open weides
flanken versterken monocultuur
barrières beslechten
lint rivier de Eem rivier de Eem lint
bodemdaling
watersysteem gericht op afwateren
open weides randen verzachten
unieke kwaliteit per landschap
waterpeil omhoog
natuur tot in de dorpen en steden
De huidige situatie en concept verbeeld in doorsnede
landschappelijke onderlegger als basis
De landschappelijke onderlegger als basis voor het gebruik en de inrichting van het landschap is de eerste stap. De unieke kwaliteiten en eigenschappen van de verschillende landschapstypen worden hersteld en hiermee krijgt het natuurlijke systeem meer de ruimte. We zetten het landschap weer in als natuurlijke watermachine en zo laten we het natuurlijke systeem voor ons werken, in plaats van ertegen in.
Water als element voor een nieuwe dynamiek De rivier ontstaat vlakbij Amersfoort uit verschillende beken en vult de zoetwatervoorraad van het Eemmeer. Bij hoge waterstanden gaan we het water vanuit de Eem meer lokaal vasthouden. Via water-inlaten in de dijk stroomt het water in een ademend bassin op de kleigronden. Het wordt hiermee onderdeel van een dynamisch kleilandschap waar moeras en nat bos kan ontstaan.
Watervoerend
De veengronden zullen met een vast, hoog waterpeil (-0.20/-0.40 onder maaiveld) de verwachte bodemdaling tegengaan. Een nieuw divers waterraamwerk zorgt voor het bufferen, zuiveren en vasthouden van lokaal water. De
verschillende kwelstromen met schoon, gezuiverd grondwater worden opgevangen in een systeem van landschapsbuffers. Door het verhogen van het waterpeil in zowel de veen- als de kleigronden en het niet meer afwateren van de heuvelrug treedt capillaire werking op waardoor de ondergrondse zoetwaterbel onder de Utrechtse Heuvelrug wordt aangevuld. Met deze ingrepen zetten we het landschap als watermachine in gang.
Functie volgt peil
Het landgebruik dient zich aan te passen aan de water- en bodemsturende principes, functie volgt peil. Dit vraagt om een nieuwe manier van boeren, uniek aan het landschapstype of gebied. Zo ontstaan veenboeren, zandboeren, kleiboeren en stadsboeren. Allen volgen ze de principes van water- en bodemsturend en hun landgebruik is gelieerd aan de unieke karakters van de landschapstypen waar ze op boeren. In de volgende paragraaf wordt deze nieuwe manier van landgebruik toegelicht.
Boeren op de kleigrond
De kleigronden krijgen dankzij de nieuwe invloeden vanuit de Eem een dynamisch karakter. Het inkomende en infiltrerende zoete water zal ervoor zorgen dat gedeeltes van de kleigrond voor langere of kortere periodes onder water staan. Hierdoor ontstaat er een dynamiek in vegetatie ontwikkeling en zal er moeras en nat bos ontstaan. Verschillende moerasvogels en amfibieën zullen hiervan profiteren. Het gebied wordt gedeeltelijk zeer extensief beheerd door vleesvee zoals Hereford of Galloway. Jaarrond natuurlijke begrazing zorgt ervoor dat er naast de natte plekken ook droge plekken zijn die open blijven en niet bebost worden. Het gebied leent zich uitstekend voor recreatie en de kleiboer zal met zijn kennis en ervaring als natuurgids fungeren. De kleigronden zullen als natuurgebied functioneren voor de omliggende randdorpen en -steden en bieden wildernisvlees aan op de lokale markt. Vanwege het natuurlijkdynamische karakter is er minder beheer nodig vanuit het collectief.
Boeren op de veengrond
De veengronden zullen het minst drastisch veranderen. Het waterpeil gaat omhoog in combinatie met een nieuw waterraamwerk. Dit zal zorgen voor een nieuwe markt op de veengronden, namelijk de natte teelt waar we bio-based bouwmateriaal kunnen produceren. Het behoud van de open veenweides is een taak van de veenboer. Hiermee maken we ruimte voor de weidevogels ofwel boerenlandvogels. Met vrijwilligers worden de nesten van deze vogels gemarkeerd zodat deze niet verstoord worden tijdens het maaien of het begrazen.
De monocultuur wordt afgeschaft en de veenweides komen vol natuurlijke eiwitten te staan door het doorzaaien en toelaten van bijvoorbeeld klaver of weegbree. De verkoop van zuivel en vlees gebeurt deels op locatie in een boerderijwinkel maar zal deels ook nog als exportproduct voor de mondiale markt dienen. Vanwege het vaste waterpeil en het beheer in de vorm van begrazing worden de veengronden meer cultuurlijk dan natuurlijk gehouden. Echter profiteren juist de boerenlandvogels hiervan en zorgen we voor nieuwe habitat.
Boeren op de zandgrond
De zandgronden zullen functioneren als overgang tussen de open weides en de dichte bossen van de Utrechtse Heuvelrug. De manier van landbouw kan meer massa geven in het landschap, zoals voedselbossen. Door in te zetten op het gradient en een brede teelt komt er variatie in ruimtelijkheid. Het oogsten in de tuinderijen en voedselbossen zal gepaard gaan met seizoenswerk en verkoop op lokale markten en boerderijwinkels. Het inzetten van kleinschalig vee, zoals kippen of varkens zal de bodem vruchtbaarder en veerkrachtiger maken.
Boeren langs de dorp- of standsrand Langs de dorps- en stadsranden in de Eemvallei ontstaan kleine voedselcommunity’s door de stadsboer. Deze zorgt voor een vorm van landbouw die het collectief aanspreekt en meerdere gradaties en mogelijkheden van participatie aanbiedt. Er ontstaan tuinderijen, boomgaarden en kleine voedselbossen waar inwoners van stad en dorp uitgenodigd worden om te participeren in het voedselsysteem. Deze manier van landbouw spreekt de lokale markt aan. Het in cultuur brengen van parken, straten en de rand van dorp of stad zal de schaal van het landschap verkleinen en hierdoor de ecologie verrijken.
en haar nieuwe boeren
Met deze nieuwe boeren gaat de landbouwketen van de Eemvallei van een meer lineaire economie naar een circulaire economie waar de boer niet individueel opereert maar juist door de verbinding op te zoeken met andere boeren kunnen we grondstoffen recyclen en lokaal gebruiken.
Iedere boer brengt zijn eigen schaal en vorm van cultuurlijkheid mee in het landschap. De diversiteit hierin is erg belangrijk, hoe meer verschillende boeren, hoe beter.
Principes landbouwtransitie
Iedere vorm van landbouw dient zich te houden aan de drie principes voor de landbouw: wateren bodemsturend, regeneratief en vanuit het collectief.
Water- en bodemsturend zorgt dat we op een duurzame wijze met het landschap omgaan, we gebruiken de unieke kwaliteiten van het natuurlijke systeem per landschapstype.
Regeneratief zorgt ervoor dat onze ingrepen in het landschap (o.a. de landbouw) de ecologie versterken. Onze aanwezigheid versterkt het natuurlijke systeem en maakt nieuwe habitats.
Het collectief zorgt voor participatie vanuit inwoners. De landbouw brengt verbinding tussen mens en natuur en de mens en haar voedsel.
Kringloop en productie
Zoals in het schema te zien is brengt iedere vorm van landbouw zijn eigen producten mee. Niet enkel voedsel zijn producten van het landschap. De boerenlandvogels zijn bijvoorbeeld een direct product van de wijze van landbouw op de veengronden.
Legenda
melk, vlees, weidevogels, insecten, bouwmateriaal
moerasvogels, amfibieën, wateropslag, bouwmateriaal, vlees
groente, vruchten, noten, kruiden, vlees, kleine zoogdieren
noten, vruchten, kruiden, hakhout, grote zoogdieren
oppervlaktes, in hectare veen 5.000 zand 1.900 klei 800
totaal 7.700 ha
inzetten van de natuurlijk gradiënt
Met de water- en bodemsturende principes en de nieuwe vormen van landbouw en landgebruik ontstaat een gebiedsvisie voor de Eemvallei waarin de natuur en landbouw gezien worden als onlosmakelijk verbonden. De nieuwe mengvormen die ontstaan in het landschap zorgen voor verbinding tussen bebouwd gebied en landelijk gebied. Het landschap nodigt uit om te gebruiken en te bezoeken.
De kleigronden en het Eemmeer veranderen in een natuurlijk-dynamisch geheel
flora en fauna, verbindingen en habitats
Naast de verrijking van het landschap met habitats door de nieuwe vorm van landbouw dienen barrières zoals infrastructuur te worden beslecht. Op deze manier kunnen gebieden verbonden worden en bieden we ruimte aan flora en fauna. Deze verbindingen zijn noodzakelijk om populaties gezond in stand te houden.
Een nieuwe ecologische verbinding door middel van een ecoduct over de A27 verbindt de droge bossen van de Utrechtse Heuvelrug met de meer open weides van de Eemvallei. Soorten zoals de ree en de das profiteren hiervan omdat hun leef- en foerageergebied wordt vergroot. Ook een nieuw ecoduct bij het spoor tussen Utrecht en Amersfoort verbindt het gebied ten zuiden van Amersfoort met het gebied ten westen van Soest, het gebruik van het bestaande ecoduct bij de zandverstuiving Soesterduinen zal hierdoor intensiveren.
Natuurrijke dynamiek
Door de wateringrepen op de kleigronden ontstaat er een dynamisch moeras en nat bos. De gebiedsvisie doet ingrepen op een aantal plekken, in verschillende schalen waardoor het huidige systeem ontregeld wordt. Door deze ingrepen worden er condities geschept waardoor een natuurrijke dynamiek ontstaat.
binden met de natuur
Recreatie is een vorm van gebruik van het landschap door de mens. De recreatiemogelijkheden in de Eemvallei bieden en stimuleren zoveel mogelijk verschillende natuurbelevingen. Het toekomstig landschap van de Eemvallei moet voorzien in deze vormen om ervoor te zorgen dat gebruikers van het landschap deze verbinding met de natuur kunnen maken.
Verbinden
Dankzij het opwaarderen van bestaande routing en het toevoegen van nieuwe routing wordt de Eemvallei toegankelijk en bereikbaar. Het autoverkeer wordt zoveel mogelijk verwijderd uit het landschap . Met nieuwe park&ride hubs gelinkt aan boerenerven, worden recreatieve routes toegankelijk en verbonden met de landbouw. Naast fiets- en wandelexcursies is waterrecreatie op de Eem, op het Eemmeer en op de dynamische kleigronden een winst voor het gebied. Naast bestaande bezienswaardigheden komen er ook nieuwe plekken in het landschap van een verschillende schaal. Een bezoekerscentrum op de kleigronden zal zorgen voor toerisme en gebruik van dit nieuwe natuurgebied. Nieuwe uitkijkplekken langs routes zorgen voor een de mogelijkheid tot natuureducatie en het verlangzamen in de natuur.
Legenda bezienswaardigheid
kijkpunt
autowegen, bestaand
langzaamverkeer, fiets dijken
langzaamverkeer, voet
langzaamverkeer, kano
reservaten, ontoegankelijk
intensiteit van verwacht gebruik
inzoomen op twee gebieden
De uitwerking van de gebiedsvisie richt zich op twee deelgebieden. Deze deelgebieden laten beiden een gradient zien. Deelgebied 1 laat het natuurlijke gradient van de stuwwal naar het open gebied zien. Het begint bij Blaricum op de hogere zandgronden van de stuwwal de Utrechtse Heuvelrug, waarna het afdaalt richting de laaggelegen veengronden, kleigronden en ten slotte de rivier de Eem. Deelgebied 2 laat de stad Amersfoort en haar landschap zien en de manier waarop de stad de verbinding met het landschap en de landbouw aangaat.
unieke eigenschappen in de gradient
In de doorsnede is het huidige landschap schematisch weergegeven.
1. Een groot deel van het bosareaal op de Utrechtse Heuvelrug bestaat uit monoculturen van naaldbossen als erfenis van de voormalige houtproductie. Ongemengde naaldbossen verdampen meer water dan gemengde (loof-) bossen, hierdoor infiltreert er minder regenwater en ligt droogte op de loer.
2. De snelweg A27 vormt een enorme infrastructurele barrière. Doordat deze precies op de flank van de Utrechtse Heuvelrug ligt, op de overgang van open naar dicht landschap, is de natuurlijk gradiënt verstoord.
3. Al vroeg werd de dramatiek in het open landschap van de veen- en kleigronden cultuurhistorisch en ecologisch gewaardeerd. Korte rijen van statische bomen vormen poorten
van de Wakkerendijk richting het open landschap.
4. Het huidige watersysteem gaat uit van peil volgt functie. Deze aanpak heeft geleid tot een sterk ontwaterd gebied waarbij het droogliggende veen is gaan inklinken.
5. Niet alleen in de bossen maar ook in de open weides zijn vaak monoculturen van grassen te vinden die niet veel bijdragen aan de biodiversiteit.
6. De Eemvallei kent een diversiteit aan landschapstypen, echter tonen de veen- en kleigronden ruimtelijk gezien veel gelijkenissen en zijn ze gelijk in gebruik.
7. Het waterysteem is erop gemaakt om zoveel mogelijk water zo snel mogelijk af te voeren via de Eem naar de randmeren, het IJsselmeer en uiteindelijk de Noordzee. Dit leidt tot wateroverlast in de winter en droogte in de zomer.
In de doorsnede zijn de ingrepen voor het toekomstig landschap weergeven.
1. De Utrechtse Heuvelrug als watermachine. Water- en bodemsturend als hoofdprincipe bij landschapsinrichting.
2. Door capillaire werking en infiltratie wordt de zoetwaterbel in de Utrechtse Heuvelrug gevoed.
3. Het bos ontwikkelt tot een steeds gemengder en gevarieerdere habitat. De variatie in soorten is goed voor de biodiversiteit en maakt het bos beter bestand tegen klimaatverandering en ziektes. Het bos zorgt ook voor een uitbreiding van (nieuwe) landbouwgrond, langs stadsranden en recreatieve routes ontstaan voedselbossen als onderdeel van het kleinschalig landschap.
4. Steden en dorpen bufferen en hergebruiken of infiltreren eigen hemelwater.
5. De faunapassage zorgt voor verbinding tussen de hoger en lager gelegen gebieden. Dieren bewegen zich via de passage waardoor uitwisseling tussen soortgenoten mogelijk is en het leef- en foerageergebied wordt vergroot.
6. Aan de voet van de heuvelrug wordt op kleinschalige wijze een variatie aan voedsel verbouwd. Voedselbossen en tuinderijen zorgen voor een zachte overgang tussen het hogere dichte landschap en het laaggelegen open landschap en geven vanaf 2035 oogst uit de diverse beplantingslagen.
7. De veengronden staan internationaal bekend als cultuurgrond waar weidevogels dankzij peilen mozaiekbeheer hun jaarlijkse onderkomen vinden. Natuur en landbouw onlosmakelijk verbonden. Dankzij de afschaffing van het gebruik van kunstmest en gif, en het verminderen van de hoeveelheid mest die op het landschap wordt gereden is het overschot van meststoffen in 2080
volledig uit de grond. Dit heeft invloed op allerlei processen zoals de hoeveelheid stikstof en de waterkwaliteit.
8. De voormalige zeedijk die voor de bouw van de Afsluitdijk de woeste Zuiderzee tegenhield heeft weer een waterkerende functie vanwege het dynamisch peil op de kleigronden.
9. Het landschap van de veen- en kleigronden blijft open dankzij peilbeheer en extensieve begrazing.
10. De kleigronden zijn getransformeerd in een ademend waterbassin. Dit zorgt voor een dynamisch gebied.
Bestaande situatie
De bestaande situatie laat een monotoon landgebruik zien van de overgang van heuvelrug naar open weides. Er is nauwelijks verschil te zien tussen de verschillende landschapstypen. Daarnaast zijn er een aantal opvallende landschapselementen zoals de verkavelingspatronen, de rivier de Eem, de verschillende dijken en de waaien als relict van de voormalige Zuiderzee. De A27 vormt een infrastructurele barrière precies aan de flank van de heuvelrug.
Toekomstige situatie
De landbouw in de toekomstige situatie zoekt de verbinding op met de omliggende steden en dorpen. De unieke karakters en kwaliteiten van de aanwezige landschapstypen (zand, veen en klei) worden hersteld en versterkt en hiermee wordt de natuurlijk gradiënt hersteld. Nieuwe verbindingen voor flora, fauna en de mens worden gemaakt met routes voor langzaamverkeer en nieuwe habitats.
5.2
verbinden van de groenstructuur
Bestaande heide
Nieuw (voedsel-)bos
Meentgronden rondom Blaricum krijgen hun collectieve karakter terug dankzij de stadsboer
Nieuw ecoduct als verbinding tussen de dichte bossen op de heuvelrug en het meer open landschap van de veen- en kleigronden
Een nieuwe brug, gelinkt aan de constructie van het ecoduct, zorgt voor een verbinding in het netwerk voor langzaam verkeer
Zandboer
Het recreatief netwerk voert langs en door een variëteit aan landschappen
zachte overgang tussen zand- en veengronden
Nieuwe singel als onderdeel van het kleinschalig landschap
Zichtlijnen vanaf de dijk richting de bosrand blijven open en worden versterkt door singels en bomenrijen
Nieuw (voedsel-)bos
Nieuwe woonclusters op het erf van de stadsboer
Kleinschalige tuinderijen, moestuinen en verbouwen van klein fruit vind plaats rondom de erven
Het landschap wordt divers door het telen van verschillende gewassen zoals bieten, aardappels, luzerne, gerst en haver
De zandboer draagt bij aan het kleinschalige zandlandschap
Nieuwe recreatieve routes maken het landbouw-landschap toegankelijk
De bestaande Wakkerendijk
Stadsranden functioneren als poorten naar het landschap
Stadsrand
Zicht op het kleinschalig zandlandschap aan de flank van de heuvelrug, dankzij voedselbossen en tuinderijen wordt de overgang van open naar dicht landschap verzacht.
5.4 VEENGRONDEN
het natte, open landschap
Zandboer
De bestaande Wakkerendijk
Zichtlijnen vanaf de dijk richting de bosrand blijven open en worden versterkt door singels en bomenrijen
Van nature aanwezige laagtes in het veenweide gebied zullen grotendeels onder water staan door het hoge waterpeil en daardoor zeer in trek zijn bij boerenlandvogels, voor deze plekken krijgt de veenboer subsidie
Zuiversloot, buffert en zuivert het water en zorgt voor bio-based bouwmateriaal zoals riet
Veenboer, potstal
Het bestaande waterraamwerk wordt behouden en versterkt met buffersloten en zuiversloten
Buffersloot, brede hoofdwatergang
Eiwitrijke weides, voor een gevarieerd kruidendieet
Nieuw waterraamwerk
Het bestaande netwerk van water wordt behouden en versterkt met nieuwe landschapselementen om zo te transformeren naar nat veenweidegebied.
De axonometrie laat het nieuwe waterraamwerk zien. De zuiversloten produceren bio-based bouwmateriaal zoals riet en zuiveren hiermee het water. Daarmee wordt een groot deel van het methaan opgevangen. De watervoerende greppels op het perceel zorgen dat de grondwaterstand over de gehele breedte van het perceel hoog blijft. De buffersloten vormen de hoofdstructuur waar de natuur meer haar gang mag gaan. Het worden bredere sloten met een spontane vegetatieontwikkeling en flauwe taluds die de zuiversloten, greppels en bestaande sloten verbindt.
Zicht op de open, natte veenweides, waar de kievit en grutto onderdeel zijn van het ‘landbouwproduct‘ naast zuivel en bouwmateriaal.
natuurrijke dynamiek
Van nature aanwezige laagtes transformeren in plassen en nat moeras
Knuppelpaden als routing door het ruige kleimoeras
Gedeeltes van het oude verkavelingspatroon blijven zichtbaar
Langs de oevers ontstaan rietkragen en is er sprake van jonge verlandingsstadia
zomerdijk +1.50
maaiveldhoogtes
kleigronden -0.70 infrastructuur +0.30 terpen +1.20
onderkant inlaat -0.40
oeverlijn waterstandnormale -0.55
rivier de Eem -0.20 / -0.90
Bestaande dijk
Op de van nature aanwezige hoogtes in het landschap ontstaan bos- en struweelruigtes
Het bezoekerscentrum is gevestigd op een van de bestaande terpen, hier bevinden zich naast het informatiepunt, onder andere de kanoverhuur, het startpunt voor natuurexcursies en kleinschalig ecotoerisme
Zicht op de ruigheid van de natuurrijke dynamische kleigronden, waar moerasvogels hun plek vinden en mensen te gast zijn op knuppelpaden en uitzichtpunten.
unieke eigenschappen in de gradient
In de doorsnede is het huidige landschap schematisch weergegeven.
1. Het waterysteem is erop gemaakt om zoveel mogelijk water zo snel mogelijk af te voeren via de Eem naar de randmeren, het IJsselmeer en uiteindelijk de Noordzee. Dit leidt tot wateroverlast in de winter en droogte in de zomer.
2. Het landelijk gebied rondom Amersfoort bestaat uit een zandlandschap met enkele landschapskamers, velden en lanen.
3. De ringweg rondom Amersfoort functioneert als infrastructurele barrière tussen de stad en het landelijk gebied. Hierdoor is er een harde scheiding tussen stad en landschap.
4. De uitlegwijken van de afgelopen 30 jaar hebben weinig connectie met het onderliggende landschap.
In de doorsnede zijn de ingrepen voor het toekomstig landschap weergegeven.
1. Een watersysteem niet enkel gebaseerd op afwateren zorgt voor een klimaatbestendig landschap.
2. Landbouw in de vorm van voedselbossen en tuinderijen verrijken het kleinschalige landschap.
3. Opstallen rondom het boerenerf die na de transitie van landbouw niet meer in gebruik zijn worden getransformeerd tot voorzieningen en kleine woonclusters in het landelijk gebied.
4. De landbouw vanuit de stadsboer maakt verbinding tussen Amersfoorters en voedselproductie. Het nodigt uit tot participatie in het landschap.
5. Infrastructurele barrières zoals de ringweg worden deels ondertunneld of overbrugd zodat het landelijk gebied toegankelijk wordt voor langzaam verkeer vanuit de stad.
6. De stad zien als een stedelijk landschap waar ook voedsel verbouwd kan worden zorgt voor een stedelijke biotoop met verschillende habitats en een verbinding tussen inwoners en voedselproductie.
Bestaande situatie
De bestaande situatie laat een harde scheiding zien tussen stad en land. De zonering in landgebruik is vaak monotoon. De stadsrand wordt gevormd door een infrastructurele barrière.
Toekomstige situatie
De landbouw in de toekomstige situatie zoekt de verbinding op met het stedelijk gebied. Het is het landschap van de zandboer en de stadsboer. Van een monotoon gebied verandert het in een afwisseling van landschapskamers met een divers palet aan beplanting. De infrastructurele barrières worden beslecht met verbindingen in de vorm van bruggen zodat het netwerk van langzaamverkeer wordt versterkt.
verbinding tussen stedelijk en landelijk gebied
Nieuwe brug als verbinding tussen landelijk en stedelijk gebied
Stadsrand
Nieuw (voedsel-)bos
Zandboer, erf ingepast in het kleinschalige zandlandschap
Stadsboer, het erf onderdeel van de openbare structuur
Nieuw wooncluster
Het telen van groente, kruiden en fruit dichtbij het erf
Landschapselementen zoals windsingels en hagen versterken het kleinschalig zandlandschap en bieden habitat
Plekken zoals het bestaande ziekenhuis worden verrijkt met een vorm van stadslandbouw
Zicht op het kleinschalig zandlandschap waar de stadsboer een verbinding maakt tussen stadsbewoners, voedsel, natuur en landschap.
Natuur- en beheerkalender
De kalender laat de impact en kansen van de jaarlijkse seizoenen zien. Door rekening te houden met de natuurlijke kalender in de landbouw benutten we kansen voor ontwikkeling van flora en fauna. Zo wordt de landbouw niet enkel productie, maar dient het ook het beheren en versterken van de natuur en het landschap.
Onlosmakelijk verbonden
De kalender benadrukt dat natuur en landbouw niet los van elkaar kunnen worden gezien. De relatie tussen natuur en landbouw is een symbiose die de basis vormt van ons landschap. Een menselijke ingreep in de natuurlijke omgeving. Het plan Onlosmakelijk Verbonden streeft naar een evenwichtig, wederzijds versterkende relatie tussen natuur en landbouw in het landschap. Met de ingrepen vergroot de veerkracht van zowel het natuurlijke als het agrarische systeem. Het is een pleidooi voor meer boeren die allemaal verschillende vormen van landbouw bedrijven. Diversiteit maakt veerkrachtig. De landbouw is de manier waarop de mens zijn plek inneemt in het ecosysteem. Hiermee kan de mens ook haar relatie met de natuur en voedsel herstellen.
Samen vanuit het collectief beheren we de prachtige natuur van de Eemvallei!
Terugkijkend op mijn afstudeerproces had ik van tevoren niet kunnen bedenken hoe groot dit leerproces zou zijn. Het systeemdenken heeft mijn interesse gewekt en de schaal van de gebiedsvisie en het ontwerpen trekt mij enorm. Het bleek een enorme uitdaging om niet te proberen een landbouwexpert te worden, maar om mijn kracht te laten zien als ruimtelijk ontwerper.
Mijn speciale dank gaat mijn dank uit naar mijn commissie: Roel van Gerwen, Ziega van den Berk en Pieter Veen. Met hun scherpe blik, kennis en kunde, ontwerpkracht en geduld is het project naar een hoger niveau gebracht.
Mijn dank gaat ook uit naar de volgende mensen die openstonden voor een gesprek over een van de thema’s die ik tegenkwam tijdens mijn proces: Roos Kobben (Boerenverstand), Robert Baayen (WUR), Anne-Charlotte Hoes (WUR), Carleen Weebers (Provincie Utrecht), Daan Dijk (Land van Ons), Jan Huijgen (Boerderij Eemlandhoeve), Josephine Schuurman (Boerderij Eyckenstein), Markus Appenzeller (stedenbouwkundige).
Daarnaast ben ik dankbaar voor de ondersteuning die ik heb gehad tijdens mijn afstuderen. Bas Tiben, Hannah Liem, Laura Nijmeijer, Marija Satibaldijeva, Nathalie Koren en Niek Smal hebben allen een bijdrage gehad in het scherper maken van het project. Ik wil Joost Kuijvenhoven bedanken voor het inzicht dat je me hebt gegeven in de kleine schaal van je landbouwwereld en de keren dat je me vergezelde op excursie. Mijn ouders, Annemieke en Adri en mijn opa en oma, Jan en Evelyn, wil ik bedanken alle steun en geloof in mij en voor het uitlenen van hun kantoor in Maartensdijk, zonder deze plek met fantastisch uitzicht op de velden en bossen, had ik niet zo fijn kunnen werken.
Bedankt!
Tessa Laarman
Maartensdijk, 30.11.24
Kaartbeelden
De kaartbeelden zijn gemaakt, geabstraheerd en bewerkt met behulp van het programma QGIS, uit de volgende databronnen: Provincie Utrecht, CBS, PDOK, AHN, Topotijdreis
Bronnen
Carlijn Kingma - Architectuur van het onzichtbare. (z.d.). Rijksmuseum Twenthe. https://www.rijksmuseumtwenthe.nl/ content/2713/nl/carlijn-kingma-architectuur-van-het-onzichtbare COWSPIRACY: the sustainability secret. (z.d.). COWSPIRACY. https://www.cowspiracy.com/
De mens is een plofkip - Teun van de Keuken: Hoe de voedingsindustrie ons ziek maakt. (2023). In Thomas Rap. Thomas Rap. https://www.thomasrap.nl/boek/de-mens-is-een-plofkip/
De Visser, R. (z.d.). Een halve eeuw landschapsbouw: het landschap van de landinrichting (2de editie). Dienst Landelijk Gebied en IKC Natuurbeheer.
Eemland300. (2024, 17 april). Homepage - eemland300. https:// eemland300.nl/
H+N+S Landschapsarchitecten. (2022). SchetsboekdoorontwikkelingOosterwold/deelgebied2. https://maakoosterwold.nl/wp-content/uploads/2022/07/ Schetsboek-Doorontwikkeling-Oosterwold-Deelgebied-2-HNSLandschapsarchitecten.pdf
Holland: Natuur in de Delta (2015) | Documentary. (2015, 24 september). IMDb. https://www.imdb.com/title/tt4576490/ Klompenhouwer, J. (2020). OMGEVINGSVISIE AMERSFOORT 203040.
Lenteland. (2024, 25 november). Film: Land voor het levenLenteland. https://www.lente.land/film-land-voor-het-leven/ Live to 100: Secrets of the Blue Zones (TV Mini Series 2023) | Documentary, Adventure. (2023, 30 augustus). IMDb. https://www. imdb.com/title/tt28523129/
Maaiveld, O. H. (2023, 2 maart). Film ‘Onder het Maaiveld’ toont de ongeziene wereld onder onze voeten. https://onder-het-maaiveld. nl/nieuws/108-onder-het-maaiveld-toont-de-ongeziene-wereldonder-onze-voeten
Mak, G. (2001). Hoe God verdween uit Jorwerd. Atlas Uitgeverij. Natuurtypen - BIJ12. (2023, 6 december). BIJ12. https://www. bij12.nl/onderwerp/natuursubsidies/index-natuur-en-landschap/ natuurtypen/
Pathé Nederland. (z.d.-a). De nieuwe wildernis. Pathé. https://www. pathe.nl/film/18404/de-nieuwe-wildernis
Pathé Nederland. (z.d.-b). Paved Paradise. Pathé. https://www. pathe.nl/film/26524/paved-paradise
Richardson, K., Steffen, W., Lucht, W., Bendtsen, J., Cornell, S. E., Donges, J. F., Drüke, M., Fetzer, I., Bala, G., Von Bloh, W., Feulner, G., Fiedler, S., Gerten, D., Gleeson, T., Hofmann, M., Huiskamp, W., Kummu, M., Mohan, C., Nogués-Bravo, D., . . . Rockström, J. (2023). Earth beyond six of nine planetary boundaries. Science Advances, 9(37). https://doi.org/10.1126/sciadv.adh2458
The biggest little farm - VPRO Cinema. (z.d.). VPRO Gids. https:// www.vprogids.nl/cinema/films/film~12998345~the-biggest-littlefarm~.html
Mak, G. (2001). Hoe God verdween uit Jorwerd. Atlas Uitgeverij.
Strootman Landschapsarchitecten. (z.d.). Veganland.
Van Dijk, M., Van de Velde, M., & Woudstra, A. (z.d.). Landschapsanalyse Water in Nederland. Hogeschool van Hall Larenstein.
Van Dijk, M., & Woudstra, A. (z.d.).Landschapsanalyse De bodem van Nederland. Hogeschool van Hall Larenstein.
Van Dijk, M., & Woudstra, A. (z.d.). Landschapsanalyse Geologie van Nederland. Hogeschool van Hall Larenstein.
Voederbomen in de weide - Agroforestry. (z.d.). Agroforestry Vlaanderen (Nederlands). https://www.agroforestryvlaanderen.be/ nl/nieuws/voederbomen-in-de-weide
Afbeeldingen
1. Pariss, P. (onbekend). Luchtfoto Eemland [png]. Geraadpleegd van https://eemland300.nl
2. Goelst, K.L.F. (onbekend). Eggen met paarden [jpg]. Nationaal Archief. Geraadpleegd van https://www.nationaalarchief.nl/ onderzoeken/fotocollectie/ae6de9ba-d0b4-102d-bcf8-003048976d84
3. Delta-Phot Luchtfotografie (1979). Luchtfoto van een gedeelte van Maartensdijk uit het zuidwesten; met op de achtergrond de bossen te Hollandsche Rading (gemeente Maartensdijk) en het Maartensdijksche Bosch [jpg]. Het Utrechts Archief. Geraadpleegd van https://hetutrechtsarchief.nl/onderzoek/resultaten/archieven/ 4. (onbekend). Windscherm [jpg]. Stuurgroep Kromme Rijn. Geraadpleegd van ik-planten/windscherm-fruitteelt-geschoren-en-biodivershttps://www.krommerijnlandschap.nl/wat-kan-
5. (onbekend). Fruitteler[jpg]. Landwinkel De Woerdt. Geraadpleegd van https://dewoerdt.nl/fruitteelt-dewoerdt
6. Swart, S (2019). Luchtfoto bio industrie [jpg]. Siebe Swart. Geraadpleegd van https://www.siebeswart.nl/image/ I0000AVFN8GG.bAg
7. Trijen, P. van. (2021). Pluimveehouders [jpg]. De Stentor. Geraadpleegd van https://www.destentor.nl/hardenberg/ pluimveehouders-vrezen-nachtmerrie-door-dit-nieuwe-stukjenatuur-bij-hardenberg~a8d6fb54/
8. Hartog, N den. (onbekend). Stichting Behoud Waterland [jpg]. Geraadpleegd van https://stichtingbehoudwaterland.nl/index. php?option=com_content&view=article&id=231:verduurzamingmelkveehouderij-1&catid=52&Itemid=549
9. (onbekend). Voergang [jpg]. Farmoseal. Geraadpleegd van https://www.farmoseal.com/rundveehouderij/voergang 10. (onbekend). Dijkdoorbraak Bij Eemnes 1916 [jpg]. Werf Gusto. Geraadpleegd van dijkdoorbraak-bij-eemnes-1916/https://werf-gusto.com/1916-2/3024-51-
11. (onbekend). Havengezicht Spakenburg [jpg]. Utrechtse stichting voor industrieel erfgoed. Geraadpleegd van utrecht.nl/oude-vissershaven-spakenburg-bunschoten/https://www.usine-
12. Eyck, B. van. (onbekend). Knooppunt Eemnes [jpg]. Archief Rijkswaterstaat. Geraadpleegd op https://www.rtvutrecht.nl/ nieuws/3360476/knooppunt-eemnes-toch-niet-komend-weekenddicht-werkzaamheden-door-winters-weer-uitgesteld
13. (onbekend) De tjalk binnen- en buitenvaart [jpg]. Kustvaartforum. Geraadpleegd op com/viewtopic.php?t=3906&start=3280https://www.kustvaartforum.
14. (onbekend) 1991. Luchtfoto van de in aanleg zijnde wijk Kattenbroek te Amersfoort uit het zuiden [jpg]. Het Utrechts Archief, Catalogusnummer 50024. Geraadpleegd van nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:Luchtfoto_Kattenbroek_en_https:// weilanden_1991.jpg
15. (onbekend). PEXELS. [jpg]. Geraadpleegd van https:// www.1twente.nl/artikel/2013431/groen-licht-voor-drie-zonneveldenin-enschede-zuid-raad-van-state-veegt-bezwaren-van-tafel
16. Hoven, K. van den. (2019). Grutto in een Hollandse setting [jpg]. Vroege Vogels Community. Geraadpleegd van bnnvara.nl/community/fotos/vogels/grutto/340261https://vroegevogels.
17. (onbekend) 2019. Vrijmi-vlier-oogst-borrel [jpg]. Wilderland. Geraadpleegd van https://wilder-land.com/products/utopia
18. (onbekend). Brug voor dieren [jpg]. Geraadpleegd van https:// www.ecopedia.be/encyclopedie/ecoduct
19. Dirksen, E. 2017. Het Flevolandschap [jpg]. Bezoekerscentrum Nieuw Land. Geraadpleegd van nationaalparknieuwland.nl/nl/ontwikkelingen/nieuws/nieuw-https://www. bezoekerscentrum-de-trekvogel
20. Effting, K. (onbekend). Vogelobservatorium Tij[jpg]. Geraadpleegd van https://vogelkijkhut.nl/view/751/
21. Budding, E. (onbekend). Natuurbelevingscentrum [jpg]. https://almere20.nl/nieuws/cultuur-toerisme-en-sport/vernieuwdnatuurbelevingcentrum-de-oostvaarders-officieel-geopend/
22. Bueren, M. L. (onbekend). Ree op de heide [jpg]. Natuurmonumenten. Geraadpleegd van https://www. natuurmonumenten.nl/dieren/top-10-dieren-en-planten-op-deheide
23. Huurdeman, C. (2024). Theehuis [jpg]. Baarnsche Courant. Geraadpleegd van recreatie/1069063/theehuis-pas-volgend-jaar-openhttps://www.baarnschecourant.nl/lokaal/
24. (onbekend). De Zuiderheide [jpg]. De Nederlandse Toerist. Geraadpleegd van https://www.denederlandsetoerist.nl/heide- hilversum/
25. (onbekend) 1991. De Nederlandse Bijen. Geraadpleegd van https://www.denederlandsebijen.nl/BIJENBEHEER/BosBeplanting/ ZoomFot/aaZomen.htm
26. (onbekend). Natuurmonumenten [jpg]. Geraadpleegd https://res.cloudinary.com/natuurmonumenten/raw/upload/van v1683185379/2023-05/Jaarverslag%202022%20Gelderland.pdf
27. (onbekend) Adobe Stock [jpg]. Geraadpleegd van adobe.com/nl/search?k=%22utrechtse+heuvelrug%22https://stock.
28. (onbekend) [jpg]. Den Food Bosch. Geraadpleegd van https:// denfoodbosch.org
29.(onbekend) [jpg]. Den Food Bosch. Geraadpleegd van https:// denfoodbosch.org
30. (onbekend) Voedselbos Haarzuilens [jpg]. Lekker landgoed. Geraadpleegd van http://www.lekkerlandgoed.nl
31. (onbekend) [jpg]. Straatbeeld. Geraadpleegd van https://www. straatbeeld.nl/artikel/buitengewone-samenwerking-boomkwekerei
32. (onbekend) Schuurhuis Slochteren [jpg]. Bureau +PEIL. Geraadpleegd van https://www.pluspeil.nl/architectuur/schuurhuis- slochteren/
33. (onbekend) Tuinderij De Veldhof [jpg]. Geraadpleegd van https://www.tuinderijdeveldhof.nl
34. (onbekend) [jpg]. Lindenhoff. Geraadpleegd van https://www. lindenhoff.nl/natuurlijk-boeren-bij-lindenhoff/
35. (onbekend) 2024. Joost Samsom bij zijn lisdodden. [jpg]. Vee en Gewas. Geraadpleegd van https://www.vee-en-gewas.nl/ artikel/1147092-pilot-boeren-over-natte-teelten-als-verdienmodelstimuleer-biobased-bouwen/
36. (onbekend) It Fryske Gea [jpg]. Geraadpleegd van https:// www.itfryskegea.nl/nieuws-publicaties/tips-voor-weidevogelsherkennen/
37. (onbekend) 2022. Vooruit boeren op veen en water [jpg]. Melkveebedrijf. Geraadpleegd van nl/veevoer-melkvee/grasland/boeren-in-veenweidegebied-https://www.melkveebedrijf. bodemdaling-en-weidevogels/
38. (onbekend). [jpg]. Pilot Biomonitor. Geraadpleegd van pilotbiomonitor.nl/onderzoek-naar-kruidenrijk-grasland-in-https:// veenweidegebied/
39. (onbekend) 2022. Grasklaver [jpg]. V-Focus. Geraadpleegd van https://www.v-focus.nl/2022/12/22/grasklaver-onderzoekservaringen-op-een-rij/ 40. (onbekend). Wetlands safari [jpg]. IAmsterdam. Geraadpleegd van https://www.iamsterdam.com/en/whats-on/calendar/ attractions-and-sights/tours/wetlands-safari-waterland-canoe-trips 41. (onbekend) 2022. Lerend beheren in de Maasheggen [jpg]. Collectief Deltaplan Landschap. Geraadpleegd van https://www. collectiefdeltaplan.nl/2022/04/25/lerend-beheren/
42. (onbekend). Westbroekse Zodden [jpg]. Frank Wandelt. Geraadpleegd van wandeling-zwanen-op-het-bert-bospadhttps://www.frankwandelt.nl/utrecht/anwb-
43. (onbekend). Appartementen Schoonenburgh [jpg]. InterFaca. Geraadpleegd van appartementen-landgoed-schoonenburghhttps://www.interfaca.nl/projecten/
44. (onbekend) 2019. Kersentuin Utrecht [jpg]. Duurzame Scheurkalender. Geraadpleegd van https:// duurzamescheurkalender.nl/?p=537
45. (onbekend). Stadslandbouw Van Ruytenburch [jpg]. Geraadpleegd van https://stadslandbouwvanruytenburch.nl
46. Beks, F. 2023. Herenboeren aan het werk op de boerderij [jpg]. Omroep Veldhoven. Geraadpleegd van nieuws/op-weg-naar-een-draaiende-herenboerderijhttps://omroepveldhoven.nl/
47. (onbekend). Harm’s Hoeve [jpg]. Geraadpleegd van https://www. harmshoeve.nl/scholen/
48. (onbekend). Rijnvliet openbare ruimte [jpg]. Felixx. Geraadpleegd van https://www.felixx.nl/projects/rijnvliet-edibleneighborhood-1&lang=nl
Tessa Laarman
Landschapsarchitectuur Academie van Bouwkunst Amsterdam, december 2024