8 minute read

Een afvalbak die registreert dat iemand z’n restjes weggooit en leuke prijsjes uitdeelt

Spectaculaire resultaten ‘Trash Roulette’

Advertisement

Door: Gom Onderwijs

Een afvalbak die registreert dat iemand z’n restjes weggooit. En af en toe ook nog een leuke prijs uitdeelt. Het is het nieuwe wapen in de strijd tegen zwerfafval, één van de grootste irritaties in schoolkantines.

Die ‘Trash Roulette’ is een heel effectief wapen, blijkt uit een experiment van Gom Onderwijs. Na ruim twee maanden proefdraaien op een locatie van Zadkine in Rotterdam ligt de helft minder aan rommel op tafels en op de grond. Wat conciërges en goed bedoelde postercampagnes niet lukt, lukt de Trash Roulette wel. De ongekende resultaten zijn aanleiding om op meer scholen het gedrag van ‘Bijschrift van de foto’ kantinegebruikers te beïnvloeden.

Gamification

Het Benthemplein is één van de grotere locaties van onderwijsinstelling Zadkine. Problemen met afval spelen er al langer. Studenten die in de kantine lunchen, laten vaak veel rommel achter op tafels en op de vloer. Dat leidt tot irritatie bij conciërges en vooral bij schoonmaakmedewerkers, die dit eerst moeten opruimen en dus minder tijd over houden voor hun eigenlijke schoonmaakwerk. Tijdens één van de kennissessies van Gom Onderwijs ontstond het idee om het gedrag van studenten te beïnvloeden met gamification. Dat leverde uiteindelijk de ‘Trash Roulette’ op die eind januari in de kantine werd onthuld.

Studenten die hun afval deponeren in de bak maken kans op een kleine prijs, zoals een broodje of een blikje drank. Ook zijn er andere interventies bedacht. Zo is er een welkomstmat bij de kantine-entree neergelegd om een zogenaamd huiskamergevoel te creëren, de trap is bestickerd met motiverende teksten en andere afvalbakken kregen een opvallende make-over.

Kans op een prijsje

De resultaten van de interactieve afvalbak zijn boven verwachting. In de week vóór plaatsing is een nulmeting in de kantine gedaan. Na zes weken blijkt de hoeveelheid afval met 47% te zijn afgenomen. Die opzienbarende score is geen toevalstreffer. Het is het gewogen gemiddelde van meerdere metingen tijdens de ‘piekuren’ tussen 12.30 en 14.00 uur.

Objectleidster Helena La Luz van Gom Onderwijs zag meteen resultaat voor ‘haar’ schoonmaakmedewerkers: ‘ Ik kom ook op andere scholen, maar op het Benthemplein was het afvalprobleem echt heel groot. Vanaf de eerste dag was de Trash Roulette echter een succes. De schoonmaakmedewerkers op deze locatie kunnen het echt merken.’

Studenten zien effect

Een enquête onder de studenten laat zien dat ook zíj het initiatief omarmen. Een paar cijfers: maar liefst 94% vindt het een nuttig experiment, ook omdat zij het doel ervan erkennen. Acht van de tien studenten verwachten dat het effect heeft op het gedrag van henzelf en medestudenten. En nog eens 83% heeft daadwerkelijk opgemerkt dat het in de kantine een stuk schoner is geworden: ‘Ik zit hier al vier jaar op school en heb het nog nooit zo opgeruimd gezien!’ Een aanbeveling van één van de studenten is dat de conciërge moet stoppen met het opruimen van de rommel, omdat dit eigenlijk het vervuilingsgedrag in stand houdt. Het geeft de studenten het idee dat de rommel tóch wel wordt opgeruimd. Een andere overweging die studenten teruggeven: vindt een student het wel leuk om - letterlijk - in de spotlights te staan, als hij of zij degene is die in de prijzen valt? Tips kwamen er ook, zoals de suggestie om de motiverende teksten op de traptreden ook te laten gaan over sociaal wenselijk gedrag zoals ‘Zoek eens iemand op waar je normaal niet naast gaat zitten’.

Ludiek experiment

Martin Overes is niet alleen facilitair manager en parttime docent bij Zadkine, maar ook de bedenker van dit experiment. Hij kwam op een kennissessie van Gom met de suggestie om een afvalbak te ontwikkelen die als een speelautomaat prijzen zou uitdelen. Hierop heeft Gom dit plan verder uitgewerkt met Overes én haar partner Urban Senses, een bureau gespecialiseerd in gedragsbeïnvloeding. Met elkaar werd het idee naar een hoger plan getild en uiteindelijk sleutelde Urban Senses de eerste versie van de prullenbak in elkaar. Compleet met discoverlichting, geluid en een printer die de ‘winnaar’ registreert.

Ook Overes is zeer tevreden. ‘Ik heb alleen maar positieve reacties gehoord, vooral van studenten en schoonmaakmedewerkers. Er is zelfs interesse uit het land voor ons experiment en het heeft óók het AD gehaald. Dit is natuurlijk wel een locatie met een hele grote kantine. We zijn dan ook benieuwd of de Trash Roulette op onze andere, kleinere, locaties hetzelfde effect heeft.’ Trash Roulette gaat ‘on tour’

Het Benthemplein van Zadkine is niet de enige school waar de kantine ‘s middags de vergelijking met een puinhoop glansrijk kan doorstaan. In onderwijsland is het opvallende experiment daarom met meer dan gemiddelde interesse gevolgd. Ook Gom Onderwijs wil op basis van één proefperiode nog geen definitieve conclusies trekken. Daarom circuleert er inmiddels een extra Trash Roulette die dienst gaat doen op andere scholen.

Eén ervan is het Carolus Clucius College in Zwolle, onderdeel van Landstede Groep. De interactieve afvalbak komt te staan op een locatie die net is verbouwd, zegt leveranciersmanager FD Eefje Roelofs. ‘Schoonmakers op die locatie liepen eveneens tegen het probleem aan dat er veel afval werd achtergelaten. Conciërges en docenten probeerden het altijd wel te reguleren, maar zonder veel resultaat. Leerlingen vinden het toch makkelijker om afval gewoon te laten liggen. Acties als deze hebben we nog nooit gehad. We hopen dat de Trash Roulette dan ook bijdraagt aan een stukje bewustwording: dat leerlingen gaan inzien dat het toch écht heel makkelijk is om even je rommel op te ruimen en dat het veel fijner is om in een opgeruimde omgeving rond te lopen.’

Dit artikel wordt u aangeboden door

Gom Onderwijs

Tel. 088 298 63 00 https://gom.nl/onderwijs

‘Bijschrift van de foto’

Imago verbeteren? Begin met verantwoorden

Door: Schoolfacilities

Het onderwijs heeft het de laatste tijd zwaar met zijn imago. Er blijft meer en meer geld naar het onderwijs toe gaan, maar het lijkt niet te helpen. Of tenminste, het is niet duidelijk waar het geld precies blijft. Je zou kunnen stellen dat het imagoprobleem direct verbonden is aan het ontbrekende inzicht in de verantwoording van onderwijsgeld. Dat is dan ook één van de eerste stappen die genomen moeten worden om het onderwijs weer goed op de kaart te zetten.

Extra docenten of innovatie

Afgelopen oktober schreven ministers Van Engelshoven en Slob een brief aan de Tweede Kamer. De belangrijkste conclusie? Schoolbesturen in alle onderwijssectoren moeten beter verantwoorden wat ze met het onderwijsgeld doen.

“Als dat niet gebeurt, verliest de maatschappij haar vertrouwen en dat ondermijnt de grote kracht van ons onderwijsstelsel: de financiële en inhoudelijke autonomie”, schrijven ze. Deze autonomie is van belang omdat deze de vrijheid biedt aan de besturen om eigen keuzes te maken over de financiële middelen. Zo kan een mbo- of hbo-instelling bijvoorbeeld op korte termijn geld vrijmaken om digitale praktijksimulaties aan te schaffen die net op de markt zijn verschenen. Bij de ene school ligt de wens om extra geld uit te geven aan extra docenten, terwijl ze bij een andere school meer geld willen stoppen in innovatie.

Gesloten bolwerk openbreken

Naast het verbeteren van de verantwoording, gaat het volgens de ministers ook om het beter inzichtelijk maken van de eigen keuzes die besturen maken rondom die middelen. Maar moeten schoolbesturen niet al een jaarrekening indienen? De jaarrekening van het bestuur biedt inzichten, maar heeft ook beperkingen. Zo laat de jaarrekening zien hoe het financieel met álle scholen onder het bestuur gaat, en niet per individuele school.

De onderwijsministers willen schoolbesturen daarom wettelijk verplichten om te rapporteren over hoe ze het geld verdelen tussen individuele scholen, de bestuurskosten en de reserves, en wat de achterliggende redenen zijn om het geld op die manier te verdelen. Deze ‘benchmark’ moet openbaar toegankelijk zijn, zodat schoolbesturen met elkaar te vergelijken zijn. En zodat de financiële keuzes van het bestuur besproken kunnen worden met andere betrokkenen: ouders, leraren, de MR en de schoolleiding.

Ook krijgen medezeggenschapsraden in het primair en voortgezet onderwijs instemmingsrecht op de hoofdlijnen van de begroting. Dat is nu al het geval in het mbo en het hbo. Het geven van financiële duidelijkheid zal helpen bij het openbreken van het ‘gesloten bolwerk’. Dat is namelijk hoe een groot deel van de samenleving de onderwijsbesturen op dit moment ziet.

Leg kostenstijging uit

Anko van Hoepen, vice-voorzitter van de po-raad, schreef naar aanleiding van de brief van de ministers dat de verantwoording als sector nog een stuk beter kan. “Beleidsrijk begroten, het gesprek aangaan met de omgeving van de scholen over de gemaakte keuzes, jaarverslagen online publiceren, Vensters vullen en daarmee de cijfers duiden en financiële gegevens van de hele sector inzichtelijk maken.”

Van Hoepen geeft aan hoe belangrijk het is om duidelijk te schetsen waardoor de overhead is gestegen. Is dit bijvoorbeeld doordat je als bestuurskantoor meer zelf ging doen in plaats van alles uit te besteden aan een administratiekantoor? “Leg dan uit dat dit voortkwam uit behoefte van scholen zelf om de kennis binnen het schoolbestuur zelf te hebben. Bovendien is dit veel efficiënter en goedkoper.” Zo nam zijn eigen oude schoolbestuur een werknemer in dienst voor onderwijshuisvesting, waardoor er geen dure externe expert hoefde te worden ingehuurd. Hiermee was deze investering in het bestuur positief.

Volgens de vo-raad, de vereniging van scholen in het voortgezet onderwijs, zijn er al veel goede ontwikkelingen gaande op het gebied van verantwoording. Vrijwel alle scholen (97%) publiceren hun jaarverslag online. En naar schatting de helft van de middelbare scholen doet al mee aan een sectorale benchmark met de overhead van schoolbesturen. “Het staat buiten kijf dat besturen zich helder en volledig dienen te verantwoorden.” De vo-raad gaat aan de slag met het ontwikkelen van een benchmark.

Kijken naar het mbo

Ze nemen daarbij een voorbeeld aan hoe de mbo-benchmark ingericht is en uitgevoerd wordt. De benchmark sectorinformatie laat zien hoe mbo-scholen hun budget besteden, hoeveel studenten het mbo met een diploma verlaten, wat ze van het onderwijs vinden en hoe medewerkers over de werkgever denken. Dat is ook strategisch voor de scholen zelf: zo kunnen ze hun prestaties vergelijken met andere scholen en hoe ze het doen ten opzichte van de hele sector.

Samen met de wens om verantwoording speelt binnen het onderwijs ook de wens om de bekostiging te vereenvoudigen. Zo schreef schoolbestuurder Edith van Montfoort op Twitter: “Vereenvoudiging van de bekostiging…wat zou dat mooi zijn, zodat we inderdaad met alle belanghebbenden gewoon inhoudelijk kunnen spreken over een deugdelijke inzet van middelen.”

This article is from: