Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur
Collectief talent We zijn een internationaal werkend ontwerpbureau, opgericht in 1977. Ons bureau is georganiseerd als een collectief – de opzet weerspiegelt onze bureaucultuur. Zowel inhoudelijk als procesmatig is collectiviteit voor ons een kernbegrip. In de huidige tijd zijn collectieve waarden actueler dan ooit. Er werken bij ons stedenbouwkundigen, landschapsarchitecten, architecten, cultuurtechnici, kunstenaars, en net zo veel persoonlijkheden. Niet één brein is verantwoordelijk voor het eindresultaat, maar vele individuen. We fungeren als een collectief talent, waarbij het beste idee telt, ongeacht van wie het komt. Ontwerpen bespreken we vanaf het prilste stadium, een proces dat garant staat voor levendige discussies en verrassende oplossingen. Onze open houding zorgt ervoor dat iedereen alert is en vrij en associatief kan denken. We ondervragen elkaar kritisch zodat ontwerpkeuzes helder onderbouwd raken. Opdrachtgevers waarderen onze werkwijze, die zich eveneens vertaalt in de procesaanpak. Het proces is immers ook een ontwerp – een procesontwerp dat dynamisch moet zijn wanneer dat nodig is, en fixerend waar dat vereist is. En bovenal: een proces waarin de inhoud door de kluwen van verantwoordelijkheden en afspraken niet sluipenderwijs uit beeld verdwijnt. Collectief gedragen doelen zijn essentieel. Lezen van de plek Tegenwoordig wordt er bijna geen ontwerp meer gemaakt dat níet voortbouwt op het ‘verhaal van de plek’. In plaats van het aanbrengen van een historisch sausje werkt Bureau B+B aan de daadwerkelijke doorwerking van de eigenschappen van een plek. Cruciaal daarbij is het gebruik: als een plek eenzijdig wordt gebruikt of niet goed toegankelijk is, raakt de identiteit gauw sleets. Wij zien wat je op een plek vaak al cadeau krijgt, letten op tradities, rituelen en het huidige gebruik van het landschap. We kijken met andere ogen omdat we sterk verbonden zijn met de werelden van de beeldende kunst, dans, muziek, mode en literatuur. In een associatief proces maken we een doelmatig en gebruiksvriendelijk ontwerp waarin altijd een inval of ontregelende greep is opgenomen die de ruimtelijke ervaring boven het functionele uittilt. Zo krijgt een plek opnieuw betekenis, zodat deze weer decennia meekan. Het verhaal kan door bewoners, bestuurders en opdrachtgevers keer op keer verteld worden.
Kernwinkelgebied, Maastricht, Nederland (1996-2003)
Oostelijke Centrum Gebied, Arnhem, Nederland (2007-2009)
De Groote Scheere, Gramsbergen, Nederland (2002-2009)
Ambacht Een ontwerpconcept kan nog zo bijzonder zijn, een matige uitvoering haalt alles onderuit. De daadwerkelijke realisatie van een ontwerp maakt het verschil tussen een middelmatig of een duurzaam kwalitatief project. Bovendien scheelt een goede uitvoering aanzienlijk in de beheerslasten. Bureau B+B werkt met hooggekwalificeerde cultuurtechnici. Het woord ‘techniek’ of ‘ambacht’ doet de inbreng van de cultuurtechnicus tekort. Een specialist in ondergrond, constructie, groeiplaatsbehandeling, steensoorten en klinkerverbanden is onontbeerlijk voor het slagen van een project en het benodigde gezag bij de opdrachtgever. Hier geen sprookjesachtige visualisaties, maar precisie: in de controle van de bestekken, in het contact met kwekers en materiaalleveranciers, in het begeleiden van de uitvoerders. In het werkmodel van Bureau B+B is de inbreng van de technicus vanaf de eerste brainstorm gegarandeerd. De grens tussen ontwerp- en uitvoeringsinbreng is fluïde – het ontwikkelen van een ontwerp is immers een collectief proces dat heen en weer kaatst tussen de verschillende teamleden. Samenwerking Het open ontwerpproces zoals we beschreven in de kernwaarde collectiviteit, kan ook in een overleg- en opdrachtgeverssituatie worden ingezet. Wij houden van echte samenwerking, die wij opvatten als een proces waarin iedere partij vanuit eigen verantwoordelijkheid deelneemt. Geen onafzienbare hoeveelheid overlegmomenten, maar een aantal goed geregisseerde bijeenkomsten. Vertrouwen en gemeenschappelijkheid zijn hierin essentieel. Dat biedt ruimte voor een flexibele inzet van scenario’s, eindbeelden en tussenstanden. Duurzaamheid Duurzaamheid in de stedelijke ruimte is geen vrijblijvende keuze meer, maar een cruciale factor voor het vestigingsklimaat. Duurzaamheid is voor ons een allesomvattend en vanzelfsprekend uitgangspunt voor ons gehele ontwerpproces, waar wij zeer bewust mee omgaan. Het begrip beperkt zich voor ons niet tot energiezuinige straatverlichting, zonnepanelen of regenwateropvang, maar vormt de samenvatting van al onze waarden. Naast de klimaatgerichte duurzaamheid is ook het begrip sociale- en ecologische duurzaamheid van een omgeving van toepassing. Het gaat daarbij om het zorgvuldig ontwerpen aan de stromen in een stad (ener-
Expo 2000, Hollandse Tuin, Hannover, Duitsland (19982000)
Hyperspeeltuin, Waldpark, Potsdam, Duitsland (1998-2001)
Fluvial Garden, Almere, Nederland (2005-2006)
gie, water, verkeer, materialen etc.) maar ook ontwerpen aan plekken die maatschappelijke veranderingen kunnen opvangen. Een goed begrip van de plaatselijke omstandigheden en natuurlijke processen ter plaatse vormt de basis van duurzaamheid. Wij nemen de locale fysieke factoren als de waterhuishouding, de geologie, het klimaat en andere abiotische factoren mee in het ontwerp. Daarnaast beschouwen wij materialen, zoals baksteen en natuursteen, als gecultiveerde geologische elementen waarmee we milieu condities op een positieve manier kunnen beïnvloeden. Geodiversiteit, beïnvloed door de mens of niet, leidt tot biodiversiteit en hogere ecologische waarden. Op een muur van een materiaal dat wat vocht opneemt bijvoorbeeld ontstaat vanzelf een muurvaren. We ontwerpen aan condities voor een plek die zichzelf in stand houdt. We kiezen materialen waarbij energie-inhoud in relatie staat tot de levensduur. Sociale duurzaamheid heeft te maken met de leefbaarheid en leefkwaliteit van een plek – steden veranderen, maar daarbij is het de uitdaging dat zij voor haar bewoners herkenbaar en vertrouwd blijven. In de stedelijke ruimte betekent duurzaamheid het maken en beheren van een robuust stelsel van openbare ruimtes, herkenbaar en passend bij het karakter van de stad. Daarnaast is Bureau B+B al meer dan dertig jaar duurzaam in de bureauaanpak, in de relatie met opdrachtgevers, in het keer op keer hergebruiken van plekken en gebieden en in materiaalgebruik. De basisfilosofie is dat wat lang mee gaat, duurzaam is.
CiBoGa, Groningen, Nederland (2004-heden)
Binnenstad, Nieuwegein, Nederland (1997-heden)
Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur Herengracht 252 1016 BV Amsterdam t +31 (0)20 6239801 www.bplusb.nl bureau@bplusb.nl Innovatiepool, Turnhout, België (2010-heden)
Kuuroord 2.0 Innovatiepool, Turnhout, Belgie (2010–heden)
De stad Turnhout wil het plangebied ontwikkelen tot een Innovatiepool voor Life Science en Global Care. Daarbij gaat het niet alleen om onderzoek en innovatieve projecten rond zorg en wonen maar ook om nieuwe integrale woonzorg concepten en een integrale hoogwaardige openbare ruimte. Bureau B+B en B-architecten hebben zich de vraag gesteld in hoeverre de wensen van de stad Turnhout vertaald kunnen worden in een onderscheidende stedenbouwkundige structuur en bijbehorende publieke ruimte, als identiteit voor de Innovatiepool. De locatie kenmerkt zich nu door verlaten grote loodsen met fantastische kapconstructies, stenen muren, rafelige achterkanten, kleine grondgebonden woningen, Mariabeelden, oude tuinen met grote bomen. Verborgen kwaliteiten die wij, verweven in een nieuwe stedenbouwkundige structuur, weer tot leven willen laten komen. Het stationsgebied vormt een entree naar de stad en naar
de Innovatiepool. Deze stedelijke ruimte wordt geaccentueerd met een nieuw plein, ontdaan van doorgaand autoverkeer en gemarkeerd door een grote sculpturale luifel. Een glazen constructie functioneert als verbindend element, waar rond alle functies van het station een plek kunnen vinden. Aan de westzijde krijgt het stationsplein een nieuwe gevel, een markant gezicht van de Innovatiepool. De stedeling wordt met een passage onder het spoor door begeleid naar het vernieuwde stadsdeel, de Innovatiepool. Midden in de Innovatiepool bevindt zich een plein als centrale ontmoetingsplek van het gebied. Deze publieke ruimte voegt zich in een reeks van stedelijke pleinen, publieke tuinen, gaanderijen, binnenplaatsen, straten en achterpadden. De drie gebouwen rond het plein dragen stedelijke functies die het gebied ten allen tijde opladen: wonen, werken en publieksfuncties. De markante silhouetten refereren naar de grote industriĂŤle bedrijvigheid die hier lange tijd
Type: Stedenbouw, Openbare Ruimte Opdrachtgever: Stad Turnhout
Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met B-architecten Programma: 60.690 m2 wonen, 8.450 m2 commercieel, 34.030 m2 kantoren, 5.265 m2 publiek, spoorwegonderdoorgang, stationsplein, busstation, plein, hof, openbare tuin en straten Oppervlak: 16,3 ha Bouwsom: -
gevestigd was. Via doorgangen, gaanderijen en overdekte buitenruimtes kunnen de binnenplaatsen van de drie gebouwen worden ontdekt. Vanaf deze binnenplaatsen zijn doorsteken mogelijk naar de omliggende straten. Deze straten worden gekenmerkt door een mix van grondgebonden woningen en appartementen. De kleinere schaal van de gebouwen en het ritme van de bakstenen gevels gaan over in de morfologie van de omgeving. Glimpen van achtertuinen doen vermoeden dat het hier prettig wonen is. De stedenbouwkundige
typologie die leidend is in de wandeling en routing door de Innovatiepool is de gaanderij. Als overgang tussen privĂŠ en publiek, een drempelruimte tussen gebouw en straat. Een overdekte stedelijke ruimte die verbindt maar ook een dak biedt voor activiteiten en bezigheden. Als terras, tijdelijke concertruimte of gewoon om even tijdens de lunch je broodje op te eten. De gaanderij als identiteit en als middel een prettige openbare ruimte te creĂŤren voor alle bewoners, werkende en bezoekers van de Innovatiepool.
een nieuw gezicht
gaanderijen, pleintjes, doorsteken, tuinen en overdekte buitenruimtes
het nieuwe plein in relatie tot de andere pleinen in de stad
Spooronderdoorgang Limmel Nazareth Maastricht, Nederland (2011–heden)
De realisatie van de spooronderdoorgang Limmel Nazareth is onderdeel van de ontwikkeling van het nieuwe centrum van Limmel Nazareth. Hierbij wordt de gelijkvloerse spoorovergang met slagbomen omgevormd naar een ongelijkvloerse spoorbrug. De spooronderdoorgang verbindt de buurten Limmel en Nazareth. Met een lange continue luie bocht wordt men vanaf de rotonde van Nazareth op een logische manier naar Limmel geleid. De spoorbrug heeft een asymmetrische opzet. De brug lijkt zichzelf te dragen aan de noordzijde en te leunen op de kerende wand aan de zuidzijde. De spoordek, krijgt een randafwerking die de liggers ‘slanker’ doen lijken.
Hierdoor wordt de brug niet benadrukt maar de verbinding. Tussen de liggers is een vide, zodat er daglicht onder de liggers kan toetreden. Voetgangers worden vanzelfsprekend naar het winkelcentrum begeleidt door een breed voetpad dat vanaf de spooronderdoorgang aftakt richting het entree van het centrum. Aan de zuidzijde wordt het hoogteverschil opgevangen door een betonnen kerende wand en trap, afgewerkt met één materiaal dat aansluit bij de omgeving. Het lichtkunstwerk van Michiel Kluiters is op zelfsprekende wijze opgenomen in het ontwerpdocument en benadrukt het bijzondere en verbindende karakter van de onderdoorgang.
Type: Openbare Ruimte, Infrastructuur, Brug Opdrachtgever: Gemeente Maastricht
Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met Michiel Kluiters (beeldend kunstenaar) Programma: Spooronderdoorgang en landschappelijke inpassing
Oppervlak: 8.850 m2 Bouwsom: -
brugdek en hekwerk
vide onderdoorgang
trap en lichtkunstwerk in de onderdoorgang
Centraal Station Arnhem, Nederland (2002-heden)
In Arnhem wordt een klein maar complex stukje stad heringericht: het stationsgebied. Centraal ligt de transferhal die rechtstreeks toegang geeft tot trein, taxi, bus, fiets, geparkeerde auto, de kantoren en de stad. De veiligheid en crowd handling van de 65.000 reizigers die dagelijks passeren staat voorop. Bij het samenbrengen van al deze vervoersnetwerken is dankbaar gebruikgemaakt van het voor Arnhem kenmerkende natuurlijk glooiende landschap. De aanwezige hoogteverschillen, van soms wel twintig meter, zijn gebruikt om het stationsgebied te ontwikkelen tot een stedelijk landschap dat de voorzieningen in zich opneemt en in zijn plooien bijeenbrengt. Zoals in veel bureauprojecten uit deze periode wordt het openbaar gebied, dat bestaat uit verschillende deelgebieden, opgevat als één continu en coherent maaiveld, zowel bin-
nen als buiten uitgevoerd in natuursteen. Er zijn geen afgebakende ruimten ontworpen, eerder sferen of plekken. De plekken worden gevormd door het aangrenzende programma en krijgen toevoegingen zoals een grote boom op het stadsbalkon of bijzondere lichtmasten bij het trolleybussenplein. Zitelementen komen voort uit het maaiveld en worden gemaakt uit dezelfde natuursteen. Alle toegevoegde elementen, zoals relingen en afwateringsgoten, worden gemaakt van rvs. In de verharding geven cijfers van rvs op subtiele wijze de hoogtes in het gebied aan. Voor het gebied is, in samenwerking met Atelier LEK, een verlichtingsconcept opgesteld dat per plek een specifieke verlichting voorstelt. Centraal in het concept staat de samenhang tussen openbare verlichting en de architectonische verlichting van de gebouwen.
Type: Openbare Ruimte, Infrastructuur Opdrachtgever: Gemeente Arnhem
Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur
Programma: Busstation, taxistandplaats, plein, zitelementen, verlichting
Oppervlak: 23.600 m2 Bouwsom: ¤5.400.000,-
insipratie m.b.t. verweving richtingen natuursteenverband
blindegeleide noppen
RVS cijfers geven hoogteverschil aan in verharding van natuursteen
Centrumplan Nieuwegein, Nederland (1997–heden)
De bouwactiviteit in groeikern Nieuwegein concentreerde zich in eerste instantie, begin jaren zeventig, op de woonwijken. Tegen de tijd dat het centrum ontwikkeld kon worden, bood het economische klimaat weinig financiële ruimte. Het resultaat was een in zichzelf gekeerd, goedkoop ogend overdekt winkelcentrum. Net als veel andere groeikernen staat Nieuwegein voor de opgave het oude winkelcentrum om te vormen tot een kloppend stadshart. De jarenzeventigstructuur gaat volledig op de schop. De ontwikkelingsvisie van de gemeente is nader uitgewerkt door Ben van Berkel (UN Studio), Michael van Gessel en Bureau B+B. Een unieke opdracht, in omvang en opgave vergelijkbaar met het stadshart dat oma in dezelfde jaren voor Almere ontwierp. De financiering van de vernieuwingsambitie leidt tot een hoge programmadruk. Het plan accommodeert in een divers programma, waaronder woningen, kantoren, een gemeentehuis, een stadstheater, een
bioscoop, een muziekcentrum, een bibliotheek en een verdubbeling van het huidige metrage winkels. Deze aanzienlijke toevoeging is alleen haalbaar met een intensief, meervoudig gebruik van de ruimte. Het ontwerpteam stelt een dynamisch geheel van transparante lagen voor, waar doorlopend activiteit kan zijn, van ’s ochtends tot ’s avonds. Het stadscentrum opent zich naar buiten op een representatieve wijze en maakt contact met het water de Doorslag. De openbare ruimte is verspreid over verschillende niveaus bijeengehouden door een geplooid maaiveld, dat de bezoeker op een vanzelfsprekende wijze naar alle programmaonderdelen leidt. De uitwerking van het openbare-ruimteontwerp heeft als concept ‘Blooming city’. Dit is vertaald in een bijzonder bestratingspatroon van natuursteen in twee verschillende mengsels. Het patroon maakt zich vrij van het stedenbouwkundig plan en de architectuur door een abstracte weergave van natuurlijke
Type: Stedenbouw, Binnenstad
Opdrachtgever: Gemeente Nieuwengein
Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met UN Studio en Michael van Gessel Programma: -
Oppervlak: 67.650 m2 Bouwsom: ¤ 8.500.000
elementen als takken en bloemen. Het groen is geconcentreerd op de pleinen. Boomeilanden en verhoogde boomvakken met geïntegreerd zitmeubilair geven ieder plein een eigen karakter. Bloeiende bomen zoals magnolia’s en prunussen afgewisseld met bomen met een
mooie herfstkleur geven het nieuwe stadshart het gehele jaar door een aantrekkelijk beeld. Een van de pleinen zal zijn identiteit mede ontlenen aan een bijzonder hekwerk. Het bloemenpatroon zal zich hier in de derde dimensie verzelfstandigen.
Stationsplein Zwijndrecht Zwijndrecht, Nederland (2007–2012)
Met het introduceren van Hoogwaardig Openbaar Vervoer in de Drechtsteden (HOV-D) wordt ook het stationsplein van Zwijndrecht getransformeerd. Het oorspronkelijke busstation wordt vervangen door een compacte oplossing met bushaltes aan de Stationsweg. Hierdoor blijft veel ruimte over voor plein en groen. Het stationsplein is een representatieve entree die past bij het groene karakter van de gemeente Zwijndrecht. Het stationsplein fungeert als transitieplein, verblijfsruimte en ontmoetingsplaats. Het pleinontwerp bestaat uit een aaneengesloten pleinvloer van
gebakken steen van het stationsgebouw tot de winkels aan de overzijde. Het groen bestaat uit een ensemble van verhoogde groene eilanden met betonnen randen die tevens als zitranden kunnen worden gebruikt. De eilanden zijn beplant met een mengsels van siergrassen, vaste planten en botanische bollen. De bomen staan zowel in de groene eilanden, als in de verharding en begeleiden de bezoeker op subtiele wijze over het plein. In het bestratingpatroon zijn routes voor mindervalide opgenomen. De lichtmasten staan tussen de bomen en markeren de hoofdroutes over het plein.
Type: Openbare Ruimte
Opdrachtgever: Gemeente Zwijndrecht
Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met de gemeente Zwijndrecht en het Ingenieursbureau Drechtsteden Programma: Aaneengesloten pleinruimte, ensemble van groene eilanden, bushaltes, taxistandplaats Oppervlak: 11.100 m2 Bouwsom: ¤1.850.000,-
uitwerking onderbeplanting
1. 2. 3. 4. 5. 6.
stationsgebouw laad- en loszone station bushaltes keerlus en taxistandplaats laad- en loszone kantoorbebouwing parkeren voor de winkels
3
6
5
4
2 1
uitvoering eerste fase (Stationsweg)
randen groene eilanden
bushalte
Brug Wijkeroogpark Velsen, Nederland (2007–2009)
De nieuwe voetbrug over de A22 maakt het Wijkeroogpark toegankelijk voor een groter publiek en is, naast een verbinding, een bijzonder herkenningspunt. Ontwerpconcept, vormgeving, materialisering en detaillering van de brug zijn gebaseerd en geïnspireerd op het ontwerp van het Wijkeroogpark en de industriële context van staalindustrie en zeehavens. Voor het brugontwerp is uitgegaan van twee simpele stalen constructieve schijven over de weg met daartussen een looppad. Het bestijgen van de brug tussen de opgaande schijven wordt beloond met uitzicht over het omringende industriële landschap. De stalen schijven vormen de constructie en de borstwering van de brug. De schijven staan tussen de bomen. De beslotenheid van het parkbos wordt voortgezet. De schijven zijn geperforeerd door incidentele gaten. Deze openingen geven de
passant een glimp van de omgeving. Naarmate men de brug verder bestijgt neemt de hoogte van de borstwering af. Boven gekomen geeft de brug het uitzicht prijs. Vanaf dit hoogste punt overziet de passant weg, tunnel ventilatietorens en de schepen in het Noordzeekanaal. De markante eenvoud van de brug markeert het Wijkeroogpark, Velsen en hoogovens en maakt de ontmoeting van weg en pad tot een sensatie. In de avond wordt het interieur van de brug aangelicht met in de borstwering geïntegreerde verlichting. Er ontstaat zo een verlichte publieke ruimte over de weg die goed zichtbaar is vanaf de Meerweidelaan. De aanwezigheid ervan wordt door de automobilist slechts opgemerkt door de indirecte verlichting van de perforaties in de borstwering van de brug.
Type: Architectuur
Opdrachtgever: Gemeente Beverwijk
Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met Grondmij
Programma: lengte 90m, hoogte 14m, breedte 3m
Oppervlak: Bouwsom: ¤ 2.200.000,-
www.bplusb.nl