Portfolio B+B urban transformation

Page 1

Bureau B+B

Stedenbouw en Landschapsarchitectuur


Contactgegevens: Bureau B+B Stedenbouw en Landschapsarchitectuur Gedempt Hamerkanaal 96 1021 KR Amsterdam | 020-6239801 | www.bplusb.nl


Bureauprofiel Geschiedenis Projecten:

- KuBAi, Bocholt

- Steekterpoort, Alphen aan den Rijn

- Cruquius, Amsterdam - Innovatiepool, Turnhout - Blaricummermeent - Aldenhofpark, Hoensbroek - CIBOGA, Groningen


Bureauprofiel

Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur koppelt ruime ervaring aan jong talent. Onze ontwerpen zijn helder en functioneel, maar hebben ook een poëtische kant. Door onderzoekend te ontwerpen vinden we antwoorden op actuele thema’s. Het bureau ontwerpt betekenisvolle plekken die mensen uitnodigen hun eigen activiteiten te ontplooien. Precisie en vakmanschap zijn essentieel in ons werk. We hebben uitgebreide technische kennis en begeleiden een project van schets tot oplevering.

Collectief talent Sinds de oprichting in 1977 heeft Bureau B+B een rijke ervaring opgebouwd. Tegelijkertijd trekken we steeds weer jong talent aan. Doordat het bureau zichzelf continu vernieuwt, vinden we verfrissende oplossingen voor actuele thema’s. Het bureau is als collectief georganiseerd, zodat alle medewerkers de ruimte krijgen om hun eigen stijl te ontwikkelen. Het team bestaat uit mensen met uiteenlopende achtergrond, temperament en fascinaties. Medewerkers groeien dikwijls uit tot toonaangevende ontwerpers en beginnen na verloop van tijd hun eigen bureau. Gelijkwaardige samenwerking en inhoudelijke kruisbestuiving zijn een constante factor binnen het bureau.


Poëtische helderheid De open, collectieve bureaucultuur brengt met zich mee dat ons handschrift van project tot project verschilt. Toch zijn onze ontwerpen te herkennen aan hun poëtische helderheid. Wij streven naar duidelijke, overzichtelijke ontwerpen. De hoofdopzet is krachtig, de detaillering subtiel en verfijnd. De ontwerpen bevatten altijd een bijzonder idee of een onconventionele ingreep die de ruimtelijke ervaring boven het functionele uittilt. Een heldere, functionalistische basis creëert ruimte voor emotie, tactiliteit en de poëtische kanten van een ontwerp.

Het verhaal van de plek Elk ontwerp start met een onderzoek naar de bestaande elementen, de tradities en het gebruik van de locatie. Wij vinden een ontwerp geslaagd als mensen zich er thuis voelen en er hun eigen activiteiten ontplooien. Tijdens het ontwerpproces kiezen we er vaak bewust voor om handmatig te schetsen en analoge maquettes te bouwen. Een handschets of maquette geeft direct en duidelijk de sfeer weer, zonder in details te verzanden. Zo krijgen intuïtie en inventiviteit de ruimte. Wij lezen de locatie en voegen er een nieuw hoofdstuk aan toe, zodat het verhaal van de plek keer op keer verteld kan worden.

Vakmanschap Een ontwerpconcept kan nog zo bijzonder zijn, een matige uitvoering haalt alles onderuit. Wij streven naar de hoogst mogelijke kwaliteit. Precisie en vakmanschap zijn hierbij essentieel. Dit komt naar voren in de detaillering van de ontwerpen, maar ook in onze kennis van constructie en materialen. Wij ontwerpen vaak unieke bestratingselementen, meubilair en hekken, speciaal toegespitst op de locatie en het ontwerp. Om het beste eindresultaat te bereiken, begeleiden we een ontwerp van schets tot realisatie.


Geschiedenis

In november 1977 starten twee jonge landschapsarchitecten, Riek Bakker en Ank Bleeker, hun eigen ontwerpbureau voor landschapsarchitectuur. Zij stellen zich tot doel het vak te emanciperen en de stedenbouw als werkgebied voor landschapsarchitecten te veroveren. Bakker en Bleeker zijn er van overtuigd dat de discipline meer te bieden heeft. De landschapsarchitect moet eerder en vooral gelijkwaardiger bij ruimtelijke processen betrokken worden. Binnen twee jaar werken er 12 mensen. Het team bestaat uit mensen met verschillende achtergronden en kwaliteiten, zoals kunstenaar Pieter van Walree en de landschapsarchitecten Jos Jacobs en Michael van Gessel. Winy Maas en Adriaan Geuze beginnen in deze periode hun carrière met een stage bij Bureau B+B. De ontwerpen in deze beginperiode zijn strak en minimalistisch met een architectonische zakelijkheid. In 1982 wint het bureau de ontwerpwedstrijd voor Parc de la Vilette in Parijs. De naam van het bureau is nu definitief gevestigd. Ank Bleeker verlaat het bureau in 1982 en Riek Bakker volgt in 1986.

In de loop van de jaren 80 en 90 wordt de ontwerpstijl expressiever, conceptueler en experimenteler. Alle Hosper wordt directeur en Tineke Blok, Sylvia Karres, Johan Meeus haken aan.Na de succesvolle projecten Prinsenland Park in Rotterdam en de Kern Gezond in Den Haag, specialiseert het bureau zich in het ontwerpen van binnensteden en parken. In 1991 vertrekt Alle Hosper en nemen Michael van Gessel en Tineke Blok het roer over. Bram Breedveld, Bart Brands, Berno Strootman, Marieke Timmermans en Mathieu Derckx vormen de nieuwe generatie. Er wordt gewerkt aan projecten op een grotere landschappelijke schaal. Bureau B+B ontwerpt ‘woonlandschappen’ als nieuwe economische dragers voor het landelijk gebied.


Tussen 1997 en 2000 is Anneke Nauta directeur. In deze periode ontwerpt het bureau de tuin voor het Nederlands Paviljoen op de Wereldtentoonstelling in Hannover. Vanaf 2001 vormen Martine van Vliet en architect Freek Loos het directieteam. Het bureau brengt de emancipatie van de landschapsarchitectuur een stapje verder door de regie te voeren over grote stedenbouwkundige projecten, zoals de Blaricummermeent en het stationsgebied van Arnhem. Een nieuwe generatie van talentvolle ontwerpers zoals Dingeman Deijs, Ronald Rietveld, Anouk Vogel, Jan Maas en Danielle Huls maken onderdeel uit van het team.

Onder leiding van Jeanette Visser en Mascha Onderwater geeft het bureau vanaf 2009 vorm aan de actuele maatschappelijke behoeften. In 2017 viert Bureau B+B het 40-jarige jubileum. Na al die jaren zijn de bureaucultuur en ontwerphouding nog steeds herkenbaar: Samenwerken met andere disciplines, meervoudig ruimtegebruik, gelijkwaardige inbreng van alle medewerkers, een analytische houding, culturele diepte en een heldere vormentaal.


Straatjes, bruggen, banen, sporen en paden Industriestrasse - Bocholter Aa, Bocholt, Duitsland (2009-heden)

Type: Stedelijke transformatie

Tussen het centrum van Bocholt en de Aa See ligt een vergeten industriegebied. Het heeft veel verborgen kwaliteiten: de rivier de Aa, industrieel erfgoed en een textielmuseum. Bureau B+B en SeARCH maakten een plan om het gebied te transformeren tot een levendig, multifunctioneel stadsdeel.

Opdrachtgever: Stadt Bocholt

Transformatie Het gebied transformeert in drie fasen:

Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met SeARCH

Programma: Woningbouw, bedrijven, culturele instellingen, openbare ruimte, recreatieve verbinding

1. Ontsluiten De eerste fase bestaat uit het ontsluiten en toegankelijk maken van het gebied voor voetgangers en fietsers. Langs de rivier de Aa worden paden aangelegd van het centrum naar de Aa See. Verschillende bruggen verbinden de noord- en de zuidoever. 2. Activeren Nadat het gebied toegankelijk gemaakt is, worden mensen verleid om het gebied te ontdekken. Bij het textielmuseum komt een aantrekkelijk terras. Lege fabrieken bieden ruimte aan tijdelijke evenementen: een secret garden, een guerrilla café, skate park, boekenen vlooienmarkt, een concert, dance festival, een open air bioscoop… 3. Programmeren De laatste fase van de transformatie bestaat uit het toevoegen van nieuw programma. Oude fabrieksgebouwen kunnen al in een vroeg stadium omgebouwd worden tot woningen. De pioniers die zich hier vestigen zullen het transformatieproces aanjagen. Er volgt meer woningbouw, een uitbreiding van het textielmuseum, een muziekschool en een Eventhalle.

Oppervlak: 35 ha Bouwsom: € 14 Miljoen incl bruggen

Inner City Bocholt

KuBAai project site

Aa See landscape


Wende- eit möglichk

ro's

Maest KLUP

traße

osco-S

Don-B

Bism stra

arck ße

rg-

Overbe schule

lle

Sportha

Text We ilWerk bere Boch i o

Gleise

hDre eibe sch

lt

Web

erei

plat

Gle ise

nellweg

Café

z

latz

rkp

Pa

Po

diu m

-B rü

ck e

Radsch

Café

en

stuf

e

elzone

rwechs

rücke

Wasse en

Steg

Sekundäraue

and

dw

alte

Spun

Auenpark

Pla

tz

Sitzstuf

Brücke

Quartiersbrücke

menad

Uferpro

Versunkene

en

stuf

Sitz

Steg

Platz

Alte Eisenba hnb

Theodor-Heuss-Ring

Sitz

Wasserspi

elplatz

Eisenba

Radweg

hnplatz

eg

Radw

L 572

Wohnen

Museumsplatz

hain

Königsm

ühle

Birken

Lernwerk

An der

Theodor-Heuss-Ring

Staubturm

Torgebäude

Ehem. Maschinenhaus

Parken

Platz

Büro / Dienstleistung

TextilWerk Bocholt Spinnerei

Industriestraße

Verwaltungsbau (Bestand)

Büro / Dienstleistung

Bürogebäude

Industriestraße

Autohaus Citroen

Rivier De rivier de Aa is de levensader van KuBAaI Bocholt. De rivier verbindt het gebied met het centrum en met de Aa See. Het geeft een bijzondere identiteit en vergemakkelijkt de oriëntatie. Tot voor kort liep de rivier verscholen achter fabrieken langs. Met paden, vlonders en bruggen is het water beleefbaar gemaakt. Er komen natuurvriendelijke oevers waar oeverplanten het water zuiveren. De ruige beplanting benadrukt het contrast tussen industrie en ecologie. Op verschillende plekken wordt de Aa verbreedt, zodat de kades bij hoog water niet meer overstromen.



Industrieel erfgoed Bocholt is een oude textielstad. Meer dan twee eeuwen lang zijn hier de wereldberoemde blauw en rood geblokte theedoeken geproduceerd. Langs de rivier de Aa ontstond hierdoor een kleinschalig industrielandschap met sheddaken, baksteenmuren, schoorstenen en productierelicten. Dit industriële erfgoed wacht nu op herontwikkeling. Bureau B+B en SeARCH brachten de sporen uit het industriële verleden in kaart. Sommige fabrieken kunnen omgebouwd worden tot woningen. Andere industriële elementen kunnen worden ingepast in nieuwbouw. De nieuwbouw krijgt een terughoudende architectuur, zodat de oude gebouwen goed uit de verf komen. Daarnaast onderstreept de eigentijdse vormgeving de vernieuwing van het gebied.


Steekterpoort Alphen aan de Rijn, Nederland (2011–2014)

Type: Terreininrichting Opdrachtgever: Blok Kats van Veen architecten, Provincie ZuidHolland Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met Blok Kats van Veen architecten

Programma: Inpassing gebouw, kade inrichting, bloemrijk grasland, ontsluiting parkeerterrein Oppervlak: 6.800 m2 Bouwsom: € 1.200.000,-

Bureau B+B en Blok Kats van Veen architecten realiseerden het meest duurzame brugbedieningscentrum van Nederland. Zowel het gebouw als de terreininrichting weerspiegelen het hoogste ambitieniveau. Het terrein is soortenrijk, representatief en aantrekkelijk voor mensen en dieren. Utilitair en robuust Het bedieningscentrum Steekterpoort ligt op de plaats waar de gekanaliseerde Gouwe uitkomt in de Oude Rijn. Zowel gebouw als terrein zijn afgestemd op het utilitaire karakter van de Gouwe en de industriële Gouwesluisbrug. De terreininrichting sluit aan bij het duurzame karakter van het bedieningscentrum en bij de kwaliteiten en karakteristieken van het omringende landschap. Aan de westzijde staat het bedieningscentrum op een stoere kade van asfalt en stelconplaten. Parkeren wordt daarbij opgenomen onder de nieuwbouw of bij het aangrenzende talud en wordt hierdoor aan het zicht onttrokken. De kade is openbaar toegankelijk. Lange banken staan op de kade en in het omringende landschap. Watersysteem Aan de oostzijde bestaat het terrein uit een kruidenrijk grasland op een flauwe helling van de Boskoopseweg naar de nieuwbouw. Een slingerende greppel verzamelt, buffert en zuivert het omgevingswater en zorgt voor nattere zones met een gevarieerde oeverbeplanting en drogere zones met inheemse bermbeplanting. Op de kade wordt het water door een verdiepte goot in de betonnen ondergrond geleid. Aan de binnenzijde zijn uitsparingen gemaakt waar planten in kunnen groeien.




Ecologie De ambities op het gebied van duurzaamheid worden in de terreininrichting doorgezet. Voor de buitenruimte is daarom bewust gekozen om gĂŠĂŠn beplanting in te zaaien, maar om het gebied op natuurlijke wijze te laten begroeien met de zaadjes die op verschillende manieren het terrein bereiken (door de lucht, vogels, mensen, en andere dieren). Op die manier is er een kruidenrijk en kleurrijk grasland ontstaan. De boomstructuur bestaat uit een combinatie van verschillende essensoorten met verschillende bladvormen, bloeiwijzen en herfstkleuren. De ecologie van het terrein is overal te beleven. Vooral het functioneren van het watersysteem wordt op verschillende plaatsen zichtbaar gemaakt. Het pad van de Boskoopseweg naar de hoofdentree van het centrum loopt door het grasland en kruist op twee plaatsen de greppel. Het bestaande fietspad wordt opgenomen in het totaalontwerp. Met de terreininrichting wordt het bedieningscentrum op natuurlijke wijze opgenomen in zijn omgeving.

duurzaam watersysteem

afwatering landschappelijk deel

afwatering en wateropvang op het utilitair deel


Speelruimte, een transformatie voor Cruquius Amsterdam, Nederland (2010–2012)

Type: Stedelijke transformatie

Opdrachtgever: POR, platform Openbere Ruimte i.s.m. AMVEST

Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met Investeren in Ruimte

Oppervlak: 17 ha

Prijsvraag voor de herontwikkeling van het schiereiland Cruquius, Oostelijk Havengebied Amsterdam. Met de inzending ‘Speelruimte’ heeft Bureau B+B i.s.m. Investeren in Ruimte de prijsvraag ‘Cruquius: Openbare ruimte als motor voor transformatie’ gewonnen. De prijsvraag, uitgeschreven door Platform Openbare Ruimte roept op tot innovatieve ontwikkelingsvisies en -strategieën voor de herontwikkeling van het schiereiland Cruquius in het Amsterdamse Oostelijk Havengebied’. Uit 55 inzendingen koos de jury unaniem voor de strategie ‘Speelruimte’. In het plan wordt geschetst hoe de transitie van het verouderde bedrijventerrein in gang wordt gezet vanuit een krachtige visie op de ruimtelijke kernkwaliteiten van het gebied. Op cruciale plekken wordt letterlijk ruimte geschapen. Met geel/zwarte signalering uit scheepvaart en tijdelijke wegenbouw worden deze voids als speciale plekken gemarkeerd. De leegte schept kansen voor tijdelijke evenementen of programma dat Cruquius activeert en haar verborgen kwaliteiten uitlicht. Tegelijkertijd zwengelt leegte een nieuwe dynamiek aan voor bedrijvigheid en (op termijn) wonen. Er wordt ruimte gecreëerd voor doorschuifmogelijkheden en doorgroeimogelijkheden binnen het gebied. Uit het juryrapport: “De jury prijst ‘Speelruimte’ als een fluïde en adaptief plan dat de ontwikkeling in de tijd kan opnemen zonder dat de hoofdstructuur wordt aangetast en een stedenbouwkundige strategie die ook ontwikkeling in de toekomst kan opnemen zonder dat het op plekken vastloopt. Het transformatieproces krijgt nadrukkelijk een rol met duidelijke uitspraken over tussentijd en flexibiliteit.” En “‘Speelruimte’ is een nieuw type plan waardoor zij een belangrijke bijdrage levert aan de vakontwikkeling als geheel.” Voor meer informatie over de prijsvraag en het juryrapport zie de website van Platform Openbare Ruimte.


Toegevoegde elementen voor herkenbaarheid en sfeer in de openbare ruimte.


Nu: Het gebied is afgesloten door hekken muren en bebouwing. Er is geen visuele verbinding naar het water. De kaders worden niet benut. Kansen De ligging in de stad is positief, het goed ontsluiten van fiets en autoverkeer zorgt voor meer activiteit. De bestaande silo’s, wijnvaten, kranen,Sigma Verffabriek en Huis van Magnus bieden sfeer en verschillende gebruiksmogelijkheden.

Ingreep Door leegte te maken, door hekken te verwijderen, gebouwen te slopen of zwart te verven en stelconplaten te leggen ontstaat er schuifruimte. De blackboxes worden bakens in de skyline van transitie, er ontstaan visuele en fysieke verbindingen met de omgeving en naar de waterkant.

t=01 Door de Cruquiusweg in te zaaien met groene kruiden, gele markering aan te brengen, bestaande loodsen zwart te verven en clip-on’s toe te voegen ontstaat er een herkenbare openbare ruimte waar evenementen kunnen worden georganiseerd. Ook kunnen er pontjes naar Sporenburg en Zeeburgereiland gaan varen. Het tijdelijk gebruik ontplooit de identiteit van het gebied in transitie

t=02 De schuifruimte blijft gewaarborgd en de oevers van de Nieuwe Vaart worden zachter en ingeplant. De smalle straten op de havenpier richten zich op het Entrepothaven. De open landschappelijke atmosfeer aan de zuidzijde verbindt Cruquius met de Nieuwe Vaart.

t=03 De kop van Cruquius wordt losgeknipt en fungeert als schakel van de stad. De lange havenpier voegt zich bij Java, KNSM, Borneo en Sporenburg. De schuifruimte blijft gewaarborgd, De kop van Cruquius wordt ontwikkeld en met het IJ verbonden de Entrepothaven leeft op. Het huis van Magnus krijgt een nieuwe bestemming.


doorsnede in transitie

t=huidige situatie

t= 01

t= 02


Openbare ruimte Innovatiepool Turnhout, Belgie (2010–heden)

Type: Stedenbouw, Openbare Ruimte Opdrachtgever: Stad Turnhout

Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met Barchitecten Programma: 60.690 m2 wonen, 8.450 m2 commercieel, 34.030 m2 kantoren, 5.265 m2 publiek, spoorwegonderdoorgang, stationsplein, busstation, plein, hof, openbare tuin en straten Oppervlak: 16,3 ha

Masterplan

De ruimtelijke ontwikkelingsvisie voor het voormalige industriegebied achter het station in Turnhout: het ‘Masterplan Stedelijke Innovatiepool Turnhout’ is in 2012 door Bureau B+B, in samenwerking met met B-Architecten, opgeleverd. In het masterplan ligt de nadruk op zorg en wonen, samenleven van jonge gezinnen met zorgbehoevende ouderen, duurzaamheid en vernieuwing in wonen en werken. Een rijke schakering aan verschillende openbare ruimtes creëert een buurt die tot doel heeft het dagritme van de bewoners en de bezoekers te faciliteren. Vier verschillende stedenbouwkundige elementen, elk met een eigen karakter, schaal en inrichting vormen de basis van het masterplan voor de Innovatiepool: het plein, het hofje, de straat en de tuin. Gaanderijen steeds in één van de 3 markante gebouwen rond het nieuwe plein vormen een informele route die de stedeling - de wandelaar of de fietser- bij uitstek op een comfortabele wijze door het gebied loodst. Vervolgens is Bureau B+B gevraagd voor de uitwerking van de openbare ruimte. In 2013 is hiermee, in samenwerking met het Kortrijkse technische ontwerpbureau Topokor gestart. De uitwerking van openbare ruimte is in nauwe samenwerking met de betrokken architecten gedaan. Het eerste deelgebied, een woonbuurtje, bestaat uit een autoluw hof. De ruimte heeft een stedelijke kant en een intiemere kant waar publieke tuinen aan gesitueerd zijn. De plint die voor de woningen langs loopt, een drempelruimte tussen gebouw en plein, vormt de overgang tussen privé en publiek en biedt ruimte voor allerlei activiteiten. Uiteindelijk zal de plint samen met de gaanderijen het verbindende element vormen in het plan. Het hofje is een fijne ontmoetingsplek voor de omwonende en de bewoners van het stationsgebied. De mix van rode genuanceerde gebakken klinkers geeft een warme uitstraling aan het hof. In het hof komen plantvakken met bloeiende planten in de kleuren rood, roze en wit. Door de plantvakken worden paden aangelegd van kasseien, deze sluiten aan op het hof en de plint en uitnodigen bewoners en bezoekers uit om een wandeling te maken door het hof en te genieten van de bloemenzee.


Deelplan 1

Masterplan


Speelplaats en verblijfsplek voor de buurt De achterpaden ontsluiten de privĂŠtuinen en vormen samen een padenstructuur voor de bewoners die zo ook vlugge korte doorsteekjes kunnen maken van de ene naar de ander kant van de buurt. Hier komt een verblijfsplek voor de buurt met een speelobject voor kinderen van verschillende leeftijden. Diverse soorten bomen met bijzondere bloei en of bladkleur maken deze plek aangenaam en interessant in verschillende seizoenen. Kinderen kunnen er spelen en je kan er ook rustig een boek lezen in de zon. Dit is voor alle buurtbewoners en een plek bij uitstek om op een zomerse avond bijeen te komen voor een barbecue. Er is ingezet op een duurzaam ontwerp: duurzaam qua milieuaspecten (afwatering, energie, onderhoud, materiaalkeuze) maar ook een ontwerp waar men over 100 jaar nog steeds achter staat. Een sociaal duurzaam ontwerp: de openbare ruimte moet uitnodigen tot activiteit, het moet een prettige omgeving zijn om te verblijven. Steden veranderen, maar daarbij is het de uitdaging dat zij voor haar bewoners herkenbaar en vertrouwd blijven. In de stedelijke ruimte betekent duurzaamheid het maken en beheren van een robuust stelsel van openbare ruimtes, herkenbaar en passend bij het karakter van de stad.

Deelplan 1


Plankaart Deelplan 1


Het Deltamodel Blaricummermeent, Blaricum, Nederland (2004-2015)

Type: Stedenbouw, Water, Openbare Ruimte, Park Opdrachtgever: Gemeente Blaricum

Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur in samenwerking met Loos van Vliet

Programma: 830 woningen (incl. woon/ werk-woningen), 156.155 m2 bedrijven

Oppervlak: 71,2 ha waarvan 18,5 ha bedrijventerrein

Bureau B+B werkt vanaf 2004 aan Blaricummermeent, een nieuwe wijk met 830 woningen en een bedrijventerrein van 18,5 hectare. B+B is verantwoordelijk voor het maken van het stedenbouwkundig masterplan en beeldkwaliteitsplan, de stedenbouwkundig uitwerking van de eerste deelgebieden, het ontwerp van de openbare ruimte (inclusief meubilair en de bruggen), de uitwerking van het Lineair park met beplantingsplan en het ontwerp van de sluis. De locatie Blaricummermeent ligt ingesloten tussen de A27 aan de oostzijde, het Eemmeer aan de noordzijde, de bestaande bebouwing van Blaricum aan de zuidzijde en het Vierde Kwadrant van Huizen aan de westzijde. De centrale vraag was om in deze nieuwe woonomgeving een aansluiting te realiseren met deze randen en om een waterrijk woonomgeving te maken met een, ondanks de hoge woningdichtheid, Blaricums en dorps karakter. De locatie ligt op de overgang van het lager gelegen Eemmeer en het 30 meter hoger gelegen Blaricum-Dorp. De relatie met het meer, de natuurlijke hoogteverschillen in het maaiveld en de afwatering vormen de ankers voor de identiteit van de wijk en zijn daarom in dit plan met elkaar geïntegreerd tot één rivierdelta. De bestaande landschappelijke kenmerken worden versterkt en hierin worden de waterafvoer, waterberging en ecologie met elkaar gekoppeld. De centraal door het plangebied slingerende rivier verbindt het bestaande water uit de naastgelegen wijk de Bijvanck met het Gooimeer. De rivier is geïnspireerd op een mogelijke zijtak van de Eem, die hier eeuwen geleden gelopen moet hebben. Aan het riviertje ligt een langgerekt park dat het hart van de wijk vormt en Blaricum met het Gooimeer verbindt door wandel- en fietspaden. Het waterbeheer is geïntegreerd in het ontwerp van de rivier en van de wijk. Door de hoogteverschillen in het natuurlijke maaiveld is het noodzakelijk om twee waterpeilen te gebruiken. Het zuidelijke deel sluit aan op het waterpeil van Blaricum. Op deze manier kan men vanuit het Dorp met een kano of klein bootje de wijk betreden. Het noordelijke gedeelte sluit aan op het waterpeil van het Gooimeer. Daardoor kunnen grotere boten de delta betreden. Binnen het watersysteem ontwierp B+B bruggen, schutsluizen, stuwen en kademuren. Langs de kades zijn aanlegvoorzieningen en natuurlijke oevers. Op deze manier ontstaat een optimaal deltalandschap waarin water, ecologie en recreatie hand in hand gaan.



De twee waterpeilen knippen het plangebied functioneel in twee delen. Op deze manier ontstaan er de Monding en het Stroomgebied. Dit is de aanleiding om twee verschillende woonmilieus te creëren: ‘Delta’ en ‘Stroom’. Het gebied Delta is hoofdzakelijk georiënteerd op het water en kenmerkt zich door woonvormen in, op en aan het water; ruime kavels met vrijstaande woningen met aanlegsteigers voor boten. In de rietoevers langs het Gooimeer is een locatie gecreëerd waar zich drijvende woningen bevinden. Het gebied Stroom kenmerkt zich door een groene uitstraling met woonvormen nabij of aan het water en met een grote diversiteit aan woningtypen. De wegenstructuur is fijnmazig en kleinschalig. In het plan is gezocht naar een juiste aansluiting op het groene en informele karakter van Blaricum. Deze ontwerpkeuze is in nauwe samenwerking met de verkeerskundigen van de gemeente tot stand gekomen. Fietsers en voetgangers maken gebruik van de rijbaan. De auto is te ‘gast’ en mag maximaal 30 kilometer per uur rijden. De woonstraten hebben een smal en groen profiel door de hagen die dienen als erf afscheiding en door de bomen op particuliere tuinen. Voor het stedenbouwkundige plan is een beeldkwaliteitsplan opgesteld met daarin richtlijnen voor de architectuur.



Aldenhofpark Hoensbroek, Heerlen, Nederland (2011-heden)

Type: stedenbouwkundig ontwerp, park Opdrachtgever: Gemeente Heerlen

Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur i.s.m. Buitenom

Programma: woningen, school, park

Oppervlak: 6,2 ha

Hoensbroek krimpt Net als veel steden in Limburg is Hoensbroek op zoek naar oplossingen hiervoor. In het hart van Hoensbroek is een gat ontstaan na de sloop van Lagere technische School en slecht onderhouden na-oorlogse portiekflats. Het Aldenhofpark neemt hiervoor de plek in. Bureau B+B maakte in samenwerking met Buitenom het stedenbouwkundig plan en het ontwerp. Samen met de gemeente zetten we het park in om grip te krijgen op de leegstand en een nieuwe hoogwaardige ontwikkeling te realiseren. De gedateerde, grotendeels leegstaande portiekflats maken plaats voor een beperkt aantal levensloopbestendige woningen en een Brede Maatschappelijke Voorziening (BMV). Participatie Om te komen tot een goed plan waar de gebruikers achter staan, is het vroeg betrekken van de onwonenden essentieel. Daarom is in enkele ateliers aan het begin van het planproces uitvoerig gesproken met verschillende maatschappelijke groepen en bewoners. Deze sessies leverden specifieke informatie en lokale input voor het plan. Zo bleek dat wonen in een aantrekkelijke groene omgeving, dichtbij het centrum en met een dorpse uitstraling een grote wens was. We stelden een plan voor waarin de transformatie van het gebied de sociale duurzaamheid van de directe omgeving benut. Concept Hoensbroek bevindt zich midden in het voormalige mijnbouwgebied. Op historische kaarten is te zien hoe de ontwikkeling van het dorp op de de nabijgelegen staatsmijn georiënteerd is. Het ontwerp voor het park baseert zich op de rijkdom van de ondergrond. De gelaagdheid van de Zuid-limburgse geologie wordt in het park ervaarbaar gemaakt doormiddel van ‘scheggen’. In het park worden groene scheggen aangelegd met wisselende hoogtes. Zij versterken de bestaande topografie van het park


De bewoners denken mee over hoe de wijk eruit moet zien

Geologische scheggen in de Zuid Limburgse bodem

Verschillende ruimtelijke belevenissen in de structuur van het park

en bieden de bezoeker verschillende ruimtelijke ervaringen. Op de scheggen bevinden zich de verschillende functies die de bewoners voor ogen hadden. Ook aantrekkelijk in de tussentijd De transformatie van het park verloopt geleidelijk. Hierdoor is er gelegenheid om verschillende activieteiten met de bewoners te ontplooien. Deze activiteiten zorgen voor betrokkenheid en geven het park een aantrekkingskracht die uitstraalt op de hele omgeving. Zo zijn er onder andere kleurrijke windzakken gemaakt door de bewoners. Er is een bijenhotel gebouwd en er zijn boomplantdagen georganiseerd met de kinderen van de nieuwe school. Alle activiteiten hebben een sociaal en duurzaam karakter.Ze leiden tot grote betrokkenheid en participatie, zowel bij de inrichting als bij het beheer van het Aldenhofpark.

Bewoners planten bomen in het park

Woningen geven het park een duidelijke rand Het park wordt begrensd door de nieuwe woningen. Zij hebben brede fronten en bakenen daarmee het park duidelijk af. De woningen varieren in type en grootte, maar zijn allemaal levensloopbestendig. Door de variatie bieden ze plek aan verschillende doelgroepen. Bijzonder aan de woningen zijn de hobbyruimtes en de werkplaatsen. De Brede Maatschappelijke Voorziening (BMV) en het schoolplein Het beeldkwaliteitsplan dat Bureau B+B maakte voor de nieuwbouw omvatte ook de BMV. Deze is opgebouwd uit De aangelegde scheggen worden al tijdens de uitvoering intensief gebruikt door de jonge bezoekers.


verschillende bouwmassa’s, geschakeld rondom twee binnenhoven en een voorplein. Het voorplein is het schoolplein aan het park, waar de kinderen tijdens, maar ook na schooltijd kunnen spelen. Het eerste binnenhof vormt de entree van het gebouw. Aan de zijkant ligt een enorme trap waar de hele school op kan zitten tijdens bijvoorbeeld een les in de buitenlucht, een toespraak of uitvoering. Het tweede binnenhof kan men afsluiten van het voorplein en is ingericht voor het kinderdagverblijf dat ook in de BMV huist. De BMV heeft deels een beloopbaar dak met een trap, die de verbinding maakt tussen een achtergelegen parkeerplaats, het voorplein en het park. Het dak is toegankelijk vanuit meerdere lokalen en kan ook worden gebruikt om buiten les te geven. Een groot deel van het dak is bedekt met zonnepanelen. De BMV (ontwerp DAT architecten, Tilburg) is reeds gebouwd. De BMV ligt verankerd in het park. De doorlopende weg die voorheen tussen de school en het park liep is opgeheven. Zo staat de BMV nog directer in verbinding met het park. De vorm van het schoolplein beweegt mee in de belijning van de scheggen. Duurzaamheid In het park zijn zoveel mogelijk hergebruikte materialen gebruikt, zowel in de tussentijd als in de definitieve inrichting . Zo zijn de paden over de scheggen bestraat met klinkers uit een straat verderop die herbestraat werd, en is het hekwerk om het schoolplein gemaakt van hergebruikte balkonhekken van de gesloopte woningen in het park. De scheggen van het park zijn zo gepositioneerd dat zoveel mogelijk water kan infiltreren in de bodem van het park. Het eventuele overschot aan water komt terecht in de waterpartij voor het appartementencomplex. In het geval van extreme wateroverlast zit er in de vijver een overstort naar het riool. Ook worden alle waardevolle bomen uit de locatie behouden en worden er inheemse boom- en bloemsoorten ingeplant. Voordat het park werd aangelegd, is het braakliggende stuk land ingezaaid met een rijke bloemenmix waar de bijen uit het bijenhotel van konden profiteren. Wegens het grote succes van het bijenhotel, is besloten dat het moest blijven in het park. Daarom is er voor gekozen om het park in te zaaien met bloemen en planten die speciaal aantrekkelijk zijn voor de bijen. Meerwaarde voor de wijk Aldenhof ligt vlak naast het winkelcentrum van Hoensbroek. In het centrum is weinig groen te vinden. Het park vervult naast de wijkfunctie ook de functie als ‘stadspark’, waar veel mensen op weg naar het centrum doorheen zullen komen. De wijk is getransformeerd van een slecht onderhouden ‘no-go area’ naar een waardevolle groene plek in de stad, tot stand gekomen mét de bewoners vóór de bewoners. De gebruikers hebben het gevoel dat zij mede verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van dit stukje stad en zijn daar enorm trots op!

Ontwerptekening van het Aldenhofpark


Het schoolplein

Paden met hergebruikt steen


CiBoGa Groningen, Nederland (2004-2015)

Type: Openbare Ruimte

Opdrachtgever: Gemeente Groningen

Ontwerpteam: Bureau B+B stedebouw en landschapsarchitectuur

Oppervlak: 25.000 m2 Bouwsom: € 3.000.000,-

Ciboga is een omvangrijk woningbouwproject aan de rand van de Groninger binnenstad, op de voormalige stadsomwalling. Het stedenbouwkundig plan omvat elf vrijwel gesloten bouwblokken, ‘schotsen’, gezet in een openbaar, parkachtig landschap. Een essentieel onderdeel zijn de semiopenbare binnentuinen, die moeten bemiddelen tussen de vele woningen in een hoge dichtheid met weinig privé-buitenruimte en de groene openbare ruimte die van de stad is. Bureau B+B ontwierp het parklandschap rondom de schotsen en de binnentuin van Schots Drie, een gebouw van AAS architecten en Schots vijf, van HVDN Architecten. De openbare ruimte tussen de schotsen bestaat uit een autoluwe woonomgeving, voor een groot deel gelegen op een parkeergarage. De tussenruimtes zijn vaak smal. Uitgangspunt voor de inrichting is om de buitenruimte als een parkachtige sfeer zo eenduidig mogelijk in te richten en geen traditionele straatprofielen te creëren. Smalle asfaltpaden afgestrooid met parelgrind, worden verbreed daar waar nodig voor de bereikbaarheid van hulpdiensten en verhuiswagens. De verlichting wordt opgehangen tussen de bebouwing en houdt het maaiveld obstakelvrij. Het parkachtige karakter wordt versterkt door het gebruik van gras, boomheesters en bollen. Alle beplanting heeft een witte bloeiwijze. Wit bloeiende magnolia’s, krentenboompjes en sneeuwklokjes maken deel uit van een sprookjesachtige transformatie gedurende de seizoenen. Het grasvlak vangt alle hoogteverschillen op waarbij de randen worden gebruikt als zitrand en er zo min mogelijk toegevoegde losse elementen staan in de smalle ruimtes.


masterplan: rooilijnen schotsen

openbaar groen: grasvlakken ontstaan in balans tussen de gevels van de gebouwen en de lijnen van de paden. Gebouwen staan in het groen

bebouwing volumes: de architectuur reageert op de vorm van het masterplan

binnenhoven: de footprint van het binnenvolume van het bouwblok

openbare ruimte: paden reageren op de schotsen van het masterplan en de gebouwen

diversiteit: elk binnenhof heeft een eigen identiteit en is in contrast met de openbare ruimte rondom




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.