![](https://assets.isu.pub/document-structure/230621210814-42f36d483a2971a639d1f1c1aae5014a/v1/027227e8daf6d1f0c55dc281fab0b45f.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
4 minute read
HOTEMETOTEN VAKANTIE
Het verhaal begint met een mooie foto uit een privéalbum op www.archieven.nl. Met daarbij vermeld: Frans Albers-Pistorius en zijn moeder op het strand van Noordwijk, juni 1915. Een volgende foto toont de kleine Frans achter het stuur van een grote, dure auto met een privéchauffeur ernaast. Wie was dat jongetje? Een derde foto toont het hele gezin op het strand, hier zit pa ook bij. Er beginnen kwartjes te vallen: vader is overduidelijk een man van gewicht, een hotemetoot. Zijn houding en de manier waarop hij in de lens kijkt zouden een timide fotograaf op de vlucht kunnen jagen. Maar het kan ook een weetgierig mens aanzetten tot een speurtocht naar het werkelijke verhaal achter deze foto’s.
Alphonse leunt als eigenaar van het eerste privévliegtuig in Nederland trots tegen zijn Daedalus. Gekocht in Berlijn bij de Luft Verkehrs Gesellschaft m.b.H.
Advertisement
De vader van kleine Frans heette op dat moment in Noordwijk nog Alphonse Emile Albers en was burgemeester van het plaatsje AarleRixtel in Noord-Brabant. Een maand na zijn vakantie in Noordwijk kreeg Alphonse Albers bij Koninklijk Besluit toestemming de naam ‘Pistorius’ aan zijn familienaam toe te voegen. Dat was de achternaam van zijn echtgenote Petronella Maria Johanna (Nelly). Nelly was een dochter van Julianus Pistorius, wethouder van de gemeente Helmond en lid van de Provinciale Staten van Noord-Brabant. Waarom Alphonse ook graag Pistorius wilde heten? Geen idee, maar opvallend is dat zijn vader, die eigenlijk Franciscus heette zich tot François had laten omdopen. Deze François zat er, als zoon van een geslaagd boterhandelaar, al warmpjes bij toen hij in 1867 trouwde met Emily Josephine Fox, een afstammeling van een oud en roemrijk adellijk geslacht uit Engeland. Hun zoon Alphonse was dus een klein beetje van adel en een klein beetje van boter.
Links op de foto Nelly Pistorius, schuin achter haar zit haar vader Julianus Pistorius; in de andere strandstoel Alphonse Albers-Pistorius; in de bolderwagen Fransje en achter hem een zus van Nelly.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230621210814-42f36d483a2971a639d1f1c1aae5014a/v1/8734239906116c6eb20e4768344d895d.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
Alphonse werd geboren in Londen in het jaar 1878, trouwde dus met Nelly en in 1913 werd de kleine Frans geboren. Een baby die zou uitgroeien tot Mr. François Jules Willie Alphonse Albers-Pistorius. Grote Frans zou ook deel gaan uitmaken van de nationale Nederlandse (Olympische) Ruiterploeg en in 1962 burgemeester van Houten (Utrecht) worden.
Alphonse was, na de hbs en de polytechnische school in Delft te hebben doorlopen, ambtenaar van de burgerlijke stand in Helmond geworden, totdat hij in 1909 werd benoemd tot burgemeester van Aarle-Rixtel. Vanaf 1910 bewoonde het gezin AlbersPistorius er een kolossale villa met de naam Mimosa. Alphonse liet in de tuin een grote Victoriakas bouwen (zo een als in de Hortus van Leiden staat) waarin hij tropische planten kweekte. Behalve burgemeester, was Alphonse in dezelfde jaren (1909-1924) plaatsvervangend kantonrechter in Helmond (terwijl hij nog géén rechten gestudeerd had!), lid van de Provinciale Staten in Noord-Brabant en lid van de voogdijraad in Roermond.
Priv Vliegtuig
Alphonse was in 1919 de allereerste Nederlander met een privévliegtuig. De Nieuwe Tilburgsche Courant van 11 oktober 1919 meldde: ‘Het vliegtuig is een L.V.G. machine, een tweedekker van de nieuwste constructie, met een motor van 200 P.K. waarmee een snelheid kan worden ontwikkeld van 200 K.M. per uur. Deze moderne luchtbeheerscher heeft den naam van den klassieken Daedalus ontvangen.’
Het vliegtuig was gestationeerd op het pas gerealiseerde eerste vliegveld in de omgeving van Eindhoven, op de Molenheide. De eigenaren van het vliegveld hadden grootse plannen: er werden twee toestellen aangeschaft en twee piloten ingehuurd, waarvan er een, de Duitser Georg Straszer, een vaste aanstelling kreeg. Het moest een internationale luchthaven worden, te beginnen met vluchten op
Engeland. Er werden demonstraties met vliegtuigen en parachutisten gegeven en men kon er tegen betaling rondvluchtjes maken. Zo vertoonde stuntman Fritz Schindler er in 1920 acrobatische toeren aan een rekstok onder aan zijn vliegtuig. Het publiek was verrukt!
De Daedalus van Alphonse crashte in april 1921 op het vliegveld, toen het was uitgeleend aan Georg Straszer. De piloot zelf, zijn monteur en een passagier bleven ongedeerd, maar het vliegtuig kon worden afgeschreven. Ook bleek Molenheide ondanks alle attracties al na drie jaar niet rendabel en werd eind november 1922 failliet verklaard.
AARLE-RIXTEL EN HAAR BEVOLKING
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij, zo ook over Aarle-Rixtel. Uit zijn vroege verslagen, tussen 1897 en 1913, kom je veel te weten over de oer-katholieke bevolking van het plaatsje en over de klein-dorpse sfeer. In eerste instantie komt vooral de armoede onder bur- gers en kleine boeren naar voren, zij zoeken voornamelijk hun heil in de aanbidding van heiligenbeelden. In de plaatselijke kapel staat zo’n miraculeus beeld dat ook door veel mensen van buiten de gemeente wordt vereerd. ‘Helaas,’ zo schrijft de commissaris, ‘komt er zondags ook veel jong volk van heinde en verre, zogenaamd voor de kapel, maar in werkelijkheid om zich te amuseeren en onderweg te vrijen.’ Hij heeft nog meer bedenkingen: ‘Huwelijken komen bijna uitsluitend onder den minderen stand voor; men trouwt maar raak. Boeren blijven veelal ongehuwd, en wonen samen met zusters en broers.’
En dan de plaatselijke veldwachter! De burgemeester vroeg de commissaris om ‘bromsnor’ op het matje te roepen en met ontslag te dreigen als deze niet stopte met het verzaken van zijn plicht. De man nam borrels als steekpenningen aan, was lui en hing voortdurend in herbergen. Verder waren er nog lastige bejaarden: een ‘liefdegesticht voor 30 oude menschen’ was gehuisvest in een mooi kasteel, maar de armen wilden er niet heen ‘want de mannen kregen er geen borrel en de vrouwen geen koffie’.
WELVAART
Maar dan! In zijn verslag van maart 1913 meldt de commissaris een toenemende welvaart onder en dankzij de nieuwe burgemeester: Alphonse Emile Albers-Pistorius!
Aarle-Rixtel had geen last meer van vervelende venters dankzij een nieuw vergunningenstelsel. De waterleiding werd verbeterd. Er was een stroohulzenfabriek en hooiperserij gekomen, waar zo’n 120 mensen werkten, en een kunstmolensteenfabriek, een klokkengieterij en een torenuurwerkfabriek. Bovendien trok het miraculeuze beeld van de Heilige Maagd meer bezoekers dan ooit naar Aarle: toen de directeur van een fabriek in Helmond ziek was, kwam het gehele fabriekspersoneel bidden, ruim 600 man.