het instituut case studies
Grid#00 Nieuwsblad en update van het instituut
Inhoud: het instituut kennismaken het instituut kennis delen case: N340 Provincie Overijssel case: Bos en Lommer case: Polikliniek van de toekomst case: Sterrentoerisme in Alentejo, Portugal poĂŤzie/ kunst/ inspiratie Launch het instituut 4 April Oproep studenten post HBO Geert Mul, Horizons. Museum Boijmans Van Beuningen, 1-3-2008 tm 16-11-2008
Grid#00 pagina 02
Grid#00 pagina 03
het instituut
case N340 Provincie Overijssel
Kennis maken
Eveline Vermeulen - Projectleider case study N340
Innovatief & Interdisciplinair Vraagstukken in onze complexe samenleving worden vaak vanuit één invalshoek benaderd. Het instituut brengt in een innovatieve studievorm mensen met verschillende visies en achtergronden bij elkaar. Samen gaan ze op zoek naar concrete, praktische en integrale oplossingen voor een herkenbaar probleem. Creativiteit en originaliteit in de resultaten wordt gewaarborgd door deelnemers met artistieke kwaliteiten bij het interdisciplinaire team
Vraaggericht & maatschappelijk relevant De opgave binnen een Case Study komt altijd voort uit een werkelijke behoefte in de samenleving: vraagstukken die bij kennisinstellingen, het bedrijfsleven of overheden worden gesignaleerd. De deelnemers komen in deze opgaven niet alleen theoretische, maar ook praktische problemen tegen. Een onderzoeksteam van het instituut komt uiteindelijk met integrale oplossingen die een meer compleet antwoord geven en beter inspelen op de complexiteit en gelaagdheid van onze huidige samenleving.
Het onderzoek Het onderzoeksteam van een Case Study bestaat uit deelnemers, masters en een projectbegeleider. Post HBO studenten kunnen zich aanmelden om deel te nemen aan een Case Study en krijgen de unieke kans om hun kwaliteiten binnen een concrete context in te zetten. Inhoudelijk worden ze begeleid door de masters. Van beeldend kunstenaar tot vertegenwoordiger van de overheid of van architect tot wetenschapper: deze deskundigen hebben altijd een grote staat van dienst binn en hun vakgebied. Deze afgevaardigden uit de praktijk spelen een belangrijke rol, aangezien zij uit eigen ervaring kunnen vertellen hoe het is om tegen het gestelde probleem aan te lopen. Een projectbegeleider tenslotte coördineert het onderzoeksproces, dat constant door alle betrokken partijen kan worden gevolgd. De disciplines en personen waaruit het team wordt samengesteld en de tijd die wordt genomen om het onderzoek te doen hangen altijd af van de vraag die opgelost moet worden. Het instituut maakt de aangedragen oplossingen bovendien openbaar door exposities, workshops, publicaties en online toepassingen. Hierdoor kan de kennis worden gedeeld en wordt tegelijkertijd een maatschappelijke discussie over het onderwerp gestimuleerd. Johan Wagenaar, artistiek leider van het instituut: “Een geslaagde Case Study is mijns inziens meer dan een vruchtbare samenwerking tussen verschillende disciplines en het verbeteren van een concreet probleem. Het samengaan van de delen levert idealiter meer op dan de som der delen. Door de creatieve disciplines te betrekken bij de inrichting van onze samenleving wordt bovendien tot oplossingen gekomen waarin een positief mensbeeld zichtbaar is. En tenslotte beschouwen individuen met verschillende persoonlijke visies zich als lotsverbonden omdat zij aan een gemeenschappelijk doel werken: de Case Study.” Dolf Coppoolse, zakelijk leider van het instituut: “Met het oprichten van het instituut is voor mij een oude wens in vervulling gegaan: het inbrengen van creatieve expertise in vraagstukken die lijken vast te zitten in hun ontwikkelingsfase. Met grote trots kunnen wij in klantgesprekken namen van ‘grote Masters’ noemen en ook daadwerkelijk ervoor zorgen dat zij zich met de opdrachtgever bezighouden met het zoeken naar concrete oplossingen voor soms complexe problemen. Het gezamenlijk met de opdrachtgever werken aan ‘ontdekkingen’ en oplossingen, het elkaar inspireren en corrigeren en het komen met een gezamenlijk product voorziet in een grote behoefte.”
De eerste case study van het instituut wordt in de inleiding van de nota Resultaten Nadere Verkenning N340 als volgt geïntroduceerd:
Kennis delen
Geert Mul, Horizons
Betrokkenheid en inspiratie Johan Wagenaar Artistiek leider van het instituut Begrippen als intimiteit, menselijke schaal, huid en herkenbaarheid zijn kwaliteiten die moeilijk te realiseren zijn in de op efficiëntie gerichte stuwkracht van onze samenleving. In de kunsten zijn dit echter essentiële elementen, die ‘nieuw bloed’ kunnen geven aan individuele ontwikkeling binnen een samenleving. Het zijn elementen die zorgen voor voeding, inspiratie. Versnelling en schaalvergroting, nodig voor economische groei, staan lijnrecht tegenover de beperkte ruimte voor individuele perceptie en de behoefte om in een vergroting toch jezelf te kunnen (her) vinden. Het instituut neemt deze paradox als uitgangspunt en plaatst vooruitgang naast de behoefte aan menselijke beleving en maat(voering). Vrijwel alle problemen en vragen uit de samenleving die het instituut voorgelegd krijgt, en die het uitgangspunt vormen voor de case studies, hebben deze tegenstelling als motief voor onderzoek. Vanaf het eerste uur zijn de creatieven in de teams vertegenwoordigd en krijgen de scheppende kunsten een gelijkwaardige plaats naast de sociale- en ontwerpdisciplines. Vooral kunstenaars zijn in staat om in schijnbaar vastgelopen zaken nieuwe invalshoeken te ontdekken. Maar dat is niet de enige overweging. Een case study biedt de mogelijkheid om te focussen op de kwaliteiten die de kunsten representeren en die ook in de samenleving een rol kunnen vervullen.
Kunnen het ‘pure’ besef voor tijd en ruimte van choreograaf Hans van Manen én de (ontwerp)’integriteit’ van architect Michael van Gessel andere kwaliteiten aan het landschap verlenen? Kan een theatergroep de hoogwaardige technische vindingen van het UMC in een toekomstbeeld oproepen en zal de verbeelding hiervan inzicht en misschien zelfs wel verbetering brengen in de menselijke omgang met techniek? Dergelijke belangrijke culturele en maatschappelijke vragen staan als uitdagingen centraal in de case studies, waarbij professionals en studenten zich gezamenlijk buigen over onderzoek en ontwerp. In een case study worden de problemen en vragen een moment weggehaald uit de samenleving en aandachtig en intensief bestudeerd door een team, waarin verschillende kwaliteiten zijn vertegenwoordigd. Dat levert iets moois op.
‘De provincie Overijssel wil de provinciale weg N340 tussen Zwolle en Ommen inrichten als een 100 km/uur stroomweg, de weg veiliger maken en de leefbaarheid vergroten. Deze opwaardering is nodig omdat de regionale bereikbaarheid de komende jaren verbeterd moet worden.’ Eerdere plannen voor de opwaardering van de provinciale weg zijn om uiteenlopende redenen verworpen. Nader onderzoek naar de verkeersintensiteit heeft uitgewezen dat de N340 een 2 x 2 (twee maal tweebaans) autoweg zou moeten worden. De richtlijnen voor de milieu effectrapportage schrijven voor dat verschillende tracéalternatieven moeten worden onderzocht. Zo staat de zaak ervoor begin april 2008. Ongetwijfeld zullen nog vele rapporten en nota’s geschreven worden over de provinciale weg om te komen tot een beredeneerde en verantwoorde Startnotitie N340; vanuit infrastructureel of ecologisch oogpunt gezien, vanuit de weggebruiker, de boer, de bewoner, vanuit de diverse betrokken bestuurlijke partners en belangenorganisaties. Naast de pragmatische zaken die komen kijken bij een grootschalige ontwerpopdracht als de N340, is het nadrukkelijk de bedoeling van de provincie Overijssel om aandacht te besteden aan culturele aspecten van de gebiedsontwikkeling. De ‘opwaardering’ van een provinciale weg gaat niet alleen over het tracé, maar ook over het landschap met zijn specifieke cultuurhistorische waarden en geschiedenis. Naast structuren, bodemprofielen en schaalniveaus, gaat het ook over immateriële waarden van bepaalde plekken en verhalen, herinneringen.
Fotografie: Erwin Olaf
De provincie Overijssel zoekt op dit punt contact met stichting Het Oversticht en met het instituut, om een case study te wijden aan de N340. Aan het instituut de taak de scheppende disciplines bij de ontwikkeling van de provinciale weg te betrekken. Hoe kijken (jonge) beeldend kunstenaars en ontwerpers, (landschaps)architecten en talenten uit andere disciplines naar de weg Zwolle – Ommen? Zien zij een andere rol voor de ontwerper weggelegd, moet er meer poëzie, ritme en creativiteit in het proces? Welk landschap hebben zij voor ogen? Is dat utopisch, romantisch, platvloers, of beschouwen zij het voorbijglijdende landschap vooral als televisiebeelden? Plannen zij een stiltegebied om de rust en ruimte te eerbiedigen of wordt voorgesteld een kartbaan aan te leggen op het noordelijk tracé om de oorverdovende stilte te doorbreken? Kunnen coloriet en abstractie, lijnvoering, beweging en geluid misschien ook een rol spelen in het ontwerp?
Hans van Manen Beeld: Michael van Gessel
Fotografie: Erwin Olaf
De komende tijd gaat het instituut de case study N340 inrichten. Een interdisciplinair team wordt samengesteld, dat onder leiding van een aantal masters (professionals die een masterclass kunnen geven) en mogelijk een coach, ideeën en plannen gaat ontwikkelen voor de N340. Gezocht wordt nog naar een atelierachtige ruimte (zoals een schoolgebouw, schuur of oud station) langs het tracé, waar het team zich kan terugtrekken voor een intensieve studieperiode. In deze ruimte kunnen workshops en lezingen plaatsvinden, gastsprekers worden ontvangen, presentaties worden gehouden en ervaringen worden uitgewisseld tussen gedreven deskundigen en oprukkende talenten. Be inspired.
Michael van Gessel
Tot dusverre hebben de volgende masters hun medewerking toegezegd: choreograaf Hans van Manen, landschapsarchitecten Michael van Gessel en Katie Tedder en filosofe, dichter Renee Van Riessen. Maar dit is pas het begin. Kijk op www.hetinstituut.org voor informatie en de laatste stand van zaken over case study N340. Fotografie: Michael van Gessel
We weten al eeuwen dat een schilderij ons kan laten zien in hoeverre aandacht en concentratie een inspiratiebron voor een kunstenaar zijn. Neem De anatomische les van dr. Nicolaes Tulp, een meesterwerk van Rembrandt. Dat is op zich al een case study. De arm van de opengesneden misdadiger lijkt opeens op het tracé van de N340 en ik zie in dr. Tulp wel een analytisch deskundige van het UMC. Boven het zwart in olieverf hangen onze studenten, kijkend naar een hoe een mens is: de condition humaine verbeeld.
Beeld: Michael van Gessel
Hans van Manen begon zijn carrière in 1951 bij Sonia Gaskells Ballet Recital. In 1952 sloot hij zich aan bij het Nederlandse Opera Ballet, waar hij in 1957 zijn eerste ballet Feestgericht choreografeerde. Daarna werkte hij bij het gezelschap van Roland Petit in Parijs. Vanaf 1960 tot 1971 was hij verbonden aan het Nederlands Dans Theater als danser (tot 1963) en choreograaf en vanaf 1961 tevens als artistiek leider. In die periode kwam Van Manen als choreograaf volledig tot ontplooiing. Na twee jaar freelancen trad hij als choreograaf/regisseur in dienst bij Het Nationale Ballet. Vanaf 1988 – 2003 was Hans van Manen vaste choreograaf bij het Nederlands Dans Theater; op dit moment is hij huischoreograaf bij Het Nationale Ballet. Zijn oeuvre telt thans meer dan 120 balletten, alle met zijn onmiskenbare signatuur. Helderheid in structuur en geraffineerde eenvoud zijn de elementen in zijn werk die hem de naam ‘Mondriaan van de dans’ opleverden.
Michael van Gessel (1948) heeft zich de afgelopen drie decennia bewezen als landschapsarchitect met een bijzonder talent. Zijn werk is zeer gevarieerd van aard en omvat een brede typologie die reikt van privétuinen tot stedenbouwkundig werk. Zo bepaalde hij de renovatie van het park van kasteel Groeneveld, het Valkenbergpark te Breda, dierentuin Artis en landgoed Twickel. Hij superviseerde de renovatie van het Amsterdamse Vondelpark en maakte het masterplan voor het herstel van het park en landschap rond Kasteel De Haar. Hij ontwikkelde stedenbouwkundige plannen voor Prinsenland (Rotterdam), het centrum van Ede en voor Ruskenveen (Hoogkerk). Andere belangrijke ontwerpen van zijn hand zijn onder meer het Kromhoutpark (Tilburg), de binnenhoven en de inpassing van het ministerie van Landbouw in Den Haag en het concept voor de herinrichting van Nationaal Monument Kamp Vught. Van Gessel was als supervisor voor de openbare ruimte betrokken bij plannen voor IJburg en de Zuidelijke IJ-oevers in Amsterdam en de binnenstad van Almere.
Grid#00 pagina 04
Grid#00 pagina 05
Gedicht Het huis Renée van Riessen Filosofe/ Dichter/ Docente Artez
Niet lang duurde het breken van ons huis. De serre bleef nog even zweven en gaf een doorkijk op het leven: met elke kamer opende een kluis. De schoorsteenmantel ligt vreemd andersom en zichtbaar werd de binnenkant van muren. Verborgenheid kan nu niet langer duren. Tot heel de buurt zeggen de resten: kom. (Twintig jaar Times viel met een doffe klap neer in het puin. Alsof bewezen moest dat hier iedereen kon lezen. Er zitten slakken aan de wenteltrap.) Het stof trekt langzaam van de bouwval op. Nu weten we: we waren koningskinderen, voordat de kou valt moeten wij een woning vinden. Buurmeisjes spelen in de kelder met mijn pop. Renée van Riessen uit Gevleugeld/ontvleugeld , Amsterdam, Bert Bakker, 1996
Geert Mul, Horizons
Case Bos en Lommer
De basisschool Bos en Lommer in Amsterdam is een brede school, zeventig procent van de kinderen is van Marokkaanse afkomst. Brede scholen hebben allemaal gemeen dat de school samenwerkt met andere instellingen zoals kinderopvang, welzijnswerk of muziekschool. Het doel is in het algemeen de ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten. De school vraagt aan het instituut een onderzoek te doen naar de sociale- en culturele positie van de school in de wijk Bos en Lommer. Na dit onderzoek start een ontwerpfase waarbij de vraag van de school is om de omgeving van de school dusdanig te veranderen zodat er weer sprake kan zijn van een leef- en speelgebied voor de kinderen, de ouders en de wijkbewoners. Het idee is om kinderen te laten kiezen voor een discipline om samen met deskundigen vanuit dit rolmodel een positieve bijdrage te leveren aan de verandering van de omgeving van de school en de wijk. Bij het uitwerken en inrichten van de Case Study Bos en Lommer worden gesprekken gevoerd met deskundigen op het gebied van leefbaarheid, jeugdzorg, kinderpsychiatrie, beeldende kunst en architectuur. Betrokkenen Mellouki Cadat, afdeling leefbaarheid Stichting Movisie, Utrecht Marja Valkesteijn, Nederlands Jeugdinstituut, Utrecht Harrie van Leeuwen, de Bascule, kinder- en jeugdpsychiatrie, Amsterdam Leraren, leerlingen en ouders van de basisschool Bos en Lommer, Amsterdam Diederik Schönau, expertisecentrum kunsteducatie Artez, Zwolle Beeldend kunstenaars, architecten en vormgevers Het instituut Case Study: Bos en Lommerschool Aantal deelnemers: 20 - 25 Geplande start: begin 2009 Looptijd: ca 6 maanden.
Case Polikliniek van de toekomst Rutger Van Merkerk projectleider, Medisch Technologisch Innovatie Centrum, UMC Utrecht Een rommelig bezoek, veel zorgverleners met allemaal verschillende informatie, onnodig lang wachten en dezelfde vragen steeds opnieuw beantwoorden; te vaak is dat de omschrijving van poliklinische zorg. Daar komt bij dat de toename in de vraag naar poliklinische zorg waarschijnlijk zo groot wordt dat deze niet vervuld kan worden door toename van het huidige aanbod. Kortom, een voedingsbodem voor noodzakelijke verandering. Tegelijkertijd verandert de maatschappij ook. De patiënt wordt bijvoorbeeld steeds mondiger. Hij wil meer als partner in de beslissingen rondom zijn behandeling meegenomen worden. Patiënten nemen steeds meer verantwoordelijkheid en de samenleving gaat dus anders om met ziekte. Zeker bij chronische ziekten weet de patiënt vaak net zoveel, of zelfs meer, dan de arts. Binnen het UMC Utrecht is al een grootschalig programma opgezet om met al deze veranderingen om te gaan. Het doel van dit programma is om toonaangevende poliklinische zorg en onderzoek grootschalig zó te organiseren dat het aansluit bij de persoonlijke situatie en behoeften van individuele patiënten én professionals. Een hele uitdaging gezien de schaal en complexiteit van de poliklinische praktijk van het UMC Utrecht, met haar 86 poliklinieken, ruim 350.000 poliklinische consulten per jaar, drie kerntaken (zorg, onderzoek en onderwijs) én een grote en toenemende diversiteit aan beroepsgroepen. Het is niet moeilijk voor te stellen dat in dit grote geheel de menselijke maat verloren gaat, terwijl de individuele relatie en kennisoverdracht tussen zorgprofessional en patiënt centraal staat. In de huidige situatie is deze eerder georganiseerd rond de behoefte en situatie van de zorgprofessional dan rond die van de patiënt. De case study Polikliniek van de toekomst zal vanuit een meer filosofisch perspectief de onder druk staande arts-patiënt relatie onder de loep nemen. Hoe verandert deze relatie gezien de maatschappelijke ontwikkelingen? De case study wordt ondersteund met toneel en moderne communicatievormen om de deelnemers de veranderingen te laten beleven. Niet filosofisch denkwerk, maar vormgeving, design en techniek zullen het slotakkoord van de case study worden. Concrete en realiseerbare ontwerpen zullen de veranderende arts-patiënt relatie serieus nemen en ondersteunen. Deze ontwerpen hebben automatisch ook nut in andere locaties waar zorg verleend wordt, waardoor de case study een landelijke uitstraling heeft. Case Study: Aantal deelnemers: 10 - 15 deelnemers Geplande start: nazomer 2008 (start cursusjaar). Looptijd: ca 6 maanden. Adviseur Toneel: Beppie Melissen Beppie Melissen is een Nederlands actrice en artistiek leidster van theatergroep Carver. Melissen is bij het grote publiek vooral bekend geworden door Jiskefet (o.a. Oboema en Jose, en st Hubertusberg.
Case Sterrentoerisme in Alentejo, Portugal
Foto Barragem de Alqueva: Joel Fonseca
Door: Jean-Paul Derveaux, projectontwikkelaar
De probleemstelling van deze case is drieledig:
Met medewerking van: Eric Colpaert, beeldend kunstenaar
a) Hoe kan aan het Alqueva stuwmeer duurzaam toerisme ontwikkeld worden dat zich ent op de unieke troeven van de plaats, namelijk: natuur, stilte en nachtelijke duisternis? b) Hoe kan zo’n vorm van toerisme maximaal worden ingebed in de plaatselijke economische, politieke, sociale en culturele structuur? c) Wat zijn de toekomstige bedreigingen voor natuur, stilte en duisternis? Hoe kan aan bewustwording worden gewerkt bij de lokale bevolking, de politiek, de toekomstige hotels en de toeristen en hoe kan dit bewustzijn worden omgezet in het juiste gedrag?
Het jaar 2009 werd door Unesco uitgeroepen tot International Year of Astronomy. In Portugal, net als in tal van andere landen, zullen allerlei activiteiten plaatsvinden rond het thema van de sterrenhemel. De grensstreek tussen het Zuid-Portugese Alentejo en het Zuid-Spaanse Extremadura is één van de meest desolate en armste gebieden van Europa. De werkloosheidsgraad loopt op tot 30 procent en de meeste jongeren trekken weg. Tegelijkertijd biedt deze streek een schat aan stilte, ruimte en onbezoedelde sterrenhemels. Het is één van de plekken in Europa met de minste lichtvervuiling Vijf jaar geleden ontstond een gigantisch stuwmeer op de grens tussen Portigal en Spanje: de Barragem de Alqueva. Oorspronkelijk werd het stuwmeer integraal gezien als natuurgebied. Onder zware politieke en economische druk werden toch enkele licenties uitgereikt aan projectontwikkelaars om ecologische vijfsterrenhotels te bouwen. De volledige Portugese rand van het stuwmeer, dat zich uitstrekt over ruim honderd kilometer, valt onder het bestuur één gemeente: Reguengos. Dit vormt een geweldige kans én een bedreiging tegelijkertijd. Aan de rand van het meer, ter hoogte van de middeleeuwse stad Monsaraz, bevindt zich het zeventiende-eeuwse klooster van Orada. Dat klooster is gebouwd als toevluchtsoord voor pelgrims op weg naar Compostela. Op een honderdtal meter van het klooster ligt een voorhistorische steencirkel met een centrale menhir, die als een soort van wijsvinger naar de hemel reikt.
Een Playground van Well Design. Contact: Luuk Evers Sigurdur Gudmundsson: Icelandic carpenters & deseased philosophers, 2007
Case Study: Een internationale groep studenten werkt voor een periode van drie weken in het klooster van Orada in Portugal. Iedere dag geeft een gastspreker toelichting op één van de aspecten van het bestudeerde thema. Het resultaat van de case study wordt gepresenteerd in een Studium Generale op en rond de diverse locaties. Mogelijke samenwerkingspartners: Gemeentebestuur Reguengos Concessiehouders diverse hotels Portugees Platform rond 2009 IYOF Portugese Ministerie van Toerisme Bestuur van het Alqueva Stuwmeer Bedrijven die zich opwerpen als morele leiders met betrekking tot duurzaamheid Bedrijven die te maken hebben met de licht- en lawaaiproblematiek Universiteit van Evora Sprekers: Toerisme-experts International Dark Sky Association Unesco werkgroep rond immaterieel erfgoed Denktanks rond plattelandsontwikkeling en duurzame landbouw Marketingexperts Creativiteitscoaches Kunstenaars
Grid#00 pagina 07
Het recycle restaurant:
“Mode beweegt zich in een cirkel. Men grijpt terug op dingen die al eens gedaan zijn”, aldus Marina Toeters. “Door samen te werken met technologen kan deze cirkel worden doorbroken”
“Wij serveren restanten van sterren restaurants”
‘No House’ wine bouwt huizen voor aidswezen in Zuid Afrika
In een eenvoudig ingerichte open keuken staan drie koks. Eén van de koks staat achter een balie waarop een koelvitrine. Het eten in de koelvitrine is hun trots. Niet omdat ze het zelf gekookt hebben maar omdat het kostbare restjes zijn uit sterren restaurants. Deze restaurants leveren dit anoniem omdat het door strenge wetgeving niet mag. Het eten is goed maar de klant wordt voor het nuttigen ervan toch eerst vriendelijk verzocht om een formulier in te vullen waarin staat dat het “Recycle restaurant” zich niet aansprakelijk stelt voor eventuele schade. Tja, regels zijn regels. En als u zich misschien afvraagt waarom dit eten over was. Dan kan dit komen door vele redenen. Bijvoorbeeld doordat een klant grotere ogen had dan maag of zwanger was. Het kan natuurlijk ook komen door teruglopende klandizie en ga zo maar door. Het belangrijkste is dat het lekker is en weggooien reuze zonde is. Ook al is er een klein hapje van de parelhoen poot genomen. Meer info: www.mischavanteeffelen.nl i.s.m. Nicole van der Velde, Johannes Sterk en Mor Langelaar
De regio Kwazulu-Natal in het zuidoosten van Zuid-Afrika is op een dramatische wijze getroffen door de ziekte AIDS. Een hele middengeneratie is aan het wegvallen. Wat overblijft zijn de schoolgaande kinderen en hun grootouders.
Kringloopwinkel Zwolle Wat de één afdankt, kan iemand anders vaak nog uitstekend gebruiken. Maar waar vind je wat je zoekt? En hoe raakt u overtollige huisraad, schoenen, apparaten enz. kwijt?
De Stichting Kringloop Zwolle haalt (her) bruikbare spullen gratis op, sorteert ze, repareert wat kapot is en brengt ze weer in omloop. Zodat ze niet gestort of verbrand hoeven te worden. Per jaar haalt de Stichting Kringloop Zwolle bij zo’n 3000 adressen bijna 750.000 kilo goederen op n daarvan wordt ca.90% weer hergebruikt als product of als grondstof. Huisraad, kleding, schoenen, apparatuur, meubels, boeken en platen... alles wat geschikt is voor hergebruik, wordt gratis gehaald. Bijna driekwart hiervan wordt op de een of andere manier hergebruikt Meer info: www.kringloopzwolle.nl
Zuluvrouw en Katholieke zuster Sister Pricilla is acht jaar geleden een AIDS Hospice gestart waar ze stervensbegeleiding aan AIDS patiënten geeft. De Hospice verschaft werk aan HIV geïnfecteerden en biedt plaats aan een preschool waar 200 kinderen opgevangen worden en te eten krijgen. De Nederlandse stichting HomePlan ondersteunt het werk van Sister Pricilla met een uitgebreid huisvestingsproject. Als ouders overlijden staan hun kinderen er alleen voor. Ondersteund door dit project, bouwen de grootmoeders een familyhome of familiehuis voor de opvang van de kinderen. Zo kunnen de oma’s de zorg voor de kinderen overnemen. Het project is erg succesvol en wordt volledig gedragen door de bevolking in Kwazulu-Natal. Inmiddels zijn er in het plattelandsgebied al meer dan 100 huizen op zeer uiteenlopende locaties gerealiseerd.
We ste
rla
an
NS
-st ati on
Meer info: www.by-wire.net Marina Toeters, fashion innovator Fotograaf: Bob van Rooijen Stylist: Maite Catti Model: Sarah Nuiver
Locatie: Kringloopwinkel Zwolle, Hertenstraat 8, Zwolle Organisatie: Ina Arends 06-33 896 869
ontvangst: 19.00 uur kringloop borrel: Iedereen is welkom voor een hapje en drankje aan de Kringloopbar
programma: Moderator: Gijs Muller, Social Engineer
presentatie het instituut Bert Bakker, bestuursvoorzitter Johan Wagenaar en Dolf Coppoolse - artistiek en zakelijk leider het instituut Jos Beek - bestuurssecretaris, directeur Artez Arnhem Adam Oostenbrink van DesignArbeid: presentatie website en huisstijl van het instituut
presentatie case: N340 Provincie Overijssel Annelies van der Horst projectleider: afdeling cultuur en ruimte van de Provincie Zwolle Renee van Riessen - filosofe, dichter, docente Artez
presentatie case: Polikliniek van de toekomst Rutger van Merkerk projectleider, Medisch Technologisch Innovatie Centrum /UMC Utrecht Film geselecteerd door Beppie Melissen, actrice en adviseur Toneel Marina Toeters - platform By-Wire, Fashion & Technology Zorgkleding innovatie in samenwerking met Kwintet
presentatie case: Sterrentoerisme in Alentejo, Portugal 22.00 uur: einde programma
Meer info: www.nohousewine.com De ‘No house’ wijn is onder andere verkrijgbaar bij supermarktketen C1000.
Feestelijke launch lancering het instituut 4 April 2008 19.00 uur - 22.00 uur
Jean-Paul Derveaux, Projectontwikkelaar Erik Colpaert, Beeldend kunstenaar
Centrum
at ra st en
‘No House’ wijn ondersteunt het huisvestingsproject van Sister Priscilla en HomePlan. Van elke verkochte fles wijn gaat de helft van de winst naar Kwazulu-Natal. Inmiddels zijn al meer dan tien familyhomes bij elkaar gedronken.
Launch het instituut case studies 4 april 2008 rt He
Afgelopen jaar is ze cum laude afgestudeerd aan de MaHKU (Master afdeling Hogeschool voor de Kunsten Utrecht; Fashion Design) op dit onderwerp. Technologie stelt ons in staat om dingen te verrichten die anders fysiek onmogelijk zouden zijn. Airconditioning, centrale verwarming, verlichting en kleding stellen ons in staat om ons onafhankelijk te maken van het ritme en de kuren van de natuur. Goed beschouwd is kleding ook een vorm van technologie. Op een enkele uitzondering na, zoals goretex en polyester, zijn de ontwikkelingen op het gebied van kleding echter beperkt. De gebruikte materialen zijn al decennia of zelfs honderden jaren hetzelfde. De nadruk ligt meestal op de vorm. Vaak wordt hierbij teruggegrepen op vormen uit het verleden. Functie speelt een ondergeschikte rol. Technologie kan nieuwe vormen mogelijk maken of functie toevoegen. Technologieën lijken echter maar zelden hun weg te vinden naar mode. In haar afstudeerproject heeft Marina onderzocht hoe dit komt en hoe men deze samenwerking kan stimuleren. Hiervoor is ze samenwerkingen aangegaan met ontwerpers en technologische bedrijven zoals Kwintet KLM, TNO, TUDelft en Ten Cate. In deze samenwerkingen bleek al snel dat de wereld van modeontwerpers en technologen ver uit elkaar ligt. Het is Marina echter gelukt om tot een aantal fascinerende concepten te komen. Een voorbeeld is de Huggy care in samenwerking met Kwintet Een antibacteriële jurk, met hoge knuffelfactor, gemaakt als ontwerp inspiratie voor toekomstige medische kleding die meer zorgzaamheid uit moet gaan stralen. Dit breisel is bacterie-dodend door de toevoeging van zilver garen. Deze functie is gecreëerd met behulp van nano technologie. Binnen een uur is de drager bacterievrij.
Drinking never solves problems
van Karnebeekstraat
by-wire.net Huggy Care
Stations traat
Grid#00 pagina 06
Ijsselallee
Oo ste
rla an
Kringloop winkel De v
en te
rst raa tw
eg
Grid#00 pagina 08
Oproep Studenten post HBO Het instituut brengt in een innovatieve studievorm mensen Colofon met verschillende visies en achtergronden bij elkaar. Meld je aan om deel te nemen aan een case study, een unieke kans om je kwaliteiten binnen een concrete context in te zetten.
Geert Mul, Horizons
Uitgever: het instituut Š 2008 Redactie: Ina Arends, Johan Wagenaar Art-direction: Ina Arends Grafisch ontwerp: DesignArbeid Eindredactie: www.herrieschoppers.nl Covers: Geert Mul, Horizons www.geertmul.nl Museum Boymans Van Beuningen
Schrijf je nu in! Geef duidelijk aan in welke cases je zou willen participeren. Kijk voor meer informatie op onze website en houd de nieuwsbrief en het tabloid GRID# in de gaten voor regelmatige updates.
Aanmelden: Stuur een e-mail met een beknopt CV naar info@hetinstituut.org en vermeld daarin je contactgegevens en voorkeur voor betreffende case study.
Vermeld: - Contactgegevens - Beknopte CV - Je voorkeur voor betreffende case study
Met dank aan: Gemeente Zwolle, Barbara Borst-Bom, Sietse Haven, Cor van Gasteren Stichting Het Oversticht, Dirk Baalman, Provincie Oversijssel, Artez hogeschool voor de kunsten, Annelies Van Der Horst, Jos Beek, Eveline Vermeulen, Renee Van Riessen, UMC Utrecht, Rutger van Merkerk, Beppie Melissen, Jean-Paul Derveaux, Eric Colpaert, Stichting Hans Van Manen, Studio Erwin Olaf, Katie Tedder, Michael van Gessel, Sigurdur Gudmundsson, Geert Mul, No House Wine, Jeroen Tebbe, Marina Toeters, Gijs Muller, Misscha Van Teeffelen, Wim van der Beek, Adam Oostenbrink, Ruben Abels, Wilma Beuzenberg, Well Design, Kringloopwinkel Zwolle, Jan Hulsink www.hetinstituut.org Artistiek leider: Johan Wagenaar Zakelijk leider: Dolf Coppoolse Communicatie en Pr: Ina Arends Secretariaat het instituut Aan de Stadsmuur 79-83 Postbus 531, 8000 AM Zwolle T 038 4213257 F 038 4218184 De oprichting van het instituut werd mede mogelijk gemaakt door:
Meld je aan voor de nieuwsbrief op: www.hetinstituut.org
uw advertentie? info@hetinstituut.org