Nieuwsbrief ZOUT november 2023 by CampaignsResults

NIEUWS Editie november 2023

BRIEF

Voor leerlingen is het belangrijk dat we samen een dekkend voorzieningenaanbod in de regio realiseren, zodat elk kind thuisnabij passend onderwijs kan volgen. Investeren in de kwaliteit hiervan en de scholen zo goed mogelijk helpen om passend onderwijs te realiseren, dat is onze opdracht. Daar ligt op dit moment de volledige focus van ons samenwerkingsverband. Onlangs organiseerden we twee meet and greet momenten met schoolbestuurders. Dat was een mooie gelegenheid om nader kennis te maken en met elkaar van gedachten te wisselen over een aantal belangrijke ontwikkelingen. Via deze nieuwsbrief neem ik ook u graag mee in deze ontwikkelingen. Zo kunt u in deze uitgave lezen over Team ZOUT, het werk van de TLV-commissie en het gloednieuwe Ouder- en Jeugdsteunpunt. Ook het kwaliteitssysteem Perspectief op School dat we begin volgend jaar introduceren komt aan bod, want daarmee kunnen we onze opdracht goed vervullen: sturen op de kwaliteit van passend onderwijs, zicht houden op deze kwaliteit en er verantwoording over afleggen. Verder belichten we nog graag de achtergrond van de nieuwe Governancestructuur, stelt de nieuwe voorzitter van de ALV zich voor en werpt de voorzitter van de OPR een blik op de rol die ze graag wil spelen in passend onderwijs. Erika Krone, directeur-bestuurder a.i.

7 8 9 10 12 3

Vera Jansen is onafhankelijk voorzitter van de commissie die alle aanvragen voor een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) beoordeelt. Sinds haar aantreden, zo’n jaar geleden, is er het nodige veranderd op het gebied van TLV’s. Hoog tijd voor een gesprek, waarin Vera ingaat op die veranderingen en de plannen die op stapel staan.

Voorzitter TLV-commissie: Grippa is een verademing Toen Vera Jansen door ZOUT werd gevraagd om onafhankelijk voorzitter van de net opgerichte TLV-commissie te worden, was er weinig twijfel of ze dat moest doen. ‘De rol sprak me gelijk aan, omdat de TLV-procedure behoorlijk op de schop ging. Ik kreeg de ruimte om zaken te professionaliseren en echt iets goeds op te bouwen. De TLV-commissie heeft een heldere opdracht: op basis van de ondersteuningsbehoefte van de leerling bepalen wat de beste onderwijsplek is.’ Elke TLV-aanvraag wordt door twee deskundigen beoordeeld. Vera: ‘Ik vind het sterk dat de TLV-commissie uit verschillende deskundigen bestaat, die allemaal hun eigen achtergrond en expertise meenemen. Dat zie je ook terug in hun adviezen. Het is

voor mij als voorzitter interessant om te zien hoe de deskundigen tot een afweging komen. Ik zie dat ze echt een brede blik hebben.’

Grippa: een verademing Om de TLV-procedure beter en efficiënter te laten verlopen, is eerder dit jaar het programma Grippa in gebruik genomen. Een enorme stap voorwaarts, vindt Vera. ‘Met Grippa blijven scholen gedurende het hele aanvraagproces eigenaar van het dossier, zij kunnen de status op de voet volgen. Daardoor kunnen ze regie voeren en ouders steeds goed blijven informeren. Het is handig dat alle communicatie via Grippa loopt. Daardoor kan er geen informatie meer weglekken.’ Vera en haar collega’s vinden Grippa heel prettig werken. ‘Het is een verademing. In het systeem

vinden we alles wat we nodig hebben, dat is fantastisch. In onze adviezen hebben we kopjes aangebracht, die corresponderen met de zaken waarop wij een dossier beoordelen. Voor de deskundigen is dat fijn, want zo kunnen ze nooit meer onbedoeld relevante zaken over het hoofd zien. Voor mij als voorzitter is het ook prettig, omdat ik meer overzicht heb en de adviezen van de twee deskundigen makkelijker naast elkaar kan leggen.’

Monsteroperatie Wettelijk is bepaald dat een dossier maximaal zes weken doorlooptijd heeft, met een eventuele verlenging van vier weken. ‘Voor de zomervakantie hebben we met een flink aantal dossiers die doorlooptijd niet gehaald, dat nemen we onszelf als samenwerkingsverband kwalijk. Aan het begin van de zomervakantie lagen er nog zo’n tachtig aanvragen. We hebben toen alle zeilen bijgezet om de aanvragen te behandelen, er is de hele vakantie doorgewerkt. Vanuit het oogpunt van dienstverlening vonden we dit enorm belangrijk. Je wilt immers dat ouders en scholen weten waar ze aan toe zijn. Bij slechts zes dossier is het niet gelukt om uitsluitsel te geven voor de start van het nieuwe schooljaar.’ Om herhaling van zo’n situatie te voorkomen, zijn de scholen 24 oktober per mail geïnformeerd dat aanvragen voor TLV-verlenging voortaan voor 1 februari binnen moeten zijn en aanvragen voor TLV nieuw of herindicatie voor 1 april. ‘Na die datum kunnen scholen nog steeds een aanvraag doen, maar dan kunnen we geen garantie geven dat deze voor de zomervakantie is afgehandeld’, legt Vera uit.

Kwaliteit van dossiers Om het TLV-traject te verbeteren, moet volgens Vera ook de kwaliteit van de dossiers omhoog. ‘Daar gaan we komend jaar voor

benutten. Nu krijgen we te vaak dossiers, waar bij wijze van spreken dertig bijlagen bij zitten of juist documenten of handtekeningen ontbreken. Dan gaat er onnodige tijd verloren. Onlangs hebben we de TLV-procedure vernieuwd, nu is duidelijk wat scholen moeten doen. Ook hebben we een checklist toegevoegd. Als scholen die checklist nalopen, weten ze zeker dat ze alles aanleveren wat wij nodig hebben.’

TLV voor gehele schoolloopbaan Voorheen werd een TLV zelden voor de gehele schoolloopbaan afgegeven, nu wordt dat de standaard. ‘Dit zorgt voor duidelijkheid en continuïteit richting kinderen en ouders en scheelt het de commissie veel tijd’, zegt Vera. Er blijven echter situaties waarin een TLV wél voor een beperkte duur wordt afgegeven. Bijvoorbeeld bij kleuters, omdat hun ontwikkeling vaak grillig verloopt, en in situaties waarin veel externe factoren meespelen in de keuze voor een ander type onderwijs. Vera: ‘Als die externe factoren veranderen of stabiliseren, kan het kind misschien weer doorstromen binnen het reguliere onderwijs.’

Beoordelingskader Voor het beoordelen van TLV-aanvragen heeft ZOUT geen zogenoemd beoordelingskader. Vera zegt daarover: ‘Er is uiteraard wel een beleidsrichtlijn, een ondersteuningsplan en wetgeving waaraan we ons houden. En alle deskundigen werken volgens hun beroepscode. De inspectie vindt onze afwegingen weliswaar helder beschreven en goed navolgbaar, maar ziet toch graag dat dat beoordelingskader er komt. Daar gaan we dus voor zorgen. Bij de ontwikkeling gaan we zorgvuldig te werk om ons te verzekeren van draagvlak in het veld. We willen toe naar een richtinggevend beoordelingskader, dat voldoende ruimte biedt voor het professionele oordeel van de deskundigen.’

Kwaliteitssysteem Perspectief op School Begin 2024 nemen we het kwaliteitssysteem Perspectief op School in gebruik. Met POS kunnen we antwoord geven op de kernvragen van ons samenwerkingsverband, de modules sluiten naadloos aan op het onderzoekskader voor samenwerkingsverbanden van de Inspectie van het Onderwijs. De data helpen ons om de dialoog met schoolbesturen meer inhoud en diepgang te geven. Zo’n tachtig procent van de extra ondersteuningsmiddelen die ZOUT van het Rijk krijgt, gaat rechtstreeks naar de schoolbesturen. Voorheen had ZOUT onvoldoende scherp wat er met het geld gebeurde, terwijl er wel een wettelijke opdracht is om toe te zien op de doelmatige en rechtmatige besteding daarvan. Bij het inspectiebezoek dat voor de zomer plaatsvond, is nog eens onderstreept dat ZOUT meer moet sturen en meer regie moet nemen op de ambities in het ondersteuningsplan en het waarborgen van de kwaliteit. We hebben de opdracht gekregen om scholen en besturen actief te stimuleren om bij te dragen aan de gezamenlijke doelen en ambities, en om zorg te dragen voor een doelmatige besteding van de middelen. Een instrument dat ons daarbij gaat helpen, is Perspectief op School (POS). POS is een kwaliteitssysteem dat inmiddels door ongeveer de helft van de samenwerkingsverbanden in Nederland wordt gebruikt. We zijn ervan overtuigd dat POS de bestuursgesprekken op een waardevolle manier gaat ondersteunen. Wij kijken ernaar uit om in deze gesprekken samen te praten over de manier waarop de middelen ten goede komen aan de kinderen die extra ondersteuning nodig hebben. Met alle data die straks overzichtelijk in POS staan, zullen de gesprekken zonder twijfel meer focus en inhoudelijke diepgang krijgen. De gesprekken gaan daarnaast belangrijke input opleveren voor de verdere beleidsontwikkeling in onze regio. De voorbereidingen om met POS te werken, zijn in volle gang. Op dit moment zijn we druk bezig om POS te vullen met relevante data, waaronder ook alle financiële informatie. In 2024 gaan we starten met de bestuursgesprekken.

Goed om te weten De werkwijze van ons samenwerkingsverband is dit schooljaar veranderd. We zijn blij dat de procesflow in Grippa al zo snel soepel verloopt. Het is logisch dat oude gewoonten en verwachtingen nog een tijd blijven, er is nog een aantal punten dat we graag onder de aandacht brengen.

Scholen en ouders zoeken via mail en telefonisch nog veel contact met ons om de status van een Team ZOUT- of TLV-aanvraag op te vragen. Wij verwijzen dan altijd naar de scholen, want daar ligt immers de regie. Scholen kunnen de actuele status terugvinden in Grippa. Ouders die hier vragen over hebben, kunnen de school verzoeken om de status van de aanvraag te bekijken. Scholen vroegen de afgelopen periode vaak dossiers op van níet lopende trajecten. In Grippa hoeven echter alleen de actuele leerlingdossiers te staan. Het is niet nodig om gearchiveerde, niet actuele dossiers op te vragen. Het samenwerkingsverband zorgt voor de archivering van afgesloten dossiers (van Team ZOUT en TLV) en bewaakt ook de wettelijke bewaartermijn. Ouders en leerlingen kunnen bij het Ouder- en Jeugdsteunpunt niet alleen terecht met vragen, maar ook voor advies en een luisterend oor. Nu komen uiteenlopende vragen van ouders meerdere malen per week binnen bij het samenwerkingsverband. Het verzoek aan de scholen is om het Ouder- en Jeugdsteunpunt onder de aandacht te brengen van de leerlingen en ouders. Lees voor meer informatie het artikel elders in deze nieuwsbrief of kijk op www.ouderjeugdsteunpunt2603.nl.

Toekomstperspectief voor Team ZOUT best vaak met vragen die eigenlijk over de basisondersteuning gaan. Daarnaast blijft de inzet van Team ZOUT te vaak beperkt tot de individuele leerling en komt duurzame schoolontwikkeling onvoldoende op gang. Ook zien we flinke verschillen in de vormgeving en duur van ondersteuningstrajecten. Team ZOUT bestaat uit bevlogen mensen, die hard werken en veel commitment hebben, maar hun inzet kan beter gecoördineerd en afgestemd worden. Doordat de inzet van Team ZOUT onvoldoende is ingekaderd door beleid en heldere afspraken, worden er steeds meer leerlingen aangemeld voor ondersteuning. Dat leidt tot lange wachtlijsten en een overbelasting van het systeem. Dat is voor iedereen een ongewenste situatie.

Alle specialisten van Team ZOUT zijn het erover eens: ze willen het verschil maken. De vraag is hoe ze dat het beste kunnen doen. Begin deze maand nam het voltallige team deel aan een geslaagde heidag, die conform ons nieuwe kwaliteitsbeleid gericht was op evalueren en voorbereiden van een plan voor 2024. Er is hard gewerkt en er zijn inhoudelijk waardevolle stappen gezet.

In het Ondersteuningsplan van samenwerkingsverband ZOUT staan uiteenlopende ambities op het gebied van passend onderwijs. Scholen en schoolbesturen hebben een kernrol in het verwezenlijken hiervan. Sommige leerlingen hebben extra ondersteuning nodig. Scholen die daarbij hulp nodig hebben, kunnen een beroep doen op Team ZOUT, dat bestaat uit experts met verschillende deskundigheden. Daarbij is het de bedoeling dat er een transfer plaatsvindt richting leerkracht, groep én school. Op die manier levert Team Zout een bijdrage aan duurzame schoolontwikkeling. Dat is belangrijk, want als de school sterker wordt, kunnen álle leerlingen daarvan profiteren.

In de praktijk blijken zaken regelmatig anders te lopen. Zo benaderen scholen Team ZOUT

Voor de verdere ontwikkeling van Team ZOUT benutten we de verkregen inzichten, zodat we de inzet van deze specialisten meer in overeenstemming brengen met de ambities uit ons Ondersteuningsplan. Zo gaan we er samen voor zorgen dat de inzet en expertise van Team ZOUT maximaal bijdraagt aan duurzame schoolversterking en kwalitatief goed passend onderwijs voor alle leerlingen in onze regio!

Nieuw: Ouder- en Jeugdsteunpunt Onlangs is het Ouder- en Jeugdsteunpunt Zuidoost-Utrecht van start gegaan. Ouders en jongeren kunnen hier terecht met al hun vragen over passend onderwijs. Het steunpunt is ontwikkeld samen met het samenwerkingsverband VO in onze regio.

Hennie van den Boorn stond aan de wieg van het Ouder- en Jeugdsteunpunt ZuidoostUtrecht. Hij vertelt: ‘In de nadagen van zijn ministerschap heeft Arie Slob besloten dat er in alle samenwerkingsverbanden in Nederland zo’n steunpunt moet komen. In onze regio hebben de samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs deze handschoen sámen opgepakt. Bij de ontwikkeling van het steunpunt zijn ook ouders uit de ondersteuningsplanraad betrokken.’

Landelijke en regionale informatie Ouders en jongeren kunnen bij het steunpunt terecht met vragen over bijvoorbeeld passend onderwijs, extra ondersteuningsmogelijkheden in de regio of problemen waar ze tegenaan lopen. Het steunpunt heeft inmiddels een eigen website met heldere informatie over passend onderwijs in het primair en voortgezet onderwijs. De website geeft onder meer antwoord op veelgestelde vragen en bevat handige links naar relevante organisaties. Voor ouders met een andere thuistaal is er een speciale ‘select language’-knop met een keuze uit tien talen. Hennie zegt over de website: ‘Ik vind het heel mooi dat al die informatie nu op één plek te vinden is en toegankelijk beschikbaar is voor ouders en jongeren.’

Vraagbaak Via het contactformulier kunnen bezoekers ook zelf contact zoeken met het steunpunt. Op dit moment komen alle vragen nog binnen bij Hennie, maar dat is een tijdelijke situatie. Hennie: ‘De komende maanden gaan we ontdekken met wat voor soort vragen en problemen het steunpunt benaderd wordt. Als we daar een duidelijker beeld over hebben, neemt een onafhankelijke functionaris mijn rol over. Die persoon krijgt een belangrijke rol in de voorlichting aan ouders/jeugdigen. Waar nodig zal deze functionaris vragen en problemen verhelderen en verwijzen naar degene die het probleem kan helpen oplossen.’

Website en folder Om ouders en jongeren te attenderen op het steunpunt is een folder gemaakt, die digitaal en in print beschikbaar komt. De verspreiding ervan zal via de scholen en andere partners in de regio gaan, zoals wijkteams en huisartsenpraktijken. Bekijk nu alvast de website www.ouderjeugdsteunpunt2603.nl

Voorzitter OPR: ‘Ik zie alleen maar kansen!’

De ondersteuningsplanraad (OPR) wil een constructieve bijdrage leveren aan beter passend onderwijs voor álle kinderen in onze regio. OPR-voorzitter Melina Hollestelle: ‘Afgelopen jaren hebben we dat onvoldoende kunnen doen. Het is voelbaar dat er nu een nieuwe wind waait, mede door de nieuwe governance. Als OPR zijn we heel blij een nieuwe weg te kunnen inslaan.’

Waarom zit je in de OPR? ‘In 2019 ben ik in de OPR gegaan omdat mijn beide kinderen om verschillende redenen vastliepen in het onderwijs. Het had grote impact op mijn privéleven dat het onderwijs voor hen niet passend was. In de regio zijn er helaas veel kinderen zoals zij. Binnen de OPR wil ik me voor al die kinderen inzetten. De OPR bestaat uit ouders en leerkrachten. Er zijn veel nieuwe leden bijgekomen, gelukkig zijn we op dit moment weer voltallig. Alle ouders in de OPR zijn ervaringsdeskundigen en de meesten nemen vanuit hun werkachtergrond ook veel waardevolle kwaliteiten mee. Dat geeft de huidige raad echt een extra dimensie.’

Waarom is het onderwijs voor veel leerlingen onvoldoende passend? ‘Ik zie in het onderwijs veel gepassioneerde leerkrachten die enorm hun best doen. Toch kunnen ze vaak niet heel veel anders doen dan ze doen. Deels omdat de kennis over specifieke onderwerpen ontbreekt,

deels omdat er gewoon geen ruimte is. Als je dertig kinderen in je klas hebt, kun je niet van leerkrachten verwachten dat ze het onderwijs voor een deel van de kinderen echt aanpassen. Volgens mij maakt ons huidige onderwijssysteem het voor leerkrachten erg ingewikkeld om het goed te doen.’

Wat betekent de nieuwe governance voor de OPR? ‘Als OPR zijn we nog erg aan het zoeken naar onze rol en positie binnen de nieuwe governance. De afgelopen jaren is er veel niet goed gegaan. De afstand tussen de OPR en het samenwerkingsverband was te groot. Een samenwerkingsverband hoort samen te werken. In mijn optiek gebeurde dat voorheen onvoldoende. Als OPR kregen we onvoldoende ruimte om mee te denken over oplossingen en mogelijkheden. We kregen ook de indruk dat de afstand tussen het samenwerkingsverband en de werkvloer te groot was. We zijn blij dat we nu een nieuwe weg kunnen inslaan. Ik hoop dat het samenwerkingsverband nu echt gaat samenwerken. Niet alleen met de OPR maar ook met scholen. Vragen van scholen moeten serieuzer worden genomen.’

Over wat voor soort vragen heb je het zoal? ‘Er zijn nu bijvoorbeeld veel scholen die enthousiast asielzoekers opvangen, omdat taalscholen vol zitten. Daarbij lopen ze tegen allerlei zaken aan waar ze vragen over hebben en waar ze hulp bij kunnen gebruiken. Nu vindt elke school zelf het wiel uit, dat vind ik zonde. Ik denk dat hier een rol ligt voor het samenwerkingsverband, bijvoorbeeld in het faciliteren van de uitwisseling van informatie en expertise en bij het vinden van oplossingen voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Het zou fijn zijn als scholen op casusniveau kennis delen, zodat er een echt lerend netwerk ontstaat.’

Wat vindt de OPR op dit moment belangrijk thema’s? ‘Een van de onderwerpen is hoogbegaafdheid (hb). Het onderwijs voor hb-kinderen moet veel passender. Er wordt veel te gemakkelijk geroepen dat een plustaakje hier en daar voldoende is, maar dat is natuurlijk niet zo. Het gaat er niet zozeer om dat deze kinderen een hoger IQ hebben en slimmer zijn, ze denken vooral heel anders. Er zijn genoeg hb-kinderen die zich prima kunnen aanpassen aan het normale onderwijssysteem, maar dat wil niet zeggen dat ze tot hun recht komen. We moeten echt de basis op orde krijgen. Dat begint ermee dat scholen hetzelfde bedoelen met hb-onderwijs, anders kun je sowieso geen beleid maken. Enkele jaren geleden kwamen er veel klachten bij het samenwerkingsverband binnen met betrekking tot hoogbegaafdheid. Die klachten hebben de OPR tot actie aangezet. Uiteindelijk heeft dit geleid tot

een onderzoek en het starten van de tussenvoorziening Volare. Daar zijn we blij mee, maar dit lost niet alle problemen op.’

En andere zaken die jullie aandacht hebben? ‘In de zomer zijn veel TLV-aanvragen afgehandeld. Voor de OPR is het onvoldoende duidelijk of er in het so en sbo ook daadwerkelijk een plek is voor alle kinderen die een TLV kregen. Ook weten we onvoldoende of er ruimte is voor de instroom gedurende het schooljaar. Dit is een van de dossiers die echt gestructureerd moet worden.’

Hoe kijk je naar de toekomst? ‘De OPR vindt dat er op veel fronten een investering in de kwaliteit noodzakelijk is. Er moet bijvoorbeeld hard gewerkt worden aan betrouwbare data over passend onderwijs en er kan een flinke slag gemaakt worden in het beleidsrijk budgetteren. Een ander punt is de basisondersteuning, die het samenwerkingsverband wat mij betreft veel te ambitieus heeft geformuleerd. Ideologisch is het prachtig, maar ik vraag me af hoe haalbaar het is in de praktijk. Want om de beoogde basisondersteuning te bieden, hebben scholen best veel kennis, expertise, ruimte én personeel nodig. Maar goed, laten we beginnen bij het begin: de herstelopdracht van de inspectie. De OPR is heel blij met de interim directeur-bestuurder en met de raad van toezicht. Daar hebben we volledig vertrouwen in. Met elkaar kunnen we het anders en beter gaan doen. Ik zie alleen maar kansen!’

DE WAARDE VAN DE NIEUWE GOVERNANCE Afgelopen zomer is de governancestructuur binnen het samenwerkingsverband gewijzigd. Daardoor is er nu volledig onafhankelijk toezicht en meer transparantie. Kees de Bondt, governance-deskundige bij GOC Consultants, begeleidde deze wijziging. Hij legt uit wat de governance voor het passend onderwijs in onze regio betekent.

‘Sinds de oprichting van samenwerkingsverband ZOUT, in 2013, is er in het denken over governance het nodige veranderd. Er wordt daarbij, ook in de politiek, steeds meer de nadruk gelegd op onafhankelijkheid, met name op het punt van intern toezicht. Binnen ZOUT was er voorheen geen onafhankelijk toezicht. Degenen die toezicht hielden, waren bestuurders van aangesloten schoolbesturen. De Algemene Ledenvergadering (ALV) controleerde weliswaar formeel het bestuur, maar had feitelijk nauwelijks de rol van intern toezichthouder. In het voorjaar van 2022 besloten het bestuur en de ALV, dat de governance van ZOUT eens goed onder de loep moest worden genomen. De governancestructuur diende actueel en toekomstbestendig te zijn.

Begeleidingsgroep

‘Good governance kan alleen slagen als er draagvlak voor is, in de eerste plaats bij de schoolbesturen. Zij vormen immers met

elkaar het samenwerkingsverband en hebben gezamenlijk de verplichting om alle leerlingen in onze regio een passende onderwijsplek te bieden. Draagvlak was dus gedurende het hele proces een belangrijk aandachtspunt. Een begeleidingsgroep, bestaande uit bestuursleden en ALV-leden, heeft het proces begeleid en daarbij steeds rechtstreeks gerapporteerd aan de ALV. De directeur van ZOUT had in deze groep een adviserende rol, ik was als externe deskundige toegevoegd.’

Het proces in zeven stappen ‘Het proces bestond uit verschillende stappen. Om te beginnen is een analyse gemaakt van de toenmalige governancestructuur. In oktober 2022 is de ALV bevraagd over deze analyse. Aansluitend hebben alle schoolbesturen een uitgebreide vragenlijst gekregen, z’n tachtig procent heeft deze ingevuld. Op basis van de analyse en de ingevulde vragenlijsten heeft de begeleidingsgroep een voorstel voor een blauwdruk

gemaakt van een nieuwe governancestructuur, met een uitgebreide toelichting op alle voorgestelde keuzes. Na goedkeuring door de ALV is deze blauwdruk vertaald in formele documenten, zoals statuten en reglementen. Uiteindelijk heeft de ALV de nieuwe governancestructuur op 19 april 2023 vastgesteld.’

Essentiële besluiten via ALV ‘Werkenderwijs werd ook duidelijk dat in het samenwerkingsverband de wens leefde om in één keer te starten met een volledig onafhankelijke raad van toezicht. Niet alleen de raad van toezicht is nieuw, ook de rol van directeur-bestuurder (tijdelijk ingevuld door Erika Krone) is nieuw. De directeur-bestuurder kan, met toestemming van de raad van toezicht, over veel zaken een besluit nemen maar niet over essentiële zaken die de kern vormen van het samenwerkingsverband. De besluitvorming over die zaken is voorbehouden aan de ALV. Dan hebben we het met name over het Ondersteuningsplan en de aanpassingen daarvan. Met de nieuwe governancestructuur is de positie van sbo, so en kleinere besturen in de ALV versterkt. Om de onafhankelijkheid zo breed mogelijk te waarborgen, heeft ook de ALV een onafhankelijke voorzitter gekregen. De rol van de ondersteuningsplanraad en de nieuw te vormen medezeggenschapsraad zullen de komende tijd verder worden ingevuld.’

Toekomstbestendig ‘De directeur-bestuurder, de raad van toezicht en de ALV werken de komende jaren samen aan passend onderwijs in de regio. Met de nieuwe governancestructuur is aan een belangrijke voorwaarde voldaan om met elkaar de goede dingen te doen en om daar ook goed toezicht op te houden. De toenmalige minister Slob was van mening dat één onafhankelijk lid in het toezichthoudend orgaan volstond. Ik verwacht dat deze stelling de komende jaren niet houdbaar blijft en dat we toegaan naar allemaal onafhankelijke toezichthouders. ZOUT heeft dat nu en is daarmee op het punt van de governance goed voorbereid op de toekomst!’

Onafhankelijk voorzitter ALV wil bijdragen aan meer verbinding

Doortje Wüllschleger is sinds dit schooljaar onafhankelijk voorzitter van de Algemene Ledenvergadering (ALV). Deze voor haar nieuwe rol maakt deel uit van de nieuwe governancestructuur. Hoe kijkt Doortje naar haar rol en bijdrage? ‘Als onafhankelijk voorzitter heb ik in elk geval één belang: zorgen dat er met elkaar in een goede sfeer efficiënt vergaderd wordt. Daarbij vind ik het belangrijk dat iedereen in de vergaderingen gezien en gehoord wordt en dat er ruimte is voor ieders mening. Ik wil alle leden in staat stellen om bij te dragen aan de vergaderingen. Het gezamenlijke belang: dienstbaar zijn aan alle leerlingen in de regio. Een goede sfeer tijdens de vergaderingen is belangrijk, opdat men elkaar nadien ook weet te vinden. Daar hoop ik in samenwerking met iedereen aan te mogen bijdragen. Door de nieuwe governancestructuur zijn er binnen het samenwerkingsverband veel nieuwe rollen en nieuwe mensen. Dat biedt ook weer nieuwe kansen om met elkaar voort te bouwen op datgeen er al allemaal is. Ik merk dat iedereen gedreven is om te zorgen dat het onderwijs in de regio voor elke leerling passend is. Ik hoop op goede vergaderingen en een fijne samenwerking met elkaar!’