] T P E C
N O [C
1
Colofon
Het Huis van De Brabantse Kempen Doornboomstraat 30 5091 CB Middelbeers 013 514 4719 info@brabantsekempen.eu
Stadsregio Turnhout Campus Blairon 442 2300 Turnhout 014 88 92 55 www.stadsregioturnhout.be
Hogeschool NHTV Claudius Prinsenlaan 4811 DK Breda communicatie@nhtv.nl (076) 53 26 00
buro plot stedenbouw LOC-hal, gebouw 68, #36 Spoorzone Burgemeester Brokxlaan 1000 5041 SG Tilburg (013) 737 0263 info@buroplot.eu
Campina Collectief NS Werkplaats, gebouw 88 Burgemeester Brokxlaan 1000 5041 SG Tilburg +31(6)18144372 contact@campinacollectief.be
LUS Design Haansberg 32 4874NK Etten-Leur lus.design@outlook.com +31(6) 30074479 www.lusdesign.nl
MCSI Burgemeester Brokxlaan 8-88 5041 SG Tilburg 06-18885810 bianca@midpointcsi.nl www.midpointcsi.nl
Koning Willem 1 College Onderwijsboulevard 3, 5223 DE 's-Hertogenbosch (073) 624 9444 www.kw1c.nl
Thomas More Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel +32 14 56 23 10 info.geel@thomasmore.be www.thomasmore.be/geel
2
netwerken kaart
Dit is een uitgave van het Social Innovation “Lab uit het Hart�. Dit Lab is gehuisvest in de regio Hart van Brabant, bij het Midpoint Centre for Social Innovation in de spoorzone van Tilburg. Publicatie 2016, mei Redactie: Carry Rosenblatt Limpens Tekst en beeld: Onderzoekers Campina Collectief Lay out: Thijs Peterka Mathieu Vane Drukwerk PM (weglaten indien alleen online gepubliceerd) 3
Voorwoord Initiatiefnemer Het Campina Collectief is de eerste editie van het Social Innovation Lab uit het Hart. In deze editie van 2015 is ontwerpend onderzoek gedaan naar de internationale Kempenregio (Campina). Het onderzoek is uitgevoerd door studenten en young professionals. Vier van de studenten zijn op dit onderzoek afgestudeerd. De deelnemers hebben gezamenlijk onderzoek uitgevoerd naar de geschiedenis van de Kempenregio. Dit onderzoek laat zien hoe het landschap, de economie en de maatschappij die de mensen die in het gebied leven met elkaar vormen, in onderling verband staan. Deze geschiedenis is beeldend uiteengezet in één lange tijdlijn. Op basis van deze regionale geschiedenis zijn scenario’s voor de verre toekomst van de Kempenregio geformuleerd. Voor de uitsnede Turnhout - Tilburg – Eindhoven is een achttal projecten uitgewerkt. Het onderzoek werd financieel en inhoudelijk ondersteund door Het Huis van de Brabantse Kempen, Stadsregio Turnhout en het Midpoint Centre for Social Innovation (MCSI); provincie Brabant heeft stagevergoedingen bijgedragen. Het BIN in Turnhout heeft de tentoonstelling gehuisvest. Bij deze willen we graag alle deelnemende partijen en hun achterban bedanken voor de steun en motivatie.
Carry
4
Ons 1e gesprek met de initiatiefnemers van het “Campina Collectief” staat me nog helder voor ogen: Bevlogen professionals uit de wereld van architectuur en ruimtelijke ontwikkeling met focus op toekomst en duurzaamheid. “Met ons collectief willen we een project gaan doen over hóe De Kempen er in 2050 uit zou kúnnen gaan zien. Zou jullie streekplatform ons willen faciliteren?” é Is dit niet veel te abstract, zo vroegen wij ons af. In ons platform zitten namelijk partijen – ondernemers bijvoorbeeld - die concrete resultaten willen zien! é Aan de andere kant bood het project ook mogelijkheden aan studenten en ‘young professionals’. Juist die samenwerking met jonge mensen sprak ons aan: Frisse ideeën van mensen die nog niet ‘geïnfecteerd’ zijn met vaste denkpatronen; regeltjes; afspraken etc. De ‘output’ van het collectief geeft voor ons veel stof tot nadenken over de toekomst van De Kempen. Daar hoopten we ook op. Wat ons betreft daarom een grote pluim voor jullie aanpak én de behaalde resultaten!
Roeland van Hooff
Wat een verrijking. Innovatief op velerlei domeinen: de aanpak, de tijdshorizon, de ambitie. Campina Collectief is er onder de sprankelende leiding van Carry Rosenblatt Limpens in geslaagd om de blik te verruimen en de potenties van onze Kempen een extra dimensie te geven. “A mind that is stretched by a new experience can never go back to its old dimensions.” Het adagium van Oliver Wendell Holmes gaat zeker op voor iedereen die met (de resultaten van) het Campina Collectief in contact is gekomen. Dat is wat Campina Collectief gerealiseerd heeft. Voor stadsregio Turnhout kwam de oproep om partner te worden op het juiste moment. Drie jaar geleden zijn we gestart met een traject om een (middel)lange termijnvisie voor de ontwikkeling van onze regio uit te tekenen. Duurzaamheid in al zijn facetten is daarbij het Leitmotiv. Het out-of-the-box-denken dat Campina aanbood om nog verder en breder te kijken vormde dus een prima aanvulling. Bovendien, hoop ik, dat door de samenwerking ook de banden over de landsgrens heen alweer een beetje meer versterkt zijn. We staan nog te vaak met de rug naar elkaar toe en missen daardoor nog te vaak, te veel opportuniteiten om samen Kempen te maken.
Marc Boeckx
5
Samenvatting In 2015 is een ontwerpend onderzoek uitgevoerd onder de titel “Campina Collectief”. Het doel van dit onderzoek was, om nieuwe inzichten te ontwikkelen die bijdragen aan de verduurzaming van de Kempen (specifieker: de Kempische Laagvlakte), gericht op de verre toekomst in het jaar 2100. Het onderzoeksgebied betrof de Brabantse Kempen (Nl) en het oostelijk deel van de Noorderkempen in Vlaanderen. De Kempen vormt een omvangrijk cultuurlandschap aan beide zijden van de Belgisch-Nederlandse landsgrens. De meeste typerende fysieke eigenschappen van deze regio zijn de schrale zandgrond en de landsgrens die dwars door het landschap loopt. De Kempen zijn het “achtererf” van zowel België als Nederland. De combinatie van de landsgrens en de schrale grond heeft in hoge mate bepaald hoe dit internationale landschap er nu uitziet en functioneert. De specifieke omstandigheden in de Kempen hebben ook haar bewoners gevormd. De voedselarme zandgronden van de Kempen waren vroeger economisch weinig interessant. De grootgrondbezitter gaf ze in gemeenschappelijk gebruik. Zo ontstonden de “gemene gronden” op de “campi”, “kampen” of “kempen”. Zo vormde zich het typerende cultuurlandschap van heide, bossen en vennen enerzijds en beekdalen, akkers en weiden anderzijds. De naam “Campina” betekent Kempen. Deze bodem heeft niet alleen het landschap maar ook de mensen gevormd. Kempenaren zijn bescheiden, creatieve en ondernemende mensen die gewend zijn om samen te werken om te overleven en die in staat zijn om zichzelf en hun “verdienmodel” onder moeilijke omstandigheden steeds opnieuw uit vinden. “Collectief” verwijst daarom naar deze regionale sociaal innovatieve cultuur die uit de vroege samenwerking op de zandgronden is voortgekomen. De Kempen kampt momenteel met fundamentele problemen die een aanpassing vergen van de economie en de structuur van de internationale regio. Overbemesting, verdroging en megastallen zijn bekende issues, krimp en leefbaarheid, mobiliteit en betaalbaar wonen vergen ook aandacht. Het economisch profiel van deze landelijke regio ontwikkelt zich, de verhoudingen met de omliggende stedelijke regio’s verschuiven. De regionale economie moet gefaciliteerd worden om zich duurzaam door te ontwikkelen. Er zijn bovendien verschillen in landschap en cultuur ontstaan tussen de Nederlandse en Vlaamse Kempen sinds in 1830 de landsgrens is getrokken. Uit deze verschillen en hun vergelijking zijn lessen te trekken voor toekomstige strategieën. Uit een studie van de regionale historie komt naar voren dat er een samenhang lijkt te bestaan tussen het functioneren van de regionale economie en de kwaliteit van de bodem, de natuur en het landschap. Zolang de economie in balans is met het landschap, functioneert de regio goed. Zodra de economie ten koste gaat van het landschap, volgt er een economische recessie. De gevolgen van langdurig en veelvuldig kunstmestgebruik zijn, dat de regio veel meer monden voedt dan er in de regio zelf wonen, ten koste van het leefklimaat voor de lokale mensen en natuur, door dierziektes, verdroging en verzuring. Doorgaan met voedelsproductie op deze schaal in magastallen en met kunstgrepen lijkt geen houdbaar scenario. Als de landbouw op deze schaal niet houdbaar is, zijn er opnieuw economische aanpassingen nodig om te overleven. De actuele situatie vraagt om een radicaal nieuwe benadering. De cultuur en het landschap van de Kempen hebben gelukkig een groot ontwikkelingspotentieel. De onderzoekers hebben zich de vraag gesteld: “Hoe nu verder? Wat brengt de toekomst voor de Kempen?” Deze vraag is uitgewerkt aan de hand van twee scenario’s: “Graceland” – een optimistisch scenario voor de ideale toekomst: een autarkisch, landelijk Campina waarin alles circulair, schoon en lokaal is, en “Greaseland” – een pessimistisch scenario voor één grote, globale stedenregio waarin de Kempen het afval van de stedelijke economie verwerkt tot nieuwe grondstoffen in een geavanceerd interstedelijk productielandschap. TEKENING!
6
Tijdlijn
Omdat de waarheid altijd in het midden ligt en de toekomst nooit in één nacht tot stand komt, is het mogelijk dat delen van beide scenario’s bewaarheid worden. In de toekomst is een rond de grens gelegen internationaal landschap met lokale, kleinschalige, biologische landbouw en permaculturen mogelijk, dat voldoende ruimte en leisure activiteiten bevat voor bezoekers uit omliggende globaal opererende stedenregio(‘s). En één grote stedenregio eromheen, die is aangesloten op de internationale economische netwerken, met ruimte voor grootschalige, (landbouw)productielandschappen, waarin afval verwerkt wordt tot nieuwe grondstoffen voor de globale maakindustrie. Omdat niemand koffiedik kan kijken, heeft de onderzoeksgroep geen visie of kaart getekend voor het jaar 2100, maar geopteerd voor tien tips voor een duurzamere Kempense Toekomst.
2. Campina in Balans - maak de bodemkwaliteit tot maatstaf voor regionaal handelen. Wanneer we de kwaliteit van de bodem respecteren en geen kunstgrepen uithalen, putten we onze bodem niet uit en behouden we vitale en gezonde bedrijven en een biodiverse leefomgeving. 3.
4.
Campina Circulair - stimuleer de ontwikkeling van kennis over metabolisme en circulaire economie in de Kempen en neem een rol als regionale afvalverwerker. Het past in het economisch profiel van de Kempenregio zich te ontwikkelen als afvalspecialist: inzamelen, scheiden en produceren van nieuwe grondstoffen uit afval en het ontwikkelen van mogelijkheden voor hergebruik. Vrijkomende ruimte - denk aan verouderde industriegebieden, MOB-complexen, landloperskolonies en voormalige agrarische bedrijven - kan worden aangewend voor de ruimtevragende, natuurlijke afbraakprocessen. Hier kunnen nieuwe typen landschap door ontstaan.
Projecten
CampinaStad en CampinaLand - verplaats footloose landbouw naar de steden en stimuleer herstellende, biologische landbouw. Het lijkt logisch om de grootschalige, hoogdynamische landbouw voor een globale markt langzaamaan te verplaatsen naar de internationaal aangesloten stedelijke gebieden. Boeren en buitenlui kunnen in lokale rotatie coöperaties kleinschalige, laagdynamische biologische verbrede landbouw voor de lokale markt organiseren, met zorg, toerisme en recreatie en farmlabs. Zo ontstaat er een attractief en leefbaar boerenlandschap met nieuwe verdienmogelijkheden, gericht op stedelingen.
Trendlijn
1. De canon van de Campina - deel de gemeenschappelijke ontstaansgeschiedenis. De Kempen is één regionaal landschap. In de veelheid van slogans van de Kempense dorpen verdwijnen verschillen in identiteit en programma eerder dan dat ze zichtbaarder worden. In plaats van elkaar proberen de loef af te steken, is samenwerking het sleutelwoord: door de landschappelijke en andere gemeenschappelijke kenmerken van de Kempense gemeenschappen en hun inwoners te vertellen en verbeelden, wordt de identiteit van de Kempense Laagvlakte (Hoge, Lage, Noorder-, Zuider-, Centrale, Turnhoutse) Kempen sterker. Het kan ook helpen de oude naam Campina te herintroduceren.
5. Fam. Campina –maak ruimte voor lokale economie, maar niet tegen elke prijs. Veel Kempense bedrijven groeien vroeg of laat uit hun jas. De dorpen trachten grenzen te stellen aan deze groei. Grote bedrijven veroorzaken namelijk veel zwaar lokaal verkeer en ze zijn landschappelijk moeilijker in te passen. Echter, lokaal gewortelde en verankerde bedrijven dragen veel bij aan de leefbaarheid van het platteland. Ontwikkel beleid om groter groeiende bedrijven lokaal goed te faciliteren, en eis social return. Geen social return? Eis dan relocatie in de stad.
Scenario’s
7
6.
Campina Collectief - stimuleer kleinschalige rotatiecoöperaties, voor de boer, de dorpelingen. Boeren specialiseren zich vanwege de hoge productie-eisen. De gemengde bedrijven van vroeger komen weinig meer voor. Door eigen gronden gezamenlijk te gebruiken in een lokale coöperatie, kunnen gewassen en veeteelt worden gerouleerd. De grond verbetert, er zijn minder of geen meststoffen nodig voor het land, geen antibiotica voor de dieren, de kwaliteit c.q. voedingswaarde van het voedsel neemt toe, het landschap blijft kleinschalig en de toeristisch-recreatieve kwaliteit ervan is groter. Deze oude methode in een moderne coöperatie zou een oplossing kunnen bieden voor de verduurzaming van de Kempense zandgronden. Kleinschalige boeren kunnen overleven. 7.
Campina Adaptief - laat ruimte, reserveruimte, voor tijden van verandering. Ruimte voor ontmoeting, waar vernieuwing begint. Ruimte voor ruimte, nabij, vrij en adaptief. In de Nederlandse planningstraditie zijn natuur, agrarisch landgebruik en verstedelijking op elke schaal gescheiden. Grenzen zijn min of meer helder. Iedereen kent zijn rechten en zijn plichten. In België is er een sterkere menging van stad, agrarische landerijen en natuur. In de dorpen liggen weides. Tussen natuur- en landbouwgebieden liggen stukjes grond zonder duidelijke bestemming. Deze Kempense nevel van menselijk landgebruik leidt tot versnippering, inefficiëncy, kapitaalverlies misschien zelfs, máár… is het niet óók de sleutel tot aanpassingsvermogen en innovatiekracht? Het zijn deze plekken die ruimte laten. Ruimte voor ideeën en experimenten. Ruimte voor beleving en samenzijn. Ruimte voor aanpassing, vernieuwing of innovatie.
De dorpen in de Kempen groeien. In Nederland worden ze compact uitgebreid, tot aan de rondweg met geluidwallen. Van het oorspronkelijke dorp is weinig meer te zien als je erlangs rijdt. De dorpsbewoners zien het landschap ook niet meer. De individuele huizen in de Vlaamse lintbebouwing genieten vrij uitzicht op het landschap. De vrijwel aaneengesloten bebouwing beneemt het zicht vanaf de linten op het landschap . Je moet ver rijden om ergens te komen. En ruimte voor samenkomst is er vrijwel niet. Een dorp is Kempens als het de individuele voordelen van het buiten wonen weet te garanderen én het samenleven weet te faciliteren. Met de juiste mix van een vernieuwde lintverkaveling, nieuwe collectieve woonvormen in én achter de linten, nieuwe collectieve dorpsruimtes en vernieuwde dorpsknooppunten met goed openbaar vervoer kan elk Vlaams-Kempens dorp een voorbeeld zijn voor adaptieve dorpsontwikkeling.
8
9.
10. Campina Smart & Social - ga staan voor de Kempense eigenheid en stel eisen! Het economisch profiel van de landelijke Kempen is agrarisch en industrieel. De Nederlandse Kempen leveren aan Brainport, het Eindhoven van de high tech maakeconomie. De Vlaamse Kempen verwerken producten uit de haven van Antwerpen. De economie van de dorpen is verweven met die van de wereldwijde stedelijke economie. Landsgrenzen zijn daarin niet per sé beperkend. Philips is, behalve in Eindhoven, gevestigd in Turnhout, Janssen Pharmaceutica zit in Turnhout en Tilburg. Globale economieën investeren graag in afgelegen gebieden, als die maar eigenwijs en krachtig koers houden. Grote bedrijven uit de steden wíllen investeren in een creatieve, adaptieve regio. Een regio die technologisch én sociaal innovatief is, heeft veel te bieden aan bedrijven die willen samenwerken en bij willen dragen aan duurzame regionale ontwikkeling. Durf te kiezen!
Projecten
Campina stillekes en schoon – zorg voor coöperatief openbaar vervoer en vrijliggende fietspaden tussen de Kempense steden en attracties, en ontwikkel dorpsknoopunten. De Efteling in de Loonse en Drunense Duinen, en Bobbejaanland op de Kempische Heuvelrug liggen slechts 60 km uiteen. Diverse steden en andere bestemmingen liggen aan deze route; de Beekse Bergen, De Liereman, De Utrecht, Gorp en Rovert, Nieuwkerk, de Tulderheyde, de Regte Heide enzovoorts. De “harde” toeristisch-recreatieve attracties kunnen coöperatief openbaar vervoer aanbieden. Gemeenten kunnen nieuwe dorpsknooppunten inrichten rond bushaltes, met goede reisinformatie, fietsenstallingen en parkeergelegenheid, nabij winkels en praktijkruimtes, om dagelijks gebruik van het openbaar vervoer op de linten te bevorderen. Dit past in de Vlaamse cultuur van het pendelen die tenslotte met de aanleg van de tram langs de steenwegen is ontstaan. De langgerekte dorpsstructuren stammen uit die periode van industrialisatie en lenen zich dus bij uitstek voor openbaar vervoer. Met de elektrische fiets zijn deze afstanden ook goed af te leggen. Een netwerk van vrijliggende fietsroutes door landelijk gebied en natuur, zogenaamde “slow lanes” , kan de bereikbaarheid van de attracties vergroten en maakt de attractiveit van de Kempen beleefbaar.
Trendlijn
Campina Wildernis - behoud het off grid en offline karakter van het grensgebied en ontwikkel het tot internationaal landschap voor dieren en voor mensen: een boslandschap met ruimte voor innovatie en onderzoek in de praktijk. In het grensgebied ligt een reeks oude, private landgoederen op een droge zandrug. De grens kan maar op een enkele plaats door snelverkeer worden gepasseerd. Langzaam verkeer tussen beide landen gaat over bospaden. De beperkte bereikbaarheid (off grid) en het (nu nog) bestaande gebrek aan internetverbinding (offline) zorgen ervoor dat je in het grensgebied kunt (ver-)dwalen. De grensbossen bieden de ideale conditie voor reflectie op het verleden, bewustwording van het heden, en een blik in de toekomst. Off grid en offline landschappen zijn nodig in een regio met een innovatieprofiel. Het zijn de plekken waar kenniswerkers en creatievelingen uit deze high & social tech regio van de gebaande paden af kunnen. Houd deze off grid en offline grensbossen in stand. Het privé eigendom biedt een aardige garantie voor het behoud van de stilte en de rust. Een andere manier om de kwaliteiten te versterken, is het gebied te ontwikkelen tot internationaal landschap voor oorspronkelijke wilde diersoorten die hoog in de voedselpiramide stonden, zoals het edelhert, het wilde zwijn en de wolf: een Kempense wildernis.
Tijdlijn
8.
Scenario’s
9
Overzicht Inhoudsopgave Inleiding
blz. 12
De tijdlijn in fragmenten
blz. 16
Projecten é Offline is the new luxory é Rotatie Coöperatie é Grensloos é Are you Connected? é Weelderige Linten é De Nevelstad é Prototyisch Kempensdorp 1 é Prototyisch Kempensdorp 2
blz. 18 blz. 24 blz. 32 blz. 44 blz. 52 blz. 56 blz. 62 blz. 64
Offline is the new luxory oorsprong: >100.000 BC blz. 18
1
2
Tijdlijn Extra é Grens é Beleid
blz. 30 blz. 48
Trendlijn in de tijd: de Kempen nu
blz. 60
Scenario’s é Grazeland é Greaseland
blz. 66 blz. 68
Trendlijn naar de toekomst
blz. 70
De 10 Tips
blz. 84
Rotatie Coöperatie oorsprong: >8.000 BC blz. 24
3
Grensloos oorsprong: 400 AC blz. 32
KEMPEN HISTORIE SAALIEN
EEMIEN
WEICHSELIEN
STEENTIJD
BRONSTIJD
IJZERTIJD
ROMEINSE TIJD
100.000BC
10.000BC - Stenen voorwerpen (jacht) - Individuele jacht - Sedentaire levenswijze (nederzettingen)
3700BC Ǧ rondom het huis Ǧ ǡ ǡ afgebakend stuk grond rondom het huis - Aanleg mijngroeves
800BC - Families zelfredzaam - Zwervende erven - Start ontbossing - Boerengemeenschappen Ǧ
50 Ǧ ǡ Ǥ ȋ Ȍ - Ontwikkeling verbindingswegen - Voortzetting ontbossing - Sterke ontwikkeling landbouw - Leveringsplicht van platteland aan de stad - Stad en platteland sterk verbonden - Verpachten van grond door landeigenaren
- Neanderthalers - Nomandische Levenswijze Ǧ ϔ
2700BC - Hervorming landbouwsysteem Ǧ ǡ
(200 - 400) (0-200)
- Nederzettingen Nederzettin langs riviertjes en beken - Hogere Hoge gronden uitgeput - Langs de verbindingswegen ontstaan nieuwe nederzettingen
1500BC - Doorontwikkeling Langhuizen (veestallen) - Landbouwmethoden verbeteren (gemengde landbouw)
Verplaatsing naar water
Economische groei : 0 Bodemgesteldheid : 0
Bevolkinggroei : 0
Ijskap
Stuwwal
Toendra
Ijskap
Toendra
Oerbos
Kamp
Oerbos
Kamp
Akker
Weiland
Boerengemeenschap
Boerengemeenschap
Metropool
Dode grond
Nijmegen
Maas
Dordrecht
Dordrecht
Breda
Breda
Ijskap
Oirschot Alphen
Alphen
Heerbaan Antwerpen/Nijmegen
De Rom eins eg penw
e Kem
Toendra
Hoogstraten
Hoogstraten
Antwerpen
Antwerpen
Leuven
Leuven
Tongeren
Maastricht
7
Toe
Prototypisch Kempens dorp 1 oorsprong: 2100 AC blz. 62
100.000 BC.
10
50
400
750
Heerbaan Antwerpen/Nijmegen
Deze publicatie leest als een verhaal. In dit verhaal bevinden zich geen aparte hoofdstukken maar dient het als 1 geheel gezien te worden. Dit geheel begint met een overzicht van de Tijdlijn; de ontstaansgeschiedenis van de Kempen in woord en beeld. Deze geschiedenis is onder te verdelen in verschillende tijdsfragmenten. Aan deze tijdsfragmenten worden individuele projecten gekoppeld die specifieke thema’s belichten binnen de Kempen. Uit de Tijdlijn is er een economische tendens af te lezen die is samengevat in de Trendlijn. Na dit gedeelte worden er twee scenario’s geschetst welke worden omgezet in een toekomstbeeld voor De Kempen. De ene is uitgegaan van een neerwaartse spiraal; “Greaseland” en de ander is uitgegaan van een opwaartse spiraal; “Grazeland”. De lessen uit alle onderdelen tezamen: Tijdlijn, Trendlijn, Scenario’s en projecten, zijn gebundeld in Tien Tips voor de Toekomst van de Kempen. Deze onderdelen zijn te herkennen aan vier verschillende tab kleuren die aan de rechterkant te zien zijn.
4
5
Weelderige Linten oorsprong: 1889 AC blz. 52
Nevelstad oorsprong: 1948 AC blz. 56
6
+/- 2.400.000 000 inwoners in
Trendlijn
Are you Connected? oorsprong: 1860 AC blz. 44
Tijdlijn
Leeswijzer
- Stichting van de Kempische kolenmijnen
MIDDELEEUWEN
(400 - 600)
- Kempen raken steeds meer onbewoond en nieuwe wouden nemen het land over - Romanisering; veel soldaten en ambtenaren blijven in de Kempen - Veteranen kregen vaak een akker als beloning voor bewezen diensten - Op de brokstukken van romeinserijk werden kleine steden teruggebouwd
(600 - 800)
768 - Vorstendommen komen te vervallen - Kleine buurtschappen op hogere dekzandruggen met omliggende akkers 814 - Feodaal stelsel van leenheren en leenmannen
REINAISSANCE
(800 - 1000)
(1000 - 1200)
(1200 - 1400)
- Meeste wouden alweer gekapt - Nieuwe nederzettingen ontstaan tussen ontgonnen akkers aan de randen van de beekdalen - Verbouwen van Rogge en op de arme gronden Boekweit - Vee graasde op de woeste gronden rondom de akkers Ǧ ϔ ǡ nieuwe heidevelden - Adel sticht kerken
1000 - Boeren gebruikten woeste gronden ook voor jacht - Adel eigent zich woeste grond toe als prive jachtgebied - Kastelen: houten torens op kunstmatige heuvels. - Opkomst van de handelssteden -Opkomst van de ambachten
1200 - Vrijheden gesticht in de kempen Ǧ ȋͷͶͿȌǡ ǡ ǡ ȋͷͷȌǡ ȋͷȌ - Woeste gronden werden gebruikt als gemeenschappelijke heide voor plaggen en houden van schapen - Lakenindustrie (wol) - Heide-economie
1100 - Ten zuiden van de Kempen ontstaat het graafschap Brabant (Hertogdommen vanaf 1188) - Buiten Hertogdommen ook nog enkele landgoederen - Vestiging abdijen in Kempen
(1400 - 1600)
1500 - Stedelingen hadden een eigen akker buiten de stad Ǧ Ǣ ǡ ȋ ǡ Ȍ 1600 - Lakenindustrie komt ten val - Turnhout (bijvoorbeeld) ging zich toeleggen op het vervaardigen van linnen
INDUSTRIALISATIE
(1800 - 2000)
1830 Ǧ ϔ - Kempen werd ‘Siberie van de Lage Landen’ - Streekeigenheid ging verloren - Vestigen zware industrie - Ontginnen grondstoffen Eind 19de eeuw - Industrialisatie in de Kempen - Turnhout werd industriestad in de Kempen mpen - Stichting van de Kempische kolenmijnen mijnen - Kempen Dunbevolkt en arm Ǧ 1914 - Kempen Dunbevolkt lkt en arm a Ǧ
GE
GK
AD
1930 Metamorfose - Metam amorfos rfose f Kempen - Kempens K mpenss ondernemerschap internationale industriele conglomeraten - Hoogwaardige Hoog vanuit dorpen en marktsteden - Toelevering To - Ontwikkeling universiteiten - Maakindustrie en logistiek Ǧ
EH
TH HT
1945 - Snelle industrialisatie - Kempen wordt beter ontsloten Ǧ ȋ Ȍ Ǥ TH
1952 19 Ǧ Ǧ
Bos
Heide
Vrijheden
industrie
Akkers
Productiebossen
Boerderij
Heide
Weiland
Landbouw
Landgoed
Steden
Handelssteden
Kerk
Vervuilende industrie
Heide
weg
Boerengemeenschap
Nieuwe wouden
Nijmegen
Hooiplaggen
Lintbebouwing
Verplaatsing naar water
BE NE
19.. - Militaire en vliegvelden ire terreinen terr - Kempen iss midden midde van Ijzeren Rijn
M Mestplaggen Verplaatsing naar water
Natuur
Landbouw
Stad
Nijmegen
Halder
Halder
Dordrecht
Kasteren
Kasteren
Breda
Oisterwijk
Gorp en Roovert (1312)
Oirschot
Oirschot
Oirschot
Oirschot
De Hoevens (700)
Alphen
Alphen
Alphen Rom eins e Kem eg penw
Veldhoven
Veldhoven
Eindhoven Hoogstraten
Hoogstraten
Hoogstraten
Hoogstraten Antwerpen
Leuven
Keersop
Keersop
Turnhout Borgel
Arendonk
Borgel
Postel (1100)
Tongeren
Tongeren
Maastricht
Maastricht
komst
1930
NU
Prototypisch Kempens dorp 2 oorsprong: 2100 AC blz. 64
Scenario’s
1830
8
Projecten
De
Nieuwkerk (1200)
Kempen 2100
11
Inleiding Campina Collectief - organisatie Campina Collectief Campina Collectief is het project van een groep jonge onderzoekers en ontwerpers die een half jaar lang onderzoek hebben gedaan in de Kempenregio. De onderzoekers hebben allemaal een ruimtelijke opleiding en oriëntatie. Ze hebben een achtergrond in agrotechnologie, landschapsarchitectuur, architectuur, urban design, ruimtelijke ordening, mobiliteit, en film. Inmiddels is het Campina Collectief het ook de Geuzennaam van de groep zelf. Onderzoekers en verbeelders Thijs Peterka – student Urban Design, afgestudeerd Mathieu Vane – student Urban Design, afgestudeerd Tijme Scholte - young professional Urban Design Daan Mulders - young professional Architectuur Bas Fokkema - young professional Lus Design Bjorn Hendriks - young professional Architectuur Frederique Fresen - young professional Urban Design Arthur Vogels – student Mobiliteit, afgestudeerd Lien Vlaminckx – student Agro Biotechnologie – Milieubeheer, afgestudeerd Elise Quadvlieg - young professional Landschapsarchitectuur Patrice Winfield - young professional Filmmaker Chiem Bressers – student Koning Willem 1 Luuk Fredriks – student Koning Willem 1 Dennis van der Loop – student Koning Willem 1 Emma Kroes – student Koning Willem 1 Jeroen van Leuken - student Koning Willem 1 Martijn Backx – student NHTV, Ruimtelijke Ordening en Planologie Organisatie en begeleiding Buro plot heeft het Campina Collectief georganiseerd, de groep ondezoekers geformeerd, de faciliteiten geregeld en de onderzoeksagenda bepaald. Ook de inhoudelijke en afstudeerbegeleiding is door plot verzorgd. Ondersteuning Joost Horvers - Coördinator Candy Lee - Secretariaat Opdrachtgevers/financiers Het Huis van de Brabantse Kempen, de Stadsregio Turnhout en het Midpoint Center for Social Innovation hebben het Campina Collectief gevoed. Zonder hun opdrachtgevende rol en financiële ondersteuning had dit project niet uitgevoerd kunnen worden.
12
Campina Collectief - onderzoek Campina of Kempen Campina of De Kempen is een landelijke regio, opgebouwd uit schrale zandgronden. De regio is internationaal, dat wil zeggen dat het overgrote deel in Vlaanderen ligt en een kleiner deel in Noord-Brabant, Nederland. De Kempen wordt omringd door steden, hotspots in de wereldeconomie. Stadsregio Turnhout is de enige stedelijke manifestatie binnen de Kempen. Voordat de grens er doorheen werd getrokken was, De Kempen één regio, met één geomorfologische oorsprong: de hogere dekzandruggen. De zandgronden brachten weinig op voor de landbouw en boeren zochten elkaar op om samen als collectief economisch rendabel te zijn en blijven. Nog altijd kenmerkend voor de Kempen is het grote vermogen tot samenwerking en het ondernemerschap. Door de landsgrens die de Kempen verdeelde, werd De Kempen de achtertuin, zowel van Nederland als Vlaanderen. Verduurzaming Verduurzaming is een van de doelen op de agenda van vele partijen in de regio. Verduurzaming kan niet tot stand komen vanuit een louter ruimtelijke blik. Het Campina Collectief heeft zich dat terdege gerealiseerd. Ontwerpend onderzoek en visualisatie van ideeën kan echter wel het gesprek over de toekomst faciliteren. Het Campina Collectief laat zien wat dit kan opleveren. Het team biedt zich aan als visual facilitator voor een interregionaal gesprek over een duurzame Kempense toekomst, als dat gesprek zich ontwikkelt. Studiegebied Het onderzoeksgebied is een uitsnede van de Kempenregio: de Kempische Laagvlakte. De focus van de diverse ontwerpen ligt op het landelijk gebied tussen Turnhout, Tilburg en Eindhoven, een deel van de Brabantse Kempen (Nl) en de Noorderkempen (Be). Ontwerpend Onderzoek Het team heeft onderzoek gedaan naar de Kempische identiteit en kracht, en agenda’s voor de toekomst. Er zijn prikkelende ontwerpen gemaakt voor regionale ontwikkeling. Dit materiaal kan inspireren en een aanzet zijn voor een ontwikkelingsvisie, gericht op het creëren van economische vitaliteit, verduurzaming en internationalisering. Er is géén kwantitatief economisch of sociaal geografisch onderzoek uitgevoerd. Daarvoor ontbraken de middelen. Daarom kon er niet worden gewerkt met kwantitatieve scenario’s voor groei of krimp. Wel zijn er ideeën bedacht met de stijgende zeespiegel als uitgangspunt. Wat als de zeespiegel zoveel stijgt dat bewoners uit laag Nederland verhuizen naar de hoge en droge zandgronden? Twee projecten laten zien wat jongeren van nu zich voorstellen bij Kempense woonlandschappen in 2100.
13
Inleiding Tentoonstelling Tijdlijn De ontstaansgeschiedenis van de regio is verbeeld in een tijdlijn: historische gebeurtenissen die de regionale economie en maatschappij hebben gevormd, zijn gekoppeld aan een principe doorsnede en plattegrond van het Kempense landschap. De wisselwerking tussen de fysieke bodem en de economische en maatschappelijke ontwikkeling wordt op deze manier zichtbaar. De gedachte is dat het zichtbaar maken van de ontstaansgeschiedenis bijdraagt aan bewustwording van de regionale kracht en identiteit. Bovendien is het input voor een verduurzamende aanpak van economische en maatschappelijke ontwikkelingen. De tijdlijn bestaat uit tijdvakken. Onder elk tijdvak staat een principe doorsnede en een principe plattegrond van het Kempense landschap in dat betreffende tijdvak. Boven elk tijdvak staan relevante ontwikkelingen in landbouw, economie, maatschappij, politiek en verstedelijking. Van boven naar beneden wordt de invloed van ontwikkelingen op het landschap zichtbaar. Van links naar rechts zie je hoe de ontwikkelingen elkaar opvolgen en hoe het landschap zich ontwikkelt tot wat het nu is. Trendlijn In de geschiedenis van de Kempen wordt een tendens zichtbaar. Perioden van economische bloei en volledige uitputting wisselen elkaar af. Er tussenin tijden waarop landschap en economie in evenwicht zijn. De trendlijn geeft stof tot nadenken over de volgende stap in de ontwikkeling van de regio.
14
Campina Collectief - onderzoek Scenario’s De geschiedenis vormde de basis voor het onderzoek naar de toekomst van de Kempen. De plekken die in het verleden kansarm waren, of die zijn benut voor zaken die niemand in zijn achtertuin wilde, hebben in het denken centraal gestaan. Het zijn deze oude plekken, gelegen op hoge en droge dekzandruggen, die beeldbepalend zijn en die de Kempen juist identiteit en kracht hebben verleend. Er zijn 2 scenario’s bedacht voor de toekomst van de landelijke Kempen; de individuele dorpen, de steden en stedelijke samenwerkingsverbanden, zoals BrabantStad zijn buiten beschouwing gelaten. Eén scenario valt terug op bewezen methoden uit het verleden, op hedendaagse wijze georganiseerd. Een ander scenario werpt een wat brutale blik in een zich aftekenende toekomst vol onzekere factoren. Uitwerkingen De uitgewerkte thema’s en ontwerpen passen binnen een van beide scenario’s.: 1. Grensloos, over de landsgrens 2. De Rotatie Coöperatie, over de landbouw 3. Off grid is the new Luxury, over de natuur 4. Are you connected?, over mobiliteit 5. Weelderige linten, over verstedelijking en nieuwe woonvormen 6. Prototype voor een nieuw Kempens dorp 7. Ontwerp voor een nieuw Kempens toekomstdorp 8. De Nevelstad, over de adaptieve regio Alle uitwerkingen bijeen leveren een eerste blik in een potentiële toekomst voor de landelijke Kempenregio. Uiteindelijk zijn beide scenario’s samengevoegd en samengevat in de trendtekening.
15
Tijdlijn in fragmenten
SAALIEN
Economische groei : 0 Bodemgesteldheid : 0
Bevolkinggroei : 0
Ijskap
Stuwwal
Het ongerepte Kempenlandschap is gevormd door de elementen: ijs, water en wind uit de ijstijd. Er ontstaat een warmer klimaat en het open landschap evolueert naar een gemengd dennenberken oerbos. De eerste bewoners leven op een primitieve nomadische wijze. Men jaagt in groepen op wild, zoals elanden, edelherten, zwijnen en oerrunderen, en trekt van de ene naar de andere plek. Door de tijd heen ontwikkelt de mens zichzelf en maakt men uit steen en hout de eerste voorwerpen. De bijl en de speer zijn de belangrijkste voorwerpen die worden ingezet bij de individuele jacht. Deze ontwikkelingen hebben ervoor gezorgd dat de mensen langer op een plek verblijven en de nomadische levenswijze wordt verruild voor een sedentaire levenswijze.
Toendra
Ijskap
Toendra
16
Tijdlijn
EEMIEN
Ijskap
Toendra
17
Offline is the new Luxury Impressie van een recreatief natuurlandschap
LEEFGEBIED
250 KM2 625
WILDE ZWIJNEN
6.250
EDELHERTEN
2-10
WOLVEN
DE KEMPEN ALS ULTIEM, AUTENTIEK NATUURGEBIED
Belgisch D E groen K E Mstructuren P E N A L S U L T I E M , A U T E N T I E K Verschillend N A T U U Rgroenbeleid GEBIED
Nederlands groen structuren BOSRAND KERNGEBIED HART
In deze toekomstvisie voor 2100 wordt ingezet op behoud van het stille grensgebied, zonder connectie met de buitenwereld. Gewoon even niks. Het grensgebied als dé plek waar je ongestoord kunt genieten van ‘ouderwetse’ natuur: Offline is The New Luxury. Het natuurbeleid in Nederland en Vlaanderen verschilt sterk en natuurgebieden op de grens sluiten niet op elkaar aan. Vlaanderen richt zich op behoud en de ontwikkeling van grote geconcentreerde groengebieden en landgoederen, gevarieerd in planten diersoorten. Nederland knoopt natuurkerngebieden aaneen met ecologische hoofdstructuren (EHS). Zodat planten en dieren zich makkelijk kunnen verspreiden en minder vatbaar zijn voor milieu-invloeden. Voor bewoners en gebruikers van natuur is het EHS-beleid erg technologisch, ecologisch en wetenschappelijk. Natuur wordt het best ervaren in landschappen waarin cultuur en natuur verweven zijn. De gewaardeerde aspecten van groen- en natuurgebieden zijn rust, ruimte, stilte en donkerte. In grootschalige natuurgebieden kun je deze kwaliteiten beter ervaren. Robuuste natuur heeft ook een betere biodiversiteit en natuurconditie, en geeft meer ruimte voor economische ontwikkelingen door de stabiliteit van het gebied. Het grotendeels private bezit van de gronden aan Nederlandse zijde van de grens is een garantie voor behoud. Sterker zou het zijn als dit stille gebied een formele status krijgt.
Oorsprong project in de tijd: >100.000 BC ontstaan hoge rug
In de verre geschiedenis leefden er in de Kempen grote grazers zoals rendieren. Door het opwarmen van de aarde verdwenen deze dieren. Stel dat we de behoeften van deze Kempense dieren als uitgangspunt nemen voor het ontwikkelen van een grensoverschrijdend natuurbeleid? Dit voorstel voor behoud van de stilte en versterking van de natuurwaarden is gebaseerd op de herintroductie van diersoorten die hoog in de voedselketen staan en vroeger in de Kempen voorkwamen: wolf, wild zwijn en edelhert. Het voorstel combineert het beleid van beide landen. Er wordt een kwalitatief en robuust natuurgebied gecreëerd, waar bezoekers te gast zijn. Met voldoende ruimte voor de sleuteldieren, als drager voor een EHS 2100.
Sleuteldieren en schaal van het gebied BOSRAND KERNGEBIED HART
Tussen Tilburg, Eindhoven en Turnhout is een kerngebied van 250 km2 voorgesteld, als basis voor “De nieuwe Kempen”, een nieuwe wildernis. Een bufferzone zorgt voor de scheiding tussen het kerngebied voor de Kempense dieren en de stedelijke functies en biedt ruimte aan agrarische gebruik, ontspanning en recreatie. Het buffergebied wordt naar ‘Nederlandse model’ verbonden met landschappen op hogere schaal, door robuuste verbindingen. Het gehele gebied zou een status als internationaal landschap kunnen krijgen, het kerngebied een status als internationaal natuurpark.
I
J
i
s
WO
re
ch
N
E
c
ie
ag
at
ra
e
r
V
TILBURG
r
B
E
R
EN
Voorstel zonering voor een recreatief/agrarsich natuurlandschap
N
D
Sleuteldieren en schaal van het gebied
n
o
a
e
sp
re
n
ont
EINDHOVEN
n
in
b g
Concept Concept
Concept nieuwe groen structuren
NIEUWE STRUCTUUR RUIMTE VOOR DIEREN
BOSRAND
LOONSE EN DRUNENSE DUINEN
KERNGEBIED HART
HET GROENE WOUD
KOLONIEBOSSEN
BREBOS
DE NIEUWE KEMPEN STRABRECHTSE HEIDE
HOGE BERGEN
LEENDERHEIDE
KEMPENBOS
NIEUWE RUIMTE VO
BOSR K
ZWARTGOORHEIDE
Projecten
TURNHOUT
Tijdlijn in fragmenten
WEICHSELIEN 100.000BC
- Neanderthalers - Nomandische Levenswijze Ǧ ϔ
Oerbos
Kamp
Een gevolg van deze sedentaire levenswijze is dat er stammen ontstaan. De families worden groter, er ontstaat een grotere behoefte aan voedsel. Hieruit ontstaan de eerste vormen van veehouderij, waarbij het vee op een afgebakend terrein kan grazen. Daarnaast komt men tot de ontdekking dat je gewassen kunt verbouwen rondom de eigen stam, in plaats van te plukken of rapen in de nabijgelegen bossen. Dit is het moment dat de mens voor het eerst zijn omgeving bepaald, omdat nu met stenen bijlen stukken bos worden gekapt om grond vrij te maken voor landbouwakkers. 20
Tijdlijn
STEENTIJD 10.000BC - Stenen voorwerpen (jacht) - Individuele jacht - Sedentaire levenswijze (nederzettingen)
Oerbos
Kamp
Met een aantal technische innovaties, zoals de uitvinding van het wiel, ontstaan de eerste karren en ploegen om het land te bewerken. Omdat door deze uitvindingen het land beter bewerkbaar wordt, neemt de landbouwactiviteit toe. Rondom deze stammen ontstaan ook de eerste mijnen ten behoeve van de steenwinning voor het maken van nieuw materieel. 21
Tijdlijn in fragmenten
BRONSTIJD 3700BC Ǧ rondom het huis Ǧ ǡ ǡ afgebakend stuk grond rondom het huis - Aanleg mijngroeves 2700BC - Hervorming landbouwsysteem Ǧ ǡ 1500BC - Doorontwikkeling Langhuizen (veestallen) - Landbouwmethoden verbeteren (gemengde landbouw)
Akker
Weiland
In deze periode wordt de landbouwmethode aanzienlijk verbeterd. De methode verschilt zeer sterk met die van de neolithische culturen, waar veel minder aan gemengde landbouw werd gedaan. Met brons als nieuwe grondstof kunnen potten en dolken worden gemaakt om de opslag en jacht te verbeteren. Maar ook de intrede van de langhuizen is een grote verandering. Nu kan een stam op een gecontroleerde manier vee houden. In deze periode is er een grote toename van veeteelt en landbouw, waardoor veel bos verdwijnt. Zo ontstonden mogelijk de eerste heidevelden. 22
Tijdlijn
IJZERTIJD 800BC - Families zelfredzaam - Zwervende erven - Start ontbossing - Boerengemeenschappen Ǧ
Boerengemeenschap
De intensivering van de landbouw vergt steeds meer van de omgeving. Stukken oerbos worden gekapt en niet meer terug geplant. De stammen kunnen voorzien in hun eigen behoefte. Ook ontstaan de eerste woonstalhuizen. Er ontstaan veel versnipperde stukken landbouwgrond en de eerste ruilverkavelingen vinden plaats. Er ontstaat een heldere verdeling van gronden die leidt tot betere bewerking van het land. Door de verbreding in landbouwgewassen en specialisatie van boeren ontstaan er grotere gemeenschappen, trekken meer families en boeren naar elkaar toe en ontstaan er boerengemeenschappen, waarin verschillende boerenspecialismen bij elkaar gebracht worden om de landbouwactiviteit te versterken. 23
De RotatiecoĂśperatie
Kempens open landschap Droom Boeren verbouwen diverse teelten over gemeenschappelijke gronden en tussendoor grazen koeien en wroeten kippen en varkens in de mee roterende graslanden. Vruchtdragende bomen, struiken en andere meerjarige gewassen verrijken het bodemleven met hun woelende wortels en hun bloeiende bladerdak. Naar dit droombeeld willen we op weg, richting het sluiten kringlopen en het vormen van een draagkrachtig en productief landbouwsysteem dat past bij het Kempense landschap. Landschap De Nederlandse Kempen kenmerkt zich door een mozaĂŻek een stedelijk-, natuurlijken agrarisch landschap. Het agrarische landschap is van oudsher de verbinding tussen het domein van de mens en die van de natuur. In het verbinden van deze strikt gescheiden landschappen zit de kans voor de boeren in de Kempen. Boeren onder grote druk Gemeenten reserveren gronden voor stedelijke uitbreidingen en voor het robuuster maken van het ecologisch netwerk. Deze uitbreidingen gaan ten koste van de ruimte voor het open agrarische landschap. Het boerenbedrijf kent een lange familietraditie waardoor er een sterke emotionele verbinding is met de grond die ze bezitten. Grond die eigendom is van boeren, die gestopt zijn, particulieren, die het zien al belegging, of overheden wordt vaak middels losse pacht voor korte termijnen in beheer van boeren gegeven. Beide vormen van grondbezit leggen sterke beperkingen op het vinden van innovatieve manieren om grondgebruik voor voedselproductie anders in te richten. Hun innovatiekracht wordt verder beperkt doordat de afzetmarkt van de boeren wordt gecontroleerd door enkele grote bedrijven die de prijs bepalen.
New Forest Farms, Viola, V.S.
Oorsprong project in de tijd: Âą 8.000 BC eerste vormen van ruilverkaveling
MazaĂŻklandschap
Stoppen, intensiveren of inzetten op tweede geldstroom
Dure grond
Projecten
Ruimtedruk
De Rotatiecoöperatie
Farmlan LP, San Fransico, V.S.
De Rotatie Coöperatie Het roteren van gewassen is bijna zo oud als het boerenbedrijf zelf. Deze explorerende studie verkent de mogelijkheid om boeren middels een rotatiesysteem op gemeenschappelijke gronden weer de ware beheerders van ons open landschap te maken. De verscheidenheid van de aanwezige agrarische bedrijven bieden de kans om gezamenlijk de grond afwisselend te gebruiken Deze coöperatieve werkwijze biedt ook bijkomende voordelen. Het wordt eenvoudiger om irrigatie, infrastructuur voor materieel en de afzetmarkt voor je producten te organiseren. Actie De jonge ontwerper van Campina Collectief willen op helpen co-creëren aan een duurzame toekomst waarbinnen ook agrarische bedrijven een innovatieve rol hebben. Door ingewijde samen met ontwerpers te laten discussiëren in open brainstormsessies over landschapsontwikkeling willen we tot nieuwe inzichten komen en bewustwording vergroten. Tegelijk hopen we samen met agrarische hogescholen het rotatiesysteem in theorie uit te werken. Uiteindelijk moet een pilot-project aantonen dat we het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen kunnen elimineren en daarmee gezondere producten kunnen maken in meer harmonie met de omgeving. Niet in de laatste plaats hopen we hiermee de concurrentiepositie van de boer te verbeteren. Toekomst Het bestaande perspectief voor de boer is globaal te verdelen over drie scenario’s. De boer stopt en verkoopt of verpacht zijn land als vorm van oudedagvoorziening. Of banken zijn bereid te investeren als de boer verder intensiveert dan wel een tweede geldstroom realiseert. Meer productie op minder grond vraagt om verdere specialisatie en afname van grondgebondenheid. De vraag die rijst: waarom is er geen bestaansrecht voor de boer als eenmansbedrijf?
Oorsprong project in de tijd: Âą 8.000 BC eerste vormen van ruilverkaveling Diversiteit in bedrijven en collectief grondgebruik
?
Bijkomende kansen
Projecten
Tijdlijn in fragmenten
ROMEINSE TIJD
(0-200)
50 Ǧ ǡ Ǥ ȋ Ȍ - Ontwikkeling verbindingswegen - Voortzetting ontbossing - Sterke ontwikkeling landbouw - Leveringsplicht van platteland aan de stad - Stad en platteland sterk verbonden - Verpachten van grond door landeigenaren
Verplaatsing naar water
Metropool
Nijmegen
Dordrecht
Breda
Oirschot Alphen
egen erpen/Nijm Heerbaan Antw De m Ro se ein m Ke pe eg nw
Met het ontstaan van de verschillende boerengemeenschappen wordt de verbinding ertussen steeds belangrijker. Men kan bij de ene gemeenschap goederen halen die bij een andere gemeenschap niet te verkrijgen zijn.
Hoogstraten
Antwerpen
Leuven
Zo ontstaan er verbindingswegen in de vorm van karrensporen tussen de gemeenschappen in. Deze handelsroutes zijn erg belangrijk voor de eerste romeinse nederzettingen. Om vernieuwing op gang te houden, wordt hout steeds belangrijker en steeds meer bossen worden gekapt.
Tongeren
28
Tijdlijn
(200 - 400)
- Nederzettingen Nederzettin langs riviertjes en beken - Hogere Hoge gronden uitgeput - Langs de verbindingswegen ontstaan nieuwe nederzettingen
Verplaatsing naar water
Boerengemeenschap
Dode grond
Nijmegen
Halder
Dordrecht
Kasteren
Breda
Oirschot Alphen
erpen/Nijm Heerbaan Antw
egen
De m Ro se ein
pe m Ke eg nw
Door het toenemende aantal inwoners in de Kempen ontstaan Romeinse steden en de landbouwactiviteit intensiveert. Mensen die buiten de stad wonen, leveren goederen aan de stad. De intensivering en verdere ontbossing leidt uiteindelijk tot uitputting van de Kempische gronden. Dit heeft tot gevolg dat de meeste mensen wegtrekken uit de steden en zich vestigen aan het water. Door de verschraling van het landschap ontstaat er veel armoede en de levensstandaard gaat ver achteruit.
Veldhoven
Hoogstraten
Antwerpen
Leuven
Keersop
Borgel
Tongeren
29
Tijdlijn Extra 1600
1500
1572
1648 1648 Vrede van MĂźnster Internationale erkenning Staats Brabant
Nederland
1672 Oorlog werd verklaard aan de Republiek
Heilige Roomse Rijk Hertogdom Brabant B
B
1566 Beeldenstorm
T
1530 Reorganisatie Raad van State 1555 Filips 2 wordt gekroond
Kempen
E
1543 - 1568 Unie 17 Provincies
T
B T
1800
1830
1900
1815 - 1830
2015
1930
1831
En in de to 1914 - 1918 WO I
1806 Republiek wordt Koninkrijk
1940 - 1945 WO II
Grenzen liggen hierdoor tegen Frankrijk aan
Opstand van de Belgen! 1985 Verdrag Schengen 1993 Verval Europese economische grenzen
B
B
T
T
E
E
T T
30
1800
1798
1782 Militaire grenzen vallen samen met de landsgrenzen 1789 Revolutie in Frankrijk 1790 Tolrechten worden ingevoerd 1798 Bataafse Republiekz vz 1 G
B
B
T
T
E
T
E
E
T T
oekomst...
T
2100
?
Nadat in 1648 de vrede van Munster was getekend, werd de republiek eindelijk internationaal erkend en was deze onafhankelijk. Hiervoor werden verdedigingslinies gebouwd tot ver over de eigen landsgrens om ons land te beschermen. Alleen in 1672 werd ons de oorlog verklaard. Hierom nam de Republiek een reeks forten in. Deze forten werden in 1782 ontruimd. Dit had als gevolg dat de militaire grenzen van ons land samen vielen met de landsgrenzen zoals die in de vrede van Munster waren vastgelegd. In 1830 vond de Belgische Opstand plaats. In augustus van dat jaar werd in Brussel een opera opgevoerd over een opstand in ItaliĂŤ. Deze opstand ging over de vrijheidsstrijd van de Napolitanen tegen de Spaanse overheersers aan het begin van de achttiende eeuw. De alsmaar stijgende werkloosheid als gevolg van modernisering en de daarmee in verband staande hongersnood deden de rest. Het was natuurlijk een toneelstuk, maar het was voor sommige heethoofden, opgezweept door de Franstalige Walen en sommige Fransen aanleiding voor een echte opstand op straat tegen het gezag van koning Willem I. Maar daarmee was het vuur van de revolutie nog niet gedoofd. De Zuidelijke Nederlanden eisten onafhankelijkheid van het noorden. Nu Belgie en Nederland twee aparte landen zijn, veranderd het grenslandschap vanaf deze tijd, de verschillen begonnen zich steeds verder te ontwikkelen. Door het opkomende nationalisme ontwikkelden de gebieden zich ieder in een eigen richting op zowel sociaal, cultureel, economisch en landschappelijk gebied. Zo kwamen de gebieden ook steeds meer met de rug naar elkaar toe te liggen.
31
Tijdlijn
1700
Grensloos ontwikkeling van de grens door de jaren heen
Landsgrenzen zijn een inspirerend fenomeen. Waar komen ze vandaan, wat doen ze precies? Wat is de impact van een politiek lijntje dat zichtbaar is als we op een landkaart kijken? In dit onderzoek is onderzocht wat precies de impact is van de landsgrens binnen een grensoverschrijdende regio: De Kempen. De Kempen is een gebied dat zowel in Nederland als in BelgiĂŤ ligt en als achterkant van beide landen wordt gezien. Dit is niet per se een probleem, maar heeft wel een bepaalde impact op de regio. Deze lijn zorgt ervoor dat de Kempen als twee delen wordt gezien; beide landen verschillen op het gebied van cultuur, ruimtelijke ordening, taal, beleid etc. Dit belemmert grensoverschrijdende gebiedsontwikkeling, waarbij grensoverschrijdend eigenlijk tussen aanhalingstekens moet, omdat de Kempen ruimtelijk gezien een samenhangend geheel is. Het doel van dit onderzoek is dan ook een ontwerp te maken waarbij het effect van de grens duidelijker kan worden ingezet om de relatie tussen de Belgische en de Nederlandse Kempen te versterken en om het grensgebied binnen deze regio een duurzaam karakter te geven als drager van de Kempense identiteit. Op deze manier kan een aanzet worden gegeven om de regio als een samenhangend geheel te laten functioneren. Samenwerking is namelijk nodig om de unieke kwaliteiten van de landsgrens in te zetten.
Grensbeelden
Oorsprong project in de tijd: ± 400 ontstaan van landgoederen zone op de hoge droge rug Uit het onderzoek is naar voren gekomen dat in het grensgebied een zogenaamde ‘off grid beleving’ aanwezig is: gebieden waar je kunt verdwalen, los kunt raken van het alledaagse. Deze off grid beleving is mogelijk in de groenstructuur die in het grensgebied aanwezig is. Een van de oorzaken van deze kwalitatief hoogwaardige groenstructuur is de aanwezigheid van landgoederen, waar de grens in de loop der tijd aan is komen te liggen. Mensen weten niet waar de grens precies is, maar voelen wel dat er een grens aanwezig is. De bosrand is in dit gebied de plaats waar de grensbeleving begint. On grid beleving vindt plaats, daar waar de grens kan worden overschreden door middel van verplaatsing om van punt A naar punt B te geraken. Anders gezegd: in een off grid gebied is de verplaatsing op zich het doel, in een on grid gebied is verplaatsing het middel om bij het doel te komen. Aan de grens bevindt zich nu een indrukwekkende groenstructuur die de kwaliteiten biedt van off grid beleving. Op sommige plekken is deze kwaliteit zwak, omdat de groenstructuur hier minder sterk aanwezig is. Deze zwakkere plekken zijn gekoppeld aan de infrastructuur. In het ontwerp is op een van deze zwakkere plekken een schakel gecreëerd die ervoor zorgt dat dit punt kan worden verbeterd. Hiervoor is een voorstel gedaan om een grensoverschrijdend, internationaal Kempens kenniscentrum toe te voegen in het grensgebied, dat zich richt op natuur en landbouw om de samenwerking tussen Nederland en België op dit gebied te kunnen versterken. Doordat dit volgens de principes is gedaan van een landgoed kunnen de kwaliteiten van de huidige groenstructuur worden versterkt. Op deze manier voegt zich een nieuw landgoed in het rijtje van bestaande landgoederen zodat de on grid en off grid beleving geborgd en benut wordt.
Doel visie en mogelijke locaties
Projecten
Grensbeelden
Grensloos Visiekaart grensgebied
Visiekaart plangebied
Oorsprong project in de tijd: Âą 400 ontstaan van landgoederen zone op de hoge droge rug Ontwerp
Doorsnedes
Projecten
Nieuw landgoed in de reeks
Tijdlijn in fragmenten
(400 - 600)
- Kempen raken steeds meer onbewoond en nieuwe wouden nemen het land over - Romanisering; veel soldaten en ambtenaren blijven in de Kempen - Veteranen kregen vaak een akker als beloning voor bewezen diensten - Op de brokstukken van romeinserijk werden kleine steden teruggebouwd
Nieuwe wouden
Nijmegen
Halder
Dordrecht
Kasteren
Breda
Oirschot Alphen
Veldhoven
Hoogstraten
Antwerpen
Leuven
Keersop
De Kempen blijft vrijwel ongebruikt en onbewoond. Na verloop van tijd ontstaan er nieuwe bossen op deze voorheen gronden. De grond wordt vitaler en de eerste vorstendommen ontstaan op plaatsen waar voorheen de romeinse steden lagen.
Borgel
Tongeren
36
Tijdlijn
MIDDELEEUWEN
(600 - 800)
768 - Vorstendommen komen te vervallen - Kleine buurtschappen op hogere dekzandruggen met omliggende akkers 814 - Feodaal stelsel van leenheren en leenmannen
Boerengemeenschap
Door het kappen van de bossen krijgt de wind vrij spel op de open vlakten en ontstaan er dekzandruggen in het gebied. Opgehoogde gronden zijn ideaal om droge voeten te houden bij nat weer. Het is daarom logisch dat men zich op deze zandruggen gaat vestigen. Om de landbouwactiviteit weer te stimuleren ontstaat het feodaal stelsel. Een leenheer heeft een groot stuk grond in zijn bezit en verdeelt dit onder zijn leenmannen die op hun beurt dit aangewezen stuk land onderhouden. Deze nieuwe intensivering van de landbouwactiviteit vereist weer veel hout en de meeste wouden in de Kempen worden alweer gekapt.
Oirschot Alphen
Hoogstraten
De activiteit aan het water neemt door het opnieuw verschralen van het gebied weer stevig toe. 37
Tijdlijn in fragmenten
(800 - 1000)
- Meeste wouden alweer gekapt - Nieuwe nederzettingen ontstaan tussen ontgonnen akkers aan de randen van de beekdalen - Verbouwen van Rogge en op de arme gronden Boekweit - Vee graasde op de woeste gronden rondom de akkers Ǧ ϔ ǡ nieuwe heidevelden - Adel sticht kerken
Heide
Men vestigt zich aan de beken en ontgint zijn gronden zodat er akkers kunnen ontstaan aan het water. Rondom deze vitale akkergronden bevindt zich voornamelijk nieuwe woeste grond, verschraalde grond ten gevolge van het opnieuw uitputten van het gebied. Op deze gronden staan nog wat verloren bosjes, leeft wat wild voor de jacht en het is de plek waar boeren hun vee laten grazen. De adellijke klasse doet haar intrede en wil zichzelf meer profileren. Zij eigenen zich grote stukken woeste grond toe als privé jachtgrond en stichten kerken. Door overbegrazing van vee en intensieve jachtactiviteit verschralen de woeste gronden extreem. De grond wordt lange tijd niet veel vitaler en spaarzame begroeiing en zand domineren het landschap dat nu het beeld van de Kempen bepaalt: de heide.
Kerk
Oirschot Alphen
Hoogstraten
38
Tijdlijn
(1000 - 1200) 1000 - Boeren gebruikten woeste gronden ook voor jacht - Adel eigent zich woeste grond toe als prive jachtgebied - Kastelen: houten torens op kunstmatige heuvels. - Opkomst van de handelssteden -Opkomst van de ambachten
• s s
1100 - Ten zuiden van de Kempen ontstaat het graafschap Brabant (Hertogdommen vanaf 1188) - Buiten Hertogdommen ook nog enkele landgoederen - Vestiging abdijen in Kempen
Verplaatsing naar water
Handelssteden
Er ontstaan opnieuw zandruggen in het gebied. Deze zandverstuivingen lenen zich deze keer als fundering voor de kastelen die in deze tijd ontwikkeld zijn. Rondom deze kastelen en kerken ontstaan de eerste grotere handelssteden in de Kempen, waarin diverse ambachten worden ontwikkeld, zoals een bakker, smid en kleermaker. In de loop van de 12de eeuw ontstaat het Hertogdom Brabant. Dit is de tijd waarin de eerste abdijen gesticht worden en zo ook in de Kempen. Daarnaast ontstaan er vrijheden (de eerste steden). Eindhoven krijgt een planmatige opzet van identieke huizen met langgerekte kavels. De verbindende handelsrouten tussen deze steden worden beter beschermd om de overdracht van goederen te stimuleren.
Landgoed
Gorp en Roovert (1312) De Hoevens (700)
Nieuwkerk (1200)
Postel (1100)
39
Tijdlijn in fragmenten
(1200 - 1400) 1200 - Vrijheden gesticht in de kempen Ǧ ȋͷͶͿȌǡ ǡ ǡ ȋͷͷȌǡ ȋͷȌ - Woeste gronden werden gebruikt als gemeenschappelijke heide voor plaggen en houden van schapen - Lakenindustrie (wol) - Heide-economie
AD
EH
TH HT
M Mestplaggen
Weiland
weg
Hooiplaggen
Boerderij
Akkers
Bos
Heide
Vrijheden
Oisterwijk
Het heidegebied wordt weer als kracht van de Kempen gezien. Men vindt uit dat uit het afplaggen van de toplaag van de heidegrond en het vermengen van de plaggen met mest van de schapen en koeien een substantie oplevert waarmee de akkers bemest kunnen worden. Een systeem waarbij een vrijwel nutteloos geachte grond bruikbaar wordt. De “heide-economie” komt op gang. Daarnaast doet de lakenindustrie, met als grondstof de wol van de schapen, haar intrede binnen de Kempen. Deze maakindustrie wordt in de tijd van de Renaissance vervangen door het vervaardigen van linnen en tijk.
Eindhoven
Hoogstraten
Turnhout Arendonk
40
Tijdlijn
REINAISSANCE
(1400 - 1600)
1500 - Stedelingen hadden een eigen akker buiten de stad Ǧ Ǣ ǡ ȋ ǡ Ȍ 1600 - Lakenindustrie komt ten val - Turnhout (bijvoorbeeld) ging zich toeleggen op het vervaardigen van linnen
In de Renaissance regeert de Spaans-Habsburgse koning Philips II in de regio. In 1568 komen de Nederlandse gewesten tegen deze heerschappij in opstand (80 jarige oorlog). De oorlog eindigt met een splitsing van de gewesten in Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden. Het noordelijke deel wordt de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. De Kempen behoort tot de Zuidelijke Nederlanden. Brabant wordt onderwerp vaneen gevecht tussen het protestantse en het katholieke zuiden. In 1648 ontstaat Staats-Brabant (Vrede van Munster). De Republiek probeert het katholieke Brabant te bekeren tot het protestantisme. Wanneer dit mislukt wordt de regio stelselmatig financieel uitgekleed als wingewest en gebruikt als militaire bufferzone . Economische ontwikkeling is onmogelijk. In 1830 slaat de vlam van de Franse revolutie over naar de Zuidelijke Nederlanden en een onafhankelijk België wordt uitgeroepen. In 1839 erkent Willem I ten slotte het Koninkrijk België. In Brabant, met name Tilburg en Helmond, ontstaat de maakindustrie in katoenen en wollen stoffen. 41
Tijdlijn in fragmenten
INDUSTRIALISATIE
(1800 - 2000)
1830 Ǧ ϔ - Kempen werd ‘Siberie van de Lage Landen’ - Streekeigenheid ging verloren - Vestigen zware industrie - Ontginnen grondstoffen Eind 19de eeuw - Industrialisatie in de Kempen mpen - Turnhout werd industriestad in de Kempen mijnen - Stichting van de Kempische kolenmijnen - Kempen Dunbevolkt en arm Ǧ 1914 lkt en arm a - Kempen Dunbevolkt Ǧ
GE
GK
1930 - Metam amorfos rfose f Kempen Metamorfose Kempens ondernemerschap - Kempens - Hoogwaardige Hoog internationale industriele conglomeraten - Toelevering To vanuit dorpen en marktsteden - Ontwikkeling universiteiten - Maakindustrie en logistiek Ǧ 1945 - Snelle industrialisatie - Kempen wordt beter ontsloten Ǧ ȋ Ȍ Ǥ TH
19 1952 Ǧ Ǧ
BE NE
industrie
Productiebossen
Landbouw
Vervuilende industrie
Heide
Lintbebouwing
Steden
19.. re terreinen terr - Militaire en vliegvelden midde van Ijzeren Rijn - Kempen iss midden
Natuur
42
Landbouw
Stad
Tijdlijn
De industrialisatie brengt een grote welvaartstoename. De auto wordt geĂŻntroduceerd in Nederland en BelgiĂŤ. De vraag naar kolen neemt toe. Voorheen waren deze afkomstig uit Duitsland en Engeland. De vraag wordt echter zo groot dat de Kempenaren hun eigen kolenmijnen gaan stichten. Behalve in de Kempen komt de industrie in de omringende steden ook op gang, meer zelfs dan in de Kempen. Veel mensen trekken weg uit de Kempen en gaan naar de stad, waardoor de Kempen arm achterblijft, met alleen nog functies waar nergens ruimte voor is en slecht bemeste akkers. Na doorontwikkeling van de industrie in de grotere steden ontstaan er hoogwaardige conglomeraties. Bedrijven als Philips ontwikkelen zich. De Kempen storten zich op de groei van de klassieke landbouwsectoren en leveren vanuit marktsteden en dorpen goederen aan de steden. Na de 2de wereldoorlog ontstaan er zo ook erkende steden in de Kempen, zoals Geel en Genk en de Kempen wordt beter ontsloten. Ook de grote industrie neemt toe. Zo ontstond de eerste nucleaire installatie van BelgiĂŤ in Mol. Daarnaast lenen de open landschappen zich voor het plaatsen van militaire oefenterreinen en vliegvelden.
43
Are you connected? Netwerk kaarten
Dit onderzoek gaat over verduurzaming van de mobiliteit in de Vlaamse Kempen, in het “verlinteâ€? landelijke gebied. Voor deze gebieden kan het Connected-principe een oplossing zijn: verduurzaming van openbaar vervoer door een betere connectie tussen de reizigers en het vervoerssysteem. Als de aanbieders van openbaar vervoer direct in verbinding staan met reizigers kan de dienst worden afgestemd op hun behoefte van het moment. Een smartphone-applicatie kan daarbij helpen. Op haltes komen openbaar vervoer en duurzamere verplaatsing (lopen, fiets) bij elkaar. Deze haltes kunnen knooppunten worden. Knooppunten zijn oriĂŤntatiepunten van mobiliteit. Een goede locatiekeuze en integratie met de ruimtelijke context is belangrijk voor het functioneren van een knooppunt: stallingsruimte voor fiets of auto, nabijheid van primaire voorzieningen en reizigersinformatie is belang voor een goed knooppunt en draagt bij aan de subjectieve beleving (emotie) van de reis. Knooppunten dragen bij aan de leefbaarheid en de (lokale) economie. Een adequaat centraal dorpsknooppunt helpt de sociaaleconomische en culturele dorpsfuncties herstellen. Niet elk knooppunt is hetzelfde. Het station in Turnhout is de belangrijkste schakel van het openbaarvervoersnetwerk in deze regio. Reizigers stappen er naar een andere trein of de bus. De ruimtelijke kwaliteit van een station is medebepalend voor de lokale economie, leefbaarheid, vastgoedwaarde en reizigersstromen. In Turnhout is verbetering mogelijk in de ruimtelijke kwaliteit rond het station en bushaltes.
Oorsprong project in de tijd: ± 1860 aanleg tramlijnen op steenwegen
In de dorpskernen kunnen bushaltes tot dorpsknooppunten worden ontwikkeld. Een halte nabij een publiekstrekker (winkel, bank, café, etc.), met voldoende ruimte voor verblijf kan tot knooppunt worden ontwikkeld, met elementen als een carpoolplaats, fietsenstalling, wifi, zitgelegenheid, drinkwater en toilet. Bij gewone haltes is het belangrijk dat de “wayfinding” goed is: de plek is logisch, de halte is goed zichtbaar en goed verbonden met de omgeving. Fietsbeugels en reisinformatie moeten minimaal aanwezig zijn. Dit is het basisknooppunt van het Connected-principe voor een duurzamer openbaar vervoerssysteem. Een andere verduurzaming van mobiliteit is mogelijk via het reismotief. Onderweg naar het werk maken mensen hele andere keuzes dan onderweg naar een recreatieve bestemming. Openbaar vervoer kan qua sfeer, beleving en functionaliteit aangepast worden op het doel van de reiziger. Zo wordt de bestemming bereikt zodra de reis begint. Dit vervoer kan coöperatief worden aangeboden door de reisbestemming (winkelcentrum, meubelboulevard). De reiziger informeert via applicaties de vervoerder over zijn reisbehoefte. De vervoerder beperkt het aanbod tot dagdelen, bepaalde weekdagen, feestdagen of periodes waarop er echt vraag is (zaterdagmarktbus, zondagshopbus).
Reikwijdte kaart voor de fiets
Projecten
Are you connected? Bouwstenen voor knooppunt ontwikkeling
Oorsprong project in de tijd: Âą 1860 aanleg tramlijnen op steenwegen
Typen knooppunten
Typen knooppunten in schematische doorsnede
Projecten
Winkel vervoer
Tijdlijn Extra
Nederland ± 1200
± 1770 Boeren trekken naar steden voor fabrieksarbeid
Occupatiepatroon
Lintbebouwing in de nabijheid van Retie
interventie/fenomeen
invloeduitwerking
19e eeuw
Wie van Nederland de grens overgaat naar België of andersom bemerkt haast onmiddellijk dat hij een grens over is. Er zijn behoorlijk wat ruimtelijke verschillen die in het oog springen. Zelfs zonder stedenbouwkundige bril op. Het is voelbaar en merkbaar. Deze ruimtelijke verschillen zijn onder andere ontstaan door culturele verschillen, maar zijn bovenal een uiting van verschil in ruimtelijk beleid. Dit ruimtelijk beleid is op haar beurt beïnvloed door culturele tradities en maatschappelijke interventies en fenomenen. De optelsom van interventies en fenomenen, culturele tradities en beleid heeft tot de huidige occupatiepatronen van Vlaanderen geleid. Wat volgt is een chronologische uiteenzetting van deze optelsom om een beter beeld en begrip te krijgen van het proces dat lintbebouwing heeft voortgebracht. De ondergrond van Vlaanderen was erg goed geschikt voor bouwen en verbouwen. Men kon praktisch overal veilig een huis bouwen en landbouw drijven, vanwege hoge, droge en bovendien vruchtbare gronden. Hierdoor komt het dat de Vlaming geen urgentie kende om planmatig te werk te gaan. De Kempen waren niet zo vruchtbaar. Desondanks tref je hier al rond de periode 1700 – 1800 veel nederzettingen aan. Dit kwam door het potstalsysteem, dat landbouw mogelijk maakte op de onvruchtbare gronden. Schapenmest vermengd met heideplaggen werd gebruikt voor de bemesting van het land. Nederzettingen volgden de richting van de droge akkers en de beekdalen op de grens van het drassige grasland, waar de schapen graasden.
48
Tijdlijn
Onafhankelijkheid België
1815 - 1840 Koning Willem I pionier in staatsbemoeienis met de economie: neomercantilistische politiek
Arbeidersconcentraties Arbeidersc Arbei dersconcentraties rondom m indus industriël industriële triële e regio’s regio’s
Groot privaat grondeigendom
Cholera uitbraak
Beurskrach, de Grote Depressie van 1873 tot 1896
Sociale onrust resulteerde in rellen in 1886
1832, 1845 en 1866
uitbreiding spoornet
1830
De industriële revolutie zorgde er later voor dat boerenzoons en -dochters richting de steden trokken om fabrieksarbeid te verrichten. Hierdoor ontstonden arbeidsconcentraties rondom industriesteden. In deze periode was er veel om ontevreden over te zijn als gewone arbeider. Zoals slechte levens- en werkomstandigheden, cholera uitbraken. De eerste Grote Depressie (1873 tot 1896) die volgde, deed een aardige duit in het zakje. Dit was overigens niet uniek voor België, het speelde in een overgroot deel van West-Europa. Wat wel uniek was, was hoe het Belgisch parlement besloot om er mee om te gaan. De besluitvorming van die tijd is van grote invloed geweest op de huidige ruimtelijke ordening van België. Het Belgische parlement was tot de conclusie gekomen dat de bevolking beter onder controle te houden was, als zij gedeconcentreerd op het platteland zou blijven wonen. Tegelijkertijd waren zij economisch welvarender als zij wel in de steden konden werken. Met dit gegeven in het achterhoofd heeft het Belgisch parlement haar beleid opgesteld. Twee besluiten bleken grote invloed te hebben op het occupatiepatroon en culturele traditie van België. Ten eerste heeft het parlement besloten het Belgisch spoornet enorm uit te breiden en een pendelsysteem voor de arbeiders te realiseren. In 1890 pendelden er al dagelijks twee miljoen Belgen! Kortom: de traditie van het pendelen is stevig verankerd in de Belgische cultuur, gefaciliteerd door de overheid. Ten tweede heeft het parlement in 1889 een nieuwe huisvestigingswet ingevoerd die het privaat grondbezit en privaat huiseigendom bevorderde. De kern van deze wet hield in dat iedere Belg zijn eigen woning mocht bouwen. 49
Tijdlijn Extra
scheiding tussen conservatief liberalen en radicaal liberalen (sociaal liberalen): antwoord op maatschappelijke vraagstukken: ingrijpen door een actieve staat
Groot privaat grondeigendom
ot 1896
1902: inwerktreding woningwet
nieuwe nederzettingen nabij nieuwe mijnen, vaak langs bestaande wegen
Sociale onrust resulteerde in rellen in 1886 traditie van pendelen ontstaat al in 1890: dagelijks pendelen 2 miljoen Belgen
uitbreiding spoornet
20ste eeuw
1889: Belgisch Parlement stemt voor nieuw huisvestigingswet, deze bevordert het private huiseigendom
Dit had een win-win oogmerk. Enerzijds werden de levensomstandigheden van de arbeiders verbeterd, zij mochten immers zelf hun woning bouwen en kregen de kans om dit op een mooie kavel te doen met uitzicht op het land. Anderzijds moesten de arbeiders een lening nemen bij de elite om de bouw van een eigen woning te kunnen realiseren. Deze lening moest maandelijks afbetaald worden, waardoor zij gedisciplineerder waren en minder snel geneigd te staken. Deze besluitvorming heeft met name een grote rol gespeeld in de totstandkoming van de huidige situatie van ruimtelijke ordening en culturele waarden. Zoals het befaamde gezegde in België luidt: “een Belg is geboren met een baksteen in de maag”. Nadat de auto voor een groter deel van de bevolking betaalbaar werd in de twintigste eeuw, ging het al helemaal rap met de verlinting van Vlaanderen. In veel landen van West-Europa, waaronder ook Nederland, kwam al vroeg het inzicht dat lintbebouwing een aantal nadelige gevolgen had. Daarbij werd vooral gekeken naar het kostenplaatje en het verdwijnen van het natuurlijke landschap. Uiteindelijk kwam ook België tot een soortgelijk inzicht en werd er in de periode van 1936 tot 1939 gewerkt aan een wetsvoorstel waarbij er een hiërarchisch ruimtelijk ordeningssysteem werd uitgedacht. Toen de nazi’s op 10 mei 1940 België binnenvielen, stopte de planvorming. Onder dwang van de Duitsers moest er wel gewerkt worden aan heropbouw van de Belgische steden die hadden geleden onder de gevechten. De Duitsers hadden ordening hoog in het vaandel en de generatie Belgische ruimtelijk ordenaars hebben veel planologisch werk verricht in de periode van de tweede wereldoorlog. Echter, na de bevrijding kwam er een sterke tegenreactie. Ruimtelijke ordening werd gezien als iets fascistisch of communistisch. Alle plannen en resultaten die behaald waren, werden van tafel geveegd en de ruimtelijk lappendeken kon zich ongebreideld verder ontwikkelen.
50
Tijdlijn
WO II
De Taeye
1936 - 1939 Belgë werkt aan een wetsontwerp: hoofdinrichtingsplan, regionale inrichtingsplannen en gemeentelijke uitbreidingsplannen
Planning en ruimtelijk ordening wordt bestepeld als fascistisch of communistisch.
1962 Generieke wet op de stedenbouw. (werkelijke inwerktreding) pas in1977: Vlaamse gewestplannen.
Dit is vooral te danken aan de wet De Taeye, die de burger actief steunt (de Katholieke partij) om een eigen woning te bouwen. En dan wel op het platteland, aangezien de stad een liberale plek van verderf was. Er werden subsidies verleend voor het bouwen van een eigen huis. Pas in 1962 kwam het Belgisch parlement opnieuw tot de conclusie dat deze ruimtelijke ontwikkelingen een aantal grote nadelige effecten had. Er werd gewerkt aan een generieke wet op de stedenbouw. Helaas moest de wet heel wat beleidsmatige rompslomp overwinnen en was de werkelijke verwezenlijking van de wet pas in 1977 een feit, in de vorm van de Vlaamse gewestplannen. Hierin werden ruimtelijke strategieën en gebiedsaanduidingen in hoofdlijn vastgelegd. In Nederland is deze ontwikkeling anders verlopen. Het grootste verschil tussen Nederland en België is cultureel van aard. Met cultureel wordt de opvattingen over het thema ruimte en de planningstraditie bedoeld. Toen in België praktisch overal gebouwd kon worden door een stevige, hoge, droge bodem waarvan bovendien een groot deel als vruchtbare landbouwgrond gebruikt kon worden, had Nederland juist met het tegenovergestelde te maken. Nederland kende en kent nog steeds veel drassige gebieden. Of zelfs gebieden die geheel onder water lagen. De grond moest eerst bouwrijp gemaakt worden voor men er kon gaan bouwen. Vanuit dit principe is er een groot cultureel verschil tussen de Nederlanders en de Belgen ontstaan als het om ruimte gaat. De Nederlanders kenden de urgentie om zorgvuldig met ruimte om te gaan terwijl de Belgen deze urgentie misten. Daarnaast verschilt Nederlands ruimtelijkbeleid veel met dat van België. In Nederland deden zich min of meer dezelfde maatschappelijke kwesties voor, zoals een economische depressie en slechte leef- en werkomstandigheden voor arbeiders. Maar Nederland heeft ingezet op het verbeteren van kwaliteit van woningbouw door middel van de woningwet in 1902. In de wet stond de minimale eisen waar een woning aan moest voldoen. 51
Weelderige linten Tilburg
Analyse van de N12
Route van de N12
A58
Rillaerse baan
Goirle
Poppel
Weelde
“Weelderige Linten” is een onderzoek naar het fenomeen lintbebouwing in de Vlaamse Kempen. De centrale vraag is, of lintbebouwing een leefbaar model is. Het doel van het onderzoek is om een Kempense vorm te definiëren voor dorpsuitbreiding.
Ravels
Oosthoven
Noord-Brabant laan
Turnhout
Vlaanderen streeft naar dorpsuitbreidingen binnen de woonkernen naar Nederlands model. Het Nederlands model kent echter enkele problemen, zoals krimp en vergrijzing en voorzieningen die verdwijnen. Nederlandse dorpen zijn vaak losgeraakt van het landschap door een randweg of een bypass. Alle interactie tussen dorp en land is weg. In Vlaamse dorpen is eerder het tegenovergestelde aan de hand. Jongeren blijven het liefst in het dorp of aan het lint wonen. Elk dorp heeft primaire voorzieningen. Vlamingen geven keer op keer aan dat zij graag wonen op een vrije kavel. Lintbebouwing heeft echter nadelige gevolgen voor verkeer, veiligheid en gezondheid, voor leefbaarheid en voor natuur en landschap. De voordelen van lintbebouwing blijken vooral individueel te gelden, terwijl de nadelen voor de samenleving zijn: een “Tragedy of the commons”.
Oorsprong project in de tijd: 1889 inwerktreding volkshuisvestigingswet Dit onderzoek neemt het lint tussen Tilburg en Turnhout onder de loep. Op basis van de analyse is er een Kempense strategie met bouwstenen voor dorpsuitbreiding ontwikkeld. Deze strategie bevat de individuele voordelen van wonen aan het landschap en in rust, en komt tegemoet aan de collectieve nadelen, door collectieve woonvormen en collectieve ruimtes aan te bieden. Aan de hand van een casus in Weelde, gemeente Ravels, is de uitbreidingsstrategie geïllustreerd. De gestelde opgave is een dorpsuitbreiding van ca 300 woningen. De strategie omhelst een subtiele mix van Nederlandse en Vlaamse elementen. Positieve punten van lintbebouwing
De gekozen uitbreidinglocaties liggen rondom in plaats van vast aan het dorp. Uitgangspunt is dat elke dorpsuitbreiding de kenmerkende dorpsgezichten tenminste respecteert of beter nog, versterkt. Van belang is de kleine schaal van de ingrepen. In plaats van lineaire structuren worden verspreide kleinschalige clusters van bebouwing voorgesteld. Kleine collectieve vormen, die passen tussen vrijstaande woningen: meergezinsvilla’s, erven en buitenplaatsen. Waar de lintbebouwing verder kan worden verdicht, gebeurt dat met rijwaring van het zicht op het landschap vanaf het lint. Bij sommige bouwkavels wordt voorgesteld de bebouwingsmogelijkheden te schrappen en de kavel als openbare ruimte aan de gemeenschap beschikbaar te stellen. Dorpsentrees worden beter gemarkeerd, bebouwd of groen, het dorpslint en openbare of collectieve ruimtes worden vergroend.
70
voorzieningen op afstand
M NI
BY
30
hoge auto afhankelijkheid
bevordert huis, boompje, beestje EN auto cultuur
alle doelgroepen verkeer op één weg
hogere verkeersonveiligheid
meer uitstoot
70
tegengestelde belangen
vermoeilijkt wegconstructie
hoog NIMBY gehalte
hoge mate van lichtvervuiling
sociaal isolement
meerkosten aanleg nutsvoorzieningen
scheefgroei in de huizenmarkt
reiziger ervaart minder open ruimte, ecologische compartimentering Vlaanderen lijkt volgebouwd
Verkeerskundig
Veiligheid en gezondheid
een versnipperd landschap
Maatschappelijk
Landschap en ecologisch
Projecten
Nadelige effecten bij een overvloed aan lintbebouwing
Weelderige linten Tilburg
Rytme van lintmilieus op de N12
Lintmilieus
H
H
H H
Stedelijk lint
Dorpslint
Voordorp lint
Agrarisch li lint int
Bosrijk lint
Lint door open gebied
A58
Rillaerse baan
Goirle
Schematische doorsnedes van het lanschap Huidige situatie: vrij klassieke opbouw
H
H H
Scenario de Nederlandse stempel H
Poppel
H H
H
H
Scenario de Nevelstad H
H
H Weelde
H
H
Visie lintmilieus voor Weelde
H H
H
H FC Flandria
H
Ravels
H H H H
H H
H H
H
Oosthoven
H
K.S.K. Oosthoven
H Noord-Brabant laan
Dorpslint/Kern H H
H Turnhout
Voordorp lint
Agrarisch lint
Bosrijk lint
Oorsprong project in de tijd: 1889 inwerktreding volkshuisvestigingswet Gebruikte bouwstenen voor visie Weelde
A
C
verblijfskwaliteit creëren aan hoofdstraat binnenruimtes: alternatieve typologiën, zoals geschakeld, semi-geschakeld of een carré
F
dorpsranden: ontwerpen met uitzicht
K
collectief wonen op grondgebied van een boer.
E
grote vila’s of fermettes ombouwen tot meerdere woningen onder een dak
H
I
alternatieve lintverkaveling om ruimte en doorzichten te creëren
collectief wonen achter het lint bij het voordorp
L
bebouwing op kavel voorkomen
N
landschappelijke structuren zoals coullisen en kamers als basis gebruiken
Behoud van karakteristieke dorpsgezichten
Projecten
De Nevelstad Visualisatie van de Nevelstad
“We leven in het lelijkste land ter wereld” - Renaet Braem, 1968 -
Het doel van dit onderzoek is het verduurzamen van de Kempen met behoud van identiteit, gebruik makend van het systeem. Maar wat is de identiteit van de Kempen, en hoe kan hier een verduurzamingsslag overheen worden gelegd? Ik fotografeer graag lelijke plekken, want daar gebeurd tenminste nog iets. Mooie plekken blijven toch altijd wel mooi. Met deze twee punten in mijn achterhoofd ben ik dit onderzoek gestart. Al vrij snel kwam ik deze quote tegen; Maar wat is er dan precies zo lelijk? De eigenzinnige manier (Of het ontbreken) van ruimtelijke planning heeft ervoor gezorgd dat België een groot verstedelijkt landschap is zonder de gedroomde scheiding tussen Stad en Land. Dit is de voornaamste reden dat het een stempel ‘lelijk’ krijgt. In de huidige tijd veranderd de economie, krijgen sociale en ecologische waarden een grotere rol. Ook constateer ik dat de landbouw naar de stad wordt gehaald (stadslandbouw). Anderzijds injecteren we ook stedelijke functies in het platteland. (Zorgboerderij, Nieuwe woonvormen, boer en recreatie). De scheiding tussen stad en land lijkt hierdoor diffuser te worden.
Oorsprong project in de tijd: 1948 de wet De Taeye Een ander punt is alle leegstand en braakliggende terreinen in de compacte stad. Wat is er nog over van deze stad als we al deze signalen mogen geloven? Het lijkt erop dat de compacte stad als model voor duurzame ontwikkeling meer op een Nevelstad gaat lijken. Volgens het IABR is een belangrijke factor het verbinden van de drie werelden; Stad, Land en Natuur. Uit onderzoek van Paola Vigano is gebleken dat het raakvlak tussen stad en land in de Nevelstad ontzettend groot is in vergelijk tot de compacte stad, wat weer perspectief biedt voor de Nevelstad. Maar wat gebeurt er nou in die Nevelstad? Wat is er zo mooi aan het lelijke en het ongeregelde, en bovenal, waarom is duurzaam? Dit zit hem vooral in de contrasten die zo duidelijk zichtbaar zijn. Deze contrasten zijn in de compacte stad niet voelbaar omdat die zich manifesteren op een hoger schaalniveau. Deze contrasten zorgen ervoor dat er interactie plaats vindt tussen de drie werelden. Die contrasten ontstaan omdat in BelgiĂŤ ruimtelijke ordening alleen op de kavel was/is gericht. Hierdoor ontstaat er veel restruimte tussen de kavels. Vergelijk dit met een Nederlands bouwblok dan zie je dat het bouwblok op slot zit, hier is dus weinig tot geen ruimte voor verandering.
Projecten
De Nevelstad
Een ander fenomeen zijn de doodlopende wegen die veelvuldig voorkomen. Deze wegen creĂŤren een mooi landschapsbalkon met zicht over het open veld. Hier ontstaat interactie tussen stad en land. In Nederland zijn stad en land altijd gescheiden behandeld met als gevolg dat het landschap onzichtbaar is vanuit de stad. Hoe moet de compacte stad zich dan duurzaam gaan ontwikkelen bij het verbinden van de drie werelden als er geen interactie is tussen deze drie? Restruimten zijn het gevolg van het landgebruik. Deze restgebieden kunnen ingezet worden in het verbinden van stad, natuur en landbouw. Duurzaam ontwikkelen gebruik makend van het systeem met behoud van identiteit. Zo kan restruimte stad worden, natuur of landbouw. Dit idee komt voort uit mijn overtuiging dat flexibiliteit stabiliteit is.
Oorsprong project in de tijd: 1948 de wet De Taeye
Projecten
FLEXIBILITEIT = STABILITEIT ZORG DAT ER RUIMTE IS VOOR HET TOEVAL OF RUIMTE VOOR DE TOEKOMST WAARVAN NIEMAND WEET HOE DIE ER UIT ZIET. DEZE RUIMTES ZULLEN DE PLEKKEN ZIJN WAAR NOG IETS KAN..
Trendlijn in de tijd De Kempen nu
En waar staan we nu? De Kempen zijn de achtertuin van Nederland en België. Geconcludeerd kan worden dat deze regio haar gronden steeds tot de bodem toe heeft benut en deze na uitputting liet herstellen. Dan werd het gebied weer bewoond, gebruikt, en opnieuw uitgeput en ging men weer op zoek naar alternatieven om van de regio iets bruikbaars te maken. Momenteel is er in de regio veel natuur – heide, bossen en vennen, zijn er veel boeren met te veel vee en veel kleine dorpen en gehuchten, en bovendien nog altijd enkele elders ongewenste functies. De regio bevindt zich wederom op een kantelpunt. Gaan we door op deze voet, of moet er weer echt iets veranderen?
KEMPEN HISTORIE SAALIEN
EEMIEN
WEICHSELIEN
STEENTIJD
BRONSTIJD
IJZERTIJD
ROMEINSE TIJD
100.000BC
10.000BC - Stenen voorwerpen (jacht) - Individuele jacht - Sedentaire levenswijze (nederzettingen)
3700BC Ǧ rondom het huis Ǧ ǡ ǡ afgebakend stuk grond rondom het huis - Aanleg mijngroeves
800BC - Families zelfredzaam - Zwervende erven - Start ontbossing - Boerengemeenschappen Ǧ
50 Ǧ ǡ Ǥ ȋ Ȍ - Ontwikkeling verbindingswegen - Voortzetting ontbossing - Sterke ontwikkeling landbouw - Leveringsplicht van platteland aan de stad - Stad en platteland sterk verbonden - Verpachten van grond door landeigenaren
- Neanderthalers - Nomandische Levenswijze Ǧ ϔ
2700BC - Hervorming landbouwsysteem Ǧ ǡ
(200 - 400) (0-200)
- Nederzettingen Nederzettin langs riviertjes en beken - Hogere Hoge gronden uitgeput - Langs de verbindingswegen ontstaan nieuwe nederzettingen
1500BC - Doorontwikkeling Langhuizen (veestallen) - Landbouwmethoden verbeteren (gemengde landbouw)
Verplaatsing naar water
Economische groei : 0 Bodemgesteldheid : 0
Bevolkinggroei : 0
Ijskap
Stuwwal
Toendra
Ijskap
Toendra
Oerbos
Kamp
Oerbos
Kamp
Akker
Weiland
Boerengemeenschap
Boerengemeenschap
Metropool
Dode grond
Nijmegen
Maas
Dordrecht
Dordrecht
Breda
Breda
Ijskap
Oirschot Alphen
Alphen
Heerbaan Antwerpen/Nijmegen De Rom eins eg penw
e Kem
Toendra
Hoogstraten
Hoogstraten
Antwerpen
Antwerpen
Leuven
Tongeren
Maastricht
60
Leuven
Heerbaan Antwerpen/Nijmegen
Tijdlijn Trendlijn +/- 2.400.000 000 inwoners in
- Stichting van de Kempische kolenmijnen
MIDDELEEUWEN
(400 - 600)
- Kempen raken steeds meer onbewoond en nieuwe wouden nemen het land over - Romanisering; veel soldaten en ambtenaren blijven in de Kempen - Veteranen kregen vaak een akker als beloning voor bewezen diensten - Op de brokstukken van romeinserijk werden kleine steden teruggebouwd
(600 - 800)
768 - Vorstendommen komen te vervallen - Kleine buurtschappen op hogere dekzandruggen met omliggende akkers 814 - Feodaal stelsel van leenheren en leenmannen
REINAISSANCE
(800 - 1000)
(1000 - 1200)
(1200 - 1400)
- Meeste wouden alweer gekapt - Nieuwe nederzettingen ontstaan tussen ontgonnen akkers aan de randen van de beekdalen - Verbouwen van Rogge en op de arme gronden Boekweit - Vee graasde op de woeste gronden rondom de akkers Ǧ ϔ ǡ nieuwe heidevelden - Adel sticht kerken
1000 - Boeren gebruikten woeste gronden ook voor jacht - Adel eigent zich woeste grond toe als prive jachtgebied - Kastelen: houten torens op kunstmatige heuvels. - Opkomst van de handelssteden -Opkomst van de ambachten
1200 - Vrijheden gesticht in de kempen Ǧ ȋͷͶͿȌǡ ǡ ǡ ȋͷͷȌǡ ȋͷȌ - Woeste gronden werden gebruikt als gemeenschappelijke heide voor plaggen en houden van schapen - Lakenindustrie (wol) - Heide-economie
1100 - Ten zuiden van de Kempen ontstaat het graafschap Brabant (Hertogdommen vanaf 1188) - Buiten Hertogdommen ook nog enkele landgoederen - Vestiging abdijen in Kempen
(1400 - 1600)
1500 - Stedelingen hadden een eigen akker buiten de stad Ǧ Ǣ ǡ ȋ ǡ Ȍ 1600 - Lakenindustrie komt ten val - Turnhout (bijvoorbeeld) ging zich toeleggen op het vervaardigen van linnen
INDUSTRIALISATIE
(1800 - 2000)
1830 Ǧ ϔ - Kempen werd ‘Siberie van de Lage Landen’ - Streekeigenheid ging verloren - Vestigen zware industrie - Ontginnen grondstoffen Eind 19de eeuw - Industrialisatie in de Kempen mpen - Turnhout werd industriestad in de Kempen mijnen - Stichting van de Kempische kolenmijnen - Kempen Dunbevolkt en arm Ǧ 1914 lkt en arm a - Kempen Dunbevolkt Ǧ
GE
GK
AD
1930 - Metam amorfos rfose f Kempen Metamorfose K s ondernemerschap - Kempens - Hoogwaardige Hoog internationale industriele conglomeraten - Toelevering To vanuit dorpen en marktsteden - Ontwikkeling universiteiten - Maakindustrie en logistiek Ǧ
EH
TH HT
1945 - Snelle industrialisatie - Kempen wordt beter ontsloten Ǧ ȋ Ȍ Ǥ TH
19 1952 Ǧ Ǧ
Nijmegen
Bos
Heide
Vrijheden
Halder
Halder
Dordrecht
Kasteren
Kasteren
Breda
Oisterwijk
Gorp en Roovert (1312)
Oirschot
Oirschot
Oirschot
Oirschot
De Hoevens (700)
Alphen
Alphen
Alphen De Rom eins e Kem
Nieuwkerk (1200) eg penw
Veldhoven
Veldhoven
Eindhoven Hoogstraten
Hoogstraten
Hoogstraten
Hoogstraten Antwerpen
Leuven
Keersop
Keersop
Turnhout Borgel
Arendonk
Borgel
Postel (1100)
Tongeren
Maastricht
Tongeren
Maastricht
61
industrie
Akkers
Productiebossen
Boerderij
Heide
Weiland
Landbouw
Landgoed
Steden
Handelssteden
Kerk
Nijmegen
Vervuilende industrie
Heide
weg
Boerengemeenschap
Nieuwe wouden
Hooiplaggen
Lintbebouwing
Verplaatsing naar water
BE NE
19.. re terreinen terr - Militaire en vliegvelden midde van Ijzeren Rijn - Kempen iss midden
M Mestplaggen Verplaatsing naar water
Natuur
Landbouw
Stad
Prototypisch Kempens dorp 1 Uitganspunt
Concept
schetsontwerpen
Definitief ontwerp
Inpassing in het landschap
Toekomstscenario: overbevolking en vergaande verstedelijking bedreigen flora en fauna. Grondstoffen worden schaars en voedseltekort dreigt. EpidemieĂŤn dreigen. Er is woningnood en mensen raken dakloos. Er zijn meer werkzoekenden dan banen, een economische recessie veroorzaakt armoede. De ruimtelijke kwaliteit en veiligheid nemen af. Dit is onze visie op het ideale Kempens dorp voor deze overbevolkte toekomst: een binnenstebuiten gekeerd dorp.
Projecten in de toekomst De kern bestaat uit landbouw en natuur en een grote multifunctionele accommodatie. Het ontmoetingspunt van het nieuwe dorp! Het kerngebied wordt door omwonenden bewerkt en onderhouden. Dit creëert werkgelegenheid, ontspanning en sociale cohesie. Rond dit agrarische landschap wordt gewoond. In het de buitenste schil komen grote voorzieningen zoals een ziekenhuis, middelbare school, winkelcentrum en bedrijven. Voor dit ideaalmodel is een prototype ontworpen. De nieuwe woonbebouwing ligt rondom het agrarische middengebied. Dit kan worden bewerkt door een gemengd coöperatief landbouwbedrijf van de omwonenden, waarin veeteelt en akkerbouw roteren. Het centrale gebouw is voor primaire voorzieningen zoals een huisarts, kinderdagverblijf en markt waar producten van de centrale landbouwgronden worden verkocht. Omdat er amper transportkosten zijn, is het bij deze markt lekker goedkoop. Per woonblok varieert het woningtype en straatbeeld. Alle woningen worden op de zon georiënteerd en elke woning ligt maximaal 50 m van groen. Elk bestaand dorp krijgt één grote voorziening, b.v. ziekenhuis of middelbare school, sportschool. In de buitenschil van het dorp ligt bedrijvigheid. Een groene buffer tussen het woongebied en de industrie bevat ruimte voor het opvangen en infiltreren van het regenwater, dit is ook mooi om aan te wonen. Vanuit het centrale landbouwgebied lopen vier parkstroken door alle schillen naar buiten. Door deze parkstroken lopen radiale wegen en fietspaden. Op de kop van elke parkzone ligt een appartementenblok. Dit prototype is ingepast in een werkelijke situatie. De aanwezige dorpen en wegen vormen de basis. De de lintbebouwing is doorgetrokken; het lint rijgt de dorpen aaneen en vormt een krachtige bebouwde ring, met daarin het bestaande agrarisch gebied.
werp uitge werkt in
Illustr ator
Deeluitwerking met hoger detaile niveau
Projecten
Legenda Wonen Industrie/voorzieningen MFA
I
Winkels Kavel Park Weiland/landbouw Water Plein Bomen Infrastructuur
Schaal: 1:10000
Schaa
l: 1 1
Prototypisch Kempens dorp 2 Uitganspunt
Concept
Concept in doorsnede
doorsnedes plan
Dit is een ontwerp voor een nieuw Kempens dorp voor de toekomst. Er is een scenario opgesteld voor de Kempen over 100 jaar. Wanneer Nederland onder water loopt, zullen veel mensen vluchten. Als de steden de enorme vraag naar woningen niet meer aan kunnen, trekken mensen naar de dorpen. Een hooggelegen droog gebied als de Kempen gaat daar veel van merken. De aanname is dat er rond 2100 circa 350.000 mensen naar de Kempen komen. Van belang is dat daarbij de identiteit van de Kempen niet verloren gaat. Er moet een alternatief komen voor fossiele brandstoffen. De infrastructuur en tankstations worden omgebouwd voor elektrische en waterstofauto’s, -bussen en -vrachtwagens. Machines (robots en drones) zullen dagelijkse taken van de mensen overnemen. De technologische vooruitgang leidt er nu al toe dat mensen meer vanuit hun bed of luie stoel doen. De sociale interactie neemt drastisch af. Mensen belanden in een ‘‘sociale bubbel’’.
Projecten in de toekomst Voor deze 350.000 extra mensen moeten er nieuwe dorpen gebouwd worden. Deze dorpen krijgen hoogbouw. Ze lijken op een stad; denk aan een dichtbebouwde kern en een duidelijke dorpsrand. De maat van het dorp wordt bepaald door de reikwijdte van het Wi-Fi signaal uit de centraal gelegen ‘drone hive’. Rond het dorp ligt het rustige Kempenlandschap met de oude boerderijen en weilanden. De nieuwe dorpen worden energieneutraal. Gebouwen leveren ten minste evenveel energie als ze verbruiken. Op hoge gebouwen worden windmolens geplaatst. Voertuigen op nieuwe brandstoffen vereisen nieuwe en efficiënt infrastructuur met een futuristische uitstraling; magneettreinen, verhoogde monorails en automatische bussen. Hierdoor hoeven de wegen in het gebied niet verbreed te worden. Tegen de sociale bubbels creëren we een plaats om mensen bij elkaar te brengen. De traditionele dorpskerk is een ontmoetings- en oriëntatiepunt. Deze karakteristiek van de Kempendorpen wordt gewaarborgd. Maar omdat er steeds minder mensen naar de kerk gaan, is er een alternatieve centrale landmark bedacht: de ‘drone hive’. Deze toren is multifunctioneel. Mensen komen er bijeen zoals in een café of buurthuis, én het is een monorail-station, landingsplek voor drones én afhaalplek voor dorpsbewoners met een drone-bestelling. Alle inwoners wonen in het groen. Ze worden via een route door bossen en weides, ingericht met een natuurlijke sfeer en bezienswaardigheden zoals een grote boom of kunstwerk, naar het centrum van het dorp met de ‘drone hive’ geleid. Zo is het fijn is om veel uit huis gaan. De functie van de openbare ruimte is divers: recreatie, gemeenschappelijke moestuinen, graasweides en scharrelbossen voor vee en oerbos.
Impressies Definitief ontwerp
Projecten
Graze land Workshop schets sessie
66
In scenario Grazeland wordt de landelijke Kempenregio omkaderd door verschillende steden met ieder hun eigen karakter. Eindhoven stelt haar technologie hoog in het vaandel, waar Antwerpen zich meer richt op internationale handel via haar havengebied. Breda richt zich meer op cultuur en haar historische vesting, Tilburg op haar transportfunctie en Mol op de nucleaire industrie. Al deze steden hebben gemeen dat ze grenzen aan ‘De Kempen’. Geografisch gezien is Turnhout de centrale stad in dit web van dorpen midden in de Kempen. Maar wat is het karakter van de Kempenregio zelf? Grazeland is een scenario voor een adaptieve, groene nevelstad die in de toekomst, bij een veranderende mobiliteit, kansen biedt door de onderlinge nabijheid van wonen, werken, voedselproductie en recreatie. De Kempen als nevelstad, waarbij internationaal opererende economische activiteiten gekoppeld zijn aan de steden. Vervuilende functies en moeilijk te bereiken grootschalige bedrijven verhuizen naar de steden. De steden behouden elk een eigen economisch en cultureel profiel. Individueel spelen ze een rol in een of meerdere stedenregio’s. Mensen wonen, recreëren en werken in het naar binnen gekeerde ‘buitengebied’. Dit gebied staat open voor kleinschalige, zelfvoorzienende landelijke activiteiten. Een wens van veel stadsbewoners om in het buitengebied te wonen wordt vervuld, doordat er mogelijkheden geschept worden om wonen en werken te combineren. De bewoners voelen zich meer verbonden met hun regio, het landelijk gebied bestaat uit “self sustaining communities”. Het landelijke hart van de regio wordt gevormd door de kleinschaligheid en boerenactiviteit die de Kempen in de loop der jaren gevormd heeft tot wat het nu is. In dit scenario passen de voorstellen voor verduurzaming van de mobiliteit op de linten tussen Tilburg en Turnhout, met respect voor de lintenstructuur, door de introductie van nieuwe dorpsknooppunten, vraaggericht openbaar vervoer en stimulering van de fiets. En de prototype Kempense lintdorpen waarbinnen ruimte is voor een nieuw model van samenwerking tussen uiteenlopende agrarische bedrijven, die samen de bodem verduurzamen, de hoeveelheid mest terugdringen en de kwaliteit en voedingswaarde van de oogst, het vlees en de melk verbeteren. Die intensief samenwerken met de jongeren uit het dorp om aan de behoeften aan toerisme, recreatie en zorg van de stedelingen en dorpelingen tegemoet te komen. Een herstellende landbouw-innovatiecentrum op de grens van Arendonk en Reusel, dat Vlaamse en Brabantse kennis combineert, versnelt deze ontwikkeling. Tel hierbij nieuwe woonvormen op die passen in de huidige structuur én een vorm van collectief wonen mogelijk maken en het scenario heeft zijn ankerpunten in de Kempen.
Scenario’s
67
Grease land Workshop schets sessie
68
De Kempen staat in negatieve zin bekend om de mega-varkensstallen en de zware industrie die zich er door de decennia heen heeft gevestigd. Hoe kan dit negatieve beeld worden ingezet om de problemen van de omliggende regio’s op te lossen? In het scenario Greaseland stopt de Kempenregio met grootschalige veeteelt en richt zich op het ontzorgen van de Benelux op het gebied van afval. Scheiding en verwerking van afval en de productie van nieuwe grondstoffen uit afval vormt de nieuwe economie. Met gebruikmaking van de high tech en chemie-kennis die in de regio aanwezig is. De Kempen is hiervoor de aangewezen plek. De zandgronden, waar vroeger het uitschot van de samenleving werd gedumpt en waar later de ene na de andere zware en vervuilende functie werd neergeplempt. Waar de infrastructuur in de vorm van wegen, sporen en kanalen al in zeer ruime mate aanwezig is. Centraal gelegen als afvaldump van de Benelux (en misschien ook van het Ruhrgebied). Klinkt dit negatief? Oordeel niet te snel en kijk eens naar de positieve kant van het verhaal. Het is niet de bedoeling dat de Kempen in de handen gaat vallen van zogenaamde ‘vuilnissjeiks’ of ‘garbagebaronnen’. De ontwikkeling van nanotechnologie en microbiologie gaat in de toekomst helpen bij het opslaan, verwerken en hergebruiken van afval. Afval kan worden afgebroken tot op moleculair of zelfs atomair niveau. Er ontstaan nieuwe landschappen. De regio hoeft er dus niet uit komen te zien als een grote puinbak of vuilnisbelt, maar kan het waardevolle karakter en de identiteit behouden. Verder kan afval ingezet worden bij de opwekking van duurzame energie. Dat gebeurt momenteel al, maar met nieuwe methoden kan dit proces verduurzaamd en efficiënter worden. Via de afvalverwerkende industrie kan de Kempen zich profileren als technologisch kenniscentrum op het gebied van geautomatiseerde afvalinzameling, afvalverwerking en grondstoffenfabricage. Op die manier gaat de Kempen een belangrijke rol vervullen in de ontwikkeling van de circulaire economie en kan het als voorbeeld dienen voor de hele wereld. De Kempen wordt in dit scenario een interessant vestigingsgebied en investeringsklimaat voor ondernemers en bedrijven die zich bezighouden met dit type ontwikkelingen. Met de huidige beleidskaders gaat dit nooit lukken. Om draagvlak te creëren is het nodig dat iedereen kan delen in de opbrengsten die uit het afval gehaald kunnen worden. Daarmee wordt de Kempense afvalverwerkende industrie van iedereen, voor iedereen. In dit scenario past een stevige ecologische hoofdstructuur met een centraal kerngebied voor herintroductie van diersoorten die oorspronkelijk hoog in de voedselpiramide stonden. En een landgoederenzone als een “on grid – off grid tijdmachine” op de landsgrens, een landschap met ruimte voor innovatie en onderzoek in de praktijk. Bovendien passen bij dit scenario de nieuwe, groene Kempense toekomstdorpen, die passen bij een technologisch hoogstaande regio en die een vlucht uit de randstad in 2100 op kunnen vangen.
Scenario’s
69
De trendlijn doorzetten naar de toekomst
70
Trendlijn
Scenario’s
71
De toekomst van de Kempen
72
Trendlijn
Scenario’s
73
De 10 tips voor de toekomst van de Kempen 1
De Kempen één regio: Campina
De landelijke Kempische Laagvlakte is onderwerp van dit onderzoek. De focus ligt op het gebied tussen Turnhout, Tilburg en Eindhoven. De Kempenregio wordt omringd door verschillende steden, die ieder actief hun eigen karakter “branden” (Brainport, ….). Ook elk Kempens dorp voert zijn eigen strijd om de publieke belangstelling van nieuwe inwoners, bezoekers, recreanten en toeristen. Arendonk, eenvoudig verrassend; Baarle-Nassau-Hertog, het merkwaardigste dorp ter wereld; Eersel, Kempisch wonen in een wereldregio; Kasterlee, uw avontuur ligt in onze natuur. In de veelheid van slogans is door de bomen het bos niet meer te zien. De echte verschillen in identiteit en programma tussen de dorpen verdwijnen eerder dan dat ze zichtbaarder wordt. Ook de zandlandschappen rond de Kempische Laagvlakte, Nationaal Landschap het Groene woud tussen ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg, De Peel achter Eindhoven, geven vorm aan een eigen identiteit, om deze uit te kunnen venten. De landschappelijke en andere gemeenschappelijke kenmerken van de Kempense gemeenschappen en hun inwoners kunnen ook in regionaal verband worden verteld in plaats van ieder dorp voor zich. Het geheel wordt meer dan de som der delen. Dit verhaal versterkt de identiteit van de Kempense Laagvlakte. Om onderscheid te maken ten opzichte van alle andere (Hoge, Lage, Noorder-, Zuider-, Centrale, Turnhoutse) Kempen kan het ook helpen de oude naam Campina te herintroduceren. Deel de gemeenschappelijke ontstaansgeschiedenis: de canon van de Campina.
Breda
Tilburg
Roosendaal Eindhoven Hoogstraten
Turnhout
Antwerpen
Lier
Geel Aarschot
Leuven
74
2
Kempen in balans: “Eert uw bodem”
Fysische en chemische elementen bepalen het landschap. Het landschap is de bron van het voortbestaan van mensen en daarmee van economie en maatschappij. De zanderige en waterarme ondergrond van De Kempen leidde tot een economie van heide -> schapen -> wol en mest -> ambacht en landbouw, en bossen -> hout -> industrie -> bevolkingsgroei -> steden -> mest -> landbouw. Tot dan toe in balans. Maar… te grote verstedelijking en globalisering leidt tot opgevoerde landbouwproductie met voedingsstoffen van buiten het systeem (diervoeders, kunstmest). Overbemesting en verzuring van bodem en water, dierziektes en immuniteit van ziekteverwekkers voor antibiotica maken dat grootschalige voedselproductie op lange termijn niet houdbaar is. Nog los van het dierenwelzijn en de voedselkwaliteit. Het regionale ecosysteem raakt uit balans. Van een afstand en op grote schaal bekeken lijkt grootschalige landbouw op arme grond onzinnig. De agrariërs in de Kempen hebben grote moeite om te overleven. De agrarische bedrijven moeten hun schaal vergroten en hun bedrijf industrialiseren, of ze moeten nevenactiviteiten ontwikkelen om klein te kunnen blijven. Deze bedrijven moeten grote investeringen doen om aan de milieuregels te kunnen voldoen. De landbouwer runt het bedrijf als een manager maar dan met het inkomen van een boer. Omzet en inkomen staan in geen verhouding. Kortom: we werken met een nieuw systeem op de oorspronkelijke plek; de zaak raakt meer en meer uit verhouding en er is teveel transport nodig. Wanneer we de kwaliteit van de bodem respecteren en geen kunstgrepen uithalen, putten we onze bodem niet uit en behouden we gezonde bedrijven en een biodiverse leefomgeving. De kwaliteit van de Kempense bodem staat aan de basis van de kwaliteit van de Kempense economie. Maak de bodemkwaliteit van de Kempen tot maatstaf voor regionaal handelen.
75
De 10 tips voor de toekomst van de Kempen 3
Kempenstad en Kempenland: Globale steden en lokale dorpen
De arme Kempense zandgrond leent zich voor veeteelt. Varkenshouderijen en kippenfarms zijn uitgegroeid tot grootschalige bedrijven die in hoge mate onafhankelijk zijn van het landschap. Er is heel veel transport nodig van het platteland naar de internationaal aangesloten stedelijke netwerken. De Kempense veeteeltsector is in feite footloose geworden. We werken met een nieuw systeem op de oorspronkelijke plek (pad afhankelijkheid). Het lijkt verstandig om de grootschalige, hoogdynamische landbouw voor een globale markt langzaam maar zeker te gaan verplaatsen naar de internationaal aangesloten stedelijke gebieden. Varkens- en kippenhouderijen in megastallen passen prima op bedrijventerreinen aan snelwegen, op afstand van woonwijken. Ze hoeven dan ook niet “ingepast” te worden in het landschap. Kleinschalige, laagdynamische biologische landbouw voor de lokale markt kan in het landelijk gebied meer ruimte krijgen. Lokale rotatie coöperaties van samenwerkende boeren kunnen die ruimte gebruiken voor buitenvarkens, buitenkippen en buitenkoeien die door hun gewroet, gescharrel en gegraas en met hun mest de structuur en kwaliteit van de grond voorbereiden voor biologische akkerbouw. Buitenlui kunnen een rol spelen in deze coöperaties, door de organisatie en uitvoering van verbrede landbouwtaken in de zorg, toerisme en recreatie, farmlabs e.d. Zo ontstaat er een attractief en leefbaar boerenlandschap met nieuwe verdienmogelijkheden gericht op stedelingen. De biologische boer kan zich op zijn kerntaken concentreren en kleinschalig blijven werken en er is werk voor jongeren. Stimuleer de herstellende, biologische landbouw. Doe een pilot waarin veehouders, akkerbouwers en tuinders meerjarig samenwerken en hun productie roteren ter herstel van de bodemkwaliteit.
76
4
Kempense kringloop: Campina Circulair
De Kempen is van oudsher een regio met veel industriële bedrijvigheid. Niet elke zoon uit de grote katholieke gezinnen kon boer worden, daarvoor was er niet genoeg land. De andere zonen waren welkome arbeidskrachten voor de industrie die zich in de Kempen heeft gevestigd. De schrale zandgronden zouden een rol kunnen spelen in een toekomstscenario dat past binnen dit industriële profiel. Dat van een Kempenregio die zich ontwikkelt als afvalspecialist: inzamelen, scheiden en produceren van nieuwe grondstoffen uit afval en het ontwikkelen van mogelijkheden voor hergebruik. Jaarlijks produceren wij, de consumenten, wereldwijd ruim 10 miljard kilo afval. In Nederland én in België produceren beiden jaarlijks ca 60 miljoen kiloafval. Maar.. afval bestaat niet. Afval is op te werken tot nieuwe grondstoffen. Er kan geld aan worden verdiend. De ontwikkeling van nanotechnologie en de vooruitgang op het gebied van microbiologie maken het mogelijk afval af te breken tot op moleculair of zelfs atomair niveau. Hiervoor is ruimte en kennis nodig. Vrijkomende ruimte kan worden aangewend voor ruimtevragende, natuurlijke afbraakprocessen. Denk aan verouderde industriegebieden, en aan voormalige militaire oefenterreinen, landloperskolonies en agrarische bedrijven. Uit afvalverwerking kunnen nieuwe landschappen ontstaan. In de Kempen zijn diverse technische kennisinstituten aanwezig met de noodzakelijke biochemische en fysische kennis. De Kempen kan een interessant vestigingsgebied en investeringsklimaat worden voor ondernemers en bedrijven die zich bezighouden met dit type ontwikkelingen. Stimuleer de ontwikkeling van kennis over metabolisme en circulaire economie in de Kempen en neem een rol als regionale afvalverwerker.
77
De 10 tips voor de toekomst van de Kempen 5
Kempense familie: fam. Campina
Veel Kempense bedrijven groeien vroeg of laat uit hun jas. De dorpen trachten grenzen te stellen aan deze groei. Grote bedrijven veroorzakennamelijk veel zwaar lokaal verkeer en ze zijn landschappelijk moeilijker in te passen. Echter, lokaal gewortelde en verankerde bedrijven dragen veel bij aan de leefbaarheid van het platteland. Ontwikkel beleid om groter groeiende bedrijven lokaal goed te faciliteren, en stel ook eisen aan deze bedrijven, zoals: é organiseer stiller en veiliger goederentransport, bijvoorbeeld coöperatief é werk schoner en veiliger é laat afval lokaal verwerken en breng het terug in het lokale systeem é biedt maatschappelijke return; veel familiebedrijven in de Kempense dorpen doen dit al é pas je bedrijf goed in, in het kleinschalige coulissenlandschap. é Ruimte voor lokale economie, maar niet tegen elke prijs. Als bedrijven niet meer lokaal gebonden zijn, of niet bereid of in staat zijn om lokaal te investeren, ga dan met ze in gesprek om te verhuizen en aan te sluiten bij de op globale schaal functionerende economie van de steden in de Kempen.
78
6
Echt Kempens: Campina collectief
Samen investeren en werken is van oudsher onderdeel van het Kempense leven. De woeste gronden werden gemeenschappelijk gebruikt en bewerkt. Deze cultuur van samenwerken is nog steeds aanwezig. In de Nederlandse en Belgische Kempen worden beekdalen gereconstrueerd. Het landschap wordt fraaier, de natuur krijgt ruimte, het watersysteem wordt stabieler, er komt ruimte voor recreatie. De reconstructieplannen worden door vele partijen samen opgesteld. Desondanks is er nog altijd sprake van een tegenstelling tussen natuur en landbouw. Een meer laagdynamische en trage vorm van landbouw past beter in en naast natuurgebieden. Beide functies kunnen beter profiteren van elkaars kwaliteiten. Natuur als stabilisator van het watersysteem, als biodiverse voedselbron voor stuifmeel verspreidende insecten etc. Herstellende landbouw als waterverbuiker, waar droge natuurtypen bedreigd worden door vernatting of vermesting. Boeren zijn sepcialisen zich vanwege de hoge productie-eisen. De gemengde bedrijven van vroeger komen weinig meer voor. Door eigen gronden gezamenlijk te gebruiken in een lokale coรถperatie, kunnen gewassen en veeteelt worden gerouleerd. De grond verbetert, er zijn minder of geen meststoffen nodig voor het land, geen antibiotica voor de dieren, de kwaliteit c.q. voedingswaarde van het voedsel neemt toe, het landschap blijft kleinschalig en de toeristisch-recreatieve kwaliteit ervan is groter. Deze oude methode in een moderne coรถperatie zou een oplossing kunnen bieden voor de verduurzaming van de Kempense zandgronden. Kleinschalige boeren kunnen overleven. Biologische streekproducten, horeca en verblijfsmogelijkheden bij de boerderij houden het platteland voor de stedelingen aantrekkelijk als bestemming voor ontspanning, vrije tijd en vakantie. Niet-boeren kunnen meewerken, zodat de echte boeren boeren kunnen blijven en niet ook nog campingbaas, zorgverlener en fabrieksdirecteur hoeven spelen. Stimuleer kleinschalige rotatiecoรถperaties, voor de boer, de dorpelingen en ten gunste van recreatie en toerisme.
?
79
De 10 tips voor de toekomst van de Kempen 7
Kempense potentie: Campina adaptief
In de Nederlandse planningstraditie zijn natuur, agrarisch landgebruik en verstedelijking op elke schaal gescheiden. Grenzen zijn min of meer helder. Iedereen kent zijn rechten en zijn plichten. In België is er een sterkere menging van stad, agrarische landerijen en natuur. In de dorpen liggen weides. Tussen natuur- en landbouwgebieden liggen stukjes grond zonder duidelijke bestemming. Dit levert onaffe situaties op. Open hoeken, onafwerkte zijgevels, doodlopende straten, niemandsland. Lelijke plekken, vage plekken, plekken die vragen oproepen. Plekken die ruimte laten. Ruimte voor ideeën. Ruimte voor experimenten. Ruimte voor spel. Ruimte voor beleving. Ruimte voor samenzijn. Ruimte voor aanpassing. Vernieuwing. Innovatie. Deze Kempense nevel van menselijk landgebruik leidt tot versnippering, inefficiëncy, kapitaalverlies misschien zelfs, máár… is het niet óók de sleutel tot aanpassingsvermogen en innovatiekracht? De dorpen in de Kempen groeien. In Nederland worden ze compact uitgebreid, tot aan de rondweg met geluidwallen. Van het oorspronkelijke dorp is weinig meer te zien als je erlangs rijdt. De dorpsbewoners zien het landschap ook niet meer. De individuele huizen in de Vlaamse lintbebouwing genieten vrij uitzicht op het landschap. De vrijwel aaneengesloten bebouwing beneemt het zicht vanaf de linten op het landschap . Het is wel ver rijden om overal te komen. En ruimte voor samenkomst is er vrijwel niet. Een dorp is Kempens als het de individuele voordelen van het buitenwonen weet te garanderen én het samenleven weet te faciliteren. Het volbouwen van alle open hoeken in het dorp is niet de oplossing. “Verlinten” tot in Antwerpen evenmin. Met de juiste mix van een vernieuwde lintverkaveling, nieuwe collectieve woonvormen in én achter de linten, nieuwe collectieve dorpsruimtes en vernieuwde dorpsknooppunten met goed openbaar vervoer kan elk Vlaams-Kempens dorp een voorbeeld zijn voor adaptieve Nederlands-Kempense dorpen. Laat ruimte, reserveruimte, voor tijden van verandering. Ruimte voor ontmoeting, waar vernieuwing begint. Ruimte voor ruimte, nabij, vrij en adaptief. Huidige situatie: vrij klassieke opbouw
Scenario de Nederlandse stempel
Scenario de Nevelstad
80
8
Kempense wildernis: Campina bron van innovatie
De landsgrens tussen Nederland en België ligt op een droge zandrug. In het grensgebied ligt een reeks aaneengesloten oude, private landgoederen. De wegen lopen eromheen, de grens kan maar op een enkele plaats door snelverkeer worden gepasseerd. Langzaam verkeer tussen beide landen gaat over bospaden. De beperkte bereikbaarheid (off grid) en het (nu nog) bestaande gebrek aan internetverbinding (offline) zorgen ervoor dat je in het grensgebied nog kunt (ver-)dwalen. Het is er oorverdovend stil en verlaten en je weet nooit precies waar je bent. Je komt jezelf tegen. Je wordt weer even een met de natuur. Die ervaring appelleert aan je kindertijd, aan onbevangenheid en creativiteit. De aaneengesloten grensbossen bieden de ideale conditie voor reflectie op het verleden, bewustwording van het heden, en een blik in de toekomst. Voor contact individuele creativiteit: intuïtie en spel. In het grensgebied kun je je bron bevragen en je weer verbazen over waarom we ook weer doen wat we nu eenmaal doen. Off grid en offline landschappen zijn nodig in een regio met een innovatieprofiel. Het zijn de plekken waar kenniswerkers en creatievelingen uit deze high tech & social tech regio van de gebaande paden af kunnen. Het privé eigendom van de bossen biedt een aardige garantie voor het behoud van de stilte en de rust. Behoud dit fenomeen en maak het waardevoller door de off grid en offline status te behouden. Eén manier om de kwaliteiten van het gebied te versterken, is het te ontwikkelen tot internationaal landschap voor oorspronkelijke wilde diersoorten die hoog in de voedselpiramide stonden, zoals het edelhert, het wilde zwijn en de wolf: een Kempense wildernis. Of grid en off line is nu nog the new luxury, maar het wordt in de toekomst een primaire levensbehoefte. Behoud het off grid en offline karakter van het grensgebied en ontwikkel het tot internationaal landschap voor dieren en voor mensen: een boslandschap met ruimte voor innovatie en onderzoek in de praktijk.
SLEUTELDIEREN
EDELHERT
WILD ZWIJN
WOLF 250 KM2 625
81
WILDE ZWIJNEN
6.250
EDELHERTEN
2-10
WOLVEN
De 10 tips voor de toekomst van de Kempen 9
Kempense wegen: Campina stillekes en schoon
De stedelijke gebieden rond het landelijke Kempen zijn onderling niet goed verbonden. De verbinding Turnhout – Tilburg voert via Ravels en kost haast dubbel de reistijd als eenzelfde reisafstand binnen België of Nederland. Het enige openbaar vervoer tussen Tilburg en Turnhout is de bus. Turnhout heeft een kopstation. Naar Eindhoven reist men sneller met de bus via Tilburg, dan via Reusel. En dat is nog altijd dubbel zo traag als met de auto. De Nederlandse en Vlaamse steden in de Kempen zouden onderling beter bereikbaar moeten zijn voor toeristen en recreanten. De Efteling in de Loonse en Drunense Duinen, en Bobbejaanland op de Kempische Heuvelrug liggen slechts 60 km uiteen. Diverse andere prachtige bestemmingen liggen aan deze route; behalve de Beekse Bergen ook Landschap De Liereman, en de landgoederen, zoals De Utrecht, Gorp en Rovert, Nieuwkerk, de Tulderheyde, de Regte Heide enzovoorts. De “harde” toeristisch-recreatieve attracties zouden coöperatief openbaar vervoer kunnen aanbieden. Gemeenten zouden nieuwe dorpsknooppunten kunnen inrichten rond busshaltes, voorzien van goede reisinformatie, fietsenstallingen en parkeergelegenheid, nabij winkels en praktijkruimtes om een meer dagelijks gebruik van openbaar vervoer op de linten te bevorderen. Dit past in de Vlaamse cultuur van het pendelen die tenslotte met de aanleg van de tram langs de steenwegen is ontstaan. De langgerekte dorpsstructuren stammen uit die periode van industrialisatie en lenen zich bij uitstek voor openbaar vervoer. Met een elektrische fiets zijn deze afstanden ook goed af te leggen. Een netwerk van vrijliggende fietsroutes, zogenaamde “slow lanes”, door landelijk gebied en natuurgebieden, vergroot de bereikbaarheid van de attracties en maakt de attractiveit van de Kempen beter beleefbaar. Al deze maatregelen dragen bij aan een shift van auto naar schoner vervoer en aan een hogere verblijfskwaliteit aan de linten. Goed openbaar vervoer en vrijliggende fietspaden tussen de Kempense steden en attracties zijn middelen om in de regio meer uitwisseling tot stand te brengen en buiten de regio meer bekendheid voor de attractiviteit van de Kempen te verwerven. Dorpsknoopuntontwikkeling kan bijdragen aan de leefbaarheid van de lintbebouwde dorpen en de uitwisseling tussen de steden.
82
10
Kempens doet: Campina maakt smart sociaal
Het economisch profiel van de landelijke Kempen is agrarisch en industrieel. De Nederlandse Kempen leveren aan Brainport, het Eindhoven van de high tech maakeconomie. De Vlaamse Kempen verwerken producten uit de haven van Antwerpen. De economie van de dorpen is verweven met die van de wereldwijde stedelijke economie. Landsgrenzen zijn daarin niet per sĂŠ beperkend. Philips is, behalve in Eindhoven, gevestigd in Turnhout, net als Janssen Pharmaceutica in Turnhout en Tilburg zit. Dat Amerikaanse investeerders zich in Enschede vestigen vanwege Universiteit Twente, omdat deze in zijn relatieve economische afzondering een gunstige omstandigheid herkende voor de eerste serieuze Nederlandse incubator, illustreert dat globale economieĂŤn graag investeren in afgelegen gebieden, als die maar eigenwijs en krachtig koers houden. De Kempenregio is een stille kracht voor alle innovatieve stedelijke milieus eromheen. Ze mag gaan staan voor haar kracht en eigenheid en ze mag ook eisen stellen: Be Smart & Be Social!
83
84
85