D N A L ER D E N care AG &
L S ER V JAAR KENING JAARRE 2012 ni u j 0 3 1 01 1juli 2
Project Umoja, Congo: opvang vluchtelingen in gastgezinnen
2
CARE jaarverslag 2012
Inhoud en voorwoord Inhoudsopgave Meer dan 2,4 miljoen mensen bereikt Het doet mij genoegen u, mede namens de Raad van Toezicht, het jaarverslag van Stichting CARE Nederland over de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012 aan te bieden. Het jaarverslag - en zeker de bijbehorende jaarrekening - staat vol met cijfers die een transparant beeld geven van de wijze waarop CARE Nederland de haar toevertrouwde budgetten heeft besteed. Een paar van deze cijfers wil ik op deze plek alvast met u delen. In het afgelopen boekjaar werkte CARE aan 35 lopende projecten en werden 22 nieuwe projecten aan het portfolio toegevoegd. Totaal worden daarmee volgens een nauwkeurige schatting meer dan 2,4 miljoen mensen bereikt! Mensen die in de meeste gevallen in grote armoede moeten leven en daarbij vaak nog het slachtoffer zijn van een conflict of een natuurramp. Ik denk bijvoorbeeld aan Pamoja, een groot programma voor wederopbouw in post-conflict gebieden met projecten in landen als Zuid-Soedan, Somalië en de Democratische Republiek Congo. Dit programma voeren we uit binnen het samenwerkingsverband ‘Dutch Consortium for Rehabilitation’, dat naast CARE Nederland wordt gevormd door ZOA Vluchtelingenzorg, Save the Children en Healthnet TPO. Ons werk wordt mogelijk gemaakt door een aantal grote donoren, zoals het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Europese Commissie, maar ook door een grote schare particuliere donateurs. Juist in een tijd dat geven minder vanzelfsprekend lijkt te worden, tonen zij grote betrokkenheid bij de doelen die CARE zichzelf stelt en dat is in één woord fantastisch. Dank daarvoor!
Management summary 4 CARE International 6 De wereld van CARE in 2012 8 CARE Nederland 10 Personeel, directie en vrijwilligers 14 Raad van Toezicht, Raad van Advies en organogram 16 Verantwoordingsverklaring 20 Beleid en Strategie 22 Baten, lasten, resultaat, balans en kengetallen 24 Ramppreventie: Disaster Risk Reduction 26 Bio-rights in Guatemala 32 Vredesopbouw: Peacebuilding 34 Zuid-Soedan tussen hoop en vrede 38 Voorlichting & Fondsenwerving 40 Schoon water voor Haïti 42 Jaarrekening 2011-2012 44 Controleverklaring van de onafhankelijke accountant 65 Bijlagen 66
Algemene informatie
Guus Eskens Directeur CARE Nederland
©Alle foto’s: CARE Nederland. Omslagfoto: Project Behoud mangroves, Benin
Statutaire naam: Stichting CARE Nederland Vestigingsplaats: Gemeente Den Haag Adresgegevens: Juffrouw Idastraat 11 2513 BE Den Haag Telefoon: 070- 310 50 50 Rechtsvorm: Stichting Inschrijving KVK: Deponering statuten op 2 december 1993 (41158230) Laatste statutenwijzing: 3 juli 2008 Lid van: Confederatie CARE International, gevestigd in Genève, Zwitserland CARE jaarverslag 2012
3
Management summary De management summary, de samenvatting van het jaarverslag 2011-2012, toont u de wereld van CARE Nederland en CARE International in een notendop. CARE Nederland is aangesloten bij de confederatieve organisatie CARE International. Naast Nederland telt CARE International nog twaalf leden: Australië, Canada, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Japan, Luxemburg, Noorwegen, Oostenrijk, Thailand en de Verenigde Staten. Ook zijn er twee landen geaffilieerd lid: India en Peru. De leden voeren programma’s uit op het gebied van noodhulp, armoedevermindering, onderwijs, klimaatverandering, gezondheid, voeding, drinkwatervoorziening, hygiëne, het versterken van de positie van de vrouw en het beïnvloeden van politiek beleid. In het afgelopen financiële jaar werkte CARE International in 69 landen aan ruim 1000 projecten, waarbij in totaal 122 miljoen mensen werden bereikt. De activiteiten van CARE Nederland strekken zich uit over twee programmatische kernthema’s: Disaster Risk Reduction (Ramppreventie) en Peacebuilding (Vredesopbouw). Op het gebied van Disaster Risk Reduction (DRR) werkt CARE Nederland binnen CARE International aan haar positionering als expertisecentrum. Naast de programma’s en projecten die het DRR-team uitvoert, brengt de rol van expertisecentrum met zich mee dat CARE veel aandacht schenkt aan het steeds weer verder ontwikkelen van de knowhow op het terrein van Ramppreventie en het delen van deze knowhow binnen CARE
4
CARE jaarverslag 2012
International. Deze kennis wordt vervolgens geïmplementeerd in bestaande en nieuwe projecten. Ook is in het voorbije boekjaar samengewerkt binnen het consortium “Partners for Resilience”, dat naast CARE Nederland wordt gevormd door het Nederlandse Rode Kruis, Cordaid, Wetlands International en het Klimaatcentrum van het Internationale Rode Kruis. Dit consortium voert gezamenlijk projecten en programma’s uit op het gebied van Disaster Risk Reduction, Climate Change Adaptation (CCA) en Ecosystem Management and Restoration (EMR). Inmiddels is dit 5-jarig programma gestart met baseline studies in alle 9 landen: Guatemala, Nicaragua, Mali, Ethiopië, Oeganda, Kenia, India, Indonesië en de Filipijnen. Op het gebied van Peacebuilding (PB) heeft de strategie van CARE Nederland verder vorm gekregen met ondermeer de implementatie van het programma van het “Dutch Consortium for Rehabilitation”, “Pamoja”, en doordat financiering is gerealiseerd voor twee nieuwe programma’s; ”Peace Under Construction” en “Foundations for Peace”. De nieuwe programma’s, die in het verslagjaar 2011-2012 zijn ontwikkeld en in het begin van dit boekjaar van start zijn gegaan, worden uitgevoerd in het kader van wederopbouw in fragiele staten: in Zuid-Soedan, Burundi, Afghanistan, Jemen en Somalië. In strategisch opzicht zijn deze twee programma’s een rechtstreekse vertaling van de PB-doelstelling met betrekking tot actief burgerschap, het versterken van wederkerigheid tussen staat en burgers, vreedzame conflictbeheersing en verbeterde participatie van
gemarginaliseerde groepen in sociale en economische activiteiten. Het Pamoja-programma, waarin onder de noemer “Dutch Consortium for Rehabilitation” wordt samengewerkt met ZOA Vluchtelingenzorg, Save the Children en Healthnet TPO, is op 1 januari 2011 van start gegaan met de doelstelling om gezamenlijk bij te dragen aan de wederopbouw in zes (post)conflictlanden in Afrika: Burundi, de Democratische Republiek Congo, Liberia, Soedan, Zuid-Soedan en Oeganda. CARE Nederland is ook structureel betrokken bij acute noodhulp in geval van rampen of conflicten. De activiteiten met betrekking tot noodhulp worden aangestuurd vanuit de programmateams voor Disaster Risk Reduction en Peacebuilding. Omdat de scheidslijn tussen noodhulp en wederopbouw soms lastig te trekken is, hanteert CARE Nederland voor noodhulp een ruime definitie waarin ook wederopbouw wordt betrokken. Tot slot: het werk van CARE Nederland wordt mogelijk gemaakt door een aantal grote donoren, zoals het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Europese Commissie, maar ook door de vele particuliere donateurs die onder verantwoordelijkheid van de afdeling Voorlichting & Fondsenwerving worden geworven. Tevens is afgelopen boekjaar met succes een aanvraag voor een financiële bijdrage ingediend bij de Nationale Postcode Loterij. Deze aanvraag werd gehonoreerd met een jaarlijkse donatie van € 500.000 voor een periode van vijf jaar. De Turing Foundation steunde de duurzame ontwikkeling van Mangrove gebieden in Benin.
Tabel ‘Besteding aan doelstelling’ Disaster Risk Reduction: In het afgelopen boekjaar werd gewerkt aan 29 lopende projecten met circa 1,2 miljoen begunstigden en zijn 13 nieuwe projecten van start gegaan met circa 350 duizend begunstigden. De besteding aan de doelstelling Disaster Risk Reduction bedroeg in het verslagjaar:
€ 1.668,000
Peacebuilding: In het afgelopen boekjaar werd gewerkt aan 8 lopende projecten met circa 240 duizend begunstigden en zijn 9 nieuwe projecten van start gegaan met circa 675 duizend begunstigden. De besteding aan de doelstelling Peacebuilding bedroeg in het verslagjaar:
€ 2.745.000
Noodhulp: In het afgelopen boekjaar werd gewerkt aan 19 noodhulpprojecten die werden aangestuurd vanuit de respectieve programmateams voor Disaster Risk Reduction en Peacebuilding. De besteding aan de doelstelling Noodhulp bedroeg in het verslagjaar:
€ 6.945.000
Voorlichting & Fondsenwerving: De besteding aan doelstelling Voorlichting & Fondsenwerving bedroeg in het verslagjaar: Totaal besteed aan doelstelling:
€ 554.000 € 11.912.000
Water- en sanitatieproject, Haïti CARE jaarverslag 2012
5
CARE International CARE International is een wereldwijd opererende, confederatieve organisatie, die nu bestaat uit dertien leden. CARE is kort na het einde van de Tweede Oorlog in de Verenigde Staten opgericht op initiatief van verschillende organisaties, voornamelijk uit het bedrijfsleven, met als doel de eerste nood onder de Europese bevolking te lenigen. Daartoe stelde CARE hulppakketten samen die onder meer in Nederland werden uitgedeeld. Nog steeds is het verlenen van noodhulp bij rampen en conflicten een belangrijke doelstelling, maar inmiddels is CARE International een van de grootste internationale hulporganisaties op het gebied van armoedebestrijding. In het afgelopen financiële jaar was CARE International met ruim duizend projecten actief in 84 landen (zie wereldkaart op pagina 8 en 9), waarbij de organisatie meer dan 122 miljoen mensen bereikte. CARE Nederland is een van de dertien leden van de confederatie, die verder bestaat uit CARE Australië, CARE Canada, CARE Denemarken, CARE Duitsland-Luxemburg (twee leden, één organisatie), CARE Frankrijk, CARE Groot-Brittannië, CARE Japan, CARE Noorwegen, CARE Oostenrijk, CARE Thailand en CARE Verenigde Staten. De leden voeren programma’s uit op het gebied van noodhulp, armoedevermindering, onderwijs, klimaatverandering, gezondheid, voeding, drinkwatervoorziening, hygiëne, het versterken van de positie van de vrouw en het beïnvloeden van politiek beleid.
Hulpverlening per sector: de cijfers op een rij Voedselzekerheid • Aantal begunstigden: 8.056.012 • Aantal projecten: 183 • Aantal landen: 48
6
CARE jaarverslag 2012
In het afgelopen boekjaar heeft CARE de voedselzekerheid voor 8 miljoen mensen veiliggesteld door het geven van voedselhulp en het versterken van duurzame landbouw.
CARE heeft in het afgelopen jaar ruim 26 miljoen kinderen bereikt met informatie en hulp die gericht zijn op het verbeteren van hun gezondheid en voeding.
Armoedereductie • Aantal begunstigden: 7.205.885 • Aantal projecten: 308 • Aantal landen: 55
In het afgelopen jaar heeft CARE ruim 7 miljoen huishoudens geholpen met het verbeteren van hun inkomen, ondermeer door het toegankelijk en bereikbaar maken van financiële diensten, deelname aan spaar- en leengroepen te bevorderen en verlenen van hulp bij het verkopen van hun producten. Onderwijs • Aantal begunstigden: 5.222.820 • Aantal projecten: 211 • Aantal landen: 54
CARE heeft in het afgelopen jaar ruim 41 miljoen vrouwen, mannen en kinderen bereikt met informatie over en hulp bij het verbeteren van de gezondheid van (aanstaande) moeders.
CARE’s programma’s en projecten hebben bewerkstelligd dat meer dan 5 miljoen mensen in het afgelopen jaar naar school konden gaan en/of kwalitatief beter onderwijs hebben gekregen.
Gezondheid en voeding van kinderen • Aantal begunstigden: 26.378.576 • Aantal projecten: 40 • Aantal landen: 14
Gezondheid van (aanstaande) moeders • Aantal begunstigden: 41.016.737 • Aantal projecten: 118 • Aantal landen: 37
Hiv/aids • Aantal begunstigden: 16.207.770 • Aantal projecten: 122 • Aantal landen: 36 Door CARE’s programma’s en projecten hebben 16 miljoen mensen zich beter leren beschermen tegen HIV en is het stigma dat HIV/AIDS met zich meebrengt teruggedrongen
Water en hygiëne • Aantal begunstigden: 27.238.247 • Aantal projecten: 204 • Aantal landen: 50
Ruim 27 miljoen mensen kregen in het afgelopen jaar hulp bij het realiseren van duurzame drinkwater- en sanitaire voorzieningen en het verbeteren van de hygiëne.
Klimaatverandering • Aantal begunstigen: 6.142.690 • Aantal projecten: 36 • Aantal landen: 10
CARE hielp in het afgelopen jaar meer dan 6 miljoen mensen om de gevolgen van steeds heviger natuurgeweld te beperken en zich aan te passen aan de veranderingen van het klimaat.
Het werken aan gelijkwaardigheid tussen mannen en vrouwen neemt een prominente plaats in binnen de activiteiten van CARE. In het afgelopen financiële jaar werden bijna 6 miljoen vrouwen (en mannen) bereikt met informatie en middelen om de positie van vrouwen te versterken. De programma’s zijn tevens gericht op het verhogen van solidariteit en het tegengaan van seksueel geweld.
Noodhulp • Aantal begunstigden: 12.426.953 • Aantal projecten: 208 • Aantal landen: 47 CARE bereikte in het afgelopen jaar bijna 12,5 miljoen mensen die slachtoffer waren of dreigden te worden van rampen en conflicten in maar liefst 47 landen. Het accent van de hulpverlening lag op groepen die disproportioneel te lijden hebben in dit soort omstandigheden: vrouwen, kinderen en bejaarden.
Cross-cutting activiteiten Naast de hulpverlening in de zojuist opgesomde sectoren voert CARE zoals gezegd twee activiteiten uit die als een rode draad door veel programma’s en projecten heen lopen: het versterken van de positie van vrouwen (women’s empowerment) en beleidsbeïnvloeding.
Women’s Empowerment • Aantal begunstigden: 5.914.869 • Aantal projecten: 258 • Aantal landen: 54
Beleidsbeïnvloeding • Aantal projecten: 471 • Aantal landen: 54 Beleidsbeïnvloeding is de tweede cross-cutting activiteit van CARE. In het afgelopen jaar speelde zij een belangrijke rol bij zeker 471 projecten op een totaal van 54 landen. Beleidsbeïnvloeding is in algemene zin gericht op het verbeteren van de (rechts)positie van arme bevolkingsgroepen, met speciale aandacht voor gelijke rechten voor beide seksen en het verbeteren van de omstandigheden die aan de basis liggen van armoede. Beleidsbeïnvloeding vindt plaats op zowel lokaal, regionaal, nationaal als internationaal niveau.
Project UPA, Liberia: ontwikkeling landbouw
CARE jaarverslag 2012
7
79
71
72 78 75 82 73 74
83
84 80 33
81
51
8 53 41
20
32
4
3 65
40
29
16 23 24
De wereld
van CARE
in 2012
e in het CARE International werkt landen. 84 in r afgelopen boekjaa zich in ht ric RE Het werk van CA rijding, est eb oed hoofdzaak op arm flicten con en n pe noodhulp bij ram om leid be van n en het be誰nvloede n nse me ste arm de levens van de . en ter op aarde te verbe
8
CARE jaarverslag 2012
22
17
13
39
45
57
46 6
27
54 36
30 47
15
10 9
2 67
35 68
55
58 38 42
66
7
31
52
12 50
28
18
69
21 61
14
62
37
Programmalanden in het financiële jaar 2011-2012:
1
76 48
44 25 5
43
34
64 19
59 11
56 26 49
60
63 70
1. Afghanistan 2. Angola 3. Armenië* 4. Azerbeidzjan* 5. Bangladesh 6. Benin 7. Bolivia 8. Bosnië & Herzegovina 9. Brazilië 10. Burundi 11. Cambodja 12. Congo (Democratische Republiek) 13. Cuba 14. Djibouti* 15. Ecuador 16. Egypte 17. El Salvador 18. Ethiopië 19. Filipijnen* 20. Georgië 21. Ghana 22. Guatemala 23. Haïti 24. Honduras 25. India** 26. Indonesië 27. Ivoorkust 28. Jemen 29. Jordanië 30. Kameroen 31. Kenia 32. Kosovo 33. Kroatië 34. Laos 35. Lesotho 36. Liberia 37. Madagaskar 38. Malawi 39. Mali
78. Nederland 40. Marokko 79. Noorwegen 41. Montenegro* 80. Oostenrijk 42. Mozambique Thailand*** 43. Myanmar 81. Verenigde Staten 44. Nepal 45. Nicaragua 46. Niger CARE International 47. Oeganda geaffilieerde leden 48. Pakistan India** 49. Papoea-Nieuw-Guinea Peru ** 50. Peru** 51. Roemenië* CARE International 52. Rwanda Secretariaat 53. Servië 82. België (Brussel) 54. Sierra Leone -- Verenigde Staten (New 55. Somalië York) 56. Sri Lanka 83. Zwitserland (Genève) 57. Soedan 58. Tanzania Bijkantoren 59. Thailand*** 84. Tsjechië (bijkantoor van 60. Oost-Timor CARE Oostenrijk) 61. Togo * Beperkte aanwezigheid 62. Tsjaad ** CARE India en CARE 63. Vanuatu* Peru zijns zowel 64. Vietnam geaffilieerd lid van CARE 65. West Bank & Gaza International als landen 66. Zambia waarin programma’s 67. Zimbabwe plaatsvinden 68. Zuid-Afrika *** CARE Thailand is zowel 69. Zuid-Soedan lid van CARE International als een land CARE International waarin programma’s leden: plaatsvinden 70. Australië ★ CARE Duitsland71. Canada Luxemburg is één 72. Denemarken organisatie met kantoren 73. Duitsland ★ in zowel Duitsland als 74. Frankrijk Luxemburg 75. Groot-Brittannië 76. Japan 77. Luxemburg ★ CARE jaarverslag 2012
9
CARE Nederland CARE Nederland komt voort uit het in 1993 opgerichte DRA (Disaster Relief Agency), een organisatie die zich actief inzette voor de wederopbouw van door oorlog of rampen getroffen gebieden. Aanvankelijk was er sprake van een samenwerkingsverband waarbinnen Nederlandse ontwikkelingsorganisaties hun inspanningen op het gebied van wederopbouw konden bundelen, maar al snel ging DRA ook zelf initiatieven ontplooien. Zoals in Rwanda, waar DRA in 1995 de eerste aanzet gaf tot wederopbouw nadat de strijd tussen Hutu’s en Tutsi’s was beëindigd. In de jaren die volgden, raakte DRA steeds meer verzelfstandigd en nam de behoefte aan internationale samenwerking en efficiency door schaalgrootte sterk toe. Deze ontwikkelingen leidden op 1 juli 2001 tot aansluiting bij de internationale, confederatieve organisatie CARE International: DRA werd CARE Nederland. Door internationaal samen te werken kan CARE Nederland ook beschikken over specialistische expertise die aanwezig is bij de andere landenkantoren. Hierdoor kan zij internationaal een veel grotere rol spelen, zowel wat betreft het uitvoeren van programma’s als in beleidsdiscussies en de politieke dialoog. CARE Nederland is binnen CARE International vertegenwoordigd in de Board, diverse commissies en werkgroepen. De commissies adviseren de Board, onder andere op het terrein van bestuursactiviteiten, financiën en veiligheid van medewerkers. De werkgroepen richten zich onder meer op onderlinge beleidsafstemming op het gebied van programma’s, beleidsbeïnvloeding, communicatie, en fondsenwerving.
10
CARE jaarverslag 2012
Twee kernthema’s De activiteiten van CARE Nederland strekken zich uit over twee kernthema’s: Disaster Risk Reduction (Ramppreventie) en Peacebuilding (Vredesopbouw). Wat betreft Disaster Risk Reduction werkt CARE Nederland binnen CARE International aan haar positionering als expertisecentrum. De organisatie telt naast deze twee programma-afdelingen nog drie afdelingen: Voorlichting & Fondsenwerving; Financiën; en Algemene Dienst (zie ook het organogram op pagina 19). Ook is CARE Nederland structureel betrokken bij acute noodhulp in geval van rampen of conflicten. De activiteiten met betrekking tot noodhulp worden aangestuurd vanuit de respectieve programmateams voor Disaster Risk Reduction en Peacebuilding.
Statutaire doelstelling, visie en missie CARE Nederland stelt zich het volgende tot doel: a. Mensen in een levensbedreigende situatie ten gevolge van nood te ondersteunen. De stichting is met name werkzaam op het gebied van hulp bij natuurrampen, vluchtelingenhulp, wederopbouw in door oorlog geteisterde landen en rampenmanagement. b. De Nederlandse bevolking breed te informeren over conflicten en rampen in de wereld, de oorzaak ervan en de wijze hoe de stichting de mensen steunt bij de wederopbouw. c. Te lobbyen voor haar standpunten en bijpassende adequate maatregelen te nemen bij de daarvoor relevante personen en instituties. Deze doelstellingen zijn als volgt vertaald in de visie, de missie en de strategische en operationele plannen van CARE Nederland:
In eigen land is CARE Nederland tevens actief binnen diverse werkgroepen en platforms, zoals PARTOS, de branchevereniging voor Nederlandse particuliere organisaties die actief zijn op het terrein van de internationale samenwerking; het DRR Platform; het Burundi Platform; het Congo Platform; PSO (Professionele Samenwerking in Ontwikkelingslanden); het Schokland Akkoord; en het Platform Humanitaire Actie (PHA). Verder wordt samengewerkt binnen de twee consortia die in het kader van het Medefinancieringsstelsel (MFS-II) van het ministerie van Buitenlandse Zaken subsidie hebben gekregen. Het ’Dutch Consortium for Rehabilitation’ (DCR) wordt gevormd door CARE Nederland, ZOA Vluchtelingenzorg, Save
Visie Wij streven naar een wereld van hoop, tolerantie en sociale rechtvaardigheid, waarin armoede overwonnen is en mensen in waardigheid en veiligheid leven. Binnen de wereldwijde beweging van armoedebestrijding wil CARE International een drijvende kracht en voorkeurspartner zijn; alom bekend vanwege haar rotsvaste toewijding aan menswaardigheid. Missie CARE Nederland helpt de weerbaarheid verbeteren van samenlevingen die kwetsbaar zijn voor natuurrampen en gewelddadige conflicten, door te voorzien in noodzakelijke levensbehoeften en bij te dragen aan duurzame oplossingen.
Project UPA, Liberia: spaar- en leengroep
CARE jaarverslag 2012
11
Project FOCAPRIN, Ecuador: modderlawine
12
CARE jaarverslag 2012
the Children en Healthnet TPO. Deze coalitie is op 1 januari 2011 van start gegaan met de doelstelling om gezamenlijk bij te dragen aan de wederopbouw in zes (post)conflictlanden in Afrika: Burundi, de Democratische Republiek Congo, Liberia, Soedan, Zuid-Soedan en Oeganda. Na eerst een baseline study te hebben uitgevoerd, zijn de DCR-organisaties en hun lokale partners in de loop van 2011 begonnen met de implementatie van hun programma-activiteiten, waarbij in genoemde landen op een aantal plaatsen hulp geboden wordt bij het herstellen van de infrastructuur, het verstevigen van de sociale samenhang, het versterken van samenwerking met lokale overheden en het creëren van werkgelegenheid. Het andere consortium, genaamd “Partners for Resilience”, wordt naast CARE Nederland gevormd door het Nederlandse Rode Kruis, Cordaid, Wetlands International en het Klimaatcentrum van het Internationale Rode Kruis. Dit consortium voert gezamenlijk projecten en programma’s uit op het gebied van DRR, Climate Change Adaptation (CCA) en Ecosystem Management and Restoration (EMR). Inmiddels is dit 5-jarig programma gestart met baseline studies in alle 9 landen: Guatemala, Nicaragua, Mali, Ethiopië, Oeganda, Kenia, India, Indonesië en de Filipijnen. Naast subsidies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken ontvangt CARE Nederland subsidie en donaties van de Europese Commissie (DevCo, ECHO en DIPECHO), verzekeraar AEGON, afval-managementbedrijf SITA de Turing Foundation, PSO, particuliere donateurs en de Nationale Postcode Loterij (zie ook Financieel Jaarverslag vanaf pagina 44).
Keurmerken en gedragscodes CARE Nederland streeft in haar werk voortdurend naar kwaliteitsverbetering en een optimaal beheer van de bedrijfsprocessen. Ook leeft CARE Nederland bij de uitvoering van haar programma’s verschillende gedragscodes na, waaronder die van het Internationale Rode Kruis, de SPHERE-standaarden en de eigen CARE International Code. Daarnaast heeft CARE Nederland het ISO 9001-certificaat en worden de regels van de Code Wijffels (goed bestuur van Goede Doelenorganisaties) als uitgangspunt gehanteerd. In 2011 is daar ook het CBF-keur aan toegevoegd. CARE International Code CARE International en CARE Nederland zijn niet-politieke en niet-religieuze organisaties. Het werk van CARE is gebaseerd op een aantal kernwaarden die door leden van CARE International als ook door alle landenkantoren worden onderschreven. Alle werknemers van CARE conformeren zich aan de zogenoemde Programmabeginselen, die zijn vastgelegd in de CARE International Code: • Versterk de weerbaarheid van de mensen voor wie wij werken • Werk met (lokale) partners • Wees transparant en neem je verantwoordelijkheid • Bestrijd alle vormen van discriminatie • Bevorder de vreedzame oplossing van conflicten • Ga voor een duurzaam resultaat
Mangroveproject, Benin: visvangst
Project Pamoja, Zuid-Soedan: opvang vluchtelingen CARE jaarverslag 2012
13
Personeel, directie en vrijwilligers CARE Nederland heeft een bestuur en een toezichthoudend orgaan, de Raad van Toezicht, waarmee het algemene principe van het scheiden van bestuur en toezicht houden in acht wordt genomen. Ook kent CARE Nederland een Raad van Advies. De verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het Bestuur en de Raad van Toezicht zijn statutair vastgelegd en verder uitgewerkt in reglementen. Zo zijn er reglementen voor de Raad van Toezicht, het Bestuur, de Auditcommissie en de Remuneratiecommissie.
Samenstelling Bestuur
Building, Fondsenwerving & Voorlichting en Financiën. De werkwijze van het managementteam is vastgelegd in het Reglement MT. De directie verschaft de Raad van Toezicht de gegevens die noodzakelijk zijn voor de goede uitoefening van haar taak. Zij besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de rapportage met betrekking tot de interne risicobeheersings- en controlesystemen en de risico’s die zijn verbonden aan de uitvoering van de programma’s, de (efficiënte wijze van) werving van fondsen en de wijze waarop donaties worden ingezet.
De Raad van Toezicht bepaalt het aantal leden van het Bestuur en benoemt, schorst en ontslaat de leden van het Bestuur (statutaire directie/directeur). Het Bestuur van CARE Nederland bestaat volgens de statuten uit een eenhoofdige directie, nu is dat de heer G.T.F. Eskens.
CARE Nederland volgt de principes van de Code Wijffels1 met betrekking tot het realiseren van de doelstellingen van de organisatie, de besteding van middelen, fondsenwerving, de omgang met vrijwilligers en het functioneren van de organisatie.
Taak en werkwijze directie
Salaris- en vergoedingenbeleid directeur
De directie bepaalt het beleid, stelt financiële richtlijnen vast en heeft de eindverantwoordelijkheid voor de dagelijkse leiding. De taken, bevoegdheden en werkwijze van de directie zijn vastgelegd in het Reglement Bestuur. Bij de vervulling van de taken en bevoegdheden richt de directie zich naar het doel, het belang en de bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid van de stichting. De directeur wordt in zijn taken en beleidsvorming bijgestaan door het managementteam, dat in financieel jaar 2011-2012 bestond uit de afdelingshoofden: Programma’s Disaster Risk Reduction, Programma’s Peace
14
CARE jaarverslag 2012
Zoals bij alle medewerkers hanteert CARE Nederland bij de salariëring van de directeur de inschalingsystematiek van FUWASYS2 en de BBRA3-schalen . Tevens wordt bij het bepalen van het salaris, de vaste vergoedingen en de overige arbeidsvoorwaarden van de directeur de Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van VFI4 en de Code Wijffels1 gevolgd. Het beleid wordt periodiek geactualiseerd en vastgesteld door de raad van toezicht. Salaris, vergoedingen en overige arbeidsvoorwaarden worden vermeld in de jaarrekening (zie pagina 64).
Benoeming en zittingsduur directie Bij de werving, selectie en benoeming van de directeur werkt CARE met een profielschets waarin de noodzakelijke kwaliteiten voor de vacature beschreven staan. Statutair is vastgelegd dat de profielschets wordt opgesteld door de Raad van Toezicht. De directeur wordt benoemd voor de duur van de arbeidsovereenkomst en is herbenoembaar met instemming van de Raad van Toezicht.
Nevenfuncties directeur CARE Nederlands directeur Guus Eskens had in verslagjaar 2011/2012 de volgende nevenfuncties: 1. Medicus Mundi International, Basel (Bestuurslid) 2. Stichting Vluchteling, Den Haag (Lid Raad voor de Vluchteling) 3. Stichting Josephine Nefkens voor Ontwikkelingssamenwerking, Rotterdam (Bestuurslid) 4. Parochie Laurentius en Ignatius, Rotterdam (Lid kerkbestuur) 5. Stichting IDA Solutions, Woerden (Voorzitter Raad van Toezicht) 6. Stichting Brooke Hospital for Animals, Amsterdam (Voorzitter) tot oktober 2011
Personeels- en vrijwilligersbeleid Zoals eerder gezegd hanteert CARE Nederland ook voor haar medewerkers de inschalingsystematiek van FUWASYS en de BBRA-schalen. Per 30 juni 2012 waren in totaal 34 medewerkers in dienst bij CARE Nederland; in het financiële
jaar 2011-2012 bedroeg het gemiddelde fulltime equivalent 28,43 FTE. Binnen CARE Nederland zijn regelmatig vrijwilligers werkzaam. Aangezien die een grote mate van betrokkenheid hebben en slechts tegen een geringe onkostenvergoeding werk verrichten, wil CARE Nederland ervoor zorgen dat zij zich welkom en gewaardeerd voelen. Omdat voor vrijwilligers andere regels gelden en zij bijvoorbeeld geen aanspraak kunnen maken op rechten zoals vastgelegd in het RPR, is het wenselijk dat zowel vrijwilligers als medewerkers van CARE Nederland duidelijkheid hebben over de spelregels rondom de aanstelling van vrijwilligers: welke zaken er geregeld moeten worden rond hun aanname en hun begeleiding en de manier waarop ze verzekerd zijn. CARE Nederland heeft hiertoe een vrijwilligersprocedure in werking gesteld die duidelijkheid verschaft over de onderlinge taakverdeling en verantwoordelijkheden. In het financiĂŤle jaar 2011-2012 had CARE Nederland overigens geen vrijwilligers.
1 Advies van de Commissie Code goed Bestuur voor Goede Doelen, juni 2005 2 FUWASYS (FUnctieWAarderingsSYSteem) is een functiewaarderingsmethode ontwikkeld door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. 3 Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 4 Zie www.vfi.nl
Noodhulp Sri Lanka na overstromingen (CARE Int.): geitjes voorzien in levensonderhoud
CARE jaarverslag 2012
15
Raad van Toezicht, Raad van Advies en organogram Bij CARE Nederland staan de directeur, het beleid en de algemene gang van zaken onder toezicht van de Raad van Toezicht. Ook staat de Raad van Toezicht de directeur met raad en daad ter zijde. De werkzaamheden van de Raad van Toezicht zijn vastgelegd in de statuten en het Reglement Raad van Toezicht.
Deze zijn openbaar en worden in de jaarrekening opgenomen en toegelicht. Voor reis- en verblijfkosten van de Raad van Toezicht is in de verslagperiode € 6.220 betaald. De reis- en verblijfkosten hebben voornamelijk te maken met de deelname aan de CARE International-vergaderingen.
Benoeming en zittingsduur van leden van de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht is zo samengesteld dat: • voldoende affiniteit bestaat met de doelstelling van de stichting; • een brede maatschappelijke binding en een functioneel netwerk wordt bereikt; • spreiding van maatschappelijke achtergronden, deskundigheden en disciplines aanwezig is; • leden ten opzichte van elkaar en het Bestuur onafhankelijk en kritisch opereren; • adequaat wordt voorzien in de advies- en klankbordfunctie ten behoeve van het Bestuur.
De leden van de Raad van Toezicht worden door de Raad zelf benoemd. Voor een benoeming is statutair een tweederde meerderheid vereist in een vergadering waarin alle leden van de Raad van Toezicht aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Selectie en benoeming van nieuwe leden vindt plaats aan de hand van door de raad opgestelde profielschetsen, die openbaar en opvraagbaar zijn. Werknemers van CARE Nederland kunnen niet worden benoemd tot lid van de Raad van Toezicht. De procedure voor de benoeming van de leden van de Raad van Toezicht wordt geregeld in het Reglement Raad van Toezicht. In dit reglement is ook de werkwijze en de besluitvorming van de Raad van Toezicht nader vastgelegd. Een lid van de Raad van Toezicht wordt voor een periode van drie jaar benoemd en is vervolgens nog één maal benoembaar voor een periode van drie jaar. Bij vacatures is de Raad van Toezicht verplicht om maatregelen tot aanvulling van het ledental te nemen.
Salaris- en vergoedingenbeleid Raad van Toezicht De leden van de Raad van Toezicht ontvangen geen salaris, maar hebben recht op vergoeding van gemaakte onkosten.
16
CARE jaarverslag 2012
volgens burgemeester van Zwolle en Commissaris van de Koningin in Friesland. In 1998 werd hij minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Van 2003 tot 2011 was Hermans voorzitter van MKB-Nederland. Naast zijn al eerder genoemde huidige functies is Loek Hermans lid van verschillende besturen en raden van toezicht; zo is hij onder meer voorzitter van het bestuur van de Radboud Universiteit.
Samenstelling van de Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht bestaat momenteel uit zeven leden, die we nu kort voorstellen.
Loek Hermans
Voorzitter drs. Loek Hermans is tevens voorzitter van Greenport Holland en fractieleider van de VVD in de Eerste Kamer. Hermans studeerde van 1969 tot 1976 Bestuurskunde aan de toenmalige Katholieke Universiteit van Nijmegen, tegenwoordig Radboud Universiteit. Van 1977 tot 1990 was hij lid van de Tweede Kamer en daarna achtereen-
Petra Stienen
Drs. Petra Stienen (vice-voorzitter) is publiciste en adviseur democratisering, diversiteit en democratie. Zij studeerde Arabisch en Midden-Oostenstudies in Leiden, Cairo en Londen. Stienen was meer dan tien jaar werkzaam in de Arabische wereld, onder andere op de Nederlandse ambassades in Egypte en Syrië. Ook was zij plaatsvervangend hoofd van de afdeling Noord-Amerika op het ministerie van Buitenlandse Zaken. Na haar afscheid van Buitenlandse Zaken was zij Senior Adviseur Maatschappelijke Ontwikkeling bij BMC Advies en Management.
Baharak Sabourian Mr. Baharak Sabourian is Senior Beleidsmedewerker bij het ministerie van Financiën. Zij is daar sinds 2007 werkzaam bij de directie Financiële Markten. Sabourian heeft Nederlands Recht gestudeerd en is eerder jaren werkzaam geweest als advocaat in de commerciële advocatuur, onder andere bij Nauta Dutilh.
Handelsblad en voor radio en televisie. Na terugkeer in Ed van Meeuwen Ed van Meeuwen is Marketing, Communications Nederland vervulde hij twee hoofdredacteurschappen: van de and Brand Director (en partner) bij IdSells. Haagsche Courant en van het weekblad Intermediair. Peter ter com. Van Meeuwen heeft diverse account- en Horst is auteur van het boek De dag dat de krant viel (2012) directiefuncties bekleed, in Nederland en in over zijn tijd als hoofdredacteur van de Haagsche Courant. het buitenland, bij grote, gerenommeerde Jochem IJbema bureaus op accounts als IBM, Heineken, Burger King en Alfa Jochem IJbema is Finance Manager bij de Romeo. Hij is tevens winnaar van diverse marketing awards, Bosch and Siemens Home Appliances Group zoals de Direct Marketing Award van FBTO en Time Magazine. (BSH). Na zijn studie Bedrijfseconomie aan de Hogeschool Utrecht werkte hij vanaf 1989 als Peter ter Horst Business en Division Controller bij Siemens Peter ter Horst is zelfstandig communicatieen media-adviseur en debatleider. Hij was Nederland. Van 2006 tot 2011 was IJbema werkzaam bij eerder consultant bij Meines & Partners. Hij is Siemens IT Solutions and Services als Division Controller. 32 jaar als journalist werkzaam geweest en Tussen 2010 en november 2011 was hij daar tevens CFO. was onder meer correspondent in Zuid-Afrika Jochem IJbema is eveneens lid van de Raad van Toezicht van en Midden- en Oost-Europa, onder andere voor NRC de Koninklijke Schouwburg in Den Haag.
Anneke Slob Drs. Anneke Slob volgde de in september 2011 vertrokken Marie-José Vervest als lid van de Raad van Toezicht op. Anneke Slob is zelfstandig adviseur voornamelijk op het gebied van ontwikkelingsvraagstukken en internationaal beleid. Zij is in het bijzonder actief op het gebied van toezicht, monitoring en evaluatie, zowel in Nederland, Europa als ontwikkelingslanden. Zij werkte tot voor kort als Managing Partner en directeur bij Ecorys, Research en Consultancy. Voor die tijd was Anneke werkzaam bij de Inspectie van Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken waar zij internationaal beleid en programma’s evalueerde.
Rooster termijnen leden Raad van Toezicht Leden Raad van Toezicht Loek Hermans 21 apr 2008 (voorzitter per 24 jun 2008) Baharak Sabourian 9 dec 2008 Petra Stienen 23- jun 2009 Ed van Meeuwen 27 apr 2010 Peter ter Horst 27 apr 2010 Jochem IJbema 1 sep 2011 Anneke Slob 26 jun 2012
1e termijn apr 2008 - apr 2011
2e termijn Audit-commissie Remuneratie- commissie apr 2011 - apr 2014 x
dec 2008 - nov 2011 jun 2009 - mei 2012 apr 2010 - apr 2013 apr 2010 - apr 2013 sep 2011 - sep 2014 jun 2012 - jun 2015
nov 2011 - nov 2014 x mei 2012 - mei 2015 x
x
CARE jaarverslag 2012
17
Werkzaamheden van de Raad van Toezicht De Raad van Toezicht is in deze verslagperiode vijf maal in vergadering bijeen geweest. Eén vergadering is in deze periode door omstandigheden komen te vervallen. Daarnaast had de directeur regelmatig bilateraal overleg met de voorzitter en de vice-voorzitter. Ook had de voorzitter van de Raad van Toezicht een gesprek met de personeelsvertegenwoordiging van CARE Nederland. Besluiten van de directie, die volgens de statuten door de Raad van Toezicht moeten worden goedgekeurd, worden schriftelijk geagendeerd. De Raad van Toezicht gaf goedkeuring aan het Annual Operational Plan en het Mid Term Review van het Annual Operational Plan, het Strategisch Plan als ook het Mid Term Review van het Strategisch Plan. Bovendien verleende zij goedkeuring aan de meerjaren begroting, de jaarlijkse begroting en het jaarverslag en de jaarrekening. De Raad van Toezicht houdt jaarlijks een evaluatiegesprek met de directeur. Dit gesprek, van de Remuneratiecommissie, vond plaats in mei 2012. Daarnaast kwam de Auditcommissie van de raad, bestaande uit Jochem IJbema en Baharak Sabourian, drie maal bij elkaar. Deze commissie behandelde samen met de directeur en de financieel directeur tijdens deze vergaderingen onder meer de samenwerking met accountant KPMG, de nieuwe jaarrekening en de begroting voor het financiële jaar 2012-2013. De directeur was bij deze vergaderingen van de Auditcommissie tevens aanwezig.
18
CARE jaarverslag 2012
De Raad van Toezicht heeft gedurende de verslagperiode tevens aandacht gegeven aan verschillende aspecten van organisatieontwikkeling van CARE Nederland zoals ISO, CBF en de ontwikkeling van een nieuw, internationaal financieeladministratief systeem: PAMODZI. De Raad van Toezicht adviseerde tevens op het gebied van nieuwe huisvestingsmogelijkheden. Er was veelvuldig aandacht voor de transitieprocessen binnen CARE International en de strategische positionering van CARE Nederland binnen de confederatie. De toekomstvisie 2020 van CARE International werd uitgebreid besproken en becommentarieerd en het vraagstuk of CARE Nederland lid zou moeten blijven van de confederatie kwam meerdere malen ter tafel. Ook de verhoging van efficiency en effectiviteit door middel van samenwerking met leden van CARE International (binnen Europa) en andere niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) in Nederland stond verschillende keren op de agenda. De Raad heeft de organisatie aangespoord om de samenwerking met ngo’s in de Nederlandse context te ontwikkelen en te verstevigen. Ook werden de strategische en operationele samenwerkingsmogelijkheden met andere Europese leden van CARE International, zoals CARE Groot-Brittannië en CARE Oostenrijk, besproken en gestimuleerd. De Raad van Toezicht heeft tevens de organisatie geadviseerd met betrekking tot fondsenwervings- en voorlichtingsactiviteiten in Nederland. Zo werd er uitvoerig gesproken over methodes voor fondsenwerving en werd de huidige methode kritisch tegen het licht gehouden. Ook adviseerde de Raad van Toezicht de directeur omtrent de benoeming van een nieuwe Marketing Director en
de continuïteit van de afdeling Marketing. Tenslotte adviseerde de Raad over de activiteiten met betrekking tot beleidsbeïnvloeding in Nederland.
Raad van Advies Naast de Raad van Toezicht heeft CARE Nederland ook een Raad van Advies, die aan de Raad van Toezicht en de directie adviseert. In verslagjaar 2011/2012 bestond de Raad van Advies uit de volgende personen: Prof. dr. Louk de la Rive Box (voorzitter) Maatschappelijke functie: Hoogleraar Internationale Samenwerking en Rector; Institute of Social Studies Prof. dr. Enno Hommes Maatschappelijke functie: Emeritus hoogleraar Development Studies; Universiteit Twente Mr. drs. Kees Homan Maatschappelijke functie: Wetenschappelijk onderzoeker Veiligheidszaken en Defensie; Instituut Clingendael Prof. dr. ir. Georg Frerks Maatschappelijke functies: Hoogleraar Conflictpreventie en -management; Universiteit Utrecht, Hoogleraar Rampenstudies; Universiteit Wageningen Prof. dr. ir. Thea Hilhorst Maatschappelijke functie: Hoogleraar Humanitaire hulp en wederopbouw; Universiteit Wageningen
Organisatie profiel CARE Nederland
Marketing Director
Donor & Sponsor Information Officer
Online Marketeer
Manager Corporate Relations
Programme Director DRR
DRR Coordinator
Assisstant DRR Coordinator
Programme Officer DRR
Programme Officer DRR
Programme Officer DRR
Programme Coordinator PfR
Programme Director PB
Advocacy Coordinator
Programme Officer PB
Programme Officer PB
Programme Officer PB
Advocacy Coordinator MFS-II
Face2face Coordinator/ Governance Advisor
Finance Director
Accountant
Finance Assistant
Coordinator Quality Management
Finance Officer DRR
Finance Officer PB
Management Assistant
Office Manager
Advisory Board
Supervisory board
Global DRR & Advocacy Coordinator
Programme Development Officer
General Director
HR Advisor
HR Officer
CARE jaarverslag 2012
19
Verantwoordingsverklaring Dit jaarverslag is opgesteld conform de ‘richtlijn 650’ voor fondsenwervende instellingen van de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ650). Het Bestuur en de Raad van Toezicht (RvT) van CARE Nederland onderschrijven de volgende drie principes: 1. Toezicht houden, besturen en uitvoeren 2. Optimaliseren van de effectiviteit en efficiency van bestedingen 3. Optimaliseren van de omgang met belanghebbenden
Toezicht houden, besturen en uitvoeren • D e stichting kent de volgende organen: het Bestuur en de Raad van Toezicht. Het Bestuur bestuurt de stichting en de RvT houdt toezicht op het beleid van het Bestuur en op de algemene gang van zaken binnen de stichting. • De RvT bepaalt het aantal leden van het Bestuur: één of twee natuurlijke personen. Als het er één is, heeft deze de titel ‘directeur/bestuurder’. Als het er twee zijn, benoemt de RvT een van beiden tot voorzitter. De RvT zelf bestaat uit minstens drie en hoogstens zeven leden, ook allemaal natuurlijke personen. • Het Bestuur is met voorafgaande goedkeuring van de RvT bevoegd een of meer reglementen vast te stellen of te wijzigen, waarin die zaken worden geregeld die niet in de statuten zijn vastgelegd. De RvT is met voorafgaande goedkeuring van het Bestuur bevoegd die zaken vast te stellen. • Ook mogen het Bestuur en de RvT met elkaars voorafgaande goedkeuring andere commissies en/of raden instellen. • De stichting kent een Auditcommissie en een
20
CARE jaarverslag 2012
Remuneratiecommissie. De eerste houdt toezicht op de financiële gang van zaken binnen de stichting. De tweede adviseert de RvT over selectiecriteria en benoemingsprocedures voor de leden van de RvT en het Bestuur. • De RvT ziet er in vooral op toe dat de uitvoering van het beleid van het Bestuur strookt met de vastgestelde en goed-gekeurde (meerjaren)beleidsplannen en de begrotingen. • Het Bestuur en de RvT waken voor een verstrengeling van belangen tussen de stichting, het Bestuur, haar medewerkers en de leden van de RvT. • Het functioneren van Bestuur en RvT wordt periodiek geëvalueerd.
Optimaliseren van de effectiviteit en efficiency van bestedingen • H et Bestuur stelt een meerjarenbeleidsplan op voor een periode van ten minste drie jaar, met bijbehorende begroting. Dat plan bevat meetbare doelstellingen, een prioritering van die doelstellingen en een omgevingsanalyse. Ook bevat het de uitgangspunten voor voorlichting, bewustwording, pleitbezorging, fondsenwerving en doelmatige besteding van verkregen middelen, En er staat in hoe het proces van oordeels- en besluitvorming over werven en toewijzen van middelen is ingericht. Het meerjarenbeleidsplan wordt aan het begin van ieder boekjaar – dat loopt van 1 juli tot en met 30 juni – uitgewerkt in een jaarplan met een bijbehorende begroting. • Het Bestuur is belast met de uitvoering en de realisatie van de programma’s en activiteiten die in het jaarplan zijn opgenomen. De RvT ziet er vooral op toe dat die uitvoering
strookt met de (meerjaren)beleidsplannen en begrotingen. • H et Bestuur voorziet de RvT tijdig van alle relevante informatie. • Het Bestuur rapporteert de RvT over: de realisering van de maatschappelijke functie; de strategie; de fondsenwerving en de besteding van de daaruit verkregen middelen; kengetallen; de kwaliteit van de zorg en de omgang met ethische vraagstukken; de beoordeling van de interne risicobeheer- en controlesystemen; het beheer van het vermogen van de stichting; en het zorgvuldig uitoefenen van het werkgeverschap. • Het Bestuur is verplicht de vermogenstoestand van de stichting zo te administreren, dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden afgeleid. Aan het eind van het boekjaar wordt door het Bestuur een balans en een staat van baten en lasten opgemaakt. Deze stukken gaan vergezeld van een rapport van een (register) accountant. De (register)accountant wordt door de RvT benoemd en brengt zowel aan het Bestuur als de RvT verslag uit. De jaarstukken worden binnen zes maanden na afloop van het boekjaar door het Bestuur vastgesteld en ondertekend na goedkeuring van de RvT. • Indien nodig stelt het Bestuur de (meerjaren)beleidsplannen en de begrotingen en/of overig beleid bij, na goedkeuring van de RvT.
Optimaliseren van de omgang met belanghebbenden • D e stichting bevordert en ondersteunt de werkzaamheden, activiteiten en programma’s van bij de doelstelling van de stichting betrokken vrijwilligers. • Het Bestuur streeft een transparante verantwoording van
•
•
•
•
zijn beleid en activiteiten aan de betrokken vrijwilligers en andere belanghebbenden na. Daartoe stelt het Bestuur beleid vast dat kan worden opgenomen in het meerjarenbeleidsplan. Belangrijke belanghebbenden voor de stichting zijn in ieder geval: de uiteindelijke doelgroep (de begunstigden of beneficiaries), CARE-landenkantoren en hun partnerorganisaties, institutionele donoren, (potentiële) donateurs en sponsoren. De beneficiaries worden bereikt via een tussenschakel van de landenkantoren en hun partnerorganisaties. De stichting onderhoudt de relaties met deze belanghebbenden via rapportages, overleg tijdens bezoeken aan veldkantoren, partnerorganisaties en andere organisaties en instellingen, waaronder lokale overheden. Ook kent de stichting belanghebbenden die de activiteiten van de stichting financieren: donoren en (potentiële) donateurs en sponsoren. De stichting onderhoudt de relaties met hen via rapportages, overleg tijdens bezoeken, de website, nieuwsbrieven, publicaties en het jaarverslag. De communicatie van CARE wordt zo ingericht, dat de informatie relevant, duidelijk en toegankelijk is voor belanghebbenden van de stichting. Het Bestuur stelt belanghebbenden in de gelegenheid om hun ideeën, opmerkingen, wensen en klachten kenbaar te maken aan de stichting, opdat de dienstverlening waar mogelijk verbeterd kan worden. Mangroveproject, Benin: Mede mogelijk gemaakt door de Turing Foundation. CARE jaarverslag 2012
21
Beleid en strategie Het beleid en de strategie van CARE Nederland zijn niet in steen gebeiteld, maar spelen voortdurend in op het steeds veranderende krachtenveld binnen de hulpverlening rond rampen en conflicten. In de internationale ontwikkelingssamenwerking doen zich grote veranderingen voor. Zo worden noodhulp, wederopbouw en ontwikkeling onderling steeds meer samengebracht tot een aanpak waarbij de deelgebieden elkaar overlappen en waarbij de aandacht in toenemende mate wordt gericht op de onderliggende oorzaken van rampen en conflicten. Mede als gevolg van deze veranderingen zijn de noordelijke ngo’s (nietgouvernementele organisaties) zelf steeds minder operationeel aanwezig en worden activiteiten steeds meer in samenwerking met andere, lokale organisaties uitgevoerd. Daarnaast wegen belangenbehartiging en ondersteuning van de civil society steeds zwaarder. Ook CARE Nederland speelt in op deze veranderingen. Om de rol van CARE Nederland zowel binnen CARE International als in het veld van de internationale hulpverlening voor langere periode vast te leggen en zodoende focus te houden op de eigen strategische doelstellingen, stelt CARE Nederland iedere vijf jaar een strategisch plan op. Het verslagjaar 2011-2012 is als zodanig onderdeel van het Strategisch Plan 2011-2015. In dit plan heeft CARE Nederland vier strategische richtingen uitgezet: • Versterken van de weerbaarheid van kwetsbare gemeenschappen (Ramppreventie) • Bijdragen aan goed bestuurde, vreedzame en sociaal samenhangende gemeenschappen, waarin mensen kunnen voorzien in hun eigen levensonderhoud en toegang hebben tot elementaire dienstverlening (Vredesopbouw)
22
CARE jaarverslag 2012
• O nderhouden en uitbreiden van een gezonde basis aan particuliere donateurs en hen, evenals het grote publiek, informeren over ontwikkelingssamenwerking (Fondsenwerving en Voorlichting) • Goed beheer van ondersteunende en controlerende interne processen (Intern)
Ramppreventie (Disaster Risk Reduction - DRR) CARE Nederland zet zich in om in geval van natuurrampen de weerbaarheid van kwetsbare gemeenschappen te versterken. Dat wil zeggen dat deze gemeenschappen voldoende worden toegerust om tijdig een goed heenkomen te zoeken en in staat zijn zo snel mogelijk (de schade) te herstellen. Dit kan worden bereikt door mensen meer bewust te maken van de risico’s die ze lopen door natuurgeweld en door het nemen van maatregelen die het aantal slachtoffers en materiële schade zo veel mogelijk beperken. Los van concrete, fysieke maatregelen is het doorgaans ook van belang de sociale- en rechtspositie van mensen te versterken, onder meer door belangenbehartiging.
Vredesopbouw (Peacebuilding - PB) CARE Nederland zet zich in voor gemeenschappen waarin alle mensen, inclusief de organisaties en de leiders die hen vertegenwoordigen, samen aan vrede werken. Een samenleving waarin alle mensen weerbaar zijn, waarin goed bestuur gegarandeerd is, waarin alle burgers gelijk worden behandeld en waarin ze in gelijke mate toegang hebben tot de meest elementaire voorzieningen, zoals gezondheidszorg en gebruik van natuurlijke hulpbronnen. Een samenleving ook, waarin voldaan is aan misschien wel de belangrijkste voorwaarde voor vrede: een stabiele economische ontwikkeling met kansen voor iedereen. In haar programma’s voor zowel ramppreventie als vredes-
opbouw schenkt CARE Nederland veel aandacht aan duurzaam herstel en behoud van ecosystemen, zoals natuurlijke hulpbronnen, omdat deze vaak een belangrijke rol spelen bij zowel hongersnood als conflicten. Niet zelden zijn die twee het gevolg van bijvoorbeeld langdurige droogte. Om de kennis en kunde op het gebied van DRR en PB in het bredere verband van CARE International te delen is een overkoepelende aanpak ontwikkeld, die bestaat uit de integratie van ramppreventie en vredesopbouw in de gehele programmering en het opstellen van een kennisdatabank voor de bij CARE International aangesloten leden en andere belanghebbenden.
Noodhulp Interventies op het terrein van ramppreventie en vredesopbouw vinden doorgaans plaats in situaties van onzekerheid en instabiliteit en daarin is vaak ook een noodzaak tot acute humanitaire hulp. Noodhulpinterventies vormen daarom een belangrijk onderdeel van het werk van CARE. Ook CARE Nederland draagt bij aan door CARE International gecoördineerde interventies via de CARE Emergency Group. Noodhulp is echter geen afzonderlijk werkgebied en daarom ook geen strategische richting voor CARE Nederland, hoewel elementen van noodhulp altijd onderdeel zijn van de op de langere termijn gerichte, duurzame programma’s op de gebieden van ramppreventie en vredesopbouw. De Stichting Samenwerkende Hulporganisaties (SHO), die CARE Nederland een fonds ter beschikking stelde voor uitvoering van een project op Haïti (zie pagina 42-43), houdt een periode van zes maanden aan die kan worden geduid als noodhulpfase. Na die periode is sprake van wederopbouw. Een strikte scheiding tussen noodhulp en wederopbouw is in de praktijk echter niet altijd te maken.
Women Empowerment en gender In haar aanpak is CARE zich zeer bewust van de rol die vrouwen binnen hun gemeenschap spelen. We zijn ons bewust van het feit dat verhoudingen tussen mannen en vrouwen ongelijk zijn, waardoor vrouwen vaak onevenredig worden getroffen en hun rol in wederopbouw en peacebuilding onvoldoende wordt benut. Niet voor niets legt CARE zich in belangrijke mate toe op het versterken van de positie van vrouwen binnen hun gemeenschap onder de noemer Women Empowerment. Daarnaast richt CARE zich in haar programma’s ook op het terugdringen van genderongelijkheid onder de noemer Gender. Sociale verschillen tussen vrouwen en mannen zijn soms diep geworteld en zijn daarom een belangrijk punt van aandacht bij CARE’s interventies.
Fondsenwerving en Voorlichting CARE Nederland is voor de financiering van haar organisatie- en projectkosten voor een belangrijk deel afhankelijk van de inkomsten uit particuliere fondsenwerving. Het belang van fondsenwerving voor de organisatie vindt zijn weerslag in de opvatting dat de relatie met de bestaande donateurs goed moet worden onderhouden en dat tegelijkertijd moet worden gewerkt aan het uitbreiden van het aantal donateurs. Daarbij vormen voorlichting over ontwikkelingssamenwerking in het algemeen en de activiteiten van CARE Nederland in het bijzonder een belangrijk aandachtspunt.
Interne organisatie CARE Nederland beseft dat een succesvolle, kostenefficiënte organisatie alleen kan bestaan bij de gratie van het voortdurend
verbeteren van de interne bedrijfsprocessen. Daarom kent CARE Nederland een managementcyclus waarin beleid en doelstellingen worden ontwikkeld, uitgevoerd, gevolgd en geëvalueerd en hecht zij groot belang aan de ISO-9001-certificering, die voor het eerst in 2007 werd verleend. Binnen de kaders van het opgestelde strategische meerjarenplan (2011-2015) worden ieder jaar de doelstellingen uitgewerkt in een jaarplan. Door middel van voortgangsrapportages wordt gedurende het jaar de uitvoering gevolgd. Halverwege het jaar, tijdens de Midterm Review, en aan het eind van het jaar bespreekt en evalueert het management de voortgang ten opzichte van de doelstellingen. Ook worden normen en kengetallen bewaakt en vindt, waar nodig, bijsturing plaats. De kwaliteit van de organisatie wordt daarnaast continu bewaakt door middel van interne en externe audits. De externe audit van het kwaliteitsmanagementsysteem (conform de ISO 9001: 2008-norm) was afgelopen jaar opnieuw positief. Aandachtspunten tijdens deze audit waren onder meer: verantwoordelijkheid van het management; de management review, realisatie van doelstellingen; tevredenheid van belanghebbenden; continue verbetering en risicocontrole. In 2011 heeft CARE Nederland het CBF-keurmerk voor goede doelen aangevraagd en gekregen. Hiermee wordt onder meer aangetoond dat op een verantwoorde wijze particuliere donaties worden geworven en dat daarmee samenhangende kosten beperkt blijven. Het CBF schrijft daarnaast criteria voor op het gebied van de volgende onderwerpen: bestuur; beleid; fondsenwerving, voorlichting en communicatie; besteding van de middelen en verantwoording. De implementatie van een nieuw financieel systeem (Pamodzi)
zorgt tevens voor een betere waarborging van processen en controlemechanismen. Na een intensieve voorbereiding is dit implementatietraject in samenwerking met de andere leden van CARE International in het boekjaar 2011-2012 van start gegaan. Het traject zal doorlopen tot in het volgend boekjaar. Het personeels- en kwaliteitsbeleid wordt verder ontwikkeld, maar ook onderhouden (zoals de ISO 9001-hercertificering). Tevens zullen de operationele controlesystemen worden uitgebouwd, waarbij preventie en detectie van fraude en corruptie speciale aandacht zullen krijgen.
Begroting financieel jaar 2012-2013 BATEN baten uit eigen fondsenwerving Baten uit acties derden Subsidies overheden Overige baten (inclusief rentebaten)
20.205.993 2.942.898 500.000 16.693.095 70.000
LASTEN 19.851.060 Besteding aan doelstelling 18.091.106 • Disaster Risk Reduction 6.243.588 • Peacebuilding 8.420.653 • Emergency Aid 2.736.205 • Voorlichting 690.660 Lasten ten behoeve van werving baten 890.103 • mbt eigen fondsenwerving 720.980 • mbt acties derden 10.490 • mbt subsidies overheden 158.633 Kosten beheer en administratie 869.851 resultaat 354.933 toevoeging aan continuïteitsreserve 50.506 CARE jaarverslag 2012
23
Baten, lasten, resultaat, balans en kengetallen Zowel de baten als de lasten zijn het afgelopen boekjaar meer dan de helft minder dan in het jaar ervoor. Het resultaat is positief, terwijl het balanstotaal afneemt.
Baten De baten bedragen in het boekjaar 2011-2012 in totaal 14 miljoen euro. Dit betekent een verschil van 54 procent ten opzichte van het vorig boekjaar. Een stevige teruggang, die ook was voorzien. Oorzaak is de uitzonderlijke situatie dat CARE Nederland in het vorige financieel jaar de volledige subsidietoekenning in het kader van MFS-II (MFS = Medefinancieringsstelsel) wist om te zetten in projectcommitteringen. Hoewel deze projectcommitteringen een meerjarige looptijd hebben, zijn de baten conform de Nederlandse regelgeving vrijwel volledig opgenomen in het vorige boekjaar, wat een eenmalig, sterk stuwend effect had op die baten. Gedurende de verslagperiode 2011-2012 heeft zich een dergelijke situatie niet voorgedaan, waardoor de baten significant lager zijn dan in het vorige boekjaar. Ten opzichte van de begroting is 12 procent minder gerealiseerd. Deze daling wordt veroorzaakt doordat gedurende het financiële jaar minder subsidies vanuit de Europese Commissie, waarvoor CARE Nederland zich kwalificeert, beschikbaar waren. Inkomsten uit eigen fondsenwerving zijn lager ten opzichte van zowel het vorige boekjaar als de begroting van dit jaar (respectievelijk 12 en 6 procent) en komen uit op een totaal van 2,7 miljoen euro. Belangrijkste oorzaak van die teruggang is dat de fondsenwervingsmethode die CARE de afgelopen jaren met succes inzette, nu onder druk staat. De inkomsten
24
CARE jaarverslag 2012
via straatwerving blijven om verschillende redenen achter bij de verwachtingen. Nieuwe wervingsmethodes worden ingezet om deze terugloop op te vangen. Ook zijn de baten subsidies van het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Europese Commissie 18 procent lager dan begroot. Belangrijkste reden hiervan is dat zich op het gebied van Disaster Risk Reduction minder financieringsmogelijkheden hebben voorgedaan waarvoor CARE Nederland zich kwalificeert. Nieuw dit jaar is de bijdrage van de Nationale Postcode Loterij van 500 duizend euro. Omdat CARE Nederland een meerjarige begunstigde van de Nationale Postcode Loterij is geworden, zal die bijdrage de komende vier jaren gecontinueerd worden.
Lasten De lasten worden in drie categorieën ingedeeld: • bestedingen aan doelstelling • lasten ten behoeve van de werving van baten • kosten voor beheer en administratie. In totaal heeft CARE Nederland 11.9 miljoen euro besteed aan haar doelstellingen: ramppreventie en risicovermindering, vredesopbouw, noodhulp en voorlichting. Dit betekent een afname van 57 procent ten opzichte van vorig jaar en van 19 procent ten opzichte van de begroting. Deze sterke daling heeft te maken met de eerder genoemde uitzonderlijke omzetting van de overheidssubsidie in projectactiviteiten in het vorige boekjaar.
De daling ten opzichte van de begroting bedraagt 18 procent. Dit is een direct gevolg van de lagere subsidielasten. In de volgende tabel zijn de bestedingen naar individuele doelstelling gepresenteerd. doelstelling realisatie rampenpreventie en risicovermindering (disaster risk reduction) 1.668.000 vredesopbouw (peacebuilding) 2.745.000 noodhulp (emergency aid) 6.945.000 voorlichting 554.000 totale bestedingen aan doelstelling 11.912.000 *) Alle bedragen in euro’s
De kosten die zijn gemaakt voor de werving van baten, bedragen in de verantwoordingsperiode 654 duizend euro. Dit betekent zowel een toename van 39 procent ten opzichte van deze kosten in de voorgaande verslagperiode, als een vermindering van 15 procent ten opzichte van de kosten die zijn begroot voor deze verslagperiode. De toename ten opzichte van vorig boekjaar is het gevolg van toenemende activiteit op het gebied van directe fondsenwerving. De vermindering ten opzichte van de begroting voor het huidige boekjaar is het gevolg van herprogrammering van de marketing, waardoor een aantal activiteiten geen doorgang heeft gevonden. Aangepaste en nieuwe activiteiten zijn gestart in het financiële jaar 2012-2013. De kosten voor beheer en administratie zijn gedaald ten opzichte van vorig jaar: 663 duizend euro gedurende dit jaar
tegen 756 duizend euro vorig jaar. Dit betekent een afname van 12 procent. De afname ten opzichte van de begrote kosten bedraagt 9 procent. Vanwege de lagere baten heeft CARE Nederland gezocht naar mogelijke besparingen, wat heeft geleid tot lagere kosten voor beheer en administratie ten opzichte van de begroting en de realisatie van het vorig financieel jaar.
Resultaat In het financieel jaar 2011-2012 heeft CARE Nederland een positief bruto resultaat geboekt van 767 duizend euro. Dat resultaat ligt substantieel hoger dan begroot (het verschil bedraagt 948.000 euro). Het batig verschil wordt met name veroorzaakt door lagere kosten voor eigen fondsenwerving en lagere kosten voor het beheer en de administratie, vermeerderd met een eenmalige vrijval van fondsen uit afgesloten projecten.
Balans Het balanstotaal van CARE Nederland is in de verantwoordingsperiode met 19 procent afgenomen van 42 miljoen euro naar 34 miljoen euro. Deze daling wordt veroorzaakt door het aflopen van projecten gedurende het verantwoordingsjaar. Projectgerelateerde vorderingen op donoren en verplichtingen aan CARE landenkantoren of partners zijn beide gedaald ten opzichte van vorig jaar (26 respectievelijk 25 procent). De continuïteitsreserve, die het mogelijk maakt voor CARE Nederland om door te werken op het moment dat de inkomsten sterk dalen, is boven het door CARE Nederland vereiste minimale niveau gebracht van 50 procent van de kosten van de werkorganisatie van 3.1 miljoen euro. De continuïteitsreserve bedraagt nu 2,1 miljoen euro.
Kengetallen Het resultaat is toegevoegd aan de reserves en fondsen. Details zijn opgenomen in de jaarrekening onder de noemers ‘Toelichting reserves’ en ‘Toelichting fondsen’ (resp. pagina 51 en pagina 52)
indicatoren
Om de efficiency van de organisatie te kunnen meten zijn een aantal kengetallen gedefinieerd. Deze zijn samengevat in onderstaande tabel.
2011/2012
2010/2011
realisatie begroot realisatie ratios • bestedingen aan doelstelling als percentage van de totale besteding 85,1 91,8 90,9 • bestedingen aan doelstelling als percentage van de totale lasten 90,1 90,8 95,8 • lasten eigen fondsenwerving als perc van de baten eigen fondsenwerving 18,1 21,1 11,3 • lasten beheer en administratie als percentage van totale lasten 5,0 4,5 2,6
Project PERP, Somalië: opvang vluchtelingen
1 In de jaarrekening wordt een brede definitie van noodhulp toegepast, die zowel acute noodhulp als wederopbouw omvat. CARE jaarverslag 2012
25
Ramppreventie: Disaster Risk Reduction Binnen CARE International werkt CARE Nederland aan haar ambitie om expertisecentrum op het gebied van ramppreventie (Disaster Risk Reduction - DRR) te worden. In het afgelopen boekjaar hebben we die rol van expert op vele manieren kunnen invullen, met aansprekende resultaten. Knowhow op het terrein van noodhulp en wederopbouw na rampen en conflicten zit in het DNA van CARE Nederland, dat al in 1993 werd opgericht als Disaster Relief Agency (DRA). Sindsdien hebben CARE Nederland en het voormalige DRA wereldwijd honderden programma’s en projecten uitgevoerd met als voornaamste doel grote groepen mensen weerbaar te maken tegen de effecten van rampen. Daarbij denken we in eerste instantie aan rampen die het gevolg zijn van natuurgeweld. Het valt op dat de laatste decennia het aantal slachtoffers van cyclonen, droogtes, aardbevingen en dergelijke enorm is toegenomen. Meer dan ooit geldt in deze sector dat voorkomen beter is dan genezen. In menselijk opzicht, maar ook financieel-economisch. Want rampen zijn niet alleen synoniem met groot menselijk leed, maar evenzeer met omvangrijke materiële, economische en ecologische schade. Wetenschappers hebben becijferd dat iedere euro die wordt geïnvesteerd in ramppreventie zeven euro bespaart in de noodhulp- en wederopbouwfase (Bron: Wereldbank). Met die wetenschap is het belang van Disaster Risk Reduction evident. Naast natuurrampen vragen ook conflicten in veel gevallen om een DRR-aanpak. Niet zelden zijn (natuur)rampen, zoals bijvoorbeeld de aanhoudende droogte in de Hoorn van Afrika, oorzaak en/of gevolg van conflicten.
26
CARE jaarverslag 2012
In de basis gaat het bij DRR om een aanpak waarbij drie pijlers centraal staan: • WASH: (drink)water, sanitaire voorzieningen en hygiëne • Voedselzekerheid • Herstel en behoud van ecosystemen In gebieden waar bij herhaling natuurrampen voorkomen, heeft CARE behalve voor deze drie pijlers ook veel aandacht voor zaken als Early Warning Systems (alarmsystemen om groepen mensen vroegtijdig te waarschuwen voor naderend gevaar), evacuatietrainingen en het nemen van maatregelen die de veiligheid verhogen, zoals het aanleggen van waterweringen en het verplaatsen van huizen en/of hun bewoners naar veiliger locaties. Door het implementeren van een pakket aan afgewogen maatregelen kunnen de effecten van natuurgeweld verminderd worden, waardoor ook het aantal directe slachtoffers afneemt. Wat dan blijft, zijn de effecten die op de langere termijn veel indirecte slachtoffers eisen, zoals vervuild drinkwater, slecht of niet functionerende sanitaire voorzieningen, gebrekkige hygiëne, mislukte oogsten en aangetaste natuurlijke hulpbronnen. Niet zelden vallen de meeste slachtoffers als gevolg van epidemieën, ondervoeding en andere gevolgen van rampen. Effecten die ook kunnen optreden voorafgaand aan of als gevolg van conflicten, wat de DRR-aanpak in de volle breedte van noodhulp, wederopbouw en verdere ontwikkeling noodzakelijk maakt. Naast de programma’s die het DRR-team uitvoert – in het afgelopen boekjaar was er sprake van 27 lopende programma’s en 13 nieuw gestarte programma’s (zie tabellen) – brengt de rol van expertisecentrum met zich mee dat CARE veel aandacht
schenkt aan het steeds weer verder ontwikkelen van de knowhow op het terrein van DRR, het delen van deze knowhow en deze vervolgens ook daadwerkelijk implementeren in bestaande en nieuwe projecten. Daartoe zijn in het boekjaar 2011-2012 stappen gezet die ten dele ook in 2013 en hun beslag krijgen, zoals: • het verder ontwikkelen en implementeren van bestaande DRR-strategieën in de eigen DRR-programmering, als ook in de DRR-programmering van andere leden van CARE International • het documenteren van lessons learned en best practices en het verspreiden van de gedocumenteerde informatie en publicaties onder de leden van CARE International en daarbuiten • het ontwikkelen en bouwen van een internationale kennisdatabase voor DRR-interventies • het implementeren, testen en ten slotte valideren van nieuwe DRR-strategieën Een project in het kader van het delen van kennis in het voorbije boekjaar was het samenstellen van een best practice-instructiehandboek over de wijze waarop DRR het best kan worden toegepast op het terrein van Water, Sanitaire voorzieningen en Hygiëne (WASH). Het instructiehandboek verscheen zowel in druk als op cd en is bestemd voor veldwerkers in DRR wereldwijd (IASC GLOBAL WASH Cluster Development of DRR Best Practice Guidance en Tools Project). In het huidige boekjaar zal eenzelfde handboek verschijnen op het terrein van voedselzekerheid en het jaar daarop zal tenslotte een handboek verschijnen op het terrein van herstel en behoud van ecosystemen.
Disaster Risk Reduction - Lopende programma’s en projecten in het financiële jaar 2011-2012
Project - Land
Budget (EUR)
Donor
HAUPA - Mozambique
215.550
MinBuZa
311.000
69
Water en sanitatie (latrines, douches e.d.)
EDRIC - Mozambique
310.428
ECHO
11.000
15
Ramppreventie
UPA - Liberia
1.766.666
Europese Unie
12.325
24
Voedselzekerheid en ontwikkeling landbouw in (rand)stedelijke en omgeving
SADEV - Sierra Leone
1.639.917
Europese Unie
12.600
48
Voedselzekerheid, ontwikkeling landbouw en levensonderhoud
RVCD - Sierra Leone
1.508.860
Europese Unie
25.725
22
Voedselzekerheid, ontwikkeling landbouw en levensonderhoud
WESAL - Egypte
1.191.462
Europese Unie
27.750
36
Mensenrechten en huiselijk geweld
Youth Peace Advocates
606.420
Europese Unie
35.000
39
Mensenrechten en vredesopbouw
FOCAPRIN - Ecuador
329.412
DIPECHO
7.880
20
Ramppreventie en klimaataanpassing
Life Saving Interventions for Women and Girls - Haïti
1.684.067
Cordaid / SHO
200.000
35,5
Improved Access of Earthquake -effected Persons to Water for Basic Needs - Haïti
270.000
AEGON
13.000
18
Drinkwatervoorziening
2.163.602
Europese Commissie
50.925
22
Voedselzekerheid
875.255
Europese Commissie
141.600
36
Mensenrechten
FRDA - Madagaskar
1.532.010
Europese Commissie
70.000
30
Voedselzekerheid en ontwikkeling landbouw
Plan d’Amenagement du Delta Interieur du Niger (PADIN) - Mali
6.000.000
MinBuZa
84.000
24
Voedselzekerheid
48
Voedselzekerheid
Bonne Nutrition - Mali
1.158.508
Europese Commissie
60.249
Unicef
25.500 vrouwen en kinderen Circa 2.000 veldwerkers
48
Water, sanitatie en hygiëne
Targeted Assistance for Food-insecure families in Balkh (TAFFB) - Afghanistan EIDHR - Pakistan
IASC Global WASH Cluster Development of DRR Best Practice Guidance and Tools Project
Aantal bereikte Duur Focus thema mensen (mnd)
Geweld tegen vrouwen en reproductieve gezondheid
vervolg op pagina 29>> CARE jaarverslag 2012
27
Project UPA, Liberia: ontwikkeling landbouw
28
CARE jaarverslag 2012
Project - Land
Budget (EUR)
Donor
Aantal bereikte mensen
6.344.256
MinBuZa
70.000
60
Ramppreventie, klimaataanpassing, herstel en behoud van ecosystemen
261.670
DIPECHO
1.143
16
Ramppreventie
1.319.471
Europese Commissie
41.750
24,5
Buidling Resilient Coastal Communities in Zamboanga, Peninsula and Mindanao - Filippijnen
11.632
Europese Commissie
12.603
24
Ramppreventie
Advancing Safer Communities and Environments against Disaster (ASCEND) - Filippijnen
486.647
DIPECHO
53.943
16,5
Ramppreventie
RESILIENCE-Indonesia, Bolivia Ethiopia and Europe
734.628
Europese Commissie
350
34
Onderzoeksprogramma rondom Ramppreventie, klimaataanpassing en armoedebestrijding
PROCORREDOR 19-04 La Masica - Honduras
135.355
Europese Commissie
3.425
25
Water, sanitair en hygiëne
PROCORREDOR 19-03 Esparta - Honduras
117.700
Europese Commissie
882
19
Water, sanitair en hygiëne
PROCORREDOR 28-01 Tela - Honduras
256.800
Europese Commissie
3500 (aanname 5 personen per gezin)
41
ontwikkeling land- en bosbouw, toerisme, ambachten en levensonderhoud
PROCORREDOR 28-02 Arizona - Honduras
256.800
Europese Commissie
3200 (aanname 5 personen per gezin)
30
ontwikkeling land- en bosbouw, ambachten en levensonderhoud
PROCORREDOR 28-07 La Ceiba - Honduras
256.800
Europese Commissie
3625 (aanname 5 personen per gezin)
30
ontwikkeling land- en bosbouw, toerisme, ambachten en levensonderhoud
PROCORREDOR 28-03 Esparta – Honduras (als partnerorganisatie)
256.800
Europese Commissie
600 (aanname 5 personen per gezin)
27
ontwikkeling land- en bosbouw, toerisme, ambachten en levensonderhoud
PROCORREDOR 28-06 El Porvenir – Honduras (als partnerorganisatie)
256.800
Europese Commissie
716
27
ontwikkeling land- en bosbouw, visserij, toerisme, ambachten en levensonderhoud
Climate Proof Distaster Risk Reduction (Partners for Resilience)- Wereldwijd Linking and Learning to Strengthen Capacity and Collaboration on DRR in NTT - Indonesië Food Facility Project - Filippijnen
Totaal
Duur Focus thema (mnd)
Ramppreventie en voedselzekerheid
32.007.765
In het boekjaar 2011-2012 werkte het programmateam DRR aan 29 lopende programma’s en projecten, waarmee een budget van € 32.007.765 gemoeid is. In totaal worden hiermee naar schatting ruim 1,2 miljoen begunstigden bereikt. CARE jaarverslag 2012
29
Disaster Risk Reduction - Nieuwe programma’s en projecten in het financiële jaar 2011-2012
Budget (EUR)
Donor
Aantal bereikte mensen
Duur (mnd)
Brazil Acre Emergency Response Project - Brazilië
200.000
DIPECHO
8.017
8
Noodhulp na overstromingen
Brazil Rio Emergency Response Project - Brazilië
200.000
DIPECHO
6.842
6
Noodhulp na overstromingen
Building Resilience & Strengthening Communities - Brazilië
372.758
DIPECHO
2.235
15
Ramppreventie
86.258
ECHO
12
Be better prepared - Vanuatu
589.517
DIPECHO
50 trainers van lokale DRR-organisaties 4.410
Food Distribution in Response to Floods in Central Luzon- Filipijnen
200.000
ECHO
60.000
5,5
Capaciteitsopbouw voor ramppreventie Ramppreventie en klimaataanpassing Noodhulp
Humanitarian Assistance to Vulnerable Households Affected by Nesat and Nalgae - Filipijnen
600.000
ECHO
97.446
6
Noodhulp en ramppreventie
Immediate Humanitarian Response to the Populations Most Affected by Typhoon Washi - Filipijnen
300.000
ECHO
Circa 22.500
3
Noodhulp
WASHI 2 - Filipijnen
529.636
ECHO
19.742
9
Wederopbouw en ramppreventie
26.951
AXA Filippijnen
-
Noodhulp
Bio-rights: linking community- and ecosystem-based approaches to Distaster Risk Reduction - Guatemala
181.807
Humanitarian Innovation Fund
Steun aan andere noodhulp-programma’s 1.000
18
Ramppreventie
Sustainable Development of Mangrove Areas in Aguegues Community - Benin
160.000
Turing Foundation
5.915
36
Herstel en behoud ecosysteem en verbetering levensonderhoud
FOOD-SAP - Mali
1.800.000
MinBuZa
120.000
7
TOTAAL
5.246.927
Project - Land
ECB- Emergency Capacity Building Project - Bolivia, Niger en Oeganda
WASHI-AXA - Filipijnen
In het boekjaar 2011-2012 werkte het programmateam DRR aan 13 nieuwe programma’s en projecten, waarmee een budget van € 5.246.927 gemoeid is. In totaal worden hiermee naar schatting een kleine 350 duizend begunstigden bereikt.
30
CARE jaarverslag 2012
18
Focus thema
Voedselhulp
Noodhulpinterventies In het voorbije boekjaar heeft het programmateam DRR deelgenomen aan zes noodhulpinterventies: twee in Brazilië en vier op de Filipijnen. De Filipijnen werden zwaar getroffen door diverse cyclonen: Sendong, Nesat en Nalgae richtten door zware regen val en daaropvolgende overstromingen enlandverschuivingen grote schade aan in verschillende gebieden. CARE, op de Filipijnen aanwezig als onderdeel van een netwerk van partnerorganisaties, reageerde direct met voedselhulp en distributie van basislevensbehoeftes, zoals kookgerei, emmer, plastic zeil en muskietennetten aan zo’n 200.000 getroffenen die alles kwijt waren geraakt. Na de eerste noodhulp richtte CARE zich op het herstellen van watersystemen, het opruimen van de schade, het opzetten van inkomens genererende activiteiten voor de getroffenen en het trainen van de bevolking om beter voorbereid te zijn op volgende cyclonen. In Brazilië heeft CARE Nederland bijgedragen aan het snelle herstel van de door overstromingen en modderstromen getroffen bevolking door het uitdelen van hygiënekits met ondermeer zeep, tandenborstels en tandpasta, maandverband en beddengoed. Ook zijn er gereedschappen, zoals kruiwagens, ploegen en dergelijke uitgedeeld, zodat de boeren hun land weer konden bewerken. Ook hier heeft CARE zich samen met de bevolking en de lokale overheid gericht op het maken (evacuatie)plannen en het trainen van de bevolking om beter voorbereid te zijn op dergelijke rampen, zodat bij het volgende regenseizoen de impact ervan veel kleiner is.
PSO: Leerwerktraject DRR CARE Nederland is aangesloten bij PSO, een vereniging die in 1985 is opgericht (en per 1 mei 2012 is opgegaan in Aon Hewitt) om in het kader van ontwikkelingssamenwerking uitzendingen van professionals te faciliteren. Naar die kernactiviteit verwijst ook de afkorting PSO: Personele Samenwerking in Ontwikkelingslanden. In het laatste decennium is het zwaartepunt komen te liggen op het versterken van lokale maatschappelijke organisaties (capaciteitsopbouw) in ontwikkelingslanden. PSO financiert, adviseert en werkt samen. Dat doet zij onder meer in zogenoemde leerwerktrajecten (LWT). In dit kader werden in het verslagjaar 2011-2012 een twintigtal personeelsinzetten gerealiseerd, waaronder: • het geven van ondersteuning aan CARE Benin ten behoeve van het implementeren van DRR-strategieën in de Emergency Preparedness Planning (een planning die voorziet in een tijdige voorbereiding op een mogelijke noodsituatie) • het opzetten van een trainingsmodule voor Guatemala, Nicaragua, Honduras en El Salvador op basis van het initiatief om inheemse kennis en wetenschappelijke inzichten met betrekking tot ramppreventie, opgedaan in MiddenAmerika, te integreren in een samenhangende, effectieve DRR-strategie • het opzetten van regionale trainingen in Thailand die tot doel hebben de mogelijkheden tot integratie van Disaster Risk Reduction en Climate Change Adaptation (klimaataanpassing) te onderzoeken • het organiseren van twee workshops waaraan werd deelgenomen door tien CARE-landenkantoren uit LatijnsAmerikaanse en Caribische regio’s, en door hun respectieve
lokale partners. Het doel van de workshops was capaciteitsopbouw en kennisuitwisseling, onder meer met betrekking tot de koppeling van ramppreventie aan klimaataanpassing en gender (genderongelijkheid).
Beleidsbeïnvloeding Ook in het voorbije boekjaar heeft CARE Nederland veel aandacht besteed aan belangenbehartiging en beleidsbeïnvloeding om ervoor te zorgen dat DRR hoog op de beleidsagenda blijft staan, zowel in Nederland als in Europa en daarbuiten. Binnen Nederland hebben we onze bestaande dialoog met het ministerie van Buitenlandse Zaken, een belangrijke en zeer gewaardeerde partner, verder voortgezet. Ook hebben we in samenwerking met Nederlandse partnerorganisaties als het Rode Kruis en ICCO het belang van ramppreventie onder de aandacht van de belangrijkste politieke partijen gebracht. Op Europees niveau heeft CARE Nederland, mede namens CARE International, de herziening uitgevoerd van de discussienota over DRR voor het Humanitarian Office van de Europese Commissie (ECHO). Daarnaast hebben we actie ondernomen om DRR hoog op de mondiale agenda te houden. Zo was CARE aanwezig op Rio+20, de conferentie van de Verenigde Naties over duurzame ontwikkeling, in Rio de Janeiro, waar we verschillende white papers met informatie over DRR hebben verspreid. En hoewel de uitkomsten van de conferentie soms minder ambitieus waren dan wij graag hadden gezien, was CARE Nederland verheugd over de resultaten met betrekking tot DRR, dat gaat worden aangepakt met een hernieuwd besef van urgentie in het kader van duurzame ontwikkeling en het terugdringen van armoede. CARE jaarverslag 2012
31
Bio-rights in Guatemala In Guatemala reduceert CARE NL het risico op rampen door lokale gemeenschappen nadrukkelijk aan hun ecosysteem te verbinden. Dat gebeurt met behulp van Bio-rights: een financieringsmechanisme dat een win-win-situatie mogelijk maakt voor de mens én de natuur. Het lijkt een onontkoombare wetmatigheid: hoe armer een land is, hoe minder de inwoners van dat land goed voorbereid zijn op natuurrampen. Tot ‘overmaat van ramp’ doen die rampen zich bovendien uitgerekend in de armste landen ter wereld voor. Op allerlei manieren zijn de mensen daar kwetsbaar. Niet alleen puur fysiek, maar ook politiek en sociaal-economisch. Bovendien zijn ze zich vaak niet bewust van de gevaren die ze lopen omdat ze niet of slecht geïnformeerd en opgeleid zijn. CARE Nederland probeert de vicieuze cirkel van rampen die daardoor gevormd wordt, te doorbreken. Zij doet dat in samenwerking met het Nederlandse Rode Kruis, Cordaid, het Red Cross Crescent Climate Center en Wetlands International: samen de ‘Partners for Resilience’, een consortium dat in het kader van het Medefinancieringsstelsel (MFS-II) van het Ministerie van Buitenlandse Zaken subsidie heeft gekregen. Met Wetlands International heeft CARE inmiddels een innovatief project opgezet in de stad Nahualá in het district Solalá in Guatemala, een van die arme, kwetsbare landen waar het natuurgeweld altijd op de loer ligt.
Stan en Agatha Nahualá betekent ‘betoverd water’ in het Quiché, de taal van de streek. Dat geeft de enorme waarde van de gelijknamige rivier die door de stad stroomt aan. Het is de levensader van
32
CARE jaarverslag 2012
het gebied. Maar de ecosystemen in dit bergachtige en vulkanische landschap in het zuiden van Guatemala zijn aangetast door erosie. Daardoor is het gevaar op overstromingen van de rivier – al dan niet gepaard met modderstromen – groot als het flink regent en stormt. En dat doet het nogal eens, met als uitschieters de orkaan Stan in 2005 en de tropische storm Agatha in 2010. In het door houtkap uitgedunde landschap krijgen die stormen extra vrij spel en raakt de waterhuishouding ingrijpend verstoord. Dat alles schreeuwt om structurele ingrepen die het ecosysteem herstellen, maar de hulp na een ramp blijft beperkt tot incidentele symptoom-bestrijding. Volgens CARE en Wetlands International kan en moet dat anders, en daarvoor introduceren zij een ‘geheim wapen’: Bio-rights.
Lening die gift kan worden Bio-rights is een innovatief financieringsmechanisme dat gemeenschappen helpt om sociaal-economische problemen te lijf te gaan en tegelijkertijd de natuurlijke omgeving waarin
Innovatief en effectief Bio-rights is bedacht en ontwikkeld door Wetlands International, de enige non-profit organisatie die wereldwijd probeert wetlands te behouden en te herstellen en met CARE Nederland een van de vijf Nederlandse ‘Partners for Resilience’ (zie artikel). De eerste Bio-rights pilots werden eind jaren ’90 van de vorige eeuw in Indonesië en Mali gehouden. Op Java en Sumatra zorgde
Innovatieve ramppreventie en risicoreductie de mensen wonen te versterken. Bij Bio-rights wordt de volgende deal met bevolking gesloten: je krijgt geld om je economische positie te versterken (goed voor de korte termijn), maar in ruil daarvoor herstel je het ecologisch evenwicht in je streek (goed voor de lange termijn). ‘Geld krijgen’ wil in deze context zeggen: het wordt verstrekt in de vorm van een lening, die wordt kwijtgescholden als milieubehoud- en -herstel daadwerkelijk van de grond komt. Over de mate van het gewenste behoud en herstel worden van tevoren duidelijke afspraken gemaakt; worden de doelen niet gehaald, dan moet de lening worden terugbetaald.
In natura Als financieel instrument is Bio-rights al tamelijk nieuw (zie kader), maar de koppeling tussen het herstel van ecosystemen en rampenreductie is uniek te noemen. De aanpak in Guatemala kent vier fases. Allereerst kan de bevolking met een deel van het geleende geld extra maatregelen treffen om de risico’s bij een nieuwe ramp te
het herstel van mangrovebossen voor een verdrievoudiging van het inkomen van de deelnemende kustdorpen, en voor veel minder schade na tropische stormen. In de Nigerdelta in Mali leidde het herstel van vloedbossen en graaslanden onder meer tot een grotere oogst (veevoer), meer hout en meer visvangst. Door de toegenomen economische bedrijvigheid groeide het inkomen van de deltabevolking in drie jaar tijd met 70 procent.
Niet in Nahualá alleen • Door samenwerking in Partners for Resilience zullen de ervaringen van het Bio-rights-project gedeeld worden met de partners in vijf Guatemalteekse departementen. • Door samenwerking met overheidsinstanties bestaat de kans dat de aanpak van Partners of Resilience ook op andere plaatsen in Guatemala kan worden geïmplementeerd. • Lokale partners uit Solalá fungeren als klankbord. • In heel Midden-Amerika zullen CARE en Wetlands International vertegenwoordigd zijn in platforms over ramppreventie en risicoreductie. • De Partners for Resilience zullen in andere fora zorgen voor wereldwijde promotie van het Bio-rights-concept door publicaties, video’s , workshops, online fora en presentaties.
Project Bio-rights, Guatemala: door natuurgeweld bedreigd gebied wordt in kaart gebacht
reduceren. Leengroepen betalen vervolgens letterlijk en figuurlijk ‘in natura’ terug door bossen aan te planten, waterbronnen te beschermen, en zo voort. In de derde fase, als de schuld bij gebleken ‘eco-succes’ is kwijtgescholden, kan het geld dat resteert in een revolving fund gestort worden, waarmee kapitaal in kas is dat bij volgende rampen ingezet kan worden. Ten slotte kunnen de bestaande leengroepen gaan fungeren als ‘Disaster Risk Reduction’-commissies die in actie komen bij rampen, de vinger aan de pols houden bij het nastreven van de langetermijndoelen en de dialoog onderhouden met hogere overheden. CARE jaarverslag 2012
33
Vredesopbouw: Peacebuilding In het boekjaar 2011-2012 is de Peacebuilding (PB)-strategie die CARE Nederland in 2011 heeft ingezet verder uitgebouwd. Daarbij komt de nadruk steeds meer te liggen op het aanpakken van oorzaken in plaats van het louter bestrijden van symptomen. Onze PB-strategie heeft onder meer verder vorm gekregen met de implementatie van het programma van het Dutch Consortium for Rehabilitation, Pamoja en doordat financiering is gerealiseerd voor twee nieuwe programma’s; ‘Peace Under Construction’ en ‘Foundations for Peace’. De nieuwe programma’s worden uitgevoerd in het kader van wederopbouw in fragiele staten: Zuid-Soedan, Burundi, Afghanistan, Jemen en Somalië. Met de projecten, die begin huidig boekjaar (2013) van start zijn gegaan, is een bedrag gemoeid van 14,9 miljoen euro. In strategisch opzicht zijn de twee programma’s een rechtstreekse vertaling van de PB-doelstelling met betrekking tot actief burgerschap, het versterken van wederkerigheid tussen staat en burgers, vreedzame conflictbeheersing en verbeterde participatie van gemarginaliseerde groepen in sociale en economische activiteiten. Naast het Pamoja-programma vormen deze programma’s een stevige basis voor het uitvoeren van deze strategie in de komende vier jaar. Door de nieuwe programma’s heeft het PB-team nu ook een andere doelstelling verwezenlijkt, namelijk de uitbreiding van het werkgebied naar twee landen die al lang op het wensenlijstje van het team stonden vanwege hun politieke klimaat: Jemen en Afghanistan.
Noodhulp Het PB-team is in het voorbije boekjaar geconfronteerd met vijf
34
CARE jaarverslag 2012
noodhulpinterventies als gevolg van oplaaiende conflicten. Dit was het geval in de Democratische Republiek Congo, Somalië, Soedan en Zuid-Soedan (zie tabel ‘Nieuwe programma’s en projecten’). Dit grote aantal heeft ons doen beseffen dat de PB-strategie het belang van noodhulp in fragiele staten momenteel onderbelicht. Bovendien leert de praktijk ons dat wederopbouw sneller en succesvoller verloopt als we meer aandacht besteden aan het versterken van de positie van vrouwen in het maatschappelijke middenveld en het bestuur (Women Empowerment). Ook is het van groot belang dat hun positie in situaties van instabiliteit sterk wordt verbeterd, omdat veel vrouwen juist dan een sterk verhoogde kans hebben slachtoffer te worden van discriminatie en geweld. Gender Justice (gelijke rechten voor beide seksen) en Women Empowerment staan daarom hoog op de agenda en zullen extra aandacht krijgen in de midterm review (tussentijdse herziening van het strategisch plan) die in het financiële jaar 2012-2013 zal volgen.
Project DVTIES, Somalië: theorieles voor meisjes die vakopleiding doen
Als onderdeel van de verdere operationalisering van de strategie heeft het PB-team geïnvesteerd in de eigen expertise op relevante deelgebieden van PB, zoals bouwstenen voor goed bestuur; conflict preventie; en management van projecten in (post-)conflictgebieden. Centraal hierin stond het leerwerk traject over goed bestuur (zie ‘PSO: Leerwerktraject PB’). Ook is er gewerkt aan een PB-toolkit, die bestaat uit praktijkvoorbeelden van PB. Die toolkit kan hopelijk in de loop van het lopende financiële jaar ter beschikking worden gesteld aan het hele CARE International-netwerk. Voorts hebben twee Programme Officers een training-van-trainers gevolgd in ‘Do No Harm’, een analytische methode aan de hand waarvan de gevolgen van een project op zijn omgeving in kaart worden gebracht om negatieve consequenties te voorkomen en lokale capaciteiten voor vredesopbouw te versterken. Tevens is een begin gemaakt met het uitzetten van deze training in Zuid-Soedan.
Project Umoja, Congo: opvang vluchtelingen in gastgezinnen
peacebuilding - lopende programma’s en projecten in het financiële jaar 2011-2012
Project Land
Budget (EUR)
Donor
Aantal begunstigden
Duur (mnd)
Face2Face - Nederland/België
434.146 Europese Commissie/PSO
6000 leerlingen in het middelbaar onderwijs
36
Voorlichting op scholen in Nederland en België over vrouwenrechten in Somalië en de Democratische Republiek Congo
Focus thema
INABIGEGA - Burundi
1.165.078
Europese Commissie
5.450
22
Voedselzekerheid
Livelyhood Enhancement for Agropastural and Pastoral Rural Communities (LEAP) - Sudan
1.140.280
MinBuZa
20.000
16
Voedselzekerheid, basisonderwijs, seksegelijkheid, versterken positie vrouwen, gezondheid, behoud ecosystemen
Towards Self Relience (TSR) - Somalië
1.800.958
Europese Commissie
28.980
30
Wederopbouw, versterken civil society, vredesopbouw, WASH (water, sanitaire voorzieningen en hygiëne), levensonderhoud en voedselzekerheid
298.677
Europese Commissie
n.v.t.
27
Coördinatieforum voor ngo’s die in Somalië werken
Puntland Emergency Response Project (PERP) - Somalië
1.680.217
ECHO
85.596
12
Noodhulp, wederopbouw, (drink)water, voedselzekerheid en vredesopbouw
Developing Technical and Vocational Education and training Methodologies and Services for the Informal Economy (DVTIES) - Somalië
542.111
Europese Commissie
4.290
19
Vakopleidingen
13.707.449
MinBuZa
90.000
60
Wederopbouw van post-conflict gebieden door hulp bij basisvoorzieningen, levensonderhoud en goed bestuur
NGO Consortium - Somalië
Pamoja (Dutch Consortium for Rehabilitation) - Burundi, Democratische Republiek Congo, Liberia, Soedan, Zuid-Soedan TOTAAL
20.768.916
In het boekjaar 2011-2012 werkt het programmateam PB aan 8 lopende programma’s en projecten, waarmee een budget van € 20.768.916 gemoeid is. In totaal worden hiermee naar schatting ruim 240 duizend begunstigden bereikt. CARE jaarverslag 2012
35
peacebuilding - Nieuwe programma’s en projecten in het financiële jaar 2011-2012
Project Land
Budget (EUR)
Donor
Aantal begunstigden
Duur (mnd)
Sudan Emergency response and Early Livelihood Recovery (SERELIR) - Soedan
1.449.960
MinBuZa
268.750
24
Voedselhulp, water en toegang tot gezondheidszorg
SERELIR - Zuid-Soedan
1.404.618
MinBuZa
53.038
24
Voedselhulp, water en toegang tot gezondheidszorg
DIRISWANAAG (Good Neighbourliness ) - Somalië
1.181.196
MinBuZa
34.400
18
Voedselhulp, levensonderhoud, vakopleidingen en bescherming
500.000
Europese Commissie
n.v.t.
36
Versterken van maatschappelijke organisaties en (deelname aan) goed bestuur
UJASIRI - DR Congo
1.155.201
ECHO
36.000
12
Voedselhulp, bescherming en crisismanagement voor ontheemden en hun gastgezinnen
UMOJA + - DR Congo
1.485.578
MinBuZa
120.000
22
Opvang ontheemden bij gastgezinnen
33.060
PSO
-
8,5
Onderzoek naar rol civil society bij bevorderen goed bestuur
Somalia IDP Support Program (SISP) - Somalië
5.003.811
ECHO
95.256
12
Voedselhulp, levensonderhoud, vakopleidingen en bescherming
Water Facility (WFC) - Somalië
3.400.004
Europese Commissie
69.000
48
Water, sanitaire voorzieningen en hygiëne
Collaborative Action for Change - Liberia
Thematic Learning Trajectory Fragile States - Democratische Republiek Congo
TOTAAL
Focus thema
15.613.428
In het boekjaar 2011-2012 werkt het programmateam PB aan 9 nieuwe programma’s en projecten, waarmee een budget van € 15.613.428 gemoeid is. In totaal worden hiermee naar schatting 675 duizend begunstigden bereikt.
36
CARE jaarverslag 2012
Er is ook een start gemaakt met een traject over capaciteitsopbouw en partnerschappen met CARE-kantoren in Oost- en Centraal-Afrika, in samenwerking met de CARE Regional Management Unit. Dit traject wordt gefinancierd door CARE Nederland met hiervoor geoormerkte gelden uit het Pamoja-project (donor: het ministerie van Buitenlandse Zaken). De samenwerking met CARE Groot-Brittannië, ingezet in 2011, is in het financiële jaar 2012 verder gegroeid. CARE Nederland heeft een belangrijke rol gespeeld bij een aantal internationale workshops en in de Conflict Community of Practice, een informatiebron voor CARE-professionals die werken in (post-) conflictgebieden en die hun de mogelijkheid biedt om kennis uit te wisselen over hun werk. Momenteel wordt een ook een Conflict Advisory Group opgezet, die CARE International zal gaan adviseren over het werk in fragiele staten. CARE Nederland zal hierin een leidende rol spelen.
PSO: Leerwerktraject PB CARE Nederland gelooft niet in het bestrijden van symptomen, maar in het aanpakken van oorzaken. Zo ook in (post)conflictgebieden. Vaak wordt slecht bestuur als een van de onderliggende oorzaken van armoede en ongelijkheid geïdentificeerd. Traditioneel gezien is het bevorderen van goed bestuur echter iets wat voornamelijk in stabiele contexten gedaan wordt. Maar juist ook in fragiele staten is het nodig hieraan te werken. CARE Nederland wil meer ervaring opdoen met het stimuleren van goed bestuur in fragiele staten. Daarom is er, in samenwerking met en gefinancierd door PSO (Personele Samenwerking
in Ontwikkelingslanden), een leerwerktraject ontwikkeld. In Somalië, Zuid-Soedan, Burundi en Liberia wordt onderzoek gedaan en worden pilot-activiteiten uitgevoerd om meer te weten te komen over de situatie met betrekking tot goed bestuur in deze landen, en op welke manier CARE en haar partners kunnen bijdragen aan verbetering van dat bestuur. Dit heeft geleid tot een aantal zeer interessante uitkomsten. In Somalië bijvoorbeeld is een videodocumentaire ontwikkeld die mensen informeert maar ze ook aanzet tot discussie over de rol van hun bestuursorganen en hun eigen verantwoordelijkheden. In de gesproken cultuur van het land spreekt dit veel meer aan dan geschreven informatie. In Burundi is een tool uitgetest die burgers en lokaal bestuur in de gelegenheid stelt te discussiëren over de kwaliteit van basisvoorzieningen en ieders rol in de verbetering daarvan. Op deze manier zijn mensen geen ontvangers van hulp, maar mondige burgers die meedenken en waar nodig hun overheid om verantwoording vragen. Door de activiteiten nog niet van tevoren in detail vast te leggen, biedt het leerwerktraject veel ruimte om in te spelen op geleerde lessen. Dit leren gebeurt in grote mate samen met lokale partners. Op deze manier draagt het leerwerktraject niet alleen bij aan een directe verbetering van de levensomstandigheden van mensen, maar vooral ook aan de capaciteit van CARE en lokale partners om in de toekomst effectiever en efficiënter te werken aan het bevorderen van goed bestuur.
Beleidsbeïnvloeding CARE Nederland wil een betrouwbare bron van informatie en politieke analyse zijn voor beleidsmakers en zo actief bijdragen
aan een verantwoord politiek beleid. Het afgelopen jaar heeft CARE Nederland hierbij aandacht gegeven aan het politieke beleid jegens Somalië (humanitaire toegang, hongersnood) en de Democratische Republiek Congo. Met betrekking tot Zuid-Soedan brachten we de problematiek van vluchtelingen en Zuid-Soedanezen die gedwongen het Noorden moeten verlaten onder de aandacht. Bovendien is een bijdrage geleverd aan algemene beleidsthema’s, zoals humanitaire hulp, decentralisatie en voedselzekerheid in fragiele staten. Ook is aandacht besteed aan wat in vakjargon Linking Relief, Rehabilitation and Development wordt genoemd: het verbinden van noodhulp, wederopbouw en ontwikkeling tot een samenhangende strategie binnen de programma’s die we uitvoeren. CARE Nederland heeft voorts bijgedragen aan een CARE International-beleidsbrief over Somalië, voor de Topconferentie over dat land in Londen in februari 2012. Daar spraken meer dan vijftig landen over vrede en veiligheid, een nieuw politiek bestel en de economische wederopbouw van het land. Ook zijn er beleidsbrieven geschreven over humanitaire hulp aan de EU Commissaris voor Humanitaire Hulp, Kristalina Georgieva, in januari 2012, en is input geleverd voor het parlementaire debat over het Humanitaire Beleidskader, in maart 2012. In Nederland heeft het PB-team zijn positie versterkt door onder meer actief deel te nemen aan bestaande netwerken, zoals het Burundi Platform en het Congo Platform en door een centrale rol te spelen in de oprichting van het Humanitaire Platform. CARE jaarverslag 2012
37
Zuid-Soedan tussen hoop en vrede
Kleine stapjes op weg naar het grote doel
Zuid-Soedan is het jongste land ter wereld en daarom nog erg instabiel. Er is nog veel onenigheid en conflict met noorderbuur Soedan over grenzen en oliebronnen. CARE slaagde er ondanks oorlogsgeweld en andere ellende in om het afgelopen jaar activiteiten in het land te ontplooien die de vrede een stapje dichterbij kunnen brengen. In januari 2011 wees een referendum ondubbelzinnig uit dat het zuidelijk deel van Soedan zich wilde afscheiden van de Republiek Soedan en als zelfstandig land verder wilde gaan. In de maanden voor en na dat referendum keerden meer dan 200.000 Zuid-Soedanezen terug naar hun geboortegrond. Daardoor barstten toch al uiterst kwetsbare Zuid-Soedanese dorpen uit hun voegen. Bovenop de daardoor veroorzaakte voedselschaarste kwam ook nog eens een brandstoftekort. Prijsstijgingen van alle producten waren het directe gevolg.
Vijandigheden Het DCR (Dutch Consortium for Rehabilitation, zie kader), waar CARE deel van uitmaakt, was al actief in het zuiden van Soedan. Het werk werd door diverse ontwikkelingen (stammenoorlogen, veediefstal en rondzwervende milities) ernstig bemoeilijkt. In juli van datzelfde jaar riep Zuid-Soedan haar onafhankelijkheid uit en werd het land erkend door de Verenigde Naties, maar aan de instabiliteit van het land veranderde dat niet veel. Luchtbombardementen en ander vijandig gedrag door noorderbuur Soedan brachten opnieuw grote mensenstromen op gang. En in de eerste helft van 2012 kwamen daar nog eens olieleveringsperikelen tussen beide
38
CARE jaarverslag 2012
Project Pamoja, Zuid-Soedan: traditioneel woonhuis
DCR Het Dutch Consortium for Rehabilitation (DCR) bestaat behalve uit CARE uit de volgende organisaties: HealthNet TPO, Save the Children en ZOA. Het DCR concentreert zich op landen die na een langdurig conflict voorzichtig de eerste stappen op weg naar herstel hebben gezet: Burundi, Democratische Republiek Congo, Liberia, Oeganda, Soedan en Zuid-Soedan. Kernwoord is
‘samenwerken’. Samenwerken gebeurt wereldwijd en op verschillende niveaus. Zo stemt het DCR zijn plannen af met grote internationale organisaties van de Verenigde Naties en andere ngo’s die in het gebied werken. Het overlegt met de landelijke en lokale overheden ter plaatse en met de mensen in de dorpen. En vanzelfsprekend onderhouden de DCR-leden nauw contact over de werkzaamheden en voortgang van de projecten.
Volksverhuizing De eerste zes maanden van 2012 hebben een constante stroom ‘terugkeerders’ in Zuid-Soedan te zien gegeven. Voornamelijk mensen die op de vlucht zijn geslagen voor de steeds intimiderender retoriek van de Soedanese regering, tot en met deportatiedreigementen toe. Het Boven-Nijl-district, in het noorden van Zuid-Soedan, kreeg de grootste toevloed te verwerken: 73.107 mensen sinds oktober 2010. Maar ook de districten Centraal Equatoria (53.549) en West Bahr el Ghazai (25.434) kregen met grote aantallen terugkerende nieuwe landgenoten te maken.
Vrede Daarnaast heeft het DCR tal van lokale commissies in het leven geroepen om het land van binnenuit stabiliteit te brengen. Allereerst de Vredescommissies (Peace Committees), gebaseerd op traditionele instituties maar getraind in moderne bemiddelingstechnieken en gewapend met eigentijdse kennis van mensenrechten. Zij proberen onder meer om de bevolking af te houden van wraakoefeningen over en weer, die in deze streken helaas zeer gebruikelijk zijn. In 2012 zijn de activiteiten van de Vredescommissies er in toenemende mate ook op gericht om regionale overheden tot vredestichten over te halen.
Gebiedsontwikkeling landen bovenop. Meer en moeilijker werk dan ooit aan de winkel voor het DCR.
Resultaten Dat werk van het DCR in Zuid-Soedan is verdeeld in vier sectoren: onderwijs, gezondheid, water/sanitatie/hygiëne (WASH) en levensonderhoud. Ondanks alle tegenvallers kon CARE op alle fronten een steentje bijdragen. Levering van meubilair en hekwerk voor scholen; de bouw van een PHCU (Primary Health Care Unit); hygiënepromotie en de verspreiding van biofilters; trainingen voor boeren en zadenpakketten voor bewoners van het platteland. Duizenden mensen konden door deze hulpmiddelen en maatregelen indirect gesteund worden in hun streven om een vreedzaam bestaan op te bouwen.
Een tweede groep commissies, de Gebiedsontwikkelingscommissies (Area Development Committees) speelt een centrale rol in het coördineren van alle activiteiten van DCR in de diverse regio’s. Ze zijn democratisch gekozen en behartigen ieders belang, ook dat van jongeren, vrouwen en andere in
Zuid-Soedan doorgaans achtergestelde groeperingen. Ze zijn goed getraind door het DCR en beschikken over de vaardigheden die ervoor nodig zijn om alle ontwikkelplannen in de lokale gemeenschappen te plannen en te monitoren. Deze ontwikkelplannen worden besproken met lokale bestuurders zodat zij bijdragen aan goed bestuur. Hun kennis strekt zich ook uit over financiële zaken als sparen en lenen (Village Savings and Loans) en inkomensverbetering. Daarnaast promoten ook zij de vrede, net als hun counterparts van de Vredescommissies, en bemiddelen zij bij conflicten.
Project Pamoja, Zuid-Soedan: voor het huishouden wordt gebruik gemaakt van de geringe hoeveelheid bomen in de omgeving
Pamoja De vredesprogramma’s van het Dutch Consortium for Rehabilitation in Afrika hebben de noemer ‘Pamoja’ meegekregen. Dat is Swahili voor ‘samen’. Een naam met vele dimensies: de vier leden van het DCR samen; wereldwijde partners en DCR samen; de mensen in de Afrikaanse doelgemeenschappen samen; en die gemeenschappen en hun overheden samen.
CARE jaarverslag 2012
39
Voorlichting & Fondsenwerving Het aantal nieuwe donateurs is in het afgelopen boekjaar achtergebleven bij de verwachtingen. Een aantal nieuwe maatregelen moet ervoor zorgen dat dat aantal weer gaat groeien. Goede voorlichting over het werk van CARE speelt daarbij een sleutelrol. CARE Nederland maakt voor het werven van nieuwe donateurs gebruik van direct dialogue (straatwerving), een methode die jarenlang heeft bijgedragen aan significante groei van het aantal donateurs, maar met name in het verslagjaar aan rendement heeft ingeboet: het aantal nieuwe donateurs bleef sterk achter bij de doelstelling. Naast aanwas is behoud van donateurs ook een voorname doelstelling. Om het opzegpercentage onder nieuw geworven donateurs terug te dringen en zodoende een hoger rendement uit de werfinspanning te behalen, is een test ontwikkeld waarbij nieuw geworven donateurs hun donatie kunnen oormerken ten behoeve van een zogenoemd Etalageproject. Vervolgens worden ze via de website en social media op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen binnen dit project. Naast straatwerving wil CARE Nederland in de komende jaren ook gaan testen met telemarketing en online werving. Ook zal meer worden ingezet op het werven van sponsorgelden in de zakelijke markt. Hiertoe is een manager Zakelijke Relaties aangenomen. Tevens is een nieuwe Online Marketeer aangenomen.
Nationale Postcode Loterij Met succes is afgelopen boekjaar een aanvraag voor een financiële bijdrage ingediend bij de Nationale Postcode Loterij. De aanvraag werd gehonoreerd met een jaarlijkse donatie van € 500.000 voor een periode van vijf jaar. In het nu lopende boekjaar is een nieuwe aanvraag ingediend, deze keer voor extra financiering van specifieke projecten in Zuid-Soedan en de Democratische Republiek Congo (opvang van vluchtelingen in gastgezinnen). Voor het financiële jaar 2012-2013 zijn de doelen inzake fondsenwerving als volgt ingevuld: • Totaal eigen fondsenwerving € 2.942.898 (was dit boekjaar € 2.705.183) • € 500.000 bijdrage NPL
Face2Face Ook voorlichting is een belangrijke activiteit van de marketingen communicatieafdeling. Zoals de laatste jaren gebruikelijk worden donateurs van de ontwikkelingen binnen CARE op de hoogte gesteld door middel van een digitale nieuwsbrief en het jaartijdschrift Generation Next. Dit magazine verschijnt eenmaal per jaar en bevat naast de belangrijkste cijfers uit het jaarverslag tal van reportages en interviews over het hoe en waarom van de programma’s en projecten die CARE Nederland uitvoert. Om aandacht te vragen voor en voorlichting te geven over mensenrechten in het algemeen en vrouwenrechten in het
40
CARE jaarverslag 2012
bijzonder is in het afgelopen boekjaar het project Face2Face, dat in het financiële jaar 2010-2011 van start was gegaan, verder uitgebouwd. Face2Face is een initiatief en samenwerkingsverband van twee Europese partners (CARE Nederland en Upact) en twee Afrikaanse partners (UWAKI en SONYO). Doel van het project is enerzijds om Nederlandse en Belgische jongeren te interesseren in millenniumdoelen en mensenrechten en anderzijds capaciteitsopbouw van jongeren uit de Democratische Republiek Congo en Somalië. Face2Face is een interactief lespakket dat leerlingen van middelbare scholen in Nederland en België inzicht geeft in de achtergrond van de problematiek rondom mensenrechtenkwesties, met name vrouwenrechten. Het bevordert tevens de bewustwording van de leerlingen over de millenniumdoelen. Het project loopt nog tot en met maart 2013. Voor het financiële jaar 2012-2013 heeft de marketing- en communicatieafdeling de volgende aandachtspunten: • Het ontwikkelen van een nieuwe marketingstrategie voor CARE Nederland. Deze marketingstrategie functioneert als kader waarbinnen de gewenste differentiering in fondsenwerving- en marketingstrategie een plaats krijgt. • Het afronden van de test rond de Etalageprojecten met conclusies en aanbevelingen om het proces van werving en behoud van donateurs door middel van straatwerving op een hoger plan te brengen • Het uitbrengen van digitale, online editie van het jaartijdschrift Generation Next
• H et verder ontwikkelen en uitrollen van Corporate Fundraising door: a. bestaande relaties te bestendigen b. in samenhang met totale marketingstrategie een purpose & partnerships strategy voor de zakelijke markt te ontwikkelen • Het indienen van een nieuwe aanvraag bij de Nationale Postcode Loterij, mede voor een bijdrage aan voorlichting in Nederland • Het onderzoeken van alternatieve methoden voor het werven van particuliere donateurs • Het ontwikkelen van een voorlichtingscampagne om het werk van CARE meer bekendheid te geven in Nederland en al doende de marketing- en fondsenwervingstrategie te versterken • Het ontwikkelen van een PR-beleid en daarmee samenhangende benaderingsstrategie van de media • Het verder uitbouwen en versterken van de online marketingstrategie door: a. het ontwikkelen van de website en de inzet van social media b. het onderzoeken van mogelijkheden voor het online werven van donateurs • Het versterken van merk CARE Nederland: de juiste partners om dit proces te begeleiden zullen worden geselecteerd.
Het afgelopen financiële jaar ondersteunde de volgende organisatie ons werk:
Project Bio-rights, Guatemala
CARE jaarverslag 2012
41
Water- en sanitatieproject, Ha誰ti
42
CARE jaarverslag 2012
Schoon water voor Haïti Haïti is de gevolgen van de aardbeving van 2010 nog lang niet te boven. Maar dankzij CARE en verzekeraar AEGON hebben tienduizenden mensen in en om de stad Léogâne weer de beschikking over schoon water. Normaal gesproken heeft Haïti ‘alleen maar’ te maken met armoede, politieke instabiliteit en een belabberde infrastructuur – om maar een paar in het oog springende kenmerken van het meest onderontwikkelde land op het Amerikaanse continent te noemen. Die ongemakken zijn ‘gewoon dagelijks leven’ voor de tien miljoen inwoners. Dat was de mega-aardbeving van 12 januari 2010 echter niet. Zeven op schaal van Richter is al erg genoeg. Maar het epicentrum bevond zich ook nog eens bijna pal onder de hoofdstad Port-au-Prince. De gevolgen waren dan ook desastreus. Een kwart miljoen doden, nog meer gewonden en ruim anderhalf miljoen daklozen. Plus een cholera-uitbraak zonder weerga in onze moderne tijd. Ga er maar aan staan. Dat is precies wat CARE deed – en nog steeds doet.
Duurzame oplossingen CARE is geen nieuwkomer op Haïti. Al sinds 1954 betrekt onze organisatie lokale gemeenschappen bij het creëren van duurzame verbeteringen in de leefomstandigheden. In de woorden van Carolina Cordero, Deputy Country Director voor CARE Haïti: ‘Bij het inspringen op calamiteiten kijken we altijd naar langetermijnoplossingen.’ Dus toen het personeel van verzekeraar AEGON vorig jaar 270.000 euro voor een WASH-project (WAter, Sanitatie and Hygiëne) bijeenbracht, heeft CARE ervoor gezorgd dat de daarmee gefinancierde
watervoorzieningen een lang leven beschoren zal zijn. ‘Niet alleen putten slaan en pijpleidingen aanleggen, maar de plaatselijke bevolking ook leren hoe ze hun water moeten managen. Je kunt mensen nu eenmaal niet zeggen dat ze hun handen moeten wassen als er geen water is,’ zo legt Carolina nuchter uit.
Stroomversnelling Het AEGON-project kwam na aanvankelijke vertragingen vanaf december 2011 in een stroomversnelling. Eind maart 2012 kon het op tijd worden afgerond, na een ware eindsprint. Tal van scholen en ziekenhuizen beschikken nu over schoon drinkwater Facts & Figures De officiële naam van het door AEGON gesponsorde WASH-project was ‘Improved Access of Earthquake-Affected Persons to Water for Basic Needs’. Het is van 1 oktober 2011 tot en met 31 maart 2012 uitgevoerd in en om Léogâne in Haïti en heeft de volgende doelen bereikt:
Met dank aan en hygiënische latrines (zie kader). Schoolkinderen en dorpelingen spannen zich overal in om in hun omgeving een goede hygiëne blijvend te promoten. En ongeveer vierduizend particuliere huishoudens hebben nu een aansluiting op de pijpleiding die CARE heeft aangelegd naar een weeshuis vlak bij de stad Léogâne, die het allerzwaarst getroffen werd omdat daaronder het exacte epicentrum van de aardbeving lag. ‘Het is geweldig dat dit allemaal tot stand is gebracht dankzij de samenwerking van AEGON en CARE Nederland,’ besluit Carolina Cordero. ‘Namens de bevolking van Haïti dank ik hen uit de grond van mijn hart.’
studenten); en er zijn 3000 waterkits (jerrycan + emmer) uitgedeeld; niet-drinkbaar water is van zuiveringsinstallaties voorzien om het drinkbaar te maken.
3 Watermanagement ontwikkelen om de bronnen en putten te leren beheren Er zijn 103 leden van diverse Watermanagement Commissies 1 Nieuwe bronnen aanboren, of bestaande verbeteren In totaal zijn er 19 nieuwe waterputten geslagen, zijn aangesteld; er is een watermanagementworkshop ontwikkeld; 5 bestaande putten opgeknapt en is er een pijpleiding naar de commissieleden hebben trainingen gekregen; en er zijn 6 technici opgeleid die de hardware kunnen repareren. het dorp Ca Ira aangelegd. 2 Toegang tot schoon water voor kwetsbare families verschaffen Het water van de nieuwe en opgeknapte putten is geanalyseerd en goed bevonden; er zijn 2322 hygiënesessies gehouden met burgers (onder wie veel scholieren en
4 Sanitatie en hygiënisch gedrag op scholen verbeteren Op 5 scholen zijn 31 latrines gebouwd; op de scholen zijn ‘hygiëneclubs’ aangesteld en getraind; 903 studenten zijn in 320 sessies bewust gemaakt van het belang van goede hygiëne.
CARE jaarverslag 2012
43
Jaarrekening jaarVER
Jaarrekening 2011-2012
SLAG 2011-2012
Algemeen De in de jaarrekening opgenomen bedragen zijn uitgedrukt in euro. De jaarrekening beslaat de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012.
Balans na resultaatsbestemming ACTIVA 30 juni 2012 30 juni 2011 I. Materiële vaste activa 21.061 20.283 II. Financiële vaste activa 53.921 53.656 III. Vorderingen en overlopende activa 27.027.501 36.419.615 V. Liquide middelen 6.947.439 5.685.254 Totaal activa 34.049.922 42.178.808 PASSIVA 30 juni 2012 VI. Reserves en Fondsen 5.547.807 Continuïteitreserve 2.137.898 Bestemmingsreserves 3.395.041 Bestemminsfondsen 14.868 VII. langlopende schulden 9.140.285 VII. Kortlopende schulden 19.361.830 Totaal passiva 34.049.922
44
CARE jaarverslag 2012
30 juni 2011 4.780.675 1.480.353 3.221.850 78.472 18.039.707 19.358.426 42.178.808
Staat van baten en lasten
Resultaat 2011 - 2012 Begroot 2011 - 2012 Resultaat 2010 - 2011 BATEN: I. Baten uit eigen fondsenwerving 2.705.183 2.887.261 3.091.220 II. Baten uit acties derden 500.000 - III. Subsidies overheden 10.702.746 13.015.856 27.299.967 IV. Rentebaten en baten uit beleggingen 108.890 70.000 91.303 V. Overige baten 9.515 - 62.661 Som der Baten 14.026.334 15.973.117 30.545.151
LASTEN: VI Besteding aan doelstelling 11.942.214 14.663.507 27.765.908 Disaster Risk Reduction * 1.697.600 6.394.933 9.065.692 Peacebuilding * 2.744.758 7.506.020 444.853 Emergency Aid * 6.945.264 104.168 17.795.433 Voorlichting 554.592 658.386 459.930 VI Lasten ten behoeve van werving baten 654.458 766.545 470.249 mbt eigen fondsenwerving 488.397 609.492 348.604 mbt uit gezamenlijke acties 1.101 90 539 mbt uit acties van derden 20.452 9.369 14.143 mbt subsidies overheden 144.508 147.594 106.963 XI.Kosten beheer en administratie 662.529 724.813 755.525 Som der lasten 13.259.201 16.154.865 28.991.682 RESULTAAT 767.133 181.748- 1.553.469 *Vanwege een definitiewijziging zijn de cijfers voor de periode 2010-2011 aangepast voor vergelijkingsdoeleinden.. CARE jaarverslag 2012
45
Jaarrekening jaarVER SLAG 2011-2012
Resultaat 2011 - 2012 Begroot 2011 - 2012 Resultaat 2010 - 2011 Verdeling van het resultaat Resultaatsbestemming 767.133 181.748- 1.553.469 Continuiteïtsreserve 657.545 52.738 573.937 Bestemmingsreserves 173.191 272.263- 1.004.008 Bestemmingsreserve Dekking Organisatiekosten 409.316- 383.811- 288.806 Bestemmingsreserve Dekking Directe Projectkosten 647.988- 581.961 Bestemmingsreserve Risicovolle Projecten 290.079 107.548 312.510 Bestemmingseserve Greenfund 4.000 4.000 12.000 Bestemmingseserve Innovatie 300.000 Bestemmingseserve Noodhulpprojecten 29.593 22.915 Bestemmingsreserve Wederopbouw Projecten 606.823 214.184 Fondsen 63.603- 37.777 24.476 Bestemmingfonds Dekking Directe Projectkosten 64.618- 4.816 Bestemmingsfonds MEERMU - 20.483 Bestemmingsfonds Programma’s Particuliere Donaties 1.015 37.777 823
46
CARE jaarverslag 2012
Kasstroomoverzicht
1 juli 2011 - 30 juni 2012
1 juli 2010 - 30 juni 2011
Totale liquide middelen per 1 juli 5.685.254 5.520.655 Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangsten van donateurs 3.205.083 3.091.220 Ontvangen subsidiegelden 18.283.655 16.148.589 Betalingen in het kader van subsidies (16.782.550) (15.962.949) Betalingen aan leveranciers en werknemers (3.559.482) (3.138.156) 1.146.706 138.704 Ontvangen rente 107.480 76.415 Ontvangsten vanwege overige baten en lasten 1.477 9.354 108.957 85.769 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiele vaste activa (17.959) (19.641) (17.959) (19.641) Sub-totaal toename/afname geldmiddelen 1.237.704 204.833 Koersverschillen op geldmiddelen 24.481 (40.234) Toename/Afname geldmiddelen 1.262.185 164.599 Totale liquide middelen per 30 juni 6.947.439 5.685.254 Het kasstroomoverzicht is opgesteld via de directe methode.
Resultaat 2011 - 2012 Begroot 2011 - 2012 Resultaat 2010 - 2011 Kengetallen Kengetallen bestedingen aan doelstelling als percentage van de totale baten 85,1 bestedingen aan doelstelling als percentage van de totale lasten 90,1 lasten eigen fondsenwerving als percentage van de baten eigen fondsenwerving 18,1 lasten beheer en administratie als percentage van totale lasten 5,0
91,8 90,8 21,1 4,5
90,9 95,8 11,3 2,6
CARE jaarverslag 2012
47
Jaarrekening jaarVER
Waarderingsgrondslagen Algemeen De jaarrekening van CARE Nederland is opgesteld conform de Richtlijn 650 Fondsenwervende Instellingen.
Activa en passiva
Algemeen De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en de resultaatbepaling, zijn gebaseerd op de historische kostprijs. Voor zover niet anders is vermeld, worden activa en passiva opgenomen tegen nominale waarde. Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. Transacties in vreemde valuta Transacties die in vreemde valuta zijn uitgevoerd, worden omgerekend tegen de geldende wisselkoers per de transactiedatum. In vreemde valuta opgestelde monetaire activa en verplichtingen worden per balansdatum in de functionele valuta omgerekend tegen de op die datum geldende wisselkoers. Niet-monetaire activa en passiva in vreemde valuta die tegen historische kostprijs worden opgenomen, worden naar euro’s omgerekend tegen de geldende wisselkoersen per transactiedatum. De bij omrekening optredende koersverschillen worden als last in de staat van baten en lasten opgenomen. Gebruik van schattingen De opstelling van de jaarrekening vereist dat de directie/het bestuur oordelen vormt, en schattingen of veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verplichtingen van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting in kwestie wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft.
48
CARE jaarverslag 2012
SLAG 2011-2012
Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de aanschafwaarde, onder aftrek van lineaire afschrijvingen die gebaseerd zijn op de verwachte economische levensduur. Die afschrijvingen zijn als volgt bepaald: inventaris: communicatieapparatuur: computers en bijbehoren:
vijf jaarlijkse termijnen drie jaarlijkse termijnen drie jaarlijkse termijnen
Financiële vaste activa De financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs. Schulden Projectverplichtingen worden gedefinieerd als in rechte afdwingbare verplichtingen uit hoofde van projecten aan CARE landkantoren of partnerorganisaties. Reserves en fondsen1 Continuïteitsreserve
De continuïteitsreserve is gevormd om de continuïteit te waarborgen in geval van (tijdelijke) sterk tegenvallende opbrengsten. Bestemmingsreserves
De bestemmingsreserves zijn gevormd om door het bestuur vastgestelde activiteiten waarbij nog geen sprake is van projectverplichtingen jegens derden, met eigen middelen te financieren. Bestemmingsfondsen
Bestemmingsfonds(en) zijn middelen die zijn verkregen met een door derden aangegeven specifieke bestemming, waarbij nog geen sprake is van projectverplichtingen jegens derden.
1 Bron RJ 650.312: ’De post “Reserves en fondsen” heeft een bijzonder karakter. De instelling is gehouden dit vermogen slechts aan te wenden in overeenstemming met de doelstelling waartoe ze in het leven is geroepen. Daarom wordt gesproken over “reserves en fondsen” in plaats van over “eigen vermogen”.’
Pensioenen CARE Nederland heeft ten behoeve van haar werknemers een pensioenverzekering afgesloten. De geldende pensioenregeling beslaat de periode 1 januari 2006 tot en met 31 december 2015. Zij bestaat uit een middelloonregeling met een vast opbouwpercentage. De premie wordt door werkgever en werknemer samen betaald.
Baten en lasten
Resultaatsbepaling Op basis van genoemde waarderingsgrondslagen wordt het resultaat van het boekjaar bepaald als het verschil tussen enerzijds baten uit eigen fondsenwerving, het aandeel in gezamenlijke acties en acties van derden, overheidssubsidies en overige baten; en anderzijds de lasten in het kader van de doelstelling inclusief toegerekende kosten, de lasten van de wervingsbaten en de kosten van beheer en administratie. Eigen fondsenwerving De baten uit de eigen fondsenwerving worden verantwoord in het jaar van ontvangst. Acties van derden Ontvangen bijdragen uit noodhulpacties van de SHO (‘Giro 555’) worden verantwoord in het jaar van ontvangst. Bijdragen van de Nationale Postcode Loterij worden verantwoord in het jaar waarop de ontvangst betrekking heeft. Subsidies van overheden Baten uit subsidies van overheden worden verantwoord in het jaar waarin de bestedingen uit hoofde van de subsidies gerealiseerd worden. Vervallen subsidiebedragen worden in mindering gebracht op de subsidiebaten in het jaar waarin de besteding niet is geëffectueerd door de contractpartij. De dekkingsbijdrage voor de apparaatskosten wordt in het jaar van toekenning als baten
verantwoord en toegevoegd aan de bestemmingsreserve ’Dekking Organisatiekosten‘. De dekkingsbijdrage wordt op de volgende wijze onttrokken aan de bestemmingsreserve: ➜ 25 procent op het moment van de subsidietoekenning ➜ 15 procent bij finale vaststelling van de subsidie ➜ 60 procent recht evenredig met het aantal maanden waarin het betreffende project wordt geïmplementeerd, met aftrek van de eerste maand Besteding aan de doelstelling De bestedingen aan de doelstelling worden onderscheiden in vier categorieën, te weten: 1. Disaster Risk Reduction 2. Peacebuilding 3. Emergency Aid 4. Voorlichting Bestedingen aan doelstellingen bestaan uit projectverplichtingen en eigen kosten gemaakt door CARE Nederland. Verplichtingen aan projecten worden geacht te zijn aangegaan wanneer daartoe een besluit is genomen door de directie en worden volledig toegewezen aan het jaar waarin het besluit is genomen en dit besluit is gecommuniceerd met de begunstigde. Eigen kosten voor projecten (kosten die CARE Nederland maakt buiten het contract met een landenkantoor/projectpartner) worden verantwoord in het jaar waarin deze kosten zich voordoen. Kosten beheer en administratie Bij de toerekening van de kosten van beheer en administratie wordt rekening gehouden met de “VFI aanbeveling kostentoerekening beheer en administratie” van de VFI 2 Details over de methodiek worden vermeld op pagina 57 (Toerekeningsmodel organisatiekosten). 2 VFI is de brancheorganisatie van goede doelen CARE jaarverslag 2012
49
Jaarrekening jaarVER SLAG 2011-2012
Toelichting op de balans Materiële vaste activa
Bedrijfsmiddelen Inventaris Computer apparatuur Communicatie Totaal Hardware Software apparatuur Cumulatieve investeringen per 30 juni 2011 52.410 94.137 26.399 7.422 180.368 Investeringen in verslagperiode 2.898 11.679 3.382 17.959 Desinvesteringen in verslagperiode 2.019 45.608 11.971 1.091 60.689 Cumulatieve investeringen per 30 juni 2012 53.289 60.208 17.810 6.331 137.639 Cumulatieve afschrijvingen per 30 juni 2011 44.337 82.312 26.014 7.422 160.086 Afschrijving in verslagperiode 4.373 11.295 1.512 - 17.181 Desinvesteringen in verslagperiode 2.019 45.608 11.971 1.091 60.689 Cumulatieve afschrijvingen per 30 juni 2012 46.691 48.000 15.555 6.331 116.577 Boekwaarde per 30 juni 2012 6.598 12.209 2.255 - 21.061
De materiële vaste activa worden aangehouden voor de bedrijfsvoering. De desinvestering heeft betrekking op apparatuur die buiten gebruik is gesteld.
Financiële vaste activa 30 juni 2012
30 juni 2011 CARE Nederland heeft in het financieel jaar 2001-2002 een bedrag van € 45.500 gestort in het Revolving Fund van CARE International. De cumulatieve rentevergoeding bedraagt € 8.421 en Storting in het Revolving Fund van CARE International 53.656 53.469 dat bedrag is toegevoegd aan de hoofdsom. Toevoeging rente 265 187 Het Revolving Fund is bedoeld om kortlopende leningen aan de leden van CARE International Revolving Fund per 30 juni 53.921 53.656 te verstrekken ter dekking van tijdelijke, projectgerelateerde cash flow-tekorten. Wanneer het
liquiditeitsprobleem is opgelost, worden de ontvangen gelden door de betreffende CARE-leden weer teruggestort (inclusief een beperkte rentesom).
50
CARE jaarverslag 2012
Vorderingen
30 juni 2012 30 juni 2011
Projectvorderingen Langlopende projectvorderingen 10.683.630 18.995.087 Kortlopende projectvorderingen 16.099.954 17.196.170 26.783.584 36.191.257 Debiteuren Diverse debiteuren 11.495 13.983 11.495 13.983 Overige vorderingen Waarborgsommen 13.032 13.032 BTW 44.345 63.225 57.377 76.257 Financieringsherkomst 30 juni 2012 Overlopende activa Vooruitbetaalde Pensioenverzekeringen 87.402 82.003 Ministerie van Buitenlandse Zaken 15.240.427 Overige personeelskosten 5.301 9.741 Europese Commissie 10.251.615 Te vorderen rente 53.099 28.306 PSO 123.883 Diversen 29.242 18.069 overige donoren 1.167.660 175.045 138.118 totaal projectvorderingen 26.783.584 Totale overige vorderingen 27.027.501 36.419.615
De afname van de projectvordering met 26 procent houdt verband met de toekenning van de MFS-II-financiering in de periode 2010-2011. Daarbij is conform de richtlijn RJ650 vrijwel de gehele toekenning, bedoeld voor een periode van vijf jaar, opgenomen als projectvordering. Een tweede belangrijke verklaring voor de afname van de projectvorderingen is dat het aantal financieringsaanbestedingen door de Europese Commissie waarvoor CARE Nederland zich kwalificeert, in de boekperiode lager is geweest dan in voorafgaande jaren.
30 juni 2011 21.334.807 14.300.055 58.141 498.254 36.191.257
Het ministerie van Buitenlandse Zaken is de belangrijkste donor van CARE Nederland en neemt 57 procent van de totale vordering voor haar rekening. De Europese Commissie is de tweede belangrijkste donor met 38 procent van de totale vordering. Dit is een consolidatie van de situatie van het vorige boekjaar.
CARE jaarverslag 2012
51
Jaarrekening jaarVER SLAG 2011-2012
Liquide middelen 30 juni 2012 30 juni 2011 Kassen: Kas in Euro 44 22 44 22 Banken: ABN-AMRO 3.470.081 2.221.172 ABN-AMRO Vreemde Valuta rekeningen 129.800 205.054 ASN spaarrekening 3.309.058 3.239.938 ING 38.456 19.068 6.947.395 5.685.232 Totale liquide middelen 6.947.439 5.685.254
Het gehele tegoed is direct opeisbaar. Reserves en fondsen Begrippen reserve en fondsen Continuïteitsreserve
Voor de uitvoering van haar doelstelling maakt CARE Nederland kosten die uit diverse inkomstenbronnen gedekt moeten worden. Om ervoor te zorgen dat bij tegenvallende inkomsten de activiteiten van CARE Nederland en daarmee het behalen van haar doelstellingen niet in gevaar komt, dient er voldoende buffer te zijn om die tegenvallers op te vangen. Het bestuur heeft besloten dat de reserve minimaal het gebudgetteerde jaarbedrag van de personeelskosten (salaris, sociale lasten, pensioen en de overige personeelskosten) moet bevatten. Wanneer de helft van de kosten van de werkorganisatie (exclusief directe marketingkosten) hoger is, dan wordt dit bedrag als minimum genomen. De VFI richtlijn “Financieel Beheer Goede Doelen” en het CBF-reglement schrijven voor dat
52
CARE jaarverslag 2012
de continuïteitreserve maximaal anderhalf keer de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie mag bedragen. Voor CARE Nederland betekent dit dat het maximum van de continuïteitsreserve voor de periode 2011-2012 € 4.647.888 bedraagt. CARE Nederland streeft echter een continuïteitsreserve na die gelijk is aan de jaarlijkse kosten van de werkorganisatie. Als minimum handhaaft CARE Nederland een continuïteitsreserve van 50 procent van de kosten van de werkorganisatie. De hoogte van de minimum en streefwaarde van de continuïteitsreserve is gebaseerd op een jaarlijkse risicoanalyse vastgesteld door de Raad van Toezicht. Voor de periode 2011-2012 bedragen de kosten van de werkorganisatie € 3.098.592. Ultimo boekjaar bedraagt de continuïteitsreserve € 2.137.898, zijnde 69 procent van de organisatiekosten. Dit betekent dat de hoogte van de continuïteitsreserve zich bevindt tussen het door CARE Nederland gestelde minimum en de streefwaarde. In de komende jaren zal de continuïteitsreserve worden uitgebreid totdat de streefwaarde is bereikt. Bestemmingsreserve Dekking Organisatiekosten
De omvang van de Bestemmingsreserve Dekking Organisatiekosten wordt bepaald op basis van het totaalbedrag van door donoren toegezegde apparaatskostenvergoedingen, verminderd met de conform de beschreven Grondslagen voor resultaatbepaling gerealiseerde vergoedingen, voor de per einde van de verslagperiode nog lopende programma’s. Door deze handelswijze wordt de continuïteit van de activiteiten gewaarborgd die nodig zijn voor de zorgvuldige beheersing en uitvoering van deze programma’s. Bestemmingsreserve Dekking Directe Projectkosten
CARE Nederland voert binnen de projecten die samen met de landenkantoren worden uitgevoerd vaak ook delen direct onder eigen beheer uit. Voor zover deze activiteiten gefinancierd worden met eigen middelen, wordt bij aanvang het bedrag in kwestie vastgelegd in de Bestemmingsreserve Dekking Directe Projectkosten.
Bestemmingsreserve Risicovolle Projecten
Bestemmingsresvers Noodhulpprojecten, en Wederopbouw- en Ontwikkelingsprojecten
Deze reserve moet de financiële risico’s afdekken wanneer projectverantwoording niet afdoende kan plaatsvinden als gevolg van ‘specifieke omstandigheden’3 . Aan de hand daarvan worden in de Bestemmingsreserve Risicovolle Projecten gelden opgenomen die bedoeld zijn voor het opvangen van de genoemde (financiële) effecten.
Deze reserves betreffen de reservering van CARE Nederland voor enerzijds Noodhulpprojecten en anderzijds Wederopbouw- en Ontwikkelingsprojecten.
Bestemmingsreserve Greenfund
De Bestemmingsreserve Greenfund beoogt de compensatie van de CO2-uitstoot die het gevolg is van de CARE Nederland-activiteiten.
Bestemmingsfonds Dekking Directe Projectkosten
De gelden die door donateurs zijn aangewezen ten behoeve van de financiering van specifieke projecten worden opgenomen in het bestemmingsfonds Dekking Directe Projectkosten voor zover die niet in het jaar van ontvangst zijn besteed. Bestemmingsfonds Programma’s Particuliere Donaties
Bestemmingsreserve Innovatie
CARE Nederland heeft een reserve opgebouwd voor innovatieve activiteiten en projecten die gedurende het volgende financiële jaar zullen worden ontwikkeld en uitgevoerd.
In het Bestemmingsfonds Particuliere Donaties worden die gelden verantwoord waarbij sprake is van een beperking door derden (bij de werving is een speciale bestemming gegeven), voor zover deze nog niet beschikbaar gesteld zijn voor de uitvoer van projecten.
30 juni 2011 toevoegingen Continuïteitsreserve 1.480.353 657.545 Bestemmingsreserve dekking organisatiekosten 1.604.819 377.388 Bestemmingsreserve dekking directe projectkosten 1.136.279 100.677 Bestemmingsreserve risicovolle projecten 384.250 290.079 Bestemmingseserve Greenfund 12.000 4.000 Bestemmingsreserve Innovatieve Activiteiten - 300.000 Bestemmingseserve Noodhulpprojecten 84.502 29.593 Bestemmingsreserve Wederopbouw- en Ontwikkelingsprojecten - 2.674.575 Totaal bestemmingsreserves 3.221.850 3.776.312 Totaal reserves 4.702.203 4.433.857
Toelichting reserves
onttrekkingen
30 juni 2012
-
2.137.898
786.704 748.665 - - - - 2.067.752 3.603.121
1.195.503 488.291 674.329 16.000 300.000 114.095 606.823 3.395.041
3.603.121
5.532.939
3 Bijvoorbeeld op het gebied van politiek, veiligheid en natuurrampen CARE jaarverslag 2012
53
Jaarrekening jaarVER SLAG 2011-2012
Toelichting fondsen
30 juni 2012 30 juni 2011
30 juni 2011 toevoegingen onttrekkingen 30 juni 2012 Bestemmingsfonds dekking directe project kosten 64.619 - 64.619 Bestemmingsfonds programma’s particuliere donaties 13.853 1.015 - 14.868
Kortlopende projectverplichtingen 18.637.645 18.810.947 Crediteuren 91.646 253.317 Overlopende passiva Loonheffing 46.016 40.630 Vakantietoeslag & dagen 277.594 210.660 Totaal fondsen 78.472 1.015 64.619 14.868 Overige Personeelskosten 162.085 24.423 Diversen 146.844 18.449 Schulden 632.539 294.162 Algemeen Schulden worden geclassificeerd naar verplichtingen jegens derden en anders als ‘overige Totale korlopende schulden 19.361.830 19.358.426 schulden’. Schulden die betrekking hebben op jaren na één jaar na de balansdatum, worden
verantwoord onder de langlopende schulden. Langlopende schulden
30 juni 2012 30 juni 2011
Langlopende projectverplichtingen 9.140.285 18.039.707 Totale langlopende schulden 9.140.285 18.039.707
De langlopende schuld bestaat volledig uit projectverplichtingen en is gedurende de periode 2011-2012 afgenomen met € 8.899.422. Alle langlopende schulden hebben een looptijd korter dan vijf jaar. Kortlopende schulden Onder de kortlopende schulden staan verplichtingen verantwoord met een looptijd van minder dan één jaar. Verplichtingen die betrekking hebben op jaren na één jaar na balansdatum zijn verwerkt onder de langlopende schulden.
54
CARE jaarverslag 2012
De toename van de overlopende posten wordt veroorzaakt door een stijging van de posten “Overige personeelskosten” en “Diversen”. De toename van de post “Overige Personeelskosten” is het gevolg van een aantal factoren: uitbreiding van staf, waardoor de nog uit te betalen vakantiedagen en eindejaarsuitkering toenemen, een verhoging van de eindejaarsuitkering, en tenslotte een nog te betalen ontslagvergoeding.
Niet in de balans opgenomen verplichtingen CARE Nederland heeft enkele niet in de balans opgenomen financiële verplichtingen met betrekking tot huur en onderhoud van kantoorapparatuur. Deze verplichtingen zijn opzegbaar op een termijn van maximaal een jaar. Voor de huur van het kantoor heeft CARE Nederland een contract afgesloten eindigend op 31 juli 2013. Het contract is per deze datum opgezegd. Dat betekent dat voor het financiële jaar 2012-2013 een niet in de balans opgenomen verplichting bestaat van € 74.347. Met de Europese Commissie bestaat een dispuut over een projectfinanciering in Bangladesh voor een bedrag van € 741.388. De Europese Commissie heeft in deze nog geen definitief besluit genomen. In de omstandigheid dat de Europese Commissie uiteindelijk ten nadele van CARE Nederland zou besluiten, ontstaat voor CARE Nederland een maximale verplichting van € 370.694.
Toelichting op de staat van baten en lasten
Algemene toelichting
Wijziging in de definitie Bestedingen aan noodhulp Tot en met vorig boekjaar werden onder de doelstelling noodhulp de jaarlijkse bijdragen van CARE Nederland aan het CARE Emergency Response Fund (ERF) en de CARE Emergency Group (CEG) verantwoord. Projectgerelateerde noodhulpbestedingen werden verantwoord onder de programma’s Disaster Risk Reduction en Peacebuilding. Met ingang van het financieel jaar 2011-2012 wordt de project gerelateerde noodhulpbestedingen verantwoord onder de doelstelling Noodhulp. CARE Nederland past hier een brede definitie van noodhulp toe: acute noodhulp plus wederopbouw. Opgemerkt moet worden dat gedurende de verslagperiode geen wederopbouwprojecten zijn uitgevoerd: de noodhulpprojecten hebben louter uit acute noodhulp bestaan. De vergelijkende cijfers voor de periode 2010-2011 zijn aangepast. Kostencategorieën Conform de Richtlijn voor de Jaarverslaggeving (RJ650) wordt onderscheid gemaakt tussen: kosten besteed aan doelstelling; kosten gemaakt ten behoeve van de werving van middelen; en kosten van het beheer en de administratie van de organisatie. De organisatiekosten, dat wil zeggen alle kosten die niet direct zijn toe te rekenen aan de doelstelling, worden volgens een toerekeningsmodel doorberekend aan de drie kostencategorieën. Het toerekeningsmodel is conform de aanbeveling van de VFI. Toerekeningsmodel organisatiekosten Toerekening van de organisatiekosten gebeurt conform het volgende model:
• personeelskosten • afdelingskosten programma teams • afdelingskosten marketing • afdelingskosten overig • ondersteunende kosten • contributies CI noodhulp • contributies CI overig • overige kosten • donor marketing • sponsormarketing • promoties en media relaties • communicatie • marketing ondersteuning administratie
cf. urenregistratiesysteem cf. urenregistratiesysteem cf. urenregistratiesysteem 100 procent beheer en administratie naar afdelingskosten cf. aantal FTE 100 procent doelstelling 100 procent beheer en administratie 100 procent beheer en administratie 35 procent doelstelling, 65 procent werving baten 30 procent doelstelling, 70 procent werving baten 100 procent doelstelling 85 procent doelstelling, 15 procent werving baten 50 procent werving baten, 50 procent beheer en administratie
In de voorafgaande jaren werden de bestedingen aan noodhulp – behoudens de bijdragen aan het door CARE International beheerde en geleide Emergency Response Fund en de Emergency Response Unit – niet afzonderlijk vermeld in de jaarrekening. In het financieel jaar 2011-2012 wordt deze besteding wel afzonderlijk benoemd. De uren die de programmateams besteden aan de doelstelling en de werving van fondsen worden naar rato van programmaverplichtingen gealloceerd. Verder hebben zich in het toerekeningsmodel geen wijzigingen voorgedaan. Kosten eigen werkorganisatie De kosten van de eigen werkorganisatie wijken iets af van de organisatiekosten. Voor het begrip ‘werkorganisatie’ wordt de definitie toegepast zoals gehanteerd door CBF en VFI, waarbij de ‘kosten werkorganisatie’ bestaan uit de binnen CARE Nederland gehanteerde
CARE jaarverslag 2012
55
Jaarrekening jaarVER SLAG 2011-2012
categorieĂŤn kosten eigen personeel, afdelingskosten, ondersteunende kosten (waaronder huisvestings- en werkplekkosten, ICT-kosten, P&O-kosten en kantoor- en administratiekosten), contributies, professionele dienstverlening, bestuurskosten en niet aan de doelstelling gerelateerde marketingkosten. werkelijk begroot Baten uit eigen fondsenwerving juli 2011 t/m juni 2012 juli 2011 t/m juni 2012 Particuliere Donaties NotariĂŤle schenkingen Sponsoring Totaal baten uit eigen fondsenwerving
2.694.933 2.865.261 10.000 250 22.000 2.705.183
2.887.261
De baten uit eigen fondsenwerving bestaan hoofdzakelijk uit particuliere donaties. In het financiĂŤle jaar 2011-2012 zijn de baten uit sponsoring sterk teruggelopen ten opzichte van het vorige boekjaar. Maar ook de particuliere donaties laten een teruggang zien van ruim 3,5 procent. De belangrijkste oorzaak hiervan is dat de fondsenwervingsmethode die CARE de afgelopen jaren met succes heeft ingezet, nu onder druk staat. De inkomsten via straatwerving bleven achter bij de verwachtingen. Nieuwe wervingsmethodes worden ingezet om deze terugloop op te vangen. Gedurende het verslagjaar is CARE Nederland niet in staat geweest om corporatieve financieringen te realiseren, waardoor de sponsoring sterk is teruggelopen. Ook ten behoeve van deze financieringswijze zullen nieuwe wervingsmethodes worden toegepast.
56
CARE jaarverslag 2012
werkelijk juli 2010 t/m juni 2011 2.804.954 6.266 280.000 3.091.220
Baten uit acties van derden
werkelijk begroot werkelijk juli 2011 t/m juni 2012 juli 2011 t/m juni 2012 juli 2010 t/m juni 2011
Nationale Postcode Lotterij
500.000
- -
Totaal baten uit acties van Derden 500.000
- -
In het financieel jaar 2011-2012 is CARE Nederland beneficiant geworden van de Nationale Postcode Loterij voor een periode van vijf jaar.
Subsidies van overheden
werkelijk juli 2011 t/m juni 2012
begroot werkelijk juli 2011 t/m juni 2012 juli 2010 t/m juni 2011
subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken 4.570.405 2.468.750 22.355.692 Europese Commissie 5.216.372 7.756.250 8.468.542 PSO 271.834 907.624 639.166 Overige subsidies 900.072 1.202.500 7.449 10.958.683 12.335.124 ongebruikte subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken 365.029- - 858.338- Europese Commissie 848.244- - 5.260.174- Overige subsidies 69.228 - 23.228 1.144.045- - gerealiseerde apparaatskosten 888.108 680.732 Totaal subsidie Overheden en anderen
10.702.746
Verkregen en ongebruikte subsidies hebben betrekking op programma’s van CARE Nederland waarvoor de subsidies in Nederland zijn ontvangen en worden zoals de baten uit hoofde van in eigen beheer uitgevoerde activiteiten verantwoord zonder apparaatskostenvergoeding. De grote afname van verkregen subsidies houdt verband met de toekenning van de MFS-II-financiering door het ministerie van Buitenlandse Zaken in het vorige boekjaar. De teruggang van subsidies van de Europese Commissie gedurende de periode 2011-2012 is het gevolg van minder financieringsaanbestedingen op het gebied van Disaster Risk Reduction waarvoor CARE Nederland zich kwalificeert (zie ook pagina 53 : Vorderingen). Hierbij moet worden opgemerkt dat in de post “Overige subsidies” gelden opgenomen zijn die via derden door de Europese Commissie aan CARE Nederland ter beschikking zijn gesteld. De post “Ongebruikte Subsidies“ betreft projecten die in het lopende boekjaar administratief
13.015.856
31.470.849
6.095.2841.924.402 27.299.967
zijn afgesloten. De hiermee samenhangende projectverplichtingen zijn eveneens vrijgevallen. Voor een belangrijk deel betreft dit projecten die door politieke omstandigheden (Soedan) en onveiligheid (Somalië) geen doorgang hebben kunnen vinden. De ontvangsten van PSO hebben betrekking op baten uit hoofde van technische assistentie ten behoeve van de werving, selectie en begeleiding van Junior Deskundigen in ontwikkelingslanden. Omdat PSO ophoudt te bestaan als fondsenverstrekkende organisatie, nemen de baten vanuit PSO sterk af. De post “Gerealiseerde apparaatskosten” betreft de vergoeding die CARE Nederland ontvangt van overheden als bijdrage aan de dekking van de kosten van de eigen organisatie. Deze zijn gedaald als gevolg van de verminderde subsidiebaten.
CARE jaarverslag 2012
57
Jaarrekening jaarVER SLAG 2011-2012
en baten uit beleggingen Rentebaten
werkelijk juli 2011 t/m juni 2012
begroot juli 2011 t/m juni 2012
werkelijk juli 2010 t/m juni 2011
Rentebaten en baten uit beleggingen Rente 108.890 70.000 91.303 108.890 70.000 - 91.303 Totaal rentebaten en baten uit beleggingen
Overige baten
108.890
werkelijk juli 2011 t/m juni 2012
70.000
begroot juli 2011 t/m juni 2012
91.303
werkelijk juli 2010 t/m juni 2011
Overige baten Bijdrage PSO in apparaatskostenvergoeding 11.241 - 846 Diversen (1.727) - 61.816 9.515 - 62.661 Totaal overige baten
9.515
-
62.661
Het verschil in de overige baten tussen periode 2010-2011 en 2011-2012 wordt veroorzaakt door de omzetting van eenlening van de SNV in een gift gedurende de periode 2010-2011. Lasten werkelijk begroot werkelijk juli 2011 t/m juni 2012 juli 2011 t/m juni 2012 juli 2010 t/m juni 2011 Besteding aan doelstelling CARE Nederland programma’s Aangegane programma verplichtingen 10.773.090 12.135.000 31.904.486 Niet uitbetaalde programma verplichtingen -1.219.459 -6.432.261 Directe programmakosten 44.982 25.000 30.821 Uit hoofde van uitzendingen binnen programma’s 5.778 408.175 79.079 Uit hoofde van individuele detacheringen 266.056 560.086 Kosten eigen organisatie 1.517.175 921.295 1.163.769 11.387.622 13.489.470 27.305.979 Voorlichting Publiciteit en communicatie 290.163 568.918 268.904 Kosten eigen organisatie 264.430 89.468 191.026 554.592 658.386 459.930 Totaal besteding aan doelstelling 11.942.214 14.147.856 27.765.908
58
CARE jaarverslag 2012
De doelstellingen uit hoofde van de programma’s – Disaster Risk Reduction, Peacebuilding en Emergency Aid – en de doelstelling Voorlichting bestaan uit een directe en een indirecte component. De directe component bestaat uit programmaverplichtingen, directe kosten, uitzendingen, detacheringen, publiciteit en communicatie. De indirecte component omvat “Kosten eigen organisatie“ en bestaat uit kosten gemaakt door CARE Nederland die toegerekend worden aan de doelstelling. De niet uitbetaalde programmaverplichtingen betreffen afgesloten projecten waarvan de daadwerkelijk kosten lager zijn dan de aangegane verplichtingen. Financieringsherkomst
DRR
PB
EA Voorlichting
Ministerie van Buitenlandse Zaken (202.751) - 3.553.698 Europese Commissie 683.050 2.389.488 2.143.834 Nationale Postcode Loterij 10.000 105.700 270.000 Overige donoren 708.046 30.078 433.782 Eigen middelen 499.255 219.492 813.950 284.592 Totaal besteding aan doelstelling 1.697.600 2.744.758 6.945.264 554.592 In het financiële jaar 2011-2012 is de besteding aan Noodhulp de omvangrijkste van de vier doelstellingen en bedraagt zij 58 procent van de totale post “besteding aan doelstelling”. De Europese Commissie heeft de grootste bijdrage geleverd aan de besteding aan doelstelling door CARE Nederland: 44 procent.
Totaal 3.350.947 5.216.372 385.700 1.171.906 1.817.289 11.942.214
Bestedingen aan programmadoelstellingen zijn direct gekoppeld aan het verkrijgen van projectsubsidies. Door de afname van projectsubsidies in de periode 2011-2012 ten opzichte van zowel de begroting 2011-2012 als de realisatie in de periode 2010-2011 (zie ook pagina 57: Subsidies van overheden) is de besteding aan de programmadoelstelling lager dan in het voorafgaande jaar. CARE Nederland heeft € 1.817.289 aan eigen middelen kunnen besteden aan de doelstelling. Dit is 67 procent van de baten uit eigen fondsenwerving.
CARE jaarverslag 2012
59
Jaarrekening jaarVER SLAG 2011-2012
Werving baten
werkelijk juli 2011 t/m juni 2012
begroot juli 2011 t/m juni 2012
werkelijk juli 2010 t/m juni 2011
Kosten eigen fondsenwerving Directe kosten Fondsenwerving 354.926 531.772 268.513 Kosten eigen organisatie 133.470 77.720 80.091 488.397 609.492 348.604 Kosten met betrekking tot gezamenlijke acties 1.101 90 539 Kosten met betrekking tot acties van derden 20.452 9.369 14.143 Kosten ter verkrijging subsidies overheden 144.508 147.594 106.963 Totaal kosten werving baten
654.458
766.545
De wervingskosten zijn in het financiële jaar 2011-2012 ten opzichte van het vorig boekjaar gestegen met 39 procent. Deze stijging wordt voor een belangrijk deel veroorzaakt door een toename van het aantal indieningen bij het ministerie van Buitenlandse Zaken en de Europese Commissie. werkelijk begroot werkelijk
Beheer en administratie
juli 2011 t/m juli 2011 t/m juni 2012 juni 2012
juli 2010 t/m juni 2011
Kosten beheer en administratie 662.529
724.813
755.525
Totaal kosten beheer en administratie 662.529
724.813
755.525
Ten opzichte van de begroting is CARE Nederland in staat geweest de kosten met betrekking tot beheer en administratie te beperken en in proportie te houden met de besteding aan de doelstelling en de werving van baten. Verschillen met de begroting Baten uit eigen fondsenwerving De inkomsten uit eigen fondsenwerving zijn 6 procent lager dan begroot. Dit verschil wordt vooral veroorzaakt door het wegvallen van zakelijke donoren in het financiële jaar 2011-2012.
60
CARE jaarverslag 2012
470.249
Baten uit derden Gedurende het verantwoordingsjaar is CARE Nederland beneficiant geworden van de Nationale Postcode Loterij, waarbij CARE Ned erland gedurende een periode van vijf jaar een bijdrage zal ontvangen. Met de eerste bijdrage van € 500.000 is bij het opstellen van de begroting geen rekening gehouden. Baten uit subsidies De baten uit subsidies van overheden zijn dit verantwoordingsjaar 17 procent lager dan begroot. Dit verschil heeft verschillende oorzaken. In de eerste plaats is in het financieel jaar 2011-2012 een groot aantal projecten afgesloten waarbij een bedrag van € 1.144.045 aan donoren is geretourneerd. Daarnaast liep het aantal financieringsaanbestedingen door de Europese Commissie op het gebied van Disaster Risk Reduction waarvoor CARE Nederland zich kwalificeerde, sterk terug gedurende het verantwoordingsjaar. Ten slotte bestonden in het verantwoordingsjaar minder mogelijkheden om activiteiten uit hoofde van Technische Assistentie gefinancierd te krijgen. Dit leidde tot een terugval van de baten van € 635.789. Rentebaten en baten uit beleggingen De rentebaten zijn in de verantwoordingsperiode 56 procent hoger dan begroot. Hoewel de in
het vorig boekjaar gerealiseerde rentebaten € 91.303 bedroegen, worden deze in de begroting conservatief, en daarmee lager, ingeschat. De conservatieve inschatting komt voort uit het financieel risicomijdend beleid van CARE Nederland.
Als gevolg van een herstructurering en –programmering van de marketing afdeling is een aantal voorlichtingsactiviteiten vertraagd dan wel aangepast. Bijgevolg is de besteding aan voorlichting 16 procent lager dan begroot.
Overige baten Overige baten waren niet voorzien in de begroting voor de periode 2011-2012.
Lasten met betrekking tot de werving van baten De totale begroting voor de werving van baten bedraagt in het financiële jaar 2011-2012 € 766.545. Van deze begroting is € 643.321 gerealiseerd. Dit verschil wordt veroorzaakt door de lagere kosten voor straatwerving.
Besteding aan de doelstelling De totale gerealiseerde besteding aan de doelstelling is in het financieel jaar 2011-2012 13 procent lager dan begroot. Voor de programmadoelstellingen ligt het verschil iets beneden 13 procent; dat verschil kan op dezelfde manier verklaard worden als het verschil tussen de lagere gerealiseerde baten uit subsidies en de begroting (zie ook pagina 57: Subsidies van overheden) Noodhulp wordt vanaf dit financiële jaar afzonderlijk gepresenteerd (zie ook pagina 55: Wijziging in de definitie Bestedingen aan noodhulp). Dit heeft tot gevolg dat de analyse ten opzichte van de begroting niet mogelijk is. Wanneer Noodhulp niet afzonderlijk wordt gepresenteerd, is de realisatie ten opzichte van de begroting en de realisatie van het vorig financieel jaar als volgt: Besteding aan programmadoelstelling
Disaster Risk Reduction Peacebuilding Noodhulp Totaal besteding aan programmadoelstelling
werkelijk juli 2011 t/m juni 2012
De kosten ter verkrijging van subsidies zijn nagenoeg gelijk aan het begrote bedrag. Lasten met betrekking tot beheer en administratie De kosten voor beheer en administratie zijn 9 procent lager dan begroot. Dit is het resultaat van een bezuiniging. Die is halverwege het financiële jaar ingezet naar aanleiding van tegenvallende prognoses voor de baten uit eigen fondsenwerving en subsidies. Door de bezuiniging is CARE Nederland in de staat gebleken de norm voor de lasten voor beheer en administratie van 5 procent van de totale besteding niet te overschrijden.
begroot juli 2011 t/m juni 2012
werkelijk juli 2010 t/m juni 2011
3.791.262 7.522.148 74.211
6.394.933 7.506.020 104.168
10.915.170 16.326.086 64.722
11.387.621
14.005.121
27.305.977
Vanwege eerder gegeven redenen (zie pagina 57: Subsidies van overheden) is de besteding aan de programmadoelstelling Disaster Risk Reduction 39 procent lager dan begroot. CARE jaarverslag 2012
61
Jaarrekening jaarVER SLAG 2011-2012
Organisatiekosten
werkelijk begroot juli 2011 t/m juli 2011 t/m juni 2012 juni 2012 Specificatie organisatiekosten
werkelijk juli 2010 t/m juni 2011
Personeelskosten Brutolonen 1.356.655 1.282.587 1.101.707 Sociale lasten 189.196 201.176 151.034 Pensioenlasten 140.648 154.907 114.552 Overige kosten 362.288 350.849 324.437 Totaal personeelskosten 2.048.788 1.989.519 1.691.730 Huisvestingkosten Huur kantoorpand 59.051 60.166 57.980 Gas/Licht & water 13.469 14.000 15.046 Onderhoud & beveiliging kantoorpand 16.715 25.850 17.333 Totaal huisvestingskosten 89.235 100.016 90.359 Kantoor en algemene kosten Advies en accountantskosten 136.770 75.000 82.266 Communicatie & Onderhoud apparatuur 46.626 64.510 46.733 Lidmaatschappen & Contributies 162.804 181.866 128.747 Ontwikkelingskosten programma 31.525 2.000 52.656 Reis- en verblijfkosten 89.229 49.650 50.157 Overige kosten 95.673 74.680 137.616 Totaal kantoor en algemene kosten 562.626 447.706 498.175 Afschrijving en rente Afschrijvingkosten 17.180 33.743 16.087 Totaal afschrijving en rente 17.180 33.743 16.087 Totaal
62
CARE jaarverslag 2012
2.717.829
2.570.984
2.296.351
Allocatie organisatiekosten Bestemming DOELSTELLING Werving baten Beheer TOTAAL Administratie 2011-2012 Lasten DRR PB EA Voorlichting Eigen fondsen Gezamenlijke Acties derden Subsidies -werving acties Subsidies en bijdragen 1.211.700 2.460.585 6.198.161 - 9.870.446 Publiciteit en communicatie - - - 290.163 354.926 8.145 17.692 670.926 Personeelskosten 442.452 267.696 579.485 250.469 124.163 1.101 12.307 99.053 272.062 2.048.788 Huisvestingskosten 11.599 4.399 24.945 4.465 2.977 - 3.719 37.131 89.235 Kantoor en algemene kosten 29.615 11.231 137.871 8.636 5.757 - - 41.020 328.495 562.626 Afschrijving en rente 2.233 847 4.802 860 573 - - 716 7.149 17.180 TOTAAL 1.697.600 2.744.758 6.945.264 554.592 488.397 1.101 20.452 144.508 662.529 13.259.201 Bestemming Lasten Subsidies en bijdragen Publiciteit en communicatie Personeelskosten Huisvestingskosten Kantoor en algemene kosten Afschrijving en rente TOTAAL
TOTAAL Begroot Totaal 2011-2012 2011-2012 2010-2011 9.870.446 670.926 2.048.788 89.235 562.626 17.180
12.568.175 1.015.706 1.989.519 100.016 447.706 33.743
26.142.210 553.122 1.691.730 90.359 498.175 16.086
13.259.201 16.154.865
28.991.682
Personele bezetting Aantal medewerkers per ultimo verslagjaar Gemiddeld aantal fulltime equivalenten
werkelijk juli 2011 t/m 30 juni 2012 34,00 28,43
begroting juli 2011 t/m juni 2012 34,00 30,95
werkelijk juli 2010 t/m juni 2011 30,00 26,96
Deze cijfers zijn exlcusief uitzendkrachten, stagiaires; vrijwilligers CARE jaarverslag 2012
63
Jaarrekening jaarVER SLAG 2011-2012
Bezoldiging bestuurders Bezoldiging directie De Raad van Toezicht heeft het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloningen en de hoogte van andere bezoldigingscomponenten vastgesteld. Het beleid wordt periodiek geëvalueerd en geactualiseerd. De laatste evaluatie is uitgevoerd in 2011. Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloningen volgt CARE Nederland de Regeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van VFI en de Code Wijffels. De Regeling geeft aan de hand van zwaartecriteria een maximumnorm voor het jaarinkomen. In de berekening van dit inkomen worden de werkgeverslasten niet betrokken. De Raad van Toezicht heeft de zwaarte van de functie gewogen en een zogenoemde BSD-score vastgesteld van 425-455 punten met een maximaal salaris van € 124.233. Bezoldiging directie
dienstverband aard (looptijd) onbepaald aantal uren 38 part-time percentage 100 periode 01-07 t/m 30/06 bezoldiging jaarinkomen 100.941 • bruto jaarsalaris 90.126 • vakantiegeld 7.210 • eindejaarsuitkering 3.605 SV lasten (werkgeversdeel) 3.073 pensioenlasten (werkgeversdeel) 27.686 totaal bezoldiging 2011/2012 131.699 totaal bezoldiging 2010/2011 127.303
Met een jaarinkomen van € 100.941 blijft de beloning voor de directeur onder het VFI-maximum en is daarmee conform de Code Wijffels.
64
CARE jaarverslag 2012
Bezoldiging Raad van Toezicht De Raad van Toezicht verricht haar werkzaamheden onbezoldigd. Voor reis- en verblijfkosten van de Raad van Toezicht is in de verslagperiode € 6.220 betaald. De reis- en verblijfkosten hebben te maken met de deelname van de Raad van Toezicht aan CARE International-vergaderingen. Bezoldiging en vergoeding Raad van Toezicht
juli 2011 t/m juni 2012
juli 2010 t/m juni 2011
7.617
6.220
Reis- en verblijfkosten
Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens CARE Nederland valt onder de werking van de Wet Openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT). Dit betekent dat het belastbaar jaarloon van functionarissen openbaar gemaakt moet worden als dat in 20114 uitsteeg boven € 193.000. Geen van de bestuurders of andere functionarissen van CARE Nederland heeft een belastbaar jaarloon boven dit bedrag. Het jaarverslag en de jaarrekening zijn op 19 december 2012 goedgekeurd door de Raad van Toezicht bestaande uit: Dhr. Loek Hermans • Dhr. Peter ter Horst • Dhr. Jochem IJbema • Dhr. Ed van Meeuwen • Mevr. Baharak Sabourian • Mevr. Anneke Slob • Mevr. Petra Stienen Het jaarverslag en de jaarrekening zijn op 19 december 2012 vastgesteld door het bestuur bestaande uit: Dhr. Guus Eskens
Overige gegevens
Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich na de balansdatum tot aan de goedkeuring van de jaarrekening door de Raad van Toezicht op 19 december 2012 geen gebeurtenissen voorgedaan die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum. 4 De WOPT-norm voor 2012 wordt in januari 2013 bekendgemaakt.
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan: De Raad van Toezicht en de directie van Stichting CARE Nederland Wij hebben de in dit verslag opgenomen jaarrekening 2011-2012 van Stichting CARE Nederland te Den Haag gecontroleerd. Deze jaarrekening bestaat uit de balans per 30 juni 2012 en de staat van baten en lasten over de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012 met de toelichting, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiĂŤle verslaggeving en andere toelichtingen.
Verantwoordelijkheid van de directie De directie van de stichting is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met de Richtlijn 650 voor fondsenwervende instellingen. De directie is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten.
Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder de Nederlandse controlestandaarden. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en
uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico’s dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van de stichting. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiÍle verslaggeving en van de redelijkheid van de door de directie van de stichting gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden.
de grootte en samenstelling van het vermogen van Stichting CARE Nederland per 30 juni 2012 en de staat van baten en lasten over de periode 1 juli 2011 tot en met 30 juni 2012 in overeenstemming met de Richtlijn 650 voor fondsenwervende instellingen.
Verklaring betreffende het jaarverslag Wij vermelden dat ons geen tekortkomingen zijn gebleken naar aanleiding van het onderzoek of het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, overeenkomstig de Richtlijn 650 voor fondsenwervende instellingen is opgesteld. Tevens vermelden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Den Haag, 19 december 2012
KPMG ACCOUNTANTS N.V. J.A.A.M. Vermeeren RA
Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van
CARE jaarverslag 2012
65
Bijlagen Bijlage 1: Specificatie besteding bijdrage van de Nationale Postcode Loterij CARE Nederland heeft in de tweede helft van het financieel jaar 2011-2012 een bijdrage van de Nationale Postcode Loterij ontvangen van â‚Ź 500.000. Deze bijdrage is als volgt besteed: Besteding bijdrage van de Nationale Postcode Loterij Besteding aan doelstelling Voorlichting 270.000 Personeelskosten Disaster Risk Reduction advocacy 10.000 Personeelskosten Disaster Risk Reduction - Peacebuilding (algemeen) 105.700 Besteding aan beheer en administratie Automatisering 67.000 Deelname aan samenwerkingsverbanden 44.000 Beheer en administratie (algemeen) 3.300
385.700
Totaal
500.000
66
CARE jaarverslag 2012
114.300
Bijlage 2: Rapportage Samenwerkende Hulporganisaties: Actie Haïti
Algemene toelichting CARE Nederland is gastdeelnemer aan de Haïti Actie 2010 van de Samenwerkende Hulporganisaties (SHO). Vanwege het buitengewone karakter van deze actie en de richtlijnen van de SHO rapporteert CARE Nederland afzonderlijk over de bestedingen en de geldstromen die met deze actie gepaard gaan of zijn gegaan. Vorm en inhoud van de gegevens zijn conform de regelgeving van de SHO zoals vastgelegd in het Actie Reglement van de SHO (versie februari 2010). Naast de rapportage over het financieel jaar 2011-2012, wordt dezelfde rapportage ook voor het kalenderjaar 2011 gepresenteerd.
Begrippen
Baten uit gezamenlijke acties De baten uit de gezamenlijke acties zijn de door de SHO aan CARE Nederland toegezegde bedragen. Gastdeelnemer Een gastdeelnemer is een organisatie die aan een specifieke actie van de SHO deelneemt, maar geen toegelaten deelnemer is van de stichting SHO.
Gastheer Een gastheer is een aan de SHO deelnemende organisatie die een brugfunctie heeft tussen de gastdeelnemer en de SHO. Rente Dit is het door CARE Nederland ontvangen bedrag aan rente. Kosten voorbereiding en coördinatie De kosten voorbereiding en coördinatie zijn de maximale kosten die CARE Nederland aan deze kostencategorie mag toerekenen. Totaal beschikbaar voor hulpactiviteit Totaal beschikbaar voor hulpactiviteit is het door de SHO beschikbaar gestelde bedrag plus de ontvangen rente minus het maximum door CARE te besteden bedrag aan kosten van voorbereiding en coördinatie.
Committeringen van (gast)deelnemer Committeringen zijn gedefinieerd als de verplichting die CARE Nederland is aangegaan met het landenkantoor in Haïti plus de reservering voor door CARE Nederland te maken projectgebonden kosten. Overmakingen door deelnemer Overmakingen door deelnemer betreffen projectgebonden transfers. Bestedingen ter plaatse Bestedingen ter plaatse worden gedefinieerd als gemaakte projectgebonden kosten.
Kasstroomoverzicht Gastheer voor CARE Nederland binnen de SHO is CORDAID. Alle middelen die de SHO voor de actie Haïti aan CARE Nederland ter beschikking heeft gesteld, worden via CORDAID ontvangen.
Tot en met de periode 2011/2012 zijn de gecumuleerde SHO-gerelateerde transacties als volgt: Ontvangen van gastheer Ontvangen van gastheer Ingehouden kosten voorbereiding en coördinatie (5,4 %) Ingehouden kosten voorbereiding en coördinatie (5,4 %) Beschikbaar voor projectuitvoer Beschikbaar voor projectuitvoer Getransfereerd aan het CARE Haïti landenkantoor 1.250.000 Getransfereerd aan het CARE Haïti landenkantoor 1.250.000 door CARE Nederland gemaakte projectkosten 42.905 door CARE Nederland gemaakte projectkosten 42.905 Totaal getransfereerd / uitgegeven Totaal getransfereerd / uitgegeven Beschikbare liquide middelen voor projectkosten per 30 juni 2012 Beschikbare liquide middelen voor projectkosten per 30 juni 2012
1.122.712 1.122.712 60.626 60.626 1.062.086 1.062.086 1.292.905 1.292.905 -/- 230.819 -/-230.819 CARE jaarverslag 2012
67
Bijlagen Financiële verantwoording nationale actie SHO Aardbeving Haïti – kalenderjaar 2011
Cumulatief t/m 31 december 2011
1 januari – 31 december 2011 Baten Baten uit gezamenlijke actie Rente Totaal baten Kosten voorbereiding en coördinatie (AKV) Maximale ruimte apparaatskostenvergoeding Totaal beschikbaar voor hulpactiviteit Lasten Committeringen van deelnemer (D) o verstrekte steun via de UO o verstrekte steun via de IK o verstrekte steun via de D zelf Totaal beschikbare committeringsruimte
Noodhulp -
Totaal
Totaal
4.685 4.685
1.609.707 7.483 1.617.190
-
86.805
4.685
1.530.385
Wederopbouw -
Totaal -
-
4.685
1 januari – 31 december 2011
Noodhulp 181.332 181.332
Wederopbouw 1.341.570 1.298.665
Totaal 1.522.902 1.479.997
42.905
42.905 7.483
Cumulatief t/m 31 december 2011 Noodhulp Wederopbouw
Noodhulp
Wederopbouw
Totaal
-
500.000
500.000
107.274
892.726
1.000.000
-
708.930
708.930
107.274
708.930
816.204
Totaal
Inzicht in kasstromen van de deelnemer Overmakingen door D met betrekking tot o o o
verstrekte steun via de UO verstrekte steun via de IK verstrekte steun via de D zelf
Inzicht in bestedingen ter plaatse o o o
68
Besteding ter plaatse door de UO Besteding ter plaatse door de IK Besteding ter plaatse door de D zelf
CARE jaarverslag 2012
Financiële verantwoording nationale actie SHO Aardbeving Haïti – financieel jaar 2011-2012 1 juli 2011 – 30 juni 2012 Baten Baten uit gezamenlijke actie Rente Totaal baten Kosten voorbereiding en coördinatie (AKV) Maximale ruimte apparaatskostenvergoeding Totaal beschikbaar voor hulpactiviteit Lasten Committeringen van deelnemer (D) verstrekte steun via de UO verstrekte steun via de IK verstrekte steun via de D zelf
Cumulatief t/m 30 juni 2012 Totaal
Totaal
-
1.609.707
2.300 2.300
7.751 1.617.458
-
86.805
2.300
1.530.653
Noodhulp
Wederopbouw
Totaal
Noodhulp
Wederopbouw
Totaal
-
-
-
181.332 181.332
1.341.570 1.298.665
1.522.902 1.479.997
-
-
42.905
42.905
Totaal beschikbare committeringsruimte
2.300
7.751
1 juli 2011 – 30 juni 2012
Cumulatief t/m 30 juni 2012
Noodhulp
Wederopbouw
Totaal
Noodhulp
Wederopbouw
Totaal
-
750.000
750.000
107.274
1.142.726
1.250.000
-
732.074
732.074
107.274
1.055.377
1.162.651
Inzicht in kasstromen van de deelnemer Overmakingen door D met betrekking tot; verstrekte steun via de UO verstrekte steun via de IK verstrekte steun via de D zelf Inzicht in bestedingen ter plaatse Besteding ter plaatse door de UO Besteding ter plaatse door de IK Besteding ter plaatse door de D zelf
CARE jaarverslag 2012
69
D N A L NEDER & G A L S VER
JAAR KENING 012 2 JAARRE ni u j 0 3 li 2011 1ju