Respons: Hendrik Bogaert
Brave New World In zijn sciencefictionroman Brave New World beschreef Aldous Huxley in 1932 al de wereld van de toekomst. In die wereld heersen technologie en rationalisme. Mensen zijn gezond en gelukkig, armoede en oorlog bestaan niet. De keerzijde van de medaille is dat het belang van kunst en godsdienst vermindert en de liefde verdwijnt, net als de vrije keuze voor een individueel bestaan. Liefde en keuzevrijheid zijn er anno 2013 gelukkig nog steeds, maar Huxley had het wel bij het rechte eind wanneer hij stelde dat technologie de wereld zou overheersen. Zelfs inwoners van ontwikkelingslanden zullen immers weldra via goedkopere smartphones toegang hebben tot alle mogelijke internettoepassingen. Die ontwikkeling kunnen we enkel toejuichen. Niettemin moeten we er ook op voorbereid zijn: door te leren werken met de nieuwe technologieën, maar ook door de valkuilen ervan te ontwaren en te vermijden. Een van de valkuilen is dat we geneigd zijn te focussen op de gevaren. We moeten echter vooral de ontelbare mogelijkheden ten volle benutten en zoveel mogelijk verspreiden. Zo blijven we vooruitgang boeken voor iedereen. In mijn eigen vakgebied denk ik bijvoorbeeld aan hoe e-government de dienstverlening aan burgers en bedrijven verbetert en op die manier hun leven vergemakkelijkt.
1+1=2 We gaan er al te makkelijk van uit dat iedereen onderhand wel met de computer – of andere digitale toestellen – overweg kan. Senioren hebben een cursus gevolgd, de actieve bevolking heeft het on the job geleerd en de jongeren zijn ermee opgegroeid. De IT-kennis van jongeren wordt echter overschat. Ze zijn er niet zo goed in als we vaak denken. En dat komt precies omdàt we denken dat ze er goed in zijn. Jongeren zitten vaak achter de computer, maar hun kennis blijkt toch eerder beperkt tot sociale media en games. Informatie opzoeken op het internet of werken met programma’s als Word, Excel of PowerPoint is voor velen al een veel moeilijkere opgave. Het getuigt bijgevolg van een foute inschatting om lessen informatietechnologie in het onderwijs af te bouwen of helemaal af te schaffen. Integendeel: IT moet een van de
46
Brave New World
basisvakken worden die kinderen van bij de start van hun schoolloopbaan krijgen. Net zoals ze vanaf het eerste leerjaar leren lezen en rekenen, moeten ze ook leren werken met de computer. Dat gebeurt trouwens al in de kleuterklas, waarom zou het dan moeten worden stopgezet vanaf de lagere school? Wie de basis onder de knie heeft – lezen en rekenen – kan daarop verder bouwen en uiteindelijk dikke romans lezen of wiskundige theorieën begrijpen. Zo ook met informatica. Vanuit een basiskennis moeten jongeren in staat zijn om met nuttige programma’s te werken, zelf te programmeren en nieuwe applicaties te ontwikkelen. Daaraan moeten we vandaag beginnen werken. Talenkennis is voor mij een tweede belangrijke pijler in het onderwijsaanbod. De digitalisering heeft de wereld dichterbij gebracht. Wie in die wereld mee wil blijven, moet talen kennen. Ook op dat vlak moeten we verder ontwikkelen. Frans als tweede en Engels als derde taal zijn een basis, maar andere talen zijn wereldwijd aan een opmars bezig.
Outta space Een open blik op de wereld: dat is wat we onze kinderen proberen bij te brengen. Ze moeten weten wat er in de wereld gaande is. Dat is belangrijk voor hun persoonlijke ontwikkeling. We proberen ze naar het nieuws te laten kijken, te laten lezen. Op school krijgen ze lessen geschiedenis en aardrijkskunde om te weten hoe de wereld in elkaar zit. Het internet opent op dat vlak vele nieuwe duren.
Maar het internet is zelf ook een wereld die roept om ontdekt te worden. Dat moeten
we ook doen. En dat moeten we onze kinderen laten doen. Op dezelfde manier zoals we hen met de ‘echte wereld’ laten kennis maken. Als we kunnen, nemen we ze daarvoor mee op reis om de wereld te zien. Als ze klein zijn, gaan ze mee op gezinsvakantie. We laten hen mooie en leuke plekjes zien. Ze maken kennis met vreemde landen en leren dat er verschillende culturen en andere gewoonten bestaan. Ze leren er respect voor op te brengen doordat we hen doen begrijpen waar die gewoonten vandaan komen. We brengen hen bij wat we zelf weten en houden hen goed in het oog als we op reis zijn.
Later gaan de kinderen niet meer mee op reis met het gezin. Ze willen op eigen benen
staan en trekken er zelf op uit om de wereld te zien. We laten hen los en vertrouwen erop dat ze de kennis die we hen hebben meegegeven, zullen gebruiken op hun eigen reizen. We zorgen dat ze goed voorbereid vertrekken en vragen om regelmatig iets van zich te laten horen.
Zo moeten we het ook doen in cyberspace. Eerst zelf die wereld leren kennen en dan
mee met onze kinderen op ontdekkingstocht gaan in de virtuele wereld. Hen de voordelen, het nut ervan aanleren. Maar hen ook wijzen op de gevaren die om de hoek loeren. Alleen als ze die risico’s kennen en juist inschatten, zullen ze ervan wegblijven. Op die manier kunnen
Brave New World 47
ze later zelf op ‘trektocht’ gaan zoals ze dat in de echte wereld ook zullen doen: met een goedgevulde rugzak als bagage. Dat is de beste manier om van de wereld te genieten. [Hendrik Bogaert is federaal Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten]
48
Brave New World